B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord. Synthesenota

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord. Synthesenota"

Transcriptie

1 Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord Synthesenota Spoor Fiscaliteit - Hogeschool Gent Prof. Dr. Carine Smolders, Stijn Goeminne & Loes Bloemen 1

2 1. OPDRACHT Onderzoeksluik 1: studie van de lokale bedrijfsheffingen Het Regeerakkoord voorziet in het afsluiten van een globaal fiscaal pact met de gemeenten en provincies over de afschaffing van een aantal kleinere belastingen die veel rompslomp met zich meebrengen en die moeilijk kunnen verantwoord worden. Uiteraard zal de afschaffing van deze pestbelastingen een impact hebben op de inkomsten van de lokale besturen. Vraag is wat precies onder hinderlijke bedrijfsbelastingen moet verstaan worden en hoe zowel bedrijven als gemeenten dit percipiëren. Verder wil men inzicht in de gepercipieerde verhouding tussen kosten en baten en wenst men te weten wat de budgettaire impact zou zijn van een het supprimeren van dergelijke heffingen voor de gemeenten. Onderzoeksoutput 1: indeling van de lijst van pestbelastingen die ons werd toegeleverd door de stuurgroepvoorzitter op basis van een reeks relevante criteria synthese van de bevragingen uitgevoerd rond de administratieve druk verbonden aan deze belastingen (= opinies gemeentelijke Ontvangers/Schepenen van Financiën) kosten/batenstudie inzake de pestbelastingen (waarbij de directe baten zijn : het wegvallen van de administratieve kosten voor bedrijven én voor gemeenten; de indirecte baten zullen gemeten worden op basis van een survey bij een aantal belangenorganisaties) projectie van de budgettaire impact van het supprimeren van deze belastingen op basis van historische data Onderzoeksluik 2: selectiviteit van de onroerende voorheffing Het Regeerakkoord van de Vlaamse regering voorziet dat aan de lokale besturen de mogelijkheid zal gegeven worden om de gemeentelijke fiscaliteit te differentiëren. Dit zal hen toelaten een beleid te voeren ter versterking van dorps- en stadskernen. Hierbij wordt er onder meer aan gedacht een vorm van selectiviteit in de onroerende voorheffing in te voeren. Onderzoeksoutput 2: discussiekader over de wenselijkheid, de criteria op basis waarvan tarieven kunnen gedifferentieerd worden en de administratieve randvoorwaarden. Onderzoeksluik 3: uitbreiding van de vrijstelling voor materieel en outillage In het kader van de afspraken binnen de Vlaamse ondernemingsconferentie wordt momenteel de piste onderzocht om de huidige vrijstelling voor materieel en outillage (art. 253, 4 en 5 WIB92) verder uit te breiden. Dit zou mogelijk een volledige vrijstelling van onroerende voorheffing voor alle nieuwe materieel en outillage tot gevolg hebben. Aangezien rechtspersonen reeds een belastingkrediet krijgen voor het gewestelijk aandeel in de onroerende voorheffing, zou een uitbreiding van de vrijstelling voor materieel en outillage budgettair bijna volledig ten laste komen van de gemeenten en provincies. Onderzoeksoutput 3= projectie van de potentiële budgettaire kostprijs van de operatie voor de gemeenten in 2006, hierbij rekening houdend met het ondernemend-stimulerend karakter van de maatregel. Verwezen wordt in dit kader naar de kwantificering van potentiële lokale terugverdieneffecten. 2

