Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland Zuid

Vergelijkbare documenten
Juni Samenstelling: Met dank aan: Vormgeving: Editing:

Jaarcijfers Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid

Jaarcijfers Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2013 Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

APRIL Pagina 1 van 9

Jaarverslag Regionaal soa centrum Den Haag

SOAP 2018 Demografie

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ?

Locatie. O heteroseksueel O homoseksueel O biseksueel O onbekend. Hiv Hepatitis B

Belangrijkste bevindingen uit 2017

Regionaal soa-centrum Den Haag

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2016

O onbekend. Hulpvraag seksualiteit:

Kan gebeuren SOA QUIZ Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent

Wat er gebeurde in 2018

SoaSense. Thermometer 2010 GGD en Oost-Nederland

Locatie. O heteroseksueel O homoseksueel O biseksueel O onbekend. Gonorroe Syfilis. Hiv Hepatitis B

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland

Seks begint met lullen. 14 april 2018 Monique de Graas Jan Semmekrot Team Seksuele Gezondheid

Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland

6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel

De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2013 GGD en Oost-Nederland

Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2013 GGD en Oost-Nederland

seksuele gezondheid Thermometer 2012 GGD en Oost-Nederland

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Soa in Noord-Holland Noord. Risicogroepen en trends

Naar een meer doelmatig soa-testbeleid

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2011 GGD en Oost-Nederland

Wat zijn soa s? Voor alle soa s geldt: hoe eerder je erbij bent, hoe beter. Laat je op tijd testen als je risico hebt gelopen!

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013

S e k s u e e l S e k s u e e l S e O v e r d r a a g b a r e O v e r d A a n d o e n i n g e n A a n d o e. d r a a g b a r e O v e r d r a a g b a r

DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND

Met betrekking tot afzonderlijke soa: Ziektelast: sommige soa hebben ernstiger consequenties en zijn belangrijker om op te sporen.

MSM Outreachdag

SOA-spreekuur. in de Academische Huisartsenpraktijk Groningen. Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt

Centrum Seksuele Gezondheid

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

SOA IN ANTWERPEN (EN OMSTREKEN)

1401 SOA Factsheet.indd :02

Leerdoel. Huisje, boompje, testje Soa-testen in de huisartsenpraktijk Wie, wat, hoe en waarom? 19 april 2012

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Juni 2015 SAMENVATTING SCREENINGSSCHEMA UIT LEIDRAAD VOOR MEDISCHE CONSULTATIES BIJ SEKSWERKERS. Pasop vzw

MAINLINE en P&G292 * NATIONAAL CONGRES SOA-HIV-SEKS * AMSTERDAM * 1 DECEMBER 2014

Outreach testen activiteiten binnen hiv en soa bestrijding in Amsterdam

THE WAY FORWARD. Soa Aids Nederland en etnische minderheden. Onze koers voor (Samenvatting) Opmaak CMYK.indd :11

Ghapro. Newsflash. In dit nummer. Juni 2015 Jaargang 1, nr.1. Nieuwsbrief voor Gerantes. Sekswerkers in Vlaanderen. Medische resultaten

Factsheets Schorer Monitor 2008

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( )

Soa- poli Kennemerland

OPVOLGVRAGENLIJST HIV-NEGATIEVE MAN

Testen op Locatie Resultaten

Jaarverslag 2013 Soa-polikliniek

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050)

Seks onder je 25 e. Onderzoek naar de seksuele gezondheid van jarigen in Gelderland-Zuid

Jaarverslag 2013 Soa-polikliniek

Seksuele gezondheid in Nederland 2017

Seksueel overdraagbare aandoeningen in Den Haag

Tabel 1a. Ervaring met verschillende vormen van seksueel gedrag naar leeftijd leeftijd eerste 12 tot 15 (%) 18 tot 21 (%) 15 tot 18 (%)

OPVOLGVRAGENLIJST - HIV-NEGATIEVE VROUW

Seksuele Gezondheid Jaarverslag 2014

RIVM rapport Registratie van SOA en HIV consulten bij GGD's en SOA-poliklinieken: Jaarverslag 1999

Veel voorkomende SOA. Gynaecologie. alle aandacht

Zuid-Limburgse jongeren seksueel ongezond. Seks onder je 25e Een factsheet van de GGD Zuid Limburg

nr. 126 van JORIS POSCHET datum: 17 november 2014 aan JO VANDEURZEN Preventiebeleid hiv en soa s - Stand van zaken

BASISVRAGENLIJST - HIV-NEGATIEVE VROUW

Hoe krijg je hepatitis B?

Jaarverslag 2009 soa-polikliniek GGD Amsterdam

OPVOLGVRAGENLIJST - HIV-NEGATIEVE MAN

gezamenlijk jaarverslag 2009 SOA-bestrijding Utrecht

Welke (Zuid) Limburgse cijfers zijn bekend?

BASELINE QUESTIONNAIRE - HIV NEGATIVE MAN

BASISVRAGENLIJST - HIV-NEGATIEVE MAN

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

VERSCHILLEN IN DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN ZUID-LIMBURGSE JONGEREN TUSSEN 2012 EN 2017

Conclusie: Zorg voor Seksuele Gezondheid. Opzet: Seksuele gezondheid in Ned. Seksuele gezondheid. Schuivende paradigma's

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

6,8. Spreekbeurt door een scholier 2587 woorden 21 november keer beoordeeld. Nederlands

Jaarverslag 2010 soa-polikliniek GGD Amsterdam

Nationaal Actieplan. Soa, hiv en seksuele gezondheid. Doelstellingen

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

SOA-SURVEILLANCESYSTEEM VIA EEN PEILNETWERK VAN CLINICI IN BELGIË

BASISVRAGENLIJST HIV-POSITIEVE VROUW

INHOUD. 1. Meer cliënten, meer soa s. 3. Van overkomen naar voorkomen Preventie in de spreekkamer

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

Transcriptie:

Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland Zuid

Samenvatting Consulten en bereik doelgroep Het aantal soa-consulten (18.644 in 2017) van het Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland (RCSG zzh) is gestegen met 5% ten opzichte van 2016. Er zijn meer gewaarschuwden, meer mensen met klachten en meer mannen die seks hebben met mannen (MSM) gezien. þþ Het aandeel mensen dat zich laat testen na een soa-waarschuwing groeide van 20% (3.483 cliënten) naar 22% (4.083 cliënten), met een vindpercentage van 34%. þþ Het aandeel mensen met klachten is gestegen van 27% naar 29%, vooral bij cliënten met heteroseksuele contacten. þþ Het aandeel MSM van alle consulten is gestegen van 28% naar 32%. þþ 38% van alle consulten (7.052) zijn bij laag/middel opgeleiden. þþ Er zijn ruim 600 persoonlijke Sense-consulten uitgevoerd. þþ 1,8% van de vrouwen had ongewenst seksueel contact meegemaakt, bij MSM en heteromannen was dit <0,2%. Soa vindpercentages Het percentage cliënten met één of meerdere soa s (chlamydia, gonorroe, hiv, syfilis of hepatitis B) in de regio zuidelijk Zuid-Holland is gestegen van 19,4% naar 20,9%. Er zijn 14% meer soa s gevonden dan in het voorgaande jaar. De stijging van het vindpercentage is deels te verklaren doordat er meer mensen met klachten en mensen die gewaarschuwd zijn gezien worden. De grootste stijging in soa s is bij MSM, vooral bij de groep met een bekende hiv-infectie: þþ De vindpercentages bij van gonorroe bij hiv-positieve MSM is 21,9% vergeleken met 9,7% bij hiv-negatieve MSM. Het is hoger dan het vindpercentage voor chlamydia bij deze groep (10,2%). þþ Het vindpercentage van syfilis bij MSM lijkt stabiel met 2,4%. Er zijn 142 infecties gevonden. Het vindpercentage bij hiv-positieve MSM is 7,4% en bij hiv-negatieve MSM 1,7%. þþ Het aantal LGV-gevallen is 37 (7,5% van anale chlamydia infecties). Van hen waren 17 hiv geïnfecteerd, en slechts 12 rapporteerden klachten. Het aantal gevonden hiv-infecties bij MSM is in 2017 42, het vindpercentage hiv is 1,1. Vijftien hiervan (36%) zijn in het laatste jaar geïnfecteerd. Positief hieraan is dat deze infecties vroeg ontdekt worden. Tegelijk betekent dit dat dit recente hiv-overdrachten zijn. Er werden slechts 4 hiv-infecties bij heteroseksuelen gevonden waarvan 3 bij een migrant. Het lijkt erop dat de mensen met een migratieachtergrond met hiv-infecties de weg naar de soa poli niet vinden. Het vindpercentage gonorroe is bij heteroseksuelen iets toegenomen: heteromannen 3,6%; vrouwen 2,2%. Dit is weer hoger dan het landelijk gemiddelde. Het vindpercentage bij laag/middel opgeleiden is hoger (25%) dan bij hoogopgeleiden (19%). 2 Jaarcijfers 2017

