Radiofrequentiekatheterablatie bij patiënten met tachycardieën vanuit de atrioventriculaire knoop even goed als ritmechirurgie, maar minder belastend
|
|
- Cecilia Willemsen
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 cut-off point for referral SDS < 1.3 (< P 10 ) was chosen in order to identify risk groups that need further evaluation. Based on international consensus a diagnostic classification of short stature is possible, distinguishing normal variants and (or) idiopathic short stature from primary and secundary growth disorders. Using target length, the growth curve in the SDS diagram, the actual age and puberty signs, the general practitioner can use a flow chart to determine whether there is a growth problem and whether this needs treatment in primary or secondary health care. Measuring skeletal age has no additional value. Attention should also be given to psychosocial problems as the cause or the effect of short stature. literatuur 1 Consensus Diagnostiek kleine lichaamslengte bij kinderen. Syllabus Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing (CBO) Utrecht: CBO, Frederiks AM. Nederlandse groeidiagrammen 1997 in historisch perspectief. In: Wit JM, redacteur. De Vierde Landelijke Groeistudie Presentatie nieuwe groeidiagrammen. Bureau Boerhaave Commissie. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden, 1998: Frederiks AM. De target height als hulpmiddel bij het opsporen van groeistoornissen. In: Wit JM, redacteur. De Vierde Landelijke Groeistudie Presentatie nieuwe groeidiagrammen. Bureau Boerhaave Commissie. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden, 1998: Gerver WJM, Bruin R de. Relationship between height, sitting height and subischial leg length in Dutch children: presentation of normal values. Acta Paediatr 1995;84: Doull IJM, McCaughey ES, Bailey BJR, Betts PR. Reliability of infant length measurement. Arch Dis Child 1995;72: Bruijnzeels MA, Suijlekom-Smit LWA van, Velden J van der, Wouden JC van der. Het kind bij de huisarts. Nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. Rotterdam: Erasmus Universiteit, Muinck Keizer-Schrama SMPF de, Waelkens JJJ, Ross HA. Diagnostiek van groeihormoondeficiëntie. In: Muinck Keizer- Schrama SMPF de, Boukes FS, Oostdijk W, Rikken B, redacteuren. Diagnostiek kleine lichaamslengte bij kinderen. Alphen a/d Rijn: Van Zuiden Communications, 1998: Spranger J. International classification of osteochondrodysplasias. The International Working Group on Constitutional Diseases of Bone. Eur J Pediatr 1992;151: Aanvaard op 18 september 1998 Radiofrequentiekatheter bij patiënten met tachycardieën vanuit de atrioventriculaire knoop even goed als ritmechirurgie, maar minder belastend g.p.kimman, n.m.van hemel, e.r.jessurun, p.f.h.m.van dessel en j.j.a.m.t.defauw Atrioventriculaire nodale cirkeltachycardie ( atrioventricular nodal re-entrant tachycardia (AVNRT)) is de meest voorkomende paroxismale, regelmatige supraventriculaire tachycardie. Deze ritmestoornis treedt het vaakst op bij vrouwen in de leeftijd van 20 tot 50 jaar. De symptomen worden bepaald door de hemodynamische gevolgen, de leeftijd en eventueel aanwezige onderliggende hartziekten. Ze variëren van pulsaties in de hals, duizeligheid, hyperventilatie, angst, angina pectoris, presyncope en syncope. Pathofysiologie. Met de term re-entry wordt het fenomeen aangeduid van een depolarisatiegolf rondom een anatomisch of functioneel obstakel, waarvan de omloopsnelheid (of frequentie van de tachycardie) wordt bepaald door onder meer de refractaire periode en de geleidingssnelheid. Het mechanisme van de ritmestoornis AVNRT is een cirkelritme dat gebruikmaakt van twee functioneel gescheiden geleidingsen in de atrioventriculaire knoop (AV-knoop), namelijk een snel en een langzaam geleidend (figuur). Bij het gebruikelijke ( common ) type van AVNRT vindt de anterograde geleiding (van boezem naar kamer) plaats over het langzame en de retrograde geleiding (van kamer naar boe- St. Antonius Ziekenhuis, afd. Cardiologie en Thoraxchirurgie, Postbus 2500, 3430 EM Nieuwegein. G.P.Kimman en P.F.H.M.van Dessel, assistent-geneeskundigen; prof. dr.n.m.van Hemel en E.R.Jessurun, cardiologen; J.J.A.M.T.Defauw, thoraxchirurg. Correspondentieadres: prof.dr.n.m.van Hemel. samenvatting Doel. Vergelijking van de langetermijnresultaten van chirurgische modificatie en radiofrequentie(rf)-kathetermodificatie van de atrioventriculaire knoop (AV-knoop), ter behandeling van recidiverende atrioventriculaire nodale cirkeltachycardieen (AVNRT). Opzet. Retrospectief beschrijvend. Plaats. St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein. Methode. In de periode ondergingen 26 patiënten een chirurgische behandeling en in patiënten een RF-kathetermodificatie van de AV-knoop voor recidiverende AVNRT. De follow-up hierna was tenminste 1 jaar. Resultaten. Het onmiddellijke succes van chirurgie was 96% en van RF-katheter 92%. Een recidief-avnrt trad op bij respectievelijk 12 en 17%, het uiteindelijke succes (na herbehandeling) was 100 en 98%. Bij 3 patiënten (3%) in de RFkathetergroep ontstond een tweede- of derdegraads- AV-blok, waarvoor een implantatie van een pacemaker noodzakelijk was. In de chirurgische groep werd geen derdegraads- AV-blok gezien. De gemiddelde follow-up was 53 maanden in de chirurgische groep en 28 maanden in de RF-kathetergroep. Beide procedures gingen gepaard met andere supraventriculaire tachycardieën, namelijk 27% in de chirurgische groep en 11% in de RF-kathetergroep. Conclusie. RF-katheter ter behandeling van AVNRT had initiële en langetermijnresultaten die vergelijkbaar zijn met die van ritmechirurgie. Omdat katheterbehandeling aanzienlijk minder belastend is dan ritmechirurgie, is RF-katheter thans de geschiktste methode ter behandeling van deze ritmestoornis. Ned Tijdschr Geneeskd november;142(46) 2525
