Groep 7 - Varen over de Westerschelde

Transcriptie

1 Leerkrachtinformatie Groep 7 - Varen over de Westerschelde Lesduur:90 minuten (in tweetallen) DOEL De leerlingen weten welke type schepen er over de Westerschelde varen; hebben onderzocht hoe de stabiliteit van schepen vergroot kan worden. scheepsbewegingen, types schepen, belading van schepen, beroepen, Westerschelde, stabiliteit, drijfvermogen, varen BENODIGDHEDEN o Werkbladen o Kaart Zeeland Opdracht : o Computer o Antwoordkaarten Opdracht 2: o Tempexplaatjes (± 5-0 cm) o Blokjes van hout of ander materiaal o Aquarium of teiltje o Antwoordkaart(en) Eventueel: Extra opdracht 2: o Tempex, satéprikkers, klei, houten blokjes o Aquarium of teiltje o Antwoordkaart Opdracht 3: o Computer o Antwoordkaart Eventueel: Verdiepingsopdracht : o Les 6.3 Ontdek Kasteel of technisch lego uit de centrale kast Eventueel: Verdiepingsopdracht 2: o Les 8.3 Ontdek Kasteel o Antwoordkaart Introductie van de activiteit. Licht het doel van deze les toe. 2. Activeer klassikaal de voorkennis over havens in Zeeland, soorten schepen en vaarwegen aan de hand van de kaart van Zeeland. 3. De leerlingen maken de lessen zelfstandig. Ze werken in tweetallen en voeren drie opdrachten uit: Opdracht : Wat vaart er allemaal over de Westerschelde? Opdracht 2: Onderzoek stabiliteit en drijfvermogen van schepen Bij deze opdracht zijn extra vragen/opdrachten die eventueel gemaakt kunnen worden. Opdracht 3: Beroepen aan boord Ga aansluitend op bezoek bij één van de deelnemende haven bedrijven van of nodig een bedrijf of Techniek Ambassadeur uit in de klas om iets te vertellen over de beroepen in de havens. 4. Er is een optie om twee verdiepingsopdrachtenuit te voeren: Verdiepingsopdracht: Ontwerp een hijskraan Verdiepingsopdracht: Een schip vastleggen aan de kade 5. Bespreek klassikaal na om te controleren of de doelen van de les bereikt zijn.

2 WERKBLAD Groep 7 - Varen over de Westerschelde WAT GA JE LEREN Je weet welke type schepen er over de Westerschelde varen. Je hebt onderzocht hoe de stabiliteit van schepen vergroot kan worden. scheepsbewegingen, types schepen, belading van schepen, beroepen, Westerschelde, stabiliteit, drijfvermogen, varen WAT HEB JE NODIG Opdracht : o Computer o Antwoordkaarten Opdracht 2: o Tempex plaatjes (± 5-0 cm) o Blokjes van hout of ander materiaal o Aquarium of teiltje o Antwoordkaart(en) Eventueel:Extra opdracht 2: o Tempex,satéprikkers, klei, houten blokjes o Aquarium of teiltje o Antwoordkaart Opdracht 3: o Computer o Antwoordkaart Eventueel: Verdiepingsopdracht : o Les 6.3 Ontdek Kasteel of technisch lego uit decentrale kast Eventueel: Verdiepingsopdracht 2: o Les 8.3 Ontdek Kasteel o Antwoordkaart Opdracht : Wat vaart er allemaal over de Westerschelde? Welke soort schepen ken je al?

3

4 nr. Soort schip Kijk op de antwoordkaart hoeveel je er goed hebt. 3

5 Surf op het internetnaar rechtsboven de taal in Nederlands. Vul links bij havens Terneuzen in. Zoom in en verbaas je over de vele schepen op de Westerschelde. Je kunt meer informatie krijgen over de schepen door erop te klikken. Welke schepen varen er op dit moment op de Westerschelde? Welke soort schepen varen vooral naar: Antwerpen Gent Vlissingen Bekijk op de computer dit filmpje over het beladen van schepen: 4

