Stedenbouwkundige voorschriften
Algemene bepalingen Verordenende kracht van de diverse elementen opgenomen in onderhavig RUP De grafi sche plannen en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften (kolom 1, weergegeven op een grijze ondergrond) hebben verordenende kracht. De tweede kolom 2 betreft de zuivere toelichting bij de verordenende voorschriften. Eveneens is de relatie met het GRS (cursief) weergegeven om te verduidelijken van welke elementen uit het GRS de voorschriften een uitwerking zijn. Gemeenschapsuitrustingen en openbaar nut Gebouwen en constructies voor gemeenschapsuitrustingen en openbaar nut kunnen in elke bestemmingszone worden toegelaten mits ze qua volume en voorkomen niet storend zijn en qua uitbating geen abnormale hinder en/of risico betekenen voor de omgeving. Bufferen van regenwater Teneinde de riolering niet onnodig te belasten met regenwater, moeten bij de realisatie van bebouwing en/of verharding maatregelen genomen worden om de afvoer ervan maximaal op te vangen of af te leiden hetzij naar de bufferzones-groenzones op eigen terrein, hetzij naar een te voorzien bufferbekken binnen de bebouwbare of te verharden zones op eigen terrein, hetzij maximaal te laten infi ltreren in de bodem, dit laatste op voorwaarde dat het regenwater door het bedrijf op geen enkele manier wordt vervuild. Inzake waterhuishouding dient steeds prioriteit uit te gaan naar maximaal hergebruik van hemelwater en maximale infi ltratie boven buffering met vertraagde afvoer. In normale afwateringsgebieden geldt een vertraagde afvoer van maximum 10 liter per seconde per hectare verharde oppervlakte met een bijkomende nuttige buffercapaciteit van 330 m³ per hertare 2 Sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III juni 14 wvi
Algemene bepalingen verharde oppervlakte, onder de vorm van een open buffer op eigen terrein. Bestaande constructies Bestaande gebouwen, verhardingen en alle elementen die regelmatig vergund zijn kunnen qua plaats, bezetting en numerieke voorschriften gehandhaafd blijven in hun huidige toestand. Bij grondige, ingrijpende verbouwingen of vervangings- en nieuwbouw dienen de voorschriften van onderhavig RUP nageleefd te worden. Deze bestaande gebouwen kunnen normaal geëxploiteerd worden en komen in aanmerking voor uitbatings- en milieuvergunningen, evenals voor het plaatsen van de voor het bedrijf noodzakelijke machines, voor zolang geen grondige, ingrijpende verbouwingen of vervangings- en nieuwbouw gebeurd. Waterdoorlatende materialen bij parkings Verharding, enkel ten behoeve van parking en niet nodig voor bedrijfsactiviteiten, dienen aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen. Referentiepeil, kroonlijsthoogte, nokhoogte Het referentiepeil 0,00 meter stemt overeen met de bovenkant van het bestaande of ontworpen aanliggend weggedeelte, in principe steeds de bestaande of ontworpen rijweg, gemeten op de rooilijn. De kroonlijsthoogte is de afstand tussen het referentiepeil 0,00 meter en de bovenkant van de kroonlijst; de nokhoogte is de afstand tussen het referentiepeil 0,00 meter en de bovenkant van de nok. wvi juni 14 sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III 3
Deelplan 1: Houthandel Driekoningen 1. Art. 1: Zone voor bedrijfsactiviteiten 1.1. Bestemmingsvoorschriften Deze zone is bestemd voor de voor de bedrijfsvoering noodzakelijke werkplaatsen, opslagplaatsen, bergruimten, kantoren, al dan niet overdekte laad- en loszones, toonzaal en aanverwante voorzieningen t.b.v. de bedrijfsvoering zijnde houtverwerking en verhandeling. Binnen deze zone is er geen bedrijfswoning toegelaten. De niet-bebouwde delen van de zone zijn bestemd voor toeritten, parkeerplaatsen en stapelplaatsen in open lucht. Bij het verdwijnen van de huidige aldaar gevestigde bedrijvigheid, voor welke het onderhavige deelplan binnen het sectoraal RUP zonevreemde bedrijven is opgemaakt, kan slechts bedrijvigheid zich binnen onderhavig deelplan vestigen, die niet meer storend en/of hinderend is voor de omgeving en het milieu dan de huidige