2 V. cava superior truncus pulmonalis bundel van His sinusknoop tricuspidalisklepring rechter ventrikel rechter atrium a V. cava inferior sinus coronarius AV-knoop b snel langzaam Schematische weergave van het mechanisme bij atrioventriculaire nodale cirkeltachycardie: (a) de atrioventriculaire knoop (AVknoop) bevindt zich op de overgang van rechter atrium en rechter ventrikel, langs de ring van de tricuspidalisklep; (b) aan de klepzijde heeft de AV-knoop een langzaam geleidings, aan de atriumzijde een snel; mogelijk is ook aangrenzend boezemweefsel onderdeel van het snelle circuit; (c) bij de chirurgische en de radiofrequentie(rf)-katheter vindt men de gebieden van trage en snelle voortgeleiding respectievelijk posterieur en anterieur van de eigenlijke AV-knoop. Chirurgische klieving of elektrische coagulatie met RF-energie van de aangeduide gebieden elimineert het substraat van de tachycardie. c zone snelle zone langzame zem) over het snelle geleidings, terwijl dit bij het uncommon type omgekeerd verloopt. Om de aanval, die meestal plotseling begint, te couperen staan naast vagale manoeuvres ook orale en intraveneuze antiarrhythmica ter beschikking. Antiarrhythmica kunnen ook worden voorgeschreven ter preventie van nieuwe aanvallen. Voor een patiënt met frequente, recidiverende aanvallen van AVNRT zou dat kunnen betekenen dat levenslang medicamenteuze therapie moet worden toegepast. Een decennium geleden was chirurgische modificatie van de AV-knoop tijdens openhartchirurgie de enige methode om een AVNRT, met behoud van atrioventriculaire voortgeleiding, definitief te behandelen. 1-4 De laatste jaren geniet de patiëntvriendelijker radiofrequentie(rf)-katheter echter de voorkeur. 5-7 Die wordt geïllustreerd in de figuur. Wij vergeleken de langetermijnresultaten van de chirurgische behandeling en de RF-katheterbehandeling met elkaar om te kunnen vaststellen of de laatste methode inderdaad de voorkeur verdient. patiënten en methoden In de periode werden 26 patiënten geopereerd en in ondergingen 120 patiënten RF-katheter (tabel 1). De gemiddelde wachttijd hiervoor bedroeg respectievelijk circa 3 maanden en 6 weken. Bij iedere patiënt werd vóór de behandeling een elektrofysiologisch onderzoek uitgevoerd. Daaraan voorafgaande werd het gebruik van alle antiarrhythmica tenminste 5 maal de halfwaardetijd gestopt. De standaardcriteria werden gehanteerd voor het aantonen van de aanwezigheid van twee verschillende geleidingsen in de AV-knoop en bij de AVNRT. Chirurgische behandeling. De chirurgische behandeling bestond uit dissectie van het omgevende weefsel van de AV-knoop, waarbij diverse methoden beschreven zijn. 1-4 De functie van de AV-knoop werd tijdens de operatie voortdurend geregistreerd. Met de procedure werd gestopt wanneer het niet meer mogelijk was om met geprogrammeerde elektrische hartstimulatie AVNRT op te wekken. RF-katheter. Bij RF-katheter werd de 2526 Ned Tijdschr Geneeskd november;142(46)
3 positie van de katheter op het snelle of het langzame geleidings bepaald op basis van typische elektrische signalen en (of) de anatomische positie bij röntgendoorlichting. 5-8 De ingreep werd beëindigd, wanneer (a) een AVNRT niet meer opwekbaar was; (b) bij van het snelle geleidings het PQ-interval met meer dan 30% toenam; of (c) er een tweede- of derdegraads-avblok ontstond. In de eerste jaren werd eerst van het snelle geleidings verricht. Wanneer 20 RF-energieapplicaties van het ene geen succes hadden gehad, volgde van het andere geleidings. Vervolgonderzoek. Alle patiënten werden tenminste 1 jaar poliklinisch vervolgd. Traden er opnieuw hartkloppingen op, dan werd óf een 24-uurs-Holter-registratie verricht óf patiënt kreeg een zelf te activeren 1-kanaals-ECG-recorder mee, die later op de kliniek kon worden uitgelezen. Indien nodig werd de patiënt onderworpen aan een inspanningsproef om een eventuele recidief-avnrt te provoceren dan wel uit te sluiten. Hernieuwd elektrofysiologisch onderzoek vond plaats wanneer er geen recidief-avnrt kon worden gedocumenteerd, maar de aanwezigheid ervan wel sterk werd vermoed. Kon er opnieuw een AVNRT worden opgewekt, dan volgde een nieuwe procedure. Statistische analyse. Alle gegevens worden gepresenteerd als gemiddelden met standaarddeviatie. Met de χ 2 - toets en de t-toets voor twee steekproeven werden de resultaten vergeleken. Voor gecensureerde data werd de logranktoets gebruikt. Bij p < 0,05 (tweezijdig) werd een verschil als significant beschouwd. TABEL 1. Demografische gegevens van 146 patiënten met atrioventriculaire nodale cirkeltachycardie (AVNRT) die chirurgische of radiofrequentie(rf)-katheter ondergingen RF-katheter* snelle langzame snelle en chirurgische aantal patiënten mannen/vrouwen 12/28 12/35 10/23 6/20 gemiddelde leeftijd in jaren (SD) 45 (17,5) 42 (15,5) 44 (10,9) 47 (14,3) gemiddelde duur van de symptomen in jaren (SD) 14,6 (12) 12,9 (11,4) 13,9 (10,8) 14,5 (14,5) common AVNRT; n (%) 38 (95) 41 (87) 32 (97) 23 (89) uncommon AVNRT; n (%) 2 (5) 6 (13) 1 (3) 3 (11) gemiddeld PQinterval in ms (SD) 154 (21,5) 152 (30,4) 151 (16,9) 159 (17,6) *Uitgesplitst naar van het snelle of het langzame geleidings in de atrioventriculaire knoop. TABEL 2. Directe resultaten van chirurgische en radiofrequentie(rf)- katheter bij 146 patiënten met atrioventriculaire nodale cirkeltachycardie RF-katheter* chirurgische snelle langzame snelle en (n = 26) (n = 40) (n = 47) (n = 33) direct succes; n (%) 36 (90) 46 (98) 27 (82) 25 (96) tijdsduur in min (SD) 76 (47,6) 44 (34,4) 84 (47,2) aantal applicaties; n (SD) 14 (17) 13 (15) 25 (28) PQ-interval in ms (SD) 199 (49) 158 (27,2) 183 (41,8) 161 (34) eerstegraads-avblok; n tweedegraads-avblok; n derdegraads-avblok; n