Uitwerkingen hoofdstuk 5

Vergelijkbare documenten
Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 6 Feedbackformulier voor onderzoeksplan. A. De inleiding. Van: Voor:

11/20/2017. AOS docentonderzoek bijeenkomst 5 Methode van onderzoek Rian Aarts & Kitty Leuverink.

Inhoud. 1 Een inleiding op praktijkonderzoek Zorg- en welzijns organisaties als onderzoekscontext 61. Inleiding 15.

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Profielwerkstuk. Kandinsky College. locatie Jorismavo

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool

Rubrics onderzoeksopzet

Toetsing Let op! Belangrijke data:

Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent?

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Onderzoeksvraag Uitkomst

AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen 9/21/ Rian Aarts & Kitty Leuverink

AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

BEOORDELINGSFORMULIER HAVO PWS Beoordeling 1: Pitch Datum: 26 juni Weging: 5 % Beoordelingscriteria met betrekking tot: Behaalde Punten

SECTORWERKSTUK

AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen Rian Aarts & Kitty Leuverink. Waar moet je rekening mee houden?

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

onvoldoende voldoende goed uitstekend Er is een onderzoeksplan, maar de deelvragen kunnen niet leiden tot een goed antwoord op de hoofdvraag.

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

Ondersteunende opdrachten en vragen bij het schrijven van een onderzoeksplan Eerstegraadslerarenopleiding Nederlands (MA), Hogeschool van Amsterdam

Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel A onderzoeksplan Wat vind ik een goede docent?

Collegedag eindonderzoek / kernbegrippen

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren.

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier:

Het onderzoeksverslag

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

1

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Methodiek Actieonderzoek

Onderzoekend leren EEN STAPPENPLAN VOOR ONDERZOEKSOPDRACHTEN. Onderzoekend leren EEN EEN STAPPENPLAN VOOR ONDERZOEKSOPDRACHTEN

Methode Wat is het? Bij welk type evaluatie bruikbaar? Waarvoor gebruiken? Benodigdheden Voordelen Beperkingen Uitvoering en analyse

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

BEOORDELING PROFIELWERKSTUK HAVO-VWO Piter Jelles!mpulse

Onderzoekende School Bachelorproef in co-creatie door studenten kleuteronderwijs en basisscholen

BEOORDELING PROFIELWERKSTUK VMBO-T Piter Jelles!mpulse

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

Bijlage 2-9. Richtlijnen voor de prestatie

Startbijeenkomst ptaak jaar 2. Ontwerpen en innoveren

PROFIELWERKSTUKBOEKJE

2017/18. Algemene gegevens. Naam:. Klas:. Sector: Werkt samen met: Begeleidend docent:

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar:

Zappenonderzoek begeleiden en ontwerpen

Beoordelingsmodel Profielwerkstuk Lyceum Elst Deel 1: onderzoeksvoorstel (havo/vwo)

MODEL B: Beoordelingsmodel PWS Binasvakken ( vernieuwde Tweede Fase ) De voorbereidingsfase: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot:

Michiel Kroon & Stijn Hulshof

Beoordelingsrubric PWS (Mondial College)

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Jullie onderzoeksverslag bestaat uit 9 vaste onderdelen. 2. Een inhoudsopgave. Let op, op het voorblad staat geen paginanummer.

Beoordelingsmodel Profielwerkstuk HAVO/ VWO

Leergang AOS - Bijeenkomst 2 26 november 2015 Ari de Heer Hans Poorthuis Larike Bronkhorst

Beoordelingsformulier KET 13 (stage 3.2) versie januari 2017

Werkwijzen ervaringsgerichte evaluatie 1. Open evaluatieverhaal 2. Gestructureerde evaluatievragen

Beveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN

Bijeenkomst 7: Evalueren op schoolniveau (team)

Project Kwantitatief onderzoek Module 12 HDT H830-11

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Plek onderzoeksvraag. Aanleiding handelingsprobleem/verlegenheidssituatie. Literatuur. Onderzoeksvraag. Onderzoeksopzet

Opdrachtgever en begeleider: Dhr. J. Schilder, sectievoorzitter economie & M&O op het Baken Park Lyceum te Almere

Praktijkboek CKV onderzoek

Het profielwerkstuk

De maatlat verlengd: inclusief Associate Degree

BEOORDELINGSFORMULIER

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Logboek Mijn profielwerkstuk

Exclusiecriteria patiënten: - Wilsonbekwame patiënten en ernstig zieke patiënten - Patiënten die al meedoen aan de GRIP-studie

Voorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016

Handleiding voor de leerling

PWS BOEKJE VOOR HAVO. Cohort CSG Willem de Zwijger PWS

OSR-regeling peer review-light Pagina 1 van 5

Maatschappijleer. Staatsexamen havo. Programma van toetsing en afsluiting. (vernieuwde profielstructuur)

Werkplan vakverdieping kunstvakken

2017 exameneenheid 4 kwaliteitszorg

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Handleiding bij het maken van een profielwerkstuk. april 2012

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden.

