Divosa-monitor factsheet: bijstands- en participatiebudget 2015 (Macrobudget BUIG 2015)

Vergelijkbare documenten
Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG)

Divosa-monitor factsheet: Bijstands- en participatiebudget 2014

Divosa-monitor factsheet: Bijstandsbudget 2012

Factsheet Miljoenennota 2017

Publicatie datum: Factsheet Miljoenennota 2018

Divosa-monitor factsheet: Bijstands- en participatiebudget 2013

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ISD. Kwartaalrapportage. Overzicht 1 e kwartaal 2013 Steenbergen

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016

Financiering Bijstand. Bastiaan Ouwehand Tim Mulder

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Divosa-monitor Bundeling van de Divosa-monitor factsheets Koningin Wilhelminalaan LA Utrecht Postbus GT Utrecht

Naast de losse factsheets publiceerde Divosa de jaarrapportage van de Divosa Benchmark als aparte uitgave

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

Divosa-monitor factsheet: Bijstandsuitkeringen 2012

De bijstand: volume, in- en uitstroom en samenstelling

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 19 september 2017 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2018

Begrotingswijziging Avres 2016

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

CPB Notitie 18 september 2018

2. Globale analyse 2015

Raming van het bijstandsvolume in de MEV 2020

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 21 september 2016 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2017

Integratie-uitkering Sociaal Domein

Uitgangspunten / Kaders Begroting 2019

R P 3 M E R A L. OKT r '"> No. Kcnnisi temen Afdoen Bespreken Advies

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014, 2015 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Financiering Participatiewet

BIJSTAND BLIJFT GROEIEN

Financiële effecten van de Participatiewet

Rapportage Participatiewet / IOAW / IOAZ / BBZ

NOTITIE VANGNETUITKERING BUIG 2015

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. Agenda nr. 5

Nota SiSa tussen medeoverheden voor een aantal SZW uitkeringen. Circulaire SiSa

Incidenteel Aanvullende Uitkering. Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, uur

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Divosa Benchmark Werk & Inkomen Jaarrapportage 2016

Uitkomsten budgetverdeling Participatiewet. Utrecht, 8 december 2015

De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt

Totaal bedragen * Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bijdrage gemeente begroting Bedrijfsvoering

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Jaarrapportage Participatiewet / IOAW / IOAZ / BBZ

Besteding (jaar T) aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van

.l,,. l,. l..,l,l,l.., l ll..

Inhoud. Verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. 2. Project verdeelmodel inkomensdeel 2015

Begroting Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken

Rapportage Participatiewet / IOAW / IOAZ / BBZ

Geachte leden van de Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in CEP 2007

Begroting Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken

Totaal bedragen * Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bijdrage gemeente begroting Bedrijfsvoering

Evert Jan Slootweg T

Sector : 2 Afdeling/Project : SZ Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 113 Datum : 17 maart 2005

Rekenmodel Participatiebudget geactualiseerd

Notitie/Raadsvoorstel Vangnetuitkering Participatiewet 2016 gemeente Leerdam

On-line versie IROKO Rekenmodel Participatiebudget: maak uw eigen Wat als analyses

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: P. van Bergen. No. B Dronten, 28 april maatregelen ter voorkoming voorlopig tekort BUIG

Brief BUIG oktober 2015

Nadere achtergrondinformatie participatiewet

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 5 januari 2016

Beschrijving verdeelsystematiek gebundelde uitkering Pw

Maximaal meedoen. Bestuursrapportage Programma Maximaal meedoen (bedragen in ) OVERZICHT FINANCIEEL ECONOMISCHE EFFECTEN MAXIMAAL MEEDOEN

Financieel Wat heeft het gekost?

Totaal bedragen * Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bijdrage gemeente begroting Bedrijfsvoering

*ZEAB8D511F9* Raadsvergadering d.d. 31 oktober 2017

Totaal bedragen * Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bijdrage gemeente begroting Bedrijfsvoering

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Totaal bedragen * Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bijdrage gemeente begroting Bedrijfsvoering

Raming bijstandsvolume in de MEV 2005

Onderwerp: Jaarverslag en jaarrekening 2018 van Werkplein Fivelingo.

Gemeente tj Bergen op Zoom

Maatwerkrapport WWB in Uw Gemeente

ISWI. Bestuursrapportage. Jaarprognose

Totaal bedragen * Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bijdrage gemeente begroting 2018

Divosa-monitor factsheet: Participatiebeleid 2012

De gemeente Beuningen verzoekt door middel van deze brief in aanmerking te komen voor een Incidenteel aanvullende uitkering (IAU) over 2014.

Regelgeving per 1 januari 2015 inzake IAU, MAU en VU 2015

Afdeling/Project : Sociale Zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 152 Datum : 5 april 2006

BAWI/U Lbr. 08/170

MEMO. Aan. : Raad Van. : S.C. Corjanus Toestel : 983 Betreft : Factsheet Wwb/Participatiewet Kopie aan : Datum : Vrijdag 17 april 2015

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving

Totaal bedragen * Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bijdrage gemeente begroting Bedrijfsvoering

Wat gaat het kosten? Baten & lasten totaal. Bedragen * Inkomsten Lasten Bijdrage gemeente

Regelgeving per 1 januari 2016 inzake IAU, MAU en VU

Totaal bedragen * Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bijdrage gemeente begroting Bedrijfsvoering

Programmarekening 2015

5 Werk en Inkomensondersteuning

BIJSTAND BLIJFT GROEIEN IN 2011, HET STERKST IN DE

Voorgesteld besluit - in te stemmen met het indienen van een aanvraag MAU bij de Toetsingscommissie WWB.

