Betreft: Hoorzitting inzake bezwaarschrift betreffende vergunningverlening voor Pride Amsterdam 2017, verleend op 1 juni 2017.

Transcriptie

1 P a g i n a 1 Pleitnotities ten behoeve van de hoorzitting betreffende de bezwaarprocedure vergunningverlening voor Pride Amsterdam 2017, verleend op 1 juni juli om uur in het stadhuis, Mijksenaarzaal Amsterdam, 18 juli 2017 Betreft: Hoorzitting inzake bezwaarschrift betreffende vergunningverlening voor Pride Amsterdam 2017, verleend op 1 juni Vooropgesteld: het Wijkcentrum discrimineert niet. Of je nu lhbtqi bent of niet: vrijheid om te zijn wie je bent en te houden van wie je wilt, gaat ons allemaal aan. Iedereen is gelijk, ook minderheden. Alle Amsterdammers onderling ook. Het verbaast ons daarom eens te meer dat het Wijkcentrum in de hoek gezet wordt als kleine harde kern van klagende bewoners. Het is nota bene de opdracht van het Wijkcentrum om op te komen voor belangen van bewoners, en in het geval van een evenement, op te komen voor de omwonenden die daar ernstige overlast van ervaren. Ook al vormen zij een minderheid. Uit de statuten: het doel is het behartigen en bevorderen van het woon-en leefklimaat. Hierbij gaat het met name maar zeker niet uitsluitend om de volgende oogmerken: b. het behoud van het leefmilieu waar dit dreigt te worden aangetast door overlast van drugsgebruik, prostitutie, evenementen, horeca, reclame of door verkeer en vervoer; De omwonenden om wie het gaat worden feitelijk weggezet als aanstellers. Door zowel de organisator als de gemeente. De eerste mag dat vinden, de gemeente niet. De gemeente behoort de bewoners te beschermen tegen vermijdbare overlast. Daar zijn wetten en regels voor. Daar gaat het nu over. Laten we ons daartoe beperken. 2. Al hetgeen wij in het bezwaarschrift hebben gezet, moet hier als herhaald worden beschouwd. Ook hetgeen gewisseld is tijdens de voorlopige voorziening En het beroepschrift EuroPride 2016 maakt onderdeel uit van het bezwaar. Daar kom ik op terug aan het eind. 3. Art van de APV noemt de redenen op grond waarvan de burgemeester een evenement kan weigeren. Bijvoorbeeld: wanneer een onevenredig groot aantal bezoekers te verwachten is, of van het evenement een onevenredige belasting voor het woon- of leefklimaat in de omgeving te verwachten is. Het artikel wordt door de gemeente steeds omgedraaid en gebruikt als argument om een overlastgevend evenement juist toe te staan. 4. De gemeente stelt dat extra maatregelen zullen worden genomen om overlast te voorkomen: Nog meer toiletfaciliteiten langs de route van de botenparade. Dat zal het wildplassen op de looproutes tussen straat- en pleinfeesten niet verhelpen. Beloftes over handhaving die ieder jaar weer gedaan worden. De omdraaiing van de route van de parade en de afsluitingen. Een creatieve maatregel, en we hopen op een positief effect. De botenparade een uur eerder laten starten. Dat zal de totale duur van de overlast alleen maar verlengen: het evenement zal toch doorgaan tot in de nacht.

