FUWA BVE , 14 september 2006

Vergelijkbare documenten
Bezwaarde benoemd in de functie van onderwijsassistent schaal 5: bezwaar gegrond

FUWA RK 05/14, 10 november 2005

FUWA RK VO , 6 oktober 2011

Bezwaarde benoemd in de functie beleidsmedewerker/projectleider c met Schaal 11: bezwaar ongegrond

FUWA RK VO , 6 december 2011

FUWA RK 04/16, 15 december 2004

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET CONFESSIONEEL BVE

LANDELIJKE BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING KATHOLIEK ONDERWIJS

FUWA RK VO , 22 november 2012

FUWA RK 05/06, 18 mei 2005

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer F. Verschuren

LANDELIJKE BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

FUWA BVE , 2 maart 2006

FUWA RK 05/05, 18 mei 2005

UITSPRAAK. [Bestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever

FUWA RK , 12 november Samenvatting FUWA RK

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

Landelijke bezwarencommissie onderwijs inzake functiewaardering (mr. B.K. Olivier, B.A. Béguin, drs. W.A.J. van de Giesen)

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

Uitspraaknr. F

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

SAMENVATTING Bezwaar tegen de waardering als Docent B, schaal 10; HBO

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEAARDERING VOOR HET CHRISTELIJK EN ALGEMEEN BIJZONDER PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

SAMENVATTING ADVIES. de bestuurscommissie van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Commissie van Advies bezwaren functiewaardering Politie

UITSPRAAK. A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. G. Wind en voor deze de heer G. van Poppel

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

Uitspraaknr. F

FUWA RK , 18 november Samenvatting Fuwa RK Bezwaarde niet benoemd in LC-functie: bezwaar ongegrond.

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

SAMENVATTING UITSPRAAK

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. W. Brussee

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G.

SAMENVATTING U I T S P R A AK

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING UITSPRAAK

UITSPRAAK. [verweerder], gevestigd te [plaatsnaam], verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

UITSPRAAK. [het schoolbestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. C.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

SAMENVATTING Bezwaar tegen waardering als intaker/ondersteuner PCL schaal 7; PO

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

Reglement Landelijke bezwarencommissie functiewaardering confessioneel BVE

Commissie van Advies bezwaren functiewaardering Politie

FUWA BVE , 19 september 2000

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

J A A R V E R S L A G Landelijke bezwarencommissie Functiewaardering po, vo en mbo

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.

Functie: Medewerker administratieve organisatie en interne controle

SAMENVATTING /105232/105225/104876/ Bezwaren (5) tegen waardering als docent LB (vavo); BVE

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees

Commissie van Beroep PO

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.

SAMENVATTING UITSPRAAK

In het verslagjaar was de Commissie als volgt samengesteld:

het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever

In het verslagjaar was de Commissie als volgt samengesteld:

Commissie van Beroep PO

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting voor D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

Reglement Interne Bezwarencommissie Friesland College Sectie Cursisten

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.

SAMENVATTING /104138/104140/104142/104145/ Bezwaren tegen indeling in docent LB (Praktijkonderwijs); VO

Reglement Bezwarencommissie functiewaardering voor het katholiek onderwijs (gewijzigd per )

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het christelijk en algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs

Landelijke bezwarencommissie onderwijs inzake functiewaardering (mr. B.K. Olivier, B.A. Béguin, drs. W.A.J. van de Giesen)

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. S.K. Oskam

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

Commissie van beroep vo

het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

SAMENVATTING U I T S P R A AK

UITSPRAAK in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer D

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

Commissie van Advies bezwaren functiewaardering Politie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies)

SAMENVATTING Klacht over niet rechtsgeldige inschrijving, niet meewerken aan uitschrijving en inadequate informatievoorziening; BVE

UITSPRAAK 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE. Samenvatting , en

FUWA RK 05/03, 14 april 2005

SAMENVATTING. het College van bestuur van de C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van B, gevestigd te Z, verweerder, hierna te noemen de werkgever

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Transcriptie:

