Kerncijfers financieel gedrag in Nederland 2018

Vergelijkbare documenten
Kerncijfers financieel gedrag in Nederland 2016

Kerncijfers Verantwoord Financieel Gedrag 2015

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten. Juni 2015

Geldzaken in de praktijk

Hoe staan werkzame 50-plussers tegenover pensioen? oktober 2015

Onderzoek. Rapportage. September Pensioenmodule Publieksmonitor

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

Ontwikkeling leerlingaantallen

Financiële opvoeding & het financiële gedrag als volwassene

Uitkomsten analyse genderverschillen FinQ onderzoek door WOMEN Inc.

Actieplan 'Wijzer in geldzaken'

Monitor financieel gedrag 2019

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Schulden van huishoudens dramatisch gestegen. Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document.

Monitor financieel gedrag 2015

Crisismonitor Drechtsteden

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Crisismonitor Drechtsteden

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

3 Hoe pensioenbewust zijn we?

Crisismonitor Drechtsteden

Monitor financieel gedrag 2017

De Bieb op School Resultaten leesmonitor 2018

Factsheet stedelijke economie. 4 e kwartaal 2013

Factsheet stedelijke economie. 2 e kwartaal 2015

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

Internet jaarrapportage werk.nl 2013

Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

Halfjaarrapportage werk.nl 1e helft 2014

Goed omgaan met geld. Achtergronden bij de competenties voor financiële zelfredzaamheid. Nibud, 2012

Factsheet stedelijke economie. 2 e kwartaal 2014

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ).

DONATEURSVERTROUWEN BLIJFT STABIEL

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Onderzoek financiële goede voornemens

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar

Factsheet stedelijke economie. 1 e kwartaal 2015

PENSIOENBAROMETER 2012 Onderzoek van GfK Panel Services in opdracht van Montae

Speech van Klaas Knot bij het congres Ambitie loont Amsterdam, Wibauthuis, 10 november 2016

betaalt nederland 2013 in het kort

OECD Programme for International Student Assessment PISA-2015

HYPOTHEEK INDEX 2E KWARTAAL 2016

Hypotheek Index Q2 2017

Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Kwartaalrapportage uwv.nl - werk.nl Q3 2018

Verkort jaarverslag PHI 2012

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Publieksmonitor Wijzer in Geldzaken. Meting najaar 2012

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

AFM Consumentenmonitor Najaar 2011 Pensioen. December 2011

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Sparen & lenen. Docentenhandleiding bij de interactieve les in LessonUp voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs

Onderzoek financieel fitte werknemers

Koninklijke Hoogheid, geachte heer Robbertsen [DdK Utrecht], geachte heer Bolsius [burgemeester Amersfoort], dames en heren,

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

HYPOTHEEK INDEX 4E KWARTAAL 2016

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Publieksmonitor. & social media. Rapportage I. van Dijk 15 mei 2012

September Jongeren & geld. De financiële situatie en hulpbehoefte van 12- tot en met 24-jarigen. Anna van der Schors Minou van der Werf

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Sterkste groei bij werknemers

De intermediair voor verantwoord lenen. Leef met je hart, leen met verstand.

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

PENSIOENMANAGEMENT NEDERLAND

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Evaluatie van de Digitale Werkplaats

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Crisismonitor Drechtsteden

Werkloosheid gedaald, maar minder mensen aan het werk

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014, 2015 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kwartaalrapportage uwv.nl - werk.nl Q3 2017

Presentatie onderzoeksresultaten consumentenonderzoek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zorgen over het pensioeninkomen. 6 oktober 2011

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vakantiegeld-enquête Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Leningen oversluiten Oversluitonderzoek 2017

Pensioenfondsen ndsen en hun deelnemers,

Holland Imago Monitor Duitsland voorjaar 2013

Hypotheek Index Q3 2017

Resultaten Brugklas. Tevredenheidonderzoek Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nut en noodzaak buurtkranten. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Transcriptie:

Kerncijfers financieel gedrag in Nederland 2018 wijzeringeldzaken.nl

Inhoudsopgave Samenvatting 3 Inleiding 4 Hoofdstuk 1. Volwassenen 5 1.1 Maatschappelijke uitkomsten 5 Financieel welzijn 5 Financiële veerkracht 5 Vertrouwen 8 1.2 Kennis, vaardigheden, houding en gedrag 8 Management van geld 9 Financieel plannen 10 Financiële producten kiezen 11 1.3 Interventies 12 Pensioen 12 Online 13 Hoofdstuk 2. Kinderen en jongeren 18 2.1 Maatschappelijke uitkomsten 18 Financieel welzijn 18 Financiële veerkracht 18 2.2 Kennis, vaardigheden, houding en gedrag 19 2.3 Interventies 21 Leren omgaan met geld in het onderwijs 21 2