3 2. OVERZICHT VAN DE PAPERS In totaal werden de inzichten verwerkt in 7 deelpapers, die concreet de volgende inhoud hadden: - paper 1: overzicht en belang van de lokale bedrijfsheffingen - paper 2: cijfermatig compendium van de impact en de evolutie van 45 potentieel hinderlijke bedrijfsbelastingen - paper 3: prognose van de budgettaire impact van de afschaffing van de lokale bedrijfsbelastingen - paper 4: identificatie van de hinderlijke aspecten van de lokale bedrijfsbelastingen en verwachtingen omtrent het Fiscaal Pact. Een kwalitatief explorerend onderzoek bij 11 bedrijven. - Paper 5: de Schepenen van Financiën aan het woord over de verwachtingen m.b.t. het Fiscaal Pact en de wenselijkheid van de invoering van tariefdifferentiatie voor de OOV. - Paper 6: Schepenen van Financiën aan het woord over de administratieve druk, de billijkheid, de weerstand en de kosten/baten verbonden aan een set van lokale bedrijfsbelastingen - Paper 7: Ontvangers aan het woord over de administratieve druk, de billijkheid, de weerstand en de kosten/baten verbonden aan een set van lokale bedrijfsbelastingen Papers 1,2,3,4,5 & 7 kaderen in onderzoeksluik 1; paper 5 vormt de onderzoeksoutput voor onderzoeksluik 2. Bij gebrek aan data voor onderzoeksluik 3, kunnen hiervoor op dit moment nog geen conclusies voorgelegd worden. 3. DE DEFINIËRING VAN DE ONDERZOEKSPOPULATIE EN DE ONDERZOCHTE HEFFINGEN EN DE GEHANTEERDE METHODES - de onderzochte populatie: Voor de deelonderzoeken 1 & 2 vormen alle 308 gemeenten de onderzoekspopulatie. Papers 5 & 6 steunen op een bevraging bij 308 Schepenen van Financiën aan het woord gelaten; paper 7 steunt op een survey bij 308 Ontvangers. Paper 4 is gebaseerd op de meningen van financieel directeuren van 11 bedrijven. Voor de analyses in paper 6 & 7 wordt de onderzoekspopulatie per heffing bepaald op basis van begrotingen Elke gemeente die in haar begroting inkomsten uit een gegeven bedrijfsheffing noteerde werd als een eenheid van de populatie beschouwd. De respondenten werden in de surveys die aan paper 6&7 ten grondslag liggen ook gevraagd enkel antwoorden te formuleren voor die heffingen die ze daadwerkelijk aan de lokale bedrijven oplegden. - de onderzochte bedrijfsheffingen: Voor deelonderzoek 1 werd vertrokken van een lijst van 45 potentieel hinderlijke bedrijfsbelastingen (PHB) die uitsluitend aan bedrijven worden opgelegd. In de surveyonderzoeken die de basis vormen van papers 6 en 7 werden in totaal 27 heffingen bevraagd. Het betreft hier de 21 heffingen die eerder werden omschreven als gemeentelijke bedrijfsbelastingen met een marginale opbrengst en de lijst van 6 heffingen die werden omschreven als belastingen die een substantiële druk leggen op de ondernemingen (zie verder bespreking paper 1&2). - de gehanteerde onderzoeksmethode: Voor deelonderzoek 1 werden verschillende methodes gehanteerd; voor papers 1 &2 werd vertrokken van desk research & data-analyse. Paper 3 is gebaseerd op data verzameld bij ABA en via een bevraging bij de Ontvangers. Deze bevraging leidde tot een 3

4 set van gegevens rond de verwachtte ontvangsten uit de PHB (rekeningen 2003 en begrotingen 2004 en 2005). Regressie-analyses werden aangewend om de voorliggende prognoses te genereren. Paper 4 is gebaseerd op diepte-interviews bij 11 bedrijven en betreft explorerend, kwalitatief onderzoek. Papers 5,6,7 zijn het resultaat van een grootschalige survey bij de Schepenen van Financiën en de Ontvangers. Deze werd deels elektronisch afgenomen, deels schriftelijk, met het oog op het optimaliseren van de response rate. 4. OVERZICHT VAN DE RESULTATEN ONDERZOEKSLUIK 1: STUDIE VAN DE LOKALE BEDRIJFSHEFFINGEN PAPERS 1 & De eigen gemeentelijke heffingen vormen een belangrijk bestanddeel van de totale gemeentelijke ontvangsten; gemiddeld leveren ze 7,85% van deze totale inkomsten en 16,09% van de belastingontvangsten op De lijst van belastingen is zeer divers en de heffingen maken in diverse combinaties deel uit van de belastingportfolio s van de gemeenten. De modale gemeente legde in ,9 belastingen uit deze lijst op aan de bedrijven op haar grondgebied. 77 gemeenten legden 3 of minder van de heffingen uit de lijst met PHB op aan hun belastingplichtigen. Slechts 6 belastingen komen in meer dan 100 gemeenten voor : Belasting op kermissen, kermiskramen en wagens; Belasting op plaatsrecht om markten; Belasting op de afgifte van stukken voor gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen; Belasting op dagbladkiosken, frituurkramen, etc.; Belasting op drijfkracht; Belasting op reclameborden. 15 belastingen worden door minder dan 10 gemeenten aan de aanwezige bedrijven opgelegd. Het aantal heffingen die de gemeenten inkohieren lijkt in positieve zin te correleren met de omvang van de gemeente en is duidelijk hoger in de Dessoy-clusters 3, 9, 10, 11 en Het aandeel van deze selectie van potentieel hinderlijke bedrijfsbelastingen in de totale ontvangsten en in de belastingontvangsten blijkt vrij constant over de periode (gemiddeld resp. 3% en 6,9%) Wanneer we de opbrengsten uit de totaliteit van deze potentieel hinderlijke bedrijfsbelastingen uitdrukken per onderneming dan stellen we vast dat ondernemingen gemiddeld 384,26 euro betalen als gevolg van deze fiscaliteit. De variantie tussen gemeenten is echter zeer groot. In sommige gemeenten loopt dit bedrag op tot euro (Zwijndrecht); in andere bedraagt de belastingopbrengst per onderneming minder dan 1 euro (Kraainem) We kunnen de opbrengsten ook uitdrukken per capita,om rekening te houden met de schaal van de gemeente. De gemiddelde fiscale prijs ligt dan op 26 euro, maar de standaardafwijking verraadt opnieuw grote intergemeentelijke verschillen. Opvallend is dat niet enkel in de centrumsteden en de grote steden de fiscale druk per hoofd hoger is, maar dat dit ook het geval is in de kleinste gemeenten (<5.000 inwoners). 4