Conclusie en aanbevelingen Naar aanleiding van de jaarcijfers 2016 komt het Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland tot de volgende conclusies en aanbevelingen: Prioritering op cliënten met het hoogste soa risico leidt tot een weer hoger vindpercentage. Tegelijk roept het de vraag op of het bereik van mensen met een hoog risico voldoende is en wie bij huisartsen getest wordt. Onderzoek hierna wordt opgezet. De hoge aantallen van gonorroe zijn vooral in Rotterdam zichtbaar. Onderzoek naar testbeleid bij huisartsen is gaande. Daarbij wordt ook gekeken hoe vaak huisartsen cliënten met gonorroe zien. De vindpercentages bij MSM zijn zorgelijk. Voor de MSM die het hoogste risico lopen is een gepast zorgaanbod nodig. Daarbij hoort ook zorg voor MSM die PrEP gebruiken. In Rotterdam wordt de testlab prikpost voor MSM bij de GGD zelf ingericht. Partnerwaarschuwing en de behandeling van gewaarschuwden blijft belangrijk, hierbij moet vooral aandacht zijn voor hiv, syfilis en LGV. Er wordt ingezet op registratie om effecten van extra inspanningen te meten. Voor hiv partnerwaarschuwing wordt samenwerking met hiv behandelcentra gezocht. Behandeling van hiv draagt bij aan individuele gezondheid en aan verminderen van overdracht van hiv. Opsporing van recente hiv-infecties en van hiv-infecties bij mensen die de poli niet bereiken (bijv. in migrantengroepen) is nodig. Dit gebeurt in het hivbestrijdingsproject AIDSVRIJ2030. Seksualiteitshulpverlening in Sense consulten krijgt nadruk op goed anticonceptiegebruik en registratie van alle Sense consulten. Daarnaast gaat de GGD Rotterdam-Rijnmond meedoen aan een pilot voor webcamconsulten voor jongeren (binnen een landelijk project onder leiding van het RIVM). In deze pilot wordt specifiek in Rotterdam op lager opgeleiden gefocust. De voorlichtingen op ROC-scholen worden voortgezet. Voor het voortgezet onderwijs worden voorlichtingen opgezet, inclusief een testaanbod. Deze voorlichtingen zijn bedoeld om vooral ook lager opgeleiden beter te bereiken. Jaarcijfers 2017 3

Inhoudsopgave Samenvatting 2 Conclusie en aanbevelingen 3 Inhoudsopgave 4 Inleiding 5 1. Consulten 6 1.1 Trends in consulten 6 1.2 Consulten naar seksuele contact en leeftijdsgroep 7 1.3 Consulten naar bevolkingsgroep en seksueel contact 7 1.4 Consulten naar hoogst genoten opleiding 9 1.5 Consulten naar klachten en gewaarschuwd zijn 10 1.6 Vindpercentage soa s in de regio naar seksueel contact en leeftijd 11 1.7 Vindpercentage soa s per risicogroep 13 1.8 Gevonden soa s naar seksueel contact 14 1.9 Opleidingsstatus en soa 14 2. Seksueel gedrag 15 2.1 Aantal partners 15 2.2 Condoomgebruik 15 2.3 Seksuele technieken 16 2.4 Recreatief drugsgebruik 16 2.5 Seksuele netwerken: seksueel contact met partners met migratieachtergrond 17 2.6 Seksuele netwerken MSM 17 2.7 Ongewenst seksueel contact 17 2.8 Seksaccidenten en hiv-postexpositie profylaxe (PEP) 18 3. Gevonden SOA 19 3.1 Trends chlamydia-infecties 19 3.2 Lymfogranuloma venereum (LGV 21 3.3 Trends gonorroe-infecties 22 3.4 Aantal hiv-infecties en percentage positieve testen naar seksueel contact en leeftijdsgroep 25 3.5 Syfilis 26 3.6 Hepatitis B 28 3.7 Hepatitis C 28 3.8 Overige soa s 28 4. Specifieke preventie activiteiten naar doelgroepen 29 4.1 Partnerwaarschuwing 29 4.2 Hepatitis B-vaccinatie 30 4.3 Consulten seksualiteitshulpvragen 31 4.4 Voorlichtingen op scholen 31 4.5 E-health 31 4.6 Mannen die seks hebben met mannen 32 4.7 Sekswerkers 33 4 Jaarcijfers 2017

Inleiding Het Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland (RCSG zzh) omvat het werkgebied van de GGD en Hollands Midden, Rotterdam-Rijnmond en de GGD Zuid-Holland Zuid 1. In deze rapportage vindt u de jaarcijfers over 2017 van deze GGD en. Het RCSG biedt aanvullende zorg en richt zich op groepen die meer risico lopen op een soa en seksualiteitsproblemen: jongeren tot 25 jaar, mensen met klachten die passen bij een soa, mensen die gewaarschuwd zijn voor een soa, mannen die seks hebben met mannen (MSM) en andere mensen met een verhoogd risico op soa s zoals sekswerkers, mensen die uit een land komen waar veel soa s voorkomen of die een partner hebben uit een land waar veel soa s voorkomen. De wijzigingen in het financiële plafond sinds 2015 zijn nog steeds van kracht. De prioritering in de triage moet om die reden verscherpt blijven. Het RCSG zzh biedt geïntegreerde consulten voor soa-testen en seksuele gezondheid. Deze rapportage geeft een beeld van de risicogroepen die dit jaar bereikt zijn en de trends bij deze risicogroepen. Een volgende hoofdstuk beschrijft het seksuele gedrag van de cliënten, gevolgd door de trends van de volgende soa s: Chlamydia trachomatis, gonorroe, hiv, syfilis en hepatitis B. Daarnaast wordt kort ingegaan op over overige soa s, zoals herpes genitalis en genitale wratten. In het laatste hoofdstuk worden de preventieactiviteiten beschreven. GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland Zuid GGD Hollands Midden 1 Dienst Gezondheid en Jeugd Dordrecht Jaarcijfers 2017 5

1. Consulten In totaal zijn er 18.644 soa-consulten uitgevoerd in de regio in 2017. Daarnaast werden 611 Sense-consulten gedaan. De soa-consulten in 2017 zijn 12,4% van alle landelijke consulten. Landelijk en in onze soa-regio is het aantal consulten met 5% gestegen. 68% van de vrouwen, 58% van de heteroseksuele mannen en 70% van de MSM is autochtone Nederlander of afkomstig uit andere westerse landen (totaal 66%). 14% is eerste- en 20% tweede generatiemigrant en afkomstig uit landen waar soa s in verhoogde mate voorkomen. 1.1 Trends in consulten Tabel 1.1 Aantal consulten en verdeling naar leeftijdsgroep, afkomst en opleiding en naar GGD 1-1-2017 2013 2014 2015 2016 2017 % regio 2017 % binnen GGD 2017 % binnen GGD 2017 % binnen GGD GGD- werkgebieden Inwonertal Aantal consulten Consulten <25 jaar Consulten afkomst soa endemisch Consulten lage opleiding Hollands Midden 786.940 2.145 2.600 2.661 3.085 2776 15 1.808 65 379 14 739 27 RotterdamRijnmond 1.278.525 12.617 11.936 13.054 13.084 14122 76 6.484 46 5.440 39 5.464 39 Zuid-Holland Zuid 485.876 1.277 1.359 1.330 1.617 1746 9 925 53 411 24 849 49 2.543.390 16.039 15.895 17.045 17.786 18.644 100 9.217 49 6.230 33 7.052 38 in 2016 17.786 consulten in 2017 18.644 consulten 6 Jaarcijfers 2017

