wam3 DE HOOGTE VAN CONTAINERSCHEPEN OP DE RIJN Rotterdam, december 1996 HIIN Yom, 99,1st Adviesdienst Verkeer en Vervoer Afdeling Scheepvaart

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "wam3 DE HOOGTE VAN CONTAINERSCHEPEN OP DE RIJN Rotterdam, december 1996 HIIN Yom, 99,1st Adviesdienst Verkeer en Vervoer Afdeling Scheepvaart"

Transcriptie

1 Yom, 99,1st DE HOOGTE VAN CONTAINERSCHEPEN OP DE RIJN HIIN wam3 uum, ïa Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Afdeling Scheepvaart Rotterdam, december 1996

2 Inhoudsopgave 1 Samenvatting Inleiding Gevolgde werkwijze 3.1 Enquete 3.2 Hoogtemeting Resultaten enquete 4.1 Respons 4.2 Bezettingsgraad 4.3 Aantal lagen 4.4 Containergewicht 4.5 Geladen/lege containers 4.6 Type container 4.7 Ballasttanks 5 Hoogtemeting Millingen 5.1 Resultaat metingen 5.2 Schepen met 3 lagen containers 5.3 Schepen met 4 lagen containers 5.4 Snelheid en inzinking 6 Beschouwing resultaten 6.1 Rekenwijze PIANC 6.2 Nieuwe berekening 6.3 Keuze doorvaarthoogte Bijlage: Meten hoogte van containerschepen K

3 . 1. Samenvatting In de zomer van 1996 is een onderzoek uitgevoerd naar de hoogte van op de Rijn varende containerschepen. Het onderzoek bestond uit twee delen: een schriftelijke enquete onder schippers van containerschepen en praktijkmetingen op een iocatie bij Millingen. De uitkomsten zijn vergeleken met de berekeningen, die ten grondslag lagen aan de thans geldende waarden voor doorvaarthoogte. In de periode mei-juli 1996 hebben 22 schippers van containerschepen de enqueteformulieren ingevuld, waardoor de gegevens van 336 reizen voor onderzoek beschikbaar kwamen. Onderstaand zijn enkele belangrijke kenmerken weergegeven. De betekenis van de gebezigde termen is in het verdere rapport te vinden. Voor een gemiddeld containerschip op de Rijn geldt thans: capaciteit bezetting bezettingsgraad lege containers 40 voets containers high cube containers gewicht geladen container 185 TEU 122 TEU 66% 27% 45% _)_0 0, Covto,Tsg 7% 12,4 ton t-c- Bepaalde kenmerken verschillen aanmerkelijk voor de relaties Rotterdam-Duitsland en Antwerpen-Duitsland, met name de verhouding tussen 3 en 4 iagen belading high cube, geladen en lege containers. en de percentages voor De schepen blijken vrijwel geen van alle over voldoende ballastcapaciteit te beschikken om hun 1 hoogte in verband met de passage van bruggen te verminderen. 14r1, J7 -,, De praktijkmetingen zijn gedurende 16 dagen op een lokatie nabij Millingen uitgevoerd. Ze hebben 135 valide meetwaarden opgeleverd. Daarvan hebben 89 betrekking op schepen met 3 lagen containers en 46 op schepen met 4 lagen containers. De gemiddelde hoogte van de voorbijvarende schepen met 3 lagen containers was 7,00 meter, van de schepen met 4 lagen containers 8,92 meter. Gezien de gemiddelde snelheid van 4,55 m/sec (= 16,4 km/u) door het water is de door de scheepssnelheid veroorzaakte inzinking circa 20 cm. Deze waarde moet bij de gemeten hoogte opgeteld worden om een maat voor doorvaarthoogte te krijgen, evenals een schrikhoogte van 30 cm. Op de meetresuitaten is de rekenwijze toegepast, die destijds door de PIANC-werkgroep is gehanteerd. De uitkomst bevestigd de validiteit van de metingen. De meetresuitaten duiden er op, dat een deel van de op de Rijn varende vloot containerschepen een ladinghoogte heeft, die de bestaande normen voor brughoogte te boven gaat. Aanvaardt men als compromis tussen de wens van onbelemmerde vaart en de kosten van hogere bruggen een maatgevend schip, overeenkomend met 50% van de thans op de Rijn varende containerschepen, dan is voor 3 lagen containers een doorvaarthoogte van 7,50 meter vereist en voor 4 lagen containers 9,45 meter. Problemen zullen zich eerder doen voelen bij kanalen en gestuwde rivieren met vaste waterstand, dan bij vrij stromende rivieren met wisselende waterstand. 91

4 2. Inleiding In 1992 heeft de ECE (U.N. Economic Commission for Europe) een nieuwe classificatie voor binnenvaarwegen opgesteld, zulks op grond van de aanbevelingen in het rapport van een werkgroep van PIANC (Permanent International Association for Navigation Congresses) uit De classificatie doet ook een uitspraak over minimum hoogten onder bruggen ten behoeve van containerschepen. Containerbinnenvaart was toentertijd relatief nieuw. De PIANC-werkgroep heeft zich bij de bepaling van brughoogte moeten baseren op aannamen over containergewicht en beladingsgraad van de containers. Uiteindelijk is in de ECE overeengekomen de brughoogte voor schepen geladen met drie lagen containers op 7,00 meter en voor schepen geladen met vier lagen containers op 9,10 meter aan te houden. In beide waarden is een veiligheidsmarge van 0,30 meter begrepen. Het bedrijfsleven heeft deze overeengekomen hoogten meer dan eens ter discussie gesteld (onder meer in een brief van het Centraal Bureau Rijn- en Binnenvaart van 30 maart 1994), omdat haars inziens onvoldoende rekening is gehouden met de in de praktijk optredende situaties. De kwestie is opnieuw opportuun geworden bij de bepaling van de aanieghoogten van bruggen over de vaarweg Lemmer-Delfzijl en over het Rhein Seitenkanal tussen Straatsburg en Basel. In het kader van het onderzoekprogramma 1996 gaf de Hoofddirectie van de Rijkswaterstaat opdracht aan de afdeling Scheepvaart van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer om onderzoek te doen naar de in praktijk voorkomende hoogten van containerbinnenschepen. Om de gestelde vraag te beantwoorden heeft de afdeling Scheepvaart: een (schriftelijke) enquete gehouden onder de schippers van containerschepen, waarbij gevraagd is naar ladinggegevens. praktijkmetingen doen uitvoeren, waarbij de werkelijk hoogste punten van aan boord geplaatste containers nauwkeurig zijn gemeten. Deze rapportage van de hand van de projectleider, B.M. Peters, geeft een verslag over de aanpak, uitvoering en resultaten van de metingen naar hoogte van containerschepen. In hoofdstuk 3 is de gevolgde werkwijze beschreven. De hoofdstukken 4 en 5 doen verslag van de resultaten van achtereenvolgens de enquete en de metingen. Hoofdstuk 6 geeft een beschouwing van de resultaten in relatie tot de in 1992 vastgestelde maten.

5 3. Gevolgde werkwijze 3.1 Enquete Omstreeks 60 binnenvaartschepen zijn full-time bij het containervervoer betrokken. Aan 35 schippers van containerschepen is telefonisch verzocht om aan de enquete mee te werken door op een formulier reis- en ladinggegevens in te vullen. Een bevestiging van deelname en de invuiformulieren zijn daarna -voornamelijk per fax- toegezonden. Aan de schippers is gevraagd om gedurende ca. drie maanden (de periode mei-juli 1996) per reis gegevens in te vullen geldend voor het Waaltraject tussen Gorinchem en Lobith. De betreffende gegevens zijn: scheepsnaam vaartraject automatische ijkmeting ja of nee? ballastmogelijkheden, zo ja hoeveel? datum begin reis eindbestemming totaal aantal containers aan boord (in TEU) aantal containers van 40 voet en 20 voet aantal containerlagen aantal lege containers (in TEU) aantal high cube (HC) containers (in TEU) bepaalt de HC container de maximum scheepshoogte? totaal lading gewicht incl. gewicht lege containers diepgang voor en achter hoogte hoogste container ten opzichte van het water eventuele bijzonderheden In totaal hebben de schippers van 22 schepen meegewerkt aan de enquete, een respons van 63%. De gegeven informatie is alleen op geaggregeerd niveau behandeld in dit rapport. 3.2 Hoogtemetingen Met de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat is nagegaan welke methode het meest in aanmerking kwam om de hoogte te meten (met een nauwkeurigheid beter dan 5 cm). Gezien het betrekkelijk geringe aantal metingen is besloten om vanaf een locatie langs de Waal op eenvoudige manier te meten, namelijk een horizontale waterpassing met behulp van krikstatieven. Een krikstatief is een speciaal statief met een verticale kolom van ca. 60 cm, die in combinatie met een waterpasinstrument op de hoogte van het horizontaal te meten punt kan worden gedraaid. Door een serie krikstatieven op een talud te plaatsen kan een hoogte verschil van ca. 3 meter worden overbrugd. Als lokatie is Millingen aan de Rijn gekozen, vanwege de aanwezigheid van een talud met voldoende hoogteverschil en peiischalen, waarmee direct de relatie met NAP kon worden gelegd.

