Projecten AWBZ-transitie Juni 2013



Vergelijkbare documenten
Hoe word je creatief?

UvA-DARE (Digital Academic Repository) The psychology of creativity : moods, minds, and motives Baas, M. Link to publication

Transitie AWBZ. Hervorming langdurige ondersteuning en zorg Gemeente Midden-Drenthe. Plan van Aanpak. Mei 2013 INHOUD INLEIDING...

Effectief brainstormen met Disney! Ruben van der Laan Innova.on / Change / Par.cipa.on info@rubenvanderlaan.com

haal stress uit je hoofd breng je lichaam in balans voel je energieker

Meer doen in minder tijd én met minder stress!

straatjutten de workshops

Bevlogenheid het resultaat van leiderschap

Samen vormgeven aan de toekomst

De Innovator. Creatief Denken & Innovatie. Training Creatief Denken & Innovatie van Individueel tot In-Company

Leerling Gezel Meester Feedback. Zet in een kortcyclisch proces creatieve ideeën, specificaties en concepten om tot werkende prototypes

Samen op zoek naar verandering of Hoe maak ik het contact met de cliënt efficiënter?

Boost uw carrière. Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past. Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door

De bruistablet. Creatief zoeken naar

Vragen uit de SOL bijeenkomst de nieuwe rol van uw gemeente woensdag 29 augustus regio Zuid-Limburg

In de Gemeente Marum

Prototypische profielen Creatief Vermogen

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector

Transformatie leer je niet in een cursus

Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe Overzicht. Aanleiding Wmo-werkplaatsen. Opzet, bevindingen en resultaten. Aanleiding Wmo-werkplaatsen

Bewijs Reflectie Formulier

Jaarverslag Cliëntenraad 2012 Bureau Jeugdzorg Noord- Brabant. Cliëntenraad Bureau Jeugdzorg Noord- Brabant

Globaal project- en stappenplan WMO Werkplaats Noord

Onafhankelijke cliëntondersteuning vanuit cliëntenperspectief. De stand van zaken medio 2015

STAND VAN ZAKEN ONTWIKKELING SOCIALE WIJKTEAMS GEMEENTEN IN DRENTHE

Het beste idee van Nederland

Hieronder worden enkele creatieve technieken beschreven aan de hand van fictieve cases.

Training Resultaatgericht Coachen

Het beste idee van Nederland

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

Van de macht van management naar de kracht van leiderschap

Wmo-werkplaats Twente. Scholingshandleiding voor cursist en trainer. Samenwerken met vrijwilligers

Leren implementeren. Waar sta jij met Leren implementeren? Leren in de wijk 30 januari2017 Karlijn Stals, programmaleidervakmanschapnji

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen

Strategisch Communicatieplan Meedoen in Alblasserdam Augustus 2013

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

De rol van ervaringsdeskundigen in cliëntondersteuning

Mezzo Advies Verordening WMO 2015

Zorgen over het keukentafelgesprek De bedoeling en werkwijze van het keukentafelgesprek in de Wmo AVI / VNG / 19 april 2015

Kwaliteit in Beeld. Leren door te kijken, te doen en te delen

DENKVAARDIGHEDEN bron: The Parallel Curriculum

OPEN. 21 punten voor Nijkerk in

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Draagkracht: nieuwe kijk op zelfredzaamheid en eigen kracht

CREATIEF CONCEPTEN OP BASIS VAN CREATIVITEIT HOE? ZO!

Sensoren en maatschappij

Ridderkerk dragen we samen!

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Competenties De Fontein

Een onderzoeksvraag formuleren in vier stappen

Xcellent. in performance ontwikkeling van mens en organisatie

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt.

Monitor en klachten meldpunt Sociaal Domein

Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers

Gelderland Arbeidswijs

Nieuwsbrief zomer 2015 Inhoud o.a.

Ruud Janssen, Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg, Hogeschool Windesheim

Adviezen bij het keukentafelgesprek: mijn rol als burger. 25 Aanbevelingen voor Wmo-raden, cliëntenorganisaties en burgers

maandag dinsdag , , woensdag donderdag

talentstimuleren.nl CREATIEF DENKEN Ik kom met originele oplossingen en bedenk vernieuwende ideeën

Rapportage Werksoorten. BIJ Voorbeeld. Naam: Datum:

Samen voor een sociale stad

WAT BEPAALT DE MAXIMALE PRESTATIE? HET HOOFD? Bert Van Poucke

Het Croqqer Cookbook: krijg samen meer voor elkaar

ontwikkeld. Hoe ziet zulke ondersteuning er dan uit en wat is de effectiviteit daarvan?

MANAGEMENTVAARDIGHEDEN / 11

Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit

Persoonsgebonden budget (pgb)

Provinciale bijeenkomsten gemeentelijke financiën en de 3 decentralisaties in het sociaal domein

Verbindingsactietraining

Pilot Basistraining Ethiek in Sociaal Werk succesvol afgerond

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost

Gandhitraining. Ongekende effecten in de praktijk

Training Creatief denken

Als expert aan de slag met loopbaanvelden

Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen

Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI)

Mezzo Advies voor gemeenten Verordening WMO versie 2

Welkom bij Sociaal Succesvol Ondernemen. Week 2: je bedrijf op orde Les 2: een goed businessmodel

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens. D. Emo. Naam.