FUWA BVE 2006-02, 14 september 2006 Samenvatting FUWA BVE 2006-02 Specialist ICT schaal 7: bezwaar ongegrond voor zover het gericht is op het verkrijgen van de functie van Applicatiebeheerder Instellingsbreed en bezwaar gegrond voor zover het gericht is tegen de beschrijving van de functie van Specialist ICT in relatie tot de opgedragen taken. De Commissie overweegt dat het bezwaar van bezwaarde de beschrijving van de functie in relatie tot de opgedragen werkzaamheden betreft. Het bezwaar van bezwaarde spitst zich toe op de weergave in de functiebeschrijving van de instellingsbrede taken die hij op het gebied van het applicatiebeheer vervult. Uit de inhoud van de overgelegde stukken leidt de Commissie af dat het in casu gaat om organieke functiebeschrijvingen. Dit betekent enerzijds dat de functiebeschrijving niet alle taken behoeft te bevatten die aan een functionaris zijn opgedragen en anderzijds dat in de functiebeschrijving taken kunnen zijn opgenomen die door een functionaris niet worden vervuld. Voorts blijkt uit de gedingstukken dat ter zake van de functies op het gebied van de ICT om redenen van eenvoud en overzichtelijkheid gekozen is voor zogenoemde combinatiefuncties. Dit zijn functies waarbinnen een combinatie van verschillende taakgebieden, zoals applicatiebeheer en netwerkbeheer, voorkomt. Daarbij komt dat met name op het gebied van ICT zich een toename voordoet van een concentratie van uitvoerende werkzaamheden. Dit brengt mee dat functionarissen van de vestigingen in toenemende mate instellingsbrede taken uitvoeren. Een dergelijke functionaris wordt functioneel aangestuurd door een centrale dienst van de instelling. De Commissie overweegt dat voor wat betreft de weergave van de werkzaamheden de beschrijving van de functie van Specialist ICT op een aantal onderdelen verschilt van de beschrijving van Applicatiebeheerder Instellingsbreed. In het onderdeel werkzaamheden in de functiebeschrijving van de Specialist ICT is voor zover het betreft het resultaatgebied applicatiespecialist sprake van: het informeren en adviseren van gebruikers over de toepassingsmogelijkheden van de applicaties in de toegewezen systemen (kan instellingsbreed) en het assisteren van de gebruikers bij de uitvoering; het ontwikkelen van de applicaties ten behoeve van het genereren van managementinformatie; het voeren van het applicatiebeheer over operationele toegewezen systemen (kan instellingsbreed); en het leveren van gegevens voor rapportage. In het onderdeel werkzaamheden in de functiebeschrijving van de Applicatiebeheerder Instellingsbreed is sprake van: het zorg dragen voor applicatie-ontwikkeling en applicatiebeheer van softwarepakketten; het analyseren van onderwijsprocessen ten behoeve van de implementatie van software; het ondersteunen van gebruikers, het voeren van het beheer over de instellingsbrede databases; het ondersteunen en instrueren van de locale applicatiebeheerders; het zorg dragen voor de implementatie van de toegewezen applicatie(s); en het leveren van gegevens voor rapportage. Blijkens de inhoud van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting stelt bezwaarde zich op het standpunt, hier in hoofdzaak weergegeven: zorg te dragen voor de instellingsbrede applicatie-ontwikkeling van ELO onder meer door onderwijsprocessen te analyseren ten behoeve van de implementatie van de software; zorg te dragen voor het instellingsbrede applicatiebeheer van ELO onder meer door regelmatig overleg te voeren met het Hoofd ICT van de instelling en met de coördinerende systeembeheerders van de verschillende vestigingen; gebruikers te ondersteunen door regelmatig workshops, demo s en scholing betreffende het gebruik van ELO te verzorgen en door hiervoor hun vraagbaak te zijn; het beheer te voeren over instellingsbrede daabases door procedures en richtlijnen te beschrijven ten behoeve van het gebruik van de software (N@Tschool); de locale applicatiebeheerders te ondersteunen en te instrueren door hun centrale aanspreekpunt te zijn (N@Tschool); en zorg te dragen voor de implementatie van de toegewezen applicatie(s) door het doen van voorstellen ten behoeve van het instellingsbrede applicatiebeheer, door het ontwerpen van procedures en richtlijnen en door het aanmaken van autorisatieprofielen (N@Tschool). Het bevoegd gezag heeft het standpunt van bezwaarde niet dan wel onvoldoende weersproken.