2 P a g i n a 2 Het verkorten van de straat- en pleinfeesten met enkele uren: hoe goedbedoeld ook, zolang de geluidsvolumes zo hoog zijn is het een druppel op de gloeiende plaat. Het verlagen van de geluidsvolumes db(c). Daar kom ik op terug 5. In de procedure rond het verlenen van de vergunning is onzorgvuldig gehandeld: De termijnen. 1. De inzendtermijn voor bezwaarschriften was gesteld op 6 weken na het verlenen van de vergunning (1juni), dus uiterlijk 14 juli. Toch kreeg het Wijkcentrum in eerste instantie slechts tot 26 juni de tijd om gronden aan te leveren. In tweede instantie, na protest, tot 3 juli. Het is ook ongelijke behandeling. 2. Tijdens de behandeling van het voorlopig verzoek is beweerd dat de gemeente nog voor de start van de Pride een besluit zal nemen in de bezwaarprocedure. Dat betekent dat er binnen een tijdspanne van slechts 10 dagen een zorgvuldig advies uitgebracht zou moeten worden, verstuurd naar de burgemeester, en de burgemeester het advies vervolgens zorgvuldig moet bestuderen om een weloverwogen besluit te kunnen nemen. Wij verzoeken u dringend de bezwaren in ieders bezwaarschrift serieus te nemen en dit deel van de procedure niet te overhaasten. Onvolledige of foutieve informatie bij de vergunning 1. De rechtbank Amsterdam ontving op 30 juni de stukken van de gemeente i.v.m. de aanvraag tot voorlopige voorziening Pride Hierbij zat het advies van de Omgevingsdienst NZKG voor dit evenement. De geluidszaken daarin wijken af van wat er in de vergunning staat. Zeker gezien de geluidsoverlast die al jaren een probleem is, is het onbehoorlijk dat dit advies niet bij de vergunning was gepubliceerd. of aangekondigd, en dat de andere aanwezige bewoners het niet hebben ontvangen en kunnen meenemen in hun bezwaar. Wij wijzen op de notitie van de NSG op het inhoudelijke commentaar. 2. Op 4 juli werd plotseling tot een derde feest op de Dam besloten. Na maanden van voorbereiding was er plotseling een probleem ontdekt. Dat kan natuurlijk, ware het niet dat de plotseling opduikende bijlage bij de oorspronkelijke vergunning (advies ODNZKG) reeds het derde feest op de Dam vermeldde. Van welke datum is dat advies trouwens? 3. Nog steeds ontbreken een aantal (niet vertrouwelijke) bijlagen bij de vergunning: - Voorwaarden gebruik openbare ruimte - Afbakening evenemententerrein - Programmering Als omwonenden of bezoekers rare dingen denken te zien, moeten zij dan maar aannemen dat het volgens de vergunning mag? Het heeft geen zin om te bellen, de mensen daar hebben de vergunning niet bij de hand, laat staan de stukken die er schijnbaar ook bij horen (o.a. ODNZKG-advies). 4. Bij de verlening van de vergunning beroept de gemeente zich op het Beleidskader Gaypride 2011 e.v. Als er in 2012 een nieuw besluit zou zijn genomen om toch een tweede feest op het Amstelveld toe te staan, waarom beroept de gemeente zich dan niet op dat besluit? 5. De gemeente schermt met cijfers die zouden moeten aantonen dat de Pride door een bijna NoordKoreaanse meerderheid omarmd wordt. Als dat waar is zou je bijna gaan denken dat het doel bereikt is. Helaas zijn opzet (wie, wat, hoe) en resultaten van dat onderzoek niet gepubliceerd. N=35? Hetzelfde is het geval met een telefonisch onderzoek door de gemeente dat de vlucht uit de stad door omwonenden zou moeten ontkennen (genoemd in de informatie avond kort voor de vergunningsaanvraag). Ondanks toezeggingen van het evenementenbureau hebben we opzet en resultaten niet mogen ontvangen.

3 P a g i n a 3 6. Het geluid Minder dan vorig jaar? De gemeente stelt terecht dat het toegestane aantal decibels vanaf de botenparade dit jaar verminderd is. Er wordt echter wéér niet vermeld of de gevelnorm ook toegepast wordt op de woonboten. Dat db(c) maxima gegeven worden is goed, maar niet nieuw, dat was vorig jaar al zo. Dit jaar zijn helaas de db(a) waarden op de gevel losgelaten, terwijl geen cijfers bekend zijn over de geveldemping van db(c). Er zijn een paar uitzonderingen, maar op de meeste pride-locaties lijken de db(c) maxima met +2 of -3 te verschillen met vorig jaar. Dat is echter appels met peren vergelijken, vorig jaar gold vaak een maximum van 98 db(c) op 15 of 25 m van het podium, dus tussen podium en gevels