Wiskunde logica Werkcollege 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wiskunde logica Werkcollege 1"

Transcriptie

1 Wiskunde logica Werkcollege 1 Jolien Oomens 10 februari 2017 Opgave 2 Geef een voorbeeld van een verzameling en een relatie die (a) reflexief maar niet transitief is; (b) reflexief en transitief maar niet antisymmetrisch is; (c) reflexief, transitief en symmetrisch maar niet totaal is. (a) Neem X = R en Rxy x y < 1. Er geldt en 1 2 1, maar 0 1. (b) Neem X = R en R = X X. (c) Neem X = R en Rxy x = y. We hebben Rxy dan en slechts dan als er een n Z is zodat x, y [n, n + 1), dus bijvoorbeeld 0 1. Jolien Oomens Werkcollege 1 10 februari / 6 Jolien Oomens Werkcollege 1 10 februari / 6 Opgave 3 Zij f : X X en bekijk R f X 2 gegeven door R f ab f (a) = b. (a) Onder welke aannames is een relatie R te schrijven als R f? (b) Wat weet je over f als R f reflexief is? (a) Een functie is welgedefinieerd als er voor elke x-waarde een unieke f (x) bestaat. Dit betekent precies dat x y (Rxy z (Rxz y = z)). (b) Als R f aa dan hebben we f (a) = a. Omdat dit voor alle a X geldt zien we dat f = id X. Opgave 4 Geef een voorbeeld van een poset (a) met een minimum; (b) zonder minimaal element; (c) met een minimaal element én zonder minimum. (a) De geordende verzameling (N, ) heeft 0 als minimum, want 0 n voor alle n (b) De geordende verzameling (Z, ) heeft geen minimaal element, want voor alle n is er een m < n (c) Bekijk N met Rxy (x y) k (y x = 2k) De minimale elementen zijn 0 en 1, maar er is geen minimum. Jolien Oomens Werkcollege 1 10 februari / 6 Jolien Oomens Werkcollege 1 10 februari / 6

2 Opgave 5 We noemen f : (X, R) (X, R ) een homomorfisme als Rab impliceert dat ook R f (a)f (b). Neem aan dat f surjectief is. (a) Als R reflexief is, is R dat dan ook? (b) Herhaal voor transitiviteit (c) Herhaal voor irreflexiviteit. (a) Neem x X. Vanwege de surjectiviteit van f bestaat er een x zodat f (x) = x. Omdat R reflexief is geldt Rxx, dus er geldt ook R f (x)f (x), oftewel R x x. Dit bewijst dat R reflexief is. (b) Stel dat x, y, z X zodat R x y en R y z. Er zijn x, y, z zodat f (x) = x, f (y) = y en f (z) = z. En nu? x y z w f x y = z w Figuur: Een tegenvoorbeeld: (X, R ) is niet transitief. Opgave 5 We noemen f : (X, R) (X, R ) een homomorfisme als Rab impliceert dat ook R f (a)f (b). Neem aan dat f surjectief is. (a) Als R reflexief is, is R dat dan ook? (b) Herhaal voor transitiviteit (c) Herhaal voor irreflexiviteit. (c) Stel dat x X en stel dat R x x. Er is een x X met f (x) = x. En nu? x y f x = y Figuur: Een tegenvoorbeeld: (X, R ) is niet irreflexief. De claim is dus onjuist. De claim is dus onwaar. Jolien Oomens Werkcollege 1 10 februari / 6 Jolien Oomens Werkcollege 1 10 februari / 6

3 Opgave 1 Bewijs met inductie dat en e geen S gr -termen zijn. Wiskunde logica Werkcollege 2 Jolien Oomens 17 februari 2017 Allereerst kun je met inductie naar de complexiteit van een term bewijzen dat het aantal symbolen van een term minstens 1 is. Daarna kun je met inductie bewijzen dat het symbool in een term altijd gevolgd wordt door twee termen. Hieruit volgt dat zelf geen term kan zijn. Op precies dezelfde manier kan e ook geen term zijn. Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari / 7 Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari / 7 Opgave 2 Geef een inductieve definitie van de functie die aan een formule de verzameling van strikte deelformules toewijst. We definiëren dit met inductie naar de complexiteit: PSF(t 1 t 2 ) = PSF(Rt 1... t n ) = PSF( ϕ) = {ϕ} PSF(ϕ) PSF(ϕ ψ) = {ϕ, ψ} PSF(ϕ) PSF(ψ) PSF(ϕ ψ) = {ϕ, ψ} PSF(ϕ) PSF(ψ) PSF(ϕ ψ) = {ϕ, ψ} PSF(ϕ) PSF(ψ) PSF(ϕ ψ) = {ϕ, ψ} PSF(ϕ) PSF(ψ) PSF( xϕ) = {ϕ} PSF(ϕ) PSF( xϕ) = {ϕ} PSF(ϕ). Opgave 3 Geef een inductieve definitie van formules in de propositielogica en definieer SF voor deze formules. Herinner dat formules in de propositielogica bestaan uit propositieletters P, Q,... en connectieven,,,,. Inductief: Elke propositieletter is een formule. Als ϕ en ψ formules zijn, dan zijn ϕ, ϕ ψ, ϕ ψ en ϕ ψ dat ook. We definiëren nu SF(X ) = {X } als X een propositieletter is SF( ϕ) = { ϕ} SF(ϕ) SF(ϕ ψ) = {ϕ ψ} SF(ϕ) SF(ψ) als {,,, }. Vergelijk dit zelf met Definitie 4.5 uit het boek. Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari / 7 Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari / 7

4 Opgave 4 Zij A eindig en zij S een eindige verzameling van symbolen. Bewijs dat er eindig veel S-structuren zijn met domein A. Definitie: S-structuur Een S-structuur is een paar (A, a) met A en een afbeelding a zodat (i) Voor elk relatiesymbool R S van ariteit n is a(r) een relatie op A van ariteit n. (ii) Voor elk functieymbool f S van ariteit n is a(f ) een functie op A van ariteit n. (iii) Voor elke constante c S geldt a(c) A. Voor elk van deze drie dingen zijn er maar eindig veel mogelijkheden. Opgave 6 Bekijk de calculus C v. Bewijs dat voor alle variabelen x en alle S-termen t, xt bewijsbaar is dan en slechts dan als x var(t). = Met inductie zullen we bewijzen dat voor alle n de volgende uitspraak waar is: Als xt in n stappen is bewezen dan geldt x var(t). De uitspraak is zeker waar voor n = 0, want dan is de antecedent onwaar. Stel nu dat de uitspraak geldt voor alle m n en stel dat xt is bewezen in n + 1 stappen. Er zijn dan twee mogelijke laatste stappen: (1) Als de eerste regel is gebruikt hebben we xt = xx, dus t = x waardoor x var(t). (2) Als de tweede regel is gebruikt dan zijn er f S en t 1,..., t n zodat xt i al bewezen is en ft 1... t n = t. Uit de inductiehypothese volgt dat x var(t i ) dus geldt er ook x var(t 1 ) var(t n ) = var(ft 1... t n ) = var(t). Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari / 7 Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari / 7 Opgave 6 Bekijk de calculus C v. Bewijs dat voor alle variabelen x en alle S-termen t, xt bewijsbaar is dan en slechts dan als x var(t). = Met inductie naar de complexiteit van t bewijzen we: Als x var(t) dan is xt bewijsbaar. (T1) Als t een variabele is dan geldt var(t) = {t}, dus x var(t) impliceert x = t. Er geldt dus xt = xx en dit bewijsbaar dankzij de eerste regel. (T2) Als t een constante is dan geldt var(t) = dus x var(t). (T3) Stel dat t 1,..., t n S-termen zijn en dat f S met t = ft 1... t n. Er geldt x var(t) = var(f (t 1... t n )) = var(t 1 ) var(t n ), dus x var(t i ) voor een zekere 1 i n. Volgens de inductiehypothese is xt i bewijsbaar. Nu kunnen we xt bewijzen met de tweede regel. Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari / 7

5 Opgave 3(a) Bewijs dat de ontkenning van een universele uitspraak logisch equivalent is aan een existentiële uitspraak en dat de ontkenning van een existentiële uitspraak equivalent is aan een universele uitspraak. Wiskunde logica Werkcollege 3 Jolien Oomens 24 februari 2017 We bewijzen dit met inductie naar de opbouw van de universele formule. Als ϕ geen kwantoren heeft, geldt hetzelfde voor ϕ waardoor dit een existentiële formule is. Stel dat ϕ en ψ universeel zijn. Dan zijn er existentiële formules ϕ en ψ zodat ϕ )( ϕ en ψ )( ψ. Nu zien we dat pϕ _ ψq )( ϕ ^ ψ. (Bewijs dat dit existentieel is!) (Evenzo ^ ). Stel dat ϕ universeel is. Er )( Dx ϕ. Volgens de IH is er een existentiële ϕ die logisch equivalent is aan ϕ. Dit impliceert dat Dx ϕ ook existentieel is. De tweede uitspraak is op eenzelfde manier te bewijzen. Jolien Oomens Werkcollege 3 24 februari / 11 Jolien Oomens Werkcollege 3 24 februari / 11 Opgave 3(b) Stel dat A Ď B en dat ϕ een existentiële formule is. Laat zien dat A ù ϕ impliceert dat B ù ϕ. Gevolg 5.8 Als A Ď B en ϕ een universele formule is, dan impliceert B ù ϕ dat A ù ϕ. We kunnen nu onderdeel (a) en dit gevolg combineren. Zij ϕ een existentiële formule en ϕ een universele formule die equivalent is aan ϕ. We hebben A ù ϕ ðñ niet A ù ϕ ðñ niet A ( ϕ ùñ niet B ù ϕ ðñ niet B ù ϕ ðñ B ù ϕ. Opgave 4 Zij Φ pos de axioma s van een poset. Laat zien dat er een S pos-formule ϕ bestaat zodat Φ pos * ϕ maar ook Φ pos * ϕ. Dit zegt dat ϕ een formule is die voor sommige posets wel waar is en voor sommige niet. Een voorbeeld is de formule die aangeeft dat een verzameling totaal geordend is: prxy _ Ryxq. Jolien Oomens Werkcollege 3 24 februari / 11 Jolien Oomens Werkcollege 3 24 februari / 11