1.2 Consulten naar seksuele contact en leeftijdsgroep Tabel 1.2 Aantal consulten en verdeling naar leeftijdsgroep en GGD en naar seksueel contact Seksueel contact Aantal consulten % van totaal consulten < 25 jaar % binnen groep % van totaal GGD HM <25 jaar % GGD RR <25 jaar % GGD ZHZ <25 jaar % Man heteroseksueel 5086 27 2819 55 31 411 23 2105 32 303 33 Vrouw 7591 41 5188 68 56 1190 66 3468 53 530 57 MSM 5944 32 1205 20 13 206 11 907 14 92 10 Totaal 18644 100 9217 49 100 1808 100 6484 100 925 100 * Door cliënten met onbekende seksueel contact is de som M/V/MSM lager dan totaal ** in de berekeningen voor soa-percentages is deze groep weggelaten i.v.m. de lage aantallen. Het aandeel jonge bezoekers (<25 jaar) is 49%. Dit aandeel is iets lager dan in 2016 (52%). In 2017 zijn er 5.944 MSM gezien vergeleken met 5.006 in 2016, een stijging van 23% (938 mannen). Daarentegen zijn er 153 minder heteroseksuele mannen gezien vooral van boven 24 jaar. Ook zijn er 54 minder vrouwen gezien vooral in de jongere leeftijdsgroep. De 18.644 consulten in 2017 betroffen 14.821 personen. Van deze personen had 21% (n=3.823) meer dan één consult in 2017. Dit percentage was met 35% het hoogst bij MSM, 11% bij heteroseksuele mannen en 16% bij vrouwen. 1.3 Consulten naar bevolkingsgroep en seksueel contact Mensen afkomstig uit, of met een partner afkomstig uit een land waar veel soa s voorkomen, zijn een doelgroep voor de soa-bestrijding. Cliënten die zelf, of waarvan een of beide ouders geboren zijn in Turkije, Afrika, Latijns-Amerika inclusief Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen, Azië en Oost-Europa vallen hieronder. Voor het leesgemak worden mensen met een migratieachtergrond in dit verslag soms migranten genoemd. Cliënten afkomstig uit het Caribisch deel van het Koninkrijk worden hieronder en in de overige tekst - Antilliaans/Arubaans genoemd. Het aandeel consulten bij cliënten afkomstig uit landen waar veel soa voorkomt zijn bij vrouwen 32%, bij heteroseksuele mannen 45%, en bij MSM 26%, allen vergelijkbaar met 2016. Van alle MSM is 17% biseksueel (1032/5944). Het aandeel migranten bij de homoseksuele MSM is 25% (1226/4912) en bij de biseksuele MSM 29% (301/1032). Jaarcijfers 2017 7

Figuur 1.1. Regio RCSG zzh: consulten 2017 naar bevolkingsgroep en seksueel contact 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% MSM (5994) heteroman (5086) vrouw (7595) Onbekend 0 0 0 MOE-landers* 118 60 164 Kaapverdiaans 38 199 196 Overig niet-westers 471 499 665 Marokkaans 579 399 597 Turks 126 274 206 Antilliaans/Arubaans 163 213 126 Surinaams 288 475 482 Overig westers 323 568 560 Nederlands 3838 2399 4595 * MOE-landers zijn mensen afkomstig uit Midden- en Oost-Europa. 8 Jaarcijfers 2017

1.4 Consulten naar hoogst genoten opleiding Bij 42% van de consulten is sprake van een laag- of middelbaar opgeleide cliënt.bij MSM is dit aandeel 35%, bij de heteroseksuelen 45% (was 40%). Van de cliënten afkomstig uit soa-endemisch gebied is 55% laagopgeleid. Het percentage laag- of middelbaar opgeleide cliënten is bij de GGD Rotterdam- Rijnmond 43; bij de GGD Hollands Midden 32% en bij de GGD Zuid-Holland Zuid 53%. Tabel 1.3 Aantal consulten naar opleiding, naar seksueel gedrag en afkomst uit soa-endemisch land 2017 2017 allen % MSM % hetero % migrant % < 25jaar % basisonderwijs /geen* 156 1 52 1 103 1 93 1 44 0 lbo/mavo/vmbo/mbo* 6896 37 1764 30 5117 40 3326 53 3544 38 havo/vwo/gymnasium* 809 4 256 4 551 4 238 4 472 5 hbo/wo** 10435 56 3760 63 6670 53 2464 40 4981 54 anders/onbekend 348 2 110 2 236 2 109 2 176 2 18644 100 5942 100 12677 100 6230 100 9217 100 * laag/middelbaar opgeleid, ** hoog opgeleid Figuur 1.2: Aandeel consulten naar opleiding en GGD 100% 129 193 26 90% 80% 70% 1748 7897 790 60% 50% 81 40% 568 30% 160 829 20% 10% 0% 718 5349 anders / onbekend hbo / wo havo / vwo / gymnasium lbo / mavo / vmbo / mbo basisonderwijs / geen GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Hollands Midden GGD ZHZ Jaarcijfers 2017 9

1.5 Consulten naar klachten en gewaarschuwd zijn In de triage worden mensen met soa-klachten en gewaarschuwden geprioriteerd omdat de kans dat er bij hen een soa gevonden is het hoogst is. Bij MSM is het aandeel gewaarschuwden en klachten met 17-18% stabiel de laatste 3 jaar. Het aandeel heteroseksuele mannen met klachten is gestegen van 32% in 2016 naar 35% in 2017, en bij vrouwen van 29% naar 32%. Het aandeel heteroseksuele mannen die op consult kwamen vanwege een waarschuwing voor een soa is gestegen van 25% in 2016 naar 28% in 2017, en bij vrouwen van 17% naar 21%. Het figuur geeft het aandeel van deze geprioriteerden weer in combinaties cliënten met klachten en of gewaarschuwd zijn en naar leeftijdsgroep. Figuur 1.3 Aandeel consulten bij mensen die gewaarschuwd zijn en of klachten hebben naar seksueel contact, leeftijdsgroep en GGD in 2017 100% 90% 80% 173 558 512 16 63 90 3 44 22 122 408 547 24 46 87 11 66 40 95 286 413 1025 17 32 133 136 11 46 45 164 70% 60% 776 33 120 107 413 50% 2706 290 262 1887 342 40% 939 135 206 471 30% 20% 10% 0% 606 144 113 44 121 54 23 8 72 11 4 5 630 435 101 108 48 GGD RR GGD HM GGD ZHZ GGD RR GGD HM GGD ZHZ GGD RR GGD HM GGD ZHZ 38 55 4 884 524 173 212 94 86 90 12 >24 gewaarschuwd en klachten >24 gewaarschuwd, geen klachten >24 klachten, niet gewaarschuwd >24 niet gewaarschuwd, geen klachten <25 niet gewaarschuwd, geen klachten <25 klachten, niet gewaarschuwd <25 gewaarschuwd, geen klachten <25 gewaarschuwd en klachten 1.4 10 Jaarcijfers 2017

1.6 Vindpercentage soa s in de regio naar seksueel contact en leeftijd Het percentage bezoekers dat de diagnose kreeg van één of meer soa s (chlamydia, gonorroe, infectieuze syfilis, hiv of hepatitis B) is ten opzichte van 2015 licht gestegen van 19,4% naar 20,9%. Tabel 1.4 Trend vindpercentage naar seksueel contact 2013-17 DGJ GGD HM GGD RR Seksueel contact 2013 2014 2015 2016 2017 2017 2017 2017 Man heteroseksueel 14,7% 16,0% 18,7% 20,3% 22,3% 19,0% 22,3% 22,7% Vrouw 14,9% 15,4% 18,3% 17,9% 20,0% 17,3% 18,1% 20,9% MSM 17,5% 0,0% 20,9% 20,9% 20,8% 17,5% 18,0% 21,5% Totaal 15,3% 16,0% 19,0% 19,4% 20,9% 17,9% 19,0% 21,6% Figuur 1.4 Aantal consulten en vindpercentage 2009-2017 in de regio zzh naar seksueel contact 9000 25 8000 7000 20 6000 5000 4000 3000 2000 15 10 5 1000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 0 vrouw aantal consulten hetero man aantal consulten MSM aantal consulten vrouw vindpercentage hetero man vindpercentage MSM vindpercentage Jaarcijfers 2017 11

Figuur 1.5 Aantal consulten in 2017 naar leeftijd, seksueel contact en vindpercentage in de regio zzh 4500 40% 4000 35% 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0 15-19 jaar 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 jaar 55+ 0% heteroman vrouw msm msm % pos heteroman % pos vrouw % pos Het hoogste vindpercentage werd gevonden bij de jongste groep heteroseksuele mannen (37%), en vrouwen (33%), bij een kleine groep cliënten in deze leeftijdsgroep. In de grootste groep heteroseksuele bezoekers tussen 20-24 jaar is het vindpercentage rond 22%, bij vrouwen daalt het daarna sneller dan bij mannen naar 5% respectievelijk 15% in de leeftijdsgroep 40-44 jaar. Opvallend zijn ook de stijgende vindpercentages bij oudere heteroseksuele vrouwen, maar dit betreft een laag aantal mensen. Bij MSM is het vindpercentage het hoogst in de jongste groep en de groep 25-34 jaar waarnaar het langzaam daalt. Opvallend is dat voor het eerst het gemiddelde vindpercentage van heteroseksuele mannen hoger is dan bij MSM (22% vergeleken met 21%); dit komt vooral door het vindpercentage bij de jongeren <25 jaar. 12 Jaarcijfers 2017