Onderzoeksvoorstel wijkzorgteam gemeente Oldambt. WMO-werkplaats door Ronald Schurer

VERTROUWELIJK RESULTATEN VIP-TEST_ LEIDINGGEVEN. Kandidaat: de heer Bart Datum praktijksimulatie: Adviseur: Dennis Luijks INLEIDING

Young People Coaching Experience

Regioleren. Op weg naar de duurzame student? Carla Oonk, 8 december 2015

Met elkaar voor elkaar

Inventief ontwerpen. Appels en..

Inventief ontwerpen. Peter van Delden Versie 1.0 April Herman Kuijkstraat AK Geldermalsen

Challenge Nederland Mediawijs 2019

Kiezen voor coaching als managementstijl

19. Reflectie op de zeven leerfuncties

Monitoring. Meetbare effecten van beleid. Hoofdlijnen. Bestuurlijk contracteren

3D Design Academy S4C Programma Amsterdam Oost, 2014

2 jarig programma Tax Talent Traineeship

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

2. Vooruitgang Werk hebben dat leidt tot betere mogelijkheden/kansen en grotere verantwoordelijkheid.

OBSERVATIE. Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt. Robbert Kooiman G&I 1-C

Transcriptie:

Projecten AWBZ-transitie Juni 2013 1 Onderzoeken, organiseren en regelen Kern van de projecten in 2013 is het onderzoek naar de vraag van Midden-Drentse burgers en de mogelijkheden van ondersteuning in hun nabije omgeving. Daarvoor worden enkele projecten opgezet. De resultaten worden gerapporteerd en van adviezen voorzien. Op basis van deze informatie wordt het beleidsvoorstel gemaakt. De projecten in 2014 zijn vooral gericht op het organiseren en regelen van ondersteuning vanaf 2015, de kwaliteit van de uitvoering en de medezeggenschap van cliënten. Er worden vier projecten opgezet, elk met een eigen focus: - Project 1: maatwerk de vraag en de ondersteuning van individuele burgers; - Project 2: arrangementen in de 0e, 1e en 2e lijn; - Project 3: kwaliteit en monitoring een goede uitvoering; - Project 4: rollen en verantwoordelijkheden organisaties in samenwerking. De eerste twee projecten hebben als kern het achterhalen van de vraag en het ontwikkelen van individuele arrangementen. Individuele burgers met een vraag en hun naaste omgeving hebben een belangrijke bijdrage. Er is een wisselwerking tussen deze twee projecten. In project 1 gaat het om individuele oplossingen, in project 2 worden mogelijke arrangementen verkend. De projecten lopen in de tijd naast elkaar. Drie gebiedsteams in Beilen, Smilde en Westerbork voeren een belangrijk deel van de projecten uit. De teams bestaan uit welzijnswerkers (zowel uit de loketten als het opbouwwerk), Wmo-consulenten en maatschappelijk werkers. Waar nodig zal aan medewerkers van andere organisaties, zoals vrijwilligersorganisaties, MEE-Drenthe en zorginstellingen, gevraagd worden om mee te denken. De laatste twee projecten hebben een gebied overstijgend karakter. Project 3 (kwaliteit en monitoring) leent zich goed voor samenwerking met andere gemeenten op provinciaal niveau. Voor project 4 (rollen en verantwoordelijkheden in samenwerking) kan samenwerking op regionaal niveau interessant zijn. Er worden naast bovengenoemde medewerkers ook directies van betrokken organisaties gevraagd een bijdrage te leveren aan de visievorming en advisering. In het bijzonder geldt dit voor de Wmo-raad en cliëntenorganisaties, als stem van de burgers die het betreft. Resultaat is een aantal concrete arrangementen die worden uitgevoerd afhankelijk van de persoonlijke situatie van de betrokken burgers. Daarnaast leveren de projecten informatie op voor het beleid. De eindverslagen van de projecten worden gebundeld en van adviezen voorzien. De gemeenteraad heeft in 2012 de middelen beschikbaar gesteld die van het rijk zijn ontvangen voor de voorbereiding van de transitie. Deze middelen worden gebruikt voor de uitvoering van het plan van aanpak.