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Totaal bedragen * Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bijdrage gemeente begroting Bedrijfsvoering

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Transcriptie:

Divosa-monitor factsheet: bijstands- en participatiebudget 2015 (Macrobudget BUIG 2015) Samen voor de bijstand Samenvatting 1 Bijstandsbudget 2015 1.1 Budget bijstandsuitkeringen: 5,6 miljard 1.2 1.3 Tekort bijstandsbudget 2015: - 1,9% Gemeentelijke baten: 150 miljoen 2 Bijstandsbudgetten 2015 naar gemeente 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 Twee derde van de gemeenten heeft een tekort op het bijstandsbudget Tekorten naar inwoner Vooral kleinere gemeenten met tekorten Invloed van verdeling op tekorten 163 gemeenten doen een aanvraag voor de vangnetregeling over 2015 Aanvullende uitkeringen over 2014 Over de jaren: groeiend aantal tekortgemeenten Over de jaren: groeiende uitgaven aan de vangnetregeling 3 Het verdeelmodel 2015 in perspectief 3.1 3.2 3.3 3.4 Wat als: er geen fouten in de berekening van het verdeelmodel hadden gezeten? Werkelijke tekort in 2015: 2,4% Wat als: het bijstandsbudget volledig objectief was verdeeld? Meer overschotten én meer hogere tekorten 4 Bijstandsbudget 2016 & 2017 4.1 4.2 4.3 4.4 Ontwikkeling budgetten Groei reserveringen vangnetregeling Groei budget voor IOAW Te weinig bijstandsbudget door toestroom vluchtelingen 5 Participatiebudget 2015-2020 5.1 5.2 Participatiebudget daalt door afsluiten Wsw Steeds minder re-integratiebudget

5.3 Wsw-budget per Wsw arbeidsjaar 5.4 Re-integratiebudget per bijstandsgerechtigde 6 Bronnen 7 Begrippenlijst Colofon

Voorwoord Samen voor de bijstand Een tekort op het bijstandsbudget in 2015 van 2% lijkt netjes. Maar het landelijke beeld vertekent wat er werkelijk aan de hand is: 66% van de gemeenten had een tekort. En bijna de helft (46%) had een tekort dat groter was dan 5%. Verdeelmodel leidt tot onbegrijpelijke tekorten Vraag gemeenten waarom zij een tekort hadden en zij antwoorden: het verdeelmodel. Ze snappen met de beste wil van de wereld niet hoe het kan dat hun bestanden stijgen en ze steeds minder geld krijgen. Want in weerwil van een opbloeiende economie, blijft de bijstand groeien. Vanwege de toestroom van arbeidsgehandicapten die vroeger naar de Wsw of de Wajong gingen. Vanwege de groei van het aantal vluchtelingen met een status die gemeenten huisvesten. En vanwege een aanhoudend hoge doorstroom vanuit de WW naar de bijstand. Weinig manoeuvreerruimte En veel manoeuvreerruimte is er niet. Het Rijk dringt de spreekkamer van de gemeenten binnen en schrijft steeds vaker en dwingender voor hoe gemeenten de bijstand moeten uitvoeren. Bovendien zijn in 2012 opnieuw de re-integratiebudgetten gekort met circa 50%. En het kabinet heeft een voorstel gedaan om beschut werk te verplichten en zo gemeenten voor te schrijven hoe ze de resterende re-integratiemiddelen moeten inzetten. Samen voor de bijstand Het zou al een hoop helpen als het Rijk en gemeenten gezamenlijk de financiële risico s van de bijstand dragen. Stap 1: Het Rijk deelt in het financiële risico van het verdeelmodel Gemeenten die grote tekorten op hun bijstandsbudget hebben, kunnen een deel van dat tekort vergoed krijgen via de vangnetregeling. Maar het Rijk trekt de kosten daarvoor af van het landelijk budget en verkleint daarmee het budget dat onder gemeenten verdeeld wordt. Gemeenten moeten het dus zelf betalen, terwijl ze dat verdeelmodel niet zelf hebben bedacht. Als het Rijk zelf vertrouwen heeft in de werking van het verdeelmodel, dan is het niet meer dan redelijk dat het Rijk deelt in het financiële risico. Dat kan door de kosten van de vangnetregeling fifty-fifty met gemeenten te delen zoals het Rijk dat tot 2009 ook al deed. Stap 2: We checken achteraf of het landelijke bijstandsbudget correct is berekend Het macrobudget vaststellen is elk jaar een lastige klus die deels is gebaseerd op geavanceerd natte-vinger-werk. Het Rijk maakt die berekening, maar als het bedrag te laag is, dan gaan gemeenten de boot in. Dat gebeurt bijvoorbeeld als het Rijk het effect van beleidswijzigingen te positief inschat. Of als het Rijk de sterke groei van het aantal vluchtelingen niet (volledig) meeneemt bij het berekenen van het landelijk budget. De ervaring van gemeenten is dat het Rijk het landelijke budget eerder te laag inschat, dan te hoog. Ook hier zou het Rijk meer financieel risico kunnen dragen. Bijvoorbeeld door een onafhankelijke partij te laten meekijken bij het berekenen van het budget en achteraf te laten checken of er grote afwijkingen waren die nadelig hebben uitgepakt voor gemeenten. Als dat zo is, kan het Rijk gemeenten daarvoor compenseren. Samen verder: financiële prikkels voor het Rijk Kortom: als het Rijk vertrouwen heeft in de financiële systematiek van de bijstand, dan is het zaak om dat te laten zien en de risico s van die systematiek samen met gemeenten te dragen.

En dat betekent dat het Rijk ook voor zichzelf wat financiële prikkels moet introduceren. Prikkels die het Rijk stimuleren een goed functionerend verdeelmodel op te tuigen en een juiste inschatting te maken van de werkelijke kosten van de bijstand. Jellemiek Zock, Vice-voorzitter Divosa

