Slokdarmcarcinoom

Vergelijkbare documenten
Slokdarmcarcinoom

Algemene opmerking: classificatie van toepassing op carcinomen met inbegrip van adenocarcinomen van de gastrooesofagale

Pancreascarcinoom

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom

MULTIDISCIPLINAIRE AANPAK SLOKDARMCARCINOOM. Dr. G. Lambrecht MAAG-DARM-LEVERZIEKTEN DIGESTIEVE ONCOLOGIE NUTRITIETEAM

Tumoren van het anaal kanaal

Head and neck orofarynxcarcinomen formulier voor registratie nieuwe diagnose

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Testis

Pancreascarcinoom

Maagkanker Multimodale behandeling anno Henk Boot, MDL-arts 10 januari 2014

Tx niet evalueerbaar T0 geen tumor

Oesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling. Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019

Baarmoedercarcinoom

Richtlijnen Digestieve Oncologie Oesophagus

Als er vragen zijn over een specifieke studie neem gerust contact op met de desbetreffende contactpersoon.

longtumoren stadia therapie prognose Els De Droogh Pneumologie ZNA Middelheim

Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker

1. ZOEKTERMEN Slokdarmcarcinoom, slokdarm, oesofagus, oesofaguscarcinoom. 2. DOEL Stadiërings- en behandelingsbeleid slokdarmcarcinoom

Slokdarm resectie. MDL onderwijs, M. de Maat, chirurg

Lokaal-Gevorderd Niet-KleinCellig LongCarcinoma (LA-NSCLC)

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG

Galblaascarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1

PAPILLON. MEREL ALBERS - MBB er CONTACT BRACHYTHERAPIE BIJ RECTUMCARINOOM

Mail: of Fax: t.a.v. Emo van Halsema

Van alle HH tumoren, heeft het nasopharynx carcinoma de sterkste neiging tot metastasering op afstand.

Anuscarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1. Datum Goedkeuring: Methodiek: Consensus based Verantwoording: LW GE-tumoren

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst

chemoradiatie en chemotherapie bij het rectumcarcinoom

Mail: of Fax: t.a.v. Emo van Halsema

Samenvatting richtlijn Diagnostiek

Incidentie op topografie

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Blaas

Samenvatting en conclusies

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Inclusie & exclusie criteria DUCA. DUCA 2017 Registratie gestart: 2011

CT Protocol Oesophagus carcinoom

Therapie is gebaseerd op: - Goede staging - Symtomen van de pa(ent - Func(oneel bilan: comorbiditeiten, longfuncte, cardiale func(e - Nutri(onele

Bronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie

MRI LWZ. geen (disco)radiculair conflict. grote botlaesie links in het os ilium met maligne kenmerken.

Van alle HH tumoren, heeft het nasopharynx carcinoma de sterkste neiging tot metastasering op afstand.

Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom

CHAPTER 8. Samenvatting

Behandelingsstrategie bij het Bronchuscarcinoma. Dr. Alida Vaes Pneumologie A.Z. St.-Dimpna Geel / H. Hartziekenhuis Mol

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

longcarcinoom: stadiëring en behandeling

Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden

SLOKDARMKANKER: GIDS VOOR PATIËNTEN

Gynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT

Rectumcarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.2

Echo-endoscopie. Dr. Mike Cool. AZ Damiaan Oostende UZ Leuven. Echo-endoscopie

Chirurgische aspecten bij het colorectaal carcinoom en (on)mogelijkheden bij voortgeschreden ziekte

Stadium T N M 0 Tis 0 0 I I IIA IIB IIIA IIIB IIIC IV

DE SLOKDARM DE SLOKDARM

TESTISCARCINOOM WORK UP. 1. Workup verdachte massa in testis

Targeted Therapy Casus Oesofaguscarcinoom. Dokter, dit is mijn tumor. Marion Stevense AIOS Interne Oncologie

Staging van het Bronchuscarcinoom

Inhoud. 1. Epidemiologie 2. Pathologie 3. Klinische presentatie 4. Diagnostiek 5. TNM classificatie

Defini&eve chemoradia&e versus chirurgie: Meer of minder complica&es?

