CONTAINER HOOGTEMETINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CONTAINER HOOGTEMETINGEN"

Transcriptie

1 CONTAINER HOOGTEMETINGEN Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Afdeling Scheepvaart Rotterdam, december 1996

2 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Inleiding 3. Gevolgde werkwijze 3.1 Enquete 3.2 Hoogtemeting 4. Resultaten enquete 4.1 Respons 4.2 Bezettingsgraad 4.3 Aantal lagen 4.4 Containergewicht 4.5 Geladen/lege containers 4.6 Type container 4.7 Ballasttanks 5. Hoogtemeting Millingen 5.1 Resultaat metingen 5.2 Schepen met 3 lagen containers 5.3 Schepen met 4 lagen containers 5.4 Snelheid en inzinking 6. Beschouwing resultaten 6.1 Rekenwijze PIANC 6.2 Nieuwe berekening 6.3 Keuze doorvaarthoogte 2

3 1. Samenvatting In de zomer van 1996 is een onderzoek uitgevoerd naar de hoogte van op de Rijn varende containerschepen. Het onderzoek bestond uit twee delen: een schriftelijke enquete onder schippers van containerschepen en praktijkmetingen op een locatie bij Millingen. De uitkomsten zijn vergeleken met de berekeningen, die ten grondslag lagen aan de thans geldende waarden voor doorvaarthoogte. In de periode mei-juli 1996 hebben 22 schippers van containerschepen de enqueteformulieren ingevuld, waardoor de gegevens van 336 reizen voor onderzoek beschikbaar kwamen. Onderstaand zijn enkele belangrijke kenmerken weergegeven. De betekenis van de gebezigde termen is in het verdere rapport te vinden. Voor een gemiddeld containerschip op de Rijn geldt thans: capaciteit 185 TEU bezetting 122 TEU bezettingsgraad 66% lege containers 27% 40 voets containers 45% high cube containers 7% gewicht geladen container 12,4 ton Bepaalde kenmerken verschillen aanmerkelijk voor de relaties Rotterdam-Duitsland en Antwerpen-Duitsland, met name de verhouding tussen 3 en 4 lagen belading en de percentages voor high cube, geladen en lege containers. De schepen blijken vrijwel geen van alle over voldoende ballastcapaciteit te beschikken om hun hoogte in verband met de passage van bruggen te verminderen. De praktijkmetingen zijn gedurende 16 dagen op een lokatie nabij Millingen uitgevoerd. Ze hebben 135 valide meetwaarden opgeleverd. Daarvan hebben 89 betrekking op schepen met 3 lagen containers en 46 op schepen met 4 lagen containers. De gemiddelde hoogte van de voorbijvarende schepen met 3 lagen containers was 7,00 meter, van de schepen met 4 lagen containers 8,92 meter. Gezien de gemiddelde snelheid van 4,55 m/sec (= 16,4 km/u) door het water is de door de scheepssnelheid veroorzaakte inzinking circa 20 cm. Deze waarde moet bij de gemeten hoogte opgeteld worden om een maat voor doorvaarthoogte te krijgen, evenals een schrikhoogte van 30 cm. Op de meetresultaten is de rekenwijze toegepast, die destijds door de PIANC-werkgroep is gehanteerd. De uitkomst bevestigd de validiteit van de metingen. De meetresultaten duiden er op, dat een deel van de op de Rijn varende vloot containerschepen een ladinghoogte heeft, die de bestaande normen voor brughoogte te boven gaat. Aanvaardt men als compromis tussen de wens van onbelemmerde vaart en de kosten van hogere bruggen een maatgevend schip, overeenkomend met 50% van de thans op de Rijn varende containerschepen, dan is voor 3 lagen containers een doorvaarthoogte van 7,50 meter vereist en voor 4 lagen containers 9,45 meter. Problemen zullen zich eerder doen voelen bij kanalen en gestuwde rivieren met vaste waterstand, dan bij vrij stromende rivieren met wisselende waterstand. 3

4 2. Inleiding In 1992 heeft de ECE (U.N. Economic Commission for Europe) een nieuwe classificatie voor binnenvaarwegen opgesteld, zulks op grond van de aanbevelingen in het rapport van een werkgroep van PIANC (Permanent International Association for Navigation Congresses) uit De classificatie doet ook een uitspraak over minimum hoogten onder bruggen ten behoeve van containerschepen. Containerbinnenvaart was toentertijd relatief nieuw. De PIANCwerkgroep heeft zich bij de bepaling van brughoogte moeten baseren op aannamen over containergewicht en beladingsgraad van de containers. Uiteindelijk is in de ECE overeengekomen de brughoogte voor schepen geladen met drie lagen containers op 7,00 meter en voor schepen geladen met vier lagen containers op 9,10 meter aan te houden. In beide waarden is een veiligheidsmarge van 0,30 meter begrepen. Het bedrijfsleven heeft deze overeengekomen hoogten meer dan eens ter discussie gesteld (onder meer in een brief van het Centraal Bureau Rijn- en Binnenvaart van 30 maart 1994), omdat haars inziens onvoldoende rekening is gehouden met de in de praktijk optredende situaties. De kwestie is opnieuw opportuun geworden bij de bepaling van de aanleghoogten van bruggen over de vaarweg Lemmer-Delfzijl en over het Rhein Seitenkanal tussen Straatsburg en Basel. In het kader van het onderzoekprogramma 1996 gaf de Hoofddirectie van de Rijkswaterstaat opdracht aan de afdeling Scheepvaart van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer om onderzoek te doen naar de in praktijk voorkomende hoogten van containerbinnenschepen. Om de gestelde vraag te beantwoorden heeft de afdeling Scheepvaart: een (schriftelijke) enquete gehouden onder de schippers van containerschepen, waarbij gevraagd is naar ladinggegevens. praktijkmetingen doen uitvoeren, waarbij de werkelijk hoogste punten van aan boord geplaatste containers nauwkeurig zijn gemeten. Deze rapportage van de hand van de projectleider, B.M. Peters, geeft een verslag over de aanpak, uitvoering en resultaten van de metingen naar hoogte van containerschepen. In hoofdstuk 3 is de gevolgde werkwijze beschreven. De hoofdstukken 4 en 5 doen verslag van de resultaten van achtereenvolgens de enquete en de metingen. Hoofdstuk 6 geeft een beschouwing van de resultaten in relatie tot de in 1992 vastgestelde maten. 4

5 3. Gevolgde werkwijze 3.1 Enquete Omstreeks 60 binnenvaartschepen zijn full-time bij het containervervoer betrokken. Aan 35 schippers van containerschepen is telefonisch verzocht om aan de enquete mee te werken door op een formulier reis- en ladinggegevens in te vullen. Een bevestiging van deelname en de invulformulieren zijn daarna -voornamelijk per fax- toegezonden. Aan de schippers is gevraagd om gedurende ca. drie maanden (de periode mei-juli 1996) per reis gegevens in te vullen geldend voor het Waaltraject tussen Gorinchem en Lobith. De betreffende gegevens zijn: - scheepsnaam - vaartraject - automatische ijkmeting ja of nee? - ballastmogelijkheden, zo ja hoeveel? - datum begin reis - eindbestemming - totaal aantal containers aan boord (in TEU) - aantal containers van 40 voet en 20 voet - aantal containerlagen - aantal lege containers (in TEU) - aantal high cube (HC) containers (in TEU) - bepaalt de HC container de maximum scheepshoogte? - totaal lading gewicht incl. gewicht lege containers - diepgang voor en achter - hoogte hoogste container ten opzichte van het water - eventuele bijzonderheden In totaal hebben de schippers van 22 schepen meegewerkt aan de enquete, een respons van 63%. De gegeven informatie is alleen op geaggregeerd niveau behandeld in dit rapport. 3.2 Hoogtemetingen Met de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat is nagegaan welke methode het meest in aanmerking kwam om de hoogte te meten (met een nauwkeurigheid beter dan 5 cm). Gezien het betrekkelijk geringe aantal metingen is besloten om vanaf een locatie langs de Waal op eenvoudige manier te meten, namelijk een horizontale waterpassing met behulp van krikstatieven. Een krikstatief is een speciaal statief met een verticale kolom van ca. 60 cm, die in combinatie met een waterpasinstrument op de hoogte van het horizontaal te meten punt kan worden gedraaid. Door een serie krikstatieven op een talud te plaatsen kan een hoogte verschil van ca. 3 meter worden overbrugd. Als lokatie is Millingen aan de Rijn gekozen, vanwege de aanwezigheid van een talud met voldoende hoogteverschil en peilschalen, waarmee direct de relatie met NAP kon worden gelegd. Bij het naderen van een te meten schip is, na keuze van het juiste krikstatief, de waterpas ingesteld op de maximum hoogte van de containers aan boord. In combinatie met een baakaflezing is dan de hoogte ten opzichte van de waterspiegel bekend. Afgesproken is tijdens de meting geen wal-schip radiocontact te hebben en geen gegevens over schip en lading op te 5