1.7 Vindpercentage soa s per risicogroep Er zijn zeven indicaties voor consulten bij het RCSG zzh. Het vindpercentage soa s naar deze criteria en naar andere risico s is weergegeven in onderstaande tabel. Sommige cliënten hebben meerdere soa s. Het vindpercentage is het hoogst bij degenen die gewaarschuwd zijn voor een soa (34% van 4.083 consulten) en in de groep MSM die al hiv heeft: bij 37% van 623 consulten in 2017. Bij cliënten die eerder een soa hebben gehad (15% van alle consulten), werd bij 26% opnieuw een soa gevonden. Tabel 1.5 Vindpercentage naar risicogroep 2017 consult % van alle cliënten een of meerdere soa soa vind-percentage 2017 2016 Soa-gerelateerde klachten 5.305 28 1.500 28% 27% Gewaarschuwd door partner 4.083 22 1406 34% 35% MSM 5.942 32 1239 21% 21% MSM bekend hiv-pos (10,5% van MSM consulten) 623 3 228 37% 39% Jonger dan 25 jaar 9.217 49 2.154 23% 21% Afkomstig uit soa endemisch gebied (1e en 2e generatie) 6.230 33 1.437 23% 22% Partner afkomstig soa endemisch land 7.158 38 1.448 20% 19% Sekswerker man 75 <1 19 25% 26% sekswerker MSM 60 <1 16 27% 0% sekswerker heteroman 15 <1 3 20% 11% Sekswerker vrouw 546 2,9 54 10% 12% Prostituant 471 3 68 14% 12% Seksueel geweld 153 <1% 8 5% * Swingers 262 1,4 34 13% 27% Eerder soa gehad 2.841 15 751 26% 23% laag/middelbaar opgeleid 7.861 43 1.889 24% 23% Totaal 18.644 100 3.892 21% 19% Vet gedrukt: criteria waaraan een cliënt moet voldoen om toegelaten te worden tot het RCSG. Cliënten kunnen onder meerdere risicogroepen vallen en komen meermaals in de tabel voor. *Seksueel geweld is een indicatiecriterium sinds 2017. Jaarcijfers 2017 13

1.8 Gevonden soa s naar seksueel contact In 2017 zijn 13% meer soa s gevonden dan in 2016: 4.296 (was 3.782). Het absolute aantal gediagnosticeerde chlamydia-infecties is gestegen met 10% (2.709 naar 2.981), gonorroe-infecties met 27% (870 naar 1101), syfilis-infecties met 25% (123 naar 154). Het aantal gevonden hiv-infecties is gedaald met 21% (58 naar 46). Tabel 1.6 Verdeling aantal soa s naar seksueel contact (2017) Diagnose aantal % vrouw % heteroman % MSM % Chlamydia 2.981 69 1372 84 1011 83 597 41 Gonorroe 1101 26 254 16 190 16 656 46 Syfilis 154 4 7 0 5 0 142 10 Hiv 46 1 0 0 4 0 42 3 Hepatitis B 14 0 4 0 7 1 3 0 Totaal 4.296 100 1637 100 1217 100 1440 100 Van deze vijf soa s is 78% gediagnosticeerd bij de GGD Rotterdam-Rijnmond, 13,5% bij de GGD Hollands Midden en 8,0 % bij de GGD ZHZ. 1.9 Opleidingsstatus en soa Figuur 1.6 Consulten en vindpercentage soa s naar opleidingsstatus en seksueel gedrag MSM 24% 19% heteroseksuele mannen 26% 19% vrouwen 23% 18% geen soa soa gevonden hoogopgeleid hbo/wo laag/middel opgeleid basis/lbo/mavo/vmbo/mbo/havo/vwo/gymnasium Bij heteroseksuelen en bij MSM is het vindpercentage bij laag/middelopgeleiden hoger dan bij hoogopgeleiden. 14 Jaarcijfers 2017

2. Seksueel gedrag 2.1 Aantal partners Bij de consulten wordt het aantal seksuele partners nagevraagd van de laatste 6 maanden. Het percentage MSM dat 3 of meer partners noemde was 78%, bij heteroseksuele mannen was dit 59% en bij vrouwen 39%. Figuur 1.7 Aantal partners laatste 6 maanden 4639 78% 3016 59% 2924 2609 2058 969 1101 34% 39% 555 750 27% 13% 22% 9% 13% 0-1 partner 2 partners 3 of meer 0-1 partner 2 partners 3 of meer 0-1 partner 2 partners 3 of meer 2.2 Condoomgebruik Er wordt ook gevraagd naar het condoomgebruik bij het laatste seksuele contact. Bij het laatste seksuele contact met een losse partner werd door MSM in 44% een condoom gebruikt, door heteroseksuele mannen in 30% en door vrouwen in 28%. In figuur 1.8 is te zien dat het percentage condoomgebruik bij alle drie de groepen afneemt. Figuur 1.8 Percentage condoomgebruik als laatste seksuele contact een losse partner is 50% 40% 30% 20% 10% 00% 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 MSM Heteroman Vrouw Jaarcijfers 2017 15

2.3 Seksuele technieken Het testbeleid wordt bepaald door de aard van het seksuele contact. Orale seks (iemand gepijpt hebben) werd door 94% van de MSM en door 84% van de vrouwen gerapporteerd. Van de MSM rapporteerde 23% anaal insertieve seks, 13% anaal receptieve seks en 55% anaal insertieve en receptieve seks. 11% van de heteromannen rapporteerde insertieve anale seks, terwij 22% van de vrouwen receptieve anale seks had gerapporteerd. 2.4 Recreatief drugsgebruik Aan alle cliënten wordt gevraagd of ze voor- of tijdens het seksuele contact drugs gebruiken, het zogenoemde recreatieve drugsgebruik. Ook naar alcoholgebruik wordt gevraagd in de zin dat iemand denkt zo aangeschoten te zijn geweest dat het bijvoorbeeld condoomgebruik zou beïnvloeden. Deze vragen zijn beantwoord in 42% van de consulten. Alcohol werd het meest gerapporteerd, zowel bij heteromannen (44%), als bij vrouwen (31%) als bij MSM (28%). In figuur 1.9 zijn de percentages gerapporteerd drugsgebruik te zien, gerangschikt naar uppers en downers, of een combinatie van uppers en downers. Chemseks is gedefinieerd als het gebruik van crystal meth, mephedrone, en GHB/ GBL. Onder MSM werd bij 159 consulten (5,3%) chemseks gerapporteerd. Bij 255 (8,5%) consulten werd door MSM gebruik van poppers gerapporteerd. Het vindpercentage soa was bij chemseksgebruikers 37% vergeleken bij 20% bij niet chemseks gebruikers. Figuur 1.9 Percentage recreatief drugsgebruik naar seksueel contact Uppers Downers 12% 10% 8% Chemseks 6% 4% 2% 0% MSM Heteroman Vrouw 16 Jaarcijfers 2017

2.5 Seksuele netwerken: seksueel contact met partners met migratieachtergrond Het hebben van een partner uit een doelgroep met hoog risico is een indicatie voor toelating tot het CSG. Een partner uit doelgroep is gedefinieerd als een partner hebben die afkomstig is uit een land met verhoogd risico op soa, of bij vrouwen als hun partner MSM is. MSM gaven in 36% (2143/5944) van de consulten aan een partner te hebben met een migratieachtergrond, heteromannen in 39% (1961/5086), en vrouwen hadden in 40% (3040/7591) een partner uit een doelgroep. 88 hiervan gaven aan dat hun partner MSM contacten had. 2.6 Seksuele netwerken MSM De vraag naar groepsseks was een vraag die vrijwillig beantwoord kon worden. Dit werd niet door iedereen gedaan. 25% (1015/ 3986) van de MSM rapporteerde met meerdere mannen tegelijk of kort achter elkaar seks gehad te hebben. MSM rapporteerden in 14% (476/3522) van de consulten seks met hiv-positieven te hebben. dit werd door 40% van de MSM met een bekende hiv infectie gerapporteerd (152/382), het zogenaamde serosorting. Bij MSM zonder bekende hiv infectie was dit 10% (324/3140). 2.7 Ongewenst seksueel contact Bij elk consult wordt gevraagd of er sprake was van ongewenst seksueel contact. Van de vrouwen rapporteerde 1,8% (140/7591) dit, 0,1% (3/5086) van de heteromannen, en 0,2% (10/5944) van de MSM. Een deel van deze cliënten is voor soa-onderzoek verwezen door het Centrum Seksueel Geweld. 82 van de 140 vrouwen waren onder 25 jaar, en 58 ouder. Onder laag/ middel opgeleide vrouwen was het percentage gerapporteerd seksueel geweld 2,3% (69/3015) en onder hoog opgeleiden 1,5% (67/4405). Jaarcijfers 2017 17

