Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

Vergelijkbare documenten
Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Van Houcke NV. Gemeente Jabbeke. december 2010 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Van Houcke NV. provinciaal rup. bestemmingsplan. plangebied. art. 1 zone voor detailhandel. art. 2 zone voor wonen. art. 3 zone voor buffer.

Regionaal bedrijf Dubaere - Dubatex

Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch

Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

Gemeente Meulebeke, Ingelmunster

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Potyze. Stad Ieper. september 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Inhoudsopgave. Januari 2011 Provinciaal RUP Regionaal bedrijf Ardo 1/12

Historisch gegroeid bedrijf Dejaeghere te Langemark-Poelkapelle

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm

13 DEELPLAN 13 - GRONDWERKEN GEERT MAES

RUP TUINEN VANDEMAELE J. VOORSCHRIFTEN PLANIDENTIFICATIENUMMER: RUP_36010_214_00011_00001 DOSSIERNUMMER BIJ LNE: SCRPL1620

Historisch gegroeid bedrijf Verhelst te Knokke-Heist

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

Stedenbouwkundige voorschriften

16 DEELPLAN BOUWONDERNEMING CANNEYT

Bestaand regionaal bedrijf

1 DEELPLAN 1 - WILLTON PARKETVLOEREN

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

historisch gegroeid bedrijf Aertssen te Stabroek

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Woodstar NV. Avelgem STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Legende 2. STAD WAREGEM Provinciaal RUP Europoint deelgebied 5. verordenend plan. Legende

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Stedenbouwkundige voorschriften

RUP DROWA aanhangwagens bvba

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stedenbouwkundige voorschriften

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke

Stedenbouwkundige voorschriften

Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare

Vulsteke. Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Gemeente Staden. ontwerp mei 2015 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Historisch gegroeid bedrijf

Steenbakkerij Floren en Cie NV

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Stock Americain. Diksmuide. ONTWERP juni 2009 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen

Historisch gegroeid bedrijf

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 57 GRUP VLEESHANDEL MARKEY Studiebureau Demey

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

10 DEELPLAN 10 - GARAGE VANDIERENDONCK

2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen

INHOUDSTAFEL... 1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN...

Historisch gegroeid bedrijf Cordeel te Hoeselt

ONTWERP PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN REGIONAAL BEDRIJF TRANS BETON - DEVOOGHT TE WINGENE

RUP Oudenaardebaan Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Kluisbergen Maart 2012

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Stedenbouwkundige voorschriften

Stedenbouwkundige. voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

stedenbouwkundige voorschriften

Historisch gegroeid bedrijf Steenfabrieken Nelissen NV

Stedenbouwkundige voorschriften Februari Studiebureau Adoplan Ruimtelijke Planning en Stedenbouw Milieu en Mobiliteit

Bestaand regionaal bedrijf

stedenbouwkundige voorschriften

12 DEELPLAN 12 - TUINCENTRUM AVEVE CHRISTIAAN ROMMELAERE

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

TOELICHTEND toelichting en visie

2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen

RUP. Roderveldlaan. VooRSCHRIfTEn. Stadsontwikkeling. Mei

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 59 GRUP ZONEVREEMDE BEDRIJVEN INGELMUNSTER Studiebureau Demey

GRUP Alheembouw Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden December 2013

Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging)

2 DEELPLAN 2 - BEDRIJFSVERZAMELGEBOUW DE AKKER

stedenbouwkundige voorschriften

Sectoraal RUP- zonevreemde bedrijven, tweede fase. Stedenbouwkundige voorschriften. Aangepast op naar aanleiding van het openbaar onderzoek

Algemene voorschriften. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Op te heffen bepalingen. 2. Instandhoudingsregel. 3.

specifiek regionaal watergebonden bedrijventerrein

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Algemene voorschriften. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Op te heffen bepalingen. 2. Instandhoudingsregel. 3.

Stedenbouwkundige. voorschriften

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften

PRUP site Braem nv Handel in/van onderdelen en tweedehandsvrachtwagens te Handzame (Kortemark)

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. Pagina 54 van 73

GRUP Erogal Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

RUP RWZI SINAAI TE SINT-NIKLAAS stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp

Stedenbouwkundige voorschriften


Gemeentelijk RUP Vanderstraeten Transport bvba Nazareth - 19/09/2016 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

RUP Steven Pleysier. STUDIEBUREAU IR. JONCKHEERE bvba PROVINCIE WEST-VLAANDEREN GEMEENTE KOEKELARE. Koningin Astridlaan 134/ BRUGGE 050/

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 43 GRUP DEPLA Studiebureau Demey

stedenbouwkundige voorschriften

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Gevangenis Beveren. Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

Regiostelplaats Antwerpen-Oost

Provincie West-Vlaanderen GEMEENTE LICHTERVELDE. Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans te Sint-Pieters-Leeuw