6 vragen, teneinde het verloop van de meting zelf zo min mogelijk te storen. De volgende gegevens zijn geregistreerd: - naam schip - registratienummer - scheepslengte - vaarsnelheid (voor berekening inzinking) - aantal lagen containers - lokatie hoogste container op het schip - vaarrichting - eventuele bijzonderheden Met het aantal lagen containers wordt bedoeld: de hoogste laag waarop de containers gestapeld zijn. De bovenste laag is meestal niet geheel vol. Bij de meting zijn van elk passerende containerschip enkele foto's genomen om eventuele onduidelijkheden in de uitkomsten achteraf te kunnen verifiëren. Op 4 april is een proefmeting uitgevoerd om de haalbaarheid van de meetmethode vast te stellen. De methode bleek goed uitvoerbaar (zie bijlage 1). Om een voor statistische verwerking adequaat aantal metingen te verkrijgen, zijn in de zomer van 1996 vijf meetsessies van drie dagen (namelijk dinsdag, woensdag en donderdag, de dagen waarop de meeste containerschepen te verwachten zouden zijn) gedurende de daglichtperiode (7-22 uur) gehouden. De Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat heeft de eerste twee meetsessies uitgevoerd. De overige drie zijn door een ervaren landmeter van de Heidemij verricht. De genoemde vijf meetsessies vielen in de volgende perioden: t/m 24 mei t/m 20 juni ,31 juli en 1 augustus t/m 8 augustus t/m 15 augustus 1996 Op deze wijze is het gelukt een reeks van 135 valide metingen te verkrijgen. De resultaten worden in hoofdstuk 5 beschreven. 6

7 4. Resultaten enquete 4.1 Respons Van de 35 schippers van containerschepen, die benaderd zijn met het verzoek aan de enquete mee te werken, hebben 22 schippers oftewel 63% gereageerd. In totaal zijn de gegevens van 336 reizen met containerschepen ingevuld. Van de 336 reizen waren er 180 (54%) in de afvaart, dus komend vanuit Duitsland, en 156 (46%) in de opvaart, dus in de richting Duitsland. In 236 gevallen (70%) voer het schip van of naar Rotterdam en in 100 gevallen (30%) van of naar Antwerpen, eventueel met een tussenstop in Rotterdam. De antwoorden op de vraag naar scheepshoogte bleken bij verificatie niet voldoende betrouwbaar om in de verdere verwerking van de enquete te kunnen gebruiken. 4.2 Bezettingsgraad De geënqueteerde schepen hebben gedurende de periode half mei tot en met juli 1996 tijdens 336 reizen TEU's verscheept met een ladinggewicht van ton (tabel 1). Tijdens deze reizen waren stelplaatsen beschikbaar, een gemiddelde van 185 per reis. Gemiddeld vervoerde een schip slechts 122 TEU, zodat een bezettingsgraad (werkelijk vervoerd aantal TEU's gedeeld door het aantal stelplaatsen) van gemiddeld 66% is gerealiseerd. De schepen met bestemming Rotterdam kwamen op gemiddeld 125 TEU per reis, de schepen met als rechtstreekse bestemming Antwerpen op gemiddeld 114 TEU per reis. Een onvolledige bezetting kan worden veroorzaakt door fluctuaties in het ladingaanbod, (soms) een te hoge waterstand en het strakke vaarschema, waardoor het schip niet op lading kan wachten. 4.3 Aantal lagen Van deze 336 reizen zijn er 208 (62%) met een belading van 3 lagen containers uitgevoerd en 128 (38%) met 4 lagen containers. Van de groep van 22 containerschepen die aan de enquete meewerkten, waren er vier, die gezien hun afmetingen met maximaal 3 lagen containers kunnen varen. Bij de overige 18 schepen waren 128 reizen met 3 lagen en 164 reizen met 4 lagen containers. Deze verdeling is niet beïnvloed door de waterstand, want in de betreffende periode golden geen hoogtebeperkingen op de routes naar Rotterdam en Antwerpen. De met 3 lagen geladen schepen hadden gemiddeld 103 TEU per reis aan boord, de met 4 lagen geladen schepen 152 TEU. De verdeling over 3 en 4 lagen was voor de schepen met herkomst of bestemming Rotterdam 54% versus 46%. Voor Antwerpen lagen deze cijfers op 80% versus 20%, dus significant lager. In 6.3 komen we hier op terug. 4.4 Containergewicht Het gemiddelde container gewicht van alle containers, dus inclusief de lege containers bedroeg 9,6 ton per TEU. Het gemiddeld gewicht van een geladen container met inbegrip van de container zelf bedroeg 12,4 ton per TEU. Tijdens de afvarende reizen bedroeg het gemiddelde gewicht van een beladen container 13,4 tegen 10,7 ton per TEU bij opvaart. Opvallend is, dat de beladen containers voor Antwerpen systematisch zwaarder zijn dan 7

