Functiebeschrijving: Jurist Voor akkoord Naam leidinggevende(n): Datum + Handtekening(en) Beleidsdomein: Entiteit: Naam functiehouders/woordvoerders Handtekening(en)
Beste medewerker, Hierbij vind je het functieprofiel dat past bij jouw functie. Je kan hier de beschrijving van je functie nalezen, alsook de vereisten, ook wel competenties genoemd, om deze functie succesvol te kunnen vervullen. Het is een belangrijk instrument voor jou en voor je leidinggevende, omdat het onder meer gebruikt wordt voor de jaarlijkse plannings en evaluatiegesprekken, voor loopbaanontwikkeling en voor vorming, training en opleiding. Jouw inzet draagt bij tot de realisatie van de missie van Kind en Gezin, namelijk voor elk kind waar en hoe het ook geboren is of opgroeit, zoveel mogelijk kansen creëren samen met de partners van Kind en Gezin. Wat je bijdrage hiertoe concreet kan betekenen, vind je terug in de functiebeschrijving. In de dienstverlening stelt Kind en Gezin een aantal waarden centraal: respect voor de rechten van het kind en respect voor diversiteit. We verwachten dat je bewust rekening houdt met de diversiteit van onze klanten en je collega s omdat Kind en Gezin gelooft in de kwaliteiten van elkeen, ongeacht hun geslacht, leeftijd, afkomst, geaardheid, levensvisie, levensstandaard, gezondheidstoestand, scholingsniveau. In het bijzonder verwachten we dat je kinderen beschouwt als volwaardige personen, hoe klein en onmondig ook. Daarnaast verwachten we dat je op een open, positieve, deskundige en gedreven manier onze klanten verder helpt. Daarom hechten we veel belang aan een aantal waardegebonden competenties: voortdurend verbeteren, klantgerichtheid, samenwerken, betrouwbaarheid en organisatiebetrokkenheid. Om een functie succesvol te kunnen uitvoeren bij Kind en Gezin vragen wij eveneens van al onze medewerkers een zekere kennis over de werking van Kind en Gezin en een aantal basisvaardigheden inzake informaticatoepassingen. Deze kennis en vaardigheden vormen samen met de waardegebonden competenties, de generieke competenties voor de medewerkers van Kind en Gezin. We noemen ze generiek omdat ze gelden voor al onze medewerkers, ongeacht de functie die ze vervullen. De kennis met betrekking tot de werking van Kind en Gezin omvat: onze missie en onze waarden de kernactiviteiten van Kind en Gezin: regie van de kinderopvang, organisatie van de preventieve gezinsondersteuning, Vlaams Centrum voor Adoptie de organisatiestructuur van Kind en Gezin en van de eigen afdeling de dienstverlening van de eigen afdeling de plaats van Kind en Gezin als entiteit binnen de Vlaamse Overheid De vaardigheden op het vlak van informatica zijn: basisinformaticatoepassingen (tekstverwerking, rekenbladen, ), Lotus Notes en internet Bijkomend gelden er voor jouw functie nog een aantal specifieke competenties die ook in het competentieprofiel werden opgenomen. Door je een volledig beeld te geven van je functie, willen we nog beter zorgen voor je professionele ontwikkeling en persoonlijk welzijn binnen Kind en Gezin. Ook kunnen we op die manier onze competenties bundelen om samen de missie, de waarden en de kernactiviteiten te realiseren en de klantgerichtheid en de kwaliteit van onze dienstverlening te versterken. Katrien Verhegge, administrateurgeneraal l