Brabantnet sneltram A12

ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

RUP Gerda. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp. april Departement ruimte en milieu Dienst ruimtelijke ordening Cel ruimtelijke planning

Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Stedenbouwkundige. voorschriften

Transcriptie:

Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Autohandelslint N32 Roeselare : Ledegem Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp november 2012 dienst ruimtelijke planning T: 050/40.35.33 F: 050/40.33.76 Ruimtelijke.planning@west-vlaanderen.be

Verantwoording Titel : Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Subtitel : Autohandelslint N32 Roeselare : Ledegem Projectnummer : rup_ 213_00107_00001 Datum : November 2012 Opmaak Voorontwerp : Studiebureau Grontmij - Sven De Bevere Auteur(s) : Wouter Billiet E-mail adres : wouter.billiet@west-vlaanderen.be Gecontroleerd door : Wouter Billiet Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : Stephaan Barbery Paraaf goedgekeurd :

Pagina 1 van 19

Stedenbouwkundige voorschriften Artikel 0. Algemene bepalingen 0.1. Toepassingsgebied Onder autohandelszaken worden functies begrepen waarbij de activiteit bestaat uit de aankoop en verkoop van tweedehandsvoertuigen, al dan niet met schade. Ook het uitvoeren van herstellingen aan deze wagens behoort tot deze activiteiten. Erkende merkendealers voor verkoop van nieuwe wagens vallen niet onder dit toepassingsgebied. Tweedehandsverkoop is dus mogelijk bij deze erkende merkendealers. 0.2. Algemene inrichtingsstudie Bij iedere aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor een autohandelszaak, dient het bedrijf een algemene inrichtingstudie te voegen. De algemene inrichtingsstudie dient zowel de huidige als de gewenste indeling van de bedrijfssite weer te geven. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningsverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag. De inrichtingsstudie geeft aan op welke wijze het project in overeenstemming is met de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP. Volgende elementen dienen onderdeel uit te maken van de inrichtingsstudie: Inplanting van de bedrijfsgebouwen; Landschappelijke inpassing van het bedrijf; Materiaalgebruik waarbij gefocust wordt op duurzame en kwaliteitsvolle materialen; Parkeerplaatsen, verkeerscirculatie en afwikkeling, laad en loszone; Waterbeheersing en maatregelen naar duurzaam watergebruik: Milieutechnische maatregelen. De algemene stedenbouwkundige inrichtingsstudie geeft op een duidelijke wijze de beoogde indeling van de volledige bedrijfssite weer. In het bijzonder bevat de inrichtingsstudie maatregelen naar waterbeheersing, milieutechnische maatregelen, de visuele integratie van het bedrijf in de omgeving en de impact van de beoogde ontwikkeling op de ruimtelijke context. Aanplantingsplannen van de niet-bebouwde en niet-verharde zones, maken deel uit van het inrichtingsplan. Dit heeft als doel op een afdoende wijze te kunnen aantonen dat het bedrijf op een goede manier ruimtelijk ingepast is. 0.3. Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen Bij werken van algemeen nut dient de regelgeving ter zake gerespecteerd te worden. Pagina 2 van 19

kunnen in alle zones toegelaten worden, voor zover de schaal en de bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet, materiaalgebruik) ervan geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone. Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden zijn toegelaten. Werken en constructies van openbaar nut zijn bijvoorbeeld het onderhoud en inspectie van waterlopen, verdeelcabines voor distributie, Milieutechnische ingrepen zijn bijvoorbeeld het omlegen van waterlopen, aanpassingswerken aan rioleringen, pompinstallaties,... 0.4. Werken en constructies in functie van waterbeheersing Het waterbergend vermogen van de bedrijfssite mag door de ontwikkeling van de autohandelszaak niet verminderd worden. De maatregelen die genomen worden in functie van waterbeheersing moeten gezien worden in relatie met de betrokken bestemmingzone. De schaal en de bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet en materiaalgebruik) ervan mogen geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone. De afvoer van het hemelwater van daken en verharde oppervlakken, moeten worden opgevangen in voldoende gedimensioneerde reservoirs en bufferbekkens of afgevoerd door infiltratie op eigen terrein. Tenzij anders bepaald door de milieuwetgeving dient alle hemelwater van verharding opgevangen te worden in reservoirs voor herbruik. Vervuild regenwater dient gebufferd en afgevoerd te worden naar de riolering of gezuiverd op eigen terrein alvorens lozing of herbruik. 0.5. Bepaling omtrent aanzetpeil Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt maximaal 0,40 meter hoger ten opzichte van de as van de weg. Het aantal volle bouwlagen wordt gerekend tussen de inkomdorpel en de bovenkant kroonlijst. Artikel 1. Autohandelluw gebied (overdruk) 1.1. Bestemming Binnen deze overdruk is het oprichten van een nieuwe autohandelszaak niet toegestaan. Pagina 3 van 19