2.8 Seksaccidenten en hiv-postexpositie profylaxe (PEP) Postexpositie profylaxe (PEP) is een preventieve behandeling tegen hiv. Hiv-PEP is een van de maatregelen die wordt genomen bij seksaccidenten. Betrokkenen bij seksaccidenten krijgen een beschermende vaccinatie tegen hepatitis B en worden onderzocht op soa s. Onderstaande cijfers hebben betrekking op seksaccidenten die overdag op de Soa Poli Rotterdam afgehandeld zijn, exclusief de seksaccidenten die na kantooruren door het team infectieziekten worden afgehandeld. Bij enkele seksaccidenten betrof het cliënten behorend tot de GGD ZHZ. In 2017 hebben zich op de Soa Poli in Rotterdam 121 mensen gemeld na een seksaccident, 91 MSM en 30 heteroseksueel. Bij 41 (40%) werd PEP geïndiceerd. Het RCSG verwijst hiervoor naar de hiv-behandelcentra. Voor meer informatie: www.soapoli.nl/gezonde-seks/pep/index.xml Tabel 1.7 Aantal gemelde seksaccidenten en PEP-indicaties bij de Soa Poli Rotterdam 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Aantal seksaccidenten/pep verzoeken 48 46 79 107 103 121 Indicatie voor PEP 27 19 24 49 41 39 % Hiv-PEP-indicatie 56 41 30 46 40 32 Bij de GGD Hollands Midden werden in 2017 21 seksaccidenten met een PEP-vraag geregistreerd. 18 Jaarcijfers 2017

3. Gevonden SOA 3.1 Trends chlamydia-infecties* Figuur 1.10 Chlamydia-testen en percentage positieve testen 2009-2017 9000 25% 8000 7000 20% 6000 5000 4000 3000 2000 15% 10% 05% 1000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 0% vrouw aantal testen hetero man aantal testen MSM aantal testen vrouw vindpercentage Chlamydia hetero man vindpercentage Chlamydia MSM vindpercentage Chlamydia * In dit document wordt Chlamydia trachomatis voor de leesbaarheid chlamydia genoemd. Tabel 1.7 Chlamydia-infecties en % positieve testen naar seksueel contact en leeftijd <20 % 20-24 % 25 % Totaal % Man heteroseksueel 116 33,2% 524 21,3% 371 16,5% 1011 20,0% Vrouw 291 29,8% 805 19,2% 276 11,6% 1372 18,1% MSM 20 11,1% 101 10,0% 476 10,2% 597 10,2% Totaal 427 28,3% 1430 18,6% 1124 12,0% 2981 16,1% Het percentage positieve chlamydia-infecties is bij heteromannen licht gestegen van 18,3% in 2016 naar 20,0% in 2017, bij vrouwen van 16,4% naar 18,1%, terwijl het bij MSM licht gedaald is van 10,7% naar 10,2%. Net zoals in voorgaande jaren komt chlamydia het meest voor bij heteroseksuele jongeren <20 jaar, gevolgd door de groep 20-24 jaar. Het valt echter op dat het percentage chlamydia-infecties bij de jongste groep wederom sterk gestegen is (vrouwen van 26,6% naar 29,8%); heteromannen van 25,8% naar 29,8%. Jaarcijfers 2017 19

Er worden in totaal minder jongere heteroseksuelen gezien, maar meer jongeren met een verhoogd risico op soa. Het verhoogde percentage chlamydia zou erop kunnen wijzen dat de prioritering op cliënten met het hoogste risico werkt. Het betekent niet dat er meer chlamydia voorkomt. 38% (913/2383) van de chlamydia-infecties onder de heteroseksuelen wordt gevonden bij cliënten afkomstig uit een land waar veel soa s voorkomen. Vindpercentages chlamydia rond de 20% worden bij heteroseksuelen vooral gevonden bij mannen van Antilliaanse, Surinaamse, Kaapverdiaanse afkomst, en bij vrouwen van Antilliaanse, Turkse, Marokkaanse, Kaapverdiaanse en overig westerse afkomst. Het vindpercentage chlamydia bij MSM is iets boven 10%. Bij hiv-negatieve MSM is het 9,3% en bij hiv positieven 17% (was 20% in 2016). Figuur 1.11 Chlamydia aantallen testen, gevallen, en percentage positief naar migratieachtergrond vrouw chlamydia testen, infecties en percentage positief heteroman chlamydia testen, infecties en percentage positief 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 17,7% 18,2% 19,6% 22,4% 21,4% 20,2% 15,6% 21,0% 18,0% 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 19,6% 23,0% 25,0% 11,9% 18,7% 18,1% 16,3% 29,3% 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% vrouw testen vrouw # chlamydia vrouw % chlamydia heteroman testen heteroman # chlamydia vrouw aantallen chlamydia en percentage positief heteroman aantallen chlamydia en percentage positief 900 800 700 600 811 35,0% 30,0% 25,0% 900 800 700 600 35,0% 30,0% 25,0% 500 20,0% 500 467 20,0% 400 15,0% 400 15,0% 300 200 100 0 102 94 28 44 120 103 41 29 10,0% 5,0% 0,0% 300 200 100 0 130 118 25 51 72 81 58 9 10,0% 5,0% 0,0% vrouw # chlamydia vrouw % chlamydia heteroman # chlamydia heteroman % chlamydia Anatomische locatie chlamydia-infecties (genitaal extragenitaal (oraal/anaal) Bij MSM wordt naast genitaal (urine) ook oraal en anaal getest. Bij vrouwen is de indicatie voor orale/anale test pijpen of receptieve anale seks. 20 Jaarcijfers 2017

Tabel 1.8: Anatomische locatie van chlamydia-infecties bij vrouwen en MSM vrouw % getest # pos % pos MSM % getest # pos % pos chlamydia infectie 7561 100% 1372 18,1% chlamydia infectie 5877 100% 597 10,2% vaginaal getest 7552 100% 1291 17,1% urine getest 5869 100% 201 3,4% oraal getest 6710 89% 175 2,6% oraal getest 3992 68%* 55 1,4% anaal getest 1291 17% 274 21,2% anaal getest 5737 98% 424 7,4% * Binnen testlab http://www.mantotman.nl werden MSM oraal alleen op gonorroe getest Figuur 1.12: Combinatie van anatomische locatie van chlamydia-infecties bij vrouwen en MSM (aantal infecties en percentage van alle infecties) vrouwen chlamydia MSM chlamydia 14%; 2 20%; 34 37%; 45 11% ; 201 8%; 26 3%; 113 8%; 3 11% ; 53 3%; 1 6%; 144 6%; 951 37%; 345 14%; 23 20%; 28 urogenitaal & anaal & oraal urogenitaal & anaal urogenitaal & oraal urogenitaal (alleen) oraal & anaal oraal (alleen) Anorectaal (alleen) Dubbelinfectie met gonorroe: Van alle heteroseksuele vrouwen met een chlamydia-infectie in 2017 heeft 8% (116/1371) ook gonorroe. Bij heteroseksuele mannen is dit 8% (83/1011) en bij MSM is dit 24% (146/597). 38% (1133) van alle chlamydia-infecties is gevonden bij gewaarschuwden. Zie ook paragraaf 4.1 partnerwaarschuwing. 3.2 Lymfogranuloma venereum (LGV) LGV wordt veroorzaakt door een invasieve variant van de chlamydia-bacterie, die soms geen klachten geeft, maar die ook ernstige endeldarmontsteking kan veroorzaken. Alle MSM met een anale chlamydia-infectie worden in principe getest op LGV door middel van typering. In 2017 werd bij 424 (7,4%) van de MSM een anale chlamydia-trachomatis infectie gevonden. Bij 37 (8,7%) van deze MSM werd LGV gevonden, vergeleken met 28 (7,5%) in 2016. Van alle 5737 anaal geteste MSM was dus 0,6% LGV positief. Jaarcijfers 2017 21