6 Bij het naderen van een te meten schip is, na keuze van het juiste krikstatief, de waterpas ingesteld op de maximum hoogte van de containers aan boord. In combinatie met een baakaflezing is dan de hoogte ten opzichte van de waterspiegel bekend. Afgesproken is tijdens de meting geen wal-schip radiocontact te hebben en geen gegevens over schip en lading op te vragen, teneinde het verloop van de meting zelf zo min mogelijk te storen. De volgende gegevens zijn geregistreerd: naam schip registratienummer scheepslengte vaarsnelheid (voor berekening inzinking) aantal lagen containers lokatie hoogste container op het schip vaarrichting eventuele bijzonderheden Met het aantal lagen containers wordt bedoeld: de hoogste laag waarop de containers gestapeld zijn. De bovenste laag is meestal niet geheel vol. Bij de meting zijn van eik passerende containerschip enkele foto's genomen om eventuele onduidelijkheden in de uitkomsten achteraf te kunnen verifiëren. Op 4 april is een proefmeting uitgevoerd om de haalbaarheid van de meetmethode vast te stellen. De methode bleek goed uitvoerbaar (zie bijlage 1 ). Om een voor statistische verwerking adequaat aantal metingen te verkrijgen, zijn in de zomer van 1996 vijf meetsessies van drie dagen (namelijk dinsdag, woensdag en donderdag, de dagen waarop de meeste containerschepen te verwachten zouden zijn) gedurende de daglichtperiode (7-22 uur) gehouden. De Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat heeft de eerste twee meetsessies uitgevoerd. De overige drie zijn door een ervaren landmeter van de Heidemij verricht. De genoemde vijf meetsessies vielen in de volgende perioden: t/m 24 mei t/m 20 juni ,31 juli en 1 augustus t/m 8 augustus t/m 15 augustus 1996 Op deze wijze is het gelukt een reeks van 135 valide metingen te verkrijgen. De resultaten worden in hoofdstuk 5 beschreven.

7 4. Resultaten enquete 4.1 Respons Van de 35 schippers van containerschepen, die benaderd zijn met het verzoek aan de enquete mee te werken, hebben 22 schippers oftewel 63% gereageerd. In totaal zijn de gegevens van 336 reizen met containerschepen ingevuld. Van de 336 reizen waren er 180 (54%) in de afvaart, dus komend vanuit Duitsland, en 156 (46%) in de opvaart, dus in de richting Duitsland. In 236 gevallen (70%) voer het schip van of naar Rotterdam en in 100 gevallen (30%) van of naar Antwerpen, eventueel met een tussenstop in Rotterdam. De antwoorden op de vraag naar scheepshoogte bleken bij verificatie niet voldoende betrouwbaar om in de verdere verwerking van de enquete te kunnen gebruiken. 4.2 Bezettingsgraad De geënqueteerde schepen hebben gedurende de periode half mei tot en met juli 1996 tijdens 336 reizen TEU's verscheept met een ladinggewicht van ton (tabel l). Tijdens deze reizen waren stelplaatsen beschikbaar, een gemiddelde van 185 per reis. Gemiddeld vervoerde een schip slechts 122 TEU, zodat een bezettingsgraad (werkelijk vervoerd aantal TEU's gedeeld door het aantal stelplaatsen) van gemiddeld 66% is gerealiseerd. De schepen met bestemming Rotterdam kwamen op gemiddeld 125 TEU per reis, de schepen met als rechtstreekse bestemming Antwerpen op gemiddeld 114 TEU per reis. Een onvolledige bezetting kan worden veroorzaakt door fluctuaties in het ladingaanbod, (soms) een te hoge waterstand en het strakke vaarschema, waardoor het schip niet op lading kan wachten. 4.3 Aantal lagen Van deze 336 reizen zijn er 208 (62%) met een belading van 3 lagen containers uitgevoerd en 128 (38%) met 4 lagen containers. Van de groep van 22 containerschepen die aan de enquete meewerkten, waren er vier, die gezien hun afmetingen met maximaal 3 lagen containers kunnen varen. Bij de overige 18 schepen waren 128 reizen met 3 lagen en 164 reizen met 4 lagen containers. Deze verdeling is niet beïnvloed door de waterstand, want in de betreffende periode golden geen hoogtebeperkingen op de routes naar Rotterdam en Antwerpen. De met 3 lagen geladen schepen hadden gemiddeld 103 TEU per reis aan boord, de met 4 lagen geladen schepen 152 TEU. De verdeling over 3 en 4 lagen was voor de schepen met herkomst of bestemming Rotterdam 54% versus 46%. Voor Antwerpen lagen deze cijfers op 80% versus 20%, dus significant lager. In 6.3 komen we hier op terug. 4.4 Containergewicht Het gemiddelde container gewicht van alle containers, dus inclusief de lege containers bedroeg 9,6 ton per TEU. Het gemiddeld gewicht van een geladen container met inbegrip van de container zelf bedroeg 12,4 ton per TEU. Tijdens de afvarende reizen bedroeg het gemiddelde gewicht van een beladen container 13,4 tegen 10,7 ton per TEU bij opvaart. 7

8 Opvallend is, dat de beladen containers voor Antwerpen systematisch zwaarder zijn dan die met bestemming Rotterdam: 11 3 ton (Antwerpen) tegenover 10,6 ton (Rotterdam) in de opvaart en 14,0 ton versus 13,1 ton in de afvaart. Overigens weegt een lege 20 voet lange, 81/2 voet hoge container volgens de ISOstandaard 2,08 ton en een 40-voeter 3,15 ton. Bijzondere types (open top, flat rack, reefer) zijn in de regel zwaarder. Het maximale ladinggewicht van een 20-voeter is, afhankelijk van het type, circa 18 ton en van een 40-voeter 27 ton. Het totale gewicht van een beladen container zou dus op 20 resp. 43 ton uit komen. De bovenstaande cijfers over gemiddeld gewicht duiden er op, dat de containers zelden tot hun maximale gewicht beladen zijn. 4.5 Geladen/lege containers Figuur 1 geeft een overzicht van de vervoerde containers tijdens de 336 reizen. Van het totaal aantal van TEU waren er TEU of 27% leeg. Onderscheiden naar opvaart en afvaart, blijkt dat 41 % leeg is in de opvaart en 12% leeg in de afvaart. Er zijn opvallende verschillen tussen de reizen met bestemming Antwerpen of Rotterdam. Antwerpen toont percentages van 49% leeg in de opvaart en 4% leeg in de afvaart, terwijl Rotterdam uit komt op 39% leeg in de opvaart en 16% leeg in de afvaart. 4.6 Type container De meest voorkomende lengte van containers zijn de 20 voet en de 40 voet. Voor statistische doeleinden worden aantallen containers meestal uitgedrukt in TEU (Twenty feet Equivalent Units). Een 40-voeter staat dus gelijk aan 2 TEU. De verhouding tussen 20 en 40-voets containers lag in de enquete op 55% resp. 45%. De hoogtes van containers variëren van 8 voet (2,44 m) tot 91/2 voet (2,90 m). Een hoogte van 81/2 voet (2,58 m) komt vandaag de dag het meeste voor. De containers hoger dan 81/2 voet, dus 9 of 91/2 voet hoog, noemt men high cube (HC). Het aandeel high cube containers in het totale aantal vervoerde containers bedroeg 6,7%. Ook hier is een opmerkelijk verschil tussen de vaart op Antwerpen of Rotterdam. Op de relatie met Antwerpen is 3,5% HC's geregistreerd, op de relatie met Rotterdam 7,9%, ruimschoots het dubbele. Van alle reizen was in 45% de high cube container bepalend voor de grootste containerhoogte. 4.7 Ballasttanks Uit de enquete bleek dat 68% van de schepen mogelijkheden hadden om ballastwater in te nemen, 32% van de schepen beschikte niet over de mogelijkheid te ballasten. De hoeveelheden in te nemen ballast liep uiteen van 35 M3 tot 1300 m', met het zwaartepunt in de categorie 50 á 200 M3. Men kan stellen, dat ballastmogelijkheden tot ca. 500 m 3 uitsluitend gebruikt worden voor het vertrimmen van het schip, dat wil zeggen, zorgen dat een ongelijkmatig beladen schip weer horizontaal in het water komt te liggen. Ballasten om de doorvaarthoogte te beperken komt ternauwernood voor. In feite was er slechts één geval dat hiervoor in aanmerking kwam, een schip dat 1300 M3 ballast kon innemen. De schepen met een kleine ballastcapaciteit hebben in de regel een beperkt pompvermogen en zijn om die reden niet genegen extra te ballasten. Kortom, de veronderstelling dat schepen systematisch zouden kunnen ballasten om hun hoogte te beperken, houdt geen stand.

9 (.0 en T (0 0 i,. en afvaart 13 C afvaart CD Z) CD -0 CD en afvaart 14 afvaart en 4 ]Alle cien 1 Rdam-Duitsland Rdam-Duitsiand Rdam-Duitsland Rdam-Duitsland Rdam-Duitsland Antwerp-Duitslai Alle Rdam-DuRsland Rdam-Duitsland reizen containers I incl.tarra , , ,4 Ei2 --1Ä M8- - i3-j -8ä i , , , , i-, i , , , , , , , 'é , , , , O,E c tregë Ilikgh culbe cnitainérs iersj cntinersjcontainersj - 9,6 2k6 0 9,2 28,0 7,9 10,7 23,0 3,5 12,0 6,3 11,3 16,2 7,7 13,5 3,8 3,5 7,1 41,5 7,0 7,2 39,0 8,1 6,7 49,5 3,5 10,6 21,7 4,9 10,3 20, ,9 23,7 3,1 12,8 8,4 4,9 12, ,2 13,6 4,4 2,9 7,3 41,1 4,8 7,5 35,1 5,8 6,9 W.3 3,3 32,0 8,7 8,2 áä 1 9,5 10,3 --1,0 4,6 10,8 18,41 8,5 10,0 2j, 1 9,5 13,2 2,2 5,2 7,0 41,7 8,8 7,1 41,0 9,4 6,2 47,3' 3,9

