VERSLAG van de op 25 oktober 2017 in Zoetermeer gehouden openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk en omstreken Aanwezig de leden: de heer T.C. Kuiper, voorzitter, lid namens de Gemeente Zoetermeer mevrouw N. Dierdorp, secretaris, lid namens de Gemeente Rijswijk mevrouw N. Stemerdink, lid namens de Gemeente Leidschendam Voorburg mevrouw I.H.C Vugs Vink, lid namens de Gemeente Zoetermeer de heer B. Lugthart, lid namens de Gemeente Rijswijk mevrouw B. Bremer, lid namens de Gemeente Leidschendam Voorburg en de heer P.S.M. Verhoef, algemeen directeur de heer P.W. Loeps, manager Finance & Control de heer K. Sijrier, beleidsadviseur, Gemeente Zoetermeer de heer A. Baan, beleidsadviseur, Gemeente Rijswijk mevrouw A. Donkers, beleidsadviseur, Gemeente Leidschendam Voorburg 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet allen welkom, in het bijzonder de gasten bij deze vergadering de heer Van der Toorn en mevrouw Bajnath, voorzitter respectievelijk plaatsvervangend voorzitter van de Ondernemingsraad van DSW. 2. Agenda/Mededelingen De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. Er zijn geen mededelingen. 3. Presentatie uitwerking andere governancestructuur door IROKO Bij dit agendapunt zijn de heren Van Nes en Van Velden van IROKO aanwezig. De voorzitter licht toe dat in het Algemeen Bestuur is besproken dat het noodzakelijk is om stappen te zetten om DSW toekomstbestendig te maken. Op basis van de mogelijke scenario s is de voorkeur uitgesproken voor scenario 3, het gezamenlijke lokale netwerkbedrijf. Bij de uitwerking van dit scenario is echter gebleken dat dit niet de meest verantwoorde keus is. Daarom is aan IROKO gevraagd om uit te werken hoe een andere governancestructuur op een verantwoorde en zorgvuldige wijze kan worden vormgegeven. IROKO presenteert tijdens deze vergadering de resultaten van dit onderzoek naar de juridische en financiële consequenties van een andere vorm van samenwerking. Verslag AB vergadering DSW Rijswijk e.o. d.d. 25 oktober 2017 vastgesteld op??? Pagina 1 van 6
De heer Van Velden licht toe dat de opdracht was om te kijken onder welke juridische en financiële voorwaarden er kan worden overgegaan naar een inkoopmodel. Dat zou betekenen opheffing van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) en het vormgeven van de samenwerking rond Wsw via een inkoopmodel bij een centrumgemeente. Er is een financiële analyse gedaan, gebruikmakend van informatie van DSW, voor o.a. de personele consequenties op basis van de wet en regelgeving rondom het ontslagrecht. Op ambtelijk niveau is gesproken over de aannames die gedaan zouden kunnen worden ten aanzien van een samenwerking op basis van inkoop. Er heeft een intensieve ambtelijke afstemming plaatsgevonden en de stand van zaken is tussentijds gepresenteerd aan het Dagelijks Bestuur. Vervolgens gaat de heer Van Velden in op het proces voor opheffing van de GR. De juridische basis hiervoor ligt in de GR zelf, de Wet op de Ondernemingsraden, de Wet Gemeenschappelijke Regeling en de Wet Sociale Werkvoorziening. Bijzonder in deze GR is dat in een vroegtijdig stadium wordt gevraagd om een verevenings en liquidatievoorstel. Dit betekent dat bij het opstellen van een liquidatieplan een sociaal plan vereist is. Hiervoor dient met de vakbonden een akkoord te worden bereikt en dient advies te worden gevraagd aan de Ondernemingsraad. De OR heeft geen primaat voor de keuze voor opheffing, maar wel voor de personele consequenties. Het proces verloopt volgens vijf stappen. De eerste stap is bij de gemeenteraden aftasten of zij kunnen instemmen met een voorstel om een andere governancestructuur uit te werken. Dit is juridisch niet noodzakelijk maar wel aanbevelenswaardig. Ook is het dan nodig om eerste globaal beeld van de nieuwe uitvoeringsorganisatie te hebben. Op de vraag van de heer Lugthart of dit al is gebeurd, geeft de voorzitter aan dat de Raden zijn geïnformeerd, maar dat nog geen instemming is gevraagd. De tweede stap is de voorbereiding door het Algemeen Bestuur. In deze stap zit een sociaal plan voor de ambtelijke en Krijnen