8 die met bestemming Rotterdam: 11,3 ton (Antwerpen) tegenover 10,6 ton (Rotterdam) in de opvaart en 14,0 ton versus 13,1 ton in de afvaart. Overigens weegt een lege 20 voet lange, 8½ voet hoge container volgens de ISO-standaard 2,08 ton en een 40-voeter 3,15 ton. Bijzondere types (open top, flat rack, reefer) zijn in de regel zwaarder. Het maximale ladinggewicht van een 20-voeter is, afhankelijk van het type, circa 18 ton en van een 40-voeter 27 ton. Het totale gewicht van een beladen container zou dus op 20 resp. 43 ton uit komen. De bovenstaande cijfers over gemiddeld gewicht duiden er op, dat de containers zelden tot hun maximale gewicht beladen zijn. 4.5 Geladen/lege containers Figuur 1 geeft een overzicht van de vervoerde containers tijdens de 336 reizen. Van het totaal aantal van TEU waren er TEU of 27% leeg. Onderscheiden naar opvaart en afvaart, blijkt dat 41% leeg is in de opvaart en 12% leeg in de afvaart. Er zijn opvallende verschillen tussen de reizen met bestemming Antwerpen of Rotterdam. Antwerpen toont percentages van 49% leeg in de opvaart en 4% leeg in de afvaart, terwijl Rotterdam uit komt op 39% leeg in de opvaart en 16% leeg in de afvaart. 4.6 Type container De meest voorkomende lengte van containers zijn de 20 voet en de 40 voet. Voor statistische doeleinden worden aantallen containers meestal uitgedrukt in TEU (Twenty feet Equivalent Units). Een 40-voeter staat dus gelijk aan 2 TEU. De verhouding tussen 20 en 40-voets containers lag in de enquete op 55% resp. 45%. De hoogtes van containers variëren van 8 voet (2,44 m) tot 9½ voet (2,90 m). Een hoogte van 8½ voet (2,58 m) komt vandaag de dag het meeste voor. De containers hoger dan 8½ voet, dus 9 of 9½ voet hoog, noemt men high cube (HC). Het aandeel high cube containers in het totale aantal vervoerde containers bedroeg 6,7%. Ook hier is een opmerkelijk verschil tussen de vaart op Antwerpen of Rotterdam. Op de relatie met Antwerpen is 3,5% HC's geregistreerd, op de relatie met Rotterdam 7,9%, ruimschoots het dubbele. Van alle reizen was in 45% de high cube container bepalend voor de grootste containerhoogte. 4.7 Ballasttanks Uit de enquete bleek dat 68% van de schepen mogelijkheden hadden om ballastwater in te nemen, 32% van de schepen beschikte niet over de mogelijkheid te ballasten. De hoeveelheden in te nemen ballast liep uiteen van 35 m 3 tot 1300 m 3, met het zwaartepunt in de categorie 50 à 200 m 3. Men kan stellen, dat ballastmogelijkheden tot ca. 500 m 3 uitsluitend gebruikt worden voor het vertrimmen van het schip, dat wil zeggen, zorgen dat een ongelijkmatig beladen schip weer horizontaal in het water komt te liggen. Ballasten om de doorvaarthoogte te beperken komt ternauwernood voor. In feite was er slechts één geval dat hiervoor in aanmerking kwam, een schip dat 1300 m 3 ballast kon innemen. De schepen met een kleine ballastcapaciteit hebben in de regel een beperkt pompvermogen en zijn om die reden niet genegen extra te ballasten. Kortom, de veronderstelling dat schepen systematisch zouden kunnen ballasten om hun hoogte te beperken, houdt geen stand. 8

9 Figuur 1: Overzicht resultaten enquete 9

10 5. Hoogtemeting Millingen 5.1 Resultaat metingen Gedurende 16 dagen zijn 135 valide hoogtemetingen verricht, waarvan 89 van schepen met 3 lagen containers (66%) en 46 van schepen met 4 lagen (34 %). Deze percentages komen redelijk overeen met die van de enquete ( 4.3). Van de schepen is het hoogste punt van de lading gemeten. Containerschepen zijn immers in staat het stuurhuis tot onder het niveau van de lading te doen zakken. De hoogte van de lading is derhalve bepalend voor de vereiste doorvaarthoogte onder bruggen. 5.2 Schepen met 3 lagen containers In figuur 2 is de statistische verwerking van de maximum gemeten hoogten ten opzichte van het water van 89 schepen met drie lagen containers aangegeven. Het rekenkundig gemiddelde van de hoogtemetingen bedraagt 7,00 meter; 50% van de schepen heeft een hoogte van meer dan 6,90 m, 10% overschrijdt de 7,50 m. De grootste hoogte was 8,16 m. Deze maten hebben betrekking op varende schepen. 5.3 Schepen met 4 lagen containers In figuur 3 zijn de hoogten van de schepen met 4 lagen containers uitgezet. Van het totaal van 46 metingen lag het rekenkundig gemiddelde op 8,92 m; 50% van de schepen heeft een hoogte van meer dan 9,10 m, 10% overschrijdt 9,65 m. De grootste gemeten hoogte van een varend containerschip was 10,09 m. 5.4 Snelheid en inzinking Van 58 opvarende en 50 afvarende schepen is een valide snelheidsmeting beschikbaar. De opvarende schepen voeren gemiddeld 3,71 m/sec (= 13,37 km/u) over de grond, met een laagste waarde van 2,9 m/sec (= 10,4 km/u) en een hoogste waarde van 4,1 m/sec (= 14,8 km/u). De afvarende schepen voeren gemiddeld 5,40 m/sec (= 19,44 km/u) met een laagste waarde van 4,3 m/sec (= 15,5 km/u) en een hoogste waarde van 6,8 m/sec (= 24,5 km/u). De snelheden over de grond worden natuurlijk beïnvloed door de stroomsnelheid van de rivier. Tijdens de meetdagen varieerde de waterstand van 8,08 m tot 9,08 m boven NAP, waardoor de stroomsnelheid varieerde van 0,75 m/sec tot 0,95 m/sec. Als gemiddelde is een stroomsnelheid van 0,85 m/sec (= 3,1 km/u) aan te houden. De gemiddelde vaarsnelheid door het water opvarend komt dan op 4,56 m/sec en afvarend op 4,55 m/sec (= 16,4 km/u). De gemeten hoogten zijn die van varende schepen. Deze hebben vergeleken met een stilliggend schip een diepgangsvermeerdering, dus hoogtevermindering, door inzinking in hun spiegeldalingskuil. Voor een breed vaarwater als de Waal en de hierboven aangegeven snelheid bedraagt de inzinking circa 20 cm. 10

11 Figuur 2: Hoogtemetingen van 89 schepen met 3 lagen containers. 11

12 Figuur 3: Hoogtemetingen van 46 schepen met 4 lagen containers 6. Beschouwing resultaten 6.1 Rekenwijze PIANC 12

13 In 1990 bracht een werkgroep van PIANC (Permanent International Association of Navigation Congresses) een rapport uit getiteld "Standardization of Inland Waterways' Dimensions". Het rapport vormde de grondslag voor de in 1992 door de ECE (U.N. Economic Commission for Europe) vastgestelde nieuwe vaarwegclassificatie. De ECE geeft een minimum hoogte onder bruggen aan van 7,00 meter voor schepen met 3 lagen containers en 9,10 meter voor schepen met 4 lagen containers. De maten zijn zodanig gekozen, dat tussen het hoogste punt van het schip en de onderkant van de brug een marge van 30 cm aanwezig is, de zogenaamde schrikhoogte. In de schrikhoogte zijn begrepen een hoogteverschil door ongelijklastige belading van het schip (trim), een onnauwkeurige aflezing of berekening van de diepgang en de invloed van golven op de vaarweg. Uit de metingen is gebleken dat een groot deel van de te Millingen passerende containerschepen een -soms aanzienlijk- grotere hoogte had, dan aangegeven in de Europese maten. Hoe is dit te verklaren? Bij de berekening van de hoogte van containerschepen kon de PIANC-werkgroep destijds nauwelijks van bestaande ervaring uit gaan, containervervoer per binnenschip was immers een relatief nieuw fenomeen. De werkgroep heeft haar becijferingen daarom op een aantal aannamen moeten baseren. Die aannamen waren: maatgevend schip is klasse IV (85 x 9,5 m) met maximaal 81 TUE in 3 lagen gestapeld, 75% geladen containers van 8½ voet (2,58 m) hoogte met een gewicht van gemiddeld 12 ton/tue, de bezettingsgraad is 100%. Figuur 4: Schema voor de berekening van scheepshoogte De berekening maakt gebruik van de volgende formules: waarin: T c = W H w = (n x H c ) + H s - T e - T c 13

