Onderzoek naar motieven van werkgevers, werknemers en werkzoekenden

Transcriptie

1 Onderzoek naar motieven van werkgevers, werknemers en werkzoekenden

2

3

4

5 In Europa groeit flexwerk het snelst in Nederland, wat vooral te maken heeft met wet- en regelgeving in Nederland Het aandeel vaste banen in de bouw neemt structureel af, wat niet (alleen) door de conjunctuur kan worden verklaard Uitzendarbeid komt in de bouw bij relatief veel bedrijven voor Dankzij een keten van onderaanneming en een netwerk van arbeidscontracten tussen bedrijven is er de benodigde flexibiliteit in de bedrijfsvoering in de bouwsector Er zijn grenzen aan flexibilisering van arbeid

6 Kwaliteit van het eigen personeel is relatief belangrijk in de bouwsector (competenties) Werkenden en werkzoekenden geven de voorkeur aan een vast contract. Dit gegeven is de laatste dertig jaar onveranderd. Jongeren en ouderen kiezen vaker vrijwillig voor flexibel werk De flexibiliteit in de productie in de bouwsector brengt een grote behoefte aan arbeidsmarktflexibiliteit met zich mee.

7 Niet beïnvloedbare omgevingsfactoren stimuleren flexibilisering van de arbeid in de bouw. Doorslaggevend is de bestaande arbeidswetgeving en de conjunctuur Technologische innovaties en krapte op de arbeidsmarkt stimuleren het aangaan van (vaste) dienstverbanden De invoering van de WAB leidt tot een verlaging van de totale loonkosten in de bouwsector Op langere termijn is mogelijk een toename van het aandeel vaste contracten te verwachten als gevolg van de WAB

8

9

10

11 Nederland in Europa snelste groeier flexibele arbeid Wet- en regelgeving vormt hiervoor de verklaring Bouw meeste conjunctuurgevoelige sector in Nederland

12 Het aandeel vaste banen in de bouw neemt structureel af. De conjunctuur kan niet de (enige) verklaring zijn. Daling aantal vaste banen in de bouw is sterker dan bij andere sectoren

13

14 Eerste arbeidscontract is meestal een contract voor bepaalde tijd Aandeel bouwbedrijven met uitzendwerk is relatief groot Inzet van payrolling door bouwbedrijven is toegenomen, maar het aandeel in de werkgelegenheid is beperkt.

15 De aard van de personeelsvoorziening verschilt tussen bouwbedrijven en daarmee verschillen ook de motieven.

16

17 De flexibiliteit van de bouwsector als geheel komt tot uitdrukking in de hechte verbinding van de bedrijven met elkaar, in ketens en netwerken van arbeidscontracten.

18 Er zijn grenzen aan flexibilisering van arbeid

19 Inkopen van arbeid is bij de meeste bedrijven gemotiveerd door pieken en dalen in de productie en door kosten.

20 Voor bouwbedrijven is de kwaliteit van het eigen personeel relatief belangrijk (beschikbare competenties). Uitzendwerk wordt over het algemeen vooral ingezet om vraagschommelingen op te vangen. Het opvangen van pieken en dalen in de productie als motief voor de inzet van uitzendarbeid komt bij relatief veel bouwbedrijven voor.

21 Reductie van arbeidsrechtelijke risico s belangrijkste motief voor bouwbedrijven om gebruik te maken van payrolling

22

23 Binnen de beroepsbevolking geeft 90 procent van de mensen de voorkeur aan een vast arbeidscontract. Van de mensen zonder vaste baan geeft circa 80 procent de voorkeur aan een vaste baan. De helft van de uitzendkrachten geeft de voorkeur aan een vaste baan. Het aandeel van mensen die de voorkeur geven aan een vaste baan, is in ruim dertig jaar niet of nauwelijks aan verandering onderhevig. Alleen onder uitzendkrachten lijkt de behoefte aan vast werk toe te nemen.

24

25 Een flexibele baan is meestal geen vrijwillige keuze Vooral jongeren en ouderen kiezen zelf voor flexibel werk Uitzendkrachten doen uitzendwerk in de eerste plaats om geld te verdienen, maar vervolgens vooral ook om een vaste baan (bij de inlener) te vinden.

26 Ongeveer de helft van de uitzendkrachten wil liever een vast contract

27

28 Verhoging AOW-leeftijd leidt tot minder vaste contracten bij oudere werknemers, met name in het MKB-segment

29 Het complex van arbeidswetten maakt het vooral voor MKB ers lastig om te bepalen hoe zij moeten handelen en wat de rechten en plichten zijn. Dat beperkt de inzet van personeel op de eigen loonlijst en stimuleert de inzet van inlenen via derden en contracting van zzp ers.

30

31 De conjunctuurgevoeligheid van de bouw gaat samen met een relatief grote behoefte aan arbeidsmarktflexibiliteit

32 Het effect van technologische innovatie op de contractstructuur in de bouw is moeilijk te duiden. Per saldo lijkt er een grotere behoefte te ontstaan aan personeel op de eigen loonlijst (voor hoogopgeleiden)

33

34 Krapte op de arbeidsmarkt leidt tot een toenemende behoefte aan eigen personeel met dienstverbanden voor onbepaalde tijd Het gebruik van onderaannemers draagt bij aan de noodzakelijke flexibiliteit in de productie van de bouwsector. Er zijn ook nadelen aan lange productieketens: het risico op cumulatie van marges en het risico van kwaliteitsverschillen.

35 Een tekort aan bouwmaterialen en hoge prijzen van bouwmaterialen hebben een negatief effect op het aandeel vaste banen Hoge toetredingsdrempels in de bouw vergroten de continuïteit van de sector als geheel, wat een goede basis is voor vaste dienstverbanden

36 Met name in de Infra vorm de onderhandelingskracht van opdrachtgevers een reden om flexibele arbeid in te zetten (nachtwerk en weekendwerk)

37

38

39 4

40

41

42 5

43

44 6

45

46

47

48

49

50

51 De invoering van de WAB leidt tot een verlaging van de totale loonkosten in de bouwsector

52

53 Op langere termijn is mogelijk een toename van het aandeel vaste contracten te verwachten als gevolg van de WAB

54

55

56

57