10 5. Hooglemeting Millingen 5.1 Resultaat metingen Gedurende 16 dagen zijn 135 vaiide hoogtemetingen verricht, waarvan 89 van schepen met 3 lagen containers (66%) en 46 van schepen met 4 lagen (34 %). Deze percentages komen redelijk overeen met die van de enquete ( 4.3). Van de schepen is het hoogste punt van de lading gemeten. Containerschepen zijn immers in staat het stuurhuis tot onder het niveau van de lading te doen zakken. De hoogte van de lading is derhalve bepalend voor de vereiste doorvaarthoogte onder bruggen. 5.2 Schepen met 3 lagen containers In figuur 2 is de statistische verwerking van de maximum gemeten hoogten ten opzichte van het water van 89 schepen met drie lagen containers aangegeven. Het rekenkundig gemiddelde van de hoogtemetingen bedraagt 7,00 meter; 50% van de schepen heeft een hoogte van meer dan 6,90 m, 10% overschrijdt de 7,50 m. De grootste hoogte was 8,16 m. Deze maten hebben betrekking op varende schepen. 5.3 Schepen met 4 lagen containers In figuur 3 zijn de hoogten van de schepen met 4 lagen containers uitgezet. Van het totaal van 46 metingen lag het rekenkundig gemiddelde op 8,92 m; 50% van de schepen heeft een hoogte van meer dan 9,10 m, 10% overschrijdt 9,65 m. De grootste gemeten hoogte van een varend containerschip was 10,09 m. 5.4 Snelheid en inzinking Van 58 opvarende en 50 afvarende schepen is een valide snelheidsmeting beschikbaar. De opvarende schepen voeren gemiddeld 3,71 m/sec (= 13,37 km/u) over de grond, met een laagste waarde van 2,9 m/sec ( = 10,4 km/u) en een hoogste waarde van 4,1 m/sec (= 14,8 km/u). De afvarende schepen voeren gemiddeld 5,40 m/sec (= 19,44 km/u) met een laagste waarde van 4,3 m/sec ( = 15,5 km/u) en een hoogste waarde van 6,8 m/sec (= 24,5 km/u). De snelheden over de grond worden natuurlijk be'fnvloed door de stroomsnelheid van de rivier. Tijdens de meetdagen varieerde de waterstand van 8,08 m tot 9,08 m boven NAP, waardoor de stroomsnelheid varieerde van 0,75 m/sec tot 0,95 m/sec. Als gemiddelde is een stroomsnelheid van 0,85 m/sec (= 3,1 km/u) aan te houden. De gemiddelde vaarsnelheid door het water opvarend komt dan op 4,56 m/sec en afvarend op 4,55 m/sec (= 16,4 km/u). De gemeten hoogten zijn die van varende schepen. Deze hebben vergeleken met een stilliggend schip een diepgangsvermeerdering, dus hoogtevermindering, door inzinking in hun spiegeldalingskuil. Voor een breed vaarwater als de Waal en de hierboven aangegeven snelheid bedraagt de inzinking circa 20 cm. 10

11 OVERSCHRIJDINGKANS SCHEEPSHOOGTE af- en opvarend 3 lagen containers(gemeten waarden) nmoi AANTAL WAARNEMINGEN SCHEEPSHOOGTE af- en opvarend 3 lagen containers (gemeten waarden) C CD C7) 5 E CD E a.1 r T12 2 2á CD 5ir,,c2c 0 g 0 <'? n r'- a) LCSOW-5w(ó(0 - - to (D r-. r-: r- r-: f-j 06 scheepshoogte [m t.o.v. water] Figuur 2: Hoogtemetingen van 89 schepen met 3 lagen containers. 1 1

12 Q) 0 C7) C 5:E 0 100% % 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 7 OVERSCHRIJDINGKANS SCHEEPSHOOGTE af- en opvarend 4 lagen containers (gemeten waarden) AANTAL WAARNEMINGEN SCHEEPSHOOGTE af- en opvarend 4 lagen containers (gemeten waarden) lu E CC r cl (Q CC. cl (C CC - " co a) co co co 0) 0) a) 0) a) 0 C) scheepshoogte [rri to.v water] Figuur 3: Hoogtemetingen van 46 schepen met 4 lagen containers 12

13 6. Beschouwing resultaten 6.1 Rekenwijze PIANC In 1990 bracht een werkgroep van PIANC (Permanent International Association of Navigation Congresses) een rapport uit getiteld "Standardization of Inland Waterways' Dimensions". Het rapport vormde de grondslag voor de in 1992 door de ECE (U.N. Economic Commission for Europe) vastgestelde nieuwe vaarwegklassificatie. De ECE geeft een minimum hoogte onder bruggen aan van 7,00 meter voor schepen met 3 lagen containers en 9,10 meter voor schepen met 4 iagen containers. De maten zijn zodanig gekozen, dat tussen het hoogste punt van het schip en de onderkant van de brug een marge van 30 cm aanwezig is, de zogenaamde schrikhoogte. In de schrikhoogte zijn begrepen een hoogteverschil door ongelijklastige belading van het schip (trim), een onnauwkeurige afiezing of berekening van de diepgang en de invloed van golven op de vaarweg. Uit de metingen is gebleken dat een groot deel van de te Millingen passerende containerschepen een -soms aanzienlijk- grotere hoogte had, dan aangegeven in de Europese maten. Hoe is dit te verklaren? Bij de berekening van de hoogte van containerschepen kon de PIANC-werkgroep destijds nauwelijks van bestaande ervaring uit gaan, containervervoer per binnenschip was immers een relatief nieuw fenomeen. De werkgroep heeft haar becijferingen daarom op een aantal aannamen moeten baseren. Die aannamen waren: maatgevend schip is klasse IV (85 x 9,5 m) met maximaal 81 TUE in 3 lagen gestapeld, 75% geladen containers van 81/2 voet (2,58 m) hoogte met een gewicht van gemiddeld 12 ton/tue, de bezettingsgraad is 100%. n. H Figuur 4: Schema voor de berekening van scheepshoogte 13

14 De berekening maakt gebruik van de volgende formules: H = (n x HJ + H s - Te - T,: waarin: T, = w Cb x L x B De symbolen hebben als betekenis: H vertikale afstand tussen het water en het hoogste punt van het schip H, hoogte van een container H, afstand tussen de bodem van het schip en de bodem van het ruim T,2 diepgang van het lege schip T, inzinking van het schip ten gevolge van het ladinggewicht W gewicht van de lading L = grootste lengte van het schip B = uitwendige breedte van het schip Cb = blokcoëfficiënt, gesteld op 0,85 n = aantal lagen containers Het iadinggewicht van het klasse IV-schip is: 0,75 x 12 x 81 = 729 ton. Bij een scheepsbreedte van 9,5 m en een lengte van 85 m bedraagt de inzinking door de lading T, = 1,06 m. Voor dit geval is T, = 0,80 m, terwijl H, = 0,50 m. Dan wordt: H = (3 x 2,58) + 0,50-0,80-1,06 = 6,38 m Indien het schip is geladen met twee volle lagen containers en één container in de derde laag, dat wil zeggen: 2 x = 55 TEU, dan is W = 495 ton, waardoor Tc = 0,72 meter en vervolgens: H = (3 x 2,58) + 0,50-0,80-0,72 = 6,72 m. Gerekend met een schrikhoogte van 0,30 m komt de doorvaarthoogte (afgerond) op 7,0 meter, zijnde de vereiste doorvaarthoogte volgens de PIANC-werkgroep. Voor alle duidelijkheid: in het vorenstaande is gerekend met een stilliggend schip. 6.2 Nieuwe berekening Op grond van de resultaten van de enquete en de hoogtemetingen is het mogelijk opnieuw een berekening uit te voeren met een schip, dat representatief is huidige vaart met containers op de Rijn. Een gemiddeld schip heeft een capaciteit van 185 TEU ( 4.2). Dat is veel voorkomende klasse V-schip van 110 x 11,4 m met voor de minder dan het een capaciteit van 208 TEU. Stel, het gemiddelde schip is 11 4 m breed, dan is de fictieve lengte 185/208 x 110 = 97,8 m. Gemiddeld gaan 122 TEU mee, waarvan 73% beladen oftewel 89 TEU ( 4.5) en 27% oftewel 33 TEU leeg. Een gemiddelde geladen container weegt 12,4 ton/teu. Gezien de mix van 20 en 40 voeters ( 4.6) moet voor het gewicht van een lege container gemiddeld 1,90 ton/teu aangehouden worden. Het ladinggewicht is dus: 14