2 Verbinden met andere activiteiten Waar mogelijk en zinvol leggen we verbindingen met andere activiteiten. In het bijzonder met: - De Wmo-werkplaats Noord; - De pilot Gebiedsgebonden Teams van de transitie Jeugd; - Het project de geluksroute ; - Activiteiten van de andere gemeenten in de regio en de provincie Hieronder volgt een toelichting. Met het eerste project zijn we deelnemer als Wmo-praktijk in de Wmo-werkplaats Noord, waarvan het lectoraat rehabilitatie van de Hanzehogeschool de projectleiding heeft. Het proces wordt gevolgd en beschreven door onderzoekers van de hogeschool. Op basis daarvan ontwikkelt de hogeschool onderwijsmodules waarvan de deelnemers kunnen profiteren. De werkplaats is onderdeel van een landelijk project, gefinancierd door het Ministerie van VWS. Onze inzet wordt gedeeltelijk vergoed. De pilot Gebiedsgebonden Teams van de transitie Jeugd wordt uitgevoerd in Smilde. De resultaten van de pilot zijn ook input voor het beleid AWBZ. Welzijnswerk Midden-Drenthe zet dorpenteams in bij de pilot Jeugd en ook bij de uitvoering van dit plan van aanpak. Dit betekent extra inzet van medewerkers. In onze opzet houden we hier rekening mee. Eveneens in Smilde wordt vanuit het Loket voor Zorg & Dienstverlening een project uitgevoerd onder de titel Geluksroute. Mensen die eenzaam zijn en zich terugtrekken worden uitgedaagd om hun dromen te realiseren. Daarvoor worden speciaal getrainde vrijwilligers ingezet. De resultaten tellen mee in een grootschalig promotieonderzoek van de Universiteit Twente naar de effectiviteit van de Geluksroute voor welbevinden en zorggebruik. Ook in andere gemeenten van ons samenwerkingsverband Noord en Midden Drenthe wordt geëxperimenteerd met de Geluksroute. Dit betekent samenwerking op de werkvloer. Verder zoeken we samenwerking met andere gemeenten, ook op provinciaal niveau, in het bijzonder in de projecten 3 en 4. 3 Werken op de Wmo-manier De aanpak is er primair op gericht om een werkwijze te ontwikkelen waarmee we de compensatie vanuit de Wmo kunnen organiseren. Dat vraagt om een bepaalde houding van alle betrokkenen, gericht op het vinden van creatieve oplossingen in plaats van leunen op rechten. Daarvoor is de veelbesproken cultuurverandering nodig. In de uitwerking van de aanpak richten we ons dus ook op de houding van alle spelers in het veld, zowel op organisatie- als op medewerkers- en cliëntniveau. Voor de gewenste cultuurverandering heeft elke organisatie een eigen verantwoordelijkheid. De gemeente heeft een regierol en we pakken die op door mensen en organisaties bij elkaar te brengen en een aanzet te geven tot samenwerken op de Wmo-manier.

4 Project Maatwerk de vraag en de ondersteuning van individuele burgers Vragen 1. Welke vragen kunnen wij verwachten van burgers die in de huidige situatie in aanmerking komen voor begeleiding vanuit de AWBZ? 2. Welke vragen kunnen wij verwachten van burgers die recht hebben op verzorging? 3. Welke oplossingen zijn te vinden voor de burgers die wij spreken? 4. Waar ligt redelijkerwijs de verantwoordelijkheid bij de burger en waarvoor is de gemeente aanspreekbaar? 5. Wat is nodig om betere oplossingen te vinden? 6. Wie voert keukentafelgesprekken, hoe en met welke deskundigheid? 7. Welke voor- en nadelen heeft het werken in gebiedsteams voor de deelnemers en de organisaties? Organisatie en deelnemers De voorbereiding en uitvoering van het project is in handen van het projectteam: Jannie Schonewille en Heleen Jansen (Stichting Welzijnswerk Midden-Drenthe), Suzanne Kuijk (Hanzehogeschool) en Juul ten Hove (gemeente). Jannie Schonewille en Juul ten Hove vertegenwoordigen het project in de werkplaatsraad van de Wmo-werkplaats Noord. De deelnemers in het project zijn: - Huidige cliënten en toekomstige aanvragers van voorzieningen en hun vertrouwenspersonen; - Medewerkers Welzijnswerk MD en MEE-Drenthe en Wmo-consulenten; - Op verzoek en per deelnemer: medewerkers uit 1 e en 2 e lijnszorg. Activiteiten De aanpak is gefaseerd. In de eerste fase spreken we met burgers die al begeleiding hebben of daarvoor in aanmerking komen. Het is een verkenning en de gevonden oplossingen worden niet direct georganiseerd. Dat gebeurt alleen als er geen of onvoldoende compensatie is via de huidige AWBZ. In de tweede en derde fase worden gesprekken gevoerd met burgers die daadwerkelijk per 1 januari 2015 ondersteuning nodig hebben. Met hen worden de gevonden oplossingen wel georganiseerd. We voeren gesprekken met huidige cliënten van zorginstellingen en met burgers die nu bij het Loket voor Zorg & Dienstverlening komen met een complexe vraag waarvoor begeleiding mogelijk een compensatie kan bieden. Daarnaast benaderen we cliëntenraden van huidige aanbieders om gesprekken te organiseren met hun cliënten. Met de cliëntenraad GGZ is hierover al contact. Ter voorbereiding op de gesprekken komt er een Training Het Gesprek voor medewerkers die rechtstreeks met de betreffende burgers te maken hebben. Dat zijn primair de welzijnswerkers en de Wmo-consulenten. Daarnaast nodigen we twee medewerkers uit van de organisaties die op dit moment de begeleiding uitvoeren of ondersteunen in het vinden van de juiste begeleiding. Dat zijn in ieder geval MEE, PromensCare, GGZ en Noorderbrug. Door andere (uitvoerende) organisaties te betrekken in het leerproces kunnen de medewerkers, die burgers ondersteunen vanuit verschillende organisaties, een gemeenschappelijke cultuur ontwikkelen waardoor zij beter kunnen samenwerken en bijdragen aan cultuurverandering.