DEEL 1: CONTEXTINFORMATIE 1. Functietitel (M/V) Jurist 2. Organisatie Het intern verzelfstandigd agentschap Kind en Gezin met rechtspersoonlijkheid in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 3. Context 3.1. Hoofdactiviteit van Kind en Gezin De kernactiviteiten van Kind en Gezin zijn: Regie van de kinderopvang Organisatie van de preventieve gezinsondersteuning Vlaams Centrum voor adoptie 3.2. Omgeving: factoren die het functioneren beïnvloeden De beleidsopties van de ministers bevoegd voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin alsook de verwachtingen van het kabinet. Verschillende trends die zich afspelen in de samenleving (geboortecijfer, armoederisico s, aantal opvangplaatsen, ) en een impact hebben op de verschillende beleidsdomeinen binnen Kind en Gezin. 3.3. Interne organisatie 3.3.1. Rapporteringslijnen Aan welke functie rapporteert de Afhankelijk van de afdeling kan de jurist rapporteren aan de juridisch functiehouder? adviseur, het diensthoofd of het afdelingshoofd Welke andere functies rapporteren aan dezelfde functies? Welke functies rapporteren aan de functiehouder? Personeelsleden binnen Kind en Gezin 3.3.2. Organogrammen Toe te voegen als bijlage. 4. Kwantitatieve gegevens Aantal personeelsleden waaraan wordt leiding gegeven: /
DEEL 2: DOEL EN RESULTAATSGEBIEDEN 5. Doel Instaan voor juridisch werk, juridische adviesverlening en ondersteuning van de organisatie m.b.t. de functionele domeinen om de dienstverlening te bevorderen, in stand te houden en te ondersteunen. De opdrachten van Kind en Gezin/de signalen vanuit kind en gezin onder de aandacht brengen en houden bij de bevoegde instanties. 6. Resultaatgebieden 6.1 Verzamelen en verstrekken van gegevens en adviseren op basis van de verworven expertise zodat de betrokken/bevoegde instantie (intern of extern) haar taak op een gefundeerde wijze kan uitvoeren. Opmaken van verslagen van werkvergaderingen Opmaken van rapporten in het eigen werkdomein en van nota s voor het Raadgevend Comité, het afdelingshoofd, de administrateurgeneraal, de voogdijminister en het Directiecomité Beantwoorden van vragen van beleids en beheersinstanties 6.2 Uitvoeren van juridische opdrachten om de afdeling waar de jurist werkt en het agentschap op de beste manier te ondersteunen. Advies verlenen en ondersteunen bij de uitvoering van beleidsbeslissingen Uitwerken nieuwe regelgeving Opvolgen van relevante wetswijzigingen Toepassen van de regelgeving Correct opmaken van besluiten en contracten Verlenen juridisch advies en opvolgen juridische aspecten voor de afdeling en voor de sector (privacy, openbaarheid, Europese regelgeving en dienstenrichtlijn,...) Opvolgen van gerechtsdossiers, wetgeving lokale besturen, overheidsopdrachten, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid,... 6.3. Uitwerken van een visie en adviezen om een deskundige oplossing aan te bieden voor vraagstukken/problemen. In samenwerking met de stafmedewerkers beleidslijnen vertalen naar concrete acties Implementeren van de ontwikkelde concepten: voorbereiding, aftoetsing met interne en externe betrokkenen Intern en extern communiceren, uitvoeren, begeleiden en bijsturen van de eigenlijke implementatie Fungeren als aanspreekpunt voor het eigen vakgebied Adviseren over toepassing van de dienstverlening Management adviseren over thema s die te maken hebben met het functionele domein Inspelen op specifieke vragen van het management Actief deelnemen aan werkgroepen en vergaderingen Proactief knelpunten signaleren
6.4. Contact houden met het werkveld en communiceren over de dienstverlening om de (interne en/of externe) klanten te informeren en hen te stimuleren om van de dienstverlening gebruik te maken. Creëren van een maatschappelijk draagvlak via contacten, netwerking, overleg met partners Ontwikkelen en onderhouden van competentienetwerken met vakspecialisten Informeren en adviseren over regelgeving 6.5. Aanpakken en begeleiden van de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering en de beleidsontwikkeling om een onderbouwde en hanteerbare aanpak te realiseren. Inspelen op veranderingen. Adviseren, controleren en bijsturen van juridische thema s binnen de functionele gebieden Leveren van specifieke vakinhoudelijke input voor projecten Deelnemen aan functionele projectgroepen Bewaken van correcte toepassingen van reglementaire bepalingen, procedures, normen, Erop