15 W = (89 x 12,4) + (33 x 1, 90) = 1166 ton Volgens de formule is: T, = 1166 : (0,85 x x 97,8) = 1 23 m In de meetbrief van vergelijkbare schepen is aangegeven, dat de inzinking 1 cm per 10,2 ton lading bedraagt. In dat geval komt de inzinking door de lading uit op 1,14 m. Het verschil is te verklaren door de relatief 'volle' vorm van het grote containerschip. De keuze van waarde van de blokcoëfficiënt is minder accuraat, dan de in de meetbrief aangegeven relatie. Derhalve is het beter met T, = 1,14 m verder te rekenen. Voor klasse V-schepen geldt dat Te = 0,90 m en H, = 0,60 m. Bij 4 lagen containers met tenminste één 91/2 voets HC-container in de vierde laag is dan: H = (3 x 2,58 + 2,90) + 0,60-0,90-1,14 = 9,20 m Rekening houdend met een inzinking van 0,20 m als gevolg van de scheepssnelheid is het hoogte van het varende schip gemiddeld 9,00 m boven de waterspiegel. Deze waarde komt nagenoeg overeen met de 8,92 m die als gemiddelde uit de metingen kwam, hetgeen de representativiteit van de metingen ondersteunt. Om tot een maat voor doorvaarthoogte voor bruggen te komen, moet de waarde van H. met 0,30 m schrikhoogte vermeerderd worden. 6.3 Keuze doorvaarthoogte Uit de figuren 2 en 3 blijkt, dat een deel van de op de Rijn varende containerschepen een hoogte heeft die de bestaande normen voor brughoogte aanmerkelijk te boven gaat. Men kan zich afvragen hoe hoog de bruggen gelegd moeten worden om de containervaart goed te faciliteren. In de toekomst zal het aandeel van de high cube containers (nu nog een kleine 7%) zeker toenemen en de hoogteproblematiek dus ook. Mochten gemiddeld containergewicht en bezettingsgraad toenemen, dan heeft dit een gunstig effect op de hoogte van het schip, dat wil zeggen, doet de hoogte verminderen. Anderzijds dient men te bedenken dat er ten tijde van de metingen géén hoogterestricties golden op de Rijn. Met andere woorden, de containers konden wat de onderdoorvaart van de bruggen betreft onbeperkt hoog gestapeld worden. Op de Rijn-Scheideverbinding bijvoorbeeld gelden dergelijke restricties wel: daar liggen de bruggen onveranderlijk op 9,10 m boven een vast kanaalpeil. Uit 4.3 bleek al, dat het aandeel reizen met 4 lagen containers met herkomst of bestemming Antwerpen aanmerkelijk lager is, dan hetzelfde getal voor de reizen met herkomst of bestemming Rotterdam, namelijk 20% tegen 46%. Navraag bij de rederijen bracht aan het licht, dat men juist vanwege hoogteproblemen minder vaak met 4 lagen containers op Antwerpen vaart. Ballasten blijkt in dit verband geen optie te zijn ( 4.7). Als verdedigbaar compromis tussen de wens van onbelemmerde vaart en de kosten van hogere bruggen tekent zich af als: 50% van de op de Rijn varende schepen moet in staat zijn de bruggen onbelemmerd te passeren; de andere 50% moet bij de belading rekening houden met een beperking van de hoogte onder bruggen. De gekozen maat dient gebaseerd te zijn op een stilliggend schip en rekening te houden met een schrikhoogte van 30 cm. 15

16 Bij de 89 te Millingen passerende schepen met 3 lagen containers is een gemiddelde hoogte van 7,00 m gemeten. De inzinking ten gevolge van de scheepssnelheid was 20 cm, de toeslag voor de schrikhoogte is gesteld op 30 cm, de benodigde doorvaarthoogte is derhalve 7,50 m. Bij de 46 te Millingen passerende schepen met 4 lagen containers is een gemiddelde hoogte van (afgerond) 8,95 m gemeten. De inzinking ten gevolge van de scheepssnelheid was 20 cm, de toeslag voor de schrikhoogte is gesteld op 30 cm, de benodigde doorvaarthoogte is derhalve 9,45 m. Vertaald naar de praktijk betekent dit, dat bij de aanleg van nieuwe vaarwegen of de toegankelijk making van vaarwegtrajecten met de bovenstaande normen rekening ware te houden. Problemen zullen zich eerder bij kanalen (vaste waterstand) dan bij rivieren (wisselende waterstand) voordoen. De bruggen over de Rijn zijn op 9,10 m boven de hoogst bevaarbare waterstand gelegd, een waterstand die niet vaker dan 1 % van de tijd overschreden wordt. Op de Rijn en de benedenrivieren doen zich in praktijk dan ook geen problemen voor. Omdat het voor een niet volledig beladen containerschip met 4 lagen makkelijker is te 1 schuiven' met high cube's dan een schip met 3 lagen, speelt het hoogteprobleem het sterkst voor vaarwegen, die bedoeld zijn voor de vaart met 3 lagen containers. Het zijn met name de binnenlandse vaarwegen waar dit van belang is. 16

17 Bijlage Meten hoogte van containerschepen. Inleiding. Op 4 april 1996 is, volgens afspraak met AVV, door de Meetkundige Dienst een proefmeting uitgevoerd met het meten van de hoogte van containerschemen. Een proefmeting was nodig om de haalbaarheid te testen van de gekozen meetmethode. De opzet was om de hoogte te meten met een waterpasinstrument, geïnstalleerd op een zgn. 11krikstatief11. Op deze wijze is het mogelijk het instrument ca meter in hoogte te bewegen. Door een aantal statieven op verschillende hoogten te plaatsen wordt het meetbereik verder uitgebreid (zie schets bijlage l). Indien deze methode niet zou werken werd gedacht aan een aantal afstandmeters onder een brug te monteren. Dit is verder (nog) niet uitgewerkt. De gekozen methode verdient vanwege de eenvoud de voorkeur. Als meetlocatie is Millingen uitgekozen. Het nadeel van verder reizen weegt niet op tegen de voordelen van deze locatie : - flauw talud direct aan de rivier, waardoor de schepen niet te ver van het waterpasinstrument voorbijkomen, - voldoende hoogteverschil voor de metingen (vanaf 5.95 tot 9.50 meter boven waterspiegel), - peilschaalschrijver van RIKZ in nabijheid (post Millingen) met goed vastgestelde N.A.P. hoogtemerk, - meetpost eventueel als opslag/verblijf te gebruiken voor langdurige metingen. Bevindingen proefmeting. Om uur op locatie. Om werd het eerste schip gemeten. De resultaten van de metingen zijn opgenomen in een formulier op bijlage 2. Tijdens de meting bleek, dat het aantal statieven geen echt probleem was. Er kon vrij eenvoudig worden bepaald op welk instrument gemeten moest worden. Hierdoor is het mogelijk om het aántal instrumenten (indien beschikbaar) uit te breiden, zodat geen "gaten" meer ontstaan en het hele bereik van 5.95 tot 9.50 gemeten kan worden. Een theodoliet (=hoekmeetinstrument) werd gebruikt om scheepsnaam en -nummer af te lezen. Daarnaast kan dit instrument wellicht gebruikt worden om de snelheid te meten. De tijdstippen van passeren van boeg en achterschip kunnen worden gemeten en met de lengte var het schip kan de snelheid worden berekend. Indien de lengte niet direct kan worden afgelezen, kan dit later worden opgevraagd. De plaats van de instrumenten, net benedenstrooms van de peilschalen, blijkt voor verbetering vatbaar. Ca. 100 meter stroomafwaarts ligt een talud met verharde weg, zodat het heen en weer lopen van het ene instrument naar het andere makkelijker gaat. De instrumenten zelf moeten in het talud opgesteld worden, omdat anders een te onstabiele opstelling ontstaat. Daarnaast is het zicht richting Duitsland veel beter (geen begroeiing). Een ander "probleem" bleek de aflezing van de waterstand vanaf de bestaande peilschalen. De waterbeweging maakt dit bijna niet mogelijk. omdat in de meetpost een RIKZ peilschaal aanwezig is, kan dit probleem direct worden opgelost door hiervan gebruik te maken. Hiervoor dient wel een waterpassing te worden uitgevoerd vanaf het "vaste" punt in de meetpost naar de meetopstellingen. Eén of twee door de MD geinstalleerde centimeterbakens dienen als referentie. Tijdens de meting bleek, dat de hoogste peilschaal ca. 6 centimeter te hoog staat. Bij een vervolg dient door de MD via hoogtemeting vanuit twee posities een indruk te worden gegeven van de te behalen nauwkeurigheid. De te gebruiken waterpas-instrumenten dienen van te veren te worden gecalibreerd. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met de aardkromming. Conclusie. Uit bovenstaande bevindingen kan de conclusie worden getrokken, dat de gekozen methode mogelijk is. In het volgende onderwerp 4. Aandachtspunten en beperkingen wordt dieper ingegaan cp de verschillend items. Vooralsnog kan de proefmeting als succesvol worden beschouwd.

18 4. Aandachtspunten, beperkingen en personeelsinzet. 4.1 Er moet worden uitgegaan van de juiste hoogte van de bout op de 'Inulpaalll in het peilschaalhuis van RIKZ. De hoogten van de bestaande bakens in de rivier moeten nagemeten worden. 4.2 Door harde wind komt er teveel beweging in de waterpasinstrumenten op de krikstatieven. Hierdoor kan met harde wind niet worden gemeten (half-automaten). Welke grens hiervoor gehanteerd moet worden is (nog) niet bekend. Gedacht kan worden aan < Bft 5 a Het meten van de snelheid kan gebeuren door te "klokken" in één lijn. Hier kan bijvoorbeeld het vizier van de theodoliet voor worden gebruikt of een andere "vaste lijn". Het gemakkelijkste is om de lengte van het schip te gebruiken als maat. Indien niet af te lezen, later navragen. 4.4 Er moet rekening worden gehouden met de aardkromming. De formule hiervoor is : (Afstand)2/(2* ) op de locatie, waar gemeten wordt op een afstand van maximaal 350 meter, komt dit neer op één centimeter. Hier wordt verder geen rekening mee gehouden. 4.5 Er wordt voorlopig één sessie van drie dagen (dinsdag, woensdag en donderdag) gemeten door de MD (alleen op containerschepen met drie of vier lagen). Omdat er in mei 1996 bijna geen ruimte meer in de planning zit, is het aan te bevelen om naast een meetleider van de MD bijvoorbeeld een medewerker van ODV in te huren als tweede man. Na deze eerste meting wordt een evaluatie gemaakt van de resultaten. Is er nog één sessie van drie dagen nodig, kan de afdeling Mariene- Geodesie van de MD daar ook nog een meetleider voor leveren. Als uit bijv. tellingen blijkt, dat meten op zaterdag een aanzienlijke besparing oplevert in tijd, is dat bespreekbaar. Is er meer inzet vereist, moet aan inhuren van meer personeel worden gedacht, uiteraard op kosten van AVV. 4.6 Door inmeten van een "vast" punt op ongeveer gelijke afstand als de voorbijgaande containerschepen van-,-.t twee verschillende opstellingen, kan een indruk worden verkregen van de te behalen nauwkeurigheid. Onzekerheden blijven, omdat de meting op "bewegende doelen" moet worden uitgevoerd. 4.7 De gegevens worden aan AVV cd een flop aangeleverd, waarop een excel-file, zodat verdere verw;rking bij AVV eenvoudiger wordt. De gegevens worden zoveel mcgelijk ter plaatse ingetikt en uitgerekend. 4.8 De MD draagt er zorg voor dat de gebruikte waterpasi-nstrumenten van te voren zijn gecalibreerd. 4.9 Voor de waterstand wordt gebruik gemaakt van de 10 minuten gemiddelden van de RIKZ metingen. om toch direct resultaat te hebben wordt de peilschaal elk half uur afgelezen.