Samenvatting Sinds 2015 publiceert Wijzer in geldzaken regelmatig kerncijfers over financieel gedrag van Nederlanders. Deze derde editie van Kerncijfers financieel gedrag is speciaal gemaakt voor het tienjarig jubileum van Wijzer in geldzaken op 21 juni. Het doel van de kerncijfers is om trends op het terrein van financieel welzijn en financieel gedrag in kaart te brengen, en om de effecten van de inspanningen van het platform te monitoren. Bij volwassenen zien we dat mensen in de afgelopen jaren tevredener zijn geworden over hun financiële situatie. Het vertrouwen in financiële instituties klimt na de crisis langzaam uit het dal. Mensen kunnen beter rondkomen en de spaartegoeden nemen gestaag toe. Nederlanders houden hun dagelijkse geldzaken beter in de gaten dan een aantal jaren geleden. Ze staan minder rood en betalen hun rekeningen vaker op tijd. Toch is er niet alleen goed nieuws. De instroom in de schuldhulpverlening ligt met ruim 90.000 nieuwe gevallen in 2017 nog steeds heel hoog. En één op de drie Nederlanders had geen buffer om een grote uitgave op te vangen. Uit CBS-cijfers blijkt dat 3 miljoen Nederlanders financieel kwetsbaar zijn. En mensen zijn nog steeds niet zo goed in financiële planning op langere termijn en het kiezen van financiële producten. Van de jongeren was in 2015 ruim de helft (55%) (zeer) tevreden met zijn of haar financiële situatie. Het percentage jongeren met een schuld daalde van 47% in 2013 naar 37% in 2015. De houding van jongeren ten aanzien van schulden verbeterde in dezelfde periode significant. Uit onderzoek van de OESO blijkt dat één op de vijf jongeren niet de basisvaardigheden heeft die nodig zijn om alledaagse financiële beslissingen te nemen. En nog eens één op de vijf zit precies op dit niveau. Bovendien blijkt dat juist kwetsbare jongeren deze vaardigheden missen. Wijzer in geldzaken en haar partners hebben de afgelopen jaren tientallen interventies ontwikkeld. Veel daarvan zijn geëvalueerd. Een paar highlights: De Week van het geld is uitgegroeid tot een zeer bekende projectweek in het basisonderwijs. 97% van de docenten in het primair onderwijs kent de Week van het geld. Aan de Week van het geld deed in 2018 43% van de leerlingen in de groepen 5 t/m 8 van de basisschool mee. De Week van het geld blijkt een effectieve manier om het gesprek tussen ouders en kinderen over geldzaken te bevorderen: 57% van de ouders die de Week van het geld kent, praat met zijn of haar kind over geldzaken (tegenover 39% van de ouders die de Week van het geld niet kent). Het materiaal dat Wijzer in geldzaken ontwikkelde voor het basisonderwijs wordt elk schooljaar door zo n 20.000 klassen besteld. Omgerekend bereiken we hiermee een half miljoen leerlingen. Bovendien blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat dit materiaal effectief is. De Pensioen3daagse zet mensen (vooral 55-plussers) ertoe aan om actie te ondernemen ten aanzien van hun pensioen. Bijna de helft van de doelgroep ondernam actie naar aanleiding van alle aandacht die er rondom de Pensioen3daagse voor het onderwerp was. Tijdens de Pensioen3daagse logden ruim 270.000 mensen in op www.mijnpensioenoverzicht.nl. Dit lag 5 boven het normale daggemiddelde. De websites van wijzeringeldzaken trokken de afgelopen jaren zo n 4 miljoen bezoekers per jaar. De kwaliteit van het bezoek nam toe: zo n 2 miljoen mensen bleven langer dan 10 seconden op de site. De groei van het aantal bezoekers komt vooral voort uit de ontwikkeling van tools en rekenhulpen. Zo n 640.000 mensen gebruikten in 2017 een van de tools en nog eens 600.000 de rekenhulpen.

Inleiding De kerncijfers in dit rapport zijn onderverdeeld in drie niveaus (zie de onderstaande figuur). Hierbij is onderscheid gemaakt tussen volwassenen en kinderen en jongeren. Figuur 1 Drie niveaus kerncijfers financieel gedrag 1. Volwassenen 2. Kinderen en jongeren Maatschappelijke uitkomsten (1.1) Maatschappelijke uitkomsten (2.1) Kennis, vaardigheden houding en gedrag (1.2) Kennis, vaardigheden houding en gedrag (2.2) Interventies (1.3) Interventies (2.3) Niveau 1: Maatschappelijke uitkomsten Op het niveau van maatschappelijke uitkomsten biedt dit rapport inzicht in trends op het terrein van financieel welzijn, financiële veerkracht en vertrouwen in financiële instituties. Voor kinderen en jongeren zijn deze kerncijfers beperkt van toepassing, omdat zij wat betreft hun geldzaken grotendeels afhankelijk zijn van hun ouders. Het primaire doel van het bevorderen van financiële vaardigheden is dat zij later als volwassenen verantwoord financieel zelfredzaam zijn. Niveau 2: Kennis, vaardigheden, houding en gedrag De kerncijfers op het tweede niveau laten zien in hoeverre alle partijen gezamenlijk erin slagen verantwoord financieel gedrag te bevorderen en waar tekortkomingen en uitdagingen liggen. Het bevorderen van verantwoord financieel gedrag is de gezamenlijke missie van de partners van Wijzer in geldzaken. Dit gebeurt deels door middel van de projecten en programma s die in platformverband worden uitgevoerd. Maar ook daarbuiten nemen partijen initiatieven die tot doel hebben verantwoord financieel gedrag te bevorderen. Dit is niet beperkt tot voorlichtings- en educatieactiviteiten; ook veranderingen in de manier waarop financiële instellingen klanten keuzes voorleggen en regelgeving en toezicht kunnen effect hebben op financieel gedrag van burgers. Niveau 3: Interventies Het derde niveau bevat een overzicht van de belangrijkste resultaten van projecten van het platform. Deze cijfers kunnen gezien worden als Key Performance Indicators (KPIs) van Wijzer in geldzaken. Het doel van de interventies van Wijzer in geldzaken is het bevorderen van verantwoord financieel gedrag. Het zuivere effect van interventies op gedrag zou eigenlijk moeten worden gemeten door experimenten uit te voeren. Effecten van interventies zijn echter lastig te meten als maatschappelijke uitkomsten zoals kennis, vaardigheden, houding en gedrag, omdat hierop een groot aantal omgevingsfactoren van invloed is. Gekozen is daarom voor een aantal indicatoren die bereik meten, aangevuld met indicatoren die zo dicht mogelijk aanliggen tegen effecten op gedrag. Naast actuele gegevens, zijn ook waar mogelijk streefcijfers opgenomen in het betreffende onderdeel van het rapport. Zie: Strategisch Programma Wijzer in geldzaken 2014 2018. http://www.wijzeringeldzaken.nl/bibliotheek/media/ pdf/7158-wig-strategisch-programma-web-nl.pdf

