Herijking RAP/RAL. Maart 2011



Vergelijkbare documenten
Actualisatie actieprogramma Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit

Intentieverklaring milieuzone voor lichte bedrijfsauto s

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde

Monitoringsrapportage NSL Rijnmond Ag-punt: 3b

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

Kennisnemen van de resultaten van de derde monitoringsronde van het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

Plan van Aanpak Emissievrije Mobiliteit. A-avond 23 mei 2017 Erik staps (verkeersplanoloog) Afdeling Verkeer, Milieu en Duurzaamheid

Gezonde lucht voor Utrecht. Wiet Baggen, senior adviseru. Hier komt tekst Overzicht luchtbeleid Hier komt ook tekst. Utrecht.nl

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid

December Monitoringsrapportage NSL Rijnmond 2014

Datum : 15 augustus 2006 Nummer PS : PS2006WEM07 Dienst/sector : WEM/MSM Commissie : WEM. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag.

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Datum 24 april 2012 Betreft Tweede monitoringsrapport NSL

Nota van Antwoord Kabinetsstandpunt Verlengen Nationaal Samenwerkingsprogramma

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage Samenvatting Amsterdam

Nota van B&W. Onderwerp Niet invoeren milieuzone voor Vrachtwagens

31 januari 2018 agendapunt 4.4. Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit,

Luchtkwaliteit, geluid en verkeer

College Luchtkwaliteit

Actieplan Goederenvervoer en Actieplan Schoon Vervoer

Vergadernotitie voor de Drechtraad op 18 juni 2008

I informatieoverzicht melding

Jaarrapportage RAP/RAL 2009

Gezonde lucht voor Utrecht

Roetmemo Roetkaart december 2014

B48 Regelscenario s Corridor A15 en Ruit Rotterdam

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt

Doelstelling Voldoen aan het wettelijk kader, verbeteren van de luchtkwaliteit en daarmee de volksgezondheid.

Wet luchtkwaliteit. Woningbouwlocatie locatie Boterbogten te Steensel

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

Luchtkwaliteit Maarsbergen Haarbosch

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

memo INLEIDING WETTELIJK KADER aan: Johan van der Burg datum: 7 maart 2012 Luchtkwaliteit heemtuin in Gorsel project:

TEN effecten in Den Haag, Duurzaam Dynamisch Verkeersmanagement door integrale afweging van Traffic, Emissie en Noise (TEN) bij inzet van scenario s

Informatiebijeenkomst stadshaven Minerva Milieuzone binnen Ring A10

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Bogor projectontwikkeling

Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement

Limburgs Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk

Notitie. Stadsontwikkeling Rotterdam

Maart Bladzijde 2 geeft het pakket, bladzijden 3,4 en 5 geven een toelichting op het pakket.

Bijlage 5. Concept overeenkomst Uitvoeringsafspraken Verkeer en Vervoer Gemeente. Stadsregio 2004 tot en met 2007

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

Memo. De leden van de commissie Bestuur & Financiën Erik Zweers (programmamanager Eureka)

Bijlage 4 Luchtkwaliteitsplan

Uitbreiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Planning & Strategy

Gemeente Den Haag. De voorzitter van Commissie Verkeer, Milieu en leefomgeving

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

Schoon en hoogwaardig openbaar vervoer in Nijmegen

memo INLEIDING WETTELIJK KADER aan: Johan van der Burg datum: 26 maart 2013 Luchtkwaliteit parkeerterrein Fort Pannerden project:

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

Minder emissies, betere bereikbaarheid. Afscheid Frans v.d. Steen, 26 juni 2014 Huib van Essen, manager Verkeer, CE Delft

Rotterdam- Alexander. Bereikbaarheid in. Bereikbaarheid en verbetering leefomgeving! Samen aanpakken. Meedenken?

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Tiel Johan van der Burg

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Weergave van het effect van de NSL-systematiek in km overschrijding voor het HWN en OWN als gevolg van NO 2. jaar

Memo INLEIDING. 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening. WETTELIJK KADER. Gemeente Oegstgeest.

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda

VVP 2005 VVP 2005 VVP De kaders voor het Verkeers- en Vervoerbeleid van de gemeente Amersfoort

Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Apeldoorn Johan van der Burg

Convenant Stedelijke distributie Den Haag

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april x04850 J. van Rooij

Wet van (datum) tot wijziging van de Gemeentewet in verband met differentiatie van parkeertarieven naar uitlaatgasemissies van een voertuig

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid

Gezonde lucht voor Utrecht: Bijlage(n) Uitvoeringsprogramma 'Gezonde Lucht voor Utrecht', met

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening. WETTELIJK KADER

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen.

Luchtkwaliteitsonderzoek N629 Deelplan 1

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Brunssum Johan van der Burg

Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht

B en W. nr d.d

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Nijmegen

P & R Naar een gezamenlijke strategie Projectplan

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

Verkeersplanning. 7e SilentRoads Symposium, 18 mei

Eerste Kamer der Staten-Generaal

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Leiden Johan van der Burg

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit Subsidieprogramma walstroom zeehavens

B en W. nr d.d

3. Wat is bijzonder bij de aanpak voor project A2 Maastricht?

Samenvatting kabinetsbesluit Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Datum 10 juli 2009

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Provinciaal Actieprogramma Luchtkwaliteit en 2 e Voortgangsrapportage Luchtkwaliteit. Provinciaal Actieprogramma Luchtkwaliteit

verantwoordingsonderzoek 2016 bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Werkplan Mobiliteitsmanagement Groningen, januari 2006 Provincie Groningen

Technische vragen CDA fractie bij de Agenda Duurzaamheid inzake het transitiepad schone lucht

Deel D: Maastricht krijgt lucht!

Bijlage 4 - Onderzoek luchtkwaliteit

Minder emissies, betere bereikbaarheid. Haags Milieucentrum, 26 februari 2013 Huib van Essen, manager Verkeer, CE Delft

Introductie luchtkwaliteit

Luchtkwaliteit in Zeist

10 jaar luchtbeleid. Ontdek de top 10-maatregelen

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Groningen

UITVOERINGSPROGRAMMA

Transcriptie:

Herijking RAP/RAL Maart 2011

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Achtergrondinformatie RAP/RAL en NSL 5 3. Doelstellingen 7 3.1 Doelstellingen RAL 7 3.2 Doelstellingen RAP 7 3.3 Nieuwe doelstellingen RAP/RAL 8 4. Analyse voorgaande projecten 9 5. Criteria 11 6. Resultaten monitoring NSL en nieuwe maatregelen 15 6.1 Resultaten eerste monitoring NSL 15 6.2 Nieuwe maatregelen 15 7. Conclusies 18 Colofon 19 Bijlage 1 Huidige RAP/RAL maatregelen 20 Bijlage 2 RAP/RAL maatregelen opgenomen in NSL 23 Bijlage 3 Notitie randvoorwaarden en criteria 26 Bijlage 4a Toelichting nieuwe maatregelen RAL 29 Bijlage 4b Overzicht nieuwe maatregelen 46 Pagina 2 van 47