Divosa-monitor factsheet: Bijstands- en participatiebudget 2015 Samenvatting Het tekort op het bijstandsbudget in 2015 was 1,9% 66% van de gemeenten had een tekort 47% van de gemeenten had een tekort van minimaal 5% Vooral gemeenten tot 50.000 inwoners hadden een tekort Per bijstandsklant was er gemiddeld 1.511 euro aan re-integratiebudget beschikbaar Per Wsw arbeidsjaar was er gemiddeld 25.963 euro aan Wsw-budget beschikbaar Bijstandsbudget: tekorten In 2015 bedroeg het budget voor de bijstandsuitkeringen 5,6 miljard. Gemeenten hadden in 2015 een tekort op hun bijstandsbudget van 105 miljoen. Dat is 1,9% van het totale budget. Op gemeenteniveau was het beeld heel anders. 66% van de gemeenten had in 2015 een tekort op het bijstandsbudget. 46% had een tekort van minimaal 5%. Vooral kleinere gemeenten tot 50.000 inwoners hadden te kampen met tekorten. De meeste gemeenten met een tekort moeten tot 20 euro per inwoner bijleggen op het bijstandsbudget. Na aftrek van de potentiële tegemoetkoming vanuit de vangnetregeling, blijven er gemeenten over die tekorten hebben tot meer dan 30 euro per inwoner. Door de jaren heen zijn steeds meer gemeenten afhankelijk van de vangnetregeling en groeien de jaarlijkse uitgaven aan de vangnetregeling. Ontwikkeling bijstandsbudget De komende jaren stijgt het bijstandsbudget. Dit heeft vooral te maken met de groei van de bijstand. Door het afsluiten van de Wsw en het beperken van de toegang tot de Wajong, zijn gemeenten verantwoordelijk voor nieuwe doelgroepen. Hier wordt in de budgetten rekening mee gehouden. Ook door de ongewone groei van het aantal vluchtelingen met een status, stijgt het bijstandsvolume. Maar hier kleeft een financieel nadeel aan voor gemeenten. In een lopend kalenderjaar dat een statushouder een bijstandsuitkering krijgt, worden gemeenten daarvoor niet gecompenseerd. Participatiebudget In 2016 is er 2,7 miljard beschikbaar voor de Wsw en de participatiebevordering van mensen die onder de Participatiewet vallen. Het grootste deel van dit participatiebudget gaat naar de sociale werkvoorziening. Door het afsluiten van de Wsw daalt het dit budget de komende jaren. Per Wsw-arbeidsjaar had een gemeente in 2015 bijna 26 duizend euro te besteden. Dit daalt de komende jaren. Per bijstandsgerechtigde was er vijftien honderd euro aan re-integratiebudget beschikbaar. Dit daalt de komende jaren licht.

Divosa-monitor factsheet: Bijstands- en participatiebudget 2015 Bijstandsbudget 2015 Gemeenten krijgen een budget van het Rijk om de bijstandsuitkeringen te betalen. Deze factsheet zet voor dit budget de inkomsten en uitgaven van gemeenten op een rij. Budget bijstandsuitkeringen: 5,6 miljard (#bijstandsbudget-2015--budget-bijstandsuitkeringen-5-6-miljard) Tekort bijstandsbudget 2015: - 1,9% (#bijstandsbudget-2015--tekort-bijstandsbudget-2015-1-9) Gemeentelijke baten: 150 miljoen (#bijstandsbudget-2015--gemeentelijke-baten-150-miljoen)

Bijstandsbudget 2015 Budget bijstandsuitkeringen: 5,6 miljard Voor de bijstandsuitkeringen was in 2015 5,6 miljard beschikbaar. Dit budget is een gebundelde uitkering om de uitkeringsgelden voor meerdere bijstandsregelingen te betalen. Het gaat om uitkeringen in het kader van de Participatiewet (algemene bijstand), IOAW, IOAZ en de kosten van het levensonderhoud voor startende zelfstandigen (onderdeel van Bbz). 1 Het grootste deel (94%) is voor de algemene bijstand. Figuur: Baten en lasten bijstandsbudget 2010-2015 Bron: Ministerie SZW (financieel), bewerking Divosa. NB: Dit zijn de budgetten na aftrek van de reserveringsregeling voor de vangnetregeling. In 2015 gaat het om voorlopige cijfers. 1 Tot 2012 waren ook de Wwik en de Wij onderdeel van de gebundelde uitkering

Bijstandsbudget 2015 Tekort bijstandsbudget 2015: - 1,9% Gemeenten hadden in 2015 een tekort op hun bijstandsbudget van 105 miljoen. Dat is 1,9% van het totale budget. Het gaat hier om de inkomsten en uitgaven voor de bijstandsuitkeringen in het kader van de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ en een gedeelte Bbz. negatief. 2 Hiermee schommelt het saldo al vier jaar rond de nullijn. Maar in drie van de vier jaren was het Figuur: Saldo bijstandsbudget 2010-2015 in euro s en percentages Voor alle 393 gemeenten uit 2015 zijn de voorlopige inkomsten en uitgaven over 2015 beschikbaar. Deze gemeenten ontvingen van het Rijk 5,6 miljard en hadden daar bovenop 150 miljoen beschikbaar aan inkomsten uit terugvordering en verhaal. Bij elkaar is dat 5,7 miljard. Omdat de uitgaven 5,8 miljard bedroegen, was er een tekort van ruim 100 miljoen euro. Tabel: Baten en lasten bijstandsbudget 2010-2015 in euro 2010 2011 2012 2013 2014 2015 (voorlopig) Baten bijstandsbudget (na uitname MAU en IAU / vangnetregeling) 4.056.157.022 4.041.287.774 4.855.063.547 5.495.221.221 5.709.539.698 5.599.179.960 Baten gemeenten (vnl. terugvordering en verhaal) 171.937.687 150.102.176 135.157.791 134.853.365 149.800.526 149.588.170 Lasten BUIG- uitkeringen 4.596.807.105 4.871.234.245 5.018.768.558 5.499.973.389 5.916.828.009 5.853.405.144 Saldo (totaal baten lasten) -368.712.396-679.844.295-28.547.220 130.101.197-57.487.785-104.637.014 Saldo in percentage -9,09% -16,82% -0,59% 2,37% -1,01% -1,87%

Bron: Ministerie SZW, bewerking Divosa. Gecursiveerde bedragen zijn voorlopig. Het gaat om het macrobudget voor de gebundelde uitkering na aftrek van de reservering voor de vangnetregeling. 2 Er is hier geen rekening gehouden met de uitname voor de vangnetregeling

Bijstandsbudget 2015 Gemeentelijke baten: 150 miljoen De gemeentelijke baten bedroegen in 2015 150 miljoen. Dit zijn de bedragen die gemeenten ontvangen door het terugvorderen van geldleningen of onterecht betaalde uitkeringen. Ook het innen van boetes valt hieronder. Na 2008 daalden de gemeentelijke baten. In 2014 is die trend doorbroken. Figuur: Gemeentelijke baten 2004-2015 in euro s Bron: Ministerie SZW, bewerking Divosa. 2015 zijn voorlopige gegevens.