bedrijvigheid. Elementen om dit te staven dienen ter informatie bijgevoegd te worden bij de aanvraag tot vergunning. Deze zone behoort tot de categorie bedrijvigheid. Er is immers een aparte zone voor bedrijfswoning opgenomen (art. 4). Om na te gaan of nieuwe activiteiten al dan niet meer of minder storend of hinderlijk zijn voor de omgeving dient bij de functiewijziging of aanvraag van stedenbouwkundige vergunning dit aangetoond te worden door de verwachte mobiliteit aan te geven, de milieueffecten van de activiteiten (geluid, stof, licht, e.d.) aan te geven. Ook de nodige milieuvergunningen en/of Vlaremactiviteiten kunnen mee bepalen of de activiteit meer of minder hinderend is voor de omgeving tov de bestaande activiteiten. Bedrijven/inrichtingen die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, Vlaamse Gewest, Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Waals Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken zijn niet toegelaten. Dergelijke inrichtingen en bedrijven vallen onder de noemer van Seveso-bedrijven. Sevesobedrijven zijn bedrijven die gevaarlijke stoffen opslaan of verwerken. De geldende wetgeving hieromtrent bepaalt afstanden tot risicogebieden en opgelegde veiligheidsmaatregelen en worden o.a. beschreven in het Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, Vlaamse Gewest, Brussels hoofdstedelijk Gewest en Waals Gewest. 1.2. Bebouwing- en inrichtingsvoorschriften 1.2.1. Plaatsing van de gebouwen en bezetting De plaatsing van de gebouwen kan volledig binnen de grenzen van onderhavige zone. 4 Sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III juni 14 wvi
Deelplan 1: Houthandel Driekoningen De zone mag voor 100% bebouwd worden. De bestaande bedrijfsgebouwen kunnen verbouwd en herbouwd worden. Binnen de gearceerde deelzone, aangeduid op het bestemmingsplan, mag enkel een overdekte laad- en loszone worden opgericht. De niet bebouwde gedeelten mogen volledig verhard worden. De verhardingen binnen deze zone moeten aangelegd worden in stofvrije materialen. Binnen de verhardingen aangelegd in onderhavige zone is stapeling van materiaal ten behoeve van de bedrijvigheid toegelaten, en dit tot een maximale hoogte van 4,00m. 1.2.2. Bouwhoogte De bouwhoogte moet beperkt blijven tot een maximale kroonlijsthoogte van 6 meter en een maximale nokhoogte van 8 meter. Deze maximale bouwhoogten gelden niet voor eventueel noodzakelijke schoorstenen, verluchtingskanalen, silo s en antennes voor zover deze maximum 1 % van de totale bebouwbare oppervlakte beslaan. Deze constructies moeten minimum op eenzelfde afstand van de RUP-grenzen worden ingeplant als hun hoogte. 1.2.3. Dakvorm De dakvorm is vrij. 1.2.4. Materialen Alle gevels en daken zijn uit te voeren in duurzame materialen, verscheiden in kleur die kunnen geïntegreerd en geharmoniseerd worden in de omgeving en het landschap. De voorkeur wordt gegeven aan donkere en/of landschappelijk integreerbare kleuren als groentinten, bruintinten, grijstinten, zwart, e.d. wvi juni 14 sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III 5
Deelplan 1: Houthandel Driekoningen Tussen de bouwdelen onderling dient een eenheid in de materialenkeuze te bestaan, meer bepaald de bouwdelen dienen opgetrokken te worden in gelijke materialen. Deze materialen dienen zo gekozen te worden dat zij een akoestische isolatie vormen. 1.2.5. Globaal inrichtingsvoorstel Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning binnen deze zone moet een globaal inrichtingsvoorstel ter info gevoegd van het volledige terrein waarop de bestaande toestand en de ontworpen toestand aangegeven zijn. Minimum de volgende gegevens zijn aangeduid: de toegangen tot het bedrijf de parkeerplaatsen de stapelplaatsen in open lucht de laad- en losplaatsen een gedetailleerd beplantingsplan van de bufferzones uit zone 3. de voorzieningen voor de brandbestrijding de voorzieningen i.v.m. de publiciteit 6 Sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III juni 14 wvi