14 De symbolen hebben als betekenis: c b x L x B H w = vertikale afstand tussen het water en het hoogste punt van het schip H c = hoogte van een container H s = afstand tussen de bodem van het schip en de bodem van het ruim T e = diepgang van het lege schip T c = inzinking van het schip ten gevolge van het ladinggewicht W = gewicht van de lading L = grootste lengte van het schip B = uitwendige breedte van het schip c b = blokcoëfficiënt, gesteld op 0,85 n = aantal lagen containers Het ladinggewicht van het klasse IV-schip is: 0,75 x 12 x 81 = 729 ton. Bij een scheepsbreedte van 9,5 m en een lengte van 85 m bedraagt de inzinking door de lading T c = 1,06 m. Voor dit geval is T e = 0,80 m, terwijl H s = 0,50 m. Dan wordt: H w = (3 x 2,58) + 0,50-0,80-1,06 = 6,38 m Indien het schip is geladen met twee volle lagen containers en één container in de derde laag, dat wil zeggen: 2 x = 55 TEU, dan is W = 495 ton, waardoor T c = 0,72 meter en vervolgens: H w = (3 x 2,58) + 0,50-0,80-0,72 = 6,72 m. Gerekend met een schrikhoogte van 0,30 m komt de doorvaarthoogte (afgerond) op 7,0 meter, zijnde de vereiste doorvaarthoogte volgens de PIANC-werkgroep. Voor alle duidelijkheid: in het vorenstaande is gerekend met een stilliggend schip. 6.2 Nieuwe berekening Op grond van de resultaten van de enquete en de hoogtemetingen is het mogelijk opnieuw een berekening uit te voeren met een schip, dat representatief is voor de huidige vaart met containers op de Rijn. Een gemiddeld schip heeft een capaciteit van 185 TEU ( 4.2). Dat is minder dan het veel voorkomende klasse V-schip van 110 x 11,4 m met een capaciteit van 208 TEU. Stel, het gemiddelde schip is 11,4 m breed, dan is de fictieve lengte 185/208 x 110 = 97,8 m. Gemiddeld gaan 122 TEU mee, waarvan 73% beladen oftewel 89 TEU ( 4.5) en 27% oftewel 33 TEU leeg. Een gemiddelde geladen container weegt 12,4 ton/teu. Gezien de mix van 20 en 40 voeters ( 4.6) moet voor het gewicht van een lege container gemiddeld 1,90 ton/teu aangehouden worden. Het ladinggewicht is dus: W = (89 x 12,4) + (33 x 1,90) = 1166 ton Volgens de formule is: T c = 1166 : (0,85 x 11,4 x 97,8) = 1,23 m 14

15 In de meetbrief van vergelijkbare schepen is aangegeven, dat de inzinking 1 cm per 10,2 ton lading bedraagt. In dat geval komt de inzinking door de lading uit op 1,14 m. Het verschil is te verklaren door de relatief 'volle' vorm van het grote containerschip. De keuze van waarde van de blokcoëfficiënt is minder accuraat, dan de in de meetbrief aangegeven relatie. Derhalve is het beter met T c = 1,14 m verder te rekenen. Voor klasse V-schepen geldt dat T e = 0,90 m en H s = 0,60 m. Bij 4 lagen containers met tenminste één 9½ voets HC-container in de vierde laag is dan: H w = (3 x 2,58 + 2,90) + 0,60-0,90-1,14 = 9,20 m Rekening houdend met een inzinking van 0,20 m als gevolg van de scheepssnelheid is het hoogte van het varende schip gemiddeld 9,00 m boven de waterspiegel. Deze waarde komt nagenoeg overeen met de 8,92 m die als gemiddelde uit de metingen kwam, hetgeen de representativiteit van de metingen ondersteunt. Om tot een maat voor doorvaarthoogte voor bruggen te komen, moet de waarde van H w met 0,30 m schrikhoogte vermeerderd worden. 6.3 Keuze doorvaarthoogte Uit de figuren 2 en 3 blijkt, dat een deel van de op de Rijn varende containerschepen een hoogte heeft die de bestaande normen voor brughoogte aanmerkelijk te boven gaat. Men kan zich afvragen hoe hoog de bruggen gelegd moeten worden om de containervaart goed te faciliteren. In de toekomst zal het aandeel van de high cube containers (nu nog een kleine 7%) zeker toenemen en de hoogteproblematiek dus ook. Mochten gemiddeld containergewicht en bezettingsgraad toenemen, dan heeft dit een gunstig effect op de hoogte van het schip, dat wil zeggen, doet de hoogte verminderen. Anderzijds dient men te bedenken dat er ten tijde van de metingen géén hoogterestricties golden op de Rijn. Met andere woorden, de containers konden wat de onderdoorvaart van de bruggen betreft onbeperkt hoog gestapeld worden. Op de Rijn-Scheldeverbinding bijvoorbeeld gelden dergelijke restricties wel: daar liggen de bruggen onveranderlijk op 9,10 m boven een vast kanaalpeil. Uit 4.3 bleek al, dat het aandeel reizen met 4 lagen containers met herkomst of bestemming Antwerpen aanmerkelijk lager is, dan hetzelfde getal voor de reizen met herkomst of bestemming Rotterdam, namelijk 20% tegen 46%. Navraag bij de rederijen bracht aan het licht, dat men juist vanwege hoogteproblemen minder vaak met 4 lagen containers op Antwerpen vaart. Ballasten blijkt in dit verband geen optie te zijn ( 4.7). Als verdedigbaar compromis tussen de wens van onbelemmerde vaart en de kosten van hogere bruggen tekent zich af als: 50% van de op de Rijn varende schepen moet in staat zijn de bruggen onbelemmerd te passeren; de andere 50% moet bij de belading rekening houden met een beperking van de hoogte onder bruggen. De gekozen maat dient gebaseerd te zijn op een stilliggend schip en rekening te houden met een schrikhoogte van 30 cm. Bij de 89 te Millingen passerende schepen met 3 lagen containers is een gemiddelde hoogte van 7,00 m gemeten. De inzinking ten gevolge van de scheepssnelheid was 20 cm, de toeslag voor de schrikhoogte is gesteld op 30 cm, de benodigde doorvaarthoogte is derhalve 7,50 m. Bij de 46 te Millingen passerende schepen met 4 lagen containers is een gemiddelde hoogte van (afgerond) 8,95 m gemeten. De inzinking ten gevolge van de scheepssnelheid was 20 cm, de toeslag voor de schrikhoogte is gesteld op 30 cm, de benodigde doorvaarthoogte is derhalve 9,45 m. Vertaald naar de praktijk betekent dit, dat bij de aanleg van nieuwe vaarwegen of de toegankelijk making van vaarwegtrajecten met de bovenstaande normen rekening ware te houden. 15

16 Problemen zullen zich eerder bij kanalen (vaste waterstand) dan bij rivieren (wisselende waterstand) voordoen. De bruggen over de Rijn zijn op 9,10 m boven de hoogst bevaarbare waterstand gelegd, een waterstand die niet vaker dan 1% van de tijd overschreden wordt. Op de Rijn en de benedenrivieren doen zich in praktijk dan ook geen problemen voor. Omdat het voor een niet volledig beladen containerschip met 4 lagen makkelijker is te 'schuiven' met high cube's dan een schip met 3 lagen, speelt het hoogteprobleem het sterkst voor vaarwegen, die bedoeld zijn voor de vaart met 3 lagen containers. Het zijn met name de binnenlandse vaarwegen waar dit van belang is. 16

17 17

wam3 DE HOOGTE VAN CONTAINERSCHEPEN OP DE RIJN Rotterdam, december 1996 HIIN Yom, 99,1st Adviesdienst Verkeer en Vervoer Afdeling Scheepvaart

wam3 DE HOOGTE VAN CONTAINERSCHEPEN OP DE RIJN Rotterdam, december 1996 HIIN Yom, 99,1st Adviesdienst Verkeer en Vervoer Afdeling Scheepvaart Yom, 99,1st DE HOOGTE VAN CONTAINERSCHEPEN OP DE RIJN HIIN 96.301 wam3 uum, ïa Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Afdeling Scheepvaart Rotterdam, december 1996 Inhoudsopgave 1 Samenvatting

Nadere informatie

Containerbinnenvaart 2010. : Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart De heer dr. ir. J.U. Brolsma

Containerbinnenvaart 2010. : Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart De heer dr. ir. J.U. Brolsma Containerbinnenvaart 2010 Opdrachtgever : Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart De heer dr. ir. J.U. Brolsma Dit document is opgesteld door : Stichting Projecten Binnenvaart N.A. Schoonen W.K.