5 1.6. De analyse legt ook bloot in welke gemeenten deze belastingen een groter aandeel uitmaken van de eigen belastingen. In deze entiteiten zou een mogelijke afschaffing van deze heffingen dus ook sterker voelbaar zijn. Gemiddeld zijn deze belastingen goed voor ongeveer 1/3 van de totale opbrengsten uit de eigen fiscaliteit. Opnieuw stellen we gevoelige afwijkingen vast tussen gemeenten van verschillende clusters en omvang In de studie reiken we 2 criteria aan om gemeentelijke bedrijfsbelastingen met een marginale opbrengst te definiëren. In eerste instantie gaat het om heffingen die gemiddeld genomen max. 10% van de totale opbrengst uit de eigen gemeentelijke heffingen uitmaken. In tweede instantie moet dit criterium ook gelden voor elke gemeente afzonderlijk. Aan de hand van deze criteria komen we tot een subset van 21 belastingen, met name: de belasting op de verhuring van rijdieren de belasting op agentschappen voor weddenschappen de belasting op leurhandel de belasting op lunaparken de belasting op vervoer met taxi s de belasting op stapelplaatsen voor schroot, oude en achtergelaten voertuigen de belasting op steenbakkerijen de belasting op standplaatsen van taxi s en huurrijtuigen de belasting op de afgifte van stukken voor gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen de belasting op privé-clubs de belasting op benzine-, olie- en persluchtpompen de belasting op openblijven van drankgelegenheden na sluitingsuur de belasting op dagbladkiosken, frituurkramen,etc. de belasting op wegwijzers de belasting op tabakslijterijen de belasting op het plaatsen van terrassen, tafels, stoelen de belasting op stapelplaatsen voor materialen de belasting op nijverheidsbouwvallen de belasting op strandexploitaties de belasting op tewerkgesteld personeel de belasting op los- een laadtoestellen In 15 van de 21 gevallen gaat het om specifieke heffingen die uitsluitend 1 sector treffen. In totaal (gecumuleerd voor alle gemeenten die ze opleggen) vertegenwoordigen deze belastingen euro. Het is belangrijk hier meteen te vermelden dat Antwerpen hiervan euro voor haar rekening neemt en dat het belang van deze belastingen ook groot is in Oostende, Gent en Knokke-Heist. De afschaffing van dergelijke heffingen zou vooral in Tongeren (15% van de totale opbrengsten uit gemeentelijke heffingen), Lovendegem (11%) en Sint-Truiden (10,85%) sterk voelbaar zijn. Anderzijds zou het supprimeren van deze heffingen de ontvangsten van 52 gemeenten ongemoeid gelaten hebben. Een detailoverzicht van de effecten per gemeente is opgenomen in bijlage Om de groep van belastingen die een belangrijke financiële druk leggen op de ondernemingen af te bakenen, werd in eerste instantie vertrokken van de opbrengst per onderneming. Het probleem bij deze werkwijze is echter dat niet elke onderneming belastingplichtig is en een aantal bedrijven anderzijds niet als onderneming in een gemeente ingedeeld worden (bvb. filialen van grootdistributiebedrijven die niet met zelfstandige agenten werken). Verder worden in een aantal gemeenten enkel de rechtspersonen fiscaal aansprakelijk gesteld, in andere gemeenten worden ook de natuurlijke personen belast. Bij gebrek aan inzicht in hoe het aantal bij het NIS gerapporteerde ondernemingen zich verhoudt tot het aantal belastingplichtige bedrijven, werd besloten de 5