Deelplan 1: Houthandel Driekoningen 2. Art. 2: Zone voor private parkeerplaatsen, toeritten en laad- en losplaatsen Deze zone behoort tot de categorie bedrijvigheid. 2.1. Bestemmingsvoorschriften Deze zone is bestemd voor rijstroken, private parkeerplaatsen, toeritten en laad- en losplaatsen in open lucht. Laden en lossen en stapelen in open lucht is enkel toegelaten in de gearceerde deelzone, zoals aangeduid op het bestemmingsplan. In de rest van de bestemmingszone is het plaatsen van materialen, grondstoffen, afgewerkte producten, afvalstoffen en verpakkingen verboden. De ontsluiting van het bedrijf dient te gebeuren via de op het bestemmingsplan aangeduide gecombineerde in- en uitrit. De gestippelde deelzone, aangeduid op het bestemmingsplan, mag enkel dienst doen als noodontsluiting. 2.2. Bebouwing- en inrichtingsvoorschriften 2.2.1. Verhardingen De verhardingen binnen deze zone moeten aangelegd worden in stofvrije materialen en waterdoorlatende materialen indien dit milieutechnisch verantwoord is. De zone kan 100% verhard worden. Wat niet verhard is dient aangelegd en onderhouden te worden als groenzone. De stapelhoogte moet beperkt blijven tot maximum 4,00 meter. Met milieutechnisch verantwoord wordt bedoeld dat er geen bezwaren zijn van uit milieuwetgeving (VLAREM, MER, e.d.) waarbij niet-doorlaatbare materialen vereist zijn (vb opslag van olie of gevaarlijke stoffen, bepaalde laad- en loszones, e.d.) 2.2.2. Afsluitingen Iedere esthetisch verantwoorde afsluiting met een open karakter en een maximale hoogte van 2,50 meter is binnen onderhavige zone toegelaten, mits visueel niet storend voor het straatbeeld en de omgeving. wvi juni 14 sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III 7
Deelplan 1: Houthandel Driekoningen 3. Art. 3: Bufferzone Deze zone behoort tot de categorie bedrijvigheid. 3.1. Bestemmingsvoorschriften Deze zone is bestemd voor het inrichten van een bufferzone (groenzone) volgens de afmetingen op plan. De deelzone aangeduid met een asterisk (*) op het bestemmingsplan is bestemd voor de aanleg van representatief groen onder de vorm van een voortuin. Binnen deze zone is het stapelen van materialen, grondstoffen, afgewerkte producten, afvalstoffen en verpakkingen verboden. Noodzakelijke milieutechnische voorzieningen zijn wel toegestaan zolang ze geïntegreerd worden en de bufferende werking en het visuele aspect van het groenscherm en de landschappelijke inkleding niet ondermijnen. Deze bufferzone dient om: Het bedrijf visueel af te schermen, in te kleden in de omgeving en om een effi ciënte landschappelijke inkleding te bekomen. Een milieuhygiënische buffer te vormen t.o.v. de omgeving. Te beletten dat dit bedrijf zijn activiteiten (stapelen, parkeren, verkeersontsluiting...) uitbreidt naar aanpalende percelen Onder milieutechnische voorzieningen wordt o.a. verstaan: waterafvoer en -zuivering Binnen deze zone zijn alle vormen van verhardingen en toeritten voor het mechanisch verkeer verboden. 3.2. Inrichtingsvoorschriften 3.2.1. Inrichting Deze zone moet integraal beplant, deskundig aangelegd en gehandhaafd worden met een dichte en gesloten beplanting van laag- en hoogstammig streekeigen en functioneel groen. 20 % van deze groenaanleg dient te bestaan uit wintergroene struiken en bomen (blad- of naaldhoudende beplantingen). Enkel de 5 meter-strook langsheen de Poulagiebeek moet vrij blijven van alle aanplant en reliëfwijzigingen. Volgens artikel 17 van de wet op de onbevaarbare waterlopen, daterend van 28 december 1967, zijn de aangelanden, gebruikers en eigenaars van kunstwerken, verplicht doorgang te verlenen, de nodige materialen, gereedschap en werktuigen voor de uitvoering van werken te laten plaatsen, en ook producten die voortkomen van de ruimingswerken binnen een 5-meterstrook vanaf de oever te aanvaarden. 8 Sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III juni 14 wvi
