Algemene docentenhandleiding bij de cursus Natuurgids



Vergelijkbare documenten
Studiedag Duurzame Ontwikkeling

Natuurpunt Antwerpen Stad - Nieuwsbrief 2 - Cursus Natuurgids, Gemeenteraadsverkiezingen, activiteiten 1 bericht

Cursus Natuurgids Turnhout

RIJSCHOOL. Wat moet je doen?

Kringloop-wandeling Duurzaamheid in de Natuurexcursie

De Budget Ster: omgaan met je schulden

LEG HET UIT! EEN AGENDA DIE JE HELPT OM INSTRUCTIES TE GEVEN VOOR ROUTINEMATIGE TAKEN.

Natuurgids Mechels Rivierengebied

Docentenhandleiding KIES VAARDIG! klas 1/2 VMBO-TL/HAVO/VWO

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

3. VORMING RECHTSTREEKS LEIDINGGEVENDEN

Persdossier ikgeeflevenaanmijnplaneet.indeklas.be 28 september 2010

Kaart Naam Handleiding

Tekst lezen en vragen stellen

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

HAND L E ID IN G. behorende bij de website. hoeradicaalbenjij.nl

Veel veld voor vlees, weinig veld voor groenten

Start van de begeleiding

Je bent je bewust van je eigen referentiekader en houdt er rekening mee dat anderen handelen vanuit hun referentiekader.

Training Netwerken Forum

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek.

Introductie. Figuur 1 De actie van Coca Cola

Jouw praktische weg naar het hbo. Onderdeel van AOC Oost

Kijken! Kijken! Niet kopen!

Introduceren thema Voeding en Bewegen. Wat doe je als leerkracht? Omschrijving van de opdracht: Thema: Voeding en bewegen

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Werken in Teamverband Vragen voor een groepsgesprek

Een duurzame school = een school met hoop voor de toekomst. NME-dag 13 februari 2014

Natuurgidscursus: toelichting opdrachten

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

Educatief programma Feiten & meningen

Sectorwerkstuk. Theoretische Leerweg. Klas 4 TL/M

Vormingsaanbod. De digitale wereld voor senioren

Opdrachten bij cahier Foodtopia Het voedsel van de toekomst

Visie in de praktijk

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Methodiek Overzicht les. Soorten excursies. Doelgroepen. Cursus Natuurgids. Soort excursie. Doelgroep. Werkvormen

Van huidige situatie naar gewenste situatie

attitudes zelfstandig leren kennis vaardigheden

LOOPBAANVAARDIGHEID LOOPBAANLEREN HOOFDSTUK 1

Puzzel orde in de ruimte

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Natuur In Zicht - Biodiversiteit

Maatschappelijke vorming

De wereld op zijn kop

PRESENTEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

User Centered Design. Ontwerpbeslissingen

Aardoliealarm in het bos

Young People Coaching Experience

INHOUD DE TIJDSWINKEL. groep 3-4 HOE MENSEN IN VERSCHILLENDE TIJDEN LEVEN

Een nieuwe bank. Lesvoorbereiding Crisis graad 2. Verwondering

Methodiek van het gidsen

Project Check de Stadsvergroening Handleiding en opzet

1.Inleiding: De Plug & Play Business Formule

Cursus VRIENDEN MAKEN.KUN JE LEREN

Introduceren thema Broeikaseffect. Startopdracht. gekeken. Thema: Broeikaseffect. laten stoppen? centraal:

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

3 Hoogbegaafdheid op school

OMGAAN MET VERANDERING

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

LESPROGRAMMA LES 1. INTRODUCTIELES

DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A

basiseducatie Wie kan terecht in een centrum voor basiseducatie? Wat kan je er leren?

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking

Lessenplan C2C, dé duurzame oplossing?

PeerEducatie Handboek voor Peers

Leren van je eigen mores Spreken over waarden en normen met verpleegkundigen

Maak zelf geld. Lesvoorbereiding. Verwondering. Kennis

Natuurgidscursus: inleiding

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

De Sleutel tot het benutten van potentie

Waar kinderen een betere toekomst leren ontwerpen met nieuwe technologieën

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept

LEREN LEREN WAT? HOE?