Hoofdstuk 1. Volwassenen 1.1 Maatschappelijke uitkomsten Financieel welzijn De mate waarin consumenten tevreden zijn met hun financiële situatie is een indicator voor financieel welzijn. Figuur 2 laat zien dat Nederlanders tussen 2013 en 2017 tevredener zijn geworden over hun financiële situatie. Het percentage van de consumenten dat de eigen financiële situatie omschrijft als goed of zeer goed steeg van 48% naar 58%. Figuur 2 Tevredenheid financiële situatie 6 55% 5 45% 4 2013 2014 2015 (Bron: Wijzer in geldzaken, Monitor financieel gedrag) 2017 Financiële veerkracht Financiële veerkracht is de mate waarin huishoudens in staat zijn om grote en kleine schokken in hun inkomsten en uitgaven op te vangen. Op het niveau van individuele huishoudens kijken we naar de mate waarin zij een adequate buffer hebben om een plotselinge uitgave op te vangen. Figuur 3 laat zien dat 3 van de huishoudens in 2014 niet in staat was het duurste apparaat indien nodig te vervangen. De instroom in de schuldhulpverlening is vanaf 2008 sterkt toegenomen. De laatste jaren is de instroom stabiel en ligt hij rond 90.000 huishoudens (Figuur 4). Uit CBS-cijfers blijkt dat 3 miljoen Nederlanders financieel kwetsbaar zijn. Opvallend hierbij is dat een relatief groot deel van de financieel kwetsbaren werknemer is: 16% bij mannen en 25% bij vrouwen (zie Figuur 5 en Figuur 6). Mensen zijn de laatste jaren wat beter in staat om maandelijks rond te komen. Het percentage van de mensen dat aangeeft in een gemiddelde maand gemakkelijk of zeer gemakkelijk te kunnen rondkomen en de rekeningen te kunnen betalen is tussen 2013 en 2017 toegenomen van 41 naar 53 (Figuur 7). In Figuur 8 zien we dat op macro-niveau de totale spaartegoeden van huishoudens (deposito s, effecten en vrije spaartegoeden) een stijgende lijn vertonen. CBS (2015): Welzijn in Nederland (http://www.cbs.nl/nl-nl/menu/themas/gezondheid-welzijn/publicaties/publicaties/archief/2015/ welzijn-in-nederland-2014.htm). Het CBS noemt twee aspecten van financieel welzijn: de mate waarin men tevreden is over de huidige financiële situatie en de mate waarin men zich zorgen maakt over de persoonlijke financiële toekomst.

Figuur 3 Vervangingsbuffer 5 4 Ruim voldoende Net voldoende Onvoldoende 3 2 1 2014 (Bron: Nibud, Geldzaken de praktijk) Figuur 4 Instroom schuldhulpverlening 100.000 90.000 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 0 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 (Bron: NVVK, Jaarverslag) Figuur 5 Financieel kwetsbare mannen 10 Werknemer 8 6 4 2 (Bron: CBS) 2016 Geen eigen inkomen Ontvanger uitkering sociale voorziening (bijstand e.d.) Ontvanger uitkering ziekte/arbeidsongeschiktheid Zelfstandige Ontvanger (pre)pensioenuitkering Ontvanger werkloosheidsuitkering 6