Deelplan 1: Houthandel Driekoningen De beplanting binnen de deelzone aangeduid met een asteriks (*) op het bestemmingsplan mag van een andere aard en voorkomen zijn en moet opgevat worden als voortuin. Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning binnen de zone 1: Zone voor bedrijfsactiviteiten moet een globaal inrichtingsvoorstel ter info gevoegd worden van het volledige terrein waarop een gedetailleerd beplantingsplan van deze bufferzone is aangeduid. Deze bufferzone moet volledig aangelegd zijn voor de in gebruikname van de nieuwe bedrijfsgebouwen. Indien geen aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend binnen zone 1 dient de buffer te worden gerealiseerd binnen de 2 jaar na goedkeuring van onderhavig RUP. 3.2.2. Afsluitingen Een draadafsluiting met een maximale hoogte van 2,50 meter is binnen onderhavige zone toegelaten. Op de perceelsgrens die samenvalt met de grens van het RUP en de perceelsgrens van de aanpalende woning is het plaatsen van een bakstenen muur tot een hoogte van 2 meter toegelaten in functie van akoestische buffering. Ten opzichte van de rooilijn van de Bruggestraat dient evenwel een bouwvrije afstand van 8 meter te worden gerespecteerd. wvi juni 14 sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III 9
Deelplan 1: Houthandel Driekoningen 4. Art. 4: Zone voor bedrijfswoning Deze zone behoort tot de categorie bedrijvigheid. 4.1. Bestemmingsvoorschriften Deze zone is bestemd voor één bedrijfswoning. De niet-bebouwde delen van de zone zijn bestemd voor private parkeerplaatsen, terrassen, wandelpaden en groenaanleg. 4.2. Bebouwings- en inrichtingsvoorschriften 4.2.1. Terreinbezetting De maximale terreinbezetting voor bebouwing, uitgedrukt in procent van de perceelsdelen binnen de bestemmingszone, bedraagt 100%. De niet-bebouwde delen mogen verhard worden. 4.2.2. Bouwhoogte De maximum kroonlijsthoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter en dit gemeten van de bovenkant inkomdorpel tot bovenkant kroonlijst. De maximum hoogte van de nok mag maximum 4 meter boven de kroonlijst gelegen zijn. Er zijn maximum 2 bouwlaag toegelaten, vermeerderd met één onderdakse woonlaag in geval van een hellend dak. 4.2.3. Dakvorm De dakvorm is vrij te bepalen. 4.2.4. Materialen Alle gevels en daken zijn uit te voeren in esthetisch verantwoorde materialen, verscheiden in kleur die kunnen geïntegreerd geharmoniseerd worden in de omgeving en het landschap. 10 Sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III juni 14 wvi
Deelplan 1: Houthandel Driekoningen 4.2.5. Vloerpeil De dorpel van de gelijkvloerse bouwlaag moet gelegen zijn op minimum 0,10 meter tot maximum 0,40 meter boven de boordsteen van de aanleunende openbare weg. 4.2.6. Niet-bebouwde en -verharde ruimte De gronden binnen deze zone die niet worden bebouwd of verhard moeten beplant worden met bodembedekkend en/of opgaand groen. wvi juni 14 sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III 11
Deelplan 2: Walderik Baute 1. Art. 1: Zone voor bedrijfsactiviteiten Deze zone behoort tot de categorie bedrijvigheid. 1.1. Bestemmingsvoorschriften 1.1.1. Hoofdbestemming Deze zone is bestemd voor de voor de bedrijfsvoering noodzakelijke werkplaatsen, opslagplaatsen en bergruimten t.b.v. de bedrijfsvoering zijnde een smidse. Enkel smidse-activiteiten en/of aanverwante activiteiten die een directe relatie hebben met de landbouw zijn toegelaten. Een omzetting van het bedrijf naar niet landbouwaanverwante activiteiten is verboden. De niet-bebouwde delen van de zone zijn bestemd voor toeritten, parkeerplaatsen en stapelplaatsen in open lucht. Bedrijven/inrichtingen die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, Vlaamse Gewest, Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Waals Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken zijn niet toegelaten. Dergelijke inrichtingen en bedrijven vallen onder de noemer van Seveso-bedrijven. Sevesobedrijven zijn bedrijven die gevaarlijke stoffen opslaan of verwerken. De geldende wetgeving hieromtrent bepaalt afstanden tot risicogebieden en opgelegde veiligheidsmaatregelen en worden o.a. beschreven in het Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, Vlaamse Gewest, Brussels hoofdstedelijk Gewest en Waals Gewest. 1.1.2. Nevenbestemming Maximaal 30% van de toegelaten bebouwingsoppervlakte mag worden benut voor nevenbestemmingen, zijnde kantoren, nutsgebouwen en diensten in functie van het normaal functioneren van het bedrijf. 1.2. Bebouwing- en inrichtingsvoorschriften 1.2.1. Plaatsing van de gebouwen en bezetting De plaatsing van de gebouwen kan binnen de grenzen van onderhavige zone. 12 Sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III juni 14 wvi