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

H.A.N.G. PLEKKEN. Heel Aardig? Niet Geweldig! > OP BEZOEK BIJ HET NAI

In een notendop. 1 De Visie van het Netwerk Stadslandbouw Antwerpen. Het Netwerk stadslandbouw Antwerpen is

Wat is biodiversiteit? Hoeveel biodiversiteit is er (wereldwijd en

Is jouw eurocent al gevallen

Tips; betere foto's maken (bron: hema.nl)

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

EEN DUIM VOOR DELEN. ik deel INFOFICHE. daar wordt iedereen beter van

1. INFOSESSIE MANAGEMENTTEAM

Ik weet dat mijn gegevens anoniem zullen worden toegevoegd aan een databestand dat voor wetenschappelijke doeleinden gebruikt wordt.

Inhoudstafel Leermeermoment La J Kinderen Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doel van de activiteit... 2 Overzicht... 2 Praktische voorbereiding...

De Veluwe Opdrachten en Overzichten voor begeleiders

DOEL CO-CREATIESESSIE. In gesprek met jullie leerlingen over oplossingen die zorgen voor een nog leukere en betere school!

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Les 1 Samenvatten Leestekst: Afval

U-Talent Academie. Uitdagend bètaonderwijs op school en de universiteit

Driestar lesschema Pabo

Welkom op de informatieavond van de IVN Natuurgidsencursus

Seizoen THEMA TRAININGSOPBOUW

Maken transities de wereld duurzamer?

Communiceren is teamwork

Werkboek Het is mijn leven

Transcriptie:

Algemene docentenhandleiding bij de cursus Natuurgids 1

Algemene docentenhandleiding bij de cursus Natuurgids Straks geef jij een les binnen de cursus natuurgids. Met deze handleiding geeft het CVN je verschillende kapstokken mee van hoe het CVN de binnenlessen vorm geeft. In deze handleiding vind je volgende items: (1) Snelcursus Educatie voor Duurzame ontwikkeling In een natuurexcursie kan een natuurgids verschillende speldenprikjes geven voor een mogelijke transitie naar een duurzame toekomst. Wat voor het CVN duurzame ontwikkeling en specifiek Educatie voor Duurzame ontwikkeling (EDO) zijn, leggen we hier uit. (2) Welke methodieken lenen zich om Duurzame ontwikkeling aan te brengen? We bespreken hier kort 4 activerende werkvormen waardoor mensen vaardigheden en houdingen aanleren om mondige burgers worden, kritisch naar de wereld rondom. (3) Hoe is de cursus natuurgids opgebouwd? Hoe is duurzame ontwikkeling erin verweven? (4) Hoe is een les opgebouwd? (1) Snelcursus Educatie voor Duurzame Ontwikkeling In de lessen en excursies zitten de inhouden over duurzame ontwikkeling verweven. Maar we gaan nog een stap verder, we doen aan educatie voor duurzame ontwikkeling. Wat we daarmee bedoelen, vind je hier. Je weet het al, onze huidige samenleving zit in een systeemcrisis 1. Ze respecteert de draagkracht van de aarde niet. De gevolgen ervan ervaren we dagelijks: klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, armoede en voedselschaarste, conflicten om grondstoffen zoals olie en gas, Met dergelijke systeemcrisis voor ogen is het centrale vraagstuk van duurzame ontwikkeling: hoe kunnen we binnen de ecologische grenzen een hoge levenskwaliteit realiseren met sociale rechtvaardigheid en voldoende economische ontwikkeling? De oplossing? Een model van duurzame ontwikkeling waarin de economie ten dienste staat van bredere maatschappelijke doelstellingen, waar het economische systeem ingebed is in het sociaal systeem en waar beide systemen de grenzen van het ecologische systeem niet overschrijden. Het economische en sociale systeem kan slechts blijven functioneren binnen een Profit gezonde natuurlijke omgeving. People In plaats van duurzame ontwikkeling voor te stellen als 3 evenwaardige pijlers, hanteren we daarom beter een Planet voorstelling van concentrische cirkels die boven elkaar geplaatst worden. Voor elke keuze die je maakt op profit niveau moet je rekening houden met de draagkracht van onze planeet (planet) en van individuen en samenlevingen (people). 1 Uit: Milieubeweging blikt vooruit Lange termijn visie 2050 en concrete doelen voor 2020. Brussel: BBL. 2