Nadere informatie

BICS Instructiekaart E-MELDPLICHT MET BICS 4.00. E-MELDPLICHT met BICS 4.00. Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. Instructies Melden met BICS

BICS Instructiekaart E-MELDPLICHT MET BICS 4.00. E-MELDPLICHT met BICS 4.00. Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. Instructies Melden met BICS BICS Instructiekaart E-MELDPLICHT MET BICS 4.00 Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. 1 Dit document bevat de beknopte (werk)instructies voor schippers die moeten voldoen aan de meldplicht (m.n. de elektronische

Nadere informatie

Rapportage Containerhoogtemetingen

Rapportage Containerhoogtemetingen Rapportage Containerhoogtemetingen Brolsma Advies revisie april 2015 foto voorzijde: Een klasse Va schip, geladen met drie lagen containers waaronder high-cube containers, passeert de over het Amsterdam-Rijnkanaal

Nadere informatie

Op- en afvaartregeling voor 8000 en meer TEU containerschepen. tot de haven van Antwerpen bij een. maximale diepgang van 145 dm

Op- en afvaartregeling voor 8000 en meer TEU containerschepen. tot de haven van Antwerpen bij een. maximale diepgang van 145 dm Op- en afvaartregeling voor 8000 en meer TEU containerschepen tot de haven van Antwerpen bij een maximale diepgang van 145 dm 1. Algemeen Om een beeld te krijgen van de invloed van de nieuwe generatie

Nadere informatie

Geldig per juli 2017 LAAGWATER. een belangrijk thema voor Contargo en zijn klanten. Hier vindt u belangrijke informatie.

Geldig per juli 2017 LAAGWATER. een belangrijk thema voor Contargo en zijn klanten. Hier vindt u belangrijke informatie. Geldig per juli 2017 LAAGWATER een belangrijk thema voor Contargo en zijn klanten. Hier vindt u belangrijke informatie. LAAGWATER EEN BELANGRIJK THEMA De zomer van 2015 en heel 2016 hebben in vele Duitse

Nadere informatie

LAAGWATER. een belangrijk thema voor Contargo en zijn klanten. Hier vindt u belangrijke informatie.

LAAGWATER. een belangrijk thema voor Contargo en zijn klanten. Hier vindt u belangrijke informatie. LAAGWATER een belangrijk thema voor Contargo en zijn klanten. Hier vindt u belangrijke informatie. LAAGWATER EEN BELANGRIJK THEMA De zomer van 2015 heeft in vele Duitse regio s records gebroken: langdurige

Nadere informatie

Proefvaren en punt 15 van het certificaat. Artikel 5.04 Belading tijdens de proefvaart

Proefvaren en punt 15 van het certificaat. Artikel 5.04 Belading tijdens de proefvaart Proefvaren en punt 15 van het certificaat Artikel 5.04 Belading tijdens de proefvaart Beladingstoestand van schepen en samenstellen tijdens de proefvaart Schepen en samenstellen die bestemd zijn voor het

Nadere informatie

Technische analyse waterstanden op de Waal Cornelis van Dorsser & Marleen Buitendijk 8 oktober 2018

Technische analyse waterstanden op de Waal Cornelis van Dorsser & Marleen Buitendijk 8 oktober 2018 Hoogteligging rivier te Lobith (cm t.o.v. NAP) Technische analyse waterstanden op de Waal Cornelis van Dorsser & Marleen Buitendijk 8 oktober 2018 Al lange tijd ontvangen wij klachten van binnenvaartschippers

Nadere informatie

Padbreedte van schepen in bochten

Padbreedte van schepen in bochten Padbreedte van schepen in bochten Bepalen bochtentoeslag voor het dimensioneren van vaarwegen Datum 13 januari 2012 Status Rapport Colofon Uitgegeven door Dienst Verkeer en Scheepvaart Informatie ir. J.W.

Nadere informatie

Watertruck Evaluatie Industrieel modelproject in ZO-Brabant

Watertruck Evaluatie Industrieel modelproject in ZO-Brabant Watertruck Evaluatie Industrieel modelproject in ZO-Brabant s-hertogenbosch 30 Juni 2014 WATERTRUCK PROEFVAARTEN in ZO-Brabant 26 mei 2014-11 juni 2014 C.B.O. bvba MCA Brabant MEBIN BAETSEN-GROEP VAN NIEUWPOORT

Nadere informatie

Stabiliteit containerschepen. Jan Kruisinga

Stabiliteit containerschepen. Jan Kruisinga Stabiliteit containerschepen Jan Kruisinga Stabiliteit berekenen Belangrijk voor veiligheid schepen, bemanning en milieu Huidige rekenmethode voldoet Opleiding Onbetrouwbare containergewichten Juiste containergewichten

Nadere informatie

Tijpoort in relatie tot het toelatingsbeleid. Voor een veilige en vlotte op- en afvaart in het Scheldegebied. Infobrochure

Tijpoort in relatie tot het toelatingsbeleid. Voor een veilige en vlotte op- en afvaart in het Scheldegebied. Infobrochure Tijpoort in relatie tot het toelatingsbeleid Voor een veilige en vlotte op- en afvaart in het Scheldegebied Infobrochure Het toelatingsbeleid: voor een veilige en vlotte scheepvaart in het Scheldegebied

Nadere informatie

Codering voor stuwlocaties ( slots ) containerbinnenvaart

Codering voor stuwlocaties ( slots ) containerbinnenvaart Codering voor stuwlocaties ( slots ) in de containerbinnenvaart Tot stand gekomen in overleg met de werkgroep BTB-Container en andere betrokkenen Rotterdam 2007 Versie: 3.1 d.d. 05-09-07 Samensteller:

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338

Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338 S. js.io Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338 Ri jkswater s t aat, Dienst Verkeerskunde, Hoofdafdeling Scheepvaart. Dordrecht, 2 juni 1975. NOTITIE

Nadere informatie

D1730. Containers en Vrachtwagens: een paar apart

D1730. Containers en Vrachtwagens: een paar apart Ministerie van Verkeer en Waterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer D i r e c t o raat- G e n e raa I R i j ks w a t e rstaat Containers en Vrachtwagens: een paar apart Probleemverkenning voor een onderzoek

Nadere informatie

UITDAGINGEN BINNENVAART

UITDAGINGEN BINNENVAART UITDAGINGEN BINNENVAART PROMOTIE BINNENVAART VLAANDEREN 2012 09 18 WATERWEGEN West Europa heeft het dichtste waterwegennetwerk van de EU 90 miljoen inwoners EUR 910 miljard BBP 320 miljoen ton via Rijn

Nadere informatie

Squatmeting Terneuzen

Squatmeting Terneuzen Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Squatmeting Terneuzen 17 oktober 2005 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Squatmeting Terneuzen Versie : 1.2 Rapportnummer: AGI-2005-GSMH-020 17 oktober 2005

Nadere informatie

Proefvaarten met duwstellen

Proefvaarten met duwstellen Proefvaarten met duwstellen Voorwaarden op de Rijn en zone 2 in Nederland De criteria vanuit het ROSR en Bijlage II: Snelheid ten opzichte van het water: 13 km/uur (artikel 5.06 en dienstinstructie 2)

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 O&S Nijmegen 13 juli 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen

Nadere informatie

LANDELIJKE KADERS VAARWEGEN

LANDELIJKE KADERS VAARWEGEN LANDELIJKE KADERS VAARWEGEN DACE bijeenkomst parametrisch ramen in de praktijk 24 September 2015 INTRODUCTIE Christian Beltman MSc Civil Engineering & Management Universiteit Twente Junior Kostendeskundige

Nadere informatie

PROTOCOL 28. Besluit

PROTOCOL 28. Besluit - 5 - PROTOCOL 2 Eindverslag inzake de brugdoorvaarthoogte voor containervaart et drie lagen containers in het riviergedeelte Straatsburg - Basel (1999-II-22) De Centrale Coissie, Besluit neet kennis van

Nadere informatie

Waterweerstand. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

Waterweerstand. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding Waterweerstand 1 Inleiding Een bewegend vaartuig ondervindt altijd weerstand van het langsstromende water: het water oefent een wrijvingskracht uit

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014 (Gemeenteblad 2014, nr. );

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014 (Gemeenteblad 2014, nr. ); Onderwerp Datum 16 december 2014 Verordening op de heffing en invordering van Havengeld 2015 Pagina 1 van 6 De raad van Venray, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde A (oude stijl)

Examen HAVO. Wiskunde A (oude stijl) Wiskunde A (oude stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 23 mei 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 20 vragen.