Beoordelingscriteria voor de award voor het beste profielwerkstuk op het gebied van internationalisering voor vwo, havo en vmbo.

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Opm: Bij een onvoldoende beoordeling is het invullen van het veld opmerkingen door de begeleider verplicht.

Transcriptie:

Uitwerkingen hoofdstuk 5 Oefening 1 Het beoordelen van de keuze voor methoden van dataverzameling Freek richt zich met zijn dataverzameling alleen op de verpleegkundigen in het ziekenhuis. Hij had echter ook andere belangengroepen bij het onderzoek kunnen betrekken. Denk aan cliënten, medisch specialisten, artsen enzovoort. De brontriangulatie is hiermee beperkt. De validiteit van het onderzoek zou waarschijnlijk groter zijn wanneer hij naast het perspectief van de verpleegkundigen ook andere perspectieven had meegenomen. Freek kiest ervoor om de data te verzamelen door een vragenlijst af te nemen en in gesprek te gaan met verpleegkundigen. Hij zorgt hiermee voor enige methodische triangulatie. Beide dataverzamelingsmethoden behoren tot de categorie bevragen. Wanneer je bevraagt, neem je de dagelijkse praktijk indirect waar. De data komen voort uit hoe een respondent situaties waarneemt en interpreteert. Het was wellicht beter geweest wanneer Freek daarnaast ook data had verzameld door direct waar te nemen (te observeren). Hij had dan wel goed moeten nadenken over welke dagelijkse situaties zich hiervoor zouden lenen. De onderzoeksvraag is gericht op alle aspecten van cliëntveiligheid in het hele ziekenhuis. Hiermee geeft Freek de reikwijdte van het onderzoek aan. Om de vraag te kunnen beantwoorden zal hij heel veel data moeten verzamelen. Hij neemt alleen interviews af bij de verpleegkundigen van de afdeling Chirurgie, terwijl hij geïnteresseerd is in de uitvoering van het beleid op alle afdelingen. Het lijkt niet aannemelijk dat deze ene afdeling representatief is voor de andere afdelingen. Het was mogelijk verstandiger geweest wanneer hij zijn onderzoek meer had afgebakend door zich te richten op één bepaalde afdeling of unit in het ziekenhuis en/ of door slechts enkele aspecten van de cliëntveiligheid centraal te stellen. Hij had er ook nog voor kunnen kiezen om de cliëntveiligheid van één bepaalde doelgroep te onderzoeken. De enquête die Freek heeft afgenomen en het interview dat hij heeft gevoerd, heeft hij opgesteld met behulp van het beleidsplan cliëntveiligheid. Hij maakt geen gebruik van bronnen over onderzoek naar en aanvullende vakliteratuur over de problematiek. Deze bestaande kennis had hem kunnen helpen om de vragenlijst op te stellen en het interview voor te bereiden. Het had hem mogelijk ook geholpen om zijn onderzoeksvraag te versmallen. Freek heeft de instrumenten voor dataverzameling met niemand besproken. Het was verstandiger geweest om de enquête en de interviewleidraad voor de dataverzameling eerst aan een aantal proefpersonen voor te leggen. Deze personen wijzen je vaak op verbeterpunten of onduidelijkheden die je zelf over het hoofd hebt gezien. Hij had ook een critical friend kunnen inschakelen voor feedback. 1 van 8

Oefening 2 Een cliëntportret maken Bij de uitwerking van deze oefenopgave presenteren we een stappenplan aan de hand waarvan je tot een cliëntportret kunt komen. Stap 1 Bepaal de categorieën op basis waarvan je een cliëntportret wilt opstellen. Maak hiervoor gebruik van vakliteratuur. Wanneer je bijvoorbeeld de sociale redzaamheid van de cliënt in kaart wilt brengen, ga dan op zoek in de literatuur naar kenmerken van sociale redzaamheid. Stap 2 Ontwikkel je onderzoeksinstrumenten. Dit kan een observatieschema, vragenlijst, interviewleidraad of kijkkader zijn. Maak hierbij gebruik van de indeling die je in stap 1 met behulp van literatuur hebt opgesteld. Leg de instrumenten ter controle aan iemand voor. Begrijpt hij/zij wat je bedoelt? Stap 3 Voer (eventueel samen met anderen) de dataverzamelingsmethoden uit. Observeer een cliënt, voer een gesprek, analyseer het cliëntdossier enzovoort. Stap 4 Orden de data die je hebt verzameld per categorie (stap 1). Probeer deze data per categorie samen te vatten. Deze samenvattingen vormen gezamenlijk het portret van de cliënt. Stap 5 (optioneel) Vergelijk je bevindingen met iemand anders die voor dezelfde cliënt een cliëntportret heeft opgesteld. Wanneer er verschillen zijn, ga je aan de hand van de verzamelde data na hoe deze verschillende bevindingen zijn te verklaren. 2 van 8