6 Opgave 5(a) Bewijs dat voor elke positieve S-formule er een S-interpretatie bestaat die de formule waar maakt. Er is een S-interpretatie die alle positieve formules ϕ waar maakt. Kies A tau en zij J pa, a, βq een interpretatie zodat alle relatiesymbolen met ariteit n worden afgebeeld op R n A n. Omdat A maar één element heeft wordt elke S-term door J afgebeeld op a. We bewijzen nu met inductie naar de complexiteit van ϕ dat J ( ϕ. J ( t 1 t 2 J ( Rt 1... t n J ( ϕ ^ ψ J ( ϕ _ ψ J J ( Dxϕ ðñ J b x ðñ J b x want Jpt 1 q Jpt 2 q a want R n a... a ðñ J ù ϕ en J ( ψ (IH) ðù J ù ϕ en J ( ψ (IH) ( ϕ voor alle b P A ðñ J ù ϕ (IH) ( ϕ voor een b P A ðñ J ù ϕ (IH) Opgave 5(b) Geef een formule die deze structuur niet vervult. Een eenvoudig voorbeeld is DxDy p x yq. Jolien Oomens Werkcollege 3 24 februari / 11 Jolien Oomens Werkcollege 3 24 februari / 11 Opgave 6 (a) Bewijs ù Dxϕ. Wat als A leeg zou zijn? (b) Geldt Dxϕ (c) Bewijs dat Dx@yϕ (d) Bewijs dat ) niet waar is. Opgave 7(a) Bewijs )( Dx ϕ. (a) Zij J pa, a, βq een interpretatie en stel dat J Dit betekent dat voor alle a P A er geldt dat J a x ( ϕ. Omdat A niet leeg is, bestaat er dus een a P A zodat J a x ( ϕ, oftewel J ù Dxϕ. (b) Nee. Bekijk bijvoorbeeld pn, ďq met ϕ x 0. (c) Stel dat J ù Dx@yϕ. Dan bestaat er een a P A zodat voor alle b P A geldt dat J a b x y ( ϕ. In het bijzonder hebben we dan voor elke b P B een a P A zodat J a b x y ( ϕ, oftewel J b a y x ( ϕ, dus J (d) Bekijk pz, ďq met ϕ x ď y. Zij J pa, βq een interpretatie. Er geldt J niet J niet voor alle a P A geldt J a x ( ϕ er is een a P A zodat niet J a x ( ϕ er is een a P A zodat J a x ( ϕ J ( Dx ϕ, zoals gewenst. ðñ ðñ ðñ ðñ ðñ Jolien Oomens Werkcollege 3 24 februari / 11 Jolien Oomens Werkcollege 3 24 februari / 11

7 Opgave 7(e) Als x R freepxq, dan )( ϕ. Opgave 8 (a) Geef een formule ϕ die weergeeft dat een structuur een lineaire ordening is met een kleinste element en waarvan elk punt een directe opvolger heeft. Zij J pa, βq een interpretatie en stel dat x geen vrije variabele van ϕ is. Er geldt J ðñ voor alle a P A geldt J a x ( ϕ ðñ J ( ϕ, waar we in de laatste stap het Coincidence Lemma (4.6) gebruiken. Totale prxy _ Ryxq ϕ 1 pprxy ^ Ryzq Ñ Rxzq ϕ 2 pprxy ^ Ryxq Ñ x yq ϕ 3 Kleinste element: Dx@y prxyq ϕ 4 Directe prxy prxz Ñ Ryzqq ϕ 5 Nu definiëren we ϕ : ϕ 1 ^ ϕ 2 ^ ϕ 3 ^ ϕ 4 ^ ϕ 5. Jolien Oomens Werkcollege 3 24 februari / 11 Jolien Oomens Werkcollege 3 24 februari / 11 Opgave 8 (b) Laat zien dat pn, ďq ( ϕ. (c) Vind een S-structuur A zodat A ù ϕ die niet isomorf is aan pn, ďq. (b) De verzameling N met de relatie ď is inderdaad totaal geordend, ď is transitief en antisymmetrisch. Verder is 0 het kleinste element en heeft elk getal een directe opvolger. (c) Bekijk de volgende structuur: Een ander voorbeeld is: Jolien Oomens Werkcollege 3 24 februari / 11

8 Opgave 2 Als x R varptq dan geldt er ( ϕ t t Ñ ϕq x Wiskunde logica Werkcollege 4 Jolien Oomens 3 maart 2017 J t Ñ ϕq ðñ voor alle a P A, J a ( px t Ñ ϕq x ðñ voor alle a P A, als J a x ( x t dan J a x ( ϕ ðñ voor alle a P A, als J a x pxq J a x ptq dan J a x ( ϕ ðñ voor alle a P A, als a Jptq dan J a x ( ϕ ðñ J Jptq x ðñ J ( ϕ t x ( ϕ In de laatste stap gebruikten we het Substitutielemma (8.3). Jolien Oomens Werkcollege 4 3 maart / 6 Jolien Oomens Werkcollege 4 3 maart / 6 Opgave 3 (a) Laat zien dat ă definieerbaar is in pr, `,, 0q (b) Laat zien dat ă niet definieerbaar is in pr, `, 0q. Opgave 4 Zij A Ď B twee S-structuren en zij β een bedeling in A. Dan geldt voor elke S-term pa, βqptq pb, βqptq en voor elke kwantorvrije ϕ geldt pa, βq ( ϕ ðñ pb, βq ( ϕ. (a) Definieer ϕra, bs Dc pb a ` c cq. Dit betekent dat precies dat a ă b. (b) Bekijk het automorfisme πpxq x. Stel dat ă definieerbaar is in pr, `, 0q, dan moet het behouden worden onder dit automorfisme. Er geldt echter 2 ă 3, maar 2 ą 3 en dit is een tegenspraak. De crux is dat deze ϕ geen homomorfisme is ten opzichte van vermenigvuldiging. We doen inductie naar de complexiteit van t. variabele We hebben pa, βqptq βpxq pb, βqptq. constante We hebben pa, βqptq apcq pb, βqptq. functie We hebben pa, βqptq f A ppa, βqpt 1 q,..., pa, βqpt n qq f B ppb, βqpt 1 q,..., pb, βqpt n qq met de inductiehypothese. Deze laatste uitdrukking is gelijk aan pb, βqptq. Het tweede stuk is te bewijzen op dezelfde manier als het isomorfismelemma (5.2). Gebruik hierbij alleen de eerste drie delen. Jolien Oomens Werkcollege 4 3 maart / 6 Jolien Oomens Werkcollege 4 3 maart / 6

9 Opgave 5 (a) De structuur pa, σ A, 0 A q voldoet aan de axioma s van Peano. (b) N pn, `,, 0, 1q is bepaald door Π tot op isomorfismen. Zij A pa, `A, A, 0 A, 1 A q een model van Π. De eerste drie formules uit Π geven precies (P1), (P2) en (P3) respectievelijk. We willen aantonen dat er een isomorfisme π : N A bestaat. We definiëren π inductief: πp0q 0 A πpn ` 1q σ A pπpnqq We weten al dat dit een isomorfisme pn, `, 0q pa, `A, 0 A q is (Dedekinds stelling; blz. 50), maar we moeten nog controleren dat het ook behoudt. We definiëren π : N Ñ A door πp0q 0 A en πpn ` 1q σ A pπpnqq. Claim Er geldt πpn mq πpnq A πpmq voor alle m, n P N. We bewijzen dit met inductie naar m. Als m 0 dan hebben we πpn 0q πp0q 0 A πpnq A πp0q. We gebruiken hier de zesde formule rπ6s. Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn pm ` 1qq πpnm ` nq πpnmq `A πpnq IH πpnq A πpmq `A πpnq rπ7s πpnq A pπpmq `A 1 A q πpnq A σ A pπpmqq πpnq A πpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is. Jolien Oomens Werkcollege 4 3 maart / 6 Jolien Oomens Werkcollege 4 3 maart / 6

10 Opgave 1 (a) De structuur pa, σ A, 0 A q voldoet aan de axioma s van Peano. (b) N pn, `,, 0, 1q is bepaald door Π tot op isomorfismen. Wiskunde logica Werkcollege 5 Jolien Oomens 10 maart 2017 Zij A pa, `A, A, 0 A, 1 A q een model van Π. De eerste drie formules uit Π geven precies (P1), (P2) en (P3) respectievelijk. We willen aantonen dat er een isomorfisme π : N A bestaat. We definiëren π inductief: πp0q 0 A πpn ` 1q σ A pπpnqq We weten al dat dit een isomorfisme is voor de opvolgfunctie (Dedekinds stelling; blz. 50), maar we moeten nog controleren dat het ook ` en behoudt. Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart / 8 Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart / 8 We definiëren π : N Ñ A door πp0q 0 A en πpn ` 1q σ A pπpnqq. Claim Er geldt πpn mq πpnq A πpmq voor alle m, n P N. Opgave 3 Laat zien dat de regel Γ, ϕ $ ψ Γ, ϕ incorrect is. We bewijzen dit met inductie naar m. Als m 0 dan hebben we πpn 0q πp0q 0 A πpnq A πp0q. We gebruiken hier de zesde formule rπ6s. Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn pm ` 1qq πpnm ` nq πpnmq `A πpnq Neem Γ H en ϕ ψ Rxx. Dan is een model met twee punten waarvan er maar 1 reflexief is een tegenvoorbeeld. Als we aannemen dat x R var ψ dan is de regel duidelijk correct. IH πpnq A πpmq `A πpnq rπ7s πpnq A pπpmq `A 1 A q πpnq A σ A pπpmqq πpnq A πpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van. Bewijs nu hetzelfde voor `. Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart / 8 Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart / 8

11 Opgave 5 (a) Laat zien dat (a) Een mogelijk bewijs is Γ $ ϕ Γ $ ϕ Γ $ ϕ en (b) dat Γ $ ϕ Γ $ ϕ. Γ $ ϕ _ ϕ Γ $ ϕ (b) Een mogelijk bewijs is Γ $ ϕ (Premisse) (Tertium non datur) (Modus ponens). (Premisse) Γ, ϕ $ ϕ (Antecedent) Γ, ϕ $ ϕ (Aanname) Γ $ ϕ (Contradictie). Opgave 5(c) Laat zien dat ϕ $ ψ Dxϕ $ Dxψ. Een mogelijk bewijs is ϕ $ ψ ϕ $ Dxψ Dxϕ $ Dxψ (Premisse) (DS) (DA), waar we bij (DA) gebruikten dat x niet vrij is in Dxϕ en Dxψ. Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart / 8 Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart / 8 Opgave 5(d) Laat zien dat Γ $ ϕ Ñ ψ, Γ $ ϕ Γ $ ψ Herinner je dat ϕ Ñ ψ : ϕ _ ψ. We hebben Γ $ ϕ _ ψ Γ $ ϕ. (Premisse) (Premisse) Γ, ψ $ ψ (Aanname) Γ, ϕ $ ϕ (Aanname) Γ, ϕ $ ϕ (Antecedent) Γ, ϕ $ ψ (Contradictie ) Γ, p ϕ _ ψq $ ψ (_A) Γ $ ψ (Kettingregel). Opgave 5(e) Laat zien dat Γ $ ϕ y x Γ als y niet vrij is in Γ en Herinner je : Dx ϕ. Een bewijs is Γ $ ϕ y x (Premisse) Γ, ϕ y x $ ϕ y x (Aanname) Γ, Dx ϕ $ ϕ y x (DA) Γ, ϕ y x $ Dx ϕ (Contrapositie D) Γ $ Dx ϕ (Kettingregel). Controleer zelf dat we inderdaad de regel (DA) mochten toepassen. Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart / 8 Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart / 8