6 indicator per onderneming niet te gebruiken bij deze selectie. Als alternatief werd er voor geopteerd om die 4 heffingen te groeperen die samen 80% van de totale opbrengst van de 45 geselecteerde heffingen uitmaken. Het betreft hier: de heffing op drijfkracht (118 gemeenten) de milieubelasting (75 gemeenten) de belasting op het ophalen van nijverheidsvuil en grof vuilnis (45 gemeenten) de belasting op het plaatsrecht op markten (205 gemeenten) In de paper 4,6 & 7 worden in totaal 27 heffingen bevraagd; het betreft hier 20 gemeentelijke bedrijfsbelastingen met een marginale opbrengst (zie lijst onder punt 1.7 met uitzondering van de belasting op lunaparken) + de 4 hierboven geformuleerde belastingen met een substantiële opbrengst aangevuld met volgende heffingen: - de belasting op reclameborden - de belasting op de verspreiding van reclame - de andere belastingen op ondernemingen PAPER De databeperkingen nopen ons ertoe een projectie uit te voeren op macrodata. Gezien het feit dat momenteel slechts rekeningcijfers beschikbaar zijn tot 2002 werden bij de gemeenten extra cijfers verzameld. Zo werden de reeksen aangevuld met de (nog niet gevalideerde) rekeningcijfers van Voor 2004 en 2005 werden begrotingsdata bekomen. Gezien uit eerder onderzoek blijkt dat Vlaamse gemeenten de neiging hebben om de ontvangsten uit de eigen belastingen te overschatten werden de begrotingsdata voor deze potentiële overschatting gecorrigeerd. Er werd voor gekozen om in totaal 15 verschillende projecties uit te voeren 3.2. In de eerste benadering worden de globale ontvangsten uit deze 45 heffingen voorspeld op basis van de met 1 jaar vertraagde bedrijfsinvesteringen. Voor deze eerste benadering werd gebruik gemaakt van 3 verschillende datareeksen. Variant 1 betreft uitsluitend rekeningdata; varianten 2 & 3 doen voor 2004 en 2005 ook beroep op voor overschatting gecorrigeerde begrotingsdata Een tweede benadering is gesteund op de trend in de belastingdata en laat toe, in tegenstelling tot benadering 1, ook uitspraken te doen inzake de verwachte ontwikkeling van de belastingontvangsten voor de 45 heffingen afzonderlijk. Ook hier werden 3 varianten berekend, vertrekkende van 3 diverse datareeksen Omdat er zich voor vele individuele belastingen breuken in de datareeksen situeren in de jaren 2000/2001 of 2002 werden additionele projecties op post data berekend (varianten 2.1, 2.2, 2.3 en 3.1, 3.2, 3.3) Om de schatting verder te verfijnen werden de R³-waarden/belasting van de verschillende projecties geanalyseerd. Dit levert 3 optimalisaties op; de eerste geoptimaliseerde projectie vertrekt van de reeksen V2,V3 en V3.3. In de tweede projectie wordt slechts een beroep gedaan op de projecties V3 en V3.3. Voor optimalisatie 3 worden die projecties gekozen die over alle voorspellingen de hoogste R² vertonen(dus ook met inbegrip van variant 1 en de resterende varianten 2.1,2.2,2.3 en 3.1,3.3) De resultaten van de verschillende benaderingen en varianten zijn samengevat in onderstaande Tabel. Op basis van de voorspellingen uit de bedrijfsinvesteringen (=benadering 1) verwachten we dat een volledige 6