Deelplan 2: Walderik Baute De zone mag voor 2/3 bebouwd worden. De bestaande bedrijfsgebouwen kunnen verbouwd en herbouwd worden. De niet bebouwde gedeelten mogen volledig verhard worden. De verhardingen binnen deze zone moeten aangelegd worden in stofvrije materialen. 1.2.2. Bouwhoogte De maximale bouwhoogte t.o.v. het referentiepeil mag 5 meter bedragen voor de kroonlijst en 8 meter voor de nok. Deze maximale bouwhoogten gelden niet voor eventueel noodzakelijke schoorstenen, verluchtingskanalen, silo s en antennes voor zover deze maximum 1 % van de totale bebouwbare oppervlakte beslaan. Deze constructies moeten minimum op eenzelfde afstand van de RUP-grenzen worden ingeplant als hun hoogte. 1.2.3. Dakvorm In functie van de bestaande bebouwing is de dakvorm vrij. 1.2.4. Materialen Alle gevels en daken zijn uit te voeren in duurzame materialen, verscheiden in kleur die kunnen geïntegreerd en geharmoniseerd worden in de omgeving en het landschap. Tussen de bouwdelen onderling dient een eenheid in de materialenkeuze te bestaan, meer bepaald de bouwdelen dienen opgetrokken te worden in gelijke materialen. Deze materialen dienen zo gekozen te worden dat zij een akoestische isolatie vormen. De voorkeur wordt gegeven aan donkere en/of landschappelijk integreerbare kleuren als groentinten, bruintinten, grijstinten, zwart, e.d. wvi juni 14 sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III 13
Deelplan 2: Walderik Baute 1.2.5. Globaal inrichtingsvoorstel Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning binnen deze zone moet een globaal inrichtingsvoorstel ter info gevoegd van het volledige terrein waarop de bestaande toestand en de ontworpen toestand aangegeven zijn. Minimum de volgende gegevens zijn aangeduid: de toegangen tot het bedrijf de parkeerplaatsen de stapelplaatsen in open lucht de laad- en losplaatsen een gedetailleerd beplantingsplan van de bufferzones uit zone 3. de voorzieningen voor de brandbestrijding de voorzieningen i.v.m. de publiciteit 14 Sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III juni 14 wvi
Deelplan 2: Walderik Baute 2. Art. 2: Zone voor private parkeerplaatsen, toeritten en laad- en losplaatsen Deze zone behoort tot de categorie bedrijvigheid. 2.1. Bestemmingsvoorschriften Deze zone is bestemd voor rijstroken, private parkeerplaatsen, toeritten en laad- en losplaatsen in open lucht. De ontsluiting van het bedrijf dient te gebeuren via de op het bestemmingsplan aangeduide gecombineerde in- en uitrit. 2.2. Bebouwing- en inrichtingsvoorschriften 2.2.1. Verhardingen De zone kan 70% verhard worden. Wat niet verhard is dient aangelegd en onderhouden te worden als groenzone. De verhardingen binnen deze zone moeten aangelegd worden in stofvrije materialen en waterdoorlatende materialen indien dit milieutechnisch verantwoord is. Langs de straatkant moet een haag voorzien worden met een maximale hoogte van 0,75 meter. Deze haag mag enkel onderbroken worden door de gecombineerde in-en uitrit, die een maximale breedte mag hebben van 10 meter. Binnen deze zone is het stapelen van goederen in open lucht verboden. Met milieutechnisch verantwoord wordt bedoeld dat er geen bezwaren zijn van uit milieuwetgeving (VLAREM, MER, e.d.) waarbij niet-doorlaatbare materialen vereist zijn (vb opslag van olie of gevaarlijke stoffen, bepaalde laad- en loszones, e.d.) Stapelen wordt veboden wegens de mogelijke visuele hinder vanaf de straat. 2.2.2. Afsluitingen I.v.m. afsluitingen dient gekozen te worden tussen levende hagen van maximaal 2,50 meter hoog of draad en/of mataalafsluitingen van maximaal 2,50 meter hoog, al dan niet gecombineerd met levende groenaanplantingen. wvi juni 14 sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III 15