19 Opstellingen waterpasinstrumenten + krikstatieven -0 z p) p LD. > - x- j- -0 n CY' $l> W a- x-

20 Enquéte containervaart 2006 Het ministerie van Verkeer en Waterstaat probeert zijn beleid af te stemmen op de behoeften van de vaarweggebruikers. De sector van de containervaart is daarin de meest veranderlijke en tot nu toe meest onbekende. Om meer inzicht te krijgen zijn in 1996 en 2001 enquétes uitgevoerd onder de schippers van containerschepen. Deze gegevens zijn onder meer gebruikt bij het opstellen van de Nota Mobiliteit en dimensioneringsvraagstukken. Het is nu vijf jaar later en gezien de snelle ontwikkeling van dit marktsegment tijd om opnieuw een dergelijk onderzoek te doen. Daarbij is de medewerking van de schippers onontbeerlijk. Rijkswaterstaat van zijn kant heeft geprobeerd het enquéteformulier kort en simpel te houden, zodat het invullen niet veel tijd vraagt. De gegevens zullen vertrouwelijk behandeld worden en niet aan derden ter beschikking gesteld. Alleen een rapport met de samengevoegde cijfers komt naar buiten. Wij verzoeken U de formulieren per reis in te vullen en te sturen aan: Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Afdeling Scheepvaart De heer J.U. Brolsma Postbus BA Rotterdam ofte f axen aan nu m mer ofte maile n aan: j. u. brolsma@avv.rws. mi nvenw. nl Vriendelijk dank voor uw medewerking!

21 13, ~ - 1 C,.4ï0 _Enquéte containervaart 2006 De gegevens zullen vertrouwelijk behandeld worden en niet herkenbaar aan derden ter beschikking gesteld. Graag per reis één formulier invullen en sturen aan: Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer, de heer J.U. Brolsma, Postbus 1031, 3000 BA Rotterdam of faxen naar scheepsgegevens scheepsnaam scheepstype* enkel motorschip / koppelverband / duwkonvooi europanummer laadvermogen (ton) maximum aantal containers (TEU)* maximum aantal lagen containers reisgegevens datum aanvang reis* eerste laadhaven laatste loshaven diepgang bij begin reis (m) ladinggegevens totaal ladinggewicht (ton)* incl. excl. gewicht lege containers totaal aantal containers (TEU) totaal aantal lege containers (TEU) aantal lagen containers* aantal 20 voeters aantal 30 voeters aantal 40 voeters aantal 45 voeters aantal andere lengtematen aantal high-cubes* 20 voet aantal high-cubes 40 voet aantal high-cubes 45 voet aantal high-cubes andere lengtematen aantal pallet-wide* 20 voet aantal pallet-wide 40 voet aantal pallet-wide 45 voet aantal pallet-wide andere lengtematen - op de volgende bladzijde zijn deze begrippen verklaard

22 m Toelichting Doorhalen welk scheepstype niet van toepssing is. Een koppelverband of een duwkonvooi is voor de vermelding van laadvermogen en lading als één schip te beschouwen. Met een reis wordt bedoeld. de vaart van de eerste laadhaven naar de laatste loshaven. Dus bijvoorbeeld Rotterdam~Straatsburg. De terugreis van Straatsburg naar Rotterdam geldt als aparte reis. Een tussenstop in bijvoorbeeld Nijmegen hoeft niet apart vermeld te worden. Maar als het schip van Antwerpen via Rotterdam naar Duitsland vaart en in Rotterdam een aanzienlijk aantal containers bijlaadt, dan zijn dit als twee reizen te beschouwen: Antwerpen-Rotterdam en Rotterdam-Duitsland. Een ander voorbeeld kan zijn een reis Rotterdam-Amsterdam, met bijlading van een flink aantal containers in Amsterdam, gevolgd door een nieuwe reis Amsterdam-Groningen. Graag per reis één formulier invullen. Het totaal aantal (lege) containers graag opgeven in TEU bij het begin van de reis. Als alleen het aantal containers bekend is en niet het aantal TEU's, dan duidelijk aangeven. Bij het ladinggewicht gaat het om de lading in de container (pay-load) bij het begin van de reis. Ter voorkoming van fouten vragen we duidelijk aan te geven of het opgegeven ladinggewicht inclusief of exclusief het gewicht van de lege containers is. Als het schip 3 lagen containers aan boord heeft en in de vierde laag staat 1 container, dan spreken we toch van 4 lagen. Die ene container is namelijk bepalend voor de doorvaarthoogte bij bruggen. High-cubes zijn alle containers hoger dan 81/2 voet oftewel 2,59 meter. Pallet-wide zijn containers breder dan uitwendig 2,44 meter; meestal 2,50 meter.

23 7Z kl-v1-1heic4ht OF CONTAINER-BARC4ES ON THE RIVER RHINE by J.U. Broisma c2nd B.M. Peters Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer (Transport ReseGrch Centre) P.0 Box 103 1, 3000 BA Rotterdam The NetherIGnds I titroduction In February 1987, the Permanent Technical Committee established a Working Group to update the 1954 classification of European inland waterways. The 1954 classification was out of date, mainly because pusher navigation was not taken into account. The report of this Working Group 9 was published in 1990 and eventually served as a basis for a new classification adapted by the Inland Transport Committee of the U.N. Economic Commission for Europe. The paragraph "future developments" elaborated on container transport. At the time, container transport was already significant, though relatively new. Therefore, the calculation of headroom of container-barges was rather theoretical and could not be based on day-to-day practice. Since then, container transport on the river Rhine developed explosively. Estimations for the year 1996 show about million containers or 1.5 million TEU Tvventy Feet Equivalent Units) being transported by inland barge (Figure 1). The number of containers transported by barge to/from the port of Rotterdam grew between 1986 and 1994 by 12.5% per year on average! (Figure 2). Barges hold a share of approx. 40% of Rotterdam's hinterland container transport. There are regular barge services between Rotterdam and 47 destinations on the European mainland. I I the Canal d'alsace between Strasbourg and Basel made bridge height a topic for discussion in the Central Commission for the Rhine. In order to promote inland navigation and in particular intermodal transport, the Riikswaterstaat Transport Research Centre was asked to investigate the height of container-barges. msterdam RotterdDam-A ; (A Figure 1: Esumation of container transport (TEU) by tniand barge in / 996 Nederland Hinterland total So far. normal barges are used for container transport; these barges could be used for any dry cargo, though a retractable wheelhouse is a must (Figure 3). About 60 barges are involved in the container trade on the river Rhine. Half of them has a capacity of about 200 TEU, measuring I 10 m in length, m in width. Only one barge is equipped with fixed cell guides. Recently, the Central Commission for the Rhine enlarged the admissible length to 135 m. This year (1997) a first 134 x 17 m barge will be commissioned. The container capacity of this vessel is 398 TEU. Some time ago, the barge operators indicated that in certain circumstances the standard bridge height was too little for container vessels. The replacement of bridges over 1 22 jo

24 18 t 6n X IR 0_Im S' a ship sails on an even keel. So, ballasting to reduce the height of the ship is hardly if at all possible. Measurei-nents During 16 days height and speed measurements were executed on Ehe river Rhine near Millingen. close to the DuEch-German border. The campaign resulted in 135 valid results, 89 barges loaded with 3 tiers and 46 with 4 Eiers. The overall result (Figures 4 and 5) shows the average height above the water level of the 3 tiers being 7.00 meter, 10% exceeding 7.50 m. For barges loaded with 4 tiers the average height is 8.92 m, while 10' '/0 exceeds 9.65 m. Questionnaire The velocity of 1 barges was measured. The average velocity upstream appeared to be 3.71 m/s (= km/h). Plying downstream the average velocity was 5.40 m/s (= km/h). During the measurements, the water level ranged from 8.08 to 9.08 m above the N.A.P. reference- level, which means that the current ranged from 0.75 mis to 0.95 m/s. Taking into account an average current of 0.85 m/s, During a period of three months, captains of container barges were asked to fill in a questionnaire on data regarding voyage and cargo. Captains of 22 barges completed the returned forms. In this way the data of 336 voyages was collected. Of 336, 180 trips (54%) were in the direction of Germany, so upstream and 156 (46%) were downstream; 236 times (70%) the ship was bound for or coming from Rotterdam, 100 times (30%) the port of origin or destination was Antwerp. The theoretical capacity of the 336 barge loads was 62,185 TEU or 185 TEU per barge. In practice 40,923 TEU was shipped, an average of 122 TEU per barge and an occupation rate of 66% on average. The reason for an occupation rate lesser than 100% can be fluctuations in the availability of cargo, restrictions because of heigh water (not in this period) or the tight schedule of these liner services, that prevents waiting for additional cargo. Of all voyages, 208 (62%) concerned barges loaded with 3 tiers and 128 (38%) barges loaded with 4 tiers. Barges loaded with 3 tiers carried 103 TEU on average and barges loaded with 4 tiers 164 TEU. The average weight of a loaded container was 12.4 ton/teu including the weight of the container itself. Because 10,883 TEU. representing 27%. were empty. the average weight of all containers was 9.6 ton/teu. The same figures for containers travelling upstream was 10.7 ton/teu and for containers travelling downstream 13.4 ton/teu. These loads ar far less than the maximum permissible container load! Most containers are either 20 or 40 feet long. The division recorded was: 55% containers of 20' and 45% I L of 40' length. The height of the container may vary between 8' (2.44 m) and 9'6" (2.90 m). The height of 8'6" (2.60 m) is most common at the moment. Containers of 9' and 9'6" are called high cube. The percentage of high-cube containers turned out to be 6.7%. 68% of all barges had ballast tanks, the volume ranging from 35 M3 to 1300 M3. Bailast capacities less than 500 M3 are used for trimming only, in other words, to ensure that the 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 301'. 20% 10% 100 0% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% ,80 6 CO ,00 7,20 7,40 7,60 7 EO 8,00 8,20 8, cargo height (m) Figure 4: Probobiiity of exceedonce of container cargo height - barges loaded with 3 tiers X C cargo height (m) Figure 5: Probability of exceedonce of container cargo height - barges lo(ided with 4 tiers the average speed of the barges was 4.55 m/s in the water, upstream as well as downstream. The squat was calculated to be approximately 0.20 m according to the improved Schiifmethod. Returning to the height of the container loads, the average for an idle barge loaded with 3 tiers would be 7.20 m and 4 tiers 023