in. Op de gevels zal het dus al lager zijn geweest. Dit jaar is het overal 95 db(c) op de gevel. Waarbij dan wel een gevelcorrectie kan worden toegepast van 3 db: dus als er 98 db(c) wordt gemeten is het ook goed. 3 db verschil maakt overigens veel uit in het kader van gehoorschade. Op de meeste locaties zal de geluidsoverlast dus op hetzelfde neerkomen als vorig jaar. Afwijking vergunning met advies Omgevingsdienst De gestelde 95 db(c) voor de filmavonden op de Nieuwmarkt waren al absurd, dat blijkt dus in het advies een stuk lager te zijn. Bij het Vondelpark is de gevelnorm in het advies iets lager. Het helpt dan ook niet als in de voorlopige voorziening geroepen wordt dat de lagere waarden etc. in het advies gelden in plaats van die in de vergunning zijn gesteld. Dat is niet transparant en leidt feitelijk tot handhavingsproblemen (wel/niet gepubliceerd/kenbaar). Het voorgenomen evenementenbeleid In de beantwoording van de zienswijzen, onder Geluid, schrijft de gemeente daarover het volgende: Momenteel ontwikkelt de gemeente Amsterdam nieuw geluidsbeleid samen met bewoners, ondernemers, omgevingsdienst en externe geluidsdeskundigen. Wij benadrukken nogmaals dat het beleid NIET SAMEN MET BEWONERS ontwikkeld is (zie ons bezwaarschrift). Dat wordt onderschreven door de vertegenwoordigers van alle bewonersorganisaties die aanwezig waren op de zogenaamde consultatiebijeenkomsten. Dhr. Bekkers heeft ons inmiddels laten weten dat de gemeente op dat samen zal terugkomen: niet terecht om het zo te stellen. Belangrijke aanbevelingen van de bewoners, ondersteund door geluidsdeskundigen, zijn immers niet in het beleid neergelegd. Dat de voorstellen van de bewoners door de gemeente niet serieus genomen worden blijkt eens te meer uit het verweerschrift van de gemeente in de beroepszaak EuroPride 2016, waar de gemeente in punt 24 meent te moeten melden dat: met name na de verlening van de vergunning rapporten/aanbevelingen zijn opgesteld door betrokken burgers die zich heel erg in de materie geluid hebben verdiept, maar desalniettemin zijn het geen professionals (erkende onafhankelijke akoestisch adviseurs) op dit vakgebied. De aanbevelingen moeten dan ook in dat licht bekeken worden. Dat, zoals eiser stelt, uit de aanbevelingen en rapporten naar voren komt dat sprake is van onduldbare overlast en dat de gemeente Amsterdam daarom niet in redelijkheid kon overgaan tot afgifte van de vergunning, volgt de burgemeester dan ook niet. Echter: dhr. Roelofsen (directeur NSG) stelt dat erkende onafhankelijke adviseurs niet bestaan in het geluidsvakgebied. Dat iemand zich een professional mag noemen, kan blijken uit

4 P a g i n a 4 het volgen van een opleiding, kennis en ervaring op dit vakgebied. Daarom dienen de bevindingen van een burger op dit punt dan ook serieuzer door de gemeente te worden genomen. Wij blijven dan ook van mening dat er niet serieus is gekeken naar onze voorstellen, terwijl de voorstellen van het wijkcentrum gesteund worden, of zelfs aangeleverd zijn door de NSG. Het nieuwe geluidsbeleid in de praktijk Voorgesteld zijn twee normen (zo is ons verteld): max. 75 db(c) voor evenementen waarbij de versterkte muziek niet het hoofddoel is max. 85 db(c) waar dat wel zo is. In stadsdeel centrum maximaal 1 dag per jaar, in de andere stadsdelen 3 dagen. Dat aantal is dan buiten de locaties waarvoor een locatieprofiel geldt. Waarbij gebleken is dat het gewoon koehandel/handje klap is om de norm op 85 db(c) te leggen, omdat bewoners 80 willen en de organisatoren 90?? Koningsdag/nacht en Pride zijn bijzonder en gelden opeens als 1 dag, tellen wel mee in de locatieprofielen, maar daarbuiten niet. Daar zijn ze extra. Snapt u het nog? Wij niet. Het definitieve voorstel wordt vandaag publiek, dus we zullen het misschien gaan snappen. Een ding is duidelijk, zij het onbegrijpelijk: de normen worden losgelaten als het een bijzonder evenement is (volgens de burgemeester). Dat heel veel mensen Koningsdag bijzonder en belangrijk vinden lijdt geen twijfel, en dat geldt ook voor de Pride. Maar dat daarom het geluidsvolume 10 db hoger mag dan de norm, zonder enige motivatie, dat is onbegrijpelijk. 