Partijen hebben ter zitting verklaard dat bezwaarde voor het vervullen van zijn instellingsbrede werkzaamheden, ongeveer 40%, uitsluitend en direct wordt aangestuurd door het Hoofd ICT Beleid van de instelling, en voorts dat de personeelskosten die samenhangen met de instellingbrede inzet van bezwaarde volledig ten laste komen van de Centrale Dienst ICT van de instelling. Naar het oordeel van de Commissie vormt de beschrijving van de werkzaamheden van de Applicatiebeheerder Instellingsbreed naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een adequate weergave van de werkzaamheden die bezwaarde instellingsbreed en voor een substantieel deel van zijn werkzaamheden vervult. Dit kan niet worden gezegd van de beschrijving van de instellingsbrede werkzaamheden zoals opgenomen in de aan bezwaarde aangeboden functie van Specialist ICT. De Commissie stelt vast dat het bezwaar van bezwaarde in zoverre gegrond is. Tussen partijen is in confesso dat bezwaarde daarnaast voor 60% van zijn betrekkingsomvang werkzaamheden vervult als netwerkspecialist van de vestiging D. Deze werkzaamheden houden kort samengevat in dat bezwaarde het netwerk van de vestiging beheert, de invoering van nieuwe netwerkcomponenten begeleidt en (onderdelen van) het netwerk of het automatiseringssysteem ontwikkelt. Over de kwaliteit van de uitvoering van deze werkzaamheden legt bezwaarde verantwoording af aan de Coördinator ICT en de Vestigingsdirecteur van de vestiging D. Bezwaarde heeft niet gesteld, en het is de Commissie ook niet gebleken, dat bezwaarde bedenkingen heeft tegen de functiebeschrijving van Specialist ICT, voor zover deze zijn vestigingsgebonden werkzaamheden weergeeft. De Commissie constateert dat de vestigingsgebonden werkzaamheden van bezwaarde als waarvan hier sprake is niet voorkomen in de functiebeschrijving van de Applicatiebeheerder Instellingsbreed. Naar het oordeel van de Commissie mist het bezwaar van bezwaarde voor zover dit gericht is op het verkrijgen van een benoeming in de functie van Applicatiebeheerder Instellingsbreed daardoor voldoende feitelijke grondslag. Op grond van het bovenstaande komt de Commissie tot de slotsom dat het bezwaar van bezwaarde ongegrond is voor zover dit gericht is op het verkrijgen van een benoeming in de functie van Applicatiebeheerder Instellingsbreed en gegrond voor zover dit gericht is tegen de beschrijving van de aangeboden functie van Specialist ICT in relatie tot de hem opgedragen instellingsbrede taken. BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING CONFESSIONEEL BVE FUWA BVE 2006-02 Uitspraak Inzake het bezwaar van de heer A te B hierna ook te noemen 'de bezwaarde', tegen het besluit van 19 mei 2006, waarbij het College van Bestuur ROC C te D, hierna ook te noemen 'het bevoegd gezag', het besluit handhaaft om de heer A te benoemen in de functie van Specialist ICT met een waardering in salarisschaal 7 verklaart de Bezwarencommissie Functiewaardering confessioneel BVE: het bezwaar van de heer A ongegrond voor zover dit gericht is op het verkrijgen van een benoeming in de functie van Applicatiebeheerder Instellingsbreed en gegrond voor zover dit gericht is tegen de beschrijving van de aangeboden functie van Specialist ICT in relatie tot de hem opgedragen taken. Zitting De Bezwarencommissie Functiewaardering confessioneel BVE, hierna te noemen 'de Commissie', heeft het bezwaar behandeld in een zitting van 14 september 2006 te Amersfoort. De in het reglement bezwarencommissie functiewaardering confessioneel BVE opgenomen procedurele termijnen zijn gedeeltelijk overschreden op grond van buiten de partijen en de Commissie gelegen omstandigheden. Ter zitting zijn verschenen:

de heer A, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. C. de Wever; en het bevoegd gezag, vertegenwoordigd door mevrouw drs. E, Hoofd P&O Beleid, drs. F, Vestigingsdirecteur van de vestiging G, en de heer H, Hoofd ICT Beleid. Verloop van de procedure en het advies van de Commissie Arbeidszaken ROC C In het kader van het actualiseren van het functiebouwwerk van ROC C heeft het bevoegd gezag de heer A bij schrijven van 7 juni 2005 op de hoogte gesteld van diens benoeming in de functie van Specialist ICT met een waardering in salarisschaal 7. Tegen dit besluit heeft de heer A bedenkingen geuit bij de vestigingsdirecteur. Bij schrijven van 4 november 2005 heeft het bevoegd gezag de heer A bericht de beschrijving van de functie Specialist ICT op enkele punten te hebben aangepast. Tevens heeft het bevoegd gezag bezwaarde hierbij bericht dat deze aanpassingen geen gevolgen hebben voor de waardering van de functie. De heer A heeft bij schrijven van 30 november 2005 bezwaar aangetekend bij de Commissie Arbeidszaken ROC C, hierna te noemen 'de Commissie Arbeidszaken'. De Commissie Arbeidszaken heeft het bevoegd gezag op 17 maart 2006 geadviseerd het bezwaar van de heer A niet gegrond te verklaren omdat zijn taken grotendeels passen bij de beschrijving van de functie Specialist ICT. De Commissie Arbeidszaken heeft het bevoegd gezag in overweging gegeven na te gaan of voor de instellingsbrede taken van bezwaarde een aparte functie kan worden gecreëerd dan wel een toelage kan worden uitgekeerd. Het bevoegd gezag heeft de heer A bij schrijven van 30 maart 2006 bericht de voorlopige beslissing te hebben genomen zijn bezwaar ongegrond te verklaren. Het bevoegd gezag heeft hierbij aangegeven zich tot Alons & Partners, de externe adviseur van het bevoegd gezag op het gebied van functiewaardering, te hebben gewend om inhoud te geven aan de aanbevelingen van de Commissie Arbeidszaken. Bij schrijven van 19 mei 2006 heeft het bevoegd gezag de heer A meegedeeld dat Alons & Partners tot de conclusie is gekomen dat aanpassing van de beschrijving van de functie Specialist ICT niet noodzakelijk is en dat het bevoegd gezag mitsdien het besluit handhaaft bezwaarde te benoemen in de eerder aangeboden functie van Specialist ICT. De heer A is tegen dit bestuursbesluit bij schrijven van 26 juni 2006 in bezwaar gekomen bij de Commissie. Samenvatting van de standpunten van partijen De heer A heeft zijn standpunt uiteengezet in het bezwaarschrift van 26 juni 2006, met bijlagen, en bijgestaan door zijn gemachtigde mondeling ter zitting. Ter zitting heeft de gemachtigde van bezwaarde pleitnotities overgelegd. Het standpunt van de heer A luidt zakelijk weergegeven als volgt. Het bezwaar van de heer A betreft de beschrijving van de functie in relatie tot de opgedragen werkzaamheden. Alons & Partners heeft zich in zijn advies aan het bevoegd gezag gebaseerd op een strategisch document, waarin slechts beschreven zijn de inrichting van de applicatie en het gebruik van de applicatie door de verschillende afdelingen. Uit het strategisch document kan niet worden opgemaakt welke werkzaamheden bezwaarde feitelijk verricht. Bezwaarde voert structureel en voor een substantieel deel van zijn taken het technisch en functioneel beheer over een centraal applicatiesysteem, ELO geheten. Een aantal werkzaamheden zoals beschreven in de functie van Specialist ICT komt overeen met de werkzaamheden zoals weergegeven in de functie van Applicatiebeheerder Instellingsbreed. Naast deze overeenkomende werkzaamheden voert de heer A een groot aantal werkzaamheden uit dat niet beschreven is in de functie van Specialist ICT, maar dat wel is opgenomen in de functie van Applicatiebeheerder Instellingsbreed.