1.2. Bestaande autohandelszaak in autohandelluw gebied (symbool) 1.2.1. Bestemming Bestaande autohandelszaken, aangeduid met een symbool (*), gelegen in de overdruk Artikel 1 autohandelluw gebied, kunnen behouden blijven en kunnen beperkt uitbreiden (cf. 1.2.2.). Het symbool in artikel 1.2. vervalt als 5 jaar na de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan niet voldaan is aan de voorschriften onder artikels 1.2.2.5. en 1.2.2.8. 1.2.2. Inrichting en beheer 1.2.2.1. Perceelsgrootte De ontwikkeling van de autohandelszaak dient te gebeuren binnen de bestaande percelen ingenomen door de activiteit, bij de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Een uitbreiding buiten de bestaande percelen is niet toegelaten. Bestaande autohandelszaken die vanuit het provinciaal beleidskader voor autohandel kunnen behouden blijven, worden aangeduid op het grafisch plan. Voorwaarden vanuit het beleidskader zijn dat ze moeten voldoen aan de inrichtingsprincipes en de vergunningstoestand moet in orde gebracht worden. Bij elke stedenbouwkundige aanvraag dient voldaan te worden aan de hierna opgenomen inrichtingsprincipes. In functie van de afdwingbaarheid vervalt de overdruk voor bestaande autohandelszaken als binnen een redelijke termijn van 5 jaar na de inwerkingtreding van het PRUP indien niet is voldaan aan de inrichtingsvoorschriften met betrekking tot buffering en de organisatie van parkeren en laden & lossen. Er wordt specifiek verwezen naar deze twee artikels omdat de verkeersleefbaarheid en de ruimtelijke kwaliteit/inpassing de belangrijkste toetsstenen zijn voor het al dan niet behouden van een autohandelszaak. Vanuit het beleidskader wordt, rekening houdend met de draagkracht van het gebied, geen uitbreidingsmogelijkheden aan de autohandelszaken toegekend. 1.2.2.2. Terreinbezetting & verharding De bebouwde oppervlakte kan tot maximaal 20% toenemen ten opzichte van de bebouwde oppervlakte bij de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Vanuit het beleidskader is een schaalvergroting van bestaande autohandelsfuncties niet wenselijk. Een beperkte uitbreiding van de bebouwde oppervlakte laat een Pagina 4 van 19

Niet bebouwde delen van het terrein mogen verhard worden. optimalisatie van de activiteit toe. 1.2.2.3. Inplanting De inplanting van bebouwing gebeurt: aansluitend op bestaande bebouwing vanaf de rooilijn op minimaal 8 meter en op maximaal 50 meter vanaf de kavelgrens op minimaal 4 meter en op minimaal de kroonlijsthoogte van het gebouw. Bestaande vergunde bebouwing kan behouden blijven. De inplanting van de bebouwing wordt afgestemd op de ruimtelijke context. Er wordt een maximum bebouwingsgrens vanaf de rooilijn aangegeven om te vermijden dat bebouwing te ver in het woonweefsel of de open ruimte zou doordringen. 1.2.2.4. Maximale bouwhoogte De maximale bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen bedraagt 8 meter. Voor technische voorzieningen kan afgeweken worden van deze maximale bouwhoogte. Deze technische voorzieningen kunnen maximaal 5% uit maken van de bebouwde oppervlakte. Onder technische installaties worden verstaan: schoorstenen, luchtafzuiging en ventilatie, warmtepompen, airco-installaties, zonneboiler, 1.2.2.5. Circulatie, parkeren, laden & lossen Er moeten minimaal 2 parkeerplaatsen voor bezoekers worden ingericht op eigen terrein. De inrichting van parkeerplaatsen haaks op de rooilijn is niet toegelaten. De parkeerplaatsen worden aangelegd in waterdoorlatende materialen. Voor douanekantoren en andere verkeersgenerende functies dient voldoende parkeerruimte op eigen terrein voorzien te worden. Binnen het terrein dient een zone voor laden & lossen te worden ingericht. Deze heeft een minimale afmeting van 20 meter bij 4 meter. De zone voor laden & lossen moet Op deze manier wordt vermeden dat parkeren van bezoekers wordt afgewenteld op het openbaar domein. Met parkeren haaks op de rooilijn worden parkeerplaatsen bedoeld die direct toegankelijk zijn van op het openbaar domein. De parkeerplaatsen dienen zodanig ingeplant te worden dat ze enkel toegankelijk zijn via de in/uitrit van de autohandelszaak.. Pagina 5 van 19