1. Inleiding De luchtkwaliteit in de stadregio Rotterdam is in de loop der jaren verbeterd. Toch moet in de regio alles op alles worden gezet om aan de Europese luchtkwaliteitnormen te voldoen. Dit is het gevolg van de grote concentratie aan activiteiten in het gebied: industrie, scheepvaart en een hoge bevolkingsdichtheid en dus een hoge verkeersdruk. Door maatregelen te treffen en daarmee te voldoen aan de normen -of zelfs tot verder onder de norm te gaan- kunnen ruimtelijke projecten doorgang vinden en wordt bijgedragen aan een gezonder leefklimaat voor bewoners en bezoekers. De stadsregio en de gemeente Rotterdam voeren een groot pakket aan luchtkwaliteitmaatregelen uit onder het programma RAP/RAL 1. Door de wethouder Milieu is eind 2009 besloten om een herijking uit te voeren voor het Rotterdamse deel van het programma (RAL). De stadsregio Rotterdam is vervolgens aangesloten bij de herijking. Aanleidingen voor de herijking zijn: Het programma loopt al sinds 2005; Aan het verkrijgen van gelden vanuit het rijk voor het uitvoeren van luchtkwaliteitmaatregelen (FES gelden) zijn eisen verbonden; Om aan de normen te voldoen en voor de gezondheid van de bevolking is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) opgesteld. Uit de eerste monitoring van het NSL blijkt dat op drukke wegen in het centrum en toegangswegen in Rotterdam en op één weg in Schiedam in 2015 niet aan de grenswaarde voor stikstofdioxide zal worden voldaan. Extra maatregelen zijn hiervoor noodzakelijk. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op het programma RAP/RAL en het NSL. Met de herijking wordt antwoord gegeven op de volgende vragen: o Zijn de doelstellingen behaald die destijds zijn geformuleerd? Moeten nieuwe doelstellingen worden geformuleerd? o Welke maatregelen zijn nodig om de luchtkwaliteitknelpunten te verminderen dan wel weg te nemen? Aan de hand van een aantal criteria is een lijst met nieuwe uit te voeren maatregelen geformuleerd. Uiteraard is een positief effect op de luchtkwaliteit de belangrijkste criterium, maar er is ook naar neveneffecten op bijvoorbeeld CO 2 gekeken. Voor de nieuwe maatregelen is aansluiting gezocht met de nota & uitvoeringsprogramma Duurzame Mobiliteit van de stadsregio en het programma Duurzame Mobiliteit, dat onderdeel is van het huidige collegeprogramma Duurzaamheid van de gemeente Rotterdam. 1 RAP: Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit RAL: Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit Pagina 3 van 47

Leeswijzer Het volgende hoofdstuk geeft achtergrondinformatie over het maatregelenprogramma RAP/RAL en het NSL. In hoofdstuk 3 wordt beschreven of de doelstellingen uit het RAP/RAL zijn behaald en of nieuwe doelstellingen voor de toekomst noodzakelijk zijn. In hoofdstuk 4 volgt een analyse van de projecten die tot nu toe in het RAP/RAL pakket zijn opgenomen. Hoofdstuk 5 gaat in op de criteria die aan nieuwe projecten worden gesteld. Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van de nieuwe maatregelen die worden opgenomen in het RAP/RAL en NSL. Tot slot volgen de conclusies en aanbevelingen. Pagina 4 van 47

2. Achtergrondinformatie RAP/RAL en NSL Ontstaan RAL Conform het Besluit luchtkwaliteit 2005 moest de gemeente Rotterdam jaarlijks aan de provincie Zuid- Holland rapporteren over de luchtkwaliteit in de stad. Uit de rapportage over 2005 bleek dat langs bijna 60 km binnenstedelijke wegen de plandrempel voor stikstofdioxide (NO2) werd overschreden. Dit betekende dat de gemeente een plan moest opstellen dat erop gericht was om in 2010 overal aan de grenswaarde te voldoen. Om de luchtkwaliteit in de gemeente Rotterdam aan te pakken is in 2005 de Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit (RAL) vastgesteld. Sinds dat jaar is een groot aantal luchtkwaliteitmaatregelen onder het programma uitgevoerd. Hier wordt in hoofdstuk 4 verder op ingegaan. Ontstaan RAP De Regioraad van de stadsregio Rotterdam heeft op 21 december 2005 het Plan van Aanpak luchtkwaliteit vastgesteld. Dit Plan van Aanpak richt zich op twee sporen: het signaleren en faciliteren van ontwikkelingen op luchtgebied voor de diverse stadsregionale sectoren; het ondersteunen van de regiogemeenten bij het oplossen van knelpunten als gevolg van de slechte luchtkwaliteit. Het Plan van Aanpak richt zich op maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit in het gebied van de ex ROM Rijnmondpartners: gemeente Rotterdam, stadsregio Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam en Ministerie van Verkeer en Waterstaat (voor zover het maatregelen betreft in de Rijnmondregio). Op basis van het Plan van Aanpak is een Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit (RAP) vastgesteld. Eind 2005 zijn de actieprogramma s RAP en RAL geïntegreerd tot het maatregelenpakket RAP/RAL om gezamenlijk efficiënt luchtkwaliteitmaatregelen uit te voeren. NSL Op 1 augustus 2009 is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) onder de Wet luchtkwaliteit (onderdeel van de Wet milieubeheer) in werking getreden. Het programma is een samenwerkingsverband tussen overheden, dat gericht is op het halen van de Europese normen door het uitvoeren van maatregelen. Door het NSL heeft Nederland uitstel (derogatie) van de Europese luchtkwaliteitnormen te verkregen. Voor fijn stof (PM 10 ) dient de grenswaarde (na derogatie) in 2011 te worden behaald en voor stikstofdioxide (NO 2 ) in 2015. In het NSL staan de grote ruimtelijke projecten, de zogenoemde In Betekende Mate (IBM)-projecten, die een negatieve invloed hebben op de luchtkwaliteit. Daartegenover staan de luchtkwaliteitmaatregelen die worden getroffen. Deze afweging moet leiden tot een situatie waarbij wordt voldaan aan de normen voor luchtkwaliteit. In deze situatie bestaan geen knelpunten meer. Het maatregelenpakket RAP/RAL (2007) van de stadsregio en gemeente Rotterdam is voor een deel opgenomen in de nota Dat Lucht Op! Naar schone lucht in Rijnmond. 2 Naast het maatregelenpakket zijn daarin de ruimtelijke projecten uit de RR2020 vermeld. De maatregelen en projecten zijn opgenomen in het NSL. 2 Dat lucht op! Naar schone lucht in Rijnmond, RSL Zuid-Holland, gemeente Rotterdam, stadsregio Rotterdam, vastgesteld op 2 april 2008 door het DB van de stadsregio Rotterdam en op 8 april 2008 door het college van B&W van de gemeente Rotterdam Pagina 5 van 47

Het NSL wordt jaarlijks landelijk gemonitord. In de monitoring wordt bekeken wat de status is van de ruimtelijke projecten en maatregelen en wat de (verwachte) luchtkwaliteit is. De eerste monitoringsronde heeft in 2010 plaatsgevonden. De resultaten voor de stadsregio en gemeente Rotterdam zijn verwoord in de rapportage Monitoring NSL Rijnmond 2010 van september 2010. De belangrijkste conclusies zijn dat de verwachting is dat de grenswaarde voor PM 10 in 2011 niet zal worden overschreden, maar dat voor NO 2 de verwachte concentraties in 2015 op drukke wegen in het centrum en toegangswegen in Rotterdam en op één weg in Schiedam wel hoger zijn dan de grenswaarde. Maatregelen zijn nodig om de knelpunten aan te pakken. In hoofdstuk 6 wordt nader ingegaan op de resultaten van de eerste monitoring. Voor nieuwe maatregelen kan gebruik worden gemaakt van de derde tranche van de FES gelden voor luchtkwaliteit. Deze maatregelen dienen dan in het NSL te worden opgenomen. De maatregel dient officieel gemeld te worden aan het ministerie van I&M na instemming van het college of dagelijks bestuur en er geldt dan een uitvoeringsplicht. De gemeente Rotterdam heeft 33,4 miljoen ontvangen, de stadsregio 4,6 miljoen. Met de monitoring van het NSL wordt ook bezien of extra middelen uit de vierde tranche van de FES gelden worden toegekend aan de gemeente Rotterdam. Deze vierde tranche is bedoeld voor resterende knelpunten. Medio 2011 zal hier uitsluitsel over worden gegeven en hangt samen met de ernst en omvang van de luchtproblematiek in de stad. Voorlopig is voor de gemeente Rotterdam een bedrag van 13 miljoen opgenomen in de vierde tranche van de FES gelden NSL begroting. Voor de stadsregio zijn geen 4 e tranche gelden gereserveerd. Pagina 6 van 47