De gesprekken leveren vooral informatie op om antwoorden te vinden op de eerste drie vragen. Voor de overige vragen is het nodig om stil te staan en alles op een rij zetten. Dat gebeurt in een werkconferentie waarin die vragen aan de orde komen. De resultaten komen in een eindverslag en dat markeert het einde van de eerste fase. In de tweede en derde fase voeren we ook gesprekken en worden individuele arrangementen ontwikkeld die daadwerkelijk worden gerealiseerd in 2015. De tweede fase eindigt in een evaluatie en een tussentijds verslag, waardoor de werkwijze in de derde fase zo nodig aangepast kan worden. Wmo-werkplaats Het project Maatwerk wordt gevolgd door een onderzoeker van de Hanzehogeschool, vanuit de Wmo-werkplaats Noord. Er zijn observaties zowel op de werkvloer als bij de besprekingen in het projectteam. Het onderzoek is gericht op de samenwerking en de competenties voor het voeren van de gesprekken en het creatief opzetten van arrangementen. Overzicht activiteiten en planning Fase 1 Onderdeel Inhoud September 2013 Training van Voorbereiding op de gesprekken medewerkers Oktober en november 2013 Gesprekken met deelnemers - Keukentafelgesprekken met ca. 30 burgers en hun vertrouwenspersoon (de deelnemers); - Vervolggesprekken om arrangementen te bouwen; - Verslag van de gesprekken. Eind november 2013 Werkconferentie over methodieken, werkwijze en gebiedsgericht werken December 2013 Verslag fase 1 antwoorden op de vragen en advies voor beleid en uitvoering Fase 2 Onderdeel Inhoud Januari juli 2014 Gesprekken met klanten in 2015 Opzetten van ondersteuning volgens afgesproken werkwijze September 2014 Werkconferentie over de resultaten Oktober 2014 Verslag fase 2 antwoorden op de vragen en advies voor beleid en uitvoering Fase 3 Onderdeel Inhoud September december 2014 Gesprekken met klanten in 2015 Opzetten van ondersteuning volgens afgesproken werkwijze December 2014 Eindverslag project 1 antwoorden op de vragen en advies voor beleid en uitvoering Kosten De kosten voor de training zijn ca. 10.000. Daarnaast zijn er kosten voor ruimte en catering voor bijeenkomsten, ca. 1.500. Deze kosten worden betaald vanuit het budget voorbereiding transitie AWBZ. De uren die de welzijnsinstelling en de gemeente inzetten

kunnen gedeeltelijk worden gedeclareerd bij de Wmo-werkplaats. Voor het overige zijn de uren inzet voor rekening van elke organisatie afzonderlijk. 5 Project Arrangementen Vragen 1. Hoe bevorder je de creativiteit om te komen tot goede oplossingen? 2. Welke oplossingen kunnen binnen de gemeenschap gevonden worden? 3. Wat is nodig om die oplossingen te kunnen laten werken? 4. Wie stellen oplossingen samen en hoe worden die geregeld? 5. Waarvoor is toewijzing of indicatie nodig en wie gaat dat doen? 6. Hoe wordt de specialistische professionele ondersteuning geregeld? Kan gekozen worden voor een persoonsgebonden budget (Pgb) of varianten daarop? 7. In welke gevallen zijn collectieve oplossingen efficiënter te organiseren? 8. Welke voor- en nadelen heeft het werken in gebiedsteams voor de deelnemers en de organisaties? Organisatie en deelnemers - vrijwilligers van diverse organisaties, buurt- en dorpshuizen - Medewerkers Welzijnswerk MD en MEE-Drenthe en Wmo-consulenten; - Klanten en medewerkers van huidige zorgaanbieders - Beleidsmedewerker gemeente Activiteiten Er wordt veel gevraagd van de creativiteit van alle betrokkenen en het succes van de transitie is in hoge mate afhankelijk van die creativiteit. Daarom is de eerste vraag de belangrijkste en de startvraag voor dit project. De betrokkenen zijn de hulp vragende burgers en de mensen om hen heen, de sociale omgeving en de ondersteuners. De eerste activiteit is een masterclass creativiteit, waarin de deelnemers leren om hun eigen creativiteit én die van anderen de ruimte te geven. Suggestie: de huiswerkopdracht is om een arrangement te ontwerpen voor een actuele situatie uit eigen praktijk. In een tweede bijeenkomst worden de resultaten gepresenteerd en wordt het creatieve proces besproken. Wie heeft hier ervaring mee en kent een organisatie/persoon die dit kan leiden? Krijgen we het voor elkaar om ook cliënten mee te nemen? Zie ook het verhaal van Matthijs Baas hieronder. En de volgende links ter inspiratie: http://mens-en-samenleving.infonu.nl/diversen/34680-creatief-denken-tien-vuistregels.html http://www.gilbertkin.nl/documenten/gilbertkin_trainingcreatiefdenken.pdf#view=fit - Gesprekken met Steunpunten vrijwilligerswerk en mantelzorg, vrijwilligersorganisaties, buurt- en dorpshuizen - Gesprekken met klanten en medewerkers van huidige zorgaanbieders in de 1 e en 2 e lijn - ontwikkelen van scenario s voor de regeling van specialistische ondersteuning - onderzoek naar mogelijkheden voor collectieve oplossingen Planning De activiteiten vinden plaats in de periode september tot en met november 2013. In december ligt er een rapportage.