Nadere informatie

Containervervoer per binnenschip. beschrijving van een transportrevolutie te water

Containervervoer per binnenschip. beschrijving van een transportrevolutie te water beschrijving van een transportrevolutie te water Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart Delft, december 2011 revisie augustus 2012 foto omslag: Klasse Va containerschip 'Orion', capaciteit 208 TEU

Nadere informatie

1. Samenvatting rapport 'Nautisch beheer' (MARIN)

1. Samenvatting rapport 'Nautisch beheer' (MARIN) 1. Samenvatting rapport 'Nautisch beheer' (MARIN) 2. Inleiding In het kader van de langetermijnvisie voor het Schelde-estuarium met betrekking tot de toegankelijkheid en veiligheid is er een studie uitgevoerd

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

Overzicht van de Europese binnenvaart Rapportage

Overzicht van de Europese binnenvaart Rapportage Overzicht van de Europese binnenvaart Rapportage Juli 2012 Drs. A.C.C. Hubens Oude Engelenseweg 25 5222 AB Den Bosch 073-6230120 06-17418733 www.ahadata.nl Inhoudsopgave LAND VAN REGISTRATIE... 1 SCHEEPSLENGTE...

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

SCHEEPSKARAKTERISTIEKEN VAN NIEUWE GROTE SCHEPEN

SCHEEPSKARAKTERISTIEKEN VAN NIEUWE GROTE SCHEPEN SCHEEPSKARAKTERISTIEKEN VAN NIEUWE GROTE SCHEPEN Rapport Rapport Nr. : 2432.6/2 Datum : 1 februari 21 Paraaf Management : M A R I N P.O. Box 28 67 AA Wageningen The Netherlands T +31 317 47 99 11 F +31

Nadere informatie

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN LESBRIEF LAGE WATERSTAND IN DE RIJN Inleiding In de winter kende de Rijn een hoge waterstand door de relatief hoge temperaturen in noordwest Europa. In de zomer van 2018 was relatief warm en er viel weinig

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

Verkeersbesluit Vaarwegen AGV- 1

Verkeersbesluit Vaarwegen AGV- 1 vergunninghouder Scheepvaartwegen Waver en Oude Waver Datum 3 maart 2015 Casecode W-15.00287 Kenmerk 15.020852 Verkeersbesluit Vaarwegen AGV- 1 Varen met bovenmaats schip Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam

Nadere informatie

Dat wordt allemaal mogelijk als de actuele waterstand in de rivieren en kanalen continue gemeten wordt en op heel veel posities.

Dat wordt allemaal mogelijk als de actuele waterstand in de rivieren en kanalen continue gemeten wordt en op heel veel posities. CoVadem Altijd een betrouwbare en actuele MGD (minst gepeilde diepte) hebben, ook buiten Nederland. Precies weten hoeveel lading je kan meenemen. Slim de vaarsnelheid aanpassen aan de verwachte hoeveelheid

Nadere informatie

Codering stuwlocaties. containerbinnenvaart

Codering stuwlocaties. containerbinnenvaart Codering stuwlocaties in de containerbinnenvaart Rotterdam 2012 Versie: 4.0 gedateerd 18-10-2012 Bewerkt door: Bureau Telematica Binnenvaart Codering stuwlocaties in containerbinnenvaart 1 1 Inhoud 1 Inhoud...

Nadere informatie

1. Bij welk type behoren de afmetingen van 67 meter lang en 8.20 meter breed?

1. Bij welk type behoren de afmetingen van 67 meter lang en 8.20 meter breed? KENNIS SCHIP EN MOTORKENNIS 1. Bij welk type behoren de afmetingen van 67 meter lang en 8.20 meter breed? A. Een Dortmund-Eemskanaalschip. B. Een Rijn-Hernekanaalschip. C. Een Kempenaar. 2. Welk van onderstaande

Nadere informatie

Rapportage cliënttevredenheidsonderzoek

Rapportage cliënttevredenheidsonderzoek Rapportage cliënttevredenheidsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga april 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliënttevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2528 woorden 23 juni keer beoordeeld. Natuurkunde. De Veer. Het bepalen van de veerconstante,

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2528 woorden 23 juni keer beoordeeld. Natuurkunde. De Veer. Het bepalen van de veerconstante, Praktische-opdracht door een scholier 2528 woorden 23 juni 2004 4,4 127 keer beoordeeld Vak Natuurkunde De Veer Het bepalen van de veerconstante, Het bepalen van de trillingstijd van een veer, Het bepalen

Nadere informatie

12.02 Functie van de lichtwaarschuwing op het riviergedeelte Oberwesel - St. Goar.

12.02 Functie van de lichtwaarschuwing op het riviergedeelte Oberwesel - St. Goar. - 39 - Bijlage bij protocol 13 1. De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd: a) De vermelding bij artikel 12.02 komt te luiden: 12.02 Functie van de lichtwaarschuwing op het riviergedeelte Oberwesel -

Nadere informatie

ADMINISTRATIEAANWIJZING Nr. 2

ADMINISTRATIEAANWIJZING Nr. 2 ADMINISTRATIEAANWIJZING Nr. 2 Eisen ten aanzien van de voorgeschreven snelheid (vooruit), de stopeigenschappen en de achteruitvaareigenschappen (Artikelen 5.06, 5.07 en 5.08 in combinatie met artikelen

Nadere informatie

bij Zeeburg Vaargeulbreedte Amsterdam -Rijn Kanaal 01 - Nat afdelingsarchief Rijkswate-rstaat

bij Zeeburg Vaargeulbreedte Amsterdam -Rijn Kanaal 01 - Nat afdelingsarchief Rijkswate-rstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswate-rstaat 01 - Nat afdelingsarchief 95 111 RWS_Item_00320 Vaargeulbreedte Amsterdam -Rijn Kanaal bij Zeeburg Vaargeulbreedte in ARK voor de aanleg van natuurvriendelijke

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur wiskunde A1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 87 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h Datum 12 december 2011 Bijlage(n) - Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h Achtergrond Het kabinet is voornemens de maximumsnelheid op autosnelwegen te verhogen naar 130

Nadere informatie

Squat-formule Bulkcarrier op basis van sleeptankproeven en ware grootte metingen

Squat-formule Bulkcarrier op basis van sleeptankproeven en ware grootte metingen Squat-formule Bulkcarrier op basis van sleeptankproeven en ware grootte metingen Jeroen Verwilligen (WL) Marc Mansuy (WL) Marc Vantorre (revisie UGent) 29/04/2016 - Hotel Arion, Vlissingen 1 1 Inhoud Dynamische

Nadere informatie

INMETEN VAN BOORPUNTEN EN WATERPASSEN

INMETEN VAN BOORPUNTEN EN WATERPASSEN 5 10 Protocol 2013 15 INMETEN VAN BOORPUNTEN EN WATERPASSEN 20 25 30 35 40 45 Versie 2.0, 27-9-2001 Pagina 1 van 8 50 Inhoud 1 PLAATS VAN DIT PROTOCOL IN HET KWALITEITSZORGSYSTEEM...2 1.1 VKB protocollen