1. ZOEKTERMEN Anaal kanaal, anaal kanaal carcinoom. 2. DOEL Stadiërings en behandelingsbeleid anaal kanaal carcinoom

Kankerregistratie AZ Groeninge incidentiejaar 2006 Incidentie op topografie

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen KNO. Lip en mondholte

Risicoberoepen. Rubber Leder Schilders Aluminium Chauffeurs zwaar transport Machinisten

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen KNO. Larynx

BASISPRINCIPES VAN KANKER

Esophageal Cancer: Multimodality Treatment Across the Continuum of Care

Behandeling van dikke

Hoofd-hals kanker epidemiologie, etiologie, symptomatologie en diagnostiek

Nx niet evalueerbaar N0 geen* N1 aanwezig. Mx niet evalueerbaar M0 geen M1 aanwezig. Stadium I T1 N0 M0 HEPAR GALBLAAS - GALWEGEN

Samenvatting. Samenvatting

Speekselklier carcinoom

Maligne melanomen. Dr. N. Vancanneyt Prof. Dr. M. Stas Dienst Oncologische Heelkunde UZ Leuven

Galgangcarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1

Beleid levermetastasen Colorectaal Carcinoom EMBRAZE REGIO

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen

Cover Page. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical quality assurance Issue Date:

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam

Behandelmogelijkheden bij Gastrointestinale kanker. Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum

Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017

Procare : kwaliteitsbewaking van de behandeling van het rectumcarcinoom in België

Systemische therapie bij maagen slokdarmtumoren. Judith de Vos-Geelen Medisch Oncoloog Masterclass Gastro-Enterologie Amersfoort 11Sep2015

SLOKDARMKANKER: GIDS VOOR PATIËNTEN

Chirurgische behandeling darmcarcinoom

Maligne pleura exsudaat

Chemotherapie bij hoofd- en halstumoren. Verwikkelingen en implicaties. dr. I. Geboers

Gemetastaseerd colorectaal carcinoom: evolutie naar chronische pathologie door multimodale therapie

Colorectale tumor met beperkte metastasen. Curatie en controle Dr. Sarah Verherstraeten Dr. Julie Bogaert Dr. Michel Martens

Casus oncologie,, D.R., 1930

Er zijn chromosomale veranderingen aangetoond in de cellen van de teelbaltumor. Er bestaat ook een familiale voorgeschiktheid.

Behandelen in de palliatieve fase zin of onzin?

Therapie & Prognose. Dr. A. Janssen

Beeldvorming bij gemetastaseerd mamma- en longcarcinoom Sebastiaan Franken, Fellow mammaradiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis

Digestieve oncologie ONCOLOGISCH CENTRUM ONCOLOGISCH HANDBOEK DEEL 3 HOOFDSTUK 1

graad mitotische activiteit/10 hpf Ki67 index G1 <2 <2% G G3 >20 >20

Slokdarmresectie - Fit aan de Start. Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht

Transcriptie:

7.1.1. Slokdarmcarcinoom 1. Inleiding 1.1. Algemeen Kanker van de slokdarm betreft vnl. het plaveiselcelcarcinoom en het adenocarcinoom, in minder dan vijf procent is er sprake van andere histologie. Hoewel een tendens tot betere overleving kan worden vastgesteld, blijft de prognose slecht met een overleving van 5-10 % voor alle patiënten met oesofaguscarcinoom gezamenlijk. Na resectie wordt een lange termijn overleving gezien rond 30 %, afhankelijk van T en N stadium. Risicofactoren voor het ontstaan van oesofaguscarcinoom zijn: Barrett oesofagus, roken, alcohol, obesitas, achalasie, caustische esofagitis. 1.2. Anatomie Indeling slokdarm: Cervicale slokdarm: vanaf de onderboord van het cricoid tot +/- 18cm van de tandenrij Proximale slokdarm: van 18cm tot +/- 24cm (carina) Middenste slokdarm: van 24cm tot 32cm Distale slokdarm: van 32cm tot de esofago-gastrische junctie op +/- 40cm Tumoren thv de esofago-gastrische junctie: SIEWERT-classificatie: AEG-I: het centrum van de tumor ligt op 1cm boven de Z-lijn, of meer proximaal (Barrettcarcinomen) AEG-II: het centrum van de tumor ligt tussen 1cm boven de Z-lijn, en 2cm onder de Z-lijn (True Cardia carcinoom) AEG-III: het centrum van de tumor ligt > 2cm onder de Z-lijn (Maagcarcinoom) Aanpak: AEG-I en-ii worden behandeld als slokdarmtumoren AEG-III wordt behandeld als maagtumor 2. Diagnostiek Gastroscopie Labo PET-CT Indien tumor boven carina zonder M1; bronchoscopie Indien geen M1: echo-endoscopie +/- FNAC Indien geen M1 en GE-junctie: eventueel laparoscopie Indien verdenking op M1 best biopt bij twijfel Steeds bij diagnose ook al klinische (cardiopulmonale) operabiliteit na te gaan Datum laatste revisie 29/11/2017 Hfdst. 7.1.1. Pg. 1.