Kosten Hoe word je creatief? Oude misvattingen en nieuwe inzichten over het stimuleren van creativiteit Auteur: Matthijs Baas Over het algemeen denken mensen dat ze het meest creatief zijn als ze in een ontspannen toestand zijn, als ze buiten kaders denken, en als ze in groepsverband kunnen brainstormen. Matthijs Baas laat zien dat dit niet klopt. Klik hier voor een pdf-versie Matthijs Baas (1980) werkt als Universitair Docent bij de programmagroep Arbeids- en Organisatiepsychologie van de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerdet in maart 2010 op zijn proefschrift getiteld The psychology of creativity: Moods, minds and motives waarin hij onderzoek deed naar de rol van stemming en motivatie in creativiteit. Naast zijn onderzoek naar de processen die ten grondslag liggen aan creativiteit, doet hij onderzoek naar kleureffecten op beslissingen in het pokerspel. Hoe word je creatief? Oude misvattingen en nieuwe inzichten over het stimuleren van creativiteit De topkok Adrià merkt op dat hij voor zijn kookkunsten zeer systematisch te werk gaat, volgens de productieve uitvinder Edison is creativiteit vooral een kwestie van hard werken, en de beroemde schrijver Murakami werkt het liefst alleen. Deze persoonlijke observaties van erkend creatieve mensen staan haaks op de wijdverbreide alledaagse opvattingen dat creativiteit vooral komt als je flexibel en associatief denkt, wanneer je ontspannen bent en wanneer je gezamenlijk over een bepaald onderwerp brainstormt (Ten Hoopen & Janssen Groesbeek, 2008). Kloppen deze opvattingen over creativiteit dus wel? In dit artikel ga ik aan

de hand van recent onderzoek na welke van deze hardnekkige opvattingen door onderzoek worden ondersteund en welke fictie zijn. Ik begin dit artikel met een korte bespreking van creativiteit. Picture by unknown. Creativiteit, waar hebben we het eigenlijk over? Vrijwel alle mensen die ik over het onderwerp spreek, hebben wel een idee over wat creativiteit is. Sommigen wijzen op vermaarde creatieve personen en komen op de proppen met Matisse, Mozart en Curie. Anderen hebben het meer over creatieve ideeën en producten en noemen een briljante grap, een beroemd kunstwerk en de allernieuwste gadget voor hun mobiele telefoon; weer anderen richten zich voornamelijk op het creatieve proces en hebben het over out-of-the-box denken, en dat je een bepaald probleem van meerdere kanten moet bekijken om het te kunnen oplossen. Hoewel voor elk van deze benaderingen van creativiteit wat te zeggen valt, is het in onderzoek gebruikelijk en belangrijk om een eenduidige en heldere omschrijving van een begrip te hanteren. In het onderzoek naar creativiteit wordt het daarom gedefinieerd als de productie van originele en (potentieel) bruikbare ideeën en oplossingen (Amabile, 1983). Originaliteit verwijst daarbij naar hoe ongewoon en vernieuwend een idee of oplossing is. Creativiteit heeft echter ook een functioneel aspect. Sommige ideeën zijn misschien bijzonder origineel, maar zijn uiteindelijk onbruikbaar als ze niet gerealiseerd kunnen worden deze ideeën zijn eerder bizar dan creatief. Kortom, om van een creatief idee te spreken, moet het idee niet alleen origineel, maar ook bruikbaar of geschikt zijn. Bij deze definitie ligt de nadruk op creativiteit als uitkomst. Tegelijkertijd sluit deze definitie aan bij creativiteit bezien als persoon en proces. Erkend creatieve personen als Matisse, Mozart en Curie worden immers als creatief bestempeld op basis van hun vernieuwende werk. Daarnaast sluit de definitie niet uit dat er bepaalde processen aan de totstandkoming van een creatief idee ten grondslag liggen. Het grote voordeel van de definitie zit hem echter in het feit dat creativiteit gemeten kan worden, met als gevolg dat er een groot aantal creativiteitstaken voorhanden is. Zo wordt onderzoeksdeelnemers bijvoorbeeld gevraagd om zoveel mogelijk ideeën te verzinnen om een bepaald voorwerp (zoals een baksteen) te gebruiken. Vervolgens wordt door experts beoordeeld hoe origineel de bedachte ideeën zijn. Er bestaan ook veel creatieve inzichttaakjes. Deelnemers krijgen bijvoorbeeld een aantal voorwerpen (lucifers, een kaars en een doosje punaises) waarmee ze een probleem moeten oplossen (bevestig de kaars zodanig aan een muur dat er geen kaarsvet op de grond druppelt). Het gaat er bij deze taken om dat deelnemers inzien dat de voorwerpen op een andere manier moeten worden ingezet dan waar ze gewoonlijk voor bedoeld zijn (een doosje kan niet alleen als opslag voor punaises dienen, maar ook als oppervlakte waar de kaars op bevestigd kan worden). In het

creativiteitsonderzoek dat ik in dit artikel bespreek, worden deze en soortgelijke taken gebruikt om de creatieve prestaties van onderzoeksdeelnemers te bepalen.