pacemakerimplantatie; n AV-blok = atrioventriculair blok. resultaten Chirurgische AV-knoopmodificatie. Bij 25 van de 26 patiënten (96%) was de chirurgische ingreep direct geslaagd (tabel 2). Bij 2 patiënten ontstond een blijvend eerstegraads-av-blok. Bij 1 patiënt ontstond een pneumothorax en bij 1 patiënt een voorwandinfarct ten gevolge van een iatrogene afsluiting van de linker kransslagader; 3 (12%) van de 25 patiënten die een aanvankelijk geslaagde ingreep ondergingen, kregen een recidief-avnrt (tabel 3), 2 binnen 7 maanden na de operatie, 1 patiënt 3 jaar na de ingreep. Er ondergingen 2 patiënten met een recidief eenmalig een succesvolle RF-katheter, terwijl bij 1 patiënt 3 RF-sessies nodig waren wegens hardnekkig recidiverende AVNRT. Deze patiënt was 17 maanden na de laatste ingreep klachtenvrij. De 3e patiënt, bij wie de initiële chirurgische ingreep in eerste instantie geen succes had, onderging 10 dagen later opnieuw, en nu met succes, een chirurgische procedure. Tijdens langetermijnfollow-up ontstond bij 7 patiënten een andere supraventriculaire tachycardie (zie tabel 3). Uiteindelijk ondergingen 2 van hen een van de His-bundel, met aansluitend pacemakerimplantatie wegens medicamenteuze onbehandelbaarheid van de tachycardie. Radiofrequentie-AV-knoopmodificatie. De procedure was direct geslaagd bij 109 (92%) van de 120 patiënten (zie tabel 2). Twee patiënten kregen een derdegraads- AV-blok, 1 patiënt een tweedegraads-av-blok, waarvoor pacemakerimplantatie nodig was. Van de 11 patiënten bij wie de eerste RF-katheter niet succesvol was, ondergingen er 6 met succes een tweede, 2 een derde, en 1 een vierde RF-katheter. Twee patiënten weigerden een tweede interventie en werden verder medicamenteus behandeld. Er kregen 18 (17%) patiënten die een aanvankelijk geslaagde ingreep ondergingen, een recidief-avnrt (zie tabel 3). De meeste recidieven bleken zich voor te doen in de eerste maanden na de procedure (73%, maximum 7 maanden), hoewel 2 jaar Ned Tijdschr Geneeskd november;142(46) 2527
4 TABEL 3. De resultaten van langetermijnvervolgonderzoek bij 146 patiënten met atrioventriculaire nodale cirkeltachycardie (AVNRT) die chirurgische of radiofrequentie(rf)-katheter ondergingen RF-katheter* chirurgische snelle langzame snelle en (n = 26) (n = 40) (n = 47) (n = 33) gemiddelde tijdsduur follow-up (in maanden) recidief-avnrt; n (%) 3 (8) 9 (20) 6 (22) 3 (12) uiteindelijk succes; n (%) 40 (100) 47 (100) 30 (91) 26 (100) e sinusknooptachycardie; n nieuwe supraventriculaire tachycardieën; n typische atriumflutter chron. atriumfibrilleren atriale tachycardie paroxismen van typische atriumflutter/ atriumfibrilleren pacemakerimplantatie; n 0 1* 0 2* *Wegens medicamenteuze onbehandelbaarheid werden His-bundel en pacemakerimplantatie uitgevoerd. na ook nog een recidief-avnrt werd geregistreerd. Het tijdstip van ontstaan van een recidief hing niet samen met de keuze van de ingreep ( van het snelle of langzame of van beide en). Er konden 15 patiënten door een tweede en 2 door een derde ingreep definitief worden geholpen. Bij 1 patiënt bleef de ingreep zonder succes. Uiteindelijk werd de ritmestoornis bij 117/120 (98%) patiënten definitief behandeld. Na trad bij 14 (12%) patiënten een e sinusknooptachycardie op, die afhankelijk van de klachten 2 weken tot 3 maanden medicamenteuze behandeling vereiste (zie tabel 3). De meeste klachten ontstonden na RF-katheter van het snelle geleidings. Tijdens de langetermijnfollow-up kregen 13 (11%) patiënten andere supraventriculaire tachycardieën (zie tabel 3). Hiervoor moest bij 1 patiënt, wegens medicamenteuze onbehandelbaarheid, His-bundel worden verricht, gevolgd door pacemakerimplantatie. Op basis van alle eerste en herhaalde RF-katheterprocedures ontstond bij 3 patiënten een pneumothorax ten gevolge van een V.-subclaviapunctie, bij 2 patiënten een pericarditis en bij 1 patiënt, ondanks adequate antistollingsbehandeling, 2 h na de procedure een ischemische beroerte. Deze patiënt herstelde zonder restverschijnselen. beschouwing Initiële resultaten en langetermijnresultaten. In ons centrum werd ter behandeling van medicamenteus moeilijk of niet te behandelen AVNRT aanvankelijk openhartchirurgie verricht, later RF-katheter van het gebied rond de AV-knoop. Ondanks methodologische verschillen was het initiële succes van zowel chirurgische (96%) als RF-katheter (92%) bemoedigend. Ook het langetermijnsucces van beide therapieën bleek zeer goed, namelijk 100% na chirurgie en 98% na RF-katheter. Bij een klein aantal patiënten moest een nieuwe procedure worden uitgevoerd. Vooral de eerste maanden na een interventie kan een recidief-avnrt worden verwacht, hoewel er ook 3 jaar na chirurgie en 2 jaar na RF-katheter een recidief-avnrt werd vastgesteld. De gepresenteerde resultaten stemmen goed overeen met die van andere onderzoeken Complicaties. Een blijvend derdegraads-av-blok werd na ritmechirurgie nooit gezien, in tegenstelling tot na RF-katheter. Een dergelijk blok ontstond relatief vaak bij van het snelle geleidings (ook bij ons; zie tabel 2). De prevalentie hiervan varieert van 3,5% in handen van een ervaren team, tot 21% bij een onervaren of beginnende behandelaar Tijdens van het langzame geleidings ontstond in onze groep een derdegraads-av-blok bij slechts 1 patiënt. Dit gebied ligt anatomisch gezien ver verwijderd van de His-bundel en gaat derhalve samen met een laag risico op deze complicatie Bij ruim 10% van onze patiënten ontstond een e sinusknooptachycardie, meestal na van het snelle geleidings (zie tabel 2). Men veronderstelt dat deze complicatie een uiting is van een tijdelijke beschadiging van afferente vezels van de N. vagus, die gelegen zijn rond de atria. 