Figuur 6 Financieel kwetsbare vrouwen 10 Werknemer 8 6 4 2 (Bron: CBS) 2016 Geen eigen inkomen Ontvanger uitkering sociale voorziening (bijstand e.d.) Ontvanger uitkering ziekte/arbeidsongeschiktheid Zelfstandige Ontvanger (pre)pensioenuitkering Ontvanger werkloosheidsuitkering Figuur 7 Kunnen rondkomen 55% 52% 49% 46% 43% 4 2013 2014 2015 2017 (Bron: Wijzer in geldzaken, Monitor financieel gedrag) Figuur 8 Spaartegoeden 350.000 300.000 250.000 200.000 Deposito s met opzegtermijn (x 1.ooo) Deposito s met vaste looptijd (x 1.ooo) 150.000 100.000 50.000 0 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 (Bron: CBS, Statline) 7

Vertrouwen Vertrouwen van consumenten in financiële instellingen is een belangrijke omgevingsvariabele voor verantwoord financieel gedrag. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat financieel gedrag van consumenten vertrouwen kan beïnvloeden. De Nederlandsche Bank (DNB) meet sinds 2007 het vertrouwen dat mensen hebben in financiële dienstverleners (banken, verzekeraars en pensioenfondsen). We zien dat het vertrouwen na een dip in 2012 langzaam toeneemt (Figuur 9 en Figuur 10). Beide grafieken laten zien dat het vertrouwen tijdens de crisis sterk is gedaald, en vanaf 2012 licht herstelt, maar nog ver onder het niveau van 2007 ligt. Opvallend daarbij is dat het percentage mensen dat laag vertrouwen heeft in pensioenfondsen zeer sterk is gestegen tot 2012, en daar na ook het sterkst weer daalt. Figuur 9 Vertrouwen hoog 9 8 Eigen bank Eigen verzekeraar Eigen pensioenfonds 7 6 5 4 3 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 (Bron: DNB, Staat van het toezicht) Figuur 10 Vertrouwen laag 3 25% Eigen bank Eigen verzekeraar Eigen pensioenfonds 2 15% 1 5% 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 (Bron: DNB, Staat van het toezicht) 1.2 Kennis, vaardigheden, houding en gedrag Uit onderzoek blijkt dat verantwoord financieel gedrag bestaat uit drie componenten (management van geld, financieel plannen en financiële producten kiezen. Voor elk van deze drie componenten rapporteren we een aantal kerncijfers. Banken, verzekeraars en pensioenfondsen hebben ook hun eigen metingen voor vertrouwen. Deze meten meestal het algemene vertrouwen in de betreffende sector. Er is gekozen om in dit rapport de metingen van DNB op te nemen, omdat dit de onderlinge vergelijkbaarheid ten goede komt. Bron: Publieksmonitor (Wijzer in geldzaken, 2013)

Management van geld Onder management van geld verstaan we: het kunnen rondkomen en controle houden op je inkomsten en uitgaven. Mensen zijn de afgelopen paar jaar hun dagelijkse geldzaken beter gaan managen (Figuur 11): het percentage van de mensen dat altijd zijn geldzaken nauwlettend in de gaten houdt steeg van 47% in 2013 naar 53% in 2017. Mensen brengen over het algemeen ook de Nibud-competentie Financiën in kaart brengen beter in praktijk (Figuur 12). Alleen de mate waarin zij hun financiën in kaart brengen is constant gebleven. De mate waarin zij hun wekelijkse banksaldo checken, hun maandelijkse administratie bijwerken en jaarlijks hun uitgaven bijhouden laten een positieve trend zien. Hetzelfde geldt voor de betaaldiscipline. Mensen betaalden hun rekening in 2017 vaker op tijd dan in 2013 en ontvingen in minder gevallen een betalingsherinnering (Figuur 13). De totale roodstand is sterk afgenomen van 14,2 miljoen euro in 2010 naar 9,0 miljoen euro in 2018 (Figuur 14). Figuur 11 Geldzaken in de gaten houden 55% 52% 49% 46% 43% 4 2013 2014 2015 2017 (Bron: Wijzer in geldzaken, Monitor financieel gedrag) Figuur 12 Management van geld 10 9 8 7 6 5 Financiën in kaart brengen Wekelijks banksaldo checken Maandelijks administratie bijwerken Jaarlijks de uitgaven bijhouden 4 3 2012 2015 (Bron: NIbud, geldzaken in de praktijk)

Figuur 13 Betaaldiscipline 78% 75% 72% Rekeningen op tijd betalen Geen betalingsherinneringen 69% 66% 63% 6 2013 2014 2015 2017 (Bron: Wijzer in geldzaken, Monitor financieel gedrag) Figuur 14 Roodstand (x 1.000) 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 0 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 (Bron: CBS Statline) Financieel plannen Financieel plannen geeft aan in hoeverre mensen anticiperen op zekere en onzekere gebeurtenissen die invloed hebben op de huishoudfinanciën op zowel de korte als lange termijn. Spaargedrag bepaalt in belangrijke mate of mensen een adequate buffer hebben voor onverwachte uitgaven. Uit Figuur 15 blijkt dat 32% van de mensen automatisch spaart. Dit aantal was tussen 2012 en 2015 constant. Het percentage van de huishoudens dat een begroting maakt is gegroeid van 21% in 2012 naar 27% in 2015. Het aantal mensen dat inlogt op www.mijnpensioenoverzicht.nl is tussen 2012 en 2016 sterk gegroeid van 2,2 miljoen naar 3,1 miljoen (Figuur 16). 0