Out-of-the-box of within-the-box? Nu duidelijk is wat er met creativiteit wordt bedoeld en hoe het in kaart gebracht kan worden, ga ik verder met een bespreking van enkele hardnekkige opvattingen over de processen die tot creativiteit leiden. Uit een recent onderzoek onder 850 managers en ondernemers blijkt dat een grondige en rationele aanpak de creativiteit zou ondermijnen, terwijl flexibel en divergent denken een noodzakelijke voorwaarde zou zijn (Ten Hoopen & Janssen Groesbeek, 2008). Deze opvatting wordt weerspiegeld in de vele zelfhulpboeken en cursussen over creativiteit die je leren om lateraal, intuïtief en out-of-the-box te denken. In deze paragraaf zal ik laten zien dat creativiteit inderdaad in de hand gewerkt wordt door flexibiliteit. Ik zal echter ook aantonen dat mensen niet alleen creatief worden door flexibel denken, maar ook door grondig, rationeel en nauwgezet nadenken. Flexibiliteit wordt wel gezien als het gemak waarmee mensen kunnen schakelen tussen concepten en benaderingen en het is bijzonder vaak aangetoond dat flexibiliteit tot creatieve oplossingen en ideeën leidt. Flexibiliteit zorgt er voor dat mensen een breed perspectief hanteren en meerdere invalshoeken kiezen bij het verzinnen van ideeën en het oplossen van problemen. Dit leidt vervolgens sneller tot ongewone (en dus originele) associaties en verbindingen tussen ideeën en concepten (Förster, 2009; Nijstad & Stroebe, 2006). Flexibiliteit zorgt er ook voor dat mensen steeds nieuwe manieren verzinnen om een vraagstuk te benaderen als de oude benadering niet tot het gewenste resultaat leidt (Duncker, 1945). Kortom, dat flexibel of out-of-the-box denken tot creativiteit leidt wordt ook door onderzoek ondersteund. Picture by author. Volgens een recent ontwikkeld creativiteitsmodel (Baas, De Dreu, & Nijstad, 2008; De Dreu, Baas, & Nijstad, 2008; Nijstad, De Dreu, Rietzschel, & Baas, 2010) is creativiteit niet alleen een gevolg van flexibiliteit, maar ook van persistentie: de mate waarin iemand grondig en geconcentreerd doorzet op een taak. Veel mensen zijn in eerste instantie verbaasd dat een grondige aanpak en een flinke dosis doorzettingsvermogen tot creatieve inzichten en ideeën kan leiden, maar hiervoor is ruimschoots anekdotisch bewijs voorhanden. Adrià, een van de meest creatieve chef-koks ter wereld, merkt op dat je voor het bedenken van vernieuwende gerechten zeer georganiseerd moet zijn (Hoffman, 2009) en volgens de beroemde natuurkundige Newton waren zijn ontdekkingen vooral het resultaat van geduldig en aandachtig werk. Recent onderzoek sluit zich hierbij aan en laat zien dat persistentie er voor zorgt dat mensen op volhardende wijze ideeën verzinnen binnen een beperkt aantal domeinen (Nijstad et al., 2010; Rietzschel, De Dreu, & Nijstad, 2007). Mensen bedenken aanvankelijk