13 De prevalentie van de e sinusknooptachycardie die wij aantroffen, komt overeen met die van vroegere onderzoeken. Opvallend is echter dat deze ritmestoornis na chirurgie nooit werd waargenomen. Tijdelijke behandeling met een β-blokker is meestal voldoende om de klachten te onderdrukken. Andere supraventriculaire tachycardieën. Na beide procedures traden andere supraventriculaire tachycardieën op, zoals paroxismale en chronische atriumflutter, tachycardie en fibrilleren. De prevalentie bedroeg 27% in de chirurgische groep en 12% in de RF-kathetergroep (zie tabel 3). Wanneer wij het verschil in followupinterval tussen beide groepen in beschouwing namen, was er geen statistisch verschil in prevalentie van deze nieuwe ritmestoornissen. Verondersteld wordt dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen het ontstaan van een typische atriumflutter en een AVNRT, omdat beide gebruikmaken van een langzaam geleidings laag in het rechter atrium. 15 Bij van het trage van de AV-knoop voor AVNRT kan dit gemeenschappelijke functioneel worden. Omdat de patiënten die atriumfibrilleren kregen een mitralisklepaandoening of gedilateerde atria toonden, lijkt de oorzaak van het ontstaan van deze ritmestoornis te moeten worden gezocht in een e atriale ziekte en niet in de procedure zelf. Patiënten met aanvallen van een atriale tachycardie hadden geen onderliggende hartziekte; derhalve lijkt deze ritmestoornis het gevolg van een beschadiging van boezemweefsel of van een onbegrepen effect van de procedure op de boezeminnervatie. Beperkingen van ons onderzoek. De beschreven resultaten vormen de uitkomst van een leercurve. In een periode van 5 jaar ondergingen slechts 26 patiënten een chirurgische behandeling, terwijl in de daaropvolgende 2528 Ned Tijdschr Geneeskd november;142(46)
5 periode 120 patiënten katheter kregen, waarbij de eerste procedures tot doel hadden om het snelle geleidings te ableren. Bovendien was het follow-upinterval in de RF-kathetergroep duidelijk korter dan in de chirurgische groep (zie tabel 3), maar alle patiënten werden tenminste 1 jaar vervolgd. Omdat de meeste recidieven te verwachten zijn in de eerste maanden na de ingreep, lijken de resultaten betrouwbaar. Elektrofysiologisch onderzoek werd alleen herhaald wanneer er een klinisch vermoeden bestond van een recidief-avnrt, waarmee het aantal recidieven kon worden onderschat. Overigens werd eerder gerapporteerd dat een AVNRT tijdens een dergelijk onderzoek alleen opwekbaar was bij patiënten die een klinisch recidief- AVNRT hadden. 16 In dit onderzoek werden kosteneffectiviteit en kwaliteit van leven van beide procedures niet onderzocht. conclusie Ritmechirurgie voor AVNRT heeft goede korte- en langetermijnresultaten opgeleverd en ging gepaard met weinig complicaties. RF-katheter laat resultaten zien die daarmee goed vergelijkbaar zijn. De belastende thoracotomie van ritmechirurgie kan derhalve veilig worden vervangen door de patiëntvriendelijker transcutane katheterbehandeling van AVNRT. Door deze interventie kan de ritmestoornis in enkele uren worden geëlimineerd en de ziekenhuisopname tot 2 dagen worden beperkt. Deze duidelijke voordelen van RF-katheter pleiten ervoor om de interventie niet uit te stellen tot medicamenteuze onbehandelbaarheid is vastgesteld. Bovendien kan worden aangenomen dat met een groeiende ervaring en met een verbetering van de technische mogelijkheden minder complicaties zullen optreden en minder nieuwe ritmestoornissen zullen ontstaan. Wij danken drs.j.c.kelder, epidemioloog, voor de statistische analyse. abstract Radiofrequency catheter ablation in patients with tachycardia originating in the atrioventricular node as effective as rhythm surgery, but less stressful Objective. To compare the long-term results of surgical modification and of radiofrequency (RF) catheter modification of the atrioventricular node (AV node), to combat recurrent atrioventricular nodal re-entrant tachycardia (AVNRT). Design. Retrospective descriptive. Setting. St. Antonius Hospital, Nieuwegein, the Netherlands. Method. In the period , 26 patients underwent surgical modification and in , 120 patients were subjected to RF catheter modification of the AV node for recurrent AVNRT. The follow-up amounted to at least one year. Results. Surgery was immediately succesful in 96%, and RF catheter ablation in 92%. A recurrence AVNRT was seen in 12 and 17% respectively, the ultimate success rates (after retreatment) were 100 and 98%. Three patients (3%) in the RF catheter ablation group developed a second or third-degree AV block necessitating pacemaker implantation. No thirddegree AV block was seen in the surgical group. Mean followup was 53 months in the surgical group and 28 months in the RF catheter ablation group. Both procedures were accompanied by other supraventricular tachycardias, viz. in 27% of the surgical and in 11% of the RF catheterization ablation group. Conclusion. RF catheter ablation for the treatment of AVNRT had early and long-term results comparable with those of rhythm surgery. Since catheter treatment is far less taxing to the patient than rhythm surgery, RF catheter ablation now constitutes the most appropriate method for treatment of this arrhythmia. literatuur 1 Guiraudon GM, Klein GJ, Hemel NM van, Guiraudon CM, Yee R, Vermeulen FEE. Anatomically guided surgery to the AV node. AV nodal skeletonization: experience in 46 patients with AV nodal reentrant tachycardia. Eur J Cardiothorac Surg 1990;4: Johnson DC, Nunn GR, Meldrum-Hanna W. Surgery for atrioventricular node reentry tachycardia: the surgical dissection technique. Semin Thorac Cardiovasc Surg 1989;1: Natale A, Wathen M, Wolfe K, Yee R, Guiraudon GM, Klein GJ. Comparative atrioventricular node properties after radiofrequency ablation and operative therapy of atrioventricular node reentry. Pacing Clin Electrophysiol 