medewerkers, een liquidatieplan en een voorstel voor verevening. Dan moet ook worden voldaan aan het adviesrecht van de OR voor de personele gevolgen. Voor de Wsw ers is een sociaal convenant voldoende, omdat hun rechten wettelijk zijn vastgelegd. In dit stadium is het nodig een gedetailleerd beeld te hebben van de uitvoering van de nieuwe organisatie. De derde stap is de vraag van het Algemeen Bestuur om zienswijzen van de gemeenteraden op het ontwerp liquidatieplan en het vereveningsvoorstel. Hierna stelt het Algemeen Bestuur het liquidatieplan en de vereveningsregeling vast en stuurt deze naar de gemeenten voor besluitvorming. Dit is stap vier. De laatste stap is besluitvorming door de bestuursorganen van de gemeenten, in dit geval de Colleges. De rol van de Raad is om te toetsen of het voorgenomen besluit van het College voldoet aan het recht en algemeen belang. De inschatting van de totale doorlooptijd is minimaal 14 maanden. Mevrouw Dierdorp geeft aan dat de gemeenten onderzoeken of het mogelijk is om vóór de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 een intentieverklaring te sluiten om het proces met de Raden te waarborgen. Het opheffen van de huidige GR is juridisch noodzakelijk om een stap te zetten naar een andere vorm van samenwerking. Het is de bedoeling dat de Wsw ers hiervan niets merken, want zij hebben een werkgarantie en er zal voor de Wsw doelgroep een toekomstbestendige oplossing in de drie gemeenten zijn. Voor het Kaderpersoneel kan het wel consequenties hebben. Verslag AB vergadering DSW Rijswijk e.o. d.d. 25 oktober 2017 vastgesteld op??? Pagina 2 van 6
De heer Van Nes licht vervolgens de financiële consequenties toe van opheffing van de GR, uitgaande van drie varianten. Er is een berekening gedaan van de maximale kosten ingeval er geen nieuwe uitvoeringsorganisatie in de plaats van DSW komt. Deze betreffen de kosten voor afvloeiing personeel, doorlopende huur pand en kosten activa. Ook is een realistische variant berekend, waarbij bijvoorbeeld een gedeelte van de medewerkers ander werk vindt. Ook in dit geval komt geen nieuwe uitvoeringsorganisatie voor in de plaats. De derde variant gaat uit van een overgang naar scenario 4 met als belangrijke aanname dat er een inkoopmodel komt met de gemeente Zoetermeer als eigenaar van de nieuwe uitvoeringsorganisatie, waarbij de andere twee gemeenten gaan inkopen. Hierbij wordt het pand niet overgenomen, maar activa grotendeels wel. In deze variant is de inschatting dat een deel van de kadermedewerkers (niet Wsw) mogelijk niet plaatsbaar is in de nieuwe uitvoeringsorganisatie. Ook is geanalyseerd wat de financiële gevolgen zijn ingeval meer of minder medewerkers niet plaatsbaar zijn in de nieuwe organisatie, ingeval de nieuwe organisatie in het huidige pand blijft of ingeval de GR pas per 1 januari 2021, afloop huurcontract, wordt opgeheven. De algemene conclusie is dat de kosten voor opheffing van de GR en overgang naar de nieuwe uitvoeringsorganisatie tussen de 5 en 7 miljoen euro zullen bedragen. Vervolgens is gekeken naar hoe in vergelijkbare situaties in het land de verdeling van opheffingskosten is geregeld. In de meeste gevallen vindt de verevening plaats op basis van het aantal Wsw plaatsen dat de gemeente heeft. In die gevallen gaat het vaak om een vrijwel naadloze overgang naar een nieuwe uitvoeringsorganisatie. Ingeval van opheffing van de GR en het aangaan van een samenwerking worden er vaak ook afspraken gemaakt en bepalingen opgenomen hoe de frictiekosten worden gedragen als de inkoop toch vervalt. In een aantal gevallen, als de gemeenten de uitvoering van de Wsw op zich nemen, is gekozen voor een bonus malus systeem voor het personeel. Dit betekent een bonus voor meer overname van personeel dan verplicht en een boete bij minder overname van personeel. De heer Van Velden gaat in op de juridische voorwaarden voor het organiseren van een inkoopmodel. Samenwerking in een inkooprelatie met gemeente Zoetermeer als centrumgemeente kan in de vorm van een afdeling of eigen dienst of door het oprichten van een private stichting. Een private uitvoeringsorganisatie