95 Db(C) op de gevel 85 Db(C) op de gevel veroorzaakt al de nodige overlast binnenshuis, zeker als het langer duurt dan een paar uur. 95 Db(C) opgedrongen geluid, twee lange avonden achterelkaar, mag je niemand aandoen. Ook niet in een redelijk geïsoleerde woning. Niet iedereen is in staat twee avonden en nachten elders te verblijven. 7. Onduldbaar In het evenementenbeleid voor zover wij dat hebben kunnen zien staat: We zoeken daarmee (de basisnorm) aansluiting bij de nota Limburg als het gaat om de grens tussen duldbaar en onduldbaar. Het wekt daarom verbazing dat er tijdens de behandeling van de voorlopige voorziening werd gesuggereerd dat onduldbaar een gelegenheidsterm is in plaats van een algemeen geaccepteerd begrip. Zie ook het NSG-meetrapport van de Zeedijk. Uitgangspunten voor het nieuwe geluidsbeleid in Amsterdam zijn: 1. spraakverstaanbaarheid binnenshuis, 2. het voorkomen van slaapverstoring, 3. preventie van gehoorschade. Die uitgangspunten zijn door de burgemeester op vragen van mw Iping (raadscommissie Algemene Zaken 8 december 2016) zeker meer dan redelijk genoemd, en in een later ambtswoninggesprek heeft hij dat herhaald. Gezien die uitspraken is het op z n zachtst gezegd bevreemdend dat diezelfde burgemeester akkoord zou gaan met 95 db(c) op de gevel, het zelfs zou voorschrijven, alleen maar omdat hij de Pride een belangrijk evenement vindt. 8. Er is genoeg jurisprudentie om onze mening ten aanzien van de hoge geluidsmaxima te staven. Zie daarvoor het beroepschrift EuroPride 2016, ons bezwaarschrift Pride 2017 en voorlopige voorziening 2017.

5 P a g i n a 5 9. In ons beroepschrift EuroPride 2016 geven wij aan dat de burgemeester/evenementenbureau niet over de decibellen gaat. Hij gaat op grond van de APV alleen over de openbare orde. Doordat de Pride geenszins incidenteel te noemen is, het is immers een jaarlijks terugkerend langdurend evenement, behoort de Pride als inrichting beoordeeld te worden. Er gelden in dat geval zwaardere geluidsnormen met toepassing van de BBT (Beste Beschikbare Technieken). Wij wijzen op punt 46 en 47 van het beroepschrift. Een evenement dat als ruimtelijk relevant wordt beschouwd, dient in een bestemmingsplan te worden vastgelegd: het aantal, de soort, de duur en maximale bezoekersaantallen. De gemeente dient (vooraf) gedegen onderzoek te verrichten. Dat heeft deze gemeente allemaal niet gedaan. In het beroepschrift staan uitspraken uit 2012 waaruit blijkt dat het slechts in de APV opnemen van een vergunningplicht voor het houden van een evenement met name is ingegeven vanuit het oogpunt van handhaving van de openbare orde. MAAR de AVP geen toetsingskader is voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van een evenement of evenemententerrein. Dat geldt ook voor bepalingen die een APV biedt om geluidvoorschriften te verbinden aan een evenemententerrein. Dat zegt ook de recente uitspraak /1/R1 van de Raad van State d.d. 14 juni 2017: Dat een evenementenvergunning als bedoeld in de APV met name is ingegeven vanuit het oogpunt van handhaving van de openbare orde en geen toetsingskader vormt voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van een evenement. De eventuele mogelijkheid die de APV biedt om bijvoorbeeld de eindtijd van de feestavonden te regelen en voorschriften omtrent het opbouwen en afbreken te stellen, is niet bedoeld om een goede ruimtelijke ordening te waarborgen. Dat het evenement mede wordt gereguleerd door de APV kan derhalve geen reden zijn om in dit opzicht een nadere regeling in de planregels achterwege te laten. En dat laat deze gemeente dus bewust na. Wij dringen er bij u op aan om in de Beslissing op Bezwaar hier nader op in te gaan. In uw verweerschrift gaat u daaraan voorbij. Tot slot: Dat Amsterdam geen Vierhouten, Zwolle of Roermond is, doet niet terzake en neigt naar het tegenwoordige antwoord op iedere kritiek: ga maar naar het hutje op de hei. De gemeente onwaardig. Enige mate van extra overlast is onlosmakelijk verbonden met het organiseren van evenementen. Doch er is een verschil tussen duldbare en onduldbare overlast. Wij persisteren in ons standpunt dat de gemeente Amsterdam niet had mogen overgaan tot het toestaan van de vergunde maximumnormen. Voor het overige verwijzen wij nogmaals naar de ingediende stukken.