Oefening 3 Methoden van dataverzameling kiezen en beschrijven We geven hier voorbeelden van onderzoeksvragen die zijn opgesteld bij een onderzoek naar werkdruk bij ggz-verpleegkundigen. Per onderzoeksvraag zijn er meerdere onderzoeksactiviteiten geformuleerd op basis waarvan de vraag (gedeeltelijk) zou kunnen worden beantwoord. Onderzoeksvraag Wat wordt bedoeld met werkdruk? Onderzoeksvraag Waar is een hoge ervaren werkdruk bij ggz-verpleegkundigen aan te herkennen? Onderzoeksvraag Welke aspecten van het dagelijks handelen van ggz-verpleegkundigen verhogen de ervaren werkdruk? Onderzoeksactiviteiten Bestuderen van de literatuur en verzamelen van verschillende definities van werkdruk. Tijdens een interview met ggz-verpleegkundigen aan hen vragen een eigen omschrijving te geven van werkdruk. Onderzoeksactiviteiten In de vakliteratuur op zoek gaan naar waarneembare kenmerken die duiden op een hoge ervaren werkdruk bij ggz-verpleegkundigen of beoefenaars van vergelijkbare beroepen. Tijdens een interview met ggz-verpleegkundigen aan hen vragen aan te geven hoe je aan hen kunt merken dat ze een hoge werkdruk ervaren. De ggz-verpleegkundigen in een bijeenkomst vragen om de zichtbare kenmerken die duiden op een hoge ervaren werkdruk individueel of in tweetallen te visualiseren. Onderzoeksactiviteiten Een enquête verspreiden onder ggz-verpleegkundigen en/of leidinggevenden en aan hen vragen naar de aspecten van het dagelijks werk waarvan zij denken dat deze de ervaren werkdruk van ggz-verpleegkundigen verhogen. In de vakliteratuur op zoek gaan naar factoren die van invloed kunnen zijn op de ervaren werkdruk van ggz-verpleegkundigen of beoefenaars van vergelijkbare beroepen. In gesprek gaan met een expert over factoren die van invloed kunnen zijn op de ervaren werkdruk van ggz-verpleegkundigen of beoefenaars van vergelijkbare beroepen. De ggz-verpleegkundigen vragen een logboek bij te houden met activiteiten die ze gedurende een werkdag verrichten. In dit logboek geven ze ook aan hoe ze de werkdruk ervaren. De ggz-verpleegkundigen een aantal stellingen en uitspraken voorleggen waarmee ze hun standpunten kunnen verwoorden. 3 van 8

Oefening 4 Methoden van dataverzameling plannen Zowel Rachid als Peter kiest ervoor om de schriftelijke enquête bij een grote groep begeleiders af te nemen en de interviews bij een kleine groep. Dat is een verstandige keuze. Voor wat betreft de volgorde is voor beide keuzen wat te zeggen. Een belangrijk voordeel van de gekozen volgorde van Rachid (eerst de enquête en dan het interview) is dat je eerst informatie verzamelt bij een grote groep begeleiders en dat je daarna de kans hebt om op basis van deze informatie tijdens de interviews door te vragen. Wanneer uit de enquête bijvoorbeeld blijkt dat men op sommige punten opvallend laag of hoog scoort, kun je hier heel expliciet naar vragen tijdens de interviews. Bij de volgorde van Peter zou je bij het opstellen van de enquête gebruik kunnen maken van de inzichten die je hebt opgedaan tijdens de interviews. Je kunt op basis van de interviews de vragenlijst dan beter richten. Een mogelijke derde optie zou zijn om een paar interviews voorafgaand aan de enquête en een paar interviews na afloop van de enquête te plannen. Oefening 5 Een onderzoeksplan maken We werken deze oefenopgave uit aan de hand van het voorbeeld. Uiteraard zijn er meerdere uitwerkingen mogelijk. We vinden het belangrijk om eerst in beeld te krijgen waarover bezoekers geïnformeerd willen worden, om vervolgens gericht na te kunnen gaan op welke wijze het verzorgingstehuis bezoekers over deze onderwerpen kan informeren. We kiezen voor de volgende hoofdvraag en deelvragen: Op welke wijze kan het verzorgingstehuis tegemoetkomen aan de informatiebehoeften van bezoekers zonder de uitvoering van zorgtaken te belemmeren? Deelvraag 1: Over welke onderwerpen willen bezoekers van het verzorgingstehuis geïnformeerd worden? Deelvraag 2: Op welke verschillende manieren kunnen bezoekers van het verzorgingstehuis over de onderwerpen geïnformeerd worden? Deelvraag 3: Met welke randvoorwaarden dient rekening gehouden te worden in het ontwerp? Hierna laten we op twee manieren zien welke onderzoeksactiviteiten we uitvoeren om antwoord te krijgen op de deelvragen. We beperken ons enkel tot een presentatie van de tijdsplanning van de onderzoeksactiviteiten voor het verzamelen en analyseren van data. Realiseer je wel dat je in een onderzoeksplan doorgaans ook een uitgebreidere beschrijving van de geplande onderzoeksactiviteiten opneemt. 4 van 8