Om de transitie naar een duurzame samenleving te realiseren, kunnen het CVN en jij als lesgever een handje toesteken. Hierin kun je als lesgever of excursieleider twee wegen bewandelen 2. In een eerste weg bepaal jij op voorhand hoe een duurzame(re) samenleving eruitziet en hoe we er moeten geraken. Je doet met andere woorden tijdens een les of excursie alsof je precies weet wat een duurzame(re) samenleving inhoudt en welke concrete veranderingen er ons naar toe zullen brengen. Sorteren, zonneboiler plaatsen, windmolens inplanten, minder vlees eten,. Het zijn allemaal veranderingen die aangeleerd moeten worden. In een tweede weg worden het bepalen van de richting en de manier waarop we er moeten geraken de uitdagingen die tijdens je les of excursie behandeld zullen worden. Je probeert samen met de deelnemers een zo goed mogelijk beeld te vormen van hoe een duurzame samenleving er zou kunnen uitzien. Je zoekt samen met hen naar mogelijke concrete veranderingen als individu en als samenleving. Hoe kunnen we een samenleving vorm geven met minder olie? Hoe kunnen we afval beperken? Onze voetafdruk verkleinen? Het zijn vragen die samen onderzocht worden. Kiezen we voor de eerste weg dan is er wel een plaats weggelegd voor educatie, maar niet voor EDO. Via de eerste weg komt het er op aan educatie in te zetten voor gedragsverandering. Deelnemers moeten de oplossingen die we nu kennen voor de problemen gewoon aanvaarden en toepassen. Het zijn oplossingen die nu werken voor een concreet probleem. Bij deze vorm van educatie duiken al snel volgende dilemma s op: Wat als blijkt dat de pasklare oplossing toch niet zo duurzaam blijkt (vb. biodiesel)? Wat als de cursisten met tegenstrijdige wetenschappelijke argumentaties te maken krijgen buiten de vorming of cursus (vb. glazen flessen blijken uit de levenscyclusanalyse toch niet zo veel milieuvriendelijker te zijn dan hun plastic alternatieven)? Wat als nieuwe technologische ontwikkelingen van een goede keuze een slechte maken? Hoe gaan ze daar mee om als ze niet geleerd hebben om er mee om te gaan? In het geval gekozen wordt voor de tweede piste is er wel een plaats weggelegd voor EDO. Het gaat er om samen met deelnemers tijdens het leerproces de duurzame samenleving vorm te geven. Daarbij dient men er zich steeds van bewust te zijn dat een duurzame oplossing vandaag niet per se duurzaam is morgen. Het gaat er om al doende te leren en al lerende te doen. Dit houdt in dat educatie niet zozeer gericht is op het hier-en-nu oplossen van specifieke problemen maar ook op het vormen van actieve, kritische en onafhankelijke burgers die zelf beslissingen kunnen nemen en die bijdragen aan een duurzaam georganiseerde samenleving. Het is op deze laatste piste dat het CVN inzet. Educatie voor Duurzame Ontwikkeling is leren denken over en werken aan een leefbare wereld, nu en in de toekomst, voor onszelf en voor anderen, hier en elders op de planeet 3. 2 Uit: Vandenplas, E. (2011) Natuur- en milieuvormingswerkers duurzaam aan het werk. Een educatief kompas richting duurzame ontwikkeling. Centrum Voor Natuur- en milieueducatie. 3 Van Poeck, K. & Loones, J. (red.) (2010) Educatie voor Duurzame ontwikkeling: de vlag en de lading. Brussel: Vlaamse Overheid. 3