toezien dat wet en regelgeving worden gerespecteerd (Vlaamse niveau, Europese niveau, ) Input leveren voor management ivm de regelgeving van het functioneel gebied Toezien op naleving van kwaliteitsnormen 6.6. Continu kennis verwerven en ontwikkelen van de eigen deskundigheid op de eigen vakgebied (de maatschappelijke evoluties, politieke situatie, randsectoren,. ) om de kwaliteit van de dienstverlening te verzekeren/optimaliseren. Actief aanwezig zijn op studiedagen, externe overlegvergaderingen of besprekingen en bij het onthaal van bezoekers Opbouwen en onderhouden van netwerken Bijhouden van vakliteratuur Volgen van nieuwe ontwikkelingen Op de hoogte blijven van nieuwe methoden, theorieën en technieken Deelnemen aan interne en externe vormingsactiviteiten op het vakgebied
DEEL 3: COMPETENTIEPROFIEL 7. Waardegebonden en gedragscompetenties Voortdurend verbeteren Voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de entiteit, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen. Niveau 3: leert over andere vakgebieden, methodes en technieken en werkt actie mee aan het verbeteren van de werking van de entiteit. Heeft belangstelling voor 'aanverwante' onderwerpen om zijn kennis te verruimen Benut informatie die afkomstig is uit andere vakgebieden om de eigen aanpak en werking te optimaliseren Stuurt de eigen werking proactief bij naar gelang van wijzigingen op het niveau van de entiteit Zoekt actief naar mogelijke verbeteringen die de eigen functie en het eigen takenpakket overstijgen Samenwerken Met het oog op het algemeen belang een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op het niveau van een team, entiteit of de organisatie, ook als dat niet onmiddellijk van persoonlijk belang is. Niveau 3: stimuleert de samenwerking binnen de eigen entiteit. Komt met ideeën om het gezamenlijk resultaat te verbeteren Moedigt anderen aan om samen te werken, hun ideeën te uiten en onderling van gedachten te wisselen Geeft opbouwende kritiek en feedback Klantgerichtheid Met het oog op het dienen van het algemeen belang, de legitieme behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op reageren. Niveau 3: onderneemt, binnen de mogelijkheden van de eigen functie, acties om de dienstverlening aan klanten te optimaliseren. Gaat kritisch na op welke punten de eigen dienstverlening aan de klant kan verbeterd worden Onderneemt concrete acties naar aanleiding van specifieke feedback van klanten Nieuwe mogelijkheden op het vlak van dienstverlening meteen omzetten in de praktijk Betrouwbaarheid Handelen vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen (diversiteit, milieuzorg ) Afspraken nakomen en zijn verantwoordelijkheid opnemen. Niveau 2: brengt sociale en ethische normen in de praktijk. Neemt de verantwoordelijkheid op zich voor zijn eigen handelen (past geen paraplupolitiek toe) Leeft de deontologie na die eigen is aan de functie of het functieniveau Spreekt anderen erop aan als ze niet conform bestaande regels en afspraken handelen Handelt consequent: neemt in soortgelijke omstandigheden² soortgelijke standpunten in of een soortgelijke houding aan Kan inschatten of informatie al dan niet verder kan of mag worden verspreid Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken
Organisatiebetrokkenheid Zich verbonden tonen met de organisatie, taak en beroep; de belangen ervan verdedigen bij anderen. Niveau 2: houdt bij de eigen acties (pro)actief rekening met de belangen van de organisatie. Zet zich in om de doelstellingen van de organisatie te realiseren, ook al zou hij/zij zelf andere doelen voorrang kunnen geven Respecteert in de eigen adviezen en beslissingen het ruimere beleidskader (doelen, waarden, cultuur, ) Schat bij de eigen acties en beslissingen de ruimere gevolgen daarvan voor de organisatie in Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid Spreken in een taal zodat het publiek tot wie u zich richt u begrijpt. Niveau 3: communiceert vlot met de verschillende doelgroepen. De communicatiestijl (formeel, informeel, meer of minder interactief, ) aanpassen aan de specifieke relatie met de doelgroep Bouwt zijn betoog op een gericht gestructureerde wijze op Overtuigingskracht Instemming verkrijgen voor een mening, aanpak of visie door goed onderbouwde argumenten te gebruiken, door dialoog en overleg aan te gaan, door autoriteit (bevoegdheid en deskundigheid) gepast aan te wenden en door gepaste strategieën uit te bouwen. Niveau 2: overtuigt door inhoud en aanpak. Reageert adequaat en niet defensief op negatieve reacties of weerstand Toont begrip voor meningen en standpunten van anderen Enthousiasmeert anderen als hij zijn eigen voorstellen en ideeën verdedigt Brengt zijn argumenten scherp onder woorden Brengt een persoonlijke en genuanceerde argumentatie naar voren Conceptueel denken De dagelijkse praktijk overstijgen en eigen ideeën uitwerken voor de toekomst, feiten bekijken vanop een afstand, ze in een ruimere context en langetermijnperspectief plaatsen. Niveau 2 Betrekt bredere (maatschappelijke, technische, ) factoren bij zijn aanpak. Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep of domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor anderen nog niet zo duidelijk zijn Denkt kritisch en zelfstandig Plaatst adviezen, beslissingen en initiatieven in de bredere organisatiecontext of beleidscontext Heeft voeling met wat er in de toekomst gevraagd kan worden Resultaatsgerichtheid Het ondernemen van concrete en gerichte acties met het oog op het behalen en/of overstijgen van doelstellingen. Niveau 2: formuleert uitdagende (maar haalbare) doelstellingen en zet zich ten volle in om deze te bereiken. Legt de lat hoog, formuleert uitdagende (maar haalbare) doelstellingen
Gaat actief op zoek naar de best mogelijke manier om die doelen te bereiken, weegt opties tegen elkaar af Stuurt op regelmatige basis bij, met het oog op het behalen van de doelstellingen Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid Een schrijfstijl hanteren die past bij de boodschap en de doelgroep. Niveau 2: Structureert zijn boodschap en hanteert een gepast taalgebruik afhankelijk van de situatie of het publiek. Structureert zijn boodschap en hanteert een gepast/verstaanbaar (juridisch correcte) taalgebruik afhankelijk van de situatie en het publiek. Levert teksten met een duidelijke structuur (zowel inhoudelijk als vormelijk) Gebruikt een stijl en taal die aangepast is aan het publiek Houdt in taalgebruik en boodschap rekening met de behoeften en beperkingen van de verschillende doelgroepen 8. Vaktechnische competenties 8.1. Diploma Beschikken over een universitair diploma in de rechten. 8.2. Ervaring 8.3. Functiespecifieke kennis Kennis hebben van: De plaats van Kind en Gezin als entiteit binnen de Vlaamse Overheid De missie, de waarden en de kernactiviteiten van Kind en Gezin Juridische kennis in een of meer domeinen die relevant is voor het Agentschap Kind en Gezin Inzicht hebben in: De organisatie en beslissingsstructuur van Kind en Gezin, de eigen afdeling De dienstverlening van de eigen afdeling Het kunnen hanteren: De organisatiestructuur en de dienstverlening van Kind en Gezin Basisinformaticatoepassingen (tekstverwerking, spreadsheets, internet, ) Onze missie: Kind en Gezin wil samen met haar partners voor elk kind, waar en hoe het ook geboren is of opgroeit, zoveel mogelijk kansen creëren Juridische kennis ifv het vakgebied Wetgevingstechnieken 8.4. Strekt tot aanbeveling 10. Opmerkingen Specifieke werkomstandigheden: glijdende werkuren, mogelijkheid tot alternatief werken.
Bijlage: organogram Kind en Gezin Datum/tijd: 10/17/2 Weergegeven personeelsbestand:14 Vacatures: 0 Gepland: 14