1993;16(5 Pt 1): Lo HM, Lin FY, Tseng CD, Jong YS, Chern TH, Tseng YZ. Selective surgical ablation of the slow atrioventricular nodal pathway by posterior perinodal dissection. Am J Cardiol 1993;71: Jackman WM, Beckman KJ, McClelland JH, Wang X, Friday KJ, Roman CA, et al. Treatment of supraventricular tachycardia due to atrioventricular nodal reentry, by radiofrequency catheter ablation of slow-pathway conduction. N Engl J Med 1992;327: Jazayeri MR, Hempe SL, Sra JS, Dhala AA, Blanck Z, Deshpande SS, et al. Selective transcatheter ablation of the fast and slow pathways using radiofrequency energy in patients with atrioventricular nodal reentrant tachycardia. Circulation 1992;85: Haissaguerre M, Gaita F, Fischer B, Commenges D, Montserrat P, d Ivernois C, et al. Elimination of atrioventricular nodal reentrant tachycardia using discrete slow potentials to guide application of radiofrequency energy. Circulation 1992;85: Denes P, Wu D, Dhingra RC, Chuquimia R, Rosen KM. Demonstration of dual A-V nodal pathways in patients with paroxysmal supraventricular tachycardia. Circulation 1973;48: Mehta D, Gomes JA. Long term results of fast pathway ablation in atrioventricular nodal reentry tachycardia using a modified technique. Br Heart J 1995;74: Fenelon G, d Avila A, Malacky T, Brugada P. Prognostic significance of transient complete atrioventricular block during radiofrequency ablation of atrioventricular node reentrant tachycardia. Am J Cardiol 1995;75: Hintringer F, Hartikainen J, Davies DW, Heald SC, Gill JS, Ward DE, et al. Prediction of atrioventricular block during radiofrequency ablation of the slow pathway of the atrioventricular node. Circulation 1995;92: Hindricks G. Incidence of complete atrioventricular block following attempted radiofrequency catheter modification of the atrioventricular node in 880 patients. Results of the Multicenter European Radiofrequency Survey (MERFS) The Working Group on Arrhythmias of the European Society of Cardiology. Eur Heart J 1996;17: Kocovic D, Shea J, Friedman P. Evidence for parasympathetic denervation of the sinus node after radiofrequency modification of the AV node in patients with AV nodal reentry. J Am Coll Cardiol 1993;21:50A. 14 Skeberis V, Simonis F, Tsakonas K, Celiker A, Andries E, Brugada P. Inappropriate sinus tachycardia following radiofrequency ablation of AV nodal tachycardia: incidence and clinical significance. Pacing Clin Electrophysiol 1994;17(5 Pt 1): Kalbfleisch SJ, el-atassi R, Calkins H, Langberg JJ, Morady F. Association between atrioventricular node reentrant tachycardia and inducible atrial flutter. J Am Coll Cardiol 1993;22: Chen SA, Chiang C, Tsang WP, Hsai CP, Wang DC, Yeh CT, et al. Selective radiofrequency catheter ablation of fast and slow pathway in 100 patients with atrioventricular nodal reentrant tachycardia. Am Heart J 1993;125:1-10. Aanvaard op 6 juli 1998 Ned Tijdschr Geneeskd november;142(46) 2529
Chapter Protocollen voor de behandeling van supraventriculaire tachycardieën bij de foetus
Chapter 8 Protocollen voor de behandeling van supraventriculaire tachycardieën bij de foetus Martijn A. Oudijk Barbara Ambachtsheer Philip Stoutenbeek Erik J. Meijboom 140 141 Chapter 8 Abstract Protocols
Nadere informatieAblatie en begeleiden van ablatie patienten
Ablatie en begeleiden van ablatie patienten VS 13 september 2013 Anjo van Staaveren Verpleegkundig specialist OLVG Amsterdam DISCLOSURES Geen conflict of interest! Voorzitter van de NVHVV werkgroep ICD
Nadere informatieTHEMA-AVOND ELEKTROCARDIOGRAFIE
THEMA-AVOND ELEKTROCARDIOGRAFIE Drs. E. Göbel; J. Rademakers Differentiaaldiagnose in tachy-aritmieën AV nodale reentry tachycardie (AVNRT) Twee gescheiden geleidingsbanen in AV knoop Snel geleidend,
Nadere informatieEFO / ablatie. Amstel Academie 10 januari 2008 Jonas de Jong AIOS cardiologie AMC
EFO / ablatie Amstel Academie 10 januari 2008 Jonas de Jong AIOS cardiologie AMC EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit
Nadere informatieBehandeling van Voorkamerfibrillatie anno 2014 Dr Peter Geelen
Behandeling van Voorkamerfibrillatie anno 2014 Dr Peter Geelen Arrhythmia Unit, Hartcentrum OLV Aalst Atriale Fibrillatie Atriale fibrillatie is de meest voorkomende hartritmestoornis: Eén kans op 4 om
Nadere informatieJohan Vijgen. ECG bij hartritmestoornissen
Johan Vijgen ECG bij hartritmestoornissen De patiënt heeft ritmestoornissen De patiënt had ritmestoornissen De patiënt wordt behandeld voor ritmestoornissen ECG bij hartritmestoornissen De patiënt heeft
Nadere informatieAV(N)RT. NVHVV 25 maart G.P.Kimman
AV(N)RT NVHVV 25 maart 2014 G.P.Kimman Inleiding Wat is een AtrioVentriculaire Nodale Reentry Tachycardie (AVNRT): ontstaansmechanisme en behandeling: Radiofrequente (RF) en cryoablatie Wat is een AtrioVentriculaire
Nadere informatienon-profit / open access / physician moderated / up-to-date Ritmestoornissen
non-profit / open access / physician moderated / up-to-date Ritmestoornissen Indeling ritmestoornissen Naar origine Ritmestoornissen Nomenclatuur Extrasystolie : vroeg vallende slag Escapeslag: eerste
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieChapter 10. Samenvatting
Samenvatting Samenvatting: Bij patiënten met een indicatie voor een pacemaker op grond van bradycardieën, komt paroxysmaal atrium fibrilleren (AF) vaak voor (30-50%), ook als deze ritmestoornis voor pacemaker
Nadere informatieRitme en Geleidingsstoornissen
Ritme en Geleidingsstoornissen www.skillstat.com/tools/ecgsimulator#/-play Aansluiten = bewaken COMPLEX- OUTPUT Ritme beoordeling Kies bij voorkeur afleiding II Of een afleiding met duidelijke P-top Zorg
Nadere informatieKU Leuven. Supraventriculaire Ritmestoornissen. Prof. Dr. Hein Heidbüchel. Respiratoire Sinusaritmie. KU Leuven. Wandering Pacemaker.