Figuur 15 Sparen en begroten 35% 3 Automatisch sparen Begroting maken 25% 2 15% 1 5% 2012 2015 (Bron: NIbud, Geldzaken in de praktijk) Figuur 16 Inloggen pensioenoverzicht 3.500.000 3.000.000 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 0 2012 2013 2014 2015 2016 (Bron: Stichting Pensioenregister, Jaarverslag) Financiële producten kiezen Onder financiële producten kiezen verstaan we het weloverwogen aanschaffen van financiële producten en evalueren van reeds aangeschafte financiële producten. Bij eenvoudige financiële producten gaat het erom dat men verschillende aanbieders vergelijkt. De bijbehorende grafiek (Figuur 17) verloopt bijna horizontaal; ongeveer de helft van de mensen vergelijkt financiële producten voor aanschaf. Daarnaast is het van belang dat men regelmatig kijkt of aangeschafte financiële producten nog bij de situatie passen. De grafiek die hierbij hoort verloopt ook bijna horizontaal; ongeveer 4 van de mensen monitort financiële producten.

Figuur 17 Financiële producten kiezen 6 5 Vergelijken Monitoren 4 3 2 1 2013 2014 2015 2017 (Bron: Wijzer in geldzaken, Monitor financieel gedrag) 1.3 Interventies Pensioen Wijzer in geldzaken organiseert sinds 2012 de Pensioen3daagse. Eén van de doelstellingen van de Pensioen3daagse is om mensen aan te zetten tot actie ten aanzien van hun pensioen. Voorbeelden van acties zijn: zich verdiepen in de persoonlijke pensioensituatie (bijvoorbeeld mijnpensioenoverzicht.nl), extra inkomensvoorzieningen treffen en advies inwinnen bij een deskundige (adviseur, werkgever, pensioenuitvoerder, SVB). We meten jaarlijks welk percentage van de doelgroep (55-plussers) actie onderneemt naar aanleiding van de aandacht voor pensioen rondom de Pensioen3daagse. In Figuur 18 zien we dat dit percentage in de afgelopen jaren sterk is toegenomen naar 48% in 2017. Dit is mede te verklaren uit het feit dat tijdens de Pensioen3daagse de nieuwe levensverwachtingscijfers van het CBS beschikbaar kwamen, op basis waarvan de AOW-leeftijd voor de komende vijf jaar werd vastgesteld door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit leidde tot veel extra aandacht voor het onderwerp pensioen. In 2016 was de aandacht voor de (stijging van) de AOW-leeftijd in de media nog groter dan in 2017. Dit verklaart de piek in 2016. Figuur 19 laat zien dat het aantal gebruikers van de Pensioentool rond de Pensioen3daagse in 2017 sterk toenam naar ruim 100.000. 271.296 mensen bezochten www.mijnpensioenoverzicht.nl van 23 oktober t/m 11 november. Tijdens de 3 dagen van de Pensioen3daagse steeg het bezoek met 5 ten opzichte van het gebruikelijke daggemiddelde Figuur 18 Pensioen3daagse: Actie als gevolg van aandacht voor pensioen 6 5 4 Actie als gevolg van pensioenaandacht Doelstelling 3 2 1 2014 2015 2016 2017 (Bron: OECD, Financial literacy survey) 2

Figuur 19 Pensioen3daagse: gebruik tools 300.000 250.000 Gebruik pensioentool Logins MPO 200.000 150.000 100.000 50.000 0 (Bron: OECD, Financial literacy survey) 2016 2017 Online De website www.wijzeringeldzaken.nl biedt consumenten tips, tools en rekenhulpen en helpt ze op laagdrempelige manier op weg om hun geldzaken op orde te brengen of houden. De afgelopen jaren is er ingezet op het versterken van de online vindbaarheid. Dit heeft ertoe geleid dat het niet-betaalde zoekverkeer in 2017 met 25% is gestegen. De kosten per klik voor het betaalde zoekverkeer zijn door continue optimalisatie gedaald naar gemiddeld 6 cent per klik. Dat leverde 9,5% meer bezoek op de site op. De sociale kanalen (met als belangrijkste Facebook) zorgen ook nog steeds voor een stijgend aantal bezoekers. Via dit kanaal kwamen er in 2017 410.000 bezoekers meer naar de website van Wijzer in geldzaken. Het verwijzend verkeer van nieuwssites is afgenomen. Het blijkt steeds lastiger om doorverwijzingen in nieuwsberichten te realiseren. In totaal heeft het platform met alle sites 3,9 miljoen sessies gehad in 2017 (Figuur 20). Dit is een lichte stijging van 3,5 %. We zien dat na een sterke groei tot aan 2015 het aantal sessies de laatste jaren afvlakt. We denken dat met de huidige inzet van middelen een plafond bereikt is. De belangrijkste onderwerpen waren ook dit jaar weer de AOW, de rekenhulpen en online tools. Het aantal bezochte pagina s is de afgelopen jaren sterk gestegen en komt in 2017 uit op 3,5 pagina per sessie (Figuur 21). En het aantal sessies langer dan 10 seconden vertoont ook een positieve trend (Figuur 22). Dit zijn indicaties dat de kwaliteit van het bezoek toeneemt. De groei van het aantal bezoekers aan de website in de laatste jaren is vooral te verklaren uit een toenemend gebruik van tools en rekenhulpen. Het gebruik van de belangrijkste tools (AOW-tool, Pensioentool en Wat betekent dit voor mij) is sinds 2015 sterk gestegen (Figuur 23). In 2017 zien we een daling van het gebruik van Wat betekent dit voor mij. Die daling is te verklaren uit het feit dat in 2017 weinig nieuwe maatregelen van kracht werden. De AOW-tool is de meest gebruikte tool, met 640.000 gebruikers in 2017. De Pensioentool werd in 2017 door 139.000 mensen gebruikt. We zien dat de afmaakpercentages van de Pensioentool en de tool Wat betekent dit voor mij met 83% respectievelijk 91% erg hoog zijn (Figuur 24). In samenwerking met www.berekenhet.nl biedt Wijzer in geldzaken een groot aantal rekenhulpen aan. Figuur 25 laat zien dat deze rekenhulpen (inclusief de AOW-tool) in 2017 door 1,2 miljoen mensen werden gebruikt. Zonder de AOW-tool was het gebruik in 2017 ruim 600.000. Het aantal gebruikers steeg in de jaren 2013 tot en met 2015 sterk. Daarna is het aantal gebruikers stabiel.