Divosa-monitor factsheet: Bijstands- en participatiebudget 2015 Bijstandsbudgetten 2015 naar gemeente Het landelijk tekort op het bijstandsbudget was 1,9%. Op gemeenteniveau zijn er echter grote verschillen tussen gemeenten als het gaat om overschotten en tekorten. Twee derde van de gemeenten heeft een tekort op het bijstandsbudget (#bijstandsbudgetten-2015-naar-gemeente--tweederde-van-de-gemeenten-heeft-een-tekort-op-het-bijstandsbudget) Tekorten naar inwoner (#bijstandsbudgetten-2015-naar-gemeente--tekorten-naar-inwoner) Vooral kleinere gemeenten met tekorten (#bijstandsbudgetten-2015-naar-gemeente--vooral-kleinere-gemeenten-mettekorten) Invloed van verdeling op tekorten (#bijstandsbudgetten-2015-naar-gemeente--invloed-van-verdeling-op-tekorten) 163 gemeenten doen een aanvraag voor de vangnetregeling over 2015 (#bijstandsbudgetten-2015-naar-gemeente--163- gemeenten-doen-een-aanvraag-voor-de-vangnetregeling-over-2015) Aanvullende uitkeringen over 2014 (#bijstandsbudgetten-2015-naar-gemeente--aanvullende-uitkeringen-over-2014) Over de jaren: groeiend aantal tekortgemeenten (#bijstandsbudgetten-2015-naar-gemeente--over-de-jaren-groeiendaantal-tekortgemeenten) Over de jaren: groeiende uitgaven aan de vangnetregeling (#bijstandsbudgetten-2015-naar-gemeente--over-de-jarengroeiende-uitgaven-aan-de-vangnetregeling)

Bijstandsbudgetten 2015 naar gemeente Twee derde van de gemeenten heeft een tekort op het bijstandsbudget 66% van de gemeenten had in 2015 een tekort op het bijstandsbudget. 47% van de gemeenten (dat zijn er 183) had een tekort van minimaal 5% en komt mogelijk in aanmerking voor de vangnetregeling. Zij kunnen een deel van het tekort vergoed krijgen. Kaart: Saldo bijstandsbudget 2015 per gemeente Bron: Ministerie SZW, bewerking Divosa. De gegevens zijn voorlopig.

Bijstandsbudgetten 2015 naar gemeente Tekorten naar inwoner De meeste gemeenten met een tekort moeten tot 20 euro per inwoner bijleggen op het bijstandsbudget. Kaart: Saldo bijstandsbudget per inwoner 2015 Bron: Ministerie SZW, bewerking Divosa. De gegevens zijn voorlopig. Na aftrek van de potentiële tegemoetkoming vanuit de vangnetregeling, zijn de tekorten per inwoner voor een deel van de gemeenten lager. Toch kunnen de tekorten naar inwoner uitstijgen boven de 20 euro per inwoner. Deze gemeenten moeten dat geld bijleggen vanuit de algemene middelen. Tabel: De gemeenten met de grootste tekorten per inwoner

Gemeente Saldo per inwoner na aftrek vangnetregeling %Saldo Arnhem - 44-13,3% Vlissingen - 39-15,0% Leeuwarden - 35-5,3% Appingedam - 32-12,9% Tilburg - 32-12,6% Nijmegen - 31-6,5% Emmen - 31-9,4% Enschede - 30-5,7% Dordrecht - 29-8,6% Den Haag - 29-4,5%

Bijstandsbudgetten 2015 naar gemeente Vooral kleinere gemeenten met tekorten Vooral kleinere gemeenten tot 50.000 inwoners hadden te kampen met tekorten, de helft van deze gemeenten komt mogelijk in aanmerking voor de vangnetregeling. Middelgrote gemeenten (50 tot 100 duizend inwoners) hadden in 60% van de gevallen een tekort, maar bij het gros ging het om een tekort van minder dan 5%. 29% komt in aanmerking voor de vangnetregeling. Onder grote gemeenten is het beeld anders. Daar had 55% een tekort en komt bijna de helft (45%) in aanmerking voor de vangnetregeling omdat het tekort groter was dan 5%. Figuur: Overschotten en tekorten op het bijstandsbudget 2015 naar gemeentegrootte Bron: Ministerie SZW, bewerking Divosa. De gegevens zijn voorlopig. Grote gemeenten:>100.000 inwoners, middelgrote gemeente: 50.000-100.000 inwoners, kleine gemeenten: <50.000 inwoners. Bevolkingsgegevens van 1 januari 2015.

Bijstandsbudgetten 2015 naar gemeente Invloed van verdeling op tekorten 77% van de gemeenten die hun budget krijgen op basis van het historisch verdeelmodel, hadden een tekort. 47% had een tekort dat groter was dan 10%. bestand in het verleden. 3 Deze kleine gemeenten krijgen geld toebedeeld op basis van de omvang van hun Figuur: Overschotten en tekorten op het bijstandsbudget 2015 naar verdeelmodel Bron: Ministerie SZW, bewerking Divosa. De gegevens zijn voorlopig. Indeling naar verdeelmodel aan de hand van bevolkingsgegevens van 1 januari 2014. 3 Gemeenten t/m 15.000 inwoners vallen in 2015 onder het historische verdeelmodel. Gemeenten met 15.000 tot 40.000 inwoners vallen onder een gemixt verdeelmodel. Gemeenten met 40.000 of meer inwoners krijgen hun budget toegekend op basis van een objectief verdeelmodel.