7 afschaffing van deze 45 heffingen een daling van de gemeentelijke ontvangsten van 200,2 miljoen euro à 205,94 miljoen euro zou betekenen. Vertrekkende van de individuele data/belasting (=benadering 2) is het resultaat sterk afhankelijk van de in de projectie gehanteerde datareeks. Varianten 1 en 3 leiden tot gelijkaardige schattingen van de bedragen voor 2006; deze bevinden zich in de range 212,19 miljoen euro tot 214,69 miljoen euro. Wanneer voor variant 3 kortere datareeksen (post-2000) worden gehanteerd dan benadert de bekomen prognose zeer sterk de cijfers die het resultaat zijn van de regressie aan de hand van de bedrijfsinvesteringen (206,89 à 202,96 miljoen euro). Ook 2 van de 3 optimalisaties leiden tot data die hiervan weinig afwijken. Op basis van deze vaststellingen besluiten we dat de gederfde inkomsten maximaal begroot worden op 206 miljoen euro. Optimalisatie 3 kan ons inziens gezien worden als de absolute ondergrens (182,21 miljoen euro). TABEL 1: OVERZICHT VAN DE PROJECTIES M.B.T. DE 45 PHB BENADERING 1 jaren aanpassingen aanpassings% geprojecteerd bedrag 2006 V1 variant geen ,49 V2 variant & =14,13% 2005=15,46% ,69 V3 variant & ,80% ,34 BENADERING 2 V1 variant geen ,80 V2 variant & =14,13% 2005=15,46% ,98 V2.1 variant 2 aanpassing & =14,13% 2005=15,46% ,10 V2.2 variant 2 aanpassing & =14,13% 2005=15,46% ,35 V2.3 variant 2 aanpassing & =14,13% 2005=15,46% ,76 V3 variant & ,80% ,77 V3.1 variant 3 aanpassing & ,80% ,86 V3.2 variant 3 aanpassing & ,80% ,22 V3.3 variant 3 aanpassing & ,80% ,20 OPT1 optimalisatie op basis van 3 projecties (V2,V3 & V3.3) ,89 OPT2 optimalisatie op basis van 2 projecties (V3,V3.3) ,53 OPT3 optimalisatie op basis van alle projecties ,01 PAPER In deze paper werden de resultaten besproken van een exploratieve, kwalitatieve bevraging bij 11 grote type-ondernemingen m.b.t. 14 verschillende lokale bedrijfsheffingen. De centrale doelstelling van het onderzoek was inzicht te bekomen in de concepten administratieve hinder en billijkheid voor lokale bedrijfsheffingen. In tweede instantie wensten we op deze manier ook een eerste beeld te bekomen van de verwachtingen van bedrijven omtrent het Fiscaal Pact. Het onderzoek was vooral gericht op conceptverkenning 7

8 en knelpunteninventarisatie. Het levert verder ook een reeks eerste vaststellingen op die zeker relevant zijn voor het debat betreffende de lokale bedrijfsbelastingen De analyse is het resultaat van diepte-interviews afgenomen van financiële directeurs of personeelsleden van de corporate tax offices. We willen er vooraf op wijzen dat het bijzonder moeilijk is om in te schatten in hoeverre de meningen van deze respondenten representatief zijn voor de hele populatie. Omdat momenteel geen data beschikbaar zijn die toelaten de onderzoekspopulatie voldoende te typeren, kunnen we de mate waarin onze analyses veralgemeenbaar zijn niet in kaart brengen. Anderzijds willen we er wel op wijzen dat de bedrijven niet lukraak werden gekozen. De steekproef werd samengesteld in samenspraak met VOKA en er werd gestreefd naar een selectie van bedrijven die een belangrijke plaats innemen in de sector en qua belastingen als typebedrijven zouden kunnen doorgaan Inzake het concept hinderlijke lokale bedrijfsbelastingen kwamen we tot de volgende inzichten: de verschillende deelitems werden door de bevraagde ondernemingen als relevant onderkend voor de studie van de administratieve hinder die deze belastingen kunnen veroorzaken. We lichten deze deelaspecten verder toe. Een meerderheid van de respondenten wordt geconfronteerd met onduidelijke formuleringen in de belastingreglementen. De geïnterviewde bedrijven pleiten er voor om de belastbare grondslag zo te formuleren dat elke onderneming de aangifte kan invullen, zonder rekening te moeten houden met talrijke uitzonderingen. Dit geldt in het bijzonder voor de drijfkrachtheffing en de heffing op reclameborden. In het algemeen blijkt dat het als een zeer positief gegeven wordt beschouwd wanneer de belastingdiensten bij het interpreteren van het belastingreglement een zekere soepelheid en redelijkheid aan de dag leggen. De geïnterviewde bedrijven pleiten voor een dialoog met de belastingdiensten die moet leiden tot het afstemmen van de reglementen op de zeer diverse realiteit van de vele verschillende bedrijven. De grote diversiteit in belastingreglementen met betrekking tot een en dezelfde heffing is een doorn in het oog van bedrijven met verschillende exploitatiezetels. Specifiek deze ondernemingen voelen een grote behoefte aan een harmonisering van deze reglementen. Voornamelijk inzake de belasting op de verspreiding van reclame werd deze diversiteit als bijzonder hinderlijk ervaren. Ondernemingen stellen zich vragen over het detail dat gevraagd wordt bij de aangifte van sommige belastingen. Volgens de ondernemingen zijn er drie belastingen die op dit vlak voor een aanzienlijke administratieve hinder zorgen: de belasting op drijfkracht, de belasting op reclameborden en de belasting op de verspreiding van reclame. De doorlooptijden van de procedures worden algemeen niet als hinderlijk ervaren worden. Wel kunnen bepaalde procedures geoptimaliseerd worden. Volgens de geïnterviewde bedrijven zou de communicatie met de gemeentediensten op verschillende manieren geoptimaliseerd kunnen worden. Momenteel is het immers zo dat de bedrijven terechtkomen in een wirwar van diensten. De geïnterviewde bedrijven pleiten in het algemeen voor één aanspreekpunt en de elektronische afhandeling van een aantal procedures. 8