12 Opgave 1 Welke van deze formules zijn af te leiden? (a) Γ$ϕ,Γ$ψ Γ$ϕ^ψ (b) Γ$Dxϕ Γ$@xϕ. Een mogelijk bewijs voor de eerste claim is Wiskunde logica Werkcollege 6 Jolien Oomens 17 maart 2017 Γ $ ϕ (Premisse) Γ $ ψ (Premisse) Γ, ϕ $ ϕ (Aanname) Γ, ϕ $ ϕ (Antecedent) Γ, ϕ $ ψ (Contradictie ) Γ, ψ $ ψ (Aanname) Γ, ϕ _ ψ $ ψ (_A) Γ, ψ $ p ϕ _ ψq (Contrapositie (d)) Γ $ p ϕ _ ψq (Kettingregel). De tweede regel is incorrect en dus ook niet af te leiden. Jolien Oomens Werkcollege 6 17 maart / 7 Jolien Oomens Werkcollege 6 17 maart / 7 Opgave 1 Welke van deze formules zijn af te leiden? (c) Een bewijs voor (c) is Γ $ p ϕ _ ψq Γ$ϕ^ψ Γ$ϕ (d) Γ,ϕ$ψ Γ$ϕÑψ. (Premisse) Γ, ϕ $ ϕ (Aanname) Γ, ϕ $ ϕ _ ψ (_S) Γ, p ϕ _ ψq $ ϕ (Contrapositie (c)) Γ $ ϕ en een bewijs voor (d) is (Kettingregel) Γ, ϕ $ ψ (Premisse) Γ, ϕ $ ϕ _ ψ (_S) Γ, ϕ $ ϕ (Aanname) Γ, ϕ $ ϕ _ ψ (_S) Γ $ ϕ _ ψ (Gevalsonderscheiding). Opgave 1 Welke van deze formules zijn af te leiden? (e) ϕ_ψ$χ ϕ$χ. We hebben in huiswerk 1 gezien dat deze regel correct is. Een formeel bewijs is: ϕ _ ψ $ χ ϕ $ ϕ ϕ $ ϕ _ ψ ϕ $ χ (Premisse) (Aanname) (_S) (Kettingregel). Jolien Oomens Werkcollege 6 17 maart / 7 Jolien Oomens Werkcollege 6 17 maart / 7

13 Opgave 2a Geef een bewijs voor Γ$ϕ t x Opgave 3 Bepaal welke regels correct zijn: (a) Γ,ϕ$ψ (b) Γ,ϕ$ψ Γ,@xϕ$Dxϕ Γ,@xϕ$@xϕ Een mogelijkheid is Γ $ Dx ϕ (Premisse) Γ, ϕ t x $ ϕ t x (Aanname) Γ, ϕ t x $ Dx ϕ (DS) Γ, Dx ϕ $ ϕ t x (Contrapositie (c)) Γ $ ϕ t x (Kettingregel) (a) Stel dat J ù Γ en J Dan geldt voor alle a P A dat J a x ù ϕ. In het bijzonder geldt het dus voor a 0 βpxq Jpxq. Er geldt dus J a 0 x ù ϕ dus J ù ϕ, dus volgens de premisse geldt dan ook J ù ψ en daaruit volgt dat J ù ϕ a 0 x dus inderdaad J ù Dxϕ. (We gebruikten hier twee dingen: het Substitutielemma en J J a 0 x.) (b) Neem Γ trxxu, ϕ x x en ψ Rxx. Dit is dus incorrect. Jolien Oomens Werkcollege 6 17 maart / 7 Jolien Oomens Werkcollege 6 17 maart / 7 Opgave 3 Bepaal welke regels correct zijn: (c) in Γ (d) Γ$ϕ fy x Γ$Dxϕ als f unair is. Γ$ϕ fy x Γ$@xϕ als f unair is en f en y niet voorkomen (c) Deze regel is incorrect. Wat gebeurt er als f alles op één punt afbeeldt? (d) Deze regel is correct, want je kunt een x in het beeld van f bekijken. Je gebruikt dan dat een domein niet leeg mag zijn. Jolien Oomens Werkcollege 6 17 maart / 7

14 Wiskunde logica Werkcollege 7 Jolien Oomens 24 maart 2017 Opgave 1 Geef een voorbeeld van een verzameling Φ zodat (a) Φ consistent is (b) Φ niet negatie-compleet is (c) Φ geen getuigen bevat. (a) De verzameling Φ = { x (x x)} is inconsistent. (b) Neem Φ =. Je kunt niet bewijzen dat xrxx maar ook niet dat xrxx. (c) Neem Φ =. Dit heeft geen getuige voor de formule ϕ = Rxx. Bekijk de volgende structuur: a b Wanneer we de bedeling β(x) = b nemen dan zien we dat J = xϕ maar volgens het substitutielemma geldt J = ϕtx J J(t) x = ϕ. Omdat er geen constanten en functies zijn wordt elke term door J afgebeeld op b en daar is Rxx onwaar. Er kan dus geen getuige zijn. Jolien Oomens Werkcollege 7 24 maart / 5 Jolien Oomens Werkcollege 7 24 maart / 5 Opgave 2 Zij S = {Q, R}. (a) Geef de term-structuur J. (b) Geef de term-interpretatie J Φ voor Φ = {Qv 0 Rv 1}. Geldt J Φ = Φ? (a) Er kan niets bewezen worden behalve x x, dus T = T S en er zijn geen relaties. (b) We hebben nog steeds T = T S. De relaties zijn Qv 0 en Rv 1. Er geldt J Φ = Φ ( Lemma 1.7(b)), want je kunt Φ = {Qv 0, Rv 1 } bekijken en dan het lemma toepassen. Opgave 3 Zij S een symboolverzameling. Bepaal J Φ voor een inconsistente verzameling. Als Φ inconsistent is, dan geldt Φ ϕ voor alle formules ϕ. (Ctr ) Hierdoor zijn alle formules van de vorm t 1 t 2 afleidbaar, dus alle termen zijn equivalent. De structuur T Φ heeft dus maar één element. Het punt heeft alle mogelijke relaties, want we hebben ook Φ Rt... t. De functies zijn constant. De constantes worden afgebeeld op het punt. De bedeling β stuurt alle variabelen naar het enige punt. Merk op dat J Φ hetzelfde is voor alle inconsistente Φ. Jolien Oomens Werkcollege 7 24 maart / 5 Jolien Oomens Werkcollege 7 24 maart / 5

15 Opgave 4 Zij J = (A, β) een S-interpretatie en kies Φ = {ϕ L S J = ϕ}. (a) Laat zien dat Φ negatie-compleet is. (b) Neem A = {J(t) t an S-term}. Bewijs dat Φ getuigen bevat en dat A = J Φ. (a) Stel dat Φ ϕ. Dan geldt J = ϕ dus J = ϕ waardoor Φ ϕ. We hebben dus inderdaad Φ ϕ of Φ ϕ. (b) Stel dat Φ xϕ. Omdat J = Φ geldt dus J = xϕ. Er is dus een a A zodat J a x = ϕ, oftewel er is een term t zodat J J(t) x = ϕ. Volgens het substitutielemma geldt J = ϕ t x. Een getuige is dus een t zodat a = J(t), want ϕ t x Φ waardoor het zeker afleidbaar is. Het kanonieke isomorfisme stuurt J(t) A naar t T Φ. Dit is welgedefinieerd: als J(t 1 ) = J(t 2 ) dan geldt J = t 1 t 2 dus Φ t 1 t 2 waardoor t 1 t 2. Ga zelf de andere eisen na. Jolien Oomens Werkcollege 7 24 maart / 5

16 Opgave 1 Zij Φ = {v 0 t t T S } { v 0 v 1 v 0 v 1}. Bewijs Con Φ en dat er geen consistente verzameling in L S bestaat die Φ omvat en ook getuigen heeft. Wiskunde logica Werkcollege 8 Jolien Oomens 6 april 2017 Bekijk een structuur bestaande uit twee punten a en b. Kies β(x) = a voor alle x. Dan worden alle termen afgebeeld op a, dus J = Φ. Uit Sat Φ volgt Con Φ. Stel dat er een Ψ is met Φ Ψ die getuigen bevat. Volgens de volledigheidsstelling is er een model J dat Ψ waar maakt. Er zijn ook getuigen t 1, t 2 T S zodat Ψ ( v 0 v 1 v 0 v 1 t 1 t 2 ) dus J = t 1 t 2 maar ook J = t 1 t 2. Tegenspraak. Jolien Oomens Werkcollege 8 6 april / 6 Jolien Oomens Werkcollege 8 6 april / 6 Opgave 2 Is { v 1Pv 1, Pv 1, Pv 2, Pv 3,... } consistent? Opgave 3 Laat zien dat een oneindige kaart met vier kleuren te kleuren is dan en slechts dan als elke eindige deelkaart met vier kleuren te kleuren is. Kies opnieuw β niet surjectief. Bekijk de taal met de vier unaire relaties {G, B, R, O} (groen, blauw, rood, oranje) en introduceer een constante voor elk land op de kaart (bijvoorbeeld c NL, c EN, c BE ). Zij R de relatie die weergeeft welke landen aan elkaar grenzen. De formule ϕ = x ((Gx Bx Rx Ox) y(rxy ((Gy Gx)... )) beschrijft een correcte kleuring. De compactheidsstelling (VI.2.1(b)) geeft nu het resultaat. Jolien Oomens Werkcollege 8 6 april / 6 Jolien Oomens Werkcollege 8 6 april / 6