3. Doelstellingen 3.1 Doelstellingen RAL Doelstellingen RAL 2005 Voor het RAL zijn in 2005 twee doelstellingen geformuleerd: Minimaal geen verslechtering en inzetten op verbetering van de luchtkwaliteit, o.a. door de bedreiging om te zetten in ook economische kansen. Ruimte scheppen voor (stedelijke) ontwikkeling: wetgeving, normering en maatregelenpakket zodanig inrichten, dat de stad zich zowel economisch als ruimtelijk verder kan blijven ontwikkelen. De doelstellingen zijn gericht op het halen van de normen, met als achterliggend doel de blootstelling van Rotterdamse burgers aan luchtverontreiniging te verminderen, zodat de gezondheidsrisico s die ermee gepaard gaan, verkleinen. Tegelijkertijd is het RAL bedoeld om stagnatie in de (economische) ontwikkeling van de stad tegen te gaan. De doelstellingen zijn nog steeds actueel. Doelstellingen NSL De dubbeldoelstelling van het RAL sluit goed aan bij de doelstellingen van het NSL: Het verbeteren van de luchtkwaliteit ten behoeve van de volksgezondheid. Het bieden van ruimte voor en bijdragen aan de onderbouwing van ruimtelijke projecten. Actualisatie RAL 2007-2010. Een jaar na de start van het RAL was een actualisatie nodig om een aantal redenen: Het college had 13,8 mln gereserveerd ten behoeve van maatregelen voor luchtkwaliteit. Definitieve toewijzing was afhankelijk van een onderbouwd en getoetst actieprogramma en heeft plaatsgevonden. Het nieuwe college had ten aanzien van luchtkwaliteit concrete doelstellingen geformuleerd: o In 2010 bestaat minimaal 75% van het gemeentelijke wagenpark uit schone voertuigen. o Gedurende de collegeperiode wordt Rotterdam bij de aanpak van de luchtkwaliteitproblematiek steeds als topper aangeduid in de ranglijst van Stichting Natuur en Milieu. Deze doelstellingen moesten (mede) worden gerealiseerd door het actieprogramma RAL 2007-2010. 3.2 Doelstellingen RAP Het Plan van Aanpak Luchtkwaliteit van de stadsregio Rotterdam, wat de basis is geweest voor het RAP, richt zich op twee sporen: het signaleren en faciliteren van ontwikkelingen op luchtgebied voor de diverse stadsregionale sectoren; het ondersteunen van de regiogemeenten bij het oplossen van knelpunten als gevolg van de slechte luchtkwaliteit. In 2008 is door het vaststellen van de nota Dat lucht op! de intensivering van het totale RAP/RAL maatregelenpakket geborgd. Bij het vaststellen van het NSL vervolgens is dit integrale RAP/RAL pakket de basis geweest voor de bestuurlijke afspraak de relevante normen van de Wet luchtkwaliteit in 2011 en 2015 te behalen. Pagina 7 van 47

3.3 Nieuwe doelstellingen RAP/RAL Zoals gesteld zijn de doelen van het RAL van 2005 nog steeds van toepassing. Het maatregelenpakket is nu sterk gekoppeld aan het NSL. Het Kernteam Uitvoering (KTU) (zie hoofdstuk 5) heeft de doelstellingen aangescherpt door de verbeteren van de luchtkwaliteit ten behoeve van de volksgezondheid op te nemen in de doelstellingen. De doelstellingen voor het RAP/RAL gelden voor de gehele stadsregio. De nieuwe doelstellingen voor het RAP/RAL zijn: Voldoen aan de gestelde luchtkwaliteitnormen en daarmee ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken. Het verbeteren van de luchtkwaliteit ten behoeve van de volksgezondheid. De doelstellingen versterken elkaar: Verlaging van de concentraties om te voldoen aan de normen zal ook een positief effect hebben op de gezondheid. Opgelet dient te worden dat de doelstellingen elkaar niet afzwakken: Een ruimtelijk plan kan doorgaan, maar als het plan bestaat uit woningen dicht naast een drukke weg, is dit niet de optimale situatie voor de gezondheid van de nieuwe bewoners. De inzet van Rotterdam is eerst te voldoen aan de Europese grenswaarden en daarna waar mogelijk luchtkwaliteitmaatregelen te treffen, gericht op een verdergaande verbetering van de gezondheid. Pagina 8 van 47

4. Analyse voorgaande projecten In totaal zijn in de periode 2005-2009 108 maatregelen gestart onder het RAP/RAL, waarvan er 75 op 1 januari 2010 zijn afgerond. De verscheidenheid in projecten is groot: van P+R locaties tot het stimuleren van fietsgebruik. In bijlage 1 is een overzicht gegeven van alle RAP/RAL projecten. In dit hoofdstuk wordt een korte analyse gemaakt van de RAP/RAL projecten. In de Jaarrapportage RAP/RAL 2009 is voor de projecten van 2009 de balans opgemaakt. Clusters In het NSL zijn de RAP/RAL maatregelen opgedeeld in de volgende clusters: 1. Schone voertuigen Om een versnelde introductie van schone voertuigen te bewerkstelligen, nemen de gezamenlijke overheden in Rijnmond het initiatief om zoveel mogelijk het (eigen) wagenpark te verschonen. Het kernwinkelgebied van Rotterdam is ingesteld als milieuzone voor vrachtverkeer. Er worden luchtkwaliteitseisen gesteld bij aanbestedingen, en bij de concessieverlening aan busvervoerbedrijven. 2. Verbeteren doorstroming Voor gemeentelijke wegen is een gelijkmatige doorstroming te bereiken door bijvoorbeeld het instellen van groene golven. Er is een aantal groene golven opgenomen in het programma. 3. Stimuleren andere vervoerwijzen Het stimuleren van alternatieven voor het autogebruik. Dit kan door het verbeteren van andere vervoerwijzen (fiets, OV), al dan niet in combinatie met een gedeeltelijke verplaatsing per auto. Voorbeelden zijn het actieve fietsbeleid, de aanleg van fietsroutes en fietsenstallingen, verbeteren en uitbreiden van het OV en verdere uitbouw van P+R -terreinen. De gemeente Rotterdam en de stadsregio Rotterdam ontwikkelen een visie op Duurzame mobiliteit, waarin ook het verder verbeteren van de luchtkwaliteit een belangrijk onderdeel is. Samen met basisscholen en ouders van leerlingen worden in het project schoon, gezond en veilig naar school de mogelijkheden onderzocht om lopend en fietsend naar school te gaan (in plaats van worden weggebracht met de auto). Vervoersmanagement bij grote bedrijven en instellingen is gestart. 4. Huishoudens/burgers Aansluiting van woningen op restwarmte van de industrie, of door koude/warmte -opslag, zijn maatregelen om de uitstoot door huishoudens tegen te gaan. Via het project Zelf aan de slag worden burgers opgeroepen om zelf een steentje bij te dragen aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. 5. Bedrijven In aanvulling op het Actieplan fijn stof (Rijksmaatregel) treft de regio Rijnmond maatregelen om de uitstoot van NO X en PM 10 door bedrijven te verminderen. 6. Haven & scheepvaart Met walstroomvoorzieningen voor de binnenvaart in de Maashaven is een eerste stap gezet ter reductie van emissies van de scheepvaart. Het havenbedrijf stelt extra eisen aan de eigen vloot en is een voorbeeld voor de andere dienstverleners op het water. 7. Communicatie en innovatie Communicatieve maatregelen hebben als doel om kennis te vergroten en draagvlak te verwerven. Het programma bestaat uit diverse activiteiten, zoals de cursus het nieuwe rijden, (energie)conferenties, de week van de vooruitgang, de piekdagenaanpak, het instellen van een publieksinformatienummer. Pagina 9 van 47

Voor elke cluster zijn in het NSL maatregelen opgenomen die afgerond of nog lopend zijn. Zie bijlage 2. Voor maatregelen die in het NSL opgenomen zijn geldt een uitvoeringsplicht. Analyse naar herkomst van de maatregelen. Het merendeel van de RAP/RAL maatregelen valt binnen de clusters Schone voertuigen en Communicatie. In bijlage 1 zijn de RAL maatregelen in volgorde van hoogte van projectfinanciering vanuit het RALbudget weergegeven. Maatregelen die onder de clusters Schone voertuigen en Alternatieve vervoerswijzen vallen zijn over het algemeen de grootste opdrachten financieel gezien. Maatregelen als Park & Ride en Schone voertuigen gemeentelijk wagenpark zijn hier voorbeelden van. Er zijn veel communicatie projecten, met een geringere financiering uit het RAL per project. Een aantal communicatieprojecten komt jaarlijks terug, zoals Flex M. Pagina 10 van 47