De werkzaamheden van de functionaris die benoemd is in de functie van Applicatiebeheerder Instellingsbreed hebben betrekking op een administratieve applicatie. De werkzaamheden die bezwaarde instellingsbreed uitvoert, hebben betrekking op een educatieve applicatie. Voor de onderwijsinstelling is de administratieve applicatie van even groot belang als de educatieve applicatie. De heer A is voor 40% van zijn betrekkingsomvang belast met het beheer en de ontwikkeling van de centrale applicatie ELO (elektronische leeromgeving). Bezwaarde wordt hierbij inhoudelijk aangestuurd door het Hoofd ICT Beleid van de stafdienst ICT van ROC C. Deze aansturing staat los van die welke hij voor het overige deel van zijn werkzaamheden krijgt van de Coördinator ICT en de Vestigingsdirecteur van de vestiging B. De functiebeschrijving van Applicatiebeheerder Instellingsbreed sluit beter aan bij de werkzaamheden van de heer A dan de functiebeschrijving van Specialist ICT. Een andere mogelijkheid om tegemoet te komen aan zijn bezwaren is dat het bevoegd gezag voor de functie van de heer A een beschrijving opstelt waarin de opgedragen instellingsbrede werkzaamheden voldoende tot uitdrukking komen. Het bevoegd gezag heeft zijn standpunt uiteengezet in het verweerschrift van 14 juli 2006, met bijlagen, en mondeling ter zitting. Het standpunt van het bevoegd gezag luidt zakelijk weergegeven als volgt. De functie van Applicatiebeheerder Instellingsbreed is een functie bij een ander organisatie-onderdeel van ROC C, namelijk de Centrale Diensten. Inwilliging van het verzoek van de heer A tot benoeming in de functie van Applicatiebeheerder Instellingsbreed betekent in feite dat hij wordt overgeplaatst naar een ander onderdeel van de organisatie, zonder dat daar sprake is van een vacature. De heer A verzoekt de Commissie uit te spreken dat het bevoegd gezag een aparte functiebeschrijving opmaakt. De Commissie Arbeidszaken heeft dit het bevoegd gezag in overweging gegeven. De Commissie Arbeidszaken heeft geconstateerd dat de door de Specialist ICT af te leggen verantwoording duidelijk verschilt van die welke de Applicatiebeheerder Instellingsbreed aflegt. Naar het oordeel van de Commissie Arbeidszaken zijn de taken van de heer A in voldoende mate te herkennen in de hem toegekende functie. Het bevoegd gezag heeft zich voor advies tot Alons & Partners gewend om inhoud te geven aan de aanbevelingen van de Commissie Arbeidszaken. Aan het advies van Alons & Partners hebben ten grondslag gelegen het strategische inrichtingsplan N@tschool, de stukken die door partijen zijn ingebracht bij de Commissie Arbeidszaken en de gronden waarop haar advies berust. De Commissie Arbeidszaken heeft in haar advies aangegeven dat de instellingsbrede taken van bezwaarde op een tweetal kenmerken tot hogere scores moeten leiden gelet op de aard van de werkzaamheden en de vereiste expertise. Op basis van deze overweging heeft de Commissie Arbeidszaken het bevoegd gezag in overweging gegeven na te gaan of er voor de heer A niet een aparte functie kan worden gecreëerd. Die vraag heeft Alons & Partners afdoende beantwoord, waardoor de noodzaak ontbreekt een dergelijke functie te creëren. Omdat de instellingsbrede taken die de heer A op het gebied van het applicatiebeheer vervult al binnen de functie van Specialist ICT vallen, doet het er niet meer toe of de omvang van dit gedeelte van de functie 20%, 40% of zelfs 80% is. Overwegingen en conclusie van de Commissie De Commissie stelt vast dat het voorliggende bezwaar gebaseerd is op artikel D-15 van de CAO BVE, dat de werknemer de mogelijkheid biedt om bezwaar te maken bij de externe bezwarencommissie functiewaardering tegen de waardering en/of beschrijving van de functie in relatie tot de opgedragen