25 k': t - a_ 9.30 m. Taking into account a safety margin of 0.30 m as recommended by the PIANC Working Group, the necessary height of fixed bridges across the waterway would be 7.50 and 9.60 m respectively. At the moment. the standard bridge height in Europe is 7.00 m for 3 tiers and m for 4 tiers, obviously too small co meet the demands of the measured coneainerbarges. Tc = 1.06 m. For this ship holds T, = 0.80 m and Hs = 0.50 m so: H = (3 x 2.58) = 6.38 m. If the barge is loaded with 2 full tiers of containers and one container on top, which means: 2 x 27 + I = 55 TEU, the cargo weight W = 495 connes and Tc = 0.72 m, so: H, = (3 x 2.58) = 6.72 m. Comparison How can this difference between standards and practice be explained? To discover the answer, the original calculation has to be regarded. One has to keep in mind that the Working Group could hardly rely on practical experience at that time, and had to make several assumptions. For a ship sailing at zero m/s. the formulas applied were (see also Figure 6) : and H, = (n x Hj + H, - T, - T, T, = w Cb x L x B The symbols have the following meaning: H = vertical distance between the water and the highest point of the cargo H, = height of one container H, = distance between the bottom of the ship and the bottom of the hold T, = draught of the empty ship (even keel) T, = draught caused by the weight of the cargo W = weight of the cargo L = length over all of the ship B = width of the ship Taking into account a safety margin of 0.30 m the required bridge height is (rounded of 7.0 meter. This figure equals the recommendation of the PIANC Working Group. Based on the results of the questionnaire and the height measurements it is possible to make a new calculation for a barge representing the present situation on the river Rhine. An average barge has a capacity of 185 TEU, less than the common ciass V barge of I 10 x m that has a capacity of 208 TEU. Suppose a representative barge being m wide. The virtual length equais 185/208 x 110 = 97.8 m. The average barge load is 122 TEU, 73% = 89 TEU weighing 12.4 ton/teu, 27% = 33 TEU being empty. Because of the mix of 20' and 40' containers, the average weight of an empty container is 1.9 ton/teu. Than: W = (89 x 12.4) + (33 x 1.90) = 1166 tonnes. According to the formula Tc is: T, = : (0.85 x x 97.8) = 1.23 m. The certificate of comparable barges shows an increase in draught of I cm per 10.2 tonnes of cargo. In that case Tc will be 1 166/10.2 = m. The choice of a bloc-coefficient of 0.85 is of course less reliable than a certificate, so it is better to continue wieh T, = m. For a class V ship T. = 0.90 m and Hs = 0.60 m. So in case of 4 tiers antat least one 9'6'* high-cube container in the fourth tier: H = (3 x ) = 9.20 m. Taking into account a squat of 0.20 m, the height of the sailing barge will be 9.00 above Ehe water level. This figure corresponds quite well with the average of the measurements, that was 8.92 m.,h.n Coliclusioii,H Figure 6 C, = bloc-coefficient, fixed at 0.85 n = number of tiers. The working group considered a class IV barge to be determining for bridge height. The capacity of this ship 81 TEU, the occupation rate 75% and the average weight of a (loaded) container 12 tonnes. So the weight of the cargo is: 0.75 x 12 x 81 = 729 tonnes. The width of the vessel being 9.5 m and the lengeh 85 m, the draught caused by the cargo is is The results of the questionnaire and the measurements gave many good data concerning container transport on the river Rhine. There is clear evidence that the present standards for bridge height do not fulfil the needs of modern container barges. Too little headroom will hamper the development of container transport by barge. Therefore. the srandards should be discussed again. I 24 M

CONTAINER HOOGTEMETINGEN

CONTAINER HOOGTEMETINGEN CONTAINER HOOGTEMETINGEN Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Afdeling Scheepvaart Rotterdam, december 1996 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Inleiding 3. Gevolgde werkwijze 3.1 Enquete 3.2 Hoogtemeting

Nadere informatie

Add the standing fingers to get the tens and multiply the closed fingers to get the units.

Add the standing fingers to get the tens and multiply the closed fingers to get the units. Digit work Here's a useful system of finger reckoning from the Middle Ages. To multiply $6 \times 9$, hold up one finger to represent the difference between the five fingers on that hand and the first

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Woordkennis 1 Bestuderen Hoe leer je 2000 woorden? Als je een nieuwe taal wilt spreken en schrijven, heb je vooral veel nieuwe woorden nodig. Je

Nadere informatie

BICS Instructiekaart E-MELDPLICHT MET BICS 4.00. E-MELDPLICHT met BICS 4.00. Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. Instructies Melden met BICS

BICS Instructiekaart E-MELDPLICHT MET BICS 4.00. E-MELDPLICHT met BICS 4.00. Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. Instructies Melden met BICS BICS Instructiekaart E-MELDPLICHT MET BICS 4.00 Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. 1 Dit document bevat de beknopte (werk)instructies voor schippers die moeten voldoen aan de meldplicht (m.n. de elektronische

Nadere informatie

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead 7.1 Exploring Combinations of Ten Look at these cubes. 2. Color some of the cubes to make three parts. Then write a matching sentence. 10 What addition sentence matches the picture? How else could you

Nadere informatie

Containerbinnenvaart 2010. : Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart De heer dr. ir. J.U. Brolsma

Containerbinnenvaart 2010. : Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart De heer dr. ir. J.U. Brolsma Containerbinnenvaart 2010 Opdrachtgever : Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart De heer dr. ir. J.U. Brolsma Dit document is opgesteld door : Stichting Projecten Binnenvaart N.A. Schoonen W.K.

Nadere informatie

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (3) Ons gezelschap helpt gemeenschappen te vormen en te binden (4) De producties

Nadere informatie

Classification of triangles

Classification of triangles Classification of triangles A triangle is a geometrical shape that is formed when 3 non-collinear points are joined. The joining line segments are the sides of the triangle. The angles in between the sides

Nadere informatie

Socio-economic situation of long-term flexworkers

Socio-economic situation of long-term flexworkers Socio-economic situation of long-term flexworkers CBS Microdatagebruikersmiddag The Hague, 16 May 2013 Siemen van der Werff www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Discussion topics and conclusions

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

MyDHL+ Uw accountnummer(s) delen

MyDHL+ Uw accountnummer(s) delen MyDHL+ Uw accountnummer(s) delen met anderen Uw accountnummer(s) delen met anderen in MyDHL+ In MyDHL+ is het mogelijk om uw accountnummer(s) te delen met anderen om op uw accountnummer een zending te

Nadere informatie

AE1103 Statics. 25 January h h. Answer sheets. Last name and initials:

AE1103 Statics. 25 January h h. Answer sheets. Last name and initials: Space above not to be filled in by the student AE1103 Statics 09.00h - 12.00h Answer sheets Last name and initials: Student no.: Only hand in the answer sheets! Other sheets will not be accepted Write

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Ae Table 1: Aircraft data. In horizontal steady flight, the equations of motion are L = W and T = D.

Ae Table 1: Aircraft data. In horizontal steady flight, the equations of motion are L = W and T = D. English Question 1 Flight mechanics (3 points) A subsonic jet aircraft is flying at sea level in the International Standard Atmosphere ( = 1.5 kg/m 3 ). It is assumed that thrust is independent of the

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Travel Survey Questionnaires

Travel Survey Questionnaires Travel Survey Questionnaires Prot of Rotterdam and TU Delft, 16 June, 2009 Introduction To improve the accessibility to the Rotterdam Port and the efficiency of the public transport systems at the Rotterdam

Nadere informatie

Since 1987 Duurzaam, betaalbaar en op tijd!

Since 1987 Duurzaam, betaalbaar en op tijd! Since 1987 Duurzaam, betaalbaar en op tijd! Who we are? BCTN was the first intermodal barge operator in the Netherlands. With more than 25 years of experience BCTN is the leading intermodal barge operator

Nadere informatie

OUTDOOR HD BULLET IP CAMERA PRODUCT MANUAL

OUTDOOR HD BULLET IP CAMERA PRODUCT MANUAL OUTDOOR HD BULLET IP CAMERA PRODUCT MANUAL GB - NL GB PARTS & FUNCTIONS 1. 7. ---- 3. ---- 4. ---------- 6. 5. 2. ---- 1. Outdoor IP camera unit 2. Antenna 3. Mounting bracket 4. Network connection 5.