5. Criteria In het Kernteam Lucht (KTL) voorheen Kernteam Uitvoering (KTU) worden projectvoorstellen voor nieuwe maatregelen beoordeeld. Het KTL bestaat uit vertegenwoordigers van de Stadsregio, Gemeentewerken, ds+v, OBR, Bestuursdienst, Havenbedrijf Rotterdam, GGD, DCMR, RET, ROTEB en RCI. Voorafgaand aan het KTL wordt een quick scan uitgevoerd, waarin een kritische, technische beoordeling wordt gemaakt op basis van het projectvoorstel. In het KTL wordt het plan verder bediscussieerd. Bij een positieve beoordeling kan het project worden uitgevoerd en vindt (deel)financiering plaats vanuit RAP- of RAL-gelden. Bij de quickscan wordt gebruikt gemaakt van de criteria zoals opgenomen in een notitie uit 2007 met daarin randvoorwaarden en criteria voor de beoordeling van nieuwe projectvoorstellen voor het RAL. (bijlage 3) De herijking is het moment om de criteria uit 2007 aan te passen aan de NSL subsidievoorwaarden. Dit betekende slechts een geringe wijziging. Maatregelen worden nu getoetst aan de gewijzigde criteria voor het toekennen van gelden voor luchtkwaliteitmaatregelen. Dit omdat de derde tranche FESgelden direct zijn gekoppeld aan het NSL: Indien een maatregel met deze gelden wordt gefinancierd, dient de maatregel te worden opgenomen in het NSL. Soorten maatregelen Er kunnen twee soorten brongerichte maatregelen worden onderscheiden: Een maatregel waarbij de achtergrondconcentraties in een heel gebied worden verlaagd. Dit zijn grote bronmaatregelen. Een project kan zijn verminderen uitstoot van lage NO x bronnen bij grote energiebedrijven (lage schoorstenen). Een maatregel waarbij de uitstoot wordt verminderd op straatniveau, waardoor de concentraties van het beïnvloedbaar deel, zoals verkeer, wordt verlaagd. De meeste maatregelen die effect hebben op straatniveau, zorgen tegelijk voor de verlaging van de achtergrondconcentratie. Milieuzonering en Euro V bussen zijn hier voorbeelden van. Pagina 11 van 47

Uit figuur 5.1 blijkt dat vooral wegverkeer een grote bijdrage levert aan de concentratie stikstofdioxide in de lucht op leefniveau/straatniveau. Voor fijn stof is het wegverkeer een kleinere bron voor wat betreft de concentratie op leefniveau. Achtergrondconcentraties zijn op lokaal niveau moeilijk te beïnvloeden. Door het treffen van luchtkwaliteitmaatregelen op regionaal niveau kan de achtergrondconcentratie wel worden verlaagd. Een belangrijke bron is de industrie (ook vanuit het buitenland) en scheepvaart. Bronnen NOx Concentraties NO2 industrie/energie wegverkeer scheepvaart overigen industrie wegverkeer scheepvaart overigen achtergrond Bronnen PM10 Concentraties PM10 industrie/energie wegverkeer scheepvaart overigen industrie wegverkeer scheepvaart overigen achtergrond buitenland achtergrond natuurlijk Figuur 5.1: Bronnen en concentraties op leefniveau van fijn stof en stikstofdioxide (indicatief) In figuur 5.2 zijn dwarsdoorsneden weergegeven van de stadsregio Rotterdam. Ook hieruit blijkt dat voor stikstofdioxide op leefniveau de hoge pieken in de concentraties met name door wegverkeer worden veroorzaakt. Door wegverkeersmaatregelen kunnen de pieken worden afgevlakt. In de regio is, naast vervoer, scheepvaart ook een belangrijke bron van luchtverontreiniging. Door de achtergrondconcentraties te verlagen, komen de totale concentraties en daarmee ook de pieken- minder hoog te liggen. Pagina 12 van 47

Figuur 5.2 Dwarsdoorsneden stadsregio in concentraties stikstofdioxide (indicatief) Bron:DCMR Pagina 13 van 47

Criteria en randvoorwaarden In Tabel 5.1 zijn de door het KTL voorgestelde criteria weergegeven. Daarnaast zijn randvoorwaarden voor een maatregel weergegeven. Tabel 5.1 Criteria en randvoorwaarden voor nieuwe luchtkwaliteitmaatregelen Nr. Criteria Uitleg 1 Effect op concentratie De maatregel moet verlaging van de concentraties op straatniveau te weeg brengen bij voorkeur bij (dreigende) knelpunten OF criteria 2 2 Effect op emissies De maatregel moet verlaging van de achtergrondconcentraties in de stadsregio te weeg brengen. Uitstoot verminderen. 3 Neveneffect op Geluid De maatregel moet ook effect hebben op de geluidbelasting. CO 2 De maatregel moet ook effect hebben op de verlaging van CO 2 uitstoot. Indien voor elektriciteit als energiebron wordt gekozen dient gebruik te worden gemaakt van groene energie. Gezondheid De maatregel moet worden uitgevoerd in gebieden waar veel blootgestelden zijn. Daarnaast dient de maatregel bij voorkeur gericht te zijn op de vermindering van de uitstoot van de kleinere fractie / ultra fijn stof. 4 Schaalbaar De maatregel moet kunnen worden opgeschaald. Nr. Randvoorwaarden Uitleg 1 Openbaarheid gegevens Indien de maatregel een pilot of onderzoek betreft, dienen de conclusies en leerervaringen van het onderzoek openbaar te zijn. 2 Innovatief Indien de maatregel een pilot of onderzoek betreft, dient het nog niet elders in de Stadsregio te zijn beproefd. 3 SMART De maatregel moet smart worden gemaakt om zo achteraf goed te kunnen evalueren of de doelstelling van de maatregel is behaald. Een evaluatie dient onderdeel uit te maken van het plan van aanpak. (smart = specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijd) 4 Communicatie De maatregel dient beschikbaar te worden gesteld voor communicatie naar burgers/bedrijven toe. Communicatie dient zoveel mogelijk gericht te zijn op het handelingsperspectief van de burgers en bedrijven. 5 Businesscase Op termijn moet een rendabele businesscase mogelijk zijn. 6 Markt leidend De markt moet leidend zijn of moet de maatregel/activiteit over kunnen nemen in de loop van de tijd. 7 Financiële ondersteuning Voor financiële ondersteuning wordt alleen een bijdrage voor (een deel) van de milieugerelateerde meerkosten gegeven. 8 Meerwaarde Rotterdam Er moet een maatschappelijk meerwaarde zijn voor de stadsregio/gemeente Rotterdam om de maatregel juist hier uit te voeren. De eerste twee criteria zijn het belangrijkste en hier zal dan ook het strengst op worden getoetst. Vervolgens heeft een maatregel met een neveneffect voorkeur op een maatregel zonder neveneffect. Daarnaast is schaalbaarheid belangrijk om op termijn een groter effect op de luchtkwaliteit te bereiken. Aan de randvoorwaarden dient te worden voldaan, al moet er in uitzonderlijke gevallen ook gemotiveerd van kunnen worden afgeweken. Pagina 14 van 47