(2) Welke methodieken lenen zich om duurzame ontwikkeling aan te brengen? Zoals hierboven aangegeven, is de weg naar een duurzame samenleving zoals een zoektocht of een ontdekkingsreis. We zijn er inmiddels wel allemaal zo n beetje van overtuigd dat we moeten breken met bepaalde alledaagse routines, waarden en systemen. Maar over welke daarvoor in de plaats moeten komen, bestaat minder overeenstemming. Bij deze zoektocht of, zo je wil, excursie kunnen natuurgidsen als duurzaamheidsgidsen een essentiële rol spelen door goede vragen te stellen, mensen te prikkelen tot reflectie en vooral door mensen de natuur vanuit meerdere perspectieven te laten ervaren. We laten je hier kennismaken met enkele overkoepelende werkvormen die je naar het thema in jouw les(sen) kunt aanpassen. Je merkt dat er niets nieuws onder de zon is. Net zoals in goede NME staan activerende werkvormen centraal waardoor de motivatie van de deelnemers verhoogt. Maar de focus ligt bij EDO nog meer op werkvormen die mensen aan het denken zetten, die mensen hun eigen mening laten formuleren, die mensen doen luisteren naar meningen van anderen. Zo leren ze de vaardigheden en houdingen aan om actieve, kritische en onafhankelijke burgers te worden. (1) De dialoog In een dialoog stelt de docent een vraag en geven de deelnemers het antwoord. Dikwijls weet de docent op voorhand in welke richting het antwoord zal gaan. - Les planten 1: Er zijn ongeveer 300.000 plantensoorten Waarvan er 3.000 gebruikt worden/werden voor voeding. Maar slechts 3 leveren de helft van de calorieën voor alle aardbewoners. Welke zijn die? - Les ecologie: Op deze drie kaarten zie je het areaal van de Tijgerspin in het jaar 1991, 2002 en 2006. Wat zie je? - Les ecologie: Wie legt mij de kringloop van het water uit? (2) Groepsgesprek In een groepsgesprek probeert de docent een gedachtewisseling tussen de deelnemers tot stand te brengen door een stelling te poneren of door een mening te vragen. De deelnemers geven verschillende visies op het thema. De lesgever of excursieleider is veeleer een moderator. - Les dieren 2: Door het ontbreken van natuurlijke vijanden kan het reeën- en hertenbestand te hoog oplopen. Een overwogen jacht kan zinvol zijn. Wat denken jullie? - Les planten 1: In de winkel kun je kiezen voor een T-shirt van 10 euro en een T-shirt van 17 euro. Het tweede T-shirt heeft een ecolabel. Welk T-shirt koop je? - Les dieren 2: Uitspraak van Maarten Boudry (filosoof UGent): Over dieren in het wild bestaan veel sentimentele ideeën. Er wordt in de natuur ontzettend hard geleden. ( ) Als je dat leed overschouwt, zou je nog eerder geneigd zijn om te denken: afbranden dat regenwoud. Wat denk jij hierover? Als lesgever kun je je minder goed voorbereiden op de gedachtewisseling die zal ontstaan tussen de deelnemers. Je hebt een goede achtergrondkennis nodig vooraleer je een groepsgesprek in gang zet. (3) Opdracht De docent zet de deelnemers aan het werk. Hij legt de opdracht uit, begeleidt ze en geeft nadien een nabespreking. - Les dieren 2: Verdeel de groep in 4 subgroepen. Elke groep stelt een 3-gangenmenu op voor de receptie tijdens de diplomering van de cursus natuurgids. Bij de nabespreking wordt gekeken waarom welke keuzes gemaakt zijn. 4