6 Bekijk de foto s en schrijf op wat er niet goed is gegaan

7 Wat is er niet goed gegaan? Kijk op de antwoordkaart hoeveel je er goed hebt. 6

8 Opdracht 2: Onderzoek stabiliteit en drijfvermogen van schepen Je wilt zoveel mogelijk blokjes meenemen op een plaatje tempex. De blokjes zijn containers en de tempex is het schip. Je gaat onderzoeken hoe je dat het beste kunt doen. Leg de tempex in het water. Neem 0 blokjes en bedenk samen hoe je die het beste op het tempexplaatje kunt leggen. De blokjes mogen niet nat worden en ze moeten stabiel liggen. Teken hieronder hoe je denkt dat je ze het beste kan leggen. Stapel nu de blokjes. Klopt jullie idee met de werkelijkheid? Ja Nee Bedenk hoeveel blokjes je er nog op kunt leggen, zonder dat de blokjes nat worden of gaan schuiven. Teken dat hieronder. Leg de blokjes bij de andere blokjes. Klopt jullie idee met de werkelijkheid? Ja Nee Kun je er nog meer bijleggen? Ja Nee 7

9 Laat je schip met lading nu varen. Gaat het goed met de lading aan boort? Wat gebeurt er? Bedenk drie dingen waar je rekening mee moet houden bij het beladen van een schip met containers en noteer die hieronder: 2 3 Kijk op de antwoordkaart of je het goed hebt. Eventueel:Extra vragen Er zijn nog andere manieren om producten per schip te vervoeren. Noem drie producten en de manier waarop deze per schip vervoerd kunnen worden. Product Manier om dit product te vervoeren 2 3 Waar moet je opletten bij het vervoer van deze lading? Bekijk de antwoorden op de antwoordkaart. 8

10 Eventueel:Extra opdracht Je gaat onderzoeken hoe je een verticaal tempexplaatje stabiel kunt krijgen met behulp van satéprikkers en modeline. Leg het plaatje in het water. Bedenk samen waar je de satéprikkers en de klei gaat plaatsen. Geef dat aan op de tekening en vertel aan elkaar waarom je deze keuze maakt. Plaats de satéprikkers en klei zoals op de tekening die jullie gemaakt hebben. Klopt jullie idee met de werkelijkheid? Ja Nee Als het niet klopt, pas je je ontwerp aan en probeer je het nog een keer uit. Ga hiermee door tot het gelukt is. Eventueel:Extra opdracht 2 Neem een plaatje tempex. Zet daar aan de zijkant een schuine streep op. Laat je klasgenoot dit plaatje stabiel in het water leggen, met behulp van de satéprikkers en de klei. De streep moet dus evenwijdig aan het water komen. 9

11 Opdracht 3: Beroepen aan boord van een schip Welke beroepen denk je dat er allemaal zijn aan boord van een schip? En wat voor werk voeren deze mensen uit? Als je het moeilijk vindt, mag je op Internet zoeken. Beroepen aan boord Wat voor werk doet deze man/vrouw? Kijk op de antwoordkaart voor voorbeelden van beroepen. Welk beroep zou iets voor jou zijn? Waarom vind je dit beroep leuk? Beroepenaan boord, ook heel interessant voor meisjes! 0

12 Antwoordkaart opdracht Schepen op de Schelde Antwoordkaart opdracht Schepen op de Schelde. Containerschip groot 2. Autoboot 3. Boorschip 4. Bulkcarriër 5. Chemicaliëntanker 6. Mammoettanker 7. Gastanker 8. Zware lading schip 9. Binnenvaartschip 0. Cruiseschip. Vrachtschip 2. Marineschip 3. Ro-roschip (roll on- roll off) 4. Loodsboot 5. Vissersschip 6. Sleepboot 7. Baggerschip 8. Containerschip

13 Antwoordkaart opdracht Wat ging niet goed? Antwoordkaart opdracht Wat ging niet goed? Wat ging niet goed?. Kraan is met container omgevallen. 2. Kraan is omgevallen. 3. Door storm zijn de containers gaan schuiven. 4. Lading niet goed vastgelegd. 5. Containers zijn van het schip gevallen. 6. Container is uit de kraan gevallen. 7. Door storm zijn de containers gaan schuiven. 8. Door storm zijn de containers gaan schuiven. 9. Teveel containers en verkeerd geladen. 0. Door storm zijn de containers gaan schuiven.. Door storm zijn de containers gaan schuiven. 2. Door storm zijn de containers gaan schuiven. 3. Verkeerd geladen. 4. Door storm zijn de containers gaan schuiven. 5. Verkeerd geladen. 6. Door storm zijn de containers gaan schuiven.