6. Resultaten monitoring NSL en nieuwe maatregelen 6.1 Resultaten eerste monitoring NSL De eerste jaarlijkse monitoring van het NSL heeft in 2010 plaatsgevonden. In de monitoring is bekeken wat de status is van de ruimtelijke projecten en maatregelen en wat de (verwachte) luchtkwaliteit is. De resultaten voor de stadsregio en gemeente Rotterdam zijn verwoord in de rapportage Monitoring NSL Rijnmond 2010 van september 2010. De rapportage is op 27 oktober 2010 vastgesteld in het dagelijks bestuur van de Stadsregio en op 16 november 2010 in het college van B&W van de gemeente Rotterdam. Uit de monitoring blijkt dat in de gehele stadsregio geen overschrijdingen van de grenswaarden voor fijn stof (PM 10 ) worden verwacht in 2011. Op de Rotterdamse wegen Weena, Westblaak en de zuidelijke uitgang van de Maastunnel liggen de concentraties net onder de grenswaarde in 2011. De grenswaarde voor stikstofdioxide (NO 2 ) in 2015 wordt in Rotterdam overschreden ter plaatse van de Doklaan, het Weena, de Westblaak, de Statentunnel en de zuidelijke uitgang van de Maastunnel. In Schiedam is er bij de Oranjestraat sprake van een overschrijding. Langs 20 (drukke, doorgaande) straten in Rotterdam en 1 in Krimpen aan den IJssel liggen de concentraties net onder de grenswaarde (bijna knelpunten). Het algemene beeld is dat de (bijna) knelpunten zich met name in de binnenstad van Rotterdam en de toegangswegen bevinden. Opgemerkt dient te worden dat gezien de hoeveelheid in te voeren gegevens het mogelijk is dat sommige concentraties langs wegen onder- of overschat zijn. Dit zal om een beperkt aantal gaan. In de volgende monitoringsronde worden deze onvolkomenheden gerepareerd. Om te voldoen aan de grenswaarden moeten maatregelen worden getroffen. Knelpunten bij rijkswegen worden door het rijk aangepakt. Met het NSL wordt niet alleen op lokaal, maar ook op provinciaal en rijksniveau gekeken naar maatregelen om knelpunten op stedelijke wegen op te lossen. Een pakket aan maatregelen vanuit alle sectoren van de samenleving (overheid, bedrijfsleven en burgers) is nodig om aan de grenswaarden te kunnen voldoen. Hierbij heeft het de voorkeur om in te zetten op generieke maatregelen (zoals elektrisch vervoer en stedelijke distributie) en pas in laatste instantie op locatiespecifieke maatregelen (bijv, wegaanpassingen e.d.). Deze laatste maatregelen zijn vaak erg duur en zeer ingrijpend en verbeteren de luchtkwaliteit slechts op een klein gebied. Nieuwe maatregelen dienen zich voor Rotterdam kijkend naar de knelpunten- te richten op de binnenstad. De stadsregio zal in de maatregelen zich met name richten op het verlagen van de achtergrondconcentraties. 6.2 Nieuwe maatregelen In tabel 6.1 zijn de nieuwe maatregelen opgenomen. In bijlage 4a zijn voor RAL de maatregelen verder uitgewerkt. Bijlage 4b bestaat uit een tabel waarin de maatregelen zijn geprioriteerd op de criteria zoals in hoofdstuk 5 benoemd en de financieringsmogelijkheden. Voor de prioritering van de maatregelen is gewerkt met een wegingsfactor. Het criterium effect op de luchtkwaliteit ter plaatse van knelpunten (binnenstad) heeft de grootste wegingsfactor, de maatregelen uit het RAP hebben vooral invloed op de achtergrondconcentratie, wat eveneens zwaar wordt meegewogen. Ook is getoetst aan de overige criteria, namelijk neveneffecten en schaalbaarheid. Een groot deel van de maatregelen Pagina 15 van 47

heeft betrekking op duurzame mobiliteit. Deze maatregelen zijn afgestemd met de nota (en uitwerkingsprogramma) Duurzame mobiliteit van de stadsregio en het Rotterdamse collegeprogramma Duurzaamheid, waar Duurzame mobiliteit een onderdeel van is. In bijlage 4b is voor de gemeente Rotterdam een onderscheid gemaakt in maatregelen die uit de 3 e tranche gelden en uit de 4 e tranche FES gelden kunnen worden gefinancierd. Daarnaast zijn aanvullende maatregelen benoemd, die in principe niet kunnen worden gefinancierd uit de FES gelden. Deze aanvullende maatregelen kunnen ingezet worden als maatregelen onder de 3 e en 4 e tranche geen doorgang kunnen vinden of als er financiële meevallers zijn binnen het programma. Voor de stadsregio zijn alleen 3 e tranche gelden beschikbaar. Bij het opstellen van de maatregelenlijst is rekening gehouden met het mogelijk niet of maar gedeeltelijk verkrijgen van de 4 e tranche van de FES gelden voor de gemeente Rotterdam. Maatregelen gefinancierd met de gelden van de 3 e tranche worden dusdanig uitgevoerd dat ook zonder aanvulling het een volwaardig programma betreft. Tabel 6.1: Nieuwe voorgestelde maatregelen Nieuwe maatregelen RAL Reservering: Monitoring NSL en Voortzetting milieuzone kernwinkelgebied & ontw. lichte bedrijfsauto s DVM Maastunnel (oplossen knelpunt) Uitbreiding milieuzonering naar omvang en/of bestelverkeer Mobiliteitsmanagement haven (oa spitsscoren, deelauto, Verkeersonderneming) Mobiliteitsmanagement stad (oa spitsscoren, deelauto, beslotenvervoer over water, Slim Bereikbaar, Ecostars) ROTUG Hybride sleepboot Bevorderen lopen Optimalisatie grondstromen - Verbeteren P+W routes centrum Bevorderen fietsen - Actieprogramma lopen - Stallingsprogramma Bevorderen OV-gebruik - Lange afstandsroutes - Verbeteren overstappunten - Ontbrekende schakels in het netwerk - Bevorderen gebruik P+R Schone Voertuigen (2011-2012) - Bevorderen doorstroming OV - Uitvoering programma stroomstoot (infrastructuur & innovaties) - Bevorderen gebruik OV over water - Aandeel elektrische scooters en fietsen omhoog Equipment op containerterminals - Gedifferentieerde parkeertarieven Opschalen Luxor project Vervolg project schoon gemeentelijk wagenpark LNG binnenvaart Nieuwe maatregelen RAP LNG binnenvaart Duurzaam aanbesteden Uitbreiding project Binnenstadservice Maatregelen obv subsidieverordening verbetering luchtkwaliteit Schoon op weg, clean vehicles en clean fuels Het nieuwe rijden Walstroom voor roro-sector Lage NOx bronnen Aansluiting bestaande bouw op warmtenet Regionaal dekkend vulpuntensysteem alternatieve brandstoffen Milieuzone bestelverkeer bij regiogemeenten (onderzoek) Regionaal OV en P&R beleid Regionaal fietsbeleid Regionale DuMo maatregelen DVM en mobiliteitsmanagement Uitbreiding milieuzonering naar het gebied binnen de ruit (onderzoek) Pagina 16 van 47

Analyse Bovengenoemde maatregelen zijn maatregelen, die een bijdrage leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit en die haalbaar worden geacht. Door de DCMR is een analyse van de luchtkwaliteiteffecten gemaakt. De effecten zijn vrijwel niet in concentratievermindering langs een weg (knelpunt) uit te drukken, ook al weten we wel dat de maatregelen goed zijn voor de luchtkwaliteit. Het is algemeen bekend dat de inzet van elektrische (= lokaal 0-emissie) auto's als vervanging van hun (fossiele) brandstof equivalent goed is voor de lokale luchtkwaliteit, maar het blijft lastig om te voorspellen waar die effecten zich precies zullen voordoen. Wel is duidelijk dat het effect van dit soort auto's het grootst zal zijn als ze worden ingezet voor intensief stedelijk gebruik, zoals stedelijk openbaar vervoer, stedelijke distributie en service verkeer, taxi's, deelauto's en koeriersdiensten. Daar zal dan ook het zwaarst op worden ingezet. In algemene termen kan gesteld worden dat het meeste effect verwacht mag worden van maatregelen die minder voertuigkilometers in de binnenstad tot gevolg hebben, of die het gebruik van schone voertuigen in de binnenstad bevorderen (o.a. elektrische auto s, hybride taxi s, stedelijke distributie). Daarnaast is het voor de (regionale) achtergrondconcentraties van belang dat ook op de grote doorgaande wegen de verkeersdruk vermindert en/of dat daar veel meer schone voertuigen gaan rijden. In het havengebied en langs de vaarwegen hebben de maatregelen aan de lage NOx-bronnen en de (binnenvaart)schepen een effect op de achtergrondconcentraties. Pagina 17 van 47