De drie meest gebruikte rekenhulpen zijn: De rekenhulp Kosten Koper (https://www.wijzeringeldzaken.nl/rekenhulpen/rekenhulp-kosten-koper/) De rekenhulp Maandlasten Annuïteitenhypotheek (https://www.wijzeringeldzaken.nl/rekenhulpen/ rekenhulp-maandlasten-annuiteitenhypotheek/) De rekenhulp WW-uitkering (https://www.wijzeringeldzaken.nl/rekenhulpen/rekenhulp-ww-uitkering/) Figuur 26 laat het aantal gebruikers in de afgelopen vijf jaar zien van deze rekenhulpen. In 2017 werden ze respectievelijk 129.000, 73.000 en 81.000 keer gebruikt. Figuur 27, tenslotte, laat het totaal aantal gebruikers van alle tools en rekenhulpen zien. We zien dat in de periode 2013 tot en met 2016 het gebruik van tools en rekenhulpen sterk is toegenomen tot 1,9 miljoen. In 2017 zien we een daling naar 1,7 miljoen. Deze is vooral te verklaren door een daling van het gebruik van de tool Wat betekent dit voor mij (zie ook hierboven). Figuur 20 Aantal websitesessies 4.500.000 4.000.000 3.500.000 3.000.000 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.00.000 500.000 0 2013 2014 2015 2016 2017 (Bron: Wijzer in geldzaken, Webhare / Google Analytics) Figuur 21 Bezochte pagina s 16.000.000 14.000.000 12.000.000 10.000.000 8.000.000 6.000.000 4.000.000 2.000.000 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 Aantal bezochte pagina's Gemiddeld aantal bezochte pagina's 0 2015 2016 2017 0,00 (Bron: Wijzer in geldzaken, Webhare / Google Analytics)

Figuur 22 Aantal sessies langer dan 10 seconden 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 0 2015 2016 2017 (Bron: Wijzer in geldzaken, Webhare / Google Analytics) Figuur 23 Gebruik belangrijkste tools 1.400.000 Gebruik tool wat betekent dit voor mij - regeerakkoord 1.200.000 Gebruik tool wat betekent dit voor mij 1.000.000 Gebruik AOW-tool 800.000 Gebruik pensioentool 600.000 400.000 200.000 0 2014 2015 2016 2017 (Bron: Wijzer in geldzaken, Webhare / Google Analytics)

Figuur 24 Afmaakpercentage belangrijke tools 12 10 8 Afmaakpercentage pensioentool Afmaakpercentage tool wat betekent dit voor mij 6 4 2 2014 2015 2016 2017 (Bron: Wijzer in geldzaken, Webhare / Google Analytics) Figuur 25 Totaal gebruik rekenhulpen 1.400.000 1.200.000 1.000.000 Gebruik rekenhulpen - inclusief AOW Gebruik rekenhulpen - exclusief AOW 800.000 600.000 400.000 200.000 0 2013 2014 2015 2016 2017 (Bron: Wijzer in geldzaken, Webhare / Google Analytics) 6

Figuur 26 Gebruik belangrijkste rekenhulpen 160.000 140.000 Kosten koper Annuïteitenhypotheek WW 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 2013 2014 2015 2016 2017 (Bron: Wijzer in geldzaken, Webhare / Google Analytics) Figuur 27 Totaal gebruik tools en rekenhulpen 2.000.000 1.800.000 1.600.000 Gebruik rekenhulpen (exclusief AOW) Gebruik tools (inclusief AOW) 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 2013 2014 2015 2016 2017 (Bron: Wijzer in geldzaken, Webhare / Google Analytics) 7