vlot toegankelijk zijn van op de openbare weg en mag niet gebruikt worden voor het stapelen van goederen of wagens. Bij grotere autohandelszaken (breedte van het terrein langs de N32 groter dan 50m) dient een zone voor laden & lossen te worden voorzien langs het openbaar domein die toegankelijk is, waardoor manoeuvreerbewegingen van vrachtverkeer op de N32 maximaal kan worden vermeden. Het aantal toegangen van het terrein tot de N32 wordt beperkt. Volgende mogelijkheden zijn toegestaan: Één gebundelde in- en uitrit op de N32 Één inrit en één uitrit op de N32 Bij een breedte van het terrein langs de N32 groter dan 50 meter is bij een gebundelde in- en uitrit op de N32 een bijkomende inrit of uitrit mogelijk. De parkeerplaatsen voor personeel en bezoekers, de zone voor laden & lossen en de ontsluiting naar de N32 moet worden aangeduid op het inrichtingsplan, dat deel uit maakt van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Laden & lossen dient op eigen terrein te worden georganiseerd. Ze mag niet afgewenteld worden op het openbaar domein. Bij grotere autohandelszaken dient een zone voor laden & lossen te worden voorzien langs het openbaar domein die toegankelijk is, waardoor manoeuvreerbewegingen van vrachtverkeer op de N32 maximaal kan worden vermeden. 1.2.2.6. Afsluitingen Afsluitingen en poorten op de rooilijn zijn maximum 1,80m hoog. Afsluitingen ter hoogte van een waterloop dienen te voldoen aan de specifieke Pagina 6 van 19

inrichtingsvoorwaarden/wetgeving omtrent dergelijke waterlopen. 1.2.2.7. Publiciteit Naamaanduiding en logo zijn enkel toegestaan voor zover aangebracht hetzij parallel aan de gevel, hetzij aan de afsluiting op de rooilijn, hetzij door een tekstpaneel dwars op de openbare weg. Naamaanduiding en logo mag slechts één maal worden aangegeven. De ingenomen oppervlakte bedraagt maximum 4m². Publiciteit en lichtbakken zijn niet toegestaan. Opwaarts gerichte lichtbronnen zijn niet toegestaan. 1.2.2.8. Groenbuffer Tussen autohandelszaak en de aangrenzende percelen dient ineen buffer te worden voorzien. De buffer moet voldoen aan de voorwaarden van een visuele afscherming en landschappelijke inpassing. De buffer wordt beplant met streekeigen groen, met het oog op een optimale integratie van de activiteit in de omgeving. De buffer wordt als een samenhangend geheel ingericht. De buffer dient als volgt te worden ingericht: Indien het terrein grenst aan de bestemmingscategorie wonen : dicht groenscherm van 2 meter breed, met uitzondering van delen ingenomen door bestaande vergunde bebouwing en verharding; Indien het terrein grenst aan de bestemmingscategorie landbouw : dicht groenscherm van 5 meter breed, met uitzondering van delen ingenomen door bestaande vergunde bebouwing en verharding. Indien het terrein grenst aan de bestemmingscategorie bedrijvigheid dient geen dicht groenscherm aangeplant te worden. Uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning, na de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, moet de buffer aangelegd en beplant zijn. 1.2.2.9. Zorgvuldig ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit Bij het beoordelen van de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning zal bijzondere aandacht worden besteed aan de manier waarop wordt omgegaan met en zuinig en verantwoord ruimtegebruik, de vormgeving en materiaal gebruik van bebouwing en de integratie in de omgeving. De vergunningverlenende overheid zal zich bij het beoordelen en evalueren van de kwaliteit van het ontwerp baseren op de mate waarin tegemoet wordt gekomen aan de hierboven opgesomde principes. Pagina 7 van 19

Daarbij moet de aanvrager aantonen op welke manier de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voldoet aan volgende principes: Bundelen, stapelen of schakelen van bouwvolumes, voorzieningen, infrastructuur, constructies, e.d. zodat een zo compact mogelijk en functioneel geheel wordt verkregen; De vormgeving en dimensionering van bouwvolumes zodat een duurzaam ruimtegebruik en een goede ruimtelijke inpassing wordt gerealiseerd; Het materiaalgebruik dat afgestemd is op de ruimtelijke context en waarbij de ontwikkeling van de bedrijfssite als een samenhangend ruimtelijk geheel wordt nagestreefd; Voor zover de aard van de activiteiten dit toelaat maximaal gebruik maken van kwalitatieve en duurzame oplossingen en ecologisch verantwoorde technieken wat betreft het stapelen (in open lucht), de opslag en het verwerken van bedrijfsafval, het gebruik van waterdoorlatende verhardingen, waterzuivering, energieverbruik, e.d. Artikel 2. Gebied met uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande autohandel (overdruk) 2.1. Bestemming Binnen deze overdruk is het oprichten van een nieuwe autohandelszaak niet toegestaan. Volgende nieuwe activiteiten zijn wel toegelaten, voor zover deze mogelijk zijn vanuit de onderliggende bestemming en geen autohandel zijn conform definitie van het toepassingsgebied: Garages Carrosseriebedrijven Tankstations Bandencentrales Carwash Volgende activiteiten worden toegelaten omdat uit het beleidskader is gebleken dat dit gebied in aanmerking komt voor dergelijke functies als hoofdfunctie. Binnen de geldende gewestplan/apa-bestemmingen voor woongebied is hier op vandaag geen duidelijkheid omtrent, vandaar de effectieve opname in dit PRUP. Pagina 8 van 19