7. Conclusies De nieuwe doelstellingen voor het RAP/RAL komen nagenoeg overeen met de doelstellingen van het RAP/RAL uit 2005. De nieuwe doelstellingen luiden: Voldoen aan de gestelde luchtkwaliteitnormen en daarmee ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken. Het verbeteren van de luchtkwaliteit ten behoeve van de volksgezondheid. Voor het opnemen van een nieuwe maatregel binnen het RAP/RAL zijn in de herijking criteria opgesteld (Zie Tabel 5.1). De eerste twee criteria (effect op concentraties /emissies NO 2 en PM 10 ) zijn het belangrijkste en hier zal dan ook het strengst op worden getoetst. Vervolgens is belangrijk of een maatregel een positief neveneffect heeft op het gebied van geluid, CO 2 en/ of gezondheid. Schaalbaarheid is tevens een criterium. Daarnaast zijn randvoorwaarden benoemd. Nieuwe RAP/RAL maatregelen worden gefinancierd vanuit de derde tranche van de FES gelden en voor de gemeente Rotterdam naar verwachting ook uit de vierde tranche. Deze gelden zijn rechtstreeks gekoppeld aan het NSL en de projecten dienen dan ook te worden aangemeld bij het ministerie van I&M in het kader van het NSL na goedkeuring door college/dagelijks bestuur. Na melding van de projecten geldt een uitvoeringsplicht. In de herijking zijn nieuwe maatregelen benoemd en bestaande projecten die worden geïntensiveerd. Maatregelen als stedelijke distributie en elektrisch vervoer hebben direct invloed op de luchtkwaliteit op straatniveau, maar de effecten zijn moeilijk in concentratieafname uit te drukken. Aangezien de luchtkwaliteitknelpunten zich met name op de drukke doorgaande wegen en wegen in de binnenstad van Rotterdam bevinden, wordt hier met de maatregelen op ingezet. Daarnaast worden door de stadsregio maatregelen genomen om de achtergrondconcentratie te verlagen. Pagina 18 van 47

Colofon Datum: 21 maart 2011 Dienst: Met dank aan: gemeente Rotterdam, ds+v Stadsregio Rotterdam Leden van het Kernteam Lucht (KTL) ds+v, afdeling Verkeer & Vervoer DCMR, expertisecentrum Gemeentewerken Rotterdam, CMR Pagina 19 van 47

Bijlage 1 Huidige RAP/RAL maatregelen In deze bijlage zijn alle lopende en afgeronde RAP/RAL projecten weergegeven. Daarnaast zijn de (aangevraagde) subsidieprojecten van de stadsregio Rotterdam opgenomen. RAP projecten Schone voertuigen publiek Milieuzonering Noordelijk Havengebied Het Nieuwe Rijden Lage NOx bronnen Schone voertuigen privaat PR campagne P+R Handreiking luchtkwaliteit in ruimtelijke plannen Verkenning uitbreiding milieuzone Ruit Rotterdam Participatie Ecomobielbeurs en BBBBQ Pilotproject RET hybride bussen Subsidieprojecten Vanuit de stadsregio wordt/is aan de volgende partijen subsidie verstrekt of is bij de stadsregio subsidie aangevraagd voor het uitvoeren van luchtkwaliteitprojecten: DCMR: Vervoermanagement grote Wm bedrijven. Onderzoek naar reductie van vervoersstromen van en naar grote bedrijven. Stichting Milieu Dichterbij: gaat over enkele bewustwordingsprojecten bij scholen, kleinere bedrijven en huishoudens. HE Blends Nederland, proefproject toepassen biobrandstof HE15 (15 % bioethanol in benzine). Gemeente Lansingerland, meerkosten WKO (warmte/koudeopslag) in Wilderszijde. Gemeente Brielle, duurzaam energiesysteeem wijk Zuurland. Stichting Stimular, Fris bouwen en rijden in Rijnmond, samen met Bouwend Rijnmond. Reductie luchtvervuiling op bouwplaatsen samen met bouwbedrijven verenigd in Bouwend Rijnmond. IJsselland Ziekenhuis, namens 7 andere ziekenhuizen. Onderzoek gezamenlijk logistiek centrum. Schipco consultancy, onderzoek naar LNG als brandstof voor binnenvaart. Loodswezen BV Rotterdam, aanleg walstroomvoorzieningen in Pistoolhaven. Schipco consultancy BV, onderzoeksproject naar de haalbaarheid van een nieuwe transportvorm voor de kleine scheepvaart in de regio met emissieloze voortstuwing. Gemeente Spijkenisse, voorbeeld- en pilotproject waarin door de invoering van een groene golf, waarbij het kruisend openbaar vervoer prioriteit behoudt, de doorstroming en daarmee de luchtkwaliteit verbetert. Gemeente Capelle a/d IJssel, 2 pilotprojecten. Eén project betreft de vervanging van reguliere gemeentevoertuigen door elektrische voertuigen. Het andere project betreft het aanbrengen van groene daken op enkele gemeentelijke gebouwen. Gemeente Lansingerland, pilotproject betreffende de vervanging van enkele dienstvoertuigen door elektrische voertuigen. Pagina 20 van 47

RAL projecten In onderstaande tabel zijn de maatregelen geselecteerd op het bedrag van uitgezette opdrachten. De hoogste uitgezette opdrachten staan bovenaan. Dit is echter een indicatieve lijst en er kunnen hieruit daarom alleen algemene conclusies worden getrokken. Tabel 0.1 RAL maatregelen (1) RAL maatregelen Vervolg (2) RAL-maatregelen Uitbreiding Park & Ride De wassende weg (ISV) Schone voertuigen gemeentelijk wagenpark Flex-M uitzendingen 2006-2008 RET Roetfilters Groene Golven (3x) Stadsverwarming bestaande bouw Walstroom Binnenvaart Aanpak Fietsroutes (B) Contraexpertisie Duurzame weg Programma management 2008 (oa. I-buro) Oplaadinfrastructuur voor de e-fiets E-Fiets Proberen is overtuigen Programma management 2009 (oa. I-buro) Aanschaf Euro V bussen Week van de vooruitgang 2006 Hybride locomotief Programma management overig Programma management 2006 (oa. I-buro) Collectief personenvervoer Spaanse Polder Toepassen brandstofcel Fietsdocent Meetpunten. Luchtkwaliteit Autovrije zondag 2008/2009 Milieuzone kernwinkelgebied Communicatieprogramma RAL Roetfilters RET 2007 Piekdagenaanpak Onderzoek walstroomvoorziening ferries Schoon, gezond en veilig naar school Vaartuigen overheden Milieuzonering 2009 Communicatieplan 2008 Gebruik restwarmte: warmtebuffer Programma management 2007 (oa. I-buro) Luchtkwaliteitseisen bij aanbestedingen Brede inzet schone voertuigen niet-overheid Meten en rekenen Verkeersslang 2006 Schoon en veilig naar school Uitvoering Milieuzonering 2009/2010 Week van de vooruitgang 2007 Zelf aan de slag 2007 Ventilatie en filters vieze straten Rotterdam Communicatieplan 2009 Aanpak Fietsroutes (A) Zelf aan de slag 2006 Waterpower Schone taxi's Flex-M uitzendingen 2006-2008 Energieconferentie Milieudivers Uitbreiding Milieuzonering CO2/fysieke maatregelen Laad en lospunt schone vrachtauto's Tuk Tuk Formula Zero Walstroom Oosterkade Vervoersmanagement bij R'damse Diensten Onderzoek sustainable mobility Afzuigende lantaarnpaal (ISV) Natte tunnelmond (ISV) Groen in de straat (ISV) Walstroom cruiseschepen Publieks Informatienummer Luchtkwaliteit (PIL) Radio Programma Rijnmond Groenjaar Oplaadpunten E-fiets Vervolg eco-tripper Klapcontainer Pagina 21 van 47

Vervolg (3) RAL-maatregelen Raamcontract GW Biodiesel vrachtverkeer Ruimtelijke arrangementen 2008 Mobiliteitsplan Luxor Kennisateliers Pernis Ontwerpateliers Ieders lucht Bandencampagne Milieubarometer Binnenstad service.nl Simular Fris bouwen en rijden in Rijnmond Milieudivers IN BEELD Bezorgberen e-scooters Electrische fiets Roetfilters locomotieven Openluchttheater Snelh.regulering s-gravendijwal Fysieke maatregelen buitenruimte MEBA Gemeentebreed Pagina 22 van 47