Supraventriculaire Ritmestoornissen Prof. Dr. Hein Heidbüchel Respiratoire Sinusaritmie Wandering Pacemaker Laag-atriaal ritme Sinus Coronarius Ritme daal Ritme Snel nodaal ritme Sinus-arrest of sino-atriaal
Nadere informatieFetal heart rate. Het hartritme voor en na geboorte. Fetal heart rate 22/04/2013. Het hart : een elektrisch aangestuurde pomp
Het hart : een elektrisch aangestuurde pomp Het hartritme voor en na geboorte Dr. Wim Decaluwe Neonatologie kindercardiologie AZ Sint-Jan Brugge- Fetal heart rate The fetal heart begins to beat at approximately
Nadere informatieHartkloppingen plaatje Duodagen IJsselland Ziekenhuis 27-28/3/2014 J Wassing Cardioloog J Hordijk Huisarts Definitie van Hartkloppingen Is het gevoel van gewaarwording van je hartslag dat door patiënten
Nadere informatieKatheterablatie met radiofrequente energie ter behandeling van kinderen met hartritmestoornissen: gunstige resultaten na gemiddeld 4 jaar
cardie zijn betrokken. Paroxismale atrioventriculaire reentry -tachycardieën (AVRT s), ofwel cirkeltachycardieën tussen boezem en kamer op basis van een extra myocardverbinding, vormen de belangrijkste
Nadere informatieRitmestoornissen CCU
Ritmestoornissen CCU 1 Paroxysmale tachycardieen Tachycardie is plotseling ( Paroxysmaal ) opgetreden. Frequentie is hoger dan 110 bpm. Meestal 130-250. 2 Paroxysmale Atrium Tachycardie(PAT) Snelle plotsellinge
Nadere informatieSupra-ventriculaire tachycardie
Supra-ventriculaire tachycardie (SVT) Dr. Sebastiaan Velthuis Cardioloog, Jeroen Bosch Ziekenhuis Typen SVT s Smal complex tachycardie (Inappropriate) Sinustachycardie AF Atriale flutter Atriale tachycardie
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieRitmeteam UMCN. Voorbereiding. Indicaties voor EFO (ablatie) A.T. A.F. Atr. Flutter AVNRT AVRT VT. Waar. Electro Fysiologisch Onderzoek (EFO)
Electro Fysiologisch Onderzoek (EFO) Ritmeteam UMCN Prof.Dr. J.Smeets: elektrophysiologie en hartstimulatie Drs.S.Westra: Fellow EP en hartstimulatie, implant devices Dr. H.Bos, E.Meindersma: ritmecardiologen,
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatieConsensus Diagnostiek kleine lichaamslengte bij kinderen
Consensus Diagnostiek kleine lichaamslengte bij kinderen s.m.p.f.de muinck keizer-schrama* In Nederland komen elk ar ongeveer 00 kinderen in aanmerking voor verwijzing naar de tweede lijn in verband met
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
Chapter 9 NEDERLANDSE SAMENVATTING Boezemfibrilleren is een zeer frequent voorkomende hartritmestoornis en daardoor een belangrijk klinisch probleem. Onder de westerse bevolking is de kans op boezemfibrilleren
Nadere informatiePolikliniek atriumfibrilleren
P.J. Musters, verpleegkundig specialist Thoraxcentrum Erasmus MC Rotterdam Disclosure Geen potentiële belangenverstrengeling Eigen route voor specifieke doelgroepen Doelgroep-polikliniek Uniforme diagnostiek
Nadere informatieCARDIOLOGIE/HART-LONG CHIRURGIE. Maze-operatie BEHANDELING
CARDIOLOGIE/HART-LONG CHIRURGIE Maze-operatie BEHANDELING Maze-operatie Over enige tijd zult u in het St. Antonius Ziekenhuis een Maze-operatie ondergaan om uw hartritmestoornissen te behandelen. In deze
Nadere informatieKinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.
Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic
Nadere informatieDag 2 Basiscursus ECG
Dag 2 Basiscursus ECG Jonas de Jong Voorzitter Stichting Cardionetworks Ritmestoornissen non-profit / open access / physician moderated / up-to-date Cursusoverzicht Dag 1: Basis, systematische beoordeling
Nadere informatieLTA Hartfalen, perspectief vanuit de huisarts
LTA Hartfalen, perspectief vanuit de huisarts Mark M. J. Valk, huisarts-onderzoeker Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde Huisarts in Amersfoort 1 Wie wil dat huisartsen
Nadere informatieHoe wordt het normale hartritme tot stand gebracht?
Boezemfibrilleren De cardioloog heeft vastgesteld dat u een ritmestoornis heeft of heeft gehad, die boezemfibrilleren, ofwel atriumfibrilleren wordt genoemd. In deze folder kunt u hierover meer lezen.
Nadere informatieBoezemfibrilleren. Cardiologie
Boezemfibrilleren Cardiologie Uw cardioloog stelde vast dat er bij u sprake is van boezemfibrilleren. Dit is een veel voorkomende hartritmestoornis die onschuldig is, als bijtijds de juiste maatregelen
Nadere informatieHartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken
1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:
Nadere informatieMijn patiënt heeft palpitaties. Dr. Joris Schurmans 26/9/2015
Palpitaties Mijn patiënt heeft palpitaties Dr. Joris Schurmans 26/9/2015 Palpitaties Palpitaties Hartritme-stoornissen Diagnostische work-up Hartritme-stoornissen Hartritme-stoornissen Palpitaties Palpitaties
Nadere informatieDag 2 Basiscursus ECG
Dag 2 Basiscursus ECG Jonas de Jong Voorzitter Stichting Cardionetworks Korte herhaling van 1 e twee dagen Ritmestoornissen non-profit / open access / physician moderated / up-to-date Cursusoverzicht Dag
Nadere informatiecasus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care 12-1-2015
Ventrikel septum ruptuur casus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care 12-1-2015 Casus 70 jarige man RVO: post operatief na VSR correctie en triscuspidalisplastiek Dyspneu verdenking pneumonie,
Nadere informatieIndeling ritmestoornissen Naar oorsprong
RITMESTOORNISSEN Indeling ritmestoornissen Naar oorsprong Ritmestoornissen Nomenclatuur extrasystole : vroeg vallende slag escapeslag: slag volgend op pauze, meestal uit distaal weefsel bradycardie :
Nadere informatieElectrofysiologie en Ablatie
Inhoudsopgave Inleiding Het hart Voorbereidingen Een elektrofysiologisch onderzoek Ablatie Soorten Hartritmestoornissen Risico s en complicaties Na de behandeling Nazorg Tot slot Electrofysiologie en Ablatie
Nadere informatieDuitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1
Functionele mitrale regurgitatie VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1 Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2 Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3 Hartfalen is een aandoening die wereldwijd
Nadere informatiePrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen
Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of
Nadere informatieEen zwemmer met het Wolff-Parkinson-White Syndroom
Observaties Een zwemmer met het Wolff-Parkinson-White Syndroom Auteur M.E.C. van Wijk, aios sportgeneeskunde, dr. J. Hoogsteen, cardioloog Samenvatting Het Wolff-Parkinson-White (WPW) syndroom kan de carrière
Nadere informatieHartritmestoornissen bij jongeren. Prof. Dr. Koen Monsieurs Dienst Spoedgevallen Universitair Ziekenhuis Antwerpen. NVKVV, Oostende, 24 maart 2014