Nadere informatie

Global TV Canada s Pulse 2011

Global TV Canada s Pulse 2011 Global TV Canada s Pulse 2011 Winnipeg Nobody s Unpredictable Methodology These are the findings of an Ipsos Reid poll conducted between August 26 to September 1, 2011 on behalf of Global Television. For

Nadere informatie

RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM Read Online and Download Ebook RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM DOWNLOAD EBOOK : RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN STAFLEU

Nadere informatie

CHROMA STANDAARDREEKS

CHROMA STANDAARDREEKS CHROMA STANDAARDREEKS Chroma-onderzoeken Een chroma geeft een beeld over de kwaliteit van bijvoorbeeld een bodem of compost. Een chroma bestaat uit 4 zones. Uit elke zone is een bepaald kwaliteitsaspect

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Technische analyse waterstanden op de Waal Cornelis van Dorsser & Marleen Buitendijk 8 oktober 2018

Technische analyse waterstanden op de Waal Cornelis van Dorsser & Marleen Buitendijk 8 oktober 2018 Hoogteligging rivier te Lobith (cm t.o.v. NAP) Technische analyse waterstanden op de Waal Cornelis van Dorsser & Marleen Buitendijk 8 oktober 2018 Al lange tijd ontvangen wij klachten van binnenvaartschippers

Nadere informatie

B1 Woordkennis: Spelling

B1 Woordkennis: Spelling B1 Woordkennis: Spelling Bestuderen Inleiding Op B1 niveau gaan we wat meer aandacht schenken aan spelling. Je mag niet meer zoveel fouten maken als op A1 en A2 niveau. We bespreken een aantal belangrijke

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Meetkunde en Lineaire Algebra

Meetkunde en Lineaire Algebra Hoofdstuk 1 Meetkunde en Lineaire Algebra Vraag 1.1 Het trapoppervlak is een afwikkelbaar oppervlak met oneindig veel singuliere punten. Vraag 1.2 Het schroefoppervlak is een afwikkelbaar oppervlak met

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Het is geen open boek tentamen. Wel mag gebruik gemaakt worden van een A4- tje met eigen aantekeningen.

Het is geen open boek tentamen. Wel mag gebruik gemaakt worden van een A4- tje met eigen aantekeningen. Examen ET1205-D1 Elektronische Circuits deel 1, 5 April 2011, 9-12 uur Het is geen open boek tentamen. Wel mag gebruik gemaakt worden van een A4- tje met eigen aantekeningen. Indien, bij het multiple choice

Nadere informatie

Group work to study a new subject.

Group work to study a new subject. CONTEXT SUBJECT AGE LEVEL AND COUNTRY FEATURE OF GROUP STUDENTS NUMBER MATERIALS AND TOOLS KIND OF GAME DURATION Order of operations 12 13 years 1 ste year of secundary school (technical class) Belgium

Nadere informatie

Waterbouwdag 2011. Sluizen in de wereld. Han Vos

Waterbouwdag 2011. Sluizen in de wereld. Han Vos Sluizen in de wereld Han Vos Recente sluisprojecten voor Waterbouwdag 2011 de zeevaart In de laatste jaren zijn en worden er plannen gemaakt voor grote zeesluizen waarvan de capaciteit aansluit bij de

Nadere informatie

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Impact en disseminatie Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Wie is wie? Voorstel rondje Wat hoop je te leren? Heb je iets te delen? Wat zegt de Programma Gids? WHAT DO IMPACT AND SUSTAINABILITY MEAN? Impact

Nadere informatie

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate Van Non-Corporate naar Corporate In MyDHL+ is het mogelijk om meerdere gebruikers aan uw set-up toe te voegen. Wanneer er bijvoorbeeld meerdere collega s van dezelfde

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

C - de totale constante kosten. N - de normale bezetting in stuks

C - de totale constante kosten. N - de normale bezetting in stuks STANDAARDKOSTPRIJS Een bedrijf moet een verkoopprijs bepalen om zijn producten te kunnen verkopen. De klant moet vooraf weten welke prijs betaald moet worden voor het aangeboden product. De standaardkostprijs

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Tentamen Analyse 8 december 203, duur 3 uur. Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als jeeen onderdeel

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Tentamen Analyse 6 januari 203, duur 3 uur. Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

Op- en afvaartregeling voor 8000 en meer TEU containerschepen. tot de haven van Antwerpen bij een. maximale diepgang van 145 dm

Op- en afvaartregeling voor 8000 en meer TEU containerschepen. tot de haven van Antwerpen bij een. maximale diepgang van 145 dm Op- en afvaartregeling voor 8000 en meer TEU containerschepen tot de haven van Antwerpen bij een maximale diepgang van 145 dm 1. Algemeen Om een beeld te krijgen van de invloed van de nieuwe generatie

Nadere informatie

FRAME [UPRIGHT MODEL] / [DEPTH] / [HEIGHT] / [FINISH] TYPE OF BASEPLATE P Base plate BP80 / E alternatives: ZINC finish in all cases

FRAME [UPRIGHT MODEL] / [DEPTH] / [HEIGHT] / [FINISH] TYPE OF BASEPLATE P Base plate BP80 / E alternatives: ZINC finish in all cases FRAME XS UPRIGHT BASE PLATE UPRIGHT HORIZONTAL PROFILE DIAGONAL PROFILE DESCRIPTION A vertical structure consisting of 2 uprights, joined by a system of bracing profiles, and base plates intended to support

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Opgave 2 Geef een korte uitleg van elk van de volgende concepten: De Yield-to-Maturity of a coupon bond.

Opgave 2 Geef een korte uitleg van elk van de volgende concepten: De Yield-to-Maturity of a coupon bond. Opgaven in Nederlands. Alle opgaven hebben gelijk gewicht. Opgave 1 Gegeven is een kasstroom x = (x 0, x 1,, x n ). Veronderstel dat de contante waarde van deze kasstroom gegeven wordt door P. De bijbehorende

Nadere informatie

Geldig per juli 2017 LAAGWATER. een belangrijk thema voor Contargo en zijn klanten. Hier vindt u belangrijke informatie.

Geldig per juli 2017 LAAGWATER. een belangrijk thema voor Contargo en zijn klanten. Hier vindt u belangrijke informatie. Geldig per juli 2017 LAAGWATER een belangrijk thema voor Contargo en zijn klanten. Hier vindt u belangrijke informatie. LAAGWATER EEN BELANGRIJK THEMA De zomer van 2015 en heel 2016 hebben in vele Duitse

Nadere informatie

Proefvaren en punt 15 van het certificaat. Artikel 5.04 Belading tijdens de proefvaart

Proefvaren en punt 15 van het certificaat. Artikel 5.04 Belading tijdens de proefvaart Proefvaren en punt 15 van het certificaat Artikel 5.04 Belading tijdens de proefvaart Beladingstoestand van schepen en samenstellen tijdens de proefvaart Schepen en samenstellen die bestemd zijn voor het

Nadere informatie

LAAGWATER. een belangrijk thema voor Contargo en zijn klanten. Hier vindt u belangrijke informatie.

LAAGWATER. een belangrijk thema voor Contargo en zijn klanten. Hier vindt u belangrijke informatie. LAAGWATER een belangrijk thema voor Contargo en zijn klanten. Hier vindt u belangrijke informatie. LAAGWATER EEN BELANGRIJK THEMA De zomer van 2015 heeft in vele Duitse regio s records gebroken: langdurige

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Press release Statistics Netherlands

Press release Statistics Netherlands Press release PR00-277 8-12-2000 9:30 AM Inflation rate in November levelling out Consumer prices in November were up 3.0% on November last year. The inflation rate is therefore 0.1% lower than last month,

Nadere informatie

AE1103 Statics. 3 November h h. Answer sheets. Last name and initials:

AE1103 Statics. 3 November h h. Answer sheets. Last name and initials: Space above not to be filled in by the student AE1103 Statics 09.00h - 12.00h Answer sheets Last name and initials: Student no.: Only hand in the answer sheets! Other sheets will not be accepted Write

Nadere informatie

Padbreedte van schepen in bochten

Padbreedte van schepen in bochten Padbreedte van schepen in bochten Bepalen bochtentoeslag voor het dimensioneren van vaarwegen Datum 13 januari 2012 Status Rapport Colofon Uitgegeven door Dienst Verkeer en Scheepvaart Informatie ir. J.W.

Nadere informatie

Cambridge Assessment International Education Cambridge International General Certificate of Secondary Education. Published

Cambridge Assessment International Education Cambridge International General Certificate of Secondary Education. Published Cambridge Assessment International Education Cambridge International General Certificate of Secondary Education DUTCH 055/02 Paper 2 Reading MARK SCHEME Maximum Mark: 45 Published This mark scheme is published

Nadere informatie

Introductie in flowcharts

Introductie in flowcharts Introductie in flowcharts Flow Charts Een flow chart kan gebruikt worden om: Processen definieren en analyseren. Een beeld vormen van een proces voor analyse, discussie of communicatie. Het definieren,

Nadere informatie

Handleiding rekentool loodsgeld Instructions tariff calculator pilotage tariffs. Dutch pilots January 2016

Handleiding rekentool loodsgeld Instructions tariff calculator pilotage tariffs. Dutch pilots January 2016 Handleiding rekentool loodsgeld Instructions tariff calculator pilotage tariffs Dutch pilots January 2016 INLEIDING Deze brochure bevat een beknopte handleiding voor de rekentool waarmee u de loodsgeldtarieven

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

AE1103 Statics. 5 November h h. Answer sheets. Last name and initials:

AE1103 Statics. 5 November h h. Answer sheets. Last name and initials: Space above not to be filled in by the student AE1103 Statics 09.00h - 12.00h Answer sheets Last name and initials: Student no.: Only hand in the answer sheets! Other sheets will not be accepted Write

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

My Inspiration I got my inspiration from a lamp that I already had made 2 years ago. The lamp is the you can see on the right.

My Inspiration I got my inspiration from a lamp that I already had made 2 years ago. The lamp is the you can see on the right. Mijn Inspiratie Ik kreeg het idee om een variant te maken van een lamp die ik al eerder had gemaakt. Bij de lamp die in de onderstaande foto s is afgebeeld kun je het licht dimmen door de lamellen open

Nadere informatie

Best Practice Guidelines voor het verplicht wegen van containers

Best Practice Guidelines voor het verplicht wegen van containers DOW RESTRICTED Best Practice Guidelines voor het verplicht wegen van containers Seminarie Logistiek in de chemie: veilig, duurzaam en efficiënt Voka 25 maart i.s.m. LITC, Essenscia, BACD en Cefic Wat is

Nadere informatie

L.Net s88sd16-n aansluitingen en programmering.