Bijlage 2 RAP/RAL maatregelen opgenomen in NSL In deze bijlage zijn de maatregelen opgenomen zoals in het NSL vermeld. Voor deze maatregelen geldt een uitvoeringsplicht. Tabel 0.2 Maatregelen RAP, zoals vermeld in NSL Cluster Schone voertuigen Maatregelen Scans naar mogelijke verschoning gemeentelijke wagenparken Onderzoek milieuzonering vrachtauto s noordelijke havens (+ kentekenonderzoek voor Ring van Rotterdam) Schoon OV (PvE; Concessies voor RET + Connexion) Uitbreiding Park & Ride-plekken Scans naar mogelijke verschoning private wagenparken Onderzoeken nieuwe schone brandstoffen (HE15 en O2 diesel) Stimulering andere vervoerswijzen Fietsroutes Vervoersmanagement bij grote bedrijven in de stadsregio Vervoersmanagement (D.C) bij instellingen (6 ziekenhuizen) Huishoudens/ Burgers Bedrijven Havens, scheepvaart, logistiek Innovatie, communicatie Koude/warmte woonwijken (Brielle en Lansingerland) Onderzoek maatregelen bij lage NO x -bronnen Onderzoek walstroom loodswezen Onderzoek toepassing LNG-motor binnenvaart Onderzoek zero emissie duwboten Stimuleren van Het nieuwe rijden door VCC Rijnmond Educatie (Stichting Milieu Dichterbij) Verbeteren meet- en rekentechnieken Onderzoek knelpuntenkaart luchtkwaliteit RR2020 Educatieve projecten bij scholen en MKB Pagina 23 van 47

Tabel 0.3 Maatregelen RAL, zoals vermeld in NSL Cluster Schone voertuigen Maatregelen Invoering Milieuzone kernwinkelgebied Rotterdam Schone voertuigen gemeentelijk wagenpark Brede inzet schone voertuigen niet-overheid Luchtkwaliteitseisen bij aanbestedingen door gemeente Rotterdam Onderzoek mogelijkheden Schone taxi s bij twee Rotterdamse taxicentrales Plaatsen Roetfilters bij bussen van de RET 2007 Aanschaf Euro V bussen door de RET RET Roetfilters Doorstroming Realiseren vijf Groene golven in Rotterdam Reconstructie Tjalklaan Ontwerpateliers: hoe kan in het ontwerp van de buitenruimte invloed worden uitgeoefend op lucht en geluid? Stimulering andere vervoerswijzen Pilot Collectief personenvervoer Spaanse Polder Uitvoeren Verkeersslang 2006 en 2007 en 2008 bij basisscholen in R dam Uitbreiding Park & Ride- en Park & Walk-voorzieningen Opstellen Vervoersplannen voor Rotterdamse diensten Onderzoek EUR-sustainable mobility: samenhang tussen economie, mobiliteit en milieu Aanleg en verbetering van stedelijke en regionale fietsroutes Vervoersmanagement DCMR Huishoudens/burgers Zelf aan de slag 2006 en 2007: ondersteunen burgerinitiatieven naar concrete verbeteringen van de luchtkwaliteit in de eigen wijk, buurt of straat Stadsverwarming toepassen in bestaande bouw in Rotterdam Havens, scheepvaart, logistiek Verschonen van vaartuigen overheden Onderzoeken toepassen brandstofcel Uitvoeren pilot Walstroom Binnenvaart Maashaven Onderzoek walstroom loodswezen, cruiseschepen en ferries Innovatie, communicatie Inrichten Publieks Informatienummer Luchtkwaliteit (PIL) Ontwikkelen en vertonen Flex-M uitzendingen 2006-2008; gericht op jongeren, waarin aandacht wordt geschonken aan milieuthema s, waaronder lucht Uitvoeren campagne Ieders lucht; campagne ter bewustwording en aanzetten tot handelen Pagina 24 van 47

Communicatiecampagne programma RAL 2006 en verder Deelname aan Week van de vooruitgang 2006, 2007 en 2008 door R dam Gebruik maken van restwarme: ontwikkelen warmtebuffer Onderzoek mogelijkheden Piekdagenaanpak Inrichten Publieks Informatienummer Luchtkwaliteit (PIL) Educatie (Stichting Milieu Dichterbij) Verbeteren meet- en regeltechnieken Energieconferentie Tabel 0.4 Maatregelen voor resterende knelpunten, zoals vermeld in NSL Straatnaam Maastunnel (beide tunnelmonden) Maatregelen Afzuiging (ventillatie) Weena* Milieuzone vrachtverkeer Schone bussen Eventuele aanvullende maatregelen (resultaatverplichting) * Uit de saneringstool versie 3.1 is gebleken dat het Weena geen knelpunt meer is. Pagina 25 van 47

Bijlage 3 Notitie randvoorwaarden en criteria Pagina 26 van 47

Pagina 27 van 47

Pagina 28 van 47

Bijlage 4a Toelichting nieuwe maatregelen RAL Titel (deel)project Monitoring NSL gemeente Rotterdam en stadsregio Korte inhoudelijke toelichting Bijdrage RAP/RAL Fasering in jaren 2010-2014 Andere betrokken DCMR partijen (srr, deelgemeente, ) Het NSL wordt jaarlijks gemonitord. Hiervoor is nodig: Verkeersgegevens actualiseren en aanleveren aan het ministerie van I&M; Ontwikkelingen IBM projecten volgen en wijzigingen aanleveren aan het ministerie van I&M; Sturing geven aan uitvoering maatregelen en opvoeren in het NSL; Landelijk en regionaal overleg en afstemming; Opstellen monitoringsrapportage Rijnmond 1.500.000,-- vanuit RAL en 120.000 vanuit RAP Titel (deel)project Voortzetting milieuzone kernwinkelgebied & ontwikkelingen lichte bedrijfsauto's Korte inhoudelijke Voortzetting milieuzone kernwinkelgebied: toelichting Ontheffingverlening Landelijke overleggen (oa milieuzones na 2013) Afstemming Stadstoezicht Ontwikkelingen lichte bedrijfsauto s: In het voorjaar van 2010 heeft de gemeente Rotterdam samen met de ministeries van VROM en V&W (inmiddels samengegaan in I&M), zeven andere grote gemeenten, stadsregio Rotterdam, Koninklijk Nederlands Vervoer, Transport en Logistiek Nederland, EVO, VNO-NCW en MKB-Nederland de intentieverklaring Milieuzone voor lichte bedrijfsauto s ondertekend. Deze intentieverklaring bevat een zevental procesafspraken waarmee gemeenten stap voor stap bepalen of een milieuzone nodig is en welke stimulerende en compenserende maatregelen daar tegenover staan. De invoering van een milieuzone voor lichte bedrijfsauto s betekent voor Rotterdam een uitbreiding (naar categorie) van de huidige zone. De beslissing over het uitbreiden van de zone met lichte bedrijfsauto s wordt volgens de intentieverklaring genomen in oktober 2012. De convenantpartijen zijn in overleg over invoering van een milieuzone voor lichte bedrijfsauto s, met als richtdatum voor invoering 1 juli 2013. De werkzaamheden bestaan uit de uitwerking van het stappenplan. Bijdrage RAP/RAL 400.000,-- Fasering in jaren 2010-2014 Andere betrokken Stadsregio, Stadstoezicht, Vervoerders- & verladersorganisaties, Rijk partijen (srr, deelgemeente, ) Pagina 29 van 47