Hartritmestoornissen bij jongeren Prof. Dr. Koen Monsieurs Dienst Spoedgevallen Universitair Ziekenhuis Antwerpen NVKVV, Oostende, 24 maart 2014 Het probleem Oorzaken PrevenJe Behandeling Conclusies Overzicht
Nadere informatieBoezemfibrilleren. Atriumfibrilleren. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Boezemfibrilleren Atriumfibrilleren Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Het hart is een holle spier, ongeveer even groot als een vuist. Het hart bestaat uit vier
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/24521 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/24521 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Uijl, Dennis Wilhemus den Title: Radiofrequency catheter ablation in atrial arrhythmias
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieChronisch Atriumfibrilleren
Chronisch Atriumfibrilleren Wanneer terugverwijzen naar de huisarts? Dr. C.J.H.J. Kirchhof, cardioloog Alrijne Zorggroep, Leiderdorp Disclosure potential conflicts of interest Geen Atriumfibrilleren 165
Nadere informatieoorspronkelijke stukken
oorspronkelijke stukken Gunstige langetermijnresultaten van de originele maze -operatie voor patiënten met medicamenteus moeilijk of niet te behandelen boezemfibrilleren; ervaringen van 1993/ 04 G.S.C.Geuzebroek,
Nadere informatieBoezemfibrilleren in de dagelijkse praktijk. Refik Kaplan Cardioloog SXB
Boezemfibrilleren in de dagelijkse praktijk Refik Kaplan Cardioloog SXB Boezemfibrilleren Ontbreken van relatie tussen sinusknoop activiteit en ventriculaire activiteit Elektrische activatie uit meerdere
Nadere informatieDe Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Nadere informatieRichtlijnen voor de behandeling van patiënten met supraventriculaire ritmestoornissen
Richtlijnen voor de behandeling van patiënten met supraventriculaire ritmestoornissen NVVC-richtlijnen in zakformaat Praktijkrichtlijnen ter evordering van de Kwaliteit van de Klinische Patiëntenzorg Richtlijnen
Nadere informatieVentrikelstorm. Hoe zorg je dat de storm gaat liggen. J.G. van der Hoeven
Ventrikelstorm Hoe zorg je dat de storm gaat liggen J.G. van der Hoeven Definitie Minimaal 3 gescheiden episoden van sustained VT of VF binnen 24 uur of VT die minimaal 12 uur aanhoudt Bij aanwezigheid
Nadere informatie6ATRIUMFIBRILLEREN. Hiërarchie gecombineerd voor Atriumfibrilleren
ATRIUMFIBRILLEREN Atriumfibrilleren is binnen Meetbaar Beter gedefinieerd als een ritmestoornis die gekenmerkt wordt door een irregulair RR interval (zonder de aanwezigheid van een repetitief patroon),
Nadere informatieMinimaal invasieve mitralisklep chirurgie
Minimaal invasieve mitralisklep chirurgie Kinsing Ko ANIOS cardiothoracale chirurgie NVHVV CNE 9 april 2019 Agenda Anatomie Pathofysiologie mitralisklep insufficiëntie/stenose Voorbereidingen voor de operatie
Nadere informatieRAPPORT. Thematische controle van het materiaal gebruikt in de elektrofysiologie. Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle
Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle RAPPORT Thematische controle van het materiaal gebruikt in de elektrofysiologie Initiator: Sigrid Mulier Projectnummer: 2016 000106 Contactpersoon: Sigrid
Nadere informatieVoriconazol en ritmestoornissen
Voriconazol en ritmestoornissen MDO bespreking 29-10-2014 Michelle Oude Alink Casus Man 68 jaar oud Voorgeschiedenis 2014, juni: myocardinfarct wv DES-stent Sinds september verdenking pneumonie, aanvankelijk
Nadere informatieDenken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Nadere informatiebij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven
Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form
Nadere informatieCommon Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences. Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016
Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016 Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences
Nadere informatieDe Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen
Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development
Nadere informatieFoetale hartritmestoornissen
Casuïstiek bespreking RCPSNH 12 maart 2019 Dr. Els Grijseels, arts Prenatale Geneeskunde, Amsterdam UMC Opbouw presentatie: Achtergrond Overzicht hartritmestoornissen Etiologie Diagnostiek Behandeling
Nadere informatieInleiding. Afbeelding 1: Het hart
Boezemfibrilleren Inleiding Het hart is een holle spier, ongeveer even groot als een vuist. Het hart bestaat uit vier holle ruimtes: Rechterboezem Linkerboezem Rechterkamer Linkerkamer De boezems vangen
Nadere informatieDe relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten
De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,
Nadere informatieRunning head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD
1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational
Nadere informatieBoezemfibrilleren. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!
Boezemfibrilleren De cardioloog heeft vastgesteld dat u een ritmestoornis heeft of heeft gehad, die boezemfibrilleren wordt genoemd. In deze brochure kunt u hierover meer lezen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens
Nadere informatieOuderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit
1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan
Nadere informatieMANUAL. Dataverzameling Meetbaar Beter. Atriumfibrilleren. Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren versie 16 mei
MANUAL Dataverzameling Meetbaar Beter Atriumfibrilleren Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren versie 16 mei 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Definities 4 3. Atriumfibrilleren
Nadere informatieSekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6
Nadere informatie(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1
(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological
Nadere informatieOefenboek ECG 2e master Geneeskunde. Prof. Dr. Rik Willems
Oefenboek ECG 2e master Geneeskunde Prof. Dr. Rik Willems ECG protocol Ritme Frequentie P- golf Duur P- golf PR- segment Besluit ritme QRS- as QRS- duur QRS- ST- segment Duur QT T- top Algemeen besluit
Nadere informatieHet Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine
Nadere informatieDe causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie
Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal
Nadere informatieDe waarde van het oppervlakte ECG in volwassenen met een aangeboren hartafwijking. R. Evertz Cardioloog/Elektrofysioloog
De waarde van het oppervlakte ECG in volwassenen met een aangeboren hartafwijking R. Evertz Cardioloog/Elektrofysioloog Continuous Nursing Education Utrecht, Dinsdag 14 februari 2017 Is het ECG behulpzaam?