Elf van de LGV-geïnfecteerden (30%) waren gewaarschuwd voor een soa (niet specifiek LGV). Van de zevenendertig mannen met LGV zijn er 17 (46%) bekend hiv-positief. Elf (30%) van de LGV-geïnfecteerden rapporteerden klachten. LGV komt dus frequent bij hiv-negatieven voor en geeft lang niet altijd klachten. Ook landelijk wordt een stijging gezien in LGV-gevallen (van 109 naar 271). 3.3 Trends gonorroe-infecties Figuur 1.13 Gonorroe-testen en percentage positieve testen 2009-2017 8000 7000 10% 6000 8% 5000 4000 6% 3000 4% 2000 1000 2% 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 0% Tabel 1.9 Aantal gonorroe-infecties en % positieve testen naar seksueel gedrag en leeftijd <20 % 20-24 % 25 % Totaal % Man heteroseksueel 31 8,9% 77 3,1% 82 3,6% 190 3,8% Vrouw 72 7,4% 130 3,1% 52 2,2% 254 3,4% MSM 23 12,8% 134 13,2% 499 10,7% 656 11,2% Totaal 126 8,4% 342 4,5% 633 6,8% 1101 5,9% Het aantal gevonden gonorroe-infecties is in 2017 bij vrouwen met 40% gestegen van 182 naar 254 gevallen, bij heteromannen met 27% van 150 naar 190 gevallen, en bij MSM met 22% van 536 naar 656 gevallen. Het vindpercentage bij de MSM onder 25 jaar is zoals vorig jaar rond 13%. Het uitsplitsen van gonorroe-gevallen naar hiv-positiviteit laat zien dat het percentage positieve gonorroe bij hiv-negatieven zoals 2016 rond 9,5% is en bij hiv-positieve MSM (bekende en nieuwe infecties) rond 22%. 22 Jaarcijfers 2017

Landelijk wordt bij hiv-positieve MSM een daling gezien van het vindpercentage gonorroe van 19,2% naar 17,3%. De reden van de daling is nog niet duidelijk. Het percentage positieve testen is bij heteroseksuele cliënten in 2017 weer gestegen naar 3,8% (was 3,0%) bij mannen en 3,4% (was 3,0%) bij vrouwen. Het hoogste vindpercentage is nog steeds bij de jongste leeftijdsgroep: jongste vrouwen 7,4% (72 gevallen), en heteromannen 8,9% (31 gevallen). Het aandeel uit de jongste groep dat kwam omdat ze gewaarschuwd waren is was bij vrouwen 20% (2016 17%), en bij de jongste heteromannen 22% (was 20%). Dit kan een deel van de stijging verklaren. Bij MSM is het vindpercentage vergelijkbaar met vorig jaar met 11,2% (was 10,9%). 66% (218/334) van de gonorroe-infecties onder heteroseksuelen wordt gevonden bij cliënten afkomstig uit een soa-endemisch land. Vindpercentages boven het gemiddelde van 3,8% bij de heteromannen zien we bij Antilliaanse, Surinaamse, Kaapverdiaanse, Marokkaanse cliënten en overige niet-westerse cliënten. Vindpercentages boven het gemiddelde van 3,4% bij de vrouwen zien we bij alle migrantengroepen behalve Moe-landers en overige niet-westerse en westerse cliënten (zie figuur 1.14). 38% (1133/2981) van de chlamydia-gevallen is gevonden bij gewaarschuwden. Zie ook paragraaf 4.1 partnerwaarschuwing. Figuur 1.14 Gonorroe aantallen testen, gevallen, en percentage positief naar migratieachtergrond vrouw gonorroe testen, infecties en percentage positief heteroman gonorroe testen, infecties en percentage positief 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 2,2% 5,0% 6,3% 7,2% 5,8% 5,2% 3,3% 7,7% 14,0% 12,0% 10,0% 8,0% 6,0% 4,0% 2,5% 2,0% 0,0% 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 1,5% 7,2% 7,0% 3,3% 5,1% 2,5% 4,8% 12,1% 14,0% 12,0% 10,0% 8,0% 6,0% 4,0% 3,3% 2,0% 0,0% vrouw testen vrouw # gonorroe vrouw % gonorroe heteroman testen heteroman # gonorroe heteroman % gonorroe 120 100 80 60 40 20 0 103 vrouw aantallen gonorroe en percentage positief 28 30 31 22 9 12 15 4 14,0% 12,0% 10,0% 8,0% 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% 120 100 80 60 40 20 0 35 heteroman aantallen gonorroe en percentage positief 41 33 24 24 14 7 10 2 14,0% 12,0% 10,0% 8,0% 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% vrouw # gonorroe vrouw % gonorroe heteroman # gonorroe heteroman % gonorroe Jaarcijfers 2017 23

Er is nog geen resistentie gevonden tegen ceftriaxon, het huidige eerste keusmiddel voor behandeling. Voor details betreffende GRAS surveillance verwijzen we naar de SOA thermometer 2017. Anatomische locatie gonorroe infecties (genitaal extragenitaal (oraal/anaal) Bij MSM wordt naast genitaal (urine) ook oraal en anaal getest. Bij vrouwen is de indicatie voor orale/anale test pijpen of receptieve anale seks. Tabel 1.10: Anatomische locatie van gonorroe infecties bij vrouwen en MSM vrouw % totaal # pos % pos MSM % totaal # pos % pos gonorroe infectie 7562 100% 254 3,4% gonorroe infectie 5877 100% 656 11,2% vagina getest 7551 100% 219 2,9% urine getest 5868 100% 186 3,2% oraal getest 5808 77% 298 5,1% oraal getest 5808 99% 298 5,1% anaal getest 2105 28% 49 2,3% anaal getest 5734 98% 464 8,1% Figuur 1.15 Combinatie van anatomische locatie van gonorroe-infecties bij vrouwen en MSM (aantal infecties en percentage van alle infecties) Figuur 1.15 vrouwen gonorroe 37%; 11 8%; 9 MSM gonorroe 14%; 0 20% ; 24 11% ; 29 3%; 33 37%; 244 8%; 54 11% ; 75 6%; 38 3%; 19 6%; 148 14%; 93 20%; 133 urogenitaal & anaal & oraal urogenitaal & anaal urogenitaal & oraal urogenitaal (alleen) oraal & anaal oraal (alleen) Anorectaal (alleen) Dubbelinfectie met chlamydia: Van de heteroseksuele vrouwen met een gonorroe-infectie in 2017 heeft 46% (116/254) ook chlamydia. Bij heteroseksuele mannen is dit 44% (83/190) en bij MSM is dit 22% (146/654). 32% (350/1101) van de gonorroe-gevallen is gevonden bij gewaarschuwden. Zie ook paragraaf 4.1 partnerwaarschuwing. 24 Jaarcijfers 2017

3.4 Aantal hiv-infecties en percentage positieve testen naar seksueel contact en leeftijdsgroep Alle cliënten met een indicatie voor een volledige soa-test (en zonder bekende hivinfectie) worden getest op hiv, tenzij zij dit weigeren. Het percentage MSM dat al eerder op hiv is getest is gestegen van 72% in 2009 naar 88% in 2017. Het percentage hiv-test weigeraars is gedaald van 6,9% in 2009 naar 1,7% in 2018. Dit betrof 49 individuele mannen (1,7%) die bij 102 consulten een hiv-test weigerden. Figuur 1.16 Hiv-testen en percentage positieve testen 2009-2017 Figuur 1.16 8000 3,5% 7000 3,0% 6000 5000 2,5% 2,0% 4000 3000 2000 1,5% 1,0% 1000 0,5% 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 0,0% vrouw aantal hiv testen hetero man aantal hiv testen MSM aantal hiv testen vrouw vindpercentage hiv hetero man vindpercentage hiv MSM vindpercentage hiv In 2017 werden 46 nieuwe hiv-infecties gevonden onder cliënten van het RCSG zzh, vergeleken met 58 in 2017. Met 42 infecties in 2017 bij MSM is het hiv-vindpercentage 0,8%; in 2017 waren er 56 MSM met hiv, vindpercentage 1,1%. Tabel 1.11 Hiv en % positieve testen naar seksueel contact, leeftijd, afkomst en recente infecties Hiv <25 % positief 25 % positief Totaal % positief afkomstig soa endemisch eerder op hiv getest Recente hiv-infectie (< 6 respectievelijk 7-12 maanden geleden) Man 0 0 4 0,2 4 0,1 3 3 0 / 1 Vrouw 0 0 0 0 0 <0.1 0 MSM 8 0,7 34 0,7 42 0,8 22 34 9 / 6 Totaal 8 0,1 38 0,4 46 0,4 25 37 9 / 7 Jaarcijfers 2017 25