Artikel 2. Gebied met mogelijkheden voor grootschalige autohandelszaken (overdruk) 2.1. Bestemming Binnen deze overdruk zijn autohandelszaken toegestaan. 2.2. Inrichting en beheer 2.2.1. Inplanting De inplanting van bebouwing gebeurt: vanaf de rooilijn op minimaal 8 meter vanaf de kavelgrens op minimaal 4 meter. Bestaande vergunde bebouwing kan behouden blijven. 2.2.2. Maximale bouwhoogte De maximale bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen bedraagt 12 meter. Voor technische voorzieningen kan afgeweken worden van deze maximale bouwhoogte. Deze technische voorzieningen kunnen maximaal 5% uit maken van de bebouwde oppervlakte. 2.2.3. Circulatie, parkeren, laden & lossen Er moeten minimaal 2 parkeerplaatsen voor bezoekers worden ingericht op eigen terrein. Deze parkeerplaatsen zijn vlot toegankelijk vanaf het openbaar domein. De inrichting van parkeerplaatsen haaks op de rooilijn is niet toegelaten. De parkeerplaatsen worden aangelegd in waterdoorlatende materialen. Voor douanekantoren en andere verkeersgenerende functies dient voldoende parkeerruimte op eigen terrein voorzien te worden. Binnen het terrein dient een zone voor laden & lossen te worden ingericht. Deze heeft een minimale oppervlakte van 20 meter bij 4 meter. De zone voor laden & lossen moet vlot toegankelijk zijn van op het openbaar domein en mag niet gebruikt worden voor het stapelen van goederen of het stallen van wagens. Bij grotere autohandelszaken (breedte van het terrein langs de N32 groter dan 50m) dient een zone voor laden & lossen te worden voorzien langs het openbaar domein die toegankelijk is, waardoor manoeuvreerbewegingen van vrachtverkeer op de N32 maximaal kan worden vermeden. De inplanting van de bebouwing wordt afgestemd op de ruimtelijke context. Onder technische installaties worden verstaan: schoorstenen, luchtafzuiging en ventilatie, warmtepompen, airco-installaties, zonneboiler, Op deze manier wordt vermeden dat het parkeren van bezoekers wordt afgewenteld op openbaar domein. Met parkeren haaks op de rooilijn worden parkeerplaatsen bedoeld die direct toegankelijk zijn van op het openbaar domein. De parkeerplaatsen dienen zodanig ingeplant te worden dat ze enkel toegankelijk zijn via de in/uitrit van de autohandelszaak (zie figuur). Pagina 9 van 19

Het aantal toegangen van het terrein tot de N32 wordt beperkt. Volgende mogelijkheden zijn toegestaan: Één gebundelde in- en uitrit op de N32 Één inrit en één uitrit op de N32 Bij een breedte van het terrein langs de N32 groter dan 50 meter is bij een gebundelde in- en uitrit op de N32 een bijkomende inrit of uitrit mogelijk. De parkeerplaatsen voor personeel en bezoekers, de zone voor laden & lossen en de ontsluiting naar de N32 moet worden aangeduid op het inrichtingsplan, dat deel uit maakt van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Laden & lossen dient op eigen terrein te worden georganiseerd. Ze mag niet afgewenteld worden op het openbaar domein. Bij grotere autohandelszaken dient een zone voor laden & lossen te worden voorzien langs het openbaar domein die vlot toegankelijk is, waardoor manoeuvreerbewegingen van vrachtverkeer op de N32 maximaal kan worden vermeden. 2.2.4. Afsluitingen Afsluitingen en poorten op de rooilijn zijn maximum 1,80m hoog. Afsluitingen ter hoogte van een waterloop dienen te voldoen aan de specifieke inrichtingsvoorwaarden/wetgeving omtrent dergelijke waterlopen. 2.2.5. Publiciteit Naamaanduiding en logo zijn enkel toegestaan voor zover aangebracht hetzij parallel aan de gevel, hetzij aan de afsluiting op de rooilijn, hetzij door een tekstpaneel dwars op de openbare weg. Naamaanduiding en logo mag slechts één maal worden aangegeven. De ingenomen oppervlakte bedraagt maximum 4m². Publiciteit en Pagina 10 van 19