Hoofdstuk 2. Kinderen en jongeren 2.1 Maatschappelijke uitkomsten Financieel welzijn De mate waarin jongeren tevreden zijn met hun financiële situatie is een indicator voor financieel welzijn. Zoals Figuur 28 laat zien, was ruim de helft (55%) van de jongeren in 2015 tevreden of zeer tevreden met zijn of haar financiële situatie. In 2013 en 2014 was dit respectievelijk 55% en 51%. Figuur 28 Financieel welzijn jongeren 6 55% 5 2013 2014 2015 (Bron: Nibud, Jongerenonderzoek) Financiële veerkracht Uit Figuur 29 blijkt dat het percentage jongeren met een schuld is gedaald. In 2013 was het percentage van de jongeren tussen 18 en 24 met minimaal één schuld nog 47%, in 2015 was dit gedaald naar 37%. Bij studieschulden en betalingsachterstanden is een dalende trend te zien. Het percentage van de jongeren dat geld geleend heeft van anderen was gestegen van 20 naar 28. Het percentage jongeren dat een roodstandfaciliteit heeft bleef vrijwel constant (rond de 5%). Figuur 29 Jongeren met schulden 5 Met schuld 4 3 Met studieschuld Geld geleend van anderen Met betalingsachterstand Met roodstand 2 1 2013 2014 2015 (Bron: Nibud, Jongerenonderzoek) CBS (2015): Welzijn in Nederland (http://www.cbs.nl/nl-nl/menu/themas/gezondheid-welzijn/publicaties/publicaties/archief/2015/ welzijn-in-nederland-2014.htm)

2.2 Kennis, vaardigheden, houding en gedrag De houding van jongeren ten opzichte van schulden is de afgelopen jaren verbeterd en minder jongeren onder de 18 jaar lenen. Ook kan voorzichtig de conclusie getrokken worden dat het spaargedrag van jongeren is verbeterd. Uit het Nibud-jongerenonderzoek waaruit de gegevens voor Figuur 30 afkomstig zijn blijkt dat jongeren het hebben van een schuld vaker als een probleem ervaren. Dit geldt voor vrijwel alle type schulden (studieschuld, betalingsachterstand, lening). Alleen geld lenen van anderen (familie of vrienden) ervaren jongeren minder als een probleem dan in eerdere jaren. De OESO doet eens in de drie jaar onderzoek naar kennis en vaardigheden van 15-jarigen in meer dan 60 landen. In dit PISA-onderzoek worden sinds 2012 ook financiële vaardigheden meegenomen. Nederland deed in 2015 voor het eerst mee. Uit de resultaten blijkt dat één op de vijf 15-jarigen in Nederland niet het basisniveau (niveau 2) heeft om alledaagse financiële beslissingen te nemen (Figuur 31). Nog een 18,5% zit precies op dat niveau. Dit is bij elkaar 38,7%. Nederland scoort hiermee significant slechter dan het OESO-gemiddelde (44,2%). Bovendien geldt dat er een sterke link is met sociaal-economische achtergrond: leerlingen uit lagere sociaaleconomische milieus scoren significant minder goed op financiële vaardigheden. In 2013 kreeg 6 van de kinderen op een vast tijdstip in de week of in de maand zakgeld (Figuur 32). Het percentage jongeren dat (automatisch) een vast bedrag spaart, is tussen 2013 en 2015 gestegen van 18 naar 20 (Figuur 33). Opvallend is dat jongeren minder vaak een vast bedrag gaan sparen, naarmate zij ouder worden. Het percentage jongeren dat regelmatig of vaak leent daalde van 19 in 2013 naar 17 in 2014 (Figuur 34). Figuur 30 Probleemervaring jongeren schulden 35% 3 25% 2 15% Houding betalingsachterstand Houding geleend geld van anderen Houding lening Houding studieschuld Houding schuld (totaal) 1 5% 2013 2014 2015 (Bron: Nibud, Jongerenonderzoek) Figuur 31 Financiële geletterdheid 10 Niveau 3-5 8 6 Niveau 2 Niveau 1 4 2 (Bron: OESO: PISA Financial Literacy) 2015

Figuur 32 Zakgeld op vast tijdstip 7 6 5 4 3 2 1 2013 (Bron: Nibud, Kinderonderzoek) Figuur 33 Spaargedrag jongeren 12-24 3 25% 2 Spaargedrag 12-14 Spaargedrag 15-17 Spaargedrag 18-24 Spaargedrag totaal 15% 1 5% 2013 2014 2015 (Bron: Nibud, Kinderonderzoek) Figuur 34 Leengedrag jongeren 2 Percentage jongeren tot 18 dat regelmatig of vaak leent 17,5% 15% 2013 2014 (Bron: Nibud, Jongerenonderzoek) 20