- Les dieren 1: Bij systematiek van dieren krijgt elke deelnemer een fiche met een beschrijving van een dier. Opdracht is om tijdens de les zelf na te denken bij welke klasse of stam het dier hoort. (4) Perspectiefwisseling Je laat de deelnemers een perspectief innemen die ze normaal niet opnemen. Zo denken ze na vanuit de positie van iemand anders. De perspectiefwisseling helpt mensen om een bredere kijk op zichzelf en hun situatie te krijgen. Men gaat de eigen gewoontes en houdingen onder de loep nemen. We noemen de perspectiefwisseling ook rollenspel. De methodieken van dialoog, groepsgesprek en opdracht gebruikt men hier ook, maar men gaat een stap verder. Het natuurbeeldenspel in de les methodiek is een mooi voorbeeld. Verder zijn er in de bestaande lessen binnen de cursus natuurgids nog geen perspectiefwisselingen opgenomen. In de brochure Samen op weg. Edo in de natuurexcursie 4 staan enkele goede voorbeelden. - Onderwerp: verpaarding van het landschap. Er zijn 4 rollen: o Landbouwer: Die rijkelui nemen overal landbouwgrond in voor het plaatsen van hun paarden. Het is zo al moeilijk genoeg voor een boer om te overleven. o Recreant: Die fermettes en paarden zorgen voor variatie in het landschap. Anders staat er toch maar maïs en daar kun je niet overheen kijken. o Natuurliefhebber: Ze nemen heel wat plaats in. Daardoor is er minder plaats voor natuur en landbouw. Hun percelen zijn dikwijls niet ingekleed in het landschap en dragen bij tot verrommeling. o Paardenliefhebber: Verblijven in mijn fermette en op mijn paard rijden is de ideale ontspanning na een week hard werken. Dit is een milieuvriendelijke hobby en ik doe niemand kwaad. - Onderwerp: Vanuit de visie van Harmonisch Parkbeheer herdenken we de inrichting van het Brusselse Jubelpark o Vastgoedmakelaar: Een appartement met uitzicht op het park verhoogt de waarde van het appartement. o Vrouwelijke immigrante met kinderen: Ik kom graag naar het park met de kinderen. Ze kunnen er vrij rondlopen en spelen. o Natuurpunter: In dit park krijgt de natuur een klein beetje de kans om te groeien maar het zou iets meer mogen zijn. o Astmatische kunsthistoricus: De combinatie tussen de Engelse, Franse en Italiaanse landschapstijl is uniek. De bomen in het park zorgen voor de zuivering van de lucht in de stad. (3) Hoe is de cursus natuurgids opgebouwd en hoe zit educatie voor duurzame ontwikkeling daarin verwerkt? De cursus natuurgids bestaat traditioneel uit 30 activiteiten waarvan 15 binnenlessen. Hieronder geven we een lijst met lessen die altijd op het programma staan binnen elke cursus. Ook worden er suggesties gedaan die helpen bij de programmering van de lessen. 1. Indeling organismen en Dieren 1 (systematiek) 2. Dieren 2 (ecologie van dieren of diergedrag + relatie dier en mens) Voor de les dieren 2 kun je kiezen uit 2 powerpoints: ecologie van dieren of diergedrag. Deze keuze doe je als lesgever zelf vanuit jouw expertise. Bij één van de 2 powerpoints komt aansluitend altijd het onderdeel relatie dier en mens. 3. Planten 1 (systematiek + relatie plant en mens) 4 Vandenplas, E. (2009) Samen op weg: educatie voor duurzame ontwikkeling in de natuurexcursie. Centrum Voor Natuur- en milieueducatie. 5