14 Antwoordkaart opdracht 2 Antwoordkaart opdracht 2 Onderzoek stabiliteit en drijfvermogen van schepen Drie dingen waar je bijvoorbeeld rekening mee moet houden bij het beladen van een schip met containers: Niet te hoog laden. 2 Een goede verdeling over het schip. 3 De containers moeten net als legoblokjes goed op elkaar passen.

15 Antwoordkaart Extra vragen opdracht 2 Antwoordkaart extra vragenopdracht 2 Onderzoek stabiliteit en drijfvermogen van schepen Drie producten en de manier waarop deze per schip vervoerd kunnen worden. Product Manier om dit product te vervoeren Mais Los in het schip 2 Vis Ingevroren in het ruim 3 Een ander schip In een drijvend dok Waar moet je opletten bij het vervoer van deze lading? Je moet er altijd voor zorgen dat de lading stabiel blijft. Ook als het stormt op zee.

16 Antwoordkaart opdracht 3 Antwoordkaart opdracht 3 Beroepen aan boord van een schip Beroepen aan boord Kapitein Marof (Maritiem Officier) Stuurman Machinist Marconist (komt weinig meer voor) Matroos Deksman Olieman Loods Scheepskok Wat voor werk doet deze man/vrouw? Hij is de baas over iedereen aan boord van het schip. Een Marofkan zowel als stuurman of als machinist werken. Een stuurman bepaalt de koers van het schip en zorgt dat die een veilige en snelle weg volgt. Een machinist zorgt ervoor dat de motor van het schip blijft draaien. De marconist zorgde vroeger voor het seinen met de wal. Een matroos helpt door het hele schip. De deksman zorgt ervoor dat de lading stabiel blijft. De olieman zorgt voor voldoende brandstof aan boord. De loods zorgt ervoor dat het schip veilig door moeilijke delen wordt gebracht. De scheepskok zorgt voor aankoop en verwerking van het voedsel. Leuk weetje Afhankelijk van het type schip zijn er nog meer functies aan boord. Hier een paar voorbeelden: Op een passagiersschip: kelners, dokters, artiesten Op een baggerschip: ingenieurs Op een marineschip: helikopterpiloten, mariniers, dokters, verpleegkundigen, logistiek managers

17 Verdiepingsopdracht Verdiepingsopdracht Verdiepingsopdracht : Ontwerp een hijskraan voor containervervoer Ontwerp volgens de ontwerpcyclus een hijskraan voor containervervoer. De containers staan op het schip en moeten op de vrachtauto geplaatst worden met de kraan. De ontwerpcyclus. Probleem vaststellen 2. Oplossingen bedenken 3. De beste oplossing kiezen 4. Ontwerpen 5. Ontwerpen testen en evalueren en steeds verbeteren tot het voldoet Laat je ontwerp door de docent goedkeuren. Bouw de hijskraan met de materialen uit de Ontdek Kasteel les 6.3 Wat beweegt? of met technisch lego uit de centrale kast.

18 Verdiepingsopdracht 2 Verdiepingsopdracht Verdiepingsopdracht 2: Schepen vastleggen Een schip moet natuurlijk vastliggen aan de kade. Hoe gebeurt dat met die zware kabels? Hoe gaat dat met kleine jachten? Kijk op de antwoordkaart of je het goed hebt. Oefen de knopen die je hiervoor gebruikt met les 8.3 van het Ontdek Kasteel Een stevige paalwoning.

19 Antwoordkaart Verdiepingsopdracht 2 Antwoordkaart Verdiepingsopdracht 2 Schepen vastleggen Een schip moet natuurlijk vastliggen aan de kade. Hoe gebeurt dat met die zware kabels? Er wordt eerst met lichte kabels een verbinding gemaakt met de wal. Daarna worden de zware kabels door havenarbeiders vastgemaakt aan de wal. Hoe gaat dat met kleine jachten? Er springt iemand aan de kant en die legt het schip vast met touwen.