Nadere informatie

Preventiegids voor de binnenvaart

Preventiegids voor de binnenvaart 4 Preventiegids voor de binnenvaart Stuurhuizen Een uitgave van de Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen in Nederland in samenwerking met: Noord Nederlandsche P & I Club Anker Rechtsbijstand

Nadere informatie

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde Wiskunde Examen VBO-MAVO-C Voorbereidend Beroeps Onderwijs Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 21 mei 13.30 15.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

BPR. Algemene Bepalingen. Instructie CWO 3 BPR

BPR. Algemene Bepalingen. Instructie CWO 3 BPR BPR Algemene Bepalingen Instructie CWO 3 BPR Het Binnenvaart Politie Reglement Bevat regelgeving voor alle binnenwateren behalve: Boven- en neder-rijn Lek Waal Westerschelde Eemsmonding Kanaal van Gent

Nadere informatie

Veilig varen doen we samen

Veilig varen doen we samen 10 gouden tips voor roeiers Veilig varen doen we samen Roeien op de Geldersche IJssel, Neder-Rijn, Lek, Pannerdensch Kanaal, Twentekanalen, Zwarte Water, Zwolle-IJsselkanaal en Meppelerdiep Veilig roeien

Nadere informatie

Branche Update: Container terminals

Branche Update: Container terminals Branche Update: Container terminals Economisch Bureau Sector & Commodity Research Nadia Menkveld +31 206 286441 Concurrentiepositie haven van belang voor terminal Hoewel de overslag in de haven van Rotterdam

Nadere informatie

Overnachtingshaven Lobith

Overnachtingshaven Lobith Koninklijke Schuttevaer Vasteland 12e - 3011 BL RotterdamPostbus 23415 3001 KK Rotterdam T +31 10 412 91 36 F +31 10 433 09 18 I www.koninklijkeschuttevaer.nl Overnachtingshaven Lobith Onderwerp: 18 maart

Nadere informatie

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE Rapport aan isterie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen AFDELING WATERWEGEN KUST VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

De elektronische meldplicht, deze regeling wordt voor Nederland uitgewerkt in twee reglementen, namelijk:

De elektronische meldplicht, deze regeling wordt voor Nederland uitgewerkt in twee reglementen, namelijk: Frequent gestelde vragen en antwoorden De elektronische meldplicht De elektronische meldplicht, deze regeling wordt voor Nederland uitgewerkt in twee reglementen, namelijk: - Het Rijnvaartpolitiereglement

Nadere informatie

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn: FACTSHEET Tellingen Coffeeshopbezoekers Roermond Resultaten metingen 2018: april en augustus In opdracht van de gemeente Roermond voert Breuer&Intraval jaarlijks (van 2018 tot en met 2021) tellingen uit

Nadere informatie

Marc Vantorre Maxim Candries Marc Mansuy. Guillaume Delefortrie Jeroen Verwilligen. Koen Maeghe Herlinde Liégeois

Marc Vantorre Maxim Candries Marc Mansuy. Guillaume Delefortrie Jeroen Verwilligen. Koen Maeghe Herlinde Liégeois Veilig en vlot per binnenschip: naar trajectcontroles voor de binnenvaart in Vlaanderen Marc Vantorre Maxim Candries Marc Mansuy Afdeling Maritieme Techniek, UGent Guillaume Delefortrie Jeroen Verwilligen

Nadere informatie

Wiskunde A. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur

Wiskunde A. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur Wiskunde A Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening vereist is, worden aan het antwoord

Nadere informatie

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Benadering van deelnemers Deelnemers aan de cohortstudie werden bij het tweede interview benaderd volgens een zogenaamd benaderingsprotocol,

Nadere informatie

Informatietechnologie / meldsystemen gevaarlijke stoffen vanuit het perspectief van de vaarwegbeheerder

Informatietechnologie / meldsystemen gevaarlijke stoffen vanuit het perspectief van de vaarwegbeheerder Informatietechnologie / meldsystemen gevaarlijke stoffen vanuit het perspectief van de vaarwegbeheerder Jos van Splunder Senior Adviseur Scheepvaartverkeerscentrum SVC 21 oktober 2011 Elektronisch Melden,

Nadere informatie

Minimumeisen en aanbevelingen voor de technische uitvoering van werken aan de Rijn

Minimumeisen en aanbevelingen voor de technische uitvoering van werken aan de Rijn Minimumeisen en aanbevelingen voor de technische uitvoering van werken aan de Rijn Stand: 19 oktober 2016 Besluit 2012-I-13 Inhoud I. Minimumeisen en aanbevelingen voor de technische uitvoering van werken

Nadere informatie

a. De hoogte van een toren bepalen met behulp van een stok

a. De hoogte van een toren bepalen met behulp van een stok Gelijkvormigheid in de 17 de - en 18 de -eeuwse landmeetkunde Heb jij enig idee hoe hoog dat gebouw of die boom is die je uit het raam van je klaslokaal ziet? Misschien kun je de hoogte goed schatten,

Nadere informatie

MINIMUMEISEN EN AANBEVELINGEN VOOR DE TECHNISCHE UITVOERING VAN WERKEN AAN DE RIJN )

MINIMUMEISEN EN AANBEVELINGEN VOOR DE TECHNISCHE UITVOERING VAN WERKEN AAN DE RIJN ) Bijlage bij TP (12) 34 = TP/G (12) 38 CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART Straatsburg 2012 1. De vaargeul MINIMUMEISEN EN AANBEVELINGEN VOOR DE TECHNISCHE UITVOERING VAN WERKEN AAN DE RIJN ) De vaargeul

Nadere informatie

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Enschede, 13 juli 2004 WD/04/1774/ebt ir. G. Vernhout drs. W. Dragt Inhoudsopgave

Nadere informatie

Containerwetenswaardigheden

Containerwetenswaardigheden 1 Inleiding Een container is geen vervoermiddel maar een ladingeenheid. Er zijn diverse soorten containers; in deze lesbrief zullen we ons uitsluitend bezighouden met de maritieme containers. Dit zijn

Nadere informatie

Tevredenheid over MEE. Brancherapport 2011. Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913

Tevredenheid over MEE. Brancherapport 2011. Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913 Tevredenheid over MEE Brancherapport 2011 Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913 Zoetermeer, 21 december 2011 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Trillingshinder voor en na het vervangen van de spoorbrug over de Linge

Trillingshinder voor en na het vervangen van de spoorbrug over de Linge Trillingshinder voor en na het vervangen van de spoorbrug over de Linge Geluid, Trillingen, Luchtkwaliteit, Gebied en Gebouw 8 november 2011 Ing. Marc Burgmeijer M+P raadgevende ingenieurs Inleiding In

Nadere informatie

Droogtebericht. Waterbeheerders spelen in op actuele situatie. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW)

Droogtebericht. Waterbeheerders spelen in op actuele situatie. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 9 mei 2011 Nummer 2011-05 Waterbeheerders spelen in op actuele situatie Ook in de afgelopen week is

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015 Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 1 Juni 1 Doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de huidige mate van tevredenheid van tolken en vertalers, afnemers van tolk- en vertaaldiensten

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Memo Stabiliteit Een voldoende stabiliteit met inbegrip van de stabiliteit in beschadigde toestand moet zijn aangetoond.

Memo Stabiliteit Een voldoende stabiliteit met inbegrip van de stabiliteit in beschadigde toestand moet zijn aangetoond. Memo Stabiliteit Huidige voorschriften - ADN2013 Type G 9.3.1.13 Stabiliteit (Algemeen) 9.3.1.13.1 Een voldoende stabiliteit met inbegrip van de stabiliteit in beschadigde toestand moet zijn aangetoond.