Deelplan 2: Walderik Baute 3. Art. 3: Bufferzone Deze zone behoort tot de categorie bedrijvigheid. 3.1. Bestemmingsvoorschriften Deze zone is bestemd voor het inrichten van een bufferzone (groenzone) volgens de afmetingen op plan. Binnen deze zone is het stapelen van materialen, grondstoffen, afgewerkte producten, afvalstoffen en verpakkingen verboden. Noodzakelijke milieutechnische voorzieningen zijn wel toegestaan zolang ze geïntegreerd worden en de bufferende werking en het visuele aspect van het groenscherm en de landschappelijke inkleding niet ondermijnen. Deze bufferzone dient om: Het bedrijf visueel af te schermen, in te kleden in de omgeving en om een effi ciënte landschappelijke inkleding te bekomen. Een milieuhygiënische buffer te vormen t.o.v. de omgeving. Te beletten dat dit bedrijf zijn activiteiten (stapelen, parkeren, verkeersontsluiting...) uitbreidt naar aanpalende percelen Onder milieutechnische voorzieningen wordt o.a. verstaan: waterafvoer en -zuivering Binnen deze zone zijn alle vormen van verhardingen en toeritten voor het mechanisch verkeer verboden. 3.2. Inrichtingsvoorschriften 3.2.1. Inrichting Deze zone moet integraal beplant, deskundig aangelegd en gehandhaafd worden met een dichte en gesloten beplanting van laag- en hoogstammig streekeigen en functioneel groen. 20 % van deze groenaanleg dient te bestaan uit wintergroene struiken en bomen (blad- of naaldhoudende beplantingen). Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning binnen de zone 1: Zone voor bedrijfsactiviteiten moet een globaal inrichtingsvoorstel ter info gevoegd worden van het volledige terrein waarop een gedetailleerd beplantingsplan van deze bufferzone is aangeduid. 16 Sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III juni 14 wvi
Deelplan 2: Walderik Baute Deze bufferzone moet volledig aangelegd zijn voor de in gebruikname van de nieuwe bedrijfsgebouwen. Indien geen aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend binnen zone 1 dient de buffer te worden gerealiseerd binnen de 2 jaar na goedkeuring van onderhavig RUP. 3.2.2. Afsluitingen Een draadafsluiting met een maximale hoogte van 2,50 meter is binnen onderhavige zone toegelaten. wvi juni 14 sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III 17
Deelplan 2: Walderik Baute 4. Art. 4: Zone voor bedrijfswoning Deze zone behoort tot de categorie bedrijvigheid. 4.1. Bestemmingsvoorschriften Deze zone is bestemd voor één bedrijfswoning, die functioneel moet gekoppeld zijn aan de bedrijfsgebouwen. De niet-bebouwde delen van de zone zijn bestemd voor private parkeerplaatsen, terrassen, wandelpaden en groenaanleg. 4.2. Bebouwings- en inrichtingsvoorschriften 4.2.1. Volume - oppervlakte Het nuttig woonvolume van de bedrijfswoning dient beperkt te worden tot 1000 m³. De niet-bebouwde delen mogen verhard worden. 4.2.2. Bouwhoogte De maximum kroonlijsthoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter en dit gemeten van de bovenkant inkomdorpel tot bovenkant kroonlijst. De maximum hoogte van de nok mag maximum 6 meter boven de kroonlijst gelegen zijn. Er zijn maximum 2 bouwlaag toegelaten, waarvan één verwerkt in het dakvolume. 4.2.3. Dakvorm De dakvorm is vrij te bepalen. 4.2.4. Materialen Alle gevels en daken zijn uit te voeren in esthetisch verantwoorde materialen, verscheiden in kleur die kunnen geïntegreerd geharmoniseerd worden in de omgeving en het landschap. 18 Sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III juni 14 wvi
Deelplan 2: Walderik Baute 4.2.5. Vloerpeil De dorpel van de gelijkvloerse bouwlaag moet gelegen zijn op minimum 0,10 meter tot maximum 0,40 meter boven de boordsteen van de aanleunende openbare weg. 4.2.6. Niet-bebouwde en -verharde ruimte De gronden binnen deze zone die niet worden bebouwd of verhard moeten beplant worden met bodembedekkend en/of opgaand groen. wvi juni 14 sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III 19
20 Sectoraal RUP zonevreemde bedrijven fase III juni 14 wvi