L.Net s88sd16-n aansluitingen en programmering. De L.Net s88sd16-n wordt via één van de L.Net aansluitingen aangesloten op de LocoNet aansluiting van de centrale, bij een Intellibox of Twin-Center is dat de LocoNet-T aansluiting. L.Net s88sd16-n aansluitingen

Nadere informatie

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM Read Online and Download Ebook ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM DOWNLOAD EBOOK : ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK STAFLEU

Nadere informatie

Tentamen T1 Chemische Analysemethoden 6 maart 2014

Tentamen T1 Chemische Analysemethoden 6 maart 2014 Tentamen T1 Chemische Analysemethoden 6 maart 2014 Naam: Student nummer: Geef uw antwoord op dit papier. U mag uw tekstboek, aantekeningen, liniaal en een rekenmachine gebruiken. 1) De stralingsdosis van

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV. Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, en te wijzigen als volgt: Toelichting:

VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV. Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, en te wijzigen als volgt: Toelichting: VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, 9.1.2 en 9.1.3 te wijzigen als volgt: Huidige tekst: 7.7.1. Het Bestuur, zomede twee (2) gezamenlijk handelende

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691

Nadere informatie

Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen. Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition :

Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen. Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition : Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition : The Differences between Men and Women Karine Garcia Eerste begeleider:

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf!

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf! Martijn Hooning COLLEGE ANALYSE OPDRACHT 1 9 september 2009 Hierbij een paar vragen over twee stukken die we deze week en vorige week hebben besproken: Mondnacht van Schumann, en het eerste deel van het

Nadere informatie

Notitie : In de grond gevormde palen met grondverwijdering

Notitie : In de grond gevormde palen met grondverwijdering Notitie : In de grond gevormde palen met grondverwijdering Waarom een notitie? Waarom een notitie? Onduidelijkheid van de norm? Waarom een notitie? Onduidelijkheid van de norm? of Landelijk handelen volgens

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Meetkunde en Lineaire Algebra

Meetkunde en Lineaire Algebra Hoofdstuk 1 Meetkunde en Lineaire Algebra Vraag 1.1 Het trapoppervlak is een afwikkelbaar oppervlak met oneindig veel singuliere punten. vals Vraag 1.2 Het schroefoppervlak is een afwikkelbaar oppervlak

Nadere informatie

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything: Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie I feel nothing though in essence everything: Associations between Alexithymia, Somatisation and Depression

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

The genesis of the game is unclear. Possibly, dominoes originates from China and the stones were brought here by Marco Polo, but this is uncertain.

The genesis of the game is unclear. Possibly, dominoes originates from China and the stones were brought here by Marco Polo, but this is uncertain. Domino tiles Dominoes is a game played with rectangular domino 'tiles'. Today the tiles are often made of plastic or wood, but in the past, they were made of real stone or ivory. They have a rectangle

Nadere informatie

Rapportage Containerhoogtemetingen

Rapportage Containerhoogtemetingen Rapportage Containerhoogtemetingen Brolsma Advies revisie april 2015 foto voorzijde: Een klasse Va schip, geladen met drie lagen containers waaronder high-cube containers, passeert de over het Amsterdam-Rijnkanaal

Nadere informatie

ALGORITMIEK: answers exercise class 7

ALGORITMIEK: answers exercise class 7 Problem 1. See slides 2 4 of lecture 8. Problem 2. See slides 4 6 of lecture 8. ALGORITMIEK: answers exercise class 7 Problem 5. a. Als we twee negatieve (< 0) getallen bij elkaar optellen is het antwoord

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338

Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338 S. js.io Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338 Ri jkswater s t aat, Dienst Verkeerskunde, Hoofdafdeling Scheepvaart. Dordrecht, 2 juni 1975. NOTITIE

Nadere informatie

TOEGANG VOOR NL / ENTRANCE FOR DUTCH : https://www.stofs.co.uk/en/register/live/?regu lator=c&camp=24759

TOEGANG VOOR NL / ENTRANCE FOR DUTCH : https://www.stofs.co.uk/en/register/live/?regu lator=c&camp=24759 DISCLAIMER : 1. Het is een risicovolle belegging / It is an investment with risc. 2. Gebruik enkel geld dat u kan missen / Only invest money you can miss. 3. Gebruik de juiste procedure / Use the correct

Nadere informatie

Exercise P672 Lightweight Structures. A.P.H.W. Habraken. Report

Exercise P672 Lightweight Structures. A.P.H.W. Habraken. Report Exercise 2011-2012 7P672 Lightweight Structures A.P.H.W. Habraken Report Group 4: S.H.M. van Dijck J.C. Fritzsche J. Koeken T. Relker F.G.M. van Rooijen M. Slotboom M. Steenbeeke J.P.T. Theunissen Date:

Nadere informatie

Quality requirements concerning the packaging of oak lumber of Houthandel Wijers vof (09.09.14)

Quality requirements concerning the packaging of oak lumber of Houthandel Wijers vof (09.09.14) Quality requirements concerning the packaging of oak lumber of (09.09.14) Content: 1. Requirements on sticks 2. Requirements on placing sticks 3. Requirements on construction pallets 4. Stick length and

Nadere informatie

MyDHL+ Tarief berekenen

MyDHL+ Tarief berekenen MyDHL+ Tarief berekenen Bereken tarief in MyDHL+ In MyDHL+ kunt u met Bereken tarief heel eenvoudig en snel opvragen welke producten er mogelijk zijn voor een bestemming. Ook ziet u hierbij het geschatte

Nadere informatie

GOVERNMENT NOTICE. STAATSKOERANT, 18 AUGUSTUS 2017 No NATIONAL TREASURY. National Treasury/ Nasionale Tesourie NO AUGUST

GOVERNMENT NOTICE. STAATSKOERANT, 18 AUGUSTUS 2017 No NATIONAL TREASURY. National Treasury/ Nasionale Tesourie NO AUGUST National Treasury/ Nasionale Tesourie 838 Local Government: Municipal Finance Management Act (56/2003): Draft Amendments to Municipal Regulations on Minimum Competency Levels, 2017 41047 GOVERNMENT NOTICE

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 22 februari 2013

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 22 februari 2013 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 22 februari 2013 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

Ontpopping. ORGACOM Thuis in het Museum

Ontpopping. ORGACOM Thuis in het Museum Ontpopping Veel deelnemende bezoekers zijn dit jaar nog maar één keer in het Van Abbemuseum geweest. De vragenlijst van deze mensen hangt Orgacom in een honingraatpatroon. Bezoekers die vaker komen worden

Nadere informatie

Adherence aan HWO en meer bewegen

Adherence aan HWO en meer bewegen Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.

Nadere informatie

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and Onrechtvaardigheid, bevlogenheid en feedback 1 Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and Feedback Nerfid

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Online Resource 1. Title: Implementing the flipped classroom: An exploration of study behaviour and student performance

Online Resource 1. Title: Implementing the flipped classroom: An exploration of study behaviour and student performance Online Resource 1 Title: Implementing the flipped classroom: An exploration of study behaviour and student performance Journal: Higher Education Authors: Anja J. Boevé, Rob R. Meijer, Roel J. Bosker, Jorien

Nadere informatie

Ius Commune Training Programme 2015-2016 Amsterdam Masterclass 16 June 2016

Ius Commune Training Programme 2015-2016 Amsterdam Masterclass 16 June 2016 www.iuscommune.eu Dear Ius Commune PhD researchers, You are kindly invited to attend the Ius Commune Amsterdam Masterclass for PhD researchers, which will take place on Thursday 16 June 2016. During this

Nadere informatie

Quality of life in persons with profound intellectual and multiple disabilities. Marga Nieuwenhuijse maart 2016

Quality of life in persons with profound intellectual and multiple disabilities. Marga Nieuwenhuijse maart 2016 Quality of life in persons with profound intellectual and multiple disabilities Marga Nieuwenhuijse maart 2016 Beoogde resultaten Literatuuronderzoek naar de bestaande concepten van kwaliteit van leven

Nadere informatie

REIN kast. eiken standaard iepen. gebakken iepen. gerookt. licht iepen. bijzonderheden. staanders/achterwand/deur. ontwerp: Gjalt Pilat, 2005

REIN kast. eiken standaard iepen. gebakken iepen. gerookt. licht iepen. bijzonderheden. staanders/achterwand/deur. ontwerp: Gjalt Pilat, 2005 REIN kast ontwerp: Gjalt Pilat, 2005 afwijkende standaard maten op aanvraag standaard staanders/achterwand/deur licht gerookt gebakken bijzonderheden Rein hoogte 79,5 cm kast wordt gedemonteerd geleverd

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

AERTSSEN AND ALE TO TRANSPORT ANTWERP S LARGEST LOAD ON PUBLIC ROADS IN PORT S HISTORY

AERTSSEN AND ALE TO TRANSPORT ANTWERP S LARGEST LOAD ON PUBLIC ROADS IN PORT S HISTORY [Type here] Press Release 25 November 2014 AERTSSEN AND ALE TO TRANSPORT ANTWERP S LARGEST LOAD ON PUBLIC ROADS IN PORT S HISTORY ALE will be working alongside Belgium-based Aertssen to transport the Port

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2

Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2 167 Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2 Task clarity 1. I understand exactly what the task is 2. I understand exactly what is required of

Nadere informatie

Chromosomal crossover

Chromosomal crossover Chromosomal crossover As one of the last steps of genetic recombination two homologous chromosomes can exchange genetic material during meiosis in a process that is referred to as synapsis. Because of

Nadere informatie