Bijstandsbudgetten 2015 naar gemeente 163 gemeenten doen een aanvraag voor de vangnetregeling over 2015 163 gemeenten (41%) dienden bij SZW een aanvraag in voor de vangnetregeling over 2015. De vangnetregeling is bedoeld voor gemeenten die een tekort hebben dat groter is dan 5%. Zij krijgen een deel van hun tekort terug. Dit wordt betaald door alle gemeenten gezamenlijk. Van het tekort tussen 5 en 10%, krijgen gemeenten van wie de aanvraag is goedgekeurd de helft vergoed. Alle tekorten boven de 10% krijgen zij volledig vergoed. Gemeenten die voor de vangnetregeling in aanmerking willen komen, moeten dat wel onderbouwen. Zij moeten aangeven waarom het tekort is ontstaan en welke maatregelen zij hebben genomen om het tekort terug te dringen of te voorkomen. De toetsingscommissie heeft de aanvragen voor een vangnetregeling nog niet beoordeeld. Figuur: Percentage gemeenten dat een aanvraag indient voor de vangnetregeling

Bijstandsbudgetten 2015 naar gemeente Aanvullende uitkeringen over 2014 Voordat het nieuwe verdeelmodel werd geïntroduceerd, konden gemeenten met een tekort van meer dan 10% een beroep doen op een Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) of een Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU). 115 gemeenten die in 2014 een groot tekort hadden op hun bijstandsbudget (29%) deden over dat jaar een beroep op de IAU. Hiervan zijn er 109 toegekend ter waarde van een 24 miljoen euro. Wanneer gemeenten het bijstandsbudget met minimaal 10% overschrijden, konden ze de IAU aanvragen. Gemeenten aan wie een IAU wordt toegekend, krijgen het tekort boven de 10% aangevuld. De belangrijkste voorwaarde voor het verkrijgen van een IAU was dat er in de gemeente sprake is van een uitzonderlijke situatie op de regionale arbeidsmarkt in vergelijking met de algemene situatie in heel Nederland. Daarnaast zijn er nog een aantal aanvullende regels die per gemeentegrootteklasse verschillen. Figuur: Ontwikkeling aantal gemeenten dat een IAU aanvraagt Bron: Toetsingscommissie WWB, bewerking Divosa. Gemeenten dienen een aanvraag in over het voorgaande jaar. De aanvragen over 2014 zijn dus in 2015 ingediend. De toetsingscommissie, die de aanvragen beoordeelt, adviseerde negatief over zes IAU-aanvragen over 2014. Eén gemeente kon aanspraak maken op een MAU-uitkering, maar had daartoe geen verzoek ingediend. Eén gemeente had niet op tijd de SiSa-gegevens aangeleverd. En bij vier gemeenten oordeelde de toetsingscommissie dat er geen sprake was van een uitzonderlijke arbeidsmarkt en gaven beleid en uitvoering ook geen aanleiding tot een positief advies. De Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) was bedoeld voor gemeenten die meerdere jaren achter elkaar een tekort hebben op het bijstandsbudget als gevolg van een stoornis in het objectief verdeelmodel. De MAU was bedoeld voor gemeenten met meer dan 25.000 inwoners, die hun budget geheel of gedeeltelijk kregen toegedeeld op basis van het objectief verdeelmodel. Er waren in 2015 geen nieuwe aanvragen voor een MAU-uitkering ingediend.

Bijstandsbudgetten 2015 naar gemeente Over de jaren: groeiend aantal tekortgemeenten Sinds 2004 is het aantal gemeenten met een tekort gestegen. In 2004 had 48% van de gemeenten een tekort. In 2015 was dat opgelopen naar 66%. Het percentage gemeenten met een klein tekort tot 5% is door de jaren heen aardig stabiel. De groei zit vooral bij gemeenten met een groot tekort. In 2015 had 28% een tekort van groter dan 10%. De jaren 2009 t/m 2011 zijn uitzonderlijke jaren. Normaal gesproken is de hoogte van het macrobudget grotendeels afhankelijk van het aantal daadwerkelijk verstrekte uitkeringen in het jaar ervoor. Voor de periode 2008-2011 maakten gemeenten en het Rijk andere afspraken. Op basis van een rekenregel van het CPB werd het aantal uitkeringen voor vier jaar op rij geraamd en het budget vervolgens vastgezet. Door de economische crisis steeg het aantal uitkeringen tot boven de raming, maar het budget groeide niet mee. Dit leidde tot grote tekorten bij gemeenten. Figuur: Ontwikkeling % tekortgemeenten 2004-2015 Bron: gegevens SZW, bewerking Divosa.

Bijstandsbudgetten 2015 naar gemeente Over de jaren: groeiende uitgaven aan de vangnetregeling Sinds 2004 zijn de kosten voor de vangnetregeling flink gestegen. In 2004 bedroegen de lasten nog 0,2% van het landelijke bijstandsbudget. In 2014 was dat al verdubbeld naar 0,42%. Sinds 2009 moeten gemeenten zelf de kosten voor de vangnetregeling betalen. Daarvoor werden die voor de helft gedragen door het Rijk en voor de helft door gemeenten. Over 2015 bedragen de potentiële lasten voor de vangnetregeling 1,3% van het bijstandsbudget als alle gemeenten met een tekort ook een aanvraag indienen en deze krijgen toegekend. Over 2015 komen gemeenten vanaf een tekort van 5% al in aanmerking voor de vangnetregeling. Daarvoor was dat 10%. Dit is een belangrijke oorzaak van de stijging van de uitgaven aan de vangnetregeling in 2015. Figuur: Ontwikkeling uitgaven aan de vangnetregeling als % van het landelijke bijstandsbudget Bron: Toetsingscommissie en budgetgegevens SZW, bewerking Divosa. De gegevens over 2015 zijn voorlopig. Niet alle gemeenten met een tekort groter dan 5% hebben een aanvraag ingediend en de aanvragen zijn nog niet beoordeeld.