17 Opgave 4 Zij Σ 1 en Σ 2 twee verzamelingen zinnen zodat er geen structuur is die een model is van zowel Σ 1 als Σ 2. Bewijs dat er een zin τ is zodat Mod(Σ 1) Mod(τ) en Mod(Σ 2) Mod( τ). Opgave 5 Neem S = {P} en zij A de structuur met A = Z en (a, b) P A precies als a b = 1. Bewijs dat er een structuur B is die dezelfde S-zinnen waar maakt als A, maar niet samenhangend is. Er geldt niet Sat(Σ 1 Σ 2 ) dus er is een eindige deelverzameling zonder model, zeg {ϕ 1,..., ϕ n, ψ 1,..., ψ m } waarbij elke ϕ i Σ 1 en elke ψ j Σ 2. Definieer nu τ = ϕ 1 ϕ n. Elk model voor Σ 1 is zeker een model voor τ. Zij M Mod(Σ 2 ) en stel dat M Mod( τ). Dan geldt M = τ, maar dan moet ook M = {ϕ 1,..., ϕ n, ψ 1,..., ψ m }. Tegenspraak. Voeg twee constanten c en d toe aan A. Schrijf ϕ n = x 1... x n 1 (Rcx 1 Rx 1 x 2 Rx n 1 d). We zien dat elke eindige deelverzameling van ϕ n Th(A) n=1 een model heeft, dus er bestaat een structuur die al deze formules waar maakt (compactheid). Jolien Oomens Werkcollege 8 6 april / 6 Jolien Oomens Werkcollege 8 6 april / 6

18 Wiskunde logica Werkcollege 9 Jolien Oomens 11 april 2017 Jolien Oomens Werkcollege 9 11 april / 7 Opgave 1 Zij S een symboolverzameling. (a) Bewijs dat de verzameling van alle eindige S-structuren niet -elementair is. (b) Bewijs dat de verzameling van alle oneindige S-structuren -elementair is maar niet elementair. Zij ϕ n de formule die aangeeft dat A n. (a) Stel van wel, dan is er een Φ zodat Mod(Φ) = {A : A < }. Bekijk nu n N ϕ n Φ. Elke eindige deelverzameling heeft een model, dus volgens de compactheidsstelling heeft deze verzameling een model. Er is dus een oneindige structuur die Φ waarmaakt. Tegenspraak. (b) Er geldt Mod({ϕ n : n N}) = {A : A = }. Stel dat de verzameling elementair is. Dan is er een ϕ zodat Mod({ϕ}) = {A : A = }, maar dan geldt Mod({ ϕ}) = {A : A < }. Tegenspraak. Jolien Oomens Werkcollege 9 11 april / 7 Opgave 2 Zij K een -elementaire klasse van structuren. Laat zien dat de klasse K van structuren in K met een oneindig domein ook -elementair is. We weten dat er een Φ is zodat K = Mod(Φ). Neem nu ϕ n opnieuw de formule die zegt dat een structuur n of meer punten heeft. Dan hebben we ( ) K = Mod ϕ n Φ, n N dus K is -elementair. Opgave 3 Bewijs met Zorns lemma dat elk ideaal ongelijk aan R bevat is in een maximaal ideaal. Zij I R een ideaal. We bekijken de poset V = {I J R : J een ideaal}. Zij K V een ketting. Dan is de vereniging B = J K J opnieuw een ideaal: 1 B I 2 B is gesloten onder optelling. 3 Voor b B en r R is er een J K zodat b J en omdat dit een ideaal is geldt ook a r J B en r a J B. Merk op dat 1 / J voor alle J K, dus ook 1 / B waardoor B niet de hele ring is. We zien dat B V een bovengrens is. Er is dus een maximaal element M V. Dit is een maximaal ideaal omdat M R. Jolien Oomens Werkcollege 9 11 april / 7 Jolien Oomens Werkcollege 9 11 april / 7

19 Opgave 4 Voor elke vervulbare verzameling Φ van S-zinnen zij A S een S-structuur zodat A Φ = Φ. Definieer Σ = {A Φ : Φ L S 0 zodat Sat(Φ)} en X ϕ = {A Σ A = ϕ}. (a) We hebben (b) Er geldt X ϕ ψ = {A Σ A = ϕ ψ} = {A Σ A = ϕ en A = ψ} = {A Σ A = ϕ} {A Σ A = ψ} = X ϕ X ψ. X ϕ = {A Σ A = ϕ} = {A Σ A = ϕ} = Σ \ {A Σ A = ϕ} = Σ \ X ϕ. Opgave 4 Voor elke vervulbare verzameling Φ van S-zinnen zij A S een S-structuur zodat A Φ = Φ. Definieer Σ = {A Φ : Φ L S 0 zodat Sat(Φ)} en X ϕ = {A Σ A = ϕ}. (c) Stel dat Σ = ϕ Φ X ϕ. Definieer Ψ = { ϕ : ϕ Φ}. Ik claim dat Φ dan niet vervulbaar is. Stel dat wel Sat(Ψ) geldt. Dan is er een A Ψ Σ zodat A Ψ = Ψ, maar dan geldt A Ψ = ϕ voor alle ϕ Φ. De structuur A Ψ kan dus in geen enkele X ϕ zitten. Dit is strijdig met Σ = ϕ Φ X ϕ. De verzameling Ψ heeft geen model dus volgens de compactheidsstelling is er een eindige Ψ 0 Ψ die ook onvervulbaar is. Noem de bijbehorende indexverzameling Φ 0. Stel dat Σ ϕ Φ 0 X ϕ. Dan is er een A χ zodat A = ϕ voor alle ϕ Φ 0. Dit betekent precies dat A χ een model is voor Ψ. Dit is een tegenspraak, dus Σ = ϕ Φ 0 X ϕ. Jolien Oomens Werkcollege 9 11 april / 7 Jolien Oomens Werkcollege 9 11 april / 7 Breinkraker Waarom kozen we voor elke vervulbare Φ een representant A Φ in plaats van simpelweg Σ = Mod( ) te kiezen? Jolien Oomens Werkcollege 9 11 april / 7

20 Opgave 5(a) Bewijs dat K elementair is dan en slechts dan als er een eindig systeem van axioma s bestaat. Wiskunde logica Werkcollege 10 Jolien Oomens 21 april 2017 De implicatie = is triviaal. = : Stel dat K = Mod(Φ) met Φ = {ϕ 1,..., ϕ n }. Definieer nu ψ = ϕ 1 ϕ n. Dan geldt K = Mod({ψ}), dus K is elementair. Jolien Oomens Werkcollege april / 6 Jolien Oomens Werkcollege april / 6 Opgave 5(b) Als K elementair is en K = Mod(Φ) dan is er een eindige ϕ 0 Φ zodat K = Mod(Φ 0). Opgave 6(a) Zij K 1 K en K 2 = K \ K 1. Stel dat K elementair is en K 1 -elementair is. Bewijs dat K 1 elementair is dan en slechts dan als K 2 -elementair is. We hebben K = Mod({ϕ}) voor een zekere formule ϕ. De verzameling Φ { ϕ} is onvervulbaar, dus er is een eindige deelverzameling Φ 0 { ϕ} die onvervulbaar is. Het is zeker waar dat Mod(Φ) Mod(Φ 0 ). Zij M Mod Φ 0. Omdat Φ 0 { ϕ} inconsistent is volgt dat M = ϕ dus M = ϕ. Hieruit volgt dat M een element is van Mod({ϕ}) = Mod(Φ). = : Stel dat K 1 = Mod({ϕ}). Schrijf K = Mod({ψ}). De formule ψ ϕ beschrijft nu precies K 2, dus K 2 is zelfs elementair. = : Stel dat K 2 = Mod(Ψ). Schrijf K 1 = Mod(Φ). De verzameling Φ Ψ is onvervulbaar dus er is een eindige deelverzameling Φ 0 Ψ 0 die onvervulbaar is. Er geldt nu K 1 = Mod(Φ 0 {ψ}). Deze verzameling is eindig, dus K 1 is elementair. (Bewijs: stel dat M = Φ 0 en M = ψ. Dan kan M geen model zijn van Ψ 0, dus M Mod(Ψ) = K 2. Omdat M wel een model is van ψ geldt M K \ K 2 = K 1.) Jolien Oomens Werkcollege april / 6 Jolien Oomens Werkcollege april / 6

21 Opgave 6(b) Bewijs dat K 2 -elementair is dan en slechts dan als K 2 elementair is. Opgave 7 Geef een formule die voor elke n een model heeft met 2n punten (en geen oneven modellen). = is triviaal. = : Als K 2 -elementair is dan hebben we K 1 = Mod({ϕ}) volgens onderdeel (a). Schrijf K = Mod({ψ}). Nu geldt K 2 = Mod({ψ ϕ}), dus K 2 is elementair. Idee: we nemen twee unaire relatiesymbolen R en B zodat voor elk punt óf Rx geldt óf Bx. Als er dan een permutatie f bestaat die de kleuren omdraait dan waren blijkbaar evenveel punten rood gekleurd als blauw. Formeel: Neem S := {R, B, f }. We willen dat voldaan wordt aan ϕ 1 = x(rx Bx) ϕ 2 = x(rx Bx) ϕ 3 = x ((Bx R(fx)) (Rx B(fx))) ϕ 4 = x y(fx fy x y) dus we nemen de formule ϕ = ϕ 1 ϕ 4. Jolien Oomens Werkcollege april / 6 Jolien Oomens Werkcollege april / 6

22 Opgave 1 (a) Geef een S P(X ) die geen upset is. (b) Geef een S P(X ) die wel een upset is maar geen filter. (c) Geef een filter F die geen ultrafilter is. Wiskunde logica Werkcollege 11 Jolien Oomens 2 mei 2017 (a) Neem S = { } en X = {1, 2}. (b) Kies verschillende x, y X en definieer S = {A X : x A y A}. Dan geldt niet dat A, B S = A B S. (c) De co-eindige filter F = {A X : X \ A is eindig}. Voor bijvoorbeeld X = R en A = R 0 geldt A F en X \ A F. Jolien Oomens Werkcollege 11 2 mei / 8 Jolien Oomens Werkcollege 11 2 mei / 8 Opgave 2(a) Bewijs dat een niet-principieel ultrafilter op (P(N), ) geen eindige verzameling bevat. Opgave 2(b) Bewijs dat voor een filter F en een U N de verzameling F = {V N : A U V voor een A F } een filter is. Zij F een niet-principieel ultrafilter van (P(N), ) en stel dat een eindige verzameling A = {a 1,..., a n } F. Definieer B 1 = X \ {a 1 }. We weten dat B 1 F, want {a 1 } F omdat F niet principieel is. Nu zien we dat X \ A = B 1 B n F dus ook (X \ A) A = F en dat geeft een tegenspraak met de aanname dat F P(N). Een filter in N is een collectie F P (N) zodat 1 A F en B F = A B F 2 A F en A B = B F. Neem C, D F. Dan zijn er A, B F zodat A U C en B U D. Nu zien we dat (A B) U C D, dus C D F. Stel nu dat C F en C E. Er is een A F zodat A U C E, dus E F. Het is duidelijk de kleinste extensie. Jolien Oomens Werkcollege 11 2 mei / 8 Jolien Oomens Werkcollege 11 2 mei / 8