Titel (deel)project Korte inhoudelijke toelichting DVM Binnenstad Doel Het verkeersplan binnenstad Citylounge bereikt zet in op een goed bereikbare binnenstad voor elke deelnemer aan het verkeer, een aantrekkelijk verblijfklimaat, een klantgerichte parkeerstrategie en een impuls voor duurzaam vervoer. Een complexe opgave waarin inzet op (dynamisch) verkeersmanagement (DVM) één van de ondersteunende maatregelen is om de doelstelling te verwezenlijken. Doel is de binnenstedelijke bereikbaarheid op peil te brengen en te houden door het gebruik van routegeleiding, P+R voorzieningen, P+W Garages en andere afstelling van verkeerslichten. Resultaat De opgave is om de vormgeving en prioriteitverdeling op de belangrijke knooppunten in het verkeersnetwerk aan te passen volgens de strategie van het verkeersplan binnenstad. Daarmee worden bepaalde routes aantrekkelijker gemaakt, waardoor het autoverkeer als 'vanzelfsprekend' kiest voor deze routes. Deze nieuwe vorm van verkeerscirculatie wordt ondersteund door andere systemen, die het weggebruikers eenvoudig en aantrekkelijk moeten maken om op de gewenste plekken te parkeren en verder te lopen, danwel verder het openbaar vervoer te nemen. De effecten van DVM zijn derhalve een betere en gelijkmatige doorstroming van het verkeer, minder kilometers van automobilisten die op zoek zijn naar een parkeerplek en een duurzamere modal split. Belangrijkste activiteiten De in 2011 op te stellen visie DVM Binnenstad zal medio 2011 en 2012 worden gerealiseerd. Dit zal enerzijds bestaan uit de aanpassing en uitbreiding van bestaande systemen (routegeleiding, parkeergeleiding, verkeerslichten) zodat deze gecoördineerd kunnen worden ingezet, alsmede de realisatie van centrale software die nodig is voor efficiënte netwerksturing. Daarnaast wordt de relatie met private partijen aangehaald, om hen te stimuleren ondersteunende diensten te ontwikkelen. Bijdrage RAL 1.500.000. Totale kosten worden geschat op 3.000.000 voor de periode 2010 2012 (planvorming en uitvoering eerste fase). Uitgangspunt is dat de helft van dit bedrag wordt gefinancierd uit het RAL, en inzet is om de andere helft te financieren met subsidie uit de BDU. Fasering in jaren 2011; bepalen wensbeeld 2011 2012; opstellen uitvoeringsstrategie en uitvoering eerste fase Andere betrokken partijen (srr, deelgemeente, ) andere wegbeheerders, daar bepaalde maatregelen worden ingezet op bijvoorbeeld provinciale of rijkswegen (zoals de verwijzing naar P+R). de markt voor het realiseren van instrumenten, maar ook voor het aanbieden van informatiediensten aan reizigers om daarmee een verschuiving in modaliteit- of routekeuze te bewerkstelligen. Stadsregio voor medefinanciering uit de BDU Pagina 30 van 47

Titel (deel)project Korte inhoudelijke toelichting DVM Zuidvleugel Doel De kern van DVM Zuidvleugel is het zo lang mogelijk gelijkmatig rijdend houden van het verkeer op het beschikbare wegennet, zonder dat daar grote infrastructurele aanpassingen en investeringen voor nodig zijn. Binnen DVM Zuidvleugel wordt dit gedaan volgens de principes van Gebiedsgericht Benutten en de afspraken uit het (regionaal vastgestelde) Tactisch Kader Operationeel Verkeersmanagement. De basis vormt het aanbrengen van regionale regie in de aanpak en beheersing van lokale verkeersproblemen. Door een integrale, gecoördineerde inzet van instrumenten op het samenhangende wegennet (bestaande uit de belangrijkste wegen van meerdere wegbeheerders) wordt het mogelijk de belangrijkste verkeersstromen rijdende te houden. Zo is bv. een goed functionerende "Ring Rotterdam" ook van belang om de binnenstad bereikbaar te houden. Resultaat De gewenste aanpak van verkeersproblemen is in 2010 verder uitgewerkt naar zogenaamde regelscenario's (vooraf bedachte sets maatregelen die ingezet worden om het verkeer rijdend te houden of te krijgen). Het resultaat is dat de verkeersstromen met de hoogste prioriteiten beter kunnen (blijven) doorrijden. Daaronder vallen de verkeersstromen van en naar hoogstedelijke centra, maar ook het verkeer van en naar het Haven- en Industriegebied. Belangrijkste activiteiten In navolging van het Tactisch Kader en het convenant voor besteding van Regionale en Rijksubsidies (Quick Wins en de Mobiliteitsaanpak), realiseren de partners in de Zuidvleugel gezamenlijk de eerste tranche instrumenten in 2010 en 2011. Daarnaast zullen ook ingrepen en maatregelen op het stedelijk wegennet nodig zijn, zoals aanpassingen van verkeerslichten en nieuwe DRIP s. De activiteiten richten zich op de realisatie van deze aanvullende systemen en de koppeling met de centrale. Ook moeten de centrales van verschillende wegbeheerders aan elkaar worden gekoppeld, zodat een gecoördineerde aansturing van instrumenten plaats kan vinden. De betrokken bestuurders (namens gemeente Rotterdam wethouder Baljeu) zijn unaniem akkoord gegaan met het voortzetten van het programma DVM Zuidvleugel in 2011, het opzetten van een uitvoeringsunit voor DVM op Zuidvleugelniveau en het voorbereiden van een regiodesk (verkeersregiekamer op Zuidvleugelniveau). Rotterdam levert geen financiële bijdrage aan de regiodesk, maar de afspraak is dat de bijdrage van Rotterdam aan de totstandkoming van de regiodesk vooral wordt gevormd door het opzetten van een eigen verkeersregiekamer. De regiodesk zal zich in de eerste fase met name richten op de verkeersdoorstroming in relatie tot de ombouw van de A15. Bijdrage RAL De totale bijdrage van Rotterdam aan DVM Zuidvleugel vanuit het RAL is begroot op 1.500.000. Dit bedrag wordt door Stadsregiosubsidie verdubbeld naar 3.000.000 en ingebracht in de generieke pakketten van de mobiliteitsaanpak, waarvoor het Rijk de helft subsidieert. Het beschikbare budget is daarmee ca 6.000.000. Dit budget is voldoende om de benodigde maatregelen te realiseren en te zorgen dat alle systemen bij de verschillende wegbe- Pagina 31 van 47

Fasering in jaren heerders worden aangepast. 2011: starten uitvoeringsunit en aansturing eerste regelscenario s (A15) 2012: voortzetten en uitbreiden regelscenario s en evaluatie Andere betrokken partijen (srr, deelgemeente, ) De samenwerking op het gebied van DVM met de partners in de Zuidvleugel (Rijkswaterstaat, Provincie Zuid-Holland, Stadsregio Rotterdam, Stadsgewest Haaglanden en Den Haag) staat centraal; deze is in 2010 op een meer bindende en krachtiger manier vormgegeven. Een directe relatie ligt er ook met de Verkeersonderneming, die zich ook bezig houdt met verkeersmanagement op en rondom de A15. In de stad ligt er een duidelijke relatie met de Verkeersmarinier (Operationeel Verkeersmanagement), die zich richt op verkeersstromen op het eigen netwerk. Titel (deel)project Korte inhoudelijke toelichting Maastunnel; aanpak knelpunt Uit de saneringstool (nulsituatie NSL) en de monitoringsrapportage van 2009 blijkt dat er sprake is van een knelpunt bij de maastunnel. De oorspronkelijke aanpak van dit knelpunt bestond uit het inzetten van het huidige ventilatiesysteem van de maastunnel. Het ventilatiesysteem bevat echter asbest en dient daarom gesaneerd te worden voordat het systeem in werking kan worden gezet. De kosten voor de asbestsanering en het inregelen van het ventilatiesysteem tbv de luchtkwaliteit zijn geraamd op 6,3 miljoen. De inzet van het ventilatiesysteem lost het knelpunt wel op maar levert geen wezenlijke bijdrage aan het verbeteren van de luchtkwaliteit omdat de verontreinigde stoffen hoger in de atmosfeer worden gebracht. Het KTU heeft aangegeven dat het knelpunt beter in kaart moet worden gebracht en de mogelijkheden van reiniging (in het ventilatiesysteem of in/ bij de tunnel) moeten worden onderzocht. Om het knelpunt beter in kaart te brengen wordt gestart met een windtunnelonderzoek. Daarbij wordt tevens gekeken naar de mogelijke maatregelen. Bij de Maastunnel moet onderscheid worden gemaakt tussen de noordelijke tunnelmond en de zuidelijke tunnelmond. Het knelpunt bevindt zich ter hoogte van de zuidelijke tunnelmond (verwachte overschrijding van grenswaarde ivm korte afstand tussen woningen en tunnelmond.) Het onderzoek en de aanpak richt zich daarom alleen op de zuidelijke tunnelmond. Bijdrage RAL 6.300.000 Fasering in jaren 2010 windtunnelonderzoek 2011-2014 realiseren maatregel Andere betrokken Geen partijen (srr, deelgemeente, ) Pagina 32 van 47