Nadere informatie

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017 Gemeente Nederweert Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 30 juni 2017 DATUM 30 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl

Nadere informatie

Groep 7 - Varen over de Westerschelde

Groep 7 - Varen over de Westerschelde Leerkrachtinformatie Groep 7 - Varen over de Westerschelde Lesduur:90 minuten (in tweetallen) DOEL De leerlingen weten welke type schepen er over de Westerschelde varen; hebben onderzocht hoe de stabiliteit

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs. HBO-Monitor 2007. G.W.M. Ramaekers

De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs. HBO-Monitor 2007. G.W.M. Ramaekers De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs HBO-Monitor 2007 G.W.M. Ramaekers Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur wiskunde A1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 87 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Samen door de bocht(en) Editie

Samen door de bocht(en) Editie Samen door de bocht(en) Editie 2011-2012 Samen door de bocht(en) In de bochten bovenstrooms Nijmegen tot aan de Pannerdensche Kop breidt Rijkswaterstaat in overleg met het Watersportverbond en de Koninklijke

Nadere informatie

Veiligheidsgevoel in fietstunnels

Veiligheidsgevoel in fietstunnels Bestuursondersteuning Afdeling Onderzoek & Statistiek Veiligheidsgevoel in fietstunnels Omnibusonderzoek 2008 1 Onderzoekskader Omnibusonderzoek 2008 Opdrachtgever Gemeenteraad/Sector BO Uitvoering Gemeente

Nadere informatie

: Industriehaven Genemuiden : Nautische toets Industriehaven Genemuiden Ons kenmerk : LW-AF , versie 3 Datum : 13 juli 2012

: Industriehaven Genemuiden : Nautische toets Industriehaven Genemuiden Ons kenmerk : LW-AF , versie 3 Datum : 13 juli 2012 NoLogo MEMO Aan : Wendy Scheuten Van : Leon Lammers, Bas Wijdeven Dossier : BA1063-110-100 Project : Industriehaven Genemuiden Betreft : Nautische toets Industriehaven Genemuiden Ons kenmerk : LW-AF20120957,

Nadere informatie

Rapportage. Parkeeronderzoek. Leidsestraatweg Woerden l

Rapportage. Parkeeronderzoek. Leidsestraatweg Woerden l Rapportage Parkeeronderzoek Leidsestraatweg Woerden l Inhoud Verantwoording Inleiding 3 Onderzoeksgebied 3 Methode 3 Onderzoek: Parkeeronderzoek Leidsestraatweg Datum: Februari 2015 Versie: Definitief

Nadere informatie

MTP101 Week 2: data verzamelen en analyseren

MTP101 Week 2: data verzamelen en analyseren MTP101 Week 2: data verzamelen en analyseren Robert Hekkenberg 26/1/12 Delft University of Technology Challenge the future Projectorganisatie Week 1: Week 2: Week 3: Week 4: Week 5: Week 6: Week 7: algemene

Nadere informatie

Datum 14 oktober 2008. Pagina. 1 van 40. Rapport. Rapport. Nulmeting naar dwarsscheepse stabiliteit in het containervervoer in de binnenvaart

Datum 14 oktober 2008. Pagina. 1 van 40. Rapport. Rapport. Nulmeting naar dwarsscheepse stabiliteit in het containervervoer in de binnenvaart 1 van 40 Nulmeting naar dwarsscheepse stabiliteit in het containervervoer in de binnenvaart 2 van 40 Inhoudsopgave 1 Aanleiding en samenvatting 4 1.1 Kapseizen van het motorvrachtschip Ferox 4 1.2 Verlies

Nadere informatie

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T Naam: Klas: Practicum: slingertijd Opstelling en benodigdheden: De opstelling waarmee gewerkt wordt staat hiernaast (schematisch) afgebeeld. Voor de opstelling zijn nodig: statief met dwarsstaaf, dun touw

Nadere informatie

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.

Nadere informatie

Signalisatie Scheepvaart op Albertkanaal

Signalisatie Scheepvaart op Albertkanaal Signalisatie Scheepvaart op Albertkanaal UITVOERING VAN DE VERKEERSTEKENS. a) Kleuren Kleuren van verkeerstekens behoren te voldoen aan de algemene internationale norm van de Commission Internationale

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Objectbeschrijving sluiscomplex Heumen (Pepijn van Aubel, november 2016)

Objectbeschrijving sluiscomplex Heumen (Pepijn van Aubel, november 2016) Objectbeschrijving sluiscomplex Heumen (Pepijn van Aubel, november 2016) Het sluiscomplex Heumen (km. 1,4) bestaat uit de volgende onderdelen met bijbehorende kentallen: 1) De oude sluis (west) met 3 puntdeuren

Nadere informatie

Nauwkeurige dieptemetingen

Nauwkeurige dieptemetingen Nauwkeurige dieptemetingen overwegingen & een methode drs. ir. Eric Weijters www.weijters.net Het inmeten van een wrakveld Een in onze Nederlandse wateren goed bruikbare methode om scheepswrakken in te

Nadere informatie

Resultaten evaluatie op/afvaart grote containerschepen. Interne GNB infodag 3 dec Eric Adan = ziek

Resultaten evaluatie op/afvaart grote containerschepen. Interne GNB infodag 3 dec Eric Adan = ziek Resultaten evaluatie op/afvaart grote containerschepen Interne GNB infodag 3 dec. 2009 Eric Adan = ziek Inhoud Voorbereiding proefvaart Plan van aanpak Evaluatie 1 e proefvaart MSC Beatrice Bevindingen

Nadere informatie

KERK EN CHRISTENVERVOLGING christenvervolging

KERK EN CHRISTENVERVOLGING christenvervolging KERK EN CHRISTENVERVOLGING christenvervolging Een onderzoek naar de betrokkenheid van predikanten en voorgangers bij de vervolgde kerk November 2013 Inleiding Hoe 'leeft' het onderwerp christenvervolging

Nadere informatie

STICHTING ALGEMENE MAATSCHAPPIJ VOOR VARENDEN

STICHTING ALGEMENE MAATSCHAPPIJ VOOR VARENDEN STICHTING ALGEMENE MAATSCHAPPIJ VOOR VARENDEN Steunpunt Binnenvaart Jaarverslag Steunpunt Binnenvaart 214 Steunpunt Binnenvaart fungeert sinds maart 25 als bruggetje naar de wal. Het voorkomen dat mensen

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË PRACTICUM-TOETS

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË PRACTICUM-TOETS XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË PRACTICUM-TOETS 20 juli 1999 13.1 practicum toets ---63 De Torsieslinger In dit experiment bestuderen we een relatief complex mechanisch systeem een

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE SLEUTELBLOEM BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De

Nadere informatie

tudievragen voor het vak TCO-2B

tudievragen voor het vak TCO-2B S tudievragen voor het vak TCO-2B 1 Wat is fundamenteel/theoretisch onderzoek? 2 Geef een voorbeeld uit de krant van fundamenteel/theoretisch onderzoek. 3 Wat is het doel van fundamenteel/theoretisch onderzoek?

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek

Nadere informatie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. stikstofdepositie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. stikstofdepositie Projectteam Overnachtingshaven Lobith Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith stikstofdepositie INHOUDSOPGAVE blz. 1. KADERS 1 1.1. Wettelijk kader 1 1.2. Beleidskader 1

Nadere informatie

Resultaten evaluatie op/afvaart grote containerschepen. GNB infodag, 22 oktober 2009 Eric Adan

Resultaten evaluatie op/afvaart grote containerschepen. GNB infodag, 22 oktober 2009 Eric Adan Resultaten evaluatie op/afvaart grote containerschepen GNB infodag, 22 oktober 2009 Eric Adan Inhoud Voorbereiding proefvaart Plan van aanpak Evaluatie 1 e proefvaart MSC Beatrice Bevindingen TNO Evaluatie

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek

Nadere informatie