Landelijk wordt in de Centra Seksuele Gezondheid een daling van het percentage gevonden hiv-infecties onder MSM gezien van 3,0% in 2008 tot 0,7% in 2017. In de regionale data van het RCSG zzh wordt een vergelijkbare daling gezien van 3,2% naar 0,8%. Het vindpercentage bij heteroseksuele mannen en vrouwen blijft zeer laag. Van de 4 heteroseksuele mannen met een nieuwe hiv-diagnose had 3 een migratieachtergrond uit een land met een verhoogd voorkomen van soa (2 Marokkaans, 1 Egyptisch). Onder de MSM waren 4 biseksuele mannen afkomstig uit Suriname (2), Curaçao (1) en 1 uit Nederland. Van de 42 hiv-geïnfecteerde MSM waren 15 (36%) in het jaar voor de diagnose nog hiv-negatief getest. Van deze 15 zijn 5 in de laatste drie, en 4 in 4-6 maanden ervoor geïnfecteerd geraakt. Partnerwaarschuwing voor hiv is in deze gevallen extra belangrijk. Van alle 42 hivinfecties die werden vastgesteld bij MSM, werden er twaalf (29%) gevonden bij mannen die op consult kwamen omdat ze werden gewaarschuwd, soms voor een andere soa. Bij 83 specifiek voor hiv-gewaarschuwde MSM werden vijf (6,0%) hiv-infecties gevonden. Zie ook paragraaf 4.1 partnerwaarschuwing. 3.5 Syfilis Figuur 1.17 Syfilis-testen en percentage positieve testen 2009-2017 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 5,0% 4,5% 4,0% 3,5% 3,0% 2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0,5% 0% vrouw aantal testen hetero man aantal testen MSM aantal testen vrouw vindpercentage syfilis hetero man vindpercentage syfilis MSM vindpercentage syfilis Sinds 2015 worden jonge heteroseksuelen alleen op indicatie op syfilis getest. Dit verklaart het verminderde aantal syfilis-testen bij heteroseksuele mensen. 26 Jaarcijfers 2017

Tabel 1.12 Aantal recente syfilis-infecties en % positieve testen naar leeftijd en seksueel gedrag en afkomst 2017 <25 % 25 % Totaal % afkomstig soa endemisch Man heteroseksueel 1 0,1 4 0,2 5 0,2 3 Vrouw 4 0,2 3 0,1 7 0,2 5 MSM 16 1,3 126 2,7 142 2,4 36 Totaal 21 0,5 133 1,5 154 1,2 44 In 2017 werd 154 keer een besmettelijke syfilis gevonden, 142 hiervan bij MSM. Bij vrouwen werden 7 infecties gevonden en bij heteromannen 5 infecties. 5 van de 12 infecties bij heteroseksuelen werd gevonden bij jongeren onder 25 jaar. Twee waren gewaarschuwd voor syfilis, drie hadden een 1e generatie partner uit een soa-endemisch land. Het vindpercentage syfilis bij MSM is met 2,4% vergelijkbaar met 2016. Het absolute aantal syfilis-infecties bij MSM is gestegen met 26%. 49 (25%) van de 139 MSM met syfilis zijn hiv-positief (2016:44/112=39%). Het percentage positieve syfilis bij hiv-negatieven is stabiel met 1,7%. Het percentage syfilis bij MSM met een hiv-infectie is gedaald van 7,8% in 2016 naar 7,4% in 2017. Deze dalende trend wordt ook landelijk gezien. Zesentwintig procent (37) van alle besmettelijke syfilis-infecties bij MSM is gevonden bij gewaarschuwden. Bij 214 specifiek voor syfilis gewaarschuwde MSM werden 27 (12,6%) syfilis-infecties gevonden. Vaak kan bij voor syfilis gewaarschuwden een recent opgelopen infectie nog niet worden aangetoond. Om mogelijke besmetting naar anderen in de toekomst te voorkomen wordt actief behandelbeleid gevoerd bij voor syfilis gewaarschuwden. Jaarcijfers 2017 27

3.6 Hepatitis B Op de Soa Poli worden mensen die in aanmerking komen voor hepatitis B-vaccinaties getest op hepatitis B (zie paragraaf 3.5). Ook cliënten afkomstig uit landen met een verhoogd risico (niet-westerse landen) ondergaan een test op hepatitis B. In 2017 werden 14 gevallen van besmettelijke hepatitis B gevonden, 2 ervan waren recente infecties. Vier hiervan bij mensen die gewaarschuwd waren voor een andere soa. Tabel 1.13 Aantal besmettelijke en doorgemaakte hepatitis B-infecties en % positieve testen naar seksueel gedrag. # getest Hep B infectieus % positief getest migrant Hep B infectieus migrant % pos doorgemaakte HepB % doorgemaakt Heteroman 659 7 1,1 508 7 1,4 37 5,6 Vrouw 735 4 0,5 454 3 0,7 33 4,5 MSM 1000 3 0,3 316 1 0,3 67 6,7 3.7 Hepatitis C MSM met een nieuwe hiv infectie en mannen met LGV alsmede degenen die gewaarschuwd zijn voor hepatitis C worden op hepatitis C gescreend. 6 MSM kwamen omdat ze gewaarschuwd waren voor hepatitis C. 227 MSM zijn getest, en 5 hepatitis C infecties zijn gevonden, 4 ervan bij MSM met een bekende hiv-infectie. 3.8 Overige soa s In 2017 werd bij cliënten die met specifieke soa-klachten kwamen 71 keer de diagnose Herpes genitalis gesteld, 147 keer de diagnose genitale wratten, en 4 keer schurft. de diagnose trichomonas vaginalis werd 7 keer gesteld bij 172 testen. 28 Jaarcijfers 2017

4. Specifieke preventie activiteiten naar doelgroepen 4.1 Partnerwaarschuwing De seksuele contacten van mensen met een soa waarschuwen: dat is een belangrijk onderdeel van de soa-bestrijding. Onderdeel van een behandelgesprek bij het RCSG is de vraag welke partners er gewaarschuwd moeten worden. Waarschuwen kan op drie manieren: persoonlijk (face-to-face of telefonisch), met een contactstrook waarop de diagnose vermeld staat of via www.partnerwaarschuwing.nl, een internetsite waarop de cliënt met een soa zijn/haar partners per sms of e-mail kan waarschuwen. Veel cliënten die op consult komen omdat zij zijn gewaarschuwd, zijn gewaarschuwd door onze eigen cliënten. Sommigen zijn gewaarschuwd door mensen die bij de huisarts of elders zijn getest. Voor soa-gewaarschuwden hebben prioriteit in de triage. In 2017 was het aandeel gewaarschuwden 22% (4083) van alle consulten, en dus hoger dan in 2016 (19,6%; 3438). In figuur 1.18 is te zien dat de stijging bij MSM, heteromannen én vrouwen te zien was. Figuur 1.18: Aantal en % gewaarschuwden naar seksueel contact en vindpercentage 1800 45% 1600 40% 1400 35% 1200 30% 1000 25% 800 20% 600 15% 400 10% 200 5% 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 0% # gewaarschuwd vrouw # gewaarschuwd heteroman # gewaarschuwd MSM % gewaarschuwd vrouw % gewaarschuwd heteroman % gewaarschuwd MSM vind% bij gewaarschuwde vrouw vind% bij gewaarschuwde heteroman vind% bij gewaarschuwde MSM Het vindpercentage bij gewaarschuwden blijft hoog (34%). Jaarcijfers 2017 29