23 Opgave 2(c) Bewijs dat elke filter F P(N) uitgebreid kan worden naar een ultrafilter. Zij F P(N) een filter. Bekijk de poset Opgave 2 (d) Bewijs dat {A N : N \ A is eindig} een filter is. (e) Bewijs dat er een niet-principieel ultrafilter bestaat op (P(N), ) V = {F G P(N) : G is een filter}. Zij K V een ketting. Dan is de vereniging H = G K G opnieuw een filter. Omdat F geldt ook H, dus H P(N). Deze H is dus een bovengrens in V. Er is dus een maximaal element M volgens Zorns lemma. Stel dat A M. Er geldt M M {A} {V N : B A V voor een B M} =: M (d) Analoog aan (b). (e) We breiden het filter uit (d) uit naar een ultrafilter F. We willen nu bewijzen dat deze F niet-principieel is. Merk op dat er geen eindige verzamelingen in F kunnen zitten, dus in het bijzonder kunnen er ook geen singletons {x} in zitten. Dit laat zien dat F niet van de vorm {A N : x A} is. dus omdat M maximaal is moet M = P(N). Er is dus een B M zodat B A =, dus N \ A B M. Dit laat zien dat voor alle A N we A M of N \ A M hebben, dus M is een ultrafilter. Jolien Oomens Werkcollege 11 2 mei / 8 Jolien Oomens Werkcollege 11 2 mei / 8 Opgave 3 Zij A 1,..., A n S-structuren met S = {R}. Zij F n het principiele ultrafilter van (P(N), ) gegenereerd door n N. Bewijs dat ( i N Ai ) /Fn = An. We hebben dus F n = {A N : n A}, a b {i N : a(i) = b(i)} F n n {i N : a(i) = b(i)} a(n) = b(n). De afbeelding f : ( i N A i) /Fn A n gegeven door f (a) = a(n) is dus een isomorfisme. Opgave 4 (a) Bewijs dat de klasse van lineaire ordes gesloten is onder ultraproducten. (b) Bewijs dat de klasse van eindige posets niet elementair is. (a) We weten dat er een ϕ is die precies weergeeft dat een structuur een lineaire orde is. Omdat elke A i = ϕ geldt ook i I A i/ = ϕ volgens Loś stelling. (b) Stel van wel, dan moet de eigenschap behouden zijn onder het nemen van een ultraproduct. Neem A i = {1,..., i} en zij F een ultrafilter die de co-eindige filter omvat. Nu is ({1} {1, 2} {1, 2, 3}... ) /F oneindig groot, want de rijtjes a n (i) = min(i, n) zijn allemaal verschillend in het ultraproduct: a 1 = 1, 1, 1, 1, 1, 1, 1,... a 2 = 1, 2, 2, 2, 2, 2, 2,... a 3 = 1, 2, 3, 3, 3, 3, 3,... Jolien Oomens Werkcollege 11 2 mei / 8 Jolien Oomens Werkcollege 11 2 mei / 8

24 Wiskunde logica Werkcollege 12 Jolien Oomens 12 mei 2017 Opgave 1 (a) Bewijs dat de klasse van lineaire ordes gesloten is onder ultraproducten. (b) Bewijs dat de klasse van eindige posets niet elementair is. (a) We weten dat er een ϕ is die precies weergeeft dat een structuur een lineaire orde is. Omdat elke A i = ϕ geldt ook i I A i/ = ϕ volgens de stelling van Loś. (b) Stel van wel, dan moet de eigenschap behouden zijn onder het nemen van een ultraproduct. Neem A i = {1,..., i} en zij F een ultrafilter die de co-eindige filter omvat. Nu is ({1} {1, 2} {1, 2, 3}... ) /F oneindig groot, want de rijtjes a n (i) = min(i, n) zijn allemaal verschillend in het ultraproduct: a 1 = 1, 1, 1, 1, 1, 1, 1,... a 2 = 1, 2, 2, 2, 2, 2, 2,... a 3 = 1, 2, 3, 3, 3, 3, 3,... Jolien Oomens Werkcollege mei / 6 Jolien Oomens Werkcollege mei / 6 Opgave 2 Geef een definitie in Φ 0 van (a) x is een n-aire functie van y naar z (b) x = y z Opgave 3 Bewijs in ZFC dat er een verzameling bestaat zonder elementen. Op bladzijde 104 zijn de axioma s te vinden. (a) Informeel: Mx My Mz (x y n z) y 1... y n!z((y 1,..., y n, z) x). (b) Een mogelijke definitie is Het axioma INF geeft het bestaan van een oneindige verzameling x. Nu kunnen we met SEP een selectie maken: definieer ϕ(z) = z z. Dit kan voor geen enkele z waar zijn, dus SEP verandert x in de lege verzameling. Mx My Mz w (w x (w y w z)). Jolien Oomens Werkcollege mei / 6 Jolien Oomens Werkcollege mei / 6

25 Opgave 4 Bewijs dat het keuzeaxioma equivalent is aan het bestaan van keuzefuncties voor niet-lege verzamelingen. Neem het keuzeaxioma aan. Zij A = {B i : i I } een verzameling van niet-lege verzamelingen. We weten niet of de B i disjunct zijn, dus we mogen het keuzeaxioma niet direct toepassen. Dankzij POW weten we dat P(A A) weer een verzameling is. Definieer nu ϕ: A P(A A) door ϕ(b i ) = {(B i, y) : y B i }. Nu bestaat het beeld ϕ(a) = {{(B i, y) : y B i } : i I } uit disjuncte verzamelingen (REP) want alle B i zijn verschillend. Het keuzeaxioma geeft een verzameling Opgave 4 Bewijs dat het keuzeaxioma equivalent is aan het bestaan van keuzefuncties voor niet-lege verzamelingen. Neem nu het bestaan van keuzefuncties aan en zij A = {B i : i I } een verzameling van disjunctie niet-lege verzameling. Zij f : A A een keuzefunctie. Volgens REP is het beeld van f een verzameling en dit is precies de gezochte verzameling met één element uit elke B i. Dit bewijst het keuzeaxioma. C = {{(B i, y i )} : i I } dus volgens REP is ook {y i : i I } een verzameling. De gezochte keuzefunctie is f (B i ) := y i. Jolien Oomens Werkcollege mei / 6 Jolien Oomens Werkcollege mei / 6

26 Opgave 1(a) Stel dat X een eindige verzameling is. Bewijs dat elke ultrafilter van (P(X ), ) van de vorm F x = {U X : x U} is. Wiskunde logica Werkcollege 13 Jolien Oomens 22 mei 2017 Schrijf X = {x 1,..., x n } en A i = {x i }. Zij F een ultrafilter van (P(X ), ). Als er een i {1,..., n} is zodat A i F dan zijn we klaar. Stel dat geen enkele A i F. Omdat F een ultrafilter is geldt dan X \ A i F voor elke i, dus ook n X \ A i = F. i=1 Hieruit volgt dat F = P(X ) en dat is een contradictie met de aanname dat F een ultrafilter is. Jolien Oomens Werkcollege mei / 7 Jolien Oomens Werkcollege mei / 7 Opgave 1(b) Stel dat F een filter is op (P(I ), ). Bewijs dat F een transitieve relatie is op i I Ai. Stel dat a F b en b F c. Dit betekent dat {i I : a(i) = b(i)} F {i I : b(i) = c(i)} F dus de doorsnede zit ook in F. Maar nu zien we dat {i : a(i) = c(i)} {i : a(i) = b(i)} {i : b(i) = c(i)} F, oftewel a F c. Opgave 1(c) Zij A en B zoals in de figuur. Zij F = {{1}, {1, 2}}. Beschrijf het ultraproduct. a 1 a 2 b 1 b 2 De elementen van het Cartesisch product zijn (a 1, b 1 ), (a 2, b 1 ), (a 1, b 2 ) en (a 2, b 2 ). Twee paren zijn equivalent als ze op het eerste element overeenstemmen. We hebben c = {(a 1, b 1 ), (a 1, b 2 )} d = {(a 2, b 1 ), (a 2, b 2 )} R(c, d) R 1 (c 1, d 1 ) en de rechterkant is waar. Dit beschrijft het ultraproduct. Jolien Oomens Werkcollege mei / 7 Jolien Oomens Werkcollege mei / 7

27 Opgave 2 Beschrijf V 4 en V 5. Opgave 3 Bewijs in ZFC + AF dat voor elke verzameling a we a a hebben. V 0 = V 1 = { } V 2 = {, { }} V 3 = {, { }, {{ }}, {, { }}} We hebben V 0 := en V n+1 = P(V n ). Dit geeft de recursieve relatie V 0 = 1 en V n = 2 V n 1. Het aantal elementen van V n is dus 2 n 1. Hieruit volgt dat V 5 = V 4 = {, { }, {{ }}, {{{ }}}, {{, { }}}, {, { }}, {, {{ }}}, {, {, { }}}, {{ }, {{ }}}, {{ }, {, { }}}, {{{ }}, {, { }}}, {, { }, {{ }}}, {, { }, {, { }}}, {, {{ }}, {, { }}}, {{ }, {{ }}, {, { }}}, {, { }, {{ }}, {, { }}}} De verzameling V 5 kun je in een los bestand downloaden. Jolien Oomens Werkcollege mei / 7 Bekijk de verzameling {a}. Volgens het funderingsaxioma bestaat er een y {a} zodat y {a} =. Omdat {a} maar één element bevat geldt y = a dus a {a} =. Als we nu a a zouden hebben dat geldt a a {a} en dat is een tegenspraak. Dit bewijst dat a a. Jolien Oomens Werkcollege mei / 7 Opgave 4 Bewijs dat er een kleinste inductieve verzameling bestaat. Zij x de verzameling gecreëerd door INF. Definieer ω := {z : z x en voor elke inductieve y geldt z y}. We zien dat ω en voor elke z ω geldt ook z {z} ω, dus ω is inductief. Voor een inductieve verzameling y geldt z ω z y dus ω y. Dit bewijst dat ω de kleinste inductieve verzameling is. Jolien Oomens Werkcollege mei / 7