Divosa-monitor factsheet: Bijstands- en participatiebudget 2015 Het verdeelmodel 2015 in perspectief 2015 was het eerste jaar dat het nieuwe verdeelmodel is toegepast. Deze paragraaf bekijkt een aantal wat-als scenario s. Wat als: er geen fouten in de berekening van het verdeelmodel hadden gezeten? (#het-verdeelmodel-2015-in-perspectief- -wat-als-er-geen-fouten-in-de-berekening-van-het-verdeelmodel-hadden-gezeten) Werkelijke tekort in 2015: 2,4% (#het-verdeelmodel-2015-in-perspectief--werkelijke-tekort-in-2015-2-4) Wat als: het bijstandsbudget volledig objectief was verdeeld? (#het-verdeelmodel-2015-in-perspectief--wat-als-hetbijstandsbudget-volledig-objectief-was-verdeeld) Meer overschotten én meer hogere tekorten (#het-verdeelmodel-2015-in-perspectief--meer-overschotten-n-meer-hogeretekorten)

Het verdeelmodel 2015 in perspectief Wat als: er geen fouten in de berekening van het verdeelmodel hadden gezeten? In 2015 bleken er fouten te zitten in de berekening van het verdeelmodel. Daardoor hadden sommige gemeenten recht op een groter deel van het budget en sommige gemeenten hadden juist minder geld moeten krijgen. Alleen gemeenten die recht hadden op een groter aandeel, kregen de correctie doorgevoerd. Gemeenten die eigenlijk een kleiner aandeel hadden moeten krijgen, hoefden dat geld niet terug te betalen. Hierdoor heeft het Rijk gemeenten eenmalig een voordeel gegeven van bijna 29 miljoen.

Het verdeelmodel 2015 in perspectief Werkelijke tekort in 2015: 2,4% Was het budget meteen correct verdeeld, dan was het tekort op het bijstandsbudget in 2015 uitgekomen op 2,4%. Een halve procent hoger dan de huidige 1,9%. Voor 9 gemeenten betekent de correctie dat ze het jaar met een positief saldo kunnen afsluiten, terwijl dat anders niet was gelukt. 68% van de gemeenten zou een tekort hebben gehad op het bijstandsbudget. (Nu is dat 66%). 49% een tekort groter dan 5%. (Nu is dat 47%). Figuur: Saldo bijstandsbudget 2015 4 4 Hierbij is het budget voor de vangnetregeling 4 niet meegenomen.

Het verdeelmodel 2015 in perspectief Wat als: het bijstandsbudget volledig objectief was verdeeld? Uitgangspunt is dat het bijstandsbudget zoveel mogelijk over de gemeenten wordt verdeeld op basis van objectieve kenmerken. Normaal gesproken, kregen gemeenten van meer dan 40.000 inwoners hun volledige budget toebedeeld op basis van objectieve indicatoren zoals de economische situatie in de gemeente en de bevolkingskenmerken. In 2015 is daar van afgeweken vanwege de introductie van het nieuwe verdeelmodel. Om schoksgewijze veranderingen in de budgetverdeling te temperen, gold er een overgangsregime. 50% van het budget bestond uit geld dat objectief verdeeld werd. 50% op basis van historische uitgaven aan de bijstand. Hoe zouden de tekorten en overschotten eruit gezien hebben als het budget volledig objectief verdeeld zou zijn?

Het verdeelmodel 2015 in perspectief Meer overschotten én meer hogere tekorten Zonder overgangsregime zouden er meer overschotten en hogere tekorten zijn. 13 extra gemeenten zouden op een overschot uitkomen. Tegelijkertijd zouden 13 extra gemeenten een tekort groter hebben dan 10%. Het percentage gemeenten met een tekort zou uitkomen op 63% (nu 66%). Het percentage gemeenten met een tekort boven de 5% zou uitkomen op 46% (nu 47%). Omdat de verdeling van de budgetten is gebaseerd op gecorrigeerde gegevens, is het vooral interessant om te vergelijken met de bedragen die gemeenten zouden hebben gekregen als de budgetten meteen correct waren verdeeld. Figuur: Overschotten en tekorten op het bijstandsbudget 2015 naar scenario s

Divosa-monitor factsheet: Bijstands- en participatiebudget 2015 Bijstandsbudget 2016 & 2017 In oktober 2016 is het definitieve bijstandsbudget voor 2016 bekend gemaakt en het voorlopig budget voor 2017. Ontwikkeling budgetten (#bijstandsbudget-2016-2017--ontwikkeling-budgetten) Groei reserveringen vangnetregeling (#bijstandsbudget-2016-2017--groei-reserveringen-vangnetregeling) Groei budget voor IOAW (#bijstandsbudget-2016-2017--groei-budget-voor-ioaw) Te weinig bijstandsbudget door toestroom vluchtelingen (#bijstandsbudget-2016-2017--te-weinig-bijstandsbudget-doortoestroom-vluchtelingen) Nieuw verdeelmodel Landelijk stelt het Rijk jaarlijks een budget vast dat voldoende is om alle uitkeringen te betalen. Vervolgens gaat dat via een verdeelmodel naar de gemeenten. Met de komst van de Participatiewet is er een nieuw verdeelmodel geïntroduceerd: het multiniveau-model. Dit model gaat er vanuit dat de kans om een beroep op de bijstand te moeten doen voor elk type huishouden verschillend is. De kans op bijstand voor een lageropgeleide is bijvoorbeeld hoger dan die van een hogeropgeleide. Gemeenten ontvangen een budget op basis van de kans dat hun inwoners in de bijstand belanden, vermenigvuldigd met de kosten van een uitkering. Er is ook na de introductie van dit nieuwe verdeelmodel veel aan versleuteld. Mede omdat er vanuit gemeenten veel discussie is geweest over de betrouwbaarheid van de uitkomsten. Inmiddels zijn er nieuwe indicatoren aan het model toegevoegd, zijn bestaande indicatoren verfijnd en werkt het model niet meer met gegevens die deels gebaseerd zijn op schattingen. Het blijft afwachten hoe dit in de praktijk uitpakt. Vanaf 2017 gaat treedt dit aangepaste verdeelmodel in werking. In 2017 is driekwart van het gemeentelijke bijstandsbudget bepaald op basis van dit verdeelmodel. De resterende 25 procent is gebaseerd op historische uitgaven. Gemeenten met minder dan 15.000 inwoners blijven een budget ontvangen dat volledig historisch bepaald is.