Deelvragen Onderzoeksactiviteit April 2016 Mei 2016 Juni 2016 Deelvraag 1 Deelvraag 1 Deelvraag 1 Deelvraag 2 Deelvragen 2 en 3 Deelvragen 2 en 3 Dataverzameling: Korte interviews met bezoekers aan wie na afloop van een bezoek gevraagd wordt naar hun informatiebehoeften. Dataverzameling: Verzorgenden houden een logboek bij waarin ze aangeven met welke vragen en opmerkingen ze door bezoekers benaderd zijn. Analyse: De data die verkregen zijn uit de interviews en de logboekverslagen worden door middel van open coderen geanalyseerd. Dit levert een lijst op met hoofdonderwerpen waarover bezoekers geïnformeerd willen worden of in gesprek willen gaan. Dataverzameling: Met behulp van een kijkkader (dat ontwikkeld is op basis van de lijst met onderwerpen) worden er diverse bronnen bestudeerd die informatie geven over de manieren waarop bezoekers over deze onderwerpen geïnformeerd kunnen worden. Dataverzameling: Er wordt een brainstormsessie georganiseerd met verzorgenden, verpleegkundigen en leidinggevenden waarin de nominale techniek wordt gebruikt om tot keuzen te komen. Analyse: De data die voortkomen uit de bronnenstudie en de brainstormsessie worden geanalyseerd aan de hand van categorieën. Dit levert een lijst op met manieren waarop bezoekers geïnformeerd kunnen worden per hoofdonderwerp. Figuur 1 De tijdsplanning in de vorm van een Gantt-diagram 5 van 8

deelvraag 1 deelvraag 1 dataverzameling: korte interviews met bezoekers aan wie na afloop van een bezoek gevraagd wordt naar hun informatiebehoeften. dataverzameling: verzorgenden houden een logboek bij waarin ze aangeven met welke vragen en opmerkingen ze door de bezoekers benaderd zijn. analyse: de data die verkregen zijn uit de interviews en de logboekverslagen worden door middel van open coderen geanalyseerd. Dit levert een lijst op met hoofdonderwerpen waarover bezoekers geïnformeerd willen worden of in gesprek willen gaan. deelvraag 2 dataverzameling: met behulp van een kijkkader (dat ontwikkeld is op basis van de lijst met onderwerpen) worder er diverse bronnen bestudeerd die informatie geven over de manieren waarop bezoekers over deze onderwerpen geïnformeerd worden. deelvragen 2 en 3 dataverzameling: er wordt een brainstormsessie georganiseerd met verzorgenden, verpleegkundigen en leidinggevenden waarin de norminale techniek wordt gebruikt om tot keuzen te komen. april 2016 april 2016 juni 2016 analyse: de data die voortkomen uit de bronnenstudie en de brainstormsessie worden geanalyseerd aan de hand van de categorieën. Dit levert een lijst op met manieren waarop bezoekers geïnformeerd kunnen worden per hoofdonderwerp. Figuur 2 De tijdsplanning in de vorm van een stroomschema. 6 van 8