Wiskunde logica Werkcollege 6

Wiskunde logica Werkcollege 6 Wiskunde logica Werkcollege 6 Jolien Oomens 17 maart 2017 Jolien Oomens Werkcollege 6 17 maart 2017 1 / 7 Opgave 1 Welke van deze formules zijn af te leiden? (a) Γ$ϕ,Γ$ψ Γ$ϕ^ψ (b) Γ$Dxϕ Γ$@xϕ. Jolien Oomens

Nadere informatie

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A Jaap van Oosten 2007-2008 1 Kardinaliteiten Opgave 1.1. Bewijs, dat R N = R. Opgave 1.2. Laat Cont de verzameling continue functies R R zijn. a) Laat zien dat

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking 10 december 2013, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen 8 december 2015, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is het totaal

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde B met uitwerkingen

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde B met uitwerkingen Tentamen Grondslagen van de Wiskunde B met uitwerkingen 8 november 2012, 14:00 17:00 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is het totaal

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde B met uitwerkingen

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde B met uitwerkingen Tentamen Grondslagen van de Wiskunde B met uitwerkingen 19 januari 2012, 13.30-16.30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is het totaal

Nadere informatie

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015 Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. Elk vraagstuk is maximaal 10 punten waard. Begin elke opgave op een nieuw vel papier. µkw uitwerkingen 12 juni 2015 Vraagstuk 1. We kunnen

Nadere informatie

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten II.3 Equivalentierelaties en quotiënten Een belangrijk begrip in de wiskunde is het begrip relatie. Een relatie op een verzameling is een verband tussen twee elementen uit die verzameling waarbij de volgorde

Nadere informatie

Inleiding Wiskundige Logica

Inleiding Wiskundige Logica Inleiding Wiskundige Logica Yde Venema 2017/2018 c YV 2018 Institute for Logic, Language and Computation, University of Amsterdam, Science Park 904, NL 1098XH Amsterdam E-mail: yvenema@uvanl Voorwoord

Nadere informatie

Supplement Verzamelingenleer. A.J.M. van Engelen en K. P. Hart

Supplement Verzamelingenleer. A.J.M. van Engelen en K. P. Hart Supplement Verzamelingenleer A.J.M. van Engelen en K. P. Hart 1 Hoofdstuk 1 Het Keuzeaxioma Het fundament van de hedendaagse verzamelingenleer werd in de vorige eeuw gelegd door Georg Cantor. Cantor gebruikte

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Naam: Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

Oefening 2.2. Welke van de volgende beweringen zijn waar?

Oefening 2.2. Welke van de volgende beweringen zijn waar? Oefeningen op hoofdstuk 2 Verzamelingenleer 2.1 Verzamelingen Oefening 2.1. Beschouw A = {1, {1}, {2}}. Welke van de volgende beweringen zijn waar? Beschouw nu A = {1, 2, {2}}, zelfde vraag. a. 1 A c.

Nadere informatie

Enkele valkuilen om te vermijden

Enkele valkuilen om te vermijden Enkele valkuilen om te vermijden Dit document is bedoeld om per onderwerp enkele nuttige strategieën voor opgaven te geven. Ook wordt er op een aantal veelgemaakte fouten gewezen. Het is géén volledige

Nadere informatie

Eerste-orde logica (= Predikaatlogica)

Eerste-orde logica (= Predikaatlogica) Eerste-orde logica (= Predikaatlogica) Onderdeel van het college Logica (2017) Klaas Landsman 1.1 Eerste-orde taal (aanvulling op 2.2 in Moerdijk & van Oosten) De propositielogica is te eenvoudig om bijv.

Nadere informatie

Tegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785)

Tegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785) Tegenvoorbeeld TI1300: Redeneren en Logica College 3: Bewijstechnieken & Propositielogica Tomas Klos Definitie (Tegenvoorbeeld) Een situatie waarin alle premissen waar zijn, maar de conclusie niet Algoritmiek

Nadere informatie

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. II.2 Gehele getallen We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. Axioma s voor Z De gegevens zijn: (a) een verzameling Z; (b) elementen 0 en 1 in Z; (c) een afbeelding +: Z Z Z, de optelling;

Nadere informatie

Logica voor AI. Responsiecollege. Antje Rumberg. 12 december Kripke Semantiek. Geldigheid. De bereikbaarheidsrelatie

Logica voor AI. Responsiecollege. Antje Rumberg. 12 december Kripke Semantiek. Geldigheid. De bereikbaarheidsrelatie Logica voor AI Responsiecollege Antje Rumberg Antje.Rumberg@phil.uu.nl 12 december 2012 1 De taal L m van de modale propositielogica ϕ ::= p ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ Blokje en ruitje ϕ: het is noodzakelijk

Nadere informatie

RAF belangrijk te onthouden

RAF belangrijk te onthouden RAF belangrijk te onthouden Auteur: Daan Pape Hoofdstuk 1 symbool omschrijving lees als negatie (ontkenning) p niet p het is niet zo dat p conjunctie p q p en q disjunctie p q p of q implicatie p q als

Nadere informatie

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen Opmerking TI1300 Redeneren en Logica College 2: Bewijstechnieken Tomas Klos Algoritmiek Groep Voor alle duidelijkheid: Het is verre van triviaal om definities te leren hanteren, beweringen op te lossen,

Nadere informatie

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 en opmerkingen November 10, 2009 Opgave 1 Gegeven een vectorruimte V met deelruimtes U 1 en U 2. Als er geldt dim U 1 = 7, dimu 2 = 9, en dim(u 1 U 2 ) = 4, wat

Nadere informatie

Inleiding Wiskundige Logica

Inleiding Wiskundige Logica Inleiding Wiskundige Logica Yde Venema 2017/2018 c YV 2018 Institute for Logic, Language and Computation, University of Amsterdam, Science Park 904, NL 1098XH Amsterdam E-mail: yvenema@uvanl Voorwoord

Nadere informatie

Uitwerkingen toets 12 juni 2010

Uitwerkingen toets 12 juni 2010 Uitwerkingen toets 12 juni 2010 Opgave 1. Bekijk rijen a 1, a 2, a 3,... van positieve gehele getallen. Bepaal de kleinst mogelijke waarde van a 2010 als gegeven is: (i) a n < a n+1 voor alle n 1, (ii)

Nadere informatie

Uitwerkingen Tentamen Wat is Wiskunde (WISB101) Donderdag 10 november 2016, 9:00-12:00

Uitwerkingen Tentamen Wat is Wiskunde (WISB101) Donderdag 10 november 2016, 9:00-12:00 Uitweringen Tentamen Wat is Wisunde (WISB101) Donderdag 10 november 2016, 9:00-12:00 Docenten: Barbara van den Berg & Carel Faber & Arjen Baarsma & Ralph Klaasse & Vitor Blåsjö & Guido Terra-Bleeer Opgave

Nadere informatie

Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica

Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica 21 Januari 2011, 8.30 11.30 uur LEES DEZE OPMERKINGEN AANDACHTIG DOOR

Nadere informatie

(Isomorfie en) RELATIES

(Isomorfie en) RELATIES Discrete Structuren Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 15 maart 2009 (Isomorfie en) RELATIES. Paragrafen 10.5,11.1,11.2,11.4,11.5 Discrete

Nadere informatie

Logica voor Informatica

Logica voor Informatica Logica voor Informatica 10 Predikatenlogica Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vorige keer Syntax van predikatenlogica Alfabet Termen Welgevormde formulas (wff) 2 Alfabet van de predikatenlogica

Nadere informatie

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules. I.3 Functies Iedereen is ongetwijfeld in veel situaties het begrip functie tegengekomen; vaak als een voorschrift dat aan elk getal een ander getal toevoegt, bijvoorbeeld de functie fx = x die aan elk

Nadere informatie

Propositielogica. Onderdeel van het college Logica (2017) Klaas Landsman

Propositielogica. Onderdeel van het college Logica (2017) Klaas Landsman Propositielogica Onderdeel van het college Logica (2017) Klaas Landsman They who are acquainted with the present state of the theory of Symbolic Algebra, are aware of the validity of the processes of analysis

Nadere informatie

Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 2017, 14:00 17:00

Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 2017, 14:00 17:00 Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 207, 4:00 7:00 Je mocht zoals gezegd niet zonder uitleg naar opgaven verwijzen. Sommige berekeningen zijn hier weggelaten. Die moest je op je tentamen wel laten zien.

Nadere informatie

Z = de verzameling gehele getallen 0 J = het getal dertien

Z = de verzameling gehele getallen 0 J = het getal dertien 33 8 Semantiek 8.1 Structuren en betekenis Structuren Definitie 8.1 Een structuur voor een taal (F, R) is een paar M =(D, I), bestaande uit een niet-lege verzameling D, het domein van de structuur, en

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30 Auditorium L.00.07 Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

Formeel Denken 2013 Uitwerkingen Tentamen

Formeel Denken 2013 Uitwerkingen Tentamen Formeel Denken 201 Uitwerkingen Tentamen (29/01/1) 1. Benader de betekenis van de volgende Nederlandse zin zo goed mogelijk (6 punten) door een formule van de propositielogica: Het is koud, maar er ligt

Nadere informatie

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Waarheidstafels. Waarheidsfunctionele Connectieven

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Waarheidstafels. Waarheidsfunctionele Connectieven Mededelingen TI1300: Redeneren en Logica College 4: Waarheidstafels, Redeneringen, Syntaxis van PROP Tomas Klos Algoritmiek Groep Voor de Fibonacci getallen geldt f 0 = f 1 = 1 (niet 0) Practicum 1 Practicum

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

Samenvatting. TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten. Disclaimer

Samenvatting. TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten. Disclaimer Samenvatting TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten Disclaimer De informatie in dit document is afkomstig van derden. W.I.S.V. Christiaan Huygens betracht de grootst mogelijke

Nadere informatie

Bewijzen en Redeneren voor Informatici

Bewijzen en Redeneren voor Informatici Bewijzen en Redeneren voor Informatici Reinoud Berkein 17 januari 2018 Samenvatting Een korte samenvatting van definities uit de cursus. Hoofdstuk 1 Doorsnede: De verzamerling die alle elementen bevat

Nadere informatie

4 Beschouw de volgende formuleverzameling S: {"x "y ((Rxy Æ "z (Rxz Æ y = z)), "x "y (Ryx Æ "z (Rzx Æ y = z)),

4 Beschouw de volgende formuleverzameling S: {x y ((Rxy Æ z (Rxz Æ y = z)), x y (Ryx Æ z (Rzx Æ y = z)), T E N T A M E N L O G I C A 1 1 Bepaal met behulp van een waarheidstabel een disjunctieve normaalvorm voor de formule (p (q Ÿ ( r Æ (p Ÿ q)))). Is er een eenvoudiger formule waarmee de gevonden formule

Nadere informatie

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2.