vooral toegankelijke en conventionele ideeën, omdat deze ideeën het meest voor de hand liggen. Na verloop van tijd raken de conventionele ideeën uitgeput en worden ideeën steeds origineler. Wanneer mensen deze grondige benadering gebruiken zullen originele ideeën dus pas later in het proces worden bedacht. Persistentie komt vooral tot uiting in een grote ideeënproductie binnen een beperkt aantal domeinen en recent onderzoek toont aan dat dit samenhangt met een grotere originaliteit van de bedachte ideeën (De Dreu et al., 2008; Nijstad et al., 2010). Daarnaast laat onderzoek zien dat mensen die van nature een behoefte hebben aan systematisch en gestructureerd nadenken wel degelijk tot creatieve ideeën en producten komen. Zij doen dit echter niet door flexibel te werk te gaan, maar door veel ideeën te bedenken binnen een beperkt aantal domeinen. Creativiteit lijkt dus ook within-the-box te ontstaan. Kortom, anekdotes en onderzoek suggereren dus dat er twee routes naar originele ideeën en inzichten bestaan: Naast flexibel, out-of-the-box denken word je creatief door persistent, within-the-box denken. Ontspannen of geactiveerd? Nu ik heb laten zien dat creativiteit niet alleen een gevolg is van flexibel en associatief denken, maar ook van grondig en geconcentreerd doorzetten op een taak, bespreek ik nu de opvatting dat creativiteit vooral ontstaat in een ontspannen stemming. Op de vraag welke factoren de creativiteit stimuleren plaatsen Nederlandse managers en ondernemers ontspanning met stip in de top 5 (Ten Hoopen & Janssen Groesbeek, 2008) met als gevolg dat bedrijven steeds vaker dure ontspanningsruimten inrichten waar werknemers achterover leunen terwijl ze naar beelden van een haardvuur of aquarium kijken. Op het eerste gezicht lijkt er wat voor te zeggen dat ontspanning de creativiteit bevordert. Ontspanning zou misschien kunnen helpen om los te komen van een probleem waar je mee bezig bent, wat je vervolgens in staat stelt om een nieuwe benadering te kiezen die mogelijk wel tot een oplossing leidt. Daarnaast suggereren sommige creativiteitsmodellen dat ontspanning associatief denken in de hand werkt waardoor je makkelijker verbindingen legt tussen ideeën en concepten (bijv. Martindale, 1999). Er zijn echter ook redenen om aan te nemen dat je voor creativiteit juist geactiveerd moet zijn. Van de uitvinder Edison (die meer dan 1,000 patenten op zijn naam heeft staan) is bijvoorbeeld de beroemde uitspraak dat creativiteit voor 1% bestaat uit inspiratie en voor 99% uit transpiratie creativiteit is dus vooral een kwestie van hard werken en actief met een probleem bezig zijn. Taken en problemen waarvoor je een creatieve oplossing moet vinden zijn dikwijls ingewikkeld. Dit betekent dat je je meestal eerst zeer geconcentreerd en grondig in een probleem moet verdiepen. Daarnaast vereisen creatieve taken en problemen een groot doorzettingsvermogen, omdat de bedachte oplossingen of ideeën in eerste instantie vaak niet werken. Dat lijkt slecht te rijmen met ontspanning het lijkt er eerder op dat je hiervoor actief met een probleem of taak aan de slag moet. Activering gaat inderdaad vaak gepaard met betrokkenheid en een taakgerichte houding (bijv. Broadbent, 1972). Daarnaast gaat activering gepaard met een verbetering van het werkgeheugen, een langere aandachtsspanne, en met meer doorzettingsvermogen en flexibiliteit (bijv. Dreisbach & Goschke, 2004; Robbins, 1984). Deze cognitieve functies zijn vervolgens belangrijk voor de totstandkoming van creativiteit. Volgens deze lezing wordt creativiteit dus niet bevorderd als je ontspannen bent, maar als je juist in een geactiveerde stemming bent. Omdat sommige stemmingen activerend zijn (zoals blijdschap, angst, en boosheid) en sommige stemmingen niet (zoals ontspanning en verdriet; zie Barrett & Russell, 1998) is dit idee vrij simpel te toetsen.

Met mijn collega s Carsten de Dreu en Bernard Nijstad heb ik onderzocht in welke stemming mensen het meest creatief worden (Baas et al., 2008; De Dreu et al., 2008). We verwachtten dat mensen in activerende stemmingen (blijdschap, enthousiasme, boosheid, angst) creatiever zouden worden dan mensen in stemmingen die niet activeren (ontspanning, kalmte, verdriet, terneergeslagen toestand). Dit hebben we onder meer gedaan door onderzoeksdeelnemers in een bepaalde stemming te brengen, waarna ze een creativiteitstaak deden. Wat bleek? Blije, boze en angstige mensen bedachten originelere ideeën en hadden meer creatieve inzichten dan verdrietige en ontspannen mensen. Stemming bleek daarnaast niet alleen de mate van creativiteit te beïnvloeden, maar ook de manier waarop mensen tot hun creatieve uitkomsten kwamen: blije mensen werden creatief doordat ze associatief dachten en een kwestie van meerdere kanten bekeken, terwijl angstige mensen creatief werden door een grondige en volhardende aanpak. We hebben dus consistent en overtuigend kunnen aantonen dat niet ontspanning tot creativiteit leidt, maar dat juist stemmingen die activerend zijn de creativiteit stimuleren. Dus eerder blijdschap dan ontspanning. Maar zelfs boosheid en angst (mits niet te sterk) leiden tot meer creativiteit dan ontspanning. Brainstormen: Samen of alleen? Ik heb laten zien dat het een misvatting is dat creativiteit alleen ontstaat door divergent denken en dat het onjuist is dat ontspanning je creativiteit bevordert. In deze paragraaf onderzoek ik de hardnekkige overtuiging dat je creatief wordt door samen ideeën te verzinnen. In een brainstormsessie spuit een groep mensen in een bepaalde tijd zoveel mogelijk ideeën zonder elkaar te bekritiseren. De gedachte is dat je, door samen ideeën te bedenken, geïnspireerd wordt door de input van anderen en dat de zienswijzen en benaderingen van verschillende mensen geïntegreerd kunnen worden in nieuwe ideeën. Daarom is brainstormen zeer populair. Elk zichzelf respecterend bedrijf organiseert brainstormsessies en er zijn organisaties die zich volledig richten op het begeleiden van brainstormsessies. Maar hoewel brainstormen nog steeds zeer populair is, wijst recent onderzoek uit dat het een relatief inefficiënte methode is (Nijstad & Stroebe, 2006). Deze methode levert namelijk minder creatieve ideeën op dan wanneer werknemers individueel ideeën verzinnen. Zo bedenkt een groep van vier mensen maar de helft van de ideeën die vier personen apart bedenken. Ook de originaliteit en uitvoerbaarheid van de ideeën is beter bij de brainstormer die alleen werkt. Dit komt doordat slechts één persoon tegelijk het woord kan nemen. Doordat groepsleden telkens hun beurt moeten afwachten, wordt het proces van ideeën verzinnen steeds ondermijnd. Werknemers vergeten hun ideeën doordat ze niet meteen kunnen worden uitgesproken en de vorming van ideeën wordt verstoord doordat ze moeten opletten wat de anderen in de groep te zeggen hebben. Kortom, als methode om zoveel mogelijk creatieve ideeën te verzinnen is brainstormen in een groep weinig effectief dit kun je beter alleen doen. Conclusie: Hoe word je creatief? Ons vermogen tot creativiteit stelt ons in staat om duurzaam beleid te ontwikkelen, succesvol te concurreren en vooruitgang te boeken door de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Daarom is creativiteit big business, werken er duizenden mensen met goed betaalde banen in de creatieve industrie en spenderen bedrijven en overheden veel geld aan maatregelen om de creativiteit van hun werknemers te bevorderen. Het is daarom jammer dat mensen die afhankelijk zijn van hun eigen creativiteit of die van hun werknemers zich nog te vaak baseren op achterhaalde opvattingen over creativiteit, en dat de maatschappij en economie dus weleens gebaat zou kunnen zijn als deze personen hun strategieën zouden actualiseren.