Tabel 1.14 Aantal gewaarschuwden en vindpercentage naar specifieke soa, naar seksueel contact Chlamydia Gonorroe Syfilis hiv n/n % n/n % n/n % n/n % MSM 82/356 23 153/481 32 27/214 13 5/83 6 heteroman 396/1109 36 29/146 20 1/9 11 0/20 0 vrouw 454/1255 36 32/120 27 3/10 30 0/28 0 totaal 932/2721 34 214/748 29 31/233 13 5/131 4 Het vindpercentage van chlamydia bij mensen die voor chlamydia gewaarschuwd zijn was 34% (932/2721). 29% van de mensen die voor gonorroe gewaarschuwd zijn hadden gonorroe (214/748). Van de MSM die voor syfilis gewaarschuwd waren had 13% syfilis (27/214), en 6% van voor hiv-gewaarschuwden had hiv (5/83). 4.2 Hepatitis B-vaccinatie Hepatitis B komt in Nederland relatief weinig voor. Wel is gebleken dat het virus onder bepaalde groepen van de bevolking vaker voorkomt dan gemiddeld en dat bepaalde groepen -vanwege hun (seksuele) gedrag- een groter risico lopen het virus overgedragen te krijgen. De landelijke vaccinatiecampagne hepatitis B-risicogroepen richt zich op MSM en sekswerkers, met als doel de overdracht van hepatitis B onder risicogroepen te verminderen. Rotterdam-Rijnmond In 2017 kregen 463 MSM en 68 sekswerkers een eerste vaccinatie tegen hepatitis B. Dit gebeurde of bij de soa poli Rotterdam of in een van de hiv-behandelcentra. 323 MSM en 45 sekswerkers rondden hun vaccinatieserie af in 2017. Hollands Midden en Zuid-Holland Zuid Voor de GGD Hollands Midden zijn er in 2017 68 afgeronde series en 109 nieuwe starters. In totaal zijn er 284 vaccinaties gegeven in 2017. Bij de GGD Zuid-Holland Zuid zijn 140 hepatitis vaccinaties gegeven. Er wordt bij alle GGD en extra hepatitis A-vaccinatie aangeboden aan MSM i.v.m. een uitbraak van hepatitis A onder MSM. 30 Jaarcijfers 2017

4.3 Consulten seksualiteitshulpvragen In 2017 werden 611 mensen in een uitgebreid persoonlijk soa-consult gezien en geregistreerd met een specifieke seksualiteitshulpvraag, 389 (64%) waren jongeren tot 25 jaar. Het betrof 220 mannen (36%) en 390 vrouwen (64%). In 2017 werd met 220 mannen (36%) en 390 vrouwen (64%) een specifieke seksualiteitshulpvraag besproken. Bij de jongens waren 30 (14%) van de consulten gericht op vragen over soa s en veilig vrijen, 49 (22%) consulten gingen over problemen met seksualiteit, en 138 (63%) over andere vragen. Bij de vrouwen gingen 241 (62%) consulten over anticonceptievragen, 39 (10%) over onbedoelde zwangerschap, 21 (5%) over soa s en veilig vrijen, 30 (8%) over problemen met seksualiteit, 33 (8%) over seksueel geweld en 26 (7%) over overige vragen. Voor meer informatie: www.sense.info 4.4 Voorlichtingen op scholen In Rotterdam Rijnmond zijn op ROC-scholen 175 gastlessen seksuele gezondheid gegeven. Hierbij zijn 2148 leerlingen bereikt. Verder zijn er 58 groepsvoorlichtingen aan risicojongeren gegeven op ontmoetingsplekken zoals buurthuizen en opvangcentra. In 2017 zijn er door de GGD ZHZ ongeveer 40 gastlessen op 13 verschillende scholen in het vo, mbo en praktijkonderwijs gegeven. Vanuit Hollands Midden zijn er 10 gastlessen gegeven op MBO s in de regio. Op de inlooplocatie (Jongeren informatie punt Exposeyour) in Leiden zijn 90 jongeren getest. Het vindpercentage was 9%. 4.5 E-health Soa Aids Nederland organiseert de online chatspreekuren via Sense.info. Als regio voeren wij iedere dinsdag van 15.30 tot 17.30 uur chatspreekuur uit. Vanuit GGD Hollands Midden werd in 2017 een keer per maand internetveldwerk verricht onder sekswerkers door twee verpleegkundigen. Hierbij zijn via internet en sms 389 sekswerkers benaderd met onze preventieboodschap en testaanbod. Eén van de verpleegkundigen van GGD Hollands Midden was in 2017 beschikbaar voor Vrij-Fijn. Deze online seksualiteitsconsulten werken via e-mailcontact en voorzien in een laagdrempelige vorm van kortdurende seksualiteitshulpverlening voor jongeren tot 25 jaar. Jaarcijfers 2017 31

4.6 Mannen die seks hebben met mannen Via de site www.mantotman.nl kunnen MSM zich online laten testen op soa s (Testlab). In 2017 was 36% van de consulten bij MSM in Testlab. https://mantotmantestlab.nl Tabel 1.15 Aantal consulten bij MSM naar testlocatie soa poli via Testlab Op outreach locatie Totaal 2010 1269 551 2 1822 2011 1593 620 18 2231 2012 1886 581 151 2618 2013 2096 767 129 2992 2014 2295 939 117 3234 2015 2798 1151 107 4056 2016 3454 1495 57 5006 2017 3941 2003 0 5944 2017 % 64% 36% 0% 100% Het vindpercentage van soa s bij de MSM is in 2017 op de poli 24% en via Testlab 15%. Alle BIG 5 -soa werden gevonden op deze testlocaties. Van alle consulten bij MSM gaat het bij 623 (10%) om consulten bij bekend hivpositieven, dit betreft 346 individuele mannen. 56% van hen heeft één consult gehad in 2017, 26% 2 consulten, 17% 3-4 consulten, en 1% >4 consulten. Er waren 3414 individuele MSM die in 2017 hiv-negatief bleven en in totaal 5175 consulten hadden: 66% van hen heeft één consult gehad in 2017, 22% twee, 10% 3-4 consulten, en 1% >4 consulten. Het hebben van groepsseks en seks met hiv-positieven (zie paragraaf 2.6) werd gecombineerd tot Risicogedrag. Dit kon berekend worden voor 2297 consulten. 7% van de MSM had zowel seks met hiv-positieven als groepsseks; 17% had groepsseks, 6% had seks met hiv-positieve mannen, 27% wist niet of de sekspartner hiv had, en 33% gaf geen van beiden aan. 32 Jaarcijfers 2017

Figuur 1.19 Aantal gevonden soa en vindpercentage naar risicogedrag bij MSM 45% 40% 96 ; 39% 35% 68 ; 32% 30% 159 ; 28% 25% 255 ; 23% 20% 15% 10% 5% 0% beide groepsseks seks met hiv-pos mannen beide niet Figuur 1.16 Door treatment as prevention van hiv en toenemend PrEP-gebruik kan de overdracht van soa s veranderen. Opsporen van Hepatitis C bij hiv-positieve mannen maar ook bij hiv-negatieve mannen met een hoog risicogedrag wordt in het testbeleid opgenomen. 4.7 Sekswerkers Bij alle drie de GGD en zijn tijdens voorlichtingsbezoeken aan clubs, privéhuizen en massagesalons ook soa-testen aangeboden. 40% (183) van de consulten bij sekswerkers zijn tijdens outreach activiteiten gedaan. Van de 633 consulten bij sekswerkers waren 546 (86%) bij vrouwen, 15 (2%) bij heteromannen, 60 (9%) bij MSM en 12 (2%) bij transgenders. Chlamydia komt iets minder vaak voor bij sekswerkers (7,6%) dan bij de overige bezoekers (16,4%). Wel is het percentage gonorroe bij vrouwelijke sekswerkers hoger dan bij niet-prostituees (respectievelijk 3,9% (21 gevallen) en 3,3% (233 gevallen). Bij 16 van de 60 MSM die aangaven sekswerker te zijn werd in 27% een of meerdere soa gevonden. Dit betrof 7 chlamydia, 10 gonorroe, 2 infectieuze syfilis en2 hiv. De uitdaging blijft hoe meer MSM sekswerkers bereikt kunnen worden. Jaarcijfers 2017 33

Mei 2018 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid, infectieziektebestrijding Cluster Maatschappelijke Ontwikkeling Directie GGD Rotterdam-Rijnmond Afdeling Infectieziektebestrijding Team Soa en Seksualiteit Schiedamsedijk 95 3011 EN ROTTERDAM T: 010 433 92 93 E: hm.gotz@rotterdam.nl Met dank aan: Alle medewerkers van het Regionale Centrum voor Seksuele Gezondheid regio zuidelijk Zuid- Holland voor het uitvoeren van alle consulten en registratie ervan. Denise Twisk (onderzoeksondersteuning Rotterdam) voor voorbewerking database. Vormgeving en infographics Jacqueline Meijer (Gemeente Rotterdam) Redactie Mariëlle Kock (Gemeente Rotterdam/GGD Rotterdam-Rijnmond)