Nadere informatieEffecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:
Nadere informatieBETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN
BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN ehealth bij hartrevalidatie: meer deelnemers, minder terugval, beter eindresultaat? KNMG ehealth congres Donderdag 28 juni 2018 Evoluon
Nadere informatieCardiologie. Boezemfibrilleren. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep
Cardiologie Boezemfibrilleren Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Uw cardioloog heeft vastgesteld dat er bij u sprake is van boezemfibrilleren. Dit
Nadere informatieStroke Risk Analysis
Stroke Risk Analysis Alere Health Services introduceert een doorbraak in de non-invasieve diagnostiek van (paroxysmaal) atrium fibrilleren, de Stroke Risk Analysis. Omvang van het probleem Per jaar krijgen
Nadere informatieInvloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Nadere informatieHARTRITMESTOORNISSEN DE BEHANDELING DOOR MIDDEL VAN ELEKTRONISCHE CARDIOVERSIE FRANCISCUS VLIETLAND
HARTRITMESTOORNISSEN DE BEHANDELING DOOR MIDDEL VAN ELEKTRONISCHE CARDIOVERSIE FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Hartritmestoornissen komen in het dagelijks leven vaak voor en zijn vaak onschuldig. Meestal
Nadere informatieBack to lipids lange termijn effecten van sta6nes
Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Prof Dr Johan De Su.er Universiteit Gent AZ Maria Middelares Gent Sta:ne gebruikers in België : 2005-2015 CM rapport 2015 ZIV uitgaven voor sta:nes: 2005-2015
Nadere informatiePRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten
PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard
Nadere informatieFactsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016
Factsheet en CVA (CVAB) 2016 Registratie gestart: 2014 In- en exclusiecriteria Definities: - CVA (Beroerte): intracerebrale bloeding of herseninfarct. - Intracerebrale bloeding: spontane bloeding in het
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieGeriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian
Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian Pruijsers-Lamers, Verpleegkundig Specialist Cardiologie
Nadere informatieClassification of triangles
Classification of triangles A triangle is a geometrical shape that is formed when 3 non-collinear points are joined. The joining line segments are the sides of the triangle. The angles in between the sides
Nadere informatieChapter. Denise P.Kolditz 1 Nico A.Blom 2 Regina Bökenkamp 2 Marianne Bootsma 1 Katja Zeppenfeld 1 Martin J. Schalij 1
Chapter 8 Denise P.Kolditz 1 Nico A.Blom 2 Regina Bökenkamp 2 Marianne Bootsma 1 Katja Zeppenfeld 1 Martin J. Schalij 1 1 Department of Cardiology, Leiden University Medical Center 2 Department of Pediatric
Nadere informatieThe extremely resorbed mandible: a comparative, prospective study of three treatment strategies
The extremely resorbed mandible: a comparative, prospective study of three treatment strategies The research project described in this thesis was performed at the Department of Oral and Maxillofacial Surgery
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatie5-jaars Follow-up van de FAME studie
5-jaars Follow-up van de FAME studie WCN Congres 2015, Amsterdam 20-11-2015 Drs. L.X. van Nunen namens de FAME studiegroep Potential conflicts of interest Ik, Lokien X. van Nunen, heb GEEN conflicts of
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieQTc, Wat moet je ermee? J.A. Janson fellow IC, AIOS cardiologie
QTc, Wat moet je ermee? J.A. Janson fellow IC, AIOS cardiologie 01-11-2018 Waarom QT-tijd? - Verhoogd risico op levensbedreigende ritmestoornissen - Verlenging van QT-tijd bij veel medicijnen, derhalve
Nadere informatieSuïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )
Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)(1978-2017) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook
Nadere informatieTrombosezorg in het DOACtijdperk. nationale antistollingsdag 4 oktober 2017 sander van doorn
Trombosezorg in het DOACtijdperk nationale antistollingsdag 4 oktober 2017 sander van doorn Disclosure potential conflicts of interest Geen (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk
Nadere informatieOverbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens
Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie
Nadere informatieWilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Boezemfibrilleren
Wilhelmina Ziekenhuis Assen Vertrouwd en dichtbij Informatie voor patiënten Boezemfibrilleren z Boezemfibrilleren is een hartritmestoornis waarbij in de hartboezems sprake is van een snelle en onregelmatige
Nadere informatieRitmestoornissen CCU
Ritmestoornissen CCU Sinusritme P-top P-top aanwezig P-toppen zijn identiek Afstand tussen gelijke toppen is constant 2 Sinus bradycardie Oorsprong prikkelvorming uit de sinusknoop P top, PQ tijd en QRS
Nadere informatiePsychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)
Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede
Nadere informatieHartritmestoornissen. Electrocardiogram. Electrocardiogram 17-10-14. W. Einthoven
Hartritmestoornissen Pepijn van der Voort, cardioloog Catharinaziekenhuis Eindhoven 18 oktober 2014 LA RA SINUSKNOOP AV KNOOP BUNDEL VAN HIS RECHTER EN LINKER BUNDEL LV RV Electrocardiogram Electrocardiogram
Nadere informatieInformatiebrochure ablatie. Patiënteninformatie
Informatiebrochure ablatie Patiënteninformatie Heilig Hart Ziekenhuis Leuven Brochure ablatie 2 Inhoudstafel 1. Inleiding... 5 2. Elektrische geleiding van het hart... 6 3. Ablatie... 8 3.1. Opname...
Nadere informatieOpgave 2 Geef een korte uitleg van elk van de volgende concepten: De Yield-to-Maturity of a coupon bond.
Opgaven in Nederlands. Alle opgaven hebben gelijk gewicht. Opgave 1 Gegeven is een kasstroom x = (x 0, x 1,, x n ). Veronderstel dat de contante waarde van deze kasstroom gegeven wordt door P. De bijbehorende
Nadere informatieProgramma. Pijn op de borst Hartkloppingen AF en Nieuwe behandelmethodes
Acute cardiologie Lodewijk Wagenaar, cardioloog Jurren van Opstal, cardioloog Cees Doelman, klinisch chemicus Anja van Kempen, huisarts Mirella Nijmeijer, huisarts Programma Pijn op de borst Hartkloppingen
Nadere informatieVerschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten
Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents
Nadere informatieFOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010
FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel
Nadere informatieSTRESS CORROSION CRACKING OF WELDED JOINTS OF Al-Mg ALLOYS
Journal of KONES Powertrain and Transport, Vol. 21, No. 3 2014 ISSN: 1231-4005 e-issn: 2354-0133 ICID: 1133154 DOI: 10.5604/12314005.1133154 STRESS CORROSION CRACKING OF WELDED JOINTS OF Al-Mg ALLOYS Gdynia
Nadere informatie