Bijstandsbudget 2016 & 2017 Ontwikkeling budgetten In 2016 is er 5,6 miljard beschikbaar voor het betalen van de bijstandsuitkeringen. Dit budget is definitief vastgesteld. Voor 2017 is het budget voorlopig geraamd op 5,8 miljard. Van deze budgetten wordt nog een deel apart gezet voor het uitbetalen van de bedragen waar gemeenten recht op hebben in het kader van de vangnetregeling. Het budget dat onder gemeenten verdeeld wordt is daardoor lager. In 2017 komt het uit op 5,7 miljard. Figuur: Ontwikkeling bijstandsbudget 2015-2017 in miljoenen euro s 5 Bron: gegevens SZW, bewerking Divosa. 5 Het budget voor de vangnetuitkering is ook geld dat uiteindelijk naar gemeenten gaat, maar dit geld wordt achteraf verdeeld over de gemeenten met een tekort boven de 5%

Bijstandsbudget 2016 & 2017 Groei reserveringen vangnetregeling De reservering voor de uitkering van de vangnetregeling stijgt de komende jaren tot 1,24% van het budget. Omdat nog niet is vastgesteld welk bedrag exact nodig is, blijven dit schattingen. Figuur: Ontwikkeling reservering vangnetregeling 2015-2017 in % macrobudget

Bijstandsbudget 2016 & 2017 Groei budget voor IOAW 93% het budget in 2017 is bedoeld voor reguliere bijstandsuitkeringen. 6% voor IOAW uitkeringen en minder dan 1% voor de IOAZ en de Bbz. Door de jaren heen is het aandeel van het IOAW-budget gestegen van 4,6% in 2015 tot 5,9% in 2017. Dit heeft te maken met een toename van de IOAW-instroom in combinatie met een hogere gemiddelde prijs van een IOAW-uitkering. Figuur: Onderverdeling macrobudget naar onderliggende regelingen (2017)

Bijstandsbudget 2016 & 2017 Te weinig bijstandsbudget door toestroom vluchtelingen Het bijstandsbudget voor 2017 is berekend door de prijs van een bijstandsuitkering in 2017 te vermenigvuldigen met het aantal uitkeringen in 2017. Deze berekening houdt echter geen rekening met de ongewoon grote toestroom van statushouders in de bijstand. De reguliere instroom van statushouders wordt ondervangen in het landelijke bijstandsbudget. Maar op het moment dat de toestroom sterk stijgt, blijft het budget dus achter bij de realiteit. Hier zit een financieel nadeel aan voor gemeenten. In een lopend kalenderjaar dat een statushouder een bijstandsuitkering krijgt, worden gemeenten daarvoor immers niet gecompenseerd. Dat zit zo: uitgangspunt daarvoor is de gemiddelde prijs in 2016. Deze prijs wordt opgehoogd of verlaagd op basis van een schatting. 6 De werkelijke prijs in 2017 voor een uitkering kennen we niet. Daarom wordt deze geraamd. Het belangrijkste Ook het werkelijke aantal uitkeringen in 2017 kennen we niet. Deze wordt dus ook geraamd. Dat gaat op basis van het werkelijke aantal uitkeringen in 2016 plus een schatting voor de groei of afname van het volume van de bijstand in 2017. In de raming wordt rekening gehouden met beleidswijzigingen en ontwikkelingen in de werkeloze beroepsbevolking. Ook wordt er gecorrigeerd voor afwijkingen in de raming van het jaar ervoor. Als er landelijk gezien een tekort is op het bijstandsbudget zoals in 2014 en 2015, dan is de prijs en/of het volume te laag ingeschat. Dat kan doordat de raming er naast zat. Of de raming heeft ontwikkelingen buiten beschouwing gelaten die veel invloed hebben op de uitgaven aan bijstand. De sterke groei van het aantal vluchtelingen met een status is een voorbeeld van een ontwikkeling die buiten de raming blijft. De toestroom van vluchtelingen valt volgens het ministerie van SZW niet onder beleidswijzigingen. In het eerste jaar moeten gemeenten de bijstandsuitkeringen voor vluchtelingen met een status dus zelf financieren. Hierdoor gaan tekorten ontstaan. Om die op te vangen hebben Rijk en VNG afgesproken dat gemeenten geld kunnen lenen bij het Rijk door een beroep te doen op de intertemporele tegemoetkoming. Ze krijgen dan een voorschot op hun budget om alvast de extra uitkeringslasten te betalen. In de jaren erna, wordt dat verrekend. Deze regeling geldt in 2016 en 2017. In 2016 is 85 miljoen en in 2017 90 miljoen beschikbaar. 7 6 7 Dat gaat via de t-1 systematiek. Dit houdt in dat de realisatie van het voorgaande jaar en de extra doorwerking hiervan wordt verwerkt in het budget van het lopende jaar. Kortom: het macrobudget wordt gecorrigeerd voor tekort/overschot van het afgelopen jaar. Dit gaat met behulp van de autonoom.

Divosa-monitor factsheet: Bijstands- en participatiebudget 2015 Participatiebudget 2015-2020 Gemeenten krijgen jaarlijks van het Rijk een budget om participatieactiviteiten van te betalen: het Participatiebudget. Hoe ontwikkelt dit budget zich? Participatiebudget daalt door afsluiten Wsw (#participatiebudget-2015-2020--participatiebudget-daalt-door-afsluitenwsw) Steeds minder re-integratiebudget (#participatiebudget-2015-2020--steeds-minder-re-integratiebudget) Wsw-budget per Wsw arbeidsjaar (#participatiebudget-2015-2020--wsw-budget-per-wsw-arbeidsjaar) Re-integratiebudget per bijstandsgerechtigde (#participatiebudget-2015-2020--re-integratiebudget-perbijstandsgerechtigde) Uitgaven Participatiebudget Het Participatiebudget is vanaf 2015 onderdeel van de Integratieuitkering Sociaal Domein. Gemeenten hoeven hun uitgaven daarmee niet meer bij het ministerie van SZW op te geven. Het is daarom niet meer mogelijk om de inkomsten en uitgaven van dit budget tegen elkaar af te zetten. Gemeenten kunnen het budget samenvoegen met hun budgetten voor zorg en jeugd en die vrij besteden.