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2. opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): ℵ 0 #A, B = {b 0,..., b n 1 } voor een zeker natuurlijk getal

Nadere informatie

Oplossingen Oefeningen Bewijzen en Redeneren

Oplossingen Oefeningen Bewijzen en Redeneren Oplossingen Oefeningen Bewijzen en Redeneren Goeroen Maaruf 20 augustus 202 Hoofdstuk 3: Relaties. Oefening 3..2 (a) Persoon p is grootouder van persoon q. (b) (p, q) O o O r P : [ (p, r) O (r, q) O ]

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen Hoofdstuk 3 Equivalentierelaties SCHAUM 2.8: Equivalence Relations Twee belangrijke voorbeelden van equivalentierelaties in de informatica: resten (modulo rekenen) en cardinaliteit (aftelbaarheid). 3.1

Nadere informatie

VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN

VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN I VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN Het begrip verzameling kennen we uit het dagelijks leven: een bibliotheek bevat een verzameling van boeken, een museum een verzameling van kunstvoorwerpen. We kennen verzamelingen

Nadere informatie

Tentamen Topologie, Najaar 2011

Tentamen Topologie, Najaar 2011 Tentamen Topologie, Najaar 2011 27.01.2012, 08:30-11:30, LIN 8 (HG00.308) Toelichting: Je mag geen hulpmiddelen (zoals aantekeningen, rekenmachine, telefoon, etc.) gebruiken, behalve de boeken van Gamelin/Greene

Nadere informatie

Logica voor Informatici najaar 2000 Opgaven en Oplossingen Hoofdstuk 3

Logica voor Informatici najaar 2000 Opgaven en Oplossingen Hoofdstuk 3 Logica voor Informatici najaar 2000 Opgaven en Oplossingen Hoofdstuk 3 3.1 Stel ϕ, ψ α, β γ, en ψ, α, γ χ. Indien nu bovendien bekend wordt dat χ onwaar is, maar ψ en β waar, wat weet u dan over ϕ? oplossing:

Nadere informatie

Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312

Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312 Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312 Je mag de syllabus en aantekeningen gebruiken, maar geen rekenmachine. Je mag opgaven 2.46, 2.49 en 8.13

Nadere informatie

Formeel Denken 2014 Uitwerkingen Tentamen

Formeel Denken 2014 Uitwerkingen Tentamen Formeel Denken 2014 Uitwerkingen Tentamen (29/01/15) 1. Benader de betekenis van de volgende Nederlandse zin zo goed mogelijk (6 punten) door een formule van de propositielogica: Als het regent word ik

Nadere informatie

Logica voor AI. Bewijstheorie en natuurlijke deductie. Antje Rumberg. 28 november Kripke Semantiek.

Logica voor AI. Bewijstheorie en natuurlijke deductie. Antje Rumberg. 28 november Kripke Semantiek. Logica voor AI en natuurlijke deductie Antje Rumberg AntjeRumberg@philuunl 28 november 2012 1 De taal L m van de modale propositielogica ::= p Blokje en ruitje : het is noodzakelijk dat : het is mogelijk

Nadere informatie

Tentamen IN1305-I Fundamentele Informatica 1, deel I: Logica

Tentamen IN1305-I Fundamentele Informatica 1, deel I: Logica TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Tentamen IN1305-I Fundamentele Informatica 1, deel I: Logica 27 oktober 2008, 9.00 12.00 uur Dit tentamen bestaat uit 5

Nadere informatie

Topologische eigenschappen in selectieve universa

Topologische eigenschappen in selectieve universa Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Topologische eigenschappen in selectieve universa Charlotte DECONINCK Promotor: Prof. dr. H. Vernaeve Masterproef ingediend tot het behalen van de academische

Nadere informatie

Getallen, 2e druk, extra opgaven

Getallen, 2e druk, extra opgaven Getallen, 2e druk, extra opgaven Frans Keune november 2010 De tweede druk bevat 74 nieuwe opgaven. De nummering van de opgaven van de eerste druk is in de tweede druk dezelfde: nieuwe opgaven staan in

Nadere informatie

RINGEN EN LICHAMEN. Aanvullende opgaven met uitwerkingen

RINGEN EN LICHAMEN. Aanvullende opgaven met uitwerkingen RINGEN EN LICHAMEN Aanvullende opgaven met uitwerkingen Hierna volgen een aantal aanvullende opgaven die gaan over kernbegrippen uit de eerste hoofdstukken van Ringen en Lichamen. Probeer deze opgaven

Nadere informatie

Verzamelingenleer. Onderdeel van het college Logica (2017) Klaas Landsman

Verzamelingenleer. Onderdeel van het college Logica (2017) Klaas Landsman Verzamelingenleer Onderdeel van het college Logica (2017) 1.1 Zermelo Fraenkel axioma s Klaas Landsman De moderne wiskunde berust op het volgende stelsel van axioma s, dat in de periode 1900 1925 werd

Nadere informatie

Getallensystemen, verzamelingen en relaties

Getallensystemen, verzamelingen en relaties Hoofdstuk 1 Getallensystemen, verzamelingen en relaties 1.1 Getallensystemen 1.1.1 De natuurlijke getallen N = {0, 1, 2, 3,...} N 0 = {1, 2, 3,...} 1.1.2 De gehele getallen Z = {..., 4, 3, 2, 1, 0, 1,

Nadere informatie

1 Groepen van orde 24.

1 Groepen van orde 24. 1 1 Groepen van orde 24. Als G een groep van orde 24 is, dan zeggen de stellingen van Sylov: Het aantal 2-Sylow-groepen van G is 1 modulo 2 en bovendien een deler van 24, dus bedraagt 1 of 3. Het aantal

Nadere informatie

Wiskunde. Verzamelingen, functies en relaties. College 2. Donderdag 3 November

Wiskunde. Verzamelingen, functies en relaties. College 2. Donderdag 3 November Wiskunde Verzamelingen, functies en relaties College 2 Donderdag 3 November 1 / 17 Equivalentierelaties Def. Een relatie R heet reflexief als x xrx. R heet transitief als x y z (xry yrz xrz). R heet symmetrisch

Nadere informatie

Oefening 2.3. Noteer de volgende verzamelingen d.m.v. (eenvoudig) voorschrift voor de eerste helft en d.m.v. opsomming voor de tweede helft.

Oefening 2.3. Noteer de volgende verzamelingen d.m.v. (eenvoudig) voorschrift voor de eerste helft en d.m.v. opsomming voor de tweede helft. Oefeningen op hoofdstuk 2 Verzamelingenleer 2.1 Verzamelingen Oefening 2.1. Beschouw A = {1, {1}, {2}}. Welke van de volgende beweringen zijn waar? Beschouw nu A = {1, 2, {2}}, zelfde vraag. a. 1 A c.

Nadere informatie

Inleiding Logica voor CKI, 2013/14

Inleiding Logica voor CKI, 2013/14 Inleiding Logica voor CKI, 2013/14 Albert Visser Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University 14 oktober, 2013 1 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 3 Wegens

Nadere informatie

Tentamen Discrete Wiskunde 1 10 april 2012, 14:00 17:00 uur

Tentamen Discrete Wiskunde 1 10 april 2012, 14:00 17:00 uur Tentamen Discrete Wiskunde 0 april 0, :00 7:00 uur Schrijf je naam op ieder blad dat je inlevert. Onderbouw je antwoorden, met een goede argumentatie zijn ook punten te verdienen. Veel succes! Opgave.

Nadere informatie

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen Maandag 4 januari 216, 1: - 13: uur 1. Beschouw voor t > de inhomogene singuliere tweede orde vergelijking, t 2 ẍ + 4tẋ + 2x = f(t, (1 waarin f

Nadere informatie

Inleiding Analyse 2009

Inleiding Analyse 2009 Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn

Nadere informatie

III.3 Supremum en infimum

III.3 Supremum en infimum III.3 Supremum en infimum Zowel de reële getallen als de rationale getallen vormen geordende lichamen. Deze geordende lichamen zijn echter principieel verschillend. De verzameling R is bijvoorbeeld aanzienlijk

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen

Radboud Universiteit Nijmegen Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica L(,1)-labeling van grafen Naam: Studentnummer: Studie: Begeleider: Myrte klein Brink 4166140 Bachelor Wiskunde Dr.

Nadere informatie

Topologie I - WPO Prof. Dr. E. Colebunders Dr. G. Sonck 24 september 2006

Topologie I - WPO Prof. Dr. E. Colebunders Dr. G. Sonck 24 september 2006 Topologie I - WPO Prof. Dr. E. Colebunders Dr. G. Sonck 24 september 2006 Inhoudsopgave 1 Topologische ruimten 2 2 Metriseerbaarheid en aftelbaarheid 7 3 Convergentie en continuïteit 8 4 Separatie-eigenschappen

Nadere informatie

Logica 1. Joost J. Joosten

Logica 1. Joost J. Joosten Logica 1 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 158, 030-2535579 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier moet een tilde

Nadere informatie

College Logica voor CKI

College Logica voor CKI College Logica voor CKI Albert Visser Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University 15 oktober, 2012 1 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 3 Syntaxis De eerste ronde: Constanten:

Nadere informatie

Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3

Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3 Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3 Koen Rutten, Aris van Dijk 30 mei 2007 Inhoudsopgave 1 Verzamelingen 2 1.1 Definitie................................ 2 1.2 Eigenschappen............................

Nadere informatie

Ter Leering ende Vermaeck

Ter Leering ende Vermaeck Ter Leering ende Vermaeck 15 december 2011 1 Caleidoscoop 1. Geef een relatie op Z die niet reflexief of symmetrisch is, maar wel transitief. 2. Geef een relatie op Z die niet symmetrisch is, maar wel

Nadere informatie

Ringen en Galoistheorie, 1e deel, 19 april 2012

Ringen en Galoistheorie, 1e deel, 19 april 2012 Ringen en Galoistheorie, 1e deel, 19 april 2012 Bij dit tentamen mag het dictaat niet gebruikt worden. Schrijf op elk vel je naam, studnr en naam practicumleider. Laat bij elke opgave zien hoe je aan je

Nadere informatie

Verzamelingen. Hoofdstuk 5

Verzamelingen. Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 5 Verzamelingen In de meest uiteenlopende omstandigheden kan het handig zijn om een stel objecten, elementen, of wat dan ook, samen een naam te geven. Het resultaat noemen we dan een verzameling.