is alleen mogelijk op basis van privaatrechtelijke overeenkomsten. Bij een publieke uitvoeringsorganisatie vindt samenwerking plaats op basis van het centrummodel in de WGR. Dit betekent een nieuwe GR, waarin Zoetermeer de enige gemeente is en waarbij er geen bestuur is. Het is dan gebruikelijk om overeenkomsten te sluiten met de status van overeenkomst binnen de GR, dus niet privaatrechtelijk. Er is weinig informatie beschikbaar over de voor en nadelen van beide mogelijkheden. Een publiekrechtelijke vorm biedt meer zekerheid omdat een langjarige relatie wordt aangegaan. Bij een privaatrechtelijke vorm kan het zo zijn dat de gemeenten verschillende contracten met de centrumgemeente sluiten. Bij de uitvoering van de Wsw in het inkoopmodel zijn er mogelijkheden om aanbesteding te vermijden door een aanwijzingsbesluit naar de nieuwe uitvoeringsorganisatie of door het vestigen van alleenrecht. Aandachtspunt is dat formeel het juridische werkgeverschap van de Wsw ers bij de gemeente ligt. De Verslag AB vergadering DSW Rijswijk e.o. d.d. 25 oktober 2017 vastgesteld op??? Pagina 3 van 6
overige diensten zijn in principe aanbestedingsplichtig. Bij beschut en re integratie is aanbesteding mogelijk te vermijden door deze als werkplek bij de nieuwe uitvoeringsorganisatie te zien. Voor de dienst groenvoorziening is nader onderzoek nodig, maar er wordt regelmatig alleenrecht toegepast. De heer Van Nes geeft aan dat het definitieve rapport wordt vastgesteld in de DB vergadering van 23 november 2017. Dan zullen afspraken worden gemaakt over de principes, maar ook over de verdeling van de kosten. Vervolgens is het aan de gemeente Zoetermeer om een bedrijfsplan of business case op te stellen voor de nieuwe uitvoeringsorganisatie. De heer Lugthart en mevrouw Vugs zijn van mening dat duidelijk is dat verandering noodzakelijk is om te zorgen voor een toekomstbestendige organisatie. De heer Lugthart benadrukt hierbij wel het belang van een goede communicatie richting de medewerkers van DSW. De voorzitter geeft aan dat het hier gaat om informatie over een voorgenomen besluitvorming. Er moet nog besluitvorming in de Gemeenteraden plaatsvinden. Dat vraagt om communicatie over het feit dat dit model is besproken en dat de intentie is dat dit model een toekomst biedt aan het personeel. De AB leden vragen de directeur om de medewerkers op tijd en zorgvuldig te informeren. De voorzitter dankt de heren Van Nes en Van Velden voor hun heldere presentatie. 4. Ingekomen stukken 1. Brief Ondernemingsraad DSW d.d. 25 september 2017 inzake verlenging benoeming directeur DSW Deze brief, waarin de OR positief adviseert over verlenging van de benoeming van de directeur, wordt voor kennisgeving aangenomen. 5. a. Vaststellen van verslag vergadering AB d.d. 6 juli 2017 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 5. b. Actiepuntenlijst Er zijn geen actiepunten. 6. a. Rapportage DSW 1 e halfjaar 2017 6. b. Rapport BDO uitvoering review financiën DSW Rijswijk e.o. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. De rapporten worden met een begeleidende brief aangeboden aan de Gemeenteraden. 7. Benoeming algemeen directeur DSW per 1 november 2017 Het Algemeen Bestuur stemt in met de verlenging van de benoeming van de heer Verhoef. BESLUIT: Het Algemeen Bestuur DSW Rijswijk e.o. besluit de heer P.S.M. Verhoef te benoemen tot algemeen directeur van DSW voor de periode van 1 november 2017 tot en met 31 december 2019. Verslag AB vergadering DSW Rijswijk e.o. d.d. 25 oktober 2017 vastgesteld op??? Pagina 4 van 6
8. Rondvraag Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. 9. Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit daarmee de vergadering. Aldus vastgesteld door het Dagelijks Bestuur in zijn vergadering van??? de secretaris, de voorzitter, N. Dierdorp T.C. Kuiper Verslag AB vergadering DSW Rijswijk e.o. d.d. 25 oktober 2017 vastgesteld op??? Pagina 5 van 6
Actielijst Algemeen Bestuur 2017 Actiepunt Actie Actiehouder Stand van Zaken / Actie gereed op: Verslag AB vergadering DSW Rijswijk e.o. d.d. 25 oktober 2017 vastgesteld op??? Pagina 6 van 6