lichtbakken zijn niet toegestaan. Opwaarts gerichte lichtbronnen zijn niet toegestaan. 2.2.6. Groenbuffer Tussen autohandelszaak en de aangrenzende percelen dient ineen buffer te worden voorzien. De buffer moet voldoen aan de voorwaarden van een visuele afscherming en landschappelijke inpassing. De buffer wordt beplant met streekeigen groen, met het oog op een optimale integratie van de activiteit in de omgeving. De buffer wordt als een samenhangend geheel ingericht. De buffer dient als volgt te worden ingericht: Indien het terrein grenst aan een de bestemmingscategorie wonen : dicht groenscherm van 2 meter breed, met uitzondering van delen ingenomen door bestaande vergunde bebouwing; Indien het terrein grenst aan een de bestemmingscategorie landbouw : dicht groenscherm van 5 meter breed, met uitzondering van delen ingenomen door bestaande vergunde bebouwing. Indien het terrein grenst aan de bestemmingscategorie bedrijvigheid dient geen dicht groenscherm aangeplant te worden. Uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning, na de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, moet de buffer aangelegd en beplant zijn. 2.2.7. Zorgvuldig ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit Bij het beoordelen van de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning zal bijzondere aandacht worden besteed aan de manier waarop wordt omgegaan met en zuinig en verantwoord ruimtegebruik, kwalitatieve en duurzame architectuur, de vormgeving en materiaalgebruik van bebouwing en de integratie in de omgeving. Daarbij moet de aanvrager aantonen op welke manier de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voldoet aan volgende principes: Bundelen, stapelen of schakelen van bouwvolumes, voorzieningen, infrastructuur, constructies, e.d. zodat een zo compact mogelijk en functioneel geheel wordt verkregen; De vormgeving en dimensionering van bouwvolumes zodat een duurzaam De vergunningverlenende overheid zal zich bij het beoordelen en evalueren van de kwaliteit van het ontwerp baseren op de mate waarin tegemoet wordt gekomen aan de hierboven opgesomde principes. Pagina 11 van 19

ruimtegebruik en een goede ruimtelijke inpassing wordt gerealiseerd; Het materiaalgebruik dat afgestemd is op de ruimtelijke context en waarbij de ontwikkeling van de bedrijfssite als een samenhangend ruimtelijk geheel wordt nagestreefd; Voor zover de aard van de activiteiten dit toelaat maximaal gebruik maken van kwalitatieve en duurzame oplossingen en ecologisch verantwoorde technieken wat betreft het stapelen (in open lucht), de opslag en het verwerken van bedrijfsafval, het gebruik van waterdoorlatende verhardingen, waterzuivering, energieverbruik, e.d. Op te heffen voorschriften Geen Pagina 12 van 19

DeelRUP Sint-Pieter Pagina 13 van 19

DeelRUP Sint-Pieter Stedenbouwkundige voorschriften Artikel 0. Algemene bepalingen 0.1. Algemene inrichtingsstudie Bij iedere aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, dient het bedrijf een algemene inrichtingstudie te voegen. De algemene inrichtingsstudie dient zowel de huidige als de gewenste indeling van de bedrijfssite weer te geven. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningsverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag. De inrichtingsstudie geeft aan op welke wijze het project in overeenstemming is met de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP. Volgende elementen dienen onderdeel uit te maken van de inrichtingsstudie: Inplanting van de bedrijfsgebouwen; Landschappelijke inpassing van het bedrijf; Materiaalgebruik; Parkeerplaatsen, verkeerscirculatie en afwikkeling, laad en loszone; Waterbeheersing en maatregelen naar duurzaam watergebruik: Milieutechnische maatregelen. 0.2. Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden, voor zover de schaal en de bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet, materiaalgebruik) ervan geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone. De algemene stedenbouwkundige inrichtingsstudie geeft op een duidelijke wijze de beoogde indeling van de volledige bedrijfssite weer. In het bijzonder bevat de inrichtingsstudie maatregelen naar waterbeheersing, milieutechnische maatregelen, de visuele integratie van het bedrijf in de omgeving en de impact van de beoogde ontwikkeling op de ruimtelijke context. Aanplantingsplannen van de niet-bebouwde en niet-verharde zones, maken deel uit van het inrichtingsplan. Dit heeft als doel op een afdoende wijze te kunnen aantonen dat het bedrijf op een goede manier ruimtelijk ingepast is. Bij werken van algemeen nut dient de regelgeving ter zake gerespecteerd te worden. Werken en constructies van openbaar nut zijn bijvoorbeeld het onderhoud en inspectie van waterlopen, verdeelcabines voor distributie, Milieutechnische ingrepen zijn bijvoorbeeld het omlegen van waterlopen, aanpassingswerken aan rioleringen, pompinstallaties,... 0.3. Werken en constructies in functie van waterbeheersing Het waterbergend vermogen van het terrein mag door de aanleg van de bedrijvensite Pagina 14 van 19