Nadere informatie

Automaten. Informatica, UvA. Yde Venema

Automaten. Informatica, UvA. Yde Venema Automaten Informatica, UvA Yde Venema i Inhoud Inleiding 1 1 Formele talen en reguliere expressies 2 1.1 Formele talen.................................... 2 1.2 Reguliere expressies................................

Nadere informatie

Drie problemen voor de prijs van één

Drie problemen voor de prijs van één Drie problemen voor de prijs van één Of: één probleem voor de prijs van drie K. P. Hart Faculty EEMCS TU Delft Delft, 30 oktober, 2012: 10:15 10:45 Eenvoudig begin Opgave Bewijs dat voor m, n N het volgende

Nadere informatie

Logica voor AI. Verschillende modale systemen en correctheid. Antje Rumberg. 30 november 2012.

Logica voor AI. Verschillende modale systemen en correctheid. Antje Rumberg. 30 november 2012. Logica voor AI en correctheid Antje Rumberg AntjeRumberg@philuunl 30 november 2012 1 De minimale normale modale logica K Axioma s alle tautologieën van de propositielogica ( ψ) ( ψ) (K-axioma) (Def ) Afleidingsregels

Nadere informatie

College WisCKI. Albert Visser. 17 oktober, Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University. Equivalentierelaties.

College WisCKI. Albert Visser. 17 oktober, Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University. Equivalentierelaties. College WisCKI Albert Visser Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University 17 oktober, 2012 1 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 3 Wat is een equivalentierelatie? Een

Nadere informatie

Logica voor AI. Bisimulatie en niet-karakteriseerbaarheid. Antje Rumberg. 21 november Correspondentie.

Logica voor AI. Bisimulatie en niet-karakteriseerbaarheid. Antje Rumberg. 21 november Correspondentie. Logica voor AI en niet-karakteriseerbaarheid Antje Rumberg Antje.Rumberg@phil.uu.nl 21 november 2012 1 Kripke Semantiek De taal L m van de modale propositielogica ϕ ::= p ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ Blokje en

Nadere informatie

Elfde college complexiteit. 23 april NP-volledigheid III

Elfde college complexiteit. 23 april NP-volledigheid III college 11 Elfde college complexiteit 23 april 2019 NP-volledigheid III 1 TSP Als voorbeeld bekijken we het Travelling Salesman/person Problem, ofwel het Handelsreizigersprobleem TSP. Hiervoor geldt: TSP

Nadere informatie

Bijzondere kettingbreuken

Bijzondere kettingbreuken Hoofdstuk 15 Bijzondere kettingbreuken 15.1 Kwadratische getallen In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat 2 = 1, 2, 2, 2, 2, 2, 2,.... Men kan zich afvragen waarom we vanaf zeker moment alleen maar

Nadere informatie

Tentamentips. Tomas Klos. 14 december 2010

Tentamentips. Tomas Klos. 14 december 2010 Tentamentips Tomas Klos 14 december 010 Samenvatting In dit document vind je een aantal tentamen tips. Het gaat om fouten die ik op tentamens veel gemaakt zie worden, en die ik je liever niet zie maken.

Nadere informatie

Functievergelijkingen

Functievergelijkingen Functievergelijkingen Trainingsweek juni 2008 Basistechnieken Je mag alle getallen in het domein invullen in je functievergelijking. Wat er precies handig is, hangt af van het domein en van de functievergelijking.

Nadere informatie

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma Discrete Wiskunde 2WC15, Lente 2010 Jan Draisma Voorwoord Dit zijn aantekeningen voor het vak Discrete Wiskunde (2WC15), gegeven in het lentesemester van 2010. Dit vak bestaat uit twee delen: algoritmische

Nadere informatie

Caleidoscoop: Logica

Caleidoscoop: Logica Caleidoscoop: Logica Non impeditus ab ulla scientia K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 3 October, 2007 Overzicht 1 2 Negaties We gaan rekenen met proposities (beweringen). Bedenker: George Boole

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

Kennisrepresentatie & Redeneren. Piter Dykstra Instituut voor Informatica en Cognitie

Kennisrepresentatie & Redeneren. Piter Dykstra Instituut voor Informatica en Cognitie Kennisrepresentatie & Redeneren Piter Dykstra Instituut voor Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 30 april 2007 INLEIDING Kennisrepresentatie & Redeneren Week1: Introductie

Nadere informatie

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element. Hoofdstuk 2 De regels van het spel 2.1 De gehele getallen Grof gezegd kunnen we de (elementaire) getaltheorie omschrijven als de wiskunde van de getallen 1, 2, 3, 4,... die we ook de natuurlijke getallen

Nadere informatie

Boommethode. TI1300: Redeneren en Logica. Oefenen, wat anders? Aanvullende regels (Logica, tabel 11.1, p. 159) A (B C),A C = B

Boommethode. TI1300: Redeneren en Logica. Oefenen, wat anders? Aanvullende regels (Logica, tabel 11.1, p. 159) A (B C),A C = B Boommethode Is deze redenering logisch geldig? TI1300: Redeneren en Logica College 15: Boommethode en Resolutie Tomas Klos Algoritmiek Groep A (B C),A C = B oftewel: is deze verzameling vervulbaar? { A

Nadere informatie

Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde

Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde Magali Victoor Promotor: Prof. dr. Hendrik Van Maldeghem Masterproef ingediend tot het behalen van de academische

Nadere informatie

Logica. Oefeningen op hoofdstuk Propositielogica

Logica. Oefeningen op hoofdstuk Propositielogica Oefeningen op hoofdstuk 1 Logica 1.1 Propositielogica Oefening 1.1. Stel dat f en g functies zijn waarvoor f(x)dx = g(x)+c niet waar is. Als Elio Di Rupo paarse sokken heeft, bepaal dan de waarheidswaarde

Nadere informatie

Selectietoets vrijdag 10 maart 2017

Selectietoets vrijdag 10 maart 2017 Selectietoets vrijdag 10 maart 2017 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Zij n een even positief geheel getal. Een rijtje van n reële getallen noemen we volledig als voor elke gehele

Nadere informatie

Logic for Computer Science

Logic for Computer Science Logic for Computer Science 06 Normaalvormen en semantische tableaux Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vorige keer Oneindige verzamelingen 2 Vandaag Wanneer zijn twee formules hetzelfde? Zijn er

Nadere informatie

Semantiek 1 college 10. Jan Koster

Semantiek 1 college 10. Jan Koster Semantiek 1 college 10 Jan Koster 1 Vandaag Vorige keer: conceptuele structuur en semantische decompositie Vandaag: inleiding in de formele semantiek Gebruikt notaties uit formele logica plus de daar gehanteerde

Nadere informatie

Uitwerkingen toets 18 maart 2011

Uitwerkingen toets 18 maart 2011 Uitwerkingen toets 8 maart 20 Opgave. Alle positieve gehele getallen worden rood of groen gekleurd, zodat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Er zijn zowel rode als groene getallen. De som van drie

Nadere informatie

Eindige topologische ruimten

Eindige topologische ruimten R.A.C.H. Wols Eindige topologische ruimten Bachelorscriptie, 8 juni 2010 Scriptiebegeleider: dr. R.S. de Jong Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Eindige ruimten

Nadere informatie

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f.

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 2 juli 2015, 08:30 11:30 (12:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek Analysis

Nadere informatie

Niet-standaard analyse (Engelse titel: Non-standard analysis)

Niet-standaard analyse (Engelse titel: Non-standard analysis) Technische Universiteit Delft Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Delft Institute of Applied Mathematics Niet-standaard analyse (Engelse titel: Non-standard analysis) Verslag ten behoeve

Nadere informatie

b) Niet geldig. Zij π(n)(p) = 1 als n is even, anders π(n)(p) = 0. Schrijf

b) Niet geldig. Zij π(n)(p) = 1 als n is even, anders π(n)(p) = 0. Schrijf opgave 2.1 a) Geldig. Zij n N en π een willekeurige valuatie. Schrijf T = (N, π). Stel, T, n p. Dan bestaat m > n zodat T, m p. Dus voor k > m geldt altijd T, k p. Nu geldt T, n p, want voor alle x > n

Nadere informatie

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Metavariabelen Logica, p Minder connectieven nodig

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Metavariabelen Logica, p Minder connectieven nodig Mededelingen TI1300: Redeneren en Logica College 5: Semantiek van de Propositielogica Tomas Klos Algoritmiek Groep Tip: Als ik je vraag de recursieve definitie van een functie over PROP op te schrijven,

Nadere informatie

IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 2017

IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 2017 IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 017 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Gegeven is cirkel ω met middellijn AK. Punt M ligt binnen de cirkel, niet op lijn AK. De lijn AM snijdt

Nadere informatie

3 De duale vectorruimte

3 De duale vectorruimte 3 De duale vectorruimte We brengen de volgende definitie in de herinnering. Definitie 3.1 (hom K (V, W )) Gegeven twee vectorruimtes (V, K) en (W, K) over K noteren we de verzameling van alle lineaire

Nadere informatie

Hertentamen Topologie, Najaar 2009

Hertentamen Topologie, Najaar 2009 Hertentamen Topologie, Najaar 2009 Toelichting: 06.05.2010 Je mag geen hulpmiddelen (zoals aantekeningen, rekenmachine etc.) gebruiken, behalve het boek van Runde en het aanvullende dictaat. Als je stellingen

Nadere informatie

Topologie I - WPO. Prof. Dr. E. Colebunders

Topologie I - WPO. Prof. Dr. E. Colebunders Topologie I - WPO Prof. Dr. E. Colebunders Academiejaar 2015-2016 Inhoudsopgave 1 Topologische ruimten 2 2 Metriseerbaarheid en aftelbaarheid 7 3 Convergentie en continuïteit 8 4 Separatie-eigenschappen

Nadere informatie

Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) 22 januari, 2015

Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) 22 januari, 2015 Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) januari, 5 In deze uitwerkingen is hier en daar een berekening weggelaten (bijvoorbeeld het bepalen van de kern van een matrix) die uiteraard op het tentamen

Nadere informatie

Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter

Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter 25 februari, 2008 Hans Maassen 1. Inleiding Het Kalman filter schat de toestand van een systeem op basis van een reeks, door ruis verstoorde waarnemingen. Een meer

Nadere informatie