4. Planten 2 (ecologie van planten) 5. Abiotisch milieu en klimaatverandering 6. Evolutie en biodiversiteit Wanneer een bezoek aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen op het programma staat binnen de cursus, geef je het onderdeel evolutie uit deze les niet. Je combineert het onderdeel biodiversiteit dan met bronnenstudie. 7. Ecologie 8. Landschapsecologie 9. Landschappen In deze powerpoint bespreken we alle landschappen in Vlaanderen. Deze powerpoint is te uitgebreid om helemaal te brengen. Bespreek die landschappen welke van belang zijn in de regio waar de cursus plaatsvindt. Een cursus natuurgids aan de kust bespreekt bijvoorbeeld niet het landschap heide. 10. Mens en natuur 1 In de powerpoint behandelen punt 1 Ecologische bewustwording en punt 2 Natuurbehoud in België, vroeger en nu beide de historische aspecten van de milieu- en natuurbehoudsbeweging. Een docent die verkiest om minder diep op de historische aspecten in te gaan, kan zich beperken tot punt 1. Heb je meer historische bagage breng je enkel punt 2. Bij het wegvallen van punt 2, komt er tijd vrij om punt 4 Educatie voor duurzame ontwikkeling grondiger te behandelen. 11. Mens en natuur 2 Op de meeste plaatsen wordt slechts één les Mens en natuur gegeven. Er wordt een selectie uit beide hoofdstukken gemaakt, waarbij de deskundigheid van de lesgever een grote rol speelt. 12. Methodiek 1 13. Methodiek 2 14. Methodiek 3 15. Methodiek 4 16. Methodiek 5 (4) Natuur.Natuurgidscursus: samenwerking met Natuurpunt Wanneer we de cursus natuurgids organiseren in samenwerking met Natuurpunt Educatie dan wordt het een Natuur.Natuurgidscursus. De opbouw van de cursus en de finaliteit van het diploma blijven hetzelfde. Wat verandert er dan? Lesgevers van Natuurpunt Educatie en/of Natuurpunt komen 2,5 lessen verzorgen. Het gaat om een les natuurbeheer, een les over biodiversiteit en natuurstudie, en een halve les over het bewegingsverhaal van Natuurpunt. Deze vervangen 2 lessen binnen de oorspronkelijke opbouw. Samen met de medeorganiserende partner kijken we welke lessen we uit de oorspronkelijke opbouw vervangen door de lessen gegeven door Natuurpunt Educatie. (5) Opbouw van elke les Lesmateriaal Voor elke les zijn een cursustekst, powerpoint en didactische handleiding aanwezig. Voor sommige lessen is er nog bijkomend lesmateriaal in de vorm van een werkblad of fiche. Deze worden je toegezonden door de vaste begeleider van de cursus of door de provinciaal CVN-medewerker. Aan de powerpoint mag je zelf aanpassingen doen. Heel wat lesgevers doen dit. Belangrijk is dat de geformuleerde lesdoelen behouden blijven. Nadien willen de deelnemers graag de powerpoint krijgen. Lever deze op USB-stick of CD-rom aan de vaste begeleider. Of stuur deze via 6

Wetransfer.com of Yousendit.com op naar de provinciaal CVN-medewerker of vaste begeleider. Deze plaatst de powerpoint op het digitaal leerplatform van de desbetreffende cursus. In het opmerkingsvak van de powerpoint staat de didactische handleiding. Zo vind je per dia inhoudelijke uitleg en didactische suggesties. De didactische suggesties zijn suggesties. Je mag de les nog interactiever maken. Heb je interessante methodieken toegepast, aarzel niet ze door te geven aan de provinciaal medewerker. Lesdoelen en kernbegrippen In het handboek staat na elk hoofdstuk een lijst met vragen en een lijst met kernbegrippen. Deelnemers moeten op het evaluatiegesprek een globaal antwoord kunnen geven op de gestelde vragen. En ze moeten de kernbegrippen kunnen toelichten. Daarom is het belangrijk dat hier in de les aandacht voor is. Wanneer je de powerpoint volgt, gebeurt dit. Opbouw van de les Elke les duurt 3 uur. In deze 3 uur las je een kwartier pauze in, ergens in het midden. Naar eigen interesse mag je accenten leggen in de verschillende onderwerpen van een les. Wel vragen we om de onderdelen die linken naar EDO op te nemen en er aandacht voor te hebben. Denk aan het onderdeel relatie plant en mens of de relatie dier en mens in de les planten 1 en dieren 2. Er is voldoende lesmateriaal om elke les te vullen zonder het EDO-verhaal. Maar neem toch de tijd. Merk je dat je bij de voorbereiding vragen hebt, aarzel niet om jouw provinciaal medewerker die vragen te stellen. Didactisch materiaal Ga bij de voorbereiding na of al het didactische materiaal dat je wenst te gebruiken aanwezig is. Hieronder vind je enkele suggesties. De permanente begeleider van de cursus of de provinciaal medewerker kan je hierbij helpen. - Beamer, laptop - Eventueel verlengkabel en verdeeldoos - Schrijfbord of whiteboard - Flipover - Internetverbinding (opent tijdens je les een venster op de wereld!) 7