DeelRUP Sint-Pieter niet verminderd worden. De maatregelen die genomen worden in functie van waterbeheersing moeten gezien worden in relatie met de betrokken bestemmingzone. De schaal en de bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet en materiaalgebruik) ervan mogen geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone. De afvoer van het hemelwater op daken van de gebouwen en verharde oppervlakken moet worden opgevangen in voldoende gedimensioneerde reservoirs en bufferbekkens. Herbruik van hemelwater is verplicht. Tenzij anders bepaald door de milieuwetgeving dient alle regenwater van verharding opgevangen te worden in reservoirs voor herbruik of infiltratie op eigen terrein. Vervuild regenwater dient gebufferd en afgevoerd te worden naar de riolering of gezuiverd op eigen terrein alvorens lozing, infiltratie of herbruik. 0.4. Bepaling omtrent aanzetpeil Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt maximaal 0,40 meter hoger ten opzichte van de as van de weg. Het aantal volle bouwlagen wordt gerekend tussen de inkomdorpel en de bovenkant kroonlijst. Artikel 1. Zone voor bedrijvigheid (categorie bedrijvigheid ) 1.1. Bestemming Deze zone is bestemd voor bedrijvigheid, voor zover de ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet wordt overschreden, de activiteit verenigbaar is met de omgeving en de aard van het bedrijf en de ermee gepaard gaande activiteiten geen abnormale risico s en/of hinder met zich meebrengen. Handel en kantoren zijn toegestaan als nevenfunctie mits deze verband houden met de bedrijfsactiviteit en hier ondergeschikt aan is. Onder bedrijvigheid worden ook activiteiten zoals garages, carrosseriebedrijven, bandencentrales gerekend. Bij het stopzetten van de bedrijfsactiviteit, kan een nieuwe bedrijfsactiviteit gevestigd worden die niet meer hinder veroorzaakt ten aanzien van de omgeving en het milieu dan de gevestigde bedrijfsactiviteit bij de inwerkingtreding van het ruimtelijk Pagina 15 van 19

DeelRUP Sint-Pieter uitvoeringplan. Naast bedrijvigheid zijn ook volgende activiteiten toegelaten: autohandelszaak, carwash, tankstation. Onder autohandelszaken worden functies begrepen waarbij de hoofdactiviteit bestaat uit de aankoop en verkoop van tweedehands voertuigen, al dan niet met schade. Ook het uitvoeren van herstellingen aan deze wagens behoort tot deze activiteiten. Deze activiteit verschil bijgevolg van garages waar de hoofdactiviteit bestaat uit de verkoop van nieuwe voertuigen en het onderhoud van voertuigen. Niet bebouwde delen van de zone zijn bestemd voor toeritten, bedieningswegen, parkeerplaatsen, laad- en losplaatsen, groenaanleg en/of tuin. Binnen de zone voor bebouwing is slechts één economische activiteit toegelaten. Binnen de zone voor bebouwing is één bedrijfswoning toegelaten met een maximaal volume van 1.000 m³, mits deze geïntegreerd is in de bedrijfsgebouwen. Met voorliggend PRUP worden geen uitspraken gedaan omtrent de woningen in het gebied. De geldende wetgeving is hier van toepassing. Hier kan verwezen worden naar de geldende bepalingen omtrent vergunde zonevreemde woningen uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 1.2. Inrichting en beheer 1.2.1. Inplanting De inplanting van gebouwen dient te gebeuren binnen de grenzen van de overdruk zone voor bebouwing. Inplanting tot op de zonegrens is mogelijk. 1.2.2. Terreinbezetting Maximum 80% van de zone voor bebouwing in overdruk mag bebouwd worden. 1.2.3. Maximale bouwhoogte De maximale bouwhoogte bedraagt 8 meter. Voor technische voorzieningen kan afgeweken worden van de maximale bouwhoogte. Deze technische voorzieningen kunnen maximaal 5% uit maken van de bebouwde De terreinbezetting is de verhouding tussen de bebouwde oppervlakte binnen de zone in overdruk en de oppervlakte van de zone in overdruk. De terreinbezetting is berekend op basis van de behoefte op korte en lange termijn. Onder technische installaties worden verstaan: schoorstenen, luchtafzuiging en ventilatie, warmtepompen, airco-installaties, zonneboiler, Pagina 16 van 19