2.3 Interventies Leren omgaan met geld in het onderwijs Sinds 2010 organiseert Wijzer in geldzaken jaarlijks de Week van het geld, die tot doel heeft om financiële vaardigheden in de klas aan de orde te stellen. Figuur 35 laat de deelname aan de Week van het geld zien sinds 2011. We zien dat de deelname in de loop van de jaren is gestegen naar 47% van de docenten in het schooljaar 2016-2017. In het afgelopen schooljaar daalde de deelname van docenten tot 35%. Daarmee zitten we op het niveau van 2013-2014. Bij leerlingen in groep 5 t/m 8 zien we een soortgelijk beeld. Deelname daalde in het afgelopen schooljaar naar 43%, na een stijging in de jaren ervoor. Mogelijke verklaringen voor de daling zijn dat het onderwijs dit voorjaar geraakt werd door een griepgolf en stakingen, en dat de Week van het geld vlak na de voorjaarsvakantie viel. De bekendheid van de Week van het geld onder ouders en docenten is in de afgelopen jaren ongeveer gelijk gebleven (Figuur 37 en Figuur 38). De Week van het geld is onder docenten inmiddels een zeer bekende week, vergelijkbaar met de Kinderboekenweek; de geholpen bekendheid ligt rond de 97%. We zien tegelijkertijd dat 82% van de docenten in groep 7/8 buiten de Week van het geld aandacht geeft aan leren omgaan met geld (Figuur 36). In eerdere jaren lag dit rond de 45%. Kinderen die met hun ouders praten over geldzaken vertonen op latere leeftijd meer verantwoord financieel gedrag, zo blijkt uit onderzoek. Daarom wordt in de evaluatie van de Week van het geld onder meer aan kinderen gevraagd of zij vragen stellen over geldzaken. Aan ouders wordt gevraagd of zij in de twee weken voorafgaand aan de Week van het geld met hun kinderen over geldzaken gesproken hebben. De resultaten staan in Figuur 40 en Figuur 41. Hieruit blijkt dat ouders die de Week van het geld kennen vaker met hun kinderen over geld praten dan ouders die de Week van het geld niet kennen. Kinderen die meedoen aan de Week van het geld stellen vaker vragen over geld dan kinderen die niet meedoen aan de week van het geld. Het lijkt er dus op dat de Week van het geld ertoe bijdraagt dat ouders en kinderen vaker met elkaar praten over geldzaken. Wijzer in geldzaken ontwikkelde samen met Zwijsen lespakketten voor het basisonderwijs (groepen 3 tot en met 8). De vraag naar deze lespakketten groeit nog steeds. In het schooljaar 2016-2017 werden 23.640 lespakketten besteld, een groei van 14% ten opzichte van het jaar daarvoor (Figuur 37). Daarnaast zijn er 3.573 blocnotes met het nieuwe thema Echt of nep? besteld. Een deel hiervan was onderdeel van een eerder besteld lespakket, een deel is apart besteld. Uit de stijging ten opzichte van het aantal bestelde lespakketten in het jaar 2015/2016 leiden wij af dat deelname aan de NOT-beurs (Nationale Onderwijs Tentoonstelling) een goede aanjager is voor het verspreiden van ons lesmateriaal. Uit onderzoek naar het gebruik van de pakketten wordt duidelijk dat we hiermee naar schatting ruim 500.000 leerlingen bereiken. Uit onderzoek naar de effectiviteit van het materiaal van groep 7, dat door Universiteit Leiden werd uitgevoerd, blijkt dat dit materiaal bijdraagt aan het vergroten van financiële vaardigheden van de leerlingen. Het cijfer is niet helemaal vergelijkbaar, omdat in 2018 specifieke voorbeelden van mogelijke activiteiten in de vraag waren opgenomen. 2

Figuur 35 Deelname Week van het geld (PO) 6 5 4 Deelname Week van het geld (docenten groep 7/8) Deelname Week van het geld (leerlingen groep 5-8) 3 2 1 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 (Bron: Wijzer in geldzaken, Evaluatie Week van het geld) Figuur 36 Les over geldzaken gedurende het schooljaar 85% 8 Activiteit buiten de Week van het geld (groep 7/8) 75% 7 65% 6 55% 5 45% 4 2015-2016 2016-2017 2017-2018 (Bron: Wijzer in geldzaken, Evaluatie Week van het geld) 22

Figuur 37 Aantal bestelde lespakketten 25.000 Bereik lespakketten PO (#klassen) 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2014-2015 2015-2016 2016-2017 (Bron: EDG, Distributiegegevens) Figuur38 Bekendheid onder ouders 6 5 Geholpen bekendheid ouders Week van het geld (PO) Spontane bekendheid ouders Week van het geld (PO) 4 3 2 1 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 (Bron: Wijzer in geldzaken, Evaluatie Week van het geld) 2

Figuur 39 Bekendheid onder docenten (PO) 10 9 8 Geholpen bekendheid ouders Week van het geld (PO) Spontane bekendheid ouders Week van het geld (PO) 7 6 5 4 3 2 1 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 (Bron: Wijzer in geldzaken, Evaluatie Week van het geld) Figuur 40 Financiële opvoeding - met kinderen praten over geldzaken 7 6 Kent Week van het geld wel Kent Week van het geld niet 5 4 3 2 1 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 (Bron: Wijzer in geldzaken, Evaluatie Week van het geld) 2

Figuur 41 Vragen stellen over geld 3 25% Wel meegedaan aan Week van het geld Niet meegedaan aan Week van het geld 2 15% 1 5% 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 (Bron: Wijzer in geldzaken, Evaluatie Week van het geld) 2