Oefening 6 Een onderzoeksplan beoordelen Ga na of het onderzoeksplan voldoet aan de volgende criteria, die ook zijn opgenomen in het boek. Per criterium geven we een korte toelichting. Alle onderdelen uit het onderzoeksplan zijn helder beschreven Om na te gaan of het onderzoeksplan helder is opgesteld, kun je iemand anders het onderzoeksplan laten lezen en vervolgens elk onderdeel in eigen woorden laten samenvatten. Ga na in hoeverre deze samenvatting overeenkomt en verschilt met jouw interpretaties. Probeer samen na te gaan wat je aan de tekst moet veranderen om misinterpretaties te voorkomen. De vier onderdelen vormen een logisch geheel Het betreft hier de volgende onderdelen: A Inleiding B Praktijkprobleem C Onderzoeksdoel/Onderzoeksvraag/Literatuurstudie D Onderzoeksaanpak Toelichting Het praktijkprobleem moet duidelijk gepositioneerd zijn in de organisatie en de maatschappelijke context. Het praktijkprobleem, het onderzoeksdoel, de onderzoeksvraag, de literatuurstudie en de onderzoeksaanpak moeten een doorgaande lijn vormen. Dit betekent dat: het onderzoeksdoel is afgestemd op het praktijkprobleem; met het bereiken van het doel wordt een deel van het praktijkprobleem opgelost; de onderzoeksvragen afgeleid zijn van (een deel van) het praktijkprobleem en ertoe bijdragen dat het onderzoekdoel kan worden bereikt; de literatuurstudie ingaat op begrippen die gebruikt worden in de beschrijving van het praktijkprobleem en de onderzoeksvraag (hoofdvraag en deelvragen); de literatuurstudie laat zien dat de onderzoeker zich heeft verdiept in het praktijkprobleem en hier met behulp van theorie aanvullende inzichten over heeft verkregen; het praktijkprobleem, het onderzoeksdoel, de onderzoeksvraag en de literatuurstudie herkenbaar zijn in de onderzoeksaanpak. De onderzoeksaanpak richt zich alleen op aspecten die in de voorgaande vier onderdelen van het onderzoeksplan genoemd zijn. Het is te verwachten dat met de onderzoeksactiviteiten de onderzoeksvraag kan worden beantwoord Het onderzoeksplan bevat een realistische planning met uitvoerbare onderzoeksactiviteiten. De uitvoering van het geheel aan onderzoeksactiviteiten leidt naar verwachting tot de beantwoording van de onderzoeksvraag. Naast een weergave van de activiteiten bevat het onderzoeksplan ook een indicatie van de duur en het tijdstip waarop de activiteiten zullen worden uitgevoerd. Ga na in hoeverre dit per onderzoeksactiviteit realistisch is ingeschat. Maak hierbij gebruik van wat er in de inleiding over de onderzoeksorganisatie is geschreven. Hoeveel tijd is er beschikbaar voor het uitvoeren van het praktijkonderzoek? Zijn er anderen die meehelpen bij de uitvoering van het onderzoek? Enzovoort. 7 van 8

De onderzoeksactiviteiten zijn zo beschreven dat anderen precies weten er gaat gebeuren Ga in eerste instantie zelf na of je in staat zou zijn het praktijkonderzoek uit te voeren aan de hand van alleen datgene wat beschreven wordt in het onderzoeksplan. Wanneer dit niet het geval is, voeg je informatie toe. Dit is bij uitstek een activiteit waarbij je een critical friend kunt inschakelen. Kan hij/zij met jouw plan het onderzoek uitvoeren? Er zijn logische momenten van communicatie en reflectie ingebouwd Uit de inleiding en de onderzoeksaanpak moet blijken dat je reflectiemomenten hebt ingebouwd, dat je regelmatig communiceert met belanghebbenden en dat derden gevraagd wordt om feedback. Het onderzoeksplan is voorgelegd aan belanghebbenden in de organisatie en zij staan erachter Uit de beschrijving van het onderzoeksplan moet blijken dat je dit in samenspraak met belanghebbenden hebt opgesteld. Dit blijkt vooral uit de beschrijving van het praktijkprobleem. Hierin moeten ook de perspectieven van de belanghebbenden duidelijk naar voren komen. Het onderzoeksplan moet: voorzien zijn van een voorblad met de noodzakelijke gegevens; voorzien zijn van een inhoudsopgave; voorzien zijn van een paginanummering; voorzien zijn van eenduidige bronverwijzing; een toegankelijke lay-out bevatten; in correct Nederlands geschreven zijn. Bij het beoordelen van dit laatste criterium moeten ook de contextgegevens worden meegewogen. De eisen die gesteld worden aan spelling, zinsbouw en vormgeving zijn ook afhankelijk van de richtlijnen die een organisatie of opleiding hiervoor hanteert. 8 van 8