3. TNM classificatie (8 e editie) slokdarmcarcinoom en gastro-esofagale junctie Primaire tumor (T) Tx Tumor niet evalueerbaar T0 Geen evidentie voor primaire tumor Tis Carcinoma in situ/hooggradige dysplasie T1 Tumor invadeert de lamina propria, muscularis mucosae of de submucosa T1a Tumor invadeert lamina propria of muscularis mucosae T1b Tumor invadeert submucosa T2 Tumor invadeert muscularis propria T3 Tumor invadeert adventitia T4 Tumor invadeert omliggende structuren T4a Tumor invadeert pleura, pericard, vena azygos, diafragma of peritoneum T4b Tumor invadeert andere omliggende structuren zoals aorta, trachea of wervellichaam Regionale lymfeklieren (N) NX Regionale klierstreken niet evalueerbaar N0 Geen regionale lymfeklieren aangetast N1 Metastasen in 1 tot 2 regionale lymfeklieren N2 Metastasen in 3 tot 6 regionale lymfeklieren N3 Metastasen in meer dan 7 regionale lymfeklieren Metastasen op afstand (M) M0 Geen metastasen op afstand M1 Metastasen op afstand 4. Behandeling 4.1. Operabele tumoren A. Vroegtijdige ziekte (Tis-T2 N0) Primaire heelkunde. Endoscopische resectie is optie voor geselecteerde patiënten (Tis-T1). Proximale en cervicale tumoren niet in aanmerking komend voor heelkunde, of niet-fitte patienten met te hoog operatief risico: definitieve Radiochemotherapie (of Radiotherapie alleen indien chemo niet haalbaar). B. Locaal gevorderde ziekte (T3-4 of anytn+) Multimodale therapie is aangewezen. Heelkunde alleen is geen standaard. Proximale (cervicale slokdarm) tumoren niet in aanmerking komend voor heelkunde, of nietfitte patienten met te hoog operatief risico: definitieve Radiochemotherapie (of Radiotherapie alleen indien chemo niet haalbaar). Onderscheid tussen spinocellulair carcinoom (SCC) en adenocarcinoom SCC Definitieve chemoradiotherapie OFWEL neo-adjuvante CRT gevolgd door heelkunde: meerwaarde van heelkunde is controversieel bij SCC. Geen overlevingswinst aangetoond voor heelkunde. Chemoradiotherapie: voorkeur voor schema volgens CROSS-trial: RT + carboplatinum + paclitaxel: overleving voor SCC 84 maand (versus 21maand bij heelkunde alleen) Datum laatste revisie 29/11/2017 Hfdst. 7.1.1. Pg. 2.