werkzaamheden. Het bevoegd gezag is aangesloten bij de Commissie. De Commissie is bevoegd van het bezwaar kennis te nemen. De Commissie stelt voorts vast dat de heer A binnen de aan hem gestelde termijn bezwaar heeft aangetekend bij de Commissie. Het bezwaar betreft de beschrijving van de functie in relatie tot de opgedragen werkzaamheden. De Commissie toetst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid of de beschrijving van de functie past bij de opgedragen werkzaamheden. De uitspraak van de Commissie is bindend voor beide partijen. Het bezwaar van de heer A betreft de beschrijving van de functie in relatie tot de opgedragen werkzaamheden. Het bezwaar van de heer A spitst zich toe op de weergave in de functiebeschrijving van de instellingsbrede taken die hij op het gebied van het applicatiebeheer vervult. Ten aanzien van de beschrijving van de functie waarin de heer A is benoemd in relatie tot de werkzaamheden van bezwaarde overweegt de Commissie als volgt. Uit de inhoud van de overgelegde stukken leidt de Commissie af dat het in casu gaat om organieke functiebeschrijvingen. Dit betekent enerzijds dat de functiebeschrijving niet alle taken behoeft te bevatten die aan een functionaris zijn opgedragen en anderzijds dat in de functiebeschrijving taken kunnen zijn opgenomen die door een functionaris niet worden vervuld. Voorts blijkt uit de gedingstukken dat ter zake van de functies op het gebied van de ICT om redenen van eenvoud en overzichtelijkheid gekozen is voor zogenoemde combinatiefuncties. Dit zijn functies waarbinnen een combinatie van verschillende taakgebieden, zoals applicatiebeheer en netwerkbeheer, voorkomt. Daarbij komt dat met name op het gebied van ICT zich een toename voordoet van een concentratie van uitvoerende werkzaamheden. Dit brengt mee dat functionarissen van de vestigingen in toenemende mate instellingsbrede taken uitvoeren. Een dergelijke functionaris wordt functioneel aangestuurd door een centrale dienst van de instelling. De Commissie overweegt dat voor wat betreft de weergave van de werkzaamheden de beschrijving van de functie van Specialist ICT op een aantal onderdelen verschilt van de beschrijving van Applicatiebeheerder Instellingsbreed. In het onderdeel werkzaamheden in de functiebeschrijving van de Specialist ICT is voor zover het betreft het resultaatgebied applicatiespecialist sprake van: - het informeren en adviseren van gebruikers over de toepassingsmogelijkheden van de applicaties in de toegewezen systemen (kan ROC C-breed) en het assisteren van de gebruikers bij de uitvoering; - het ontwikkelen van de applicaties ten behoeve van het genereren van managementinformatie; - het voeren van het applicatiebeheer over operationele toegewezen systemen (kan ROC C-breed); en - het leveren van gegevens voor rapportage. In het onderdeel werkzaamheden in de functiebeschrijving van de Applicatiebeheerder Instellingsbreed is sprake van: - het zorg dragen voor applicatie-ontwikkeling en applicatiebeheer van softwarepakketten; - het analyseren van onderwijsprocessen ten behoeve van de implementatie van software; - het ondersteunen van gebruikers, het voeren van het beheer over de instellingsbrede databases; - het ondersteunen en instrueren van de locale applicatiebeheerders; - het zorg dragen voor de implementatie van de toegewezen applicatie(s); en - het leveren van gegevens voor rapportage. Blijkens de inhoud van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting stelt de heer A zich op het standpunt, hier in hoofdzaak weergegeven: - zorg te dragen voor de instellingsbrede applicatie-ontwikkeling van ELO onder meer door onderwijsprocessen te analyseren ten behoeve van de implementatie van de software; - zorg te dragen voor het instellingsbrede applicatiebeheer van ELO onder meer door regelmatig overleg te voeren met het Hoofd ICT van de instelling en met de coördinerende systeembeheerders van de verschillende vestigingen; - gebruikers te ondersteunen door regelmatig workshops, demo's en scholing betreffende het gebruik van ELO te verzorgen en door hiervoor hun vraagbaak te zijn;