Participatiebudget 2015-2020 Participatiebudget daalt door afsluiten Wsw In 2016 is er 2,7 miljard beschikbaar voor de Wsw en de participatiebevordering van mensen die onder de Participatiewet vallen. Het grootste deel van dit participatiebudget gaat naar de sociale werkvoorziening. Door het afsluiten van de Wsw daalt het dit budget de komende jaren. Figuur: Beschikbaar participatiebudget 2015-2021 (in miljoenen euro) Bron: Septembercirculaire SZW, bewerking Divosa. Het budget voor de Wsw zit vast in de sociale werkvoorziening en gaat vooral naar de uitbetaling van lonen. Het budget voor de klassieke en de nieuwe doelgroep is vrij besteedbaar. Gemeenten kunnen dat inzetten voor ondersteuning, scholing en andersoortige re-integratieactiviteiten. Het budget voor de nieuwe doelgroepen stijgt de komende jaren omdat er door het afsluiten van de Wsw en het beperken van de toegang van de Wajong, meer mensen voor ondersteuning zijn aangewezen op de Participatiewet.

Participatiebudget 2015-2020 Steeds minder re-integratiebudget Het klassieke re-integratiebudget is het budget dat gemeenten al langer tot hun beschikking hebben om mensen met een bijstandsuitkering te re-integreren. Dit budget is in 2012 gehalveerd ten opzichte van de jaren ervoor en daalde daarna verder. Figuur: Ontwikkeling klassieke re-integratiebudget 2009-2021 in miljoenen euro s Bron: SZW, bewerking Divosa.

Participatiebudget 2015-2020 Wsw-budget per Wsw arbeidsjaar Het budget dat gemeenten krijgen per Wsw-arbeidsjaar daalt de komende jaren. Naast de inkomsten vanuit het Rijk kunnen gemeenten nog inkomsten hebben vanuit de sw-bedrijven vanuit het werk dat de Wsw ers verzetten. Van de inkomsten moeten gemeenten de lonen en de begeleiding van Wsw ers betalen. Voor veel gemeenten pakt dit negatief uit: zij moeten jaarlijks geld bijleggen op de Wsw. Figuur: Beschikbaar Wsw-budget per Wsw-arbeidsjaar Bron: Septembercirculaire, bewerking Divosa. Het aantal Wsw-arbeidsjaren is berekend door de geraamde blijfkans af te zetten tegen het gemiddeld aantal arbeidsjaren in 2015.

Participatiebudget 2015-2020 Re-integratiebudget per bijstandsgerechtigde Voor de overige bijstandsgerechtigden was er in 2015 gemiddeld 1.500 euro te besteden. Dat bedrag daalt de komende jaren licht. Gemeenten kunnen het re-integratiebudget ook inzetten voor personen die geen bijstandsuitkering hebben. Bijvoorbeeld niet-uitkeringsgerechtigden. Of mensen die aan het werk zijn met loonkostensubsidie en daarbij ondersteuning krijgen van de gemeente. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van een jobcoach. Figuur: Beschikbaar re integratiebudget per bijstandsuitkering Bron: CPB en ministerie SZW.NB:Het gemiddelde re integratiebudget is berekend door het re integratiebudget te delen door het gemiddeld aantal voorspelde BUIG-uitkeringen (WWB, IOAZ en IOAW) aan personen onder de 65 jaar in 2015.

Divosa-monitor factsheet: Bijstands- en participatiebudget 2015 Bronnen CBS statline, bevolkingsgegevens, gegevens bijstand Ministerie van SZW, voorlopige gegevens lasten en baten gebundelde uitkering 2015 (bewerking Divosa) Ministerie van SZW, toelichting definitief macrobudget 2016 en voorlopig macrobudget 2017. Ministerie van BZK, budgetten participatie septembercirculaire 2016 CPB, MEV 2017, ramingen bijstand Toetsingscommissie WWB, aanvragen en toekenningen IAU en MAU en aantal aanvragen vangnetregeling

Divosa-monitor factsheet: Bijstands- en participatiebudget 2015 Begrippenlijst Bbz Besluit bijstandverlening zelfstandigen lening of uitkering voor levensonderhoud voor startende en bestaande ondernemers. BUIG Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten. Het gaat om de WWB, de IOAW, de IOAZ en de het besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz). IOAW Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers bijstand voor oudere langdurig werklozen die 50 jaar of ouder waren op het moment dat zij werkloos werden en voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen, ongeacht hun leeftijd. Uitvoering door gemeenten. IAU Incidentele Aanvullende Uitkering. Wanneer gemeenten het bijstandsbudget met minimaal 10% overschrijden, kunnen ze over dat jaar een IAU aanvragen. IOAZ Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen - bijstand voor mensen van 55 jaar of ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte ex-zelfstandigen (ongeacht hun leeftijd) die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen. Uitvoering door gemeenten. MAU Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU). Bedoeld voor gemeenten die meerdere jaren achter elkaar een tekort hebben op het bijstandsbudget als gevolg van een stoornis in het verdeelmodel van het macrobudget. WWB Wet werk en bijstand bijstand voor mensen zonder eigen financiële middelen. Sinds 1 januari 2015 opgegaan in de Participatiewet. Uitgevoerd door gemeenten. De aanvullende bijstand voor 65-plussers is belegd bij de Sociale Verzekeringsbank.

Colofon Divosa Koningin Wilhelminalaan 5 3527 LA Utrecht Postbus 2758 3500 GT Utrecht T 030-233 23 37 E info@divosa.nl (mailto:info@divosa.nl) www.divosa.nl (http://www.divosa.nl) Auteur Marije van Dodeweerd, Divosa Met dank aan: Evert Jan Slootweg, Divosa Versie 14 november 2016