Lateraal, divergent en out-of-the-box denken werkt zo nu en dan prima, maar dient te worden afgewisseld met een grondige en rationele aanpak. Door geconcentreerd, hard en zelfs systematisch aan een probleem te werken duurt het misschien even voordat je een vernieuwend idee krijgt, maar uiteindelijk biedt deze aanpak misschien wel een grotere kans om een probleem creatief op te lossen. Het is ook een misvatting dat creativiteit vooral optreedt als je samen brainstormt of als je lui en ontspannen achterover leunt. Mensen die in een groep ideeën spuien hebben weliswaar veel plezier en zijn tevreden over hun uitkomsten, maar als je veel creatieve ideeën wilt is brainstormen in een groep weinig effectief dit kun je beter alleen doen. Schaf tot slot die dure ontspanningsruimtes maar meteen af. Mensen worden niet creatief als ze ontspannen achterover leunen. Wat helpt dan wel? Een vrolijke bui, een boosaardig humeur of een angstige stemming. Voor creativiteit moet je namelijk geactiveerd zijn. Begrippenlijst Brainstorming: Methode om snel, veel nieuwe ideeën over een bepaald onderwerp of vraagstuk te genereren. Het kenmerk van een brainstormsessie is dat het waardeoordeel over de geopperde ideeën wordt uitgesteld totdat alle ideeën zijn opgesomd. Creativiteit: De productie van originele en (potentieel) bruikbare ideeën, oplossingen en inzichten (Amabile, 1983). Flexibiliteit: Het gemak waarmee mensen kunnen schakelen tussen concepten, strategieën en benaderingen. Flexibiliteit komt bij het verzinnen van ideeën en het oplossen van problemen tot uiting in het gebruik van meerdere invalshoeken om met een bepaald vraagstuk om te gaan. Persistentie: De mate waarin iemand grondig en geconcentreerd doorzet op een taak. Persistentie komt vooral tot uiting in de productie van veel ideeën binnen een beperkt aantal categorieën en domeinen en in een langere besteding aan de taak. Literatuur Amabile, T. M. (1983). The social psychology of creativity: A componential conceptualization. Journal of Personality and Social Psychology, 45, 357 376. Baas, M., De Dreu, C.K.W., & Nijstad, B.A. (2008). A meta-analysis of 25 years of research on mood and creativity: Hedonic tone, activation, or regulatory focus? Psychological Bulletin, 134, 739 756. Barrett, L.F., & Russell, J.A. (1998). Independence and bipolarity in the structure of current affect. Journal of Personality and Social Psychology, 74,, 967 984. Broadbent, D.E. (1972) Decision and stress. New York: Academic Press. De Dreu, C.K.W., Baas, M., & Nijstad, B.A. (2008). Hedonic tone and activation in the mood creativity link: Towards a Dual Pathway to Creativity model. Journal of Personality and Social Psychology, 94, 739 756. Dreisbach, G., & Goschke, T. (2004). How positive affect modulates cognitive control: Reduced perseveration at the cost of increased distractibility Journal of Experimental Psychology: Learning, Memory, and Cognition, 30, 343 353. Duncker, K. (1945). On problem solving. Psychological Monographs, 58(5).

Förster, J. (2009). Relations between perceptual and conceptual scope: How global versus local processing fits a focus on similarity versus dissimilarity. Journal of Experimental Psychology: General, 138, 88 111. Hoffman, J. (2009). Q&A: Chemistry in the kitchen. Nature, 457, 267. Martindale, C. (1999). The biological basis of creativity. In R.J. Sternberg (Ed.), Handbook of creativity (pp. 137 152). Cambridge, UK: Cambridge University Press. Nijstad, B. A., De Dreu., C. K. W., Rietzschel, E. F., & Baas, M. (2010). The dualpathway to creativity model: Creative ideation as a function of flexibility and persistence. European Review of Social Psychology, 21, 34-77. Nijstad, B.A., & Stroebe, W. (2006). How the group affects the mind: A cognitive model of idea generation in groups. Personality and Social Psychology Review, 10, 186 213. Rietzschel, E.F., De Dreu, C.K.W., & Nijstad, B.A. (2007). Personal need for structure and creative performance: The moderating influence of fear of invalidity. Personality and Social Psychology Bulletin, 33, 855 866.