DeelRUP Sint-Pieter oppervlakte. 1.2.4. Circulatie, parkeren, laden & lossen Binnen de bestemmingzone moeten voldoende parkeerplaatsen voor personeel aanwezig zijn. Er moeten minimaal 2 parkeerplaatsen voor bezoekers worden ingericht. De parkeerplaatsen worden aangelegd in waterdoorlatende materialen. De parkeerplaatsen voor bezoekers zijn permanent toegankelijk vanaf het openbaar domein, ze mogen niet afgesloten worden. De inrichting van parkeerplaatsen haaks op de rooilijn is niet toegelaten. De parkeerplaatsen worden aangelegd in waterdoorlatende materialen. De parkeerbehoefte dient op eigen terrein te worden opgevangen. Daarom dienen voldoende parkeerplaatsen voor personeel en bezoekers te worden voorzien, zodat de behoefte niet afgewenteld wordt op het openbaar domein. Binnen de bestemmingszone dient een zone voor laden & lossen te worden ingericht. Deze heeft een minimale oppervlakte van 20 meter bij 4 meter. De zone voor laden & lossen moet permanent toegankelijk zijn en mag niet gebruikt worden voor het stapelen van goederen. Laden & lossen dient op eigen terrein te worden georganiseerd. Ze mag niet afgewenteld worden op het openbaar domein. Het aantal toegangen van het terrein tot de N32 wordt beperkt. Volgende mogelijkheden zijn toegestaan: Één gebundelde in- en uitrit op de N32 Één inrit en één uitrit op de N32 Het aantal ontsluitingen naar de N32 wordt beperkt. Voor de autohandelszaak is slechts één ontsluiting mogelijk. Deze bestaat uit een gebundelde in- en uitrit. De parkeerplaatsen voor personeel en bezoekers, de zone voor laden & lossen en de ontsluiting naar de N32 moet worden aangeduid op het inrichtingsplan, dat deel uit maakt van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. 1.2.5. Zorgvuldig ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit Bij het beoordelen van de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning zal bijzondere aandacht worden besteed aan de manier waarop wordt omgegaan met en zuinig en verantwoord ruimtegebruik, de vormgeving en materiaal gebruik van bebouwing en de integratie in de omgeving. Daarbij moet de aanvrager aantonen op welke manier de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voldoet aan volgende principes: Bundelen, stapelen of schakelen van bouwvolumes, voorzieningen, infrastructuur, constructies, e.d. zodat een zo compact mogelijk en functioneel geheel wordt De vergunningverlenende overheid zal zich bij het beoordelen en evalueren van de kwaliteit van het ontwerp baseren op de mate waarin tegemoet wordt gekomen aan de hierboven opgesomde principes. Pagina 17 van 19

DeelRUP Sint-Pieter verkregen; De vormgeving en dimensionering van bouwvolumes zodat een duurzaam ruimtegebruik en een goede ruimtelijke inpassing wordt gerealiseerd; Het materiaalgebruik dat afgestemd is op de ruimtelijke context en waarbij de ontwikkeling van de bedrijfssite als een samenhangend ruimtelijk geheel wordt nagestreefd; Voor zover de aard van de activiteiten dit toelaat maximaal gebruik maken van kwalitatieve en duurzame oplossingen en ecologisch verantwoorde technieken wat betreft het stapelen (in open lucht), de opslag en het verwerken van bedrijfsafval, het gebruik van waterdoorlatende verhardingen, waterzuivering, energieverbruik, e.d. Artikel 2. Zone voor buffer (categorie bedrijvigheid ) 2.1. Bestemming De zone voor buffer is bestemd als groenzone. De buffer moet voldoen aan de voorwaarden van een visuele afscherming en landschappelijke inpassing van de bedrijfsactiviteit ten opzichte van de omgeving. Een buffer behoort tot het bedrijventerrein en moet een overgang vormen tussen het bedrijventerrein en de aangrenzende bestemmingen. De buffer heeft een functie op het vlak van visuele afscherming en ruimtelijke inpassing. 2.2. Inrichting De buffer wordt beplant met streekeigen groen, met het oog op een optimale integratie van de activiteit in de omgeving. De zone voor buffer wordt als een samenhangend geheel ingericht. De zone voor buffer met een breedte tot één meter wordt beplant met een haag. De bufferzone met een breedte tussen één en drie meter bestaat uit een combinatie van hagen en struiken. De bufferzone met een breedte groter dan 3 meter bestaat uit een combinatie van struiken en hoogstammen. De buffer kan ook aangelegd worden onder de vorm van een combinatie van een talud en groenaanleg. Binnen deze zone zijn alle vormen van verhardingen, het stapelen van goederen en toeritten voor mechanisch verkeer niet toegelaten Alleen werken en handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de Naargelang de aard van de aangrenzende bestemming en de ruimtelijke mogelijkheden wordt de buffer gebiedsspecifiek ingevuld. Pagina 18 van 19

DeelRUP Sint-Pieter buffer zijn toegelaten met inbegrip van de aanleg van brandwegen in waterdoorlatende verharding indien dit om redenen van brandveiligheid wordt opgelegd of van waterbeheersingswerken. Uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning, dient de buffer op het perceel waar de vergunning betrekking op heeft, volledig aangelegd en beplant zijn. Op te heffen voorschriften Volgende bestemmingen van het Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven Ledegem, BPA nr. 1/10: Sint-Pieter Autobedrijf, gelegen binnen het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan worden opgeheven: Alle artikels Pagina 19 van 19