- het beheer te voeren over instellingsbrede databases door procedures en richtlijnen te beschrijven ten behoeve van het gebruik van de software (N@Tschool); - de locale applicatiebeheerders te ondersteunen en te instrueren door hun centrale aanspreekpunt te zijn (N@Tschool); en - zorg te dragen voor de implementatie van de toegewezen applicatie(s) door het doen van voorstellen ten behoeve van het instellingsbrede applicatiebeheer, door het ontwerpen van procedures en richtlijnen en door het aanmaken van autorisatieprofielen (N@Tschool). Het bevoegd gezag heeft het standpunt van de heer A niet dan wel onvoldoende weersproken. Partijen hebben ter zitting verklaard dat de heer A voor het vervullen van zijn instellingsbrede werkzaamheden, ongeveer 40%, uitsluitend en direct wordt aangestuurd door het Hoofd ICT Beleid van de instelling, en voorts dat de personeelskosten die samenhangen met de instellingbrede inzet van bezwaarde volledig ten laste komen van de Centrale Dienst ICT van de instelling. Naar het oordeel van de Commissie vormt de beschrijving van de werkzaamheden van de Applicatiebeheerder Instellingsbreed naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een adequate weergave van de werkzaamheden die de heer A instellingsbreed en voor een substantieel deel van zijn werkzaamheden vervult. Dit kan niet worden gezegd van de beschrijving van de instellingsbrede werkzaamheden zoals opgenomen in de aan de heer A aangeboden functie van Specialist ICT. De Commissie stelt vast dat het bezwaar van de heer A in zoverre gegrond is. Tussen partijen is in confesso dat de heer A daarnaast voor 60% van zijn betrekkingsomvang werkzaamheden vervult als netwerkspecialist van de vestiging B. Deze werkzaamheden houden - kort samengevat - in dat bezwaarde het netwerk van de vestiging beheert, de invoering van nieuwe netwerkcomponenten begeleidt en (onderdelen van) het netwerk of het automatiseringssysteem ontwikkelt. Over de kwaliteit van de uitvoering van deze werkzaamheden legt de heer A verantwoording af aan de Coördinator ICT en de Vestigingsdirecteur van de vestiging B. De heer A heeft niet gesteld, en het is de Commissie ook niet gebleken, dat bezwaarde bedenkingen heeft tegen de functiebeschrijving van Specialist ICT, voor zover deze zijn vestigingsgebonden werkzaamheden weergeeft. De Commissie constateert dat de vestigingsgebonden werkzaamheden van de heer A als waarvan hier sprake is niet voorkomen in de functiebeschrijving van de Applicatiebeheerder Instellingsbreed. Naar het oordeel van de Commissie mist het bezwaar van de heer A voor zover dit gericht is op het verkrijgen van een benoeming in de functie van Applicatiebeheerder Instellingsbreed daardoor voldoende feitelijke grondslag. Op grond van het bovenstaande komt de Commissie tot de slotsom dat het bezwaar van de heer A ongegrond is voor zover dit gericht is op het verkrijgen van een benoeming in de functie van Applicatiebeheerder Instellingsbreed en gegrond voor zover dit gericht is tegen de beschrijving van de aangeboden functie van Specialist ICT in relatie tot de hem opgedragen instellingsbrede taken. Aldus vastgesteld te Amersfoort op 14 september 2006 door mr. J. Vrakking, voorzitter, de heer B. de Louweren, lid, en P. Voskamp, lid, in tegenwoordigheid van mr. A. Cluitmans-Souren, secretaris.