Heelkunde nodig na neo-adjuvante behandeling? Indien respons op CRT, dan is er geen overlevingsverschil aangetoond tussen verderzetten CRT (definitieve CRT) of aanvullende heelkunde. Indien heelkunde: na 10(-12) weken. Echter indien herval na definitieve RCT en nood tot salvage HK: significante stijging postoperatieve morbiditeit en mortaliteit, 25% anastomose problemen, 30% pulmonale problemen. Definitieve CRT met strikte follow up en heelkunde bij lokaal recidief kan dus overwogen worden bij geselecteerde patiënten. ADENOCARCINOMA Multimodale aanpak: OFWEL neo-adjuvante RCT + heelkunde (niet voor AEG-III) OFWEL peri-operatieve chemo + heelkunde (zoals bij maagcarcinoom) Er is voor adenocarcinoom van de slokdarm of GE-junctie geen significant verschil aangetoond tussen deze 2 types van aanpak (heelkunde met perioperatieve chemotherapie versus preoperatieve radiochemotherapie gevolgd door heelkunde). Voor jonge fitte patiënten (ECOG 0-1) met een junctionele tumor AEG I-II-III kan indien geopteerd wordt voor peri-operatieve chemotherapie gekozen worden voor het FLOT-schema. Indien keuze voor preop RCT dan voorkeur voor combinatie met carbo-pacli (cfr CROSS-trial; minder toxisch dan cis-5fu). Heelkunde na neo-adjuvante behandeling? Heelkunde na 10(-12) weken Zelfs indien complete respons op preop CRT, toch best steeds heelkunde voor operabele patiënten met adenoca NB - Cave: PET-CT ter herevaluatie na preop behandeling: pas 3 weken na stop chemo Datum laatste revisie 29/11/2017 Hfdst. 7.1.1. Pg. 3.

Resectiestatus na Heelkunde 3 mogelijkheden: 1. RO resectie: Spino: follow up Adeno: (zo geen preoperatieve chemo-of chemoradiotherapie): o N0: follow up (tenzij T3; jonge patiënt met slechte prognostische factoren zoals gr 3, neurovasculaire invasie, dan chemoradiotherapie volgens Mc Donald schema) o N+ distaal of GEjunctie: chemo (5FU) + RT (Mc Donald schema) o N+ proximaal of middelste 1/3e : follow up (of postop chemo/crt) o T3 (in principe indicatie voor preop CRT): postop chemo+rt 2. R1 resectie: postop chemo (Cis-5FU)+radiotherapie (Mc Donald, enkel voor adenocarcinoom van de GE-junctie) 3. R2 resectie: postop chemo+rt (Mc Donald, enkel voor adenocarcinoom van de GE-junctie) of salvage behandeling 4.2. Niet Operabele tumoren. 4.2.1 Niet operabel locoregionaal gevorderd/co-morbiditeit. Radio-chemotherapie Indicaties tumor te uitgebreid voor resectie. hoog operatief risico door co-morbiditeit na R2-resectie van CRT-naïeve tumor ( peroperatieve clipping) Als geen tracheo-bronchiale invasie: radio-chemotherapie 4 cycli 5-FU /cisplatin + 50 GY als contra-indicatie voor chemotherapie: radiotherapie alleen Als wel tracheo-bronchiale invasie ( zonder fistel): Cave chemoradiatie; OF initieel - beperkte- radiotherapie toepassen OF primaire chemotherapie, gevolgd door evaluatie als goede respons > radio-chemotherapie. Als fistel: slokdarmprothese (covered); hierna radio-chemotherapie. 4.2.2 Gemetastaseerde ziekte. Vooral bij adenocarcinoma. Waarde van palliatieve chemotherapie bij spinocellulair carcinomen is minder bewezen. Cisplatinum gebaseerde combinatie-schema s toonden betere RR, maar geen beterschap in OS. Bij spino: BSC of chemo-monotherapie Her-2 bepaling bij adenocarcinoma van de GE-junctie en indien positief dan Herceptine te associëren aan 5FU/Cisplatinum Datum laatste revisie 29/11/2017 Hfdst. 7.1.1. Pg. 4.

5. Follow-up 5.1. Indien asymptomatisch Enkel zinvol bij jonge/fitte patiënten die nog een behandelingsmogelijkheid hebben (vb. geen RT gehad of geen HK gehad) Geen richtlijnen over modaliteit van opvolging: initieel q6maand CT + endoscopie? 5.2. Lokaal recurrent Voorheen HK, geen radiotherapie of Chemo Radiotherapie, best met concurrent chemo en/of endoscopische therapie of HK zo recurrence beperkt tot anastomosis. Voorheen RT en Chemo Resectabel en medisch operabel: HK Irresectabel of medisch inoperabel: In functie van algemene toestand: chemotherapie of brachytherapie of BSC Datum laatste revisie 29/11/2017 Hfdst. 7.1.1. Pg. 5.