LEREN LEREN WAT? HOE?

Transcriptie

1 LEREN LEREN WAT? Bij leren leren ondersteunt de school je schoolse leren en biedt de school je methodieken om toe te passen in leersituaties buiten de school. HOE? Als school hebben we gekozen voor het VELOO-programma, opgebouwd uit bouwstenen en goede leerhoudingen. Het biedt je concrete stappenplannen om zelfstandiger te leren. Het is geen vak apart, maar houdingen / gewoonten die we je aanleren in verschillende situaties / lessen. ONZE SCHOOLAGENDA De verschillende bouwstenen en goede leerhoudingen worden ondersteund door een prent en een slogan. Voor je ouders is er ook telkens één blaadje met uitleg over de bouwsteen of goede leerhouding. BOUWSTENEN EN Aanpakgedrag Aandacht richten Taalvaardigheid Relevante info selecteren Doelgerichtheid Analyseren GOEDE LEERHOUDINGEN Bekwaamheidsgevoel Zelfsturing Deelgenootschap

2 Kijk ik goed uit mijn doppen, dan weet ik dat het zal kloppen! Ik pak een taak stap voor stap aan, zo zal het vlotter gaan! Ik zet eerst alles op een rijtje en antwoord pas na een tijdje!

3 Ik hou mijn aandacht bij de zaak, dat helpt me bij mijn taak!

4 Als ik het goed heb verstaan, krijg ik mijn werk beter gedaan!

5 Als ik geloof dat ik het kan, dan maak ik er wat van!

6 Haast en spoed is zelden goed!

7 Met een doel in zicht werk ik meer gericht.

8 DOELGERICHTHEID WAT? Leren doelen stellen, leren plannen en volhouden om zo het vooropgestelde doel te bereiken. HOE? Ik ervaar dat ik moet werken om iets te bereiken. Ik ervaar dat ik alles doe met een bepaald doel voor ogen. Ik ervaar dat ik goed moet plannen om mijn doel te bereiken. Ik ervaar dat ik heel gelukkig ben wanneer mij iets lukt. Ik ervaar dat ik moet oefenen om te slagen. Ik ervaar dat ik soms eerst tussenstapjes moet nemen voor iets lukt. WAAROM? Als ik iets doe, heeft dat een doel. Ik leer bewust te werken naar het bereiken ervan. Leren inzien wat mijn doel is, is moeilijk en moet aangeleerd worden! Dit gebeurt met vallen en opstaan. Het is heel belangrijk te bespreken of het doel al dan niet bereikt is. Doelen thuis, op school en onder vrienden kunnen enorm verschillen. WAAR / WANNEER GEBRUIKEN WE HET NOG? OP SCHOOL : elke les heeft een apart doel waar we naar werken. eigen doelen bepalen, bepalen waaraan jíj gaat werken... THUIS : zelfstandigheid ontwikkelen door eens iets alleen te mogen doen naar de jeugdbeweging gaan om vriendschappen te onderhouden, omdat je het graag doet, als ontspanning, voor de uitstapjes, de knutselactiviteiten,... koken omdat je honger hebt, om een goede indruk te maken, om iets te vieren, IN DE SAMENLEVING : strenge verkeersregels om ongelukken te voorkomen reclame om een product te verkopen, om het kenbaar te maken gaan werken om geld te verdienen waarmee je dan op reis kan in supermarkten biedt men zoveel mogelijk producten aan om te verkopen, bv. kleding, snoep aan de kassa s

9 Als ik weet wie wat waar is mijn antwoord al bijna klaar!

10 RELEVANTE INFORMATIE SELECTEREN WAT? Het onderscheid kunnen maken tussen hoofd- en bijzaken. HOE? - weten wat sleutelwoorden zijn - sleutelwoorden leren vinden in een tekst: wie, wat, waar, wanneer, hoeveel? - inzien dat sleutelwoorden in hun context begrepen moeten worden - inzien dat relevante informatie afhangt van het doel - woordspin, mindmap maken - bij het voorbereiden van een toets de kinderen zelf laten aanduiden wat ze echt moeten kennen WAAROM? Door het aanduiden van sleutelwoorden, kan de leerlingen de opdracht beter begrijpen en dus ook adequaat uitvoeren. Het is een manier om ook de aandacht te richten op die zaken die relevant zijn binnen de context. WAAR / WANNEER GEBRUIKEN WE HET NOG? OP SCHOOL : - vraagstukken - begrijpend lezen - lezen van de opgave bij een toets of in de klas THUIS : - bij het volgen van een recept - bij het opzoeken van informatie op internet - het doornemen van een krant naar een artikel dat je interesseert - spelregels doornemen IN DE SAMENLEVING : -

11 Deel met anderen wat je weet en kan, je wordt er zelf veel wijzer van.

12 DEELGENOOTSCHAP WAT? Het delen van delen van kennis, strategieën, ervaringen, gedachten, gevoelens zodat het voor anderen en voor jezelf duidelijker wordt. HOE? - meningen delen - luisteren naar elkaar - belangstelling opbrengen voor elkaar - zich beschaafd uitdrukken (niet kortaf, geen grove taal ) - samenwerken, groepswerk, discussies - vragen naar ervaringen en gevoelens van anderen WAAROM? Een individu ontwikkelt zich in interactie met de omgeving/milieu (mensen, dieren, planten, ). Contact met de medemens is essentieel voor de cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling en maakt de vervulling mogelijk van de behoefte aan samenhorigheid, genegenheid en achting. Het heeft een impact op de zelfontplooiing. WAT KAN JE HELPEN? OP SCHOOL / THUIS / SAMENLEVING : - duidelijk aangeven welke sociale regels gelden - kinderen leren om over gevoelens, ervaringen en denkprocessen te praten - model staan - teambuilding, groepsactiviteiten: samen dingen doen en delen

13 Zet ik alle stukjes op een rij, dan is t probleem vaak weg voor mij!

14 ANALYSEREN WAT? Een geheel in zijn onderdelen verdelen. HOE? Uitzoeken op welke manieren de delen van een geheel aangegeven worden: met kleuren, letters, nummers, WAAROM? Door te analyseren zien we dat een groot geheel uit kleinere delen is opgebouwd. Daardoor wordt het grote geheel overzichtelijker! Door te analyseren zien we in dat een verkeerd onderdeel effect heeft op het geheel. Door te werken met tussenstappen, kan ik zelf ontdekken waar het in de opdracht fout ging! WAT KAN JE HELPEN? OP SCHOOL / THUIS / SAMENLEVING : - Gebruik van kleur, nummering, maakt de delen van het geheel duidelijker zichtbaar - Tussenstappen maken in oefeningen. - Systematisch (stap voor stap) handelen bij het uitvoeren van een karwei.