9 Initiatieven die de richting uitgaan van fiscal ruling komen de continuïteit ten goede. Wanneer reglementen voor een periode bevroren worden of met de bedrijven individuele afspraken gemaakt worden over de fiscale druk die enkele jaren van kracht blijven, neemt de rechtszekerheid van de bedrijven toe. De bedrijven uit het onderzoek betreuren dat ze te weinig op voorhand van de plannen tot wijziging van een reglement op de hoogte worden gebracht. Het concurrentieverstorende karakter van bedrijfsbelastingen werkt niet enkel ten opzichte van andere bedrijven uit de sector, maar ook binnen de eigen groep. De belangrijkste problemen situeren zich bij de drijfkrachtheffing. De lokale bedrijfsbelastingen spelen vooral een rol bij het nemen van investeringsbeslissingen. Voornamelijk startende bedrijven houden in hun vestigingsproblematiek rekening met de lokale bedrijfsbelastingen. Indien men andere vestigingsaspecten, zoals bijvoorbeeld de bereikbaarheid, de aanwezigheid van afzetbedrijven of infrastructurele kenmerken buiten beschouwing laat, geven productiebedrijven de voorkeur aan gemeenten zonder drijfkrachtbelasting. Voor ondernemingen met een grote opslagcapaciteit is de belasting op de bedrijfsoppervlakte een gegeven dat medebepalend is voor de vestigingsbeslissing. Het concurrentieverstorende karakter van de lokale bedrijfsbelastingen heeft bij de ondervraagde bedrijven nog niet geleid tot het overwegen van delokalisatie. Er dient te worden opgemerkt dat de respondenten aangeven dat de lokale bedrijfsbelastingen weliswaar niet het voornaamste concurrentienadeel vormen. Het is in eerste instantie de globale fiscale druk die in de weegschaal wordt gelegd,waarbij slechts een kleine bijrol is weggelegd voor de lokale bedrijfsbelastingen. De belastingen die het slechtst scoorden op deze aspecten betreffen: de drijfkrachtheffing de heffing op reclameborden de heffing op de verspreiding van reclame 4.4. In tweede instantie onderzochten we wat bepalend zou kunnen zijn voor de aanvaarding van lokale bedrijfsheffingen. Hier bleken 4 determinanten betekenisvol: De keuze van de grondslag vormt één van de meest aangeduide redenen van weerstand tegen een bedrijfsbelasting. Door de keuze van de grondslag wordt immers vastgelegd wie wel en wie niet belastingplichtig is. Hierdoor zullen bepaalde typebedrijven of zelfs bepaalde sectoren sterker belast worden dan andere. Dit is bijvoorbeeld zo voor de drijfkrachtheffing. De lasten van deze heffing worden in sterke mate gedragen door de productiebedrijven en door industriële sectoren. Ook andere bedrijven dragen bij tot de totale opbrengst van deze heffing maar hun aandeel in de totale ontvangsten is vaak maar een fractie van wat de hiervoor geciteerde bedrijven betalen. De geïnterviewde productiebedrijven vonden dat gemeenten met een sterke belastingconcentratie die zich vooral financieren uit de drijfkrachtheffing tot een onbillijke verdeling van de fiscale lasten komen. Arbeidsintensieve bedrijven in ons panel die bloot stonden aan een vrij grote aanslag als gevolg van de belasting op tewerkgesteld personeel hadden hierover dezelfde perceptie. Ook de beleidsdoelstelling achter een heffing is van belang. Bedrijfsbelastingen kunnen verschillende beleidsdoelen nastreven. Indien de keuze van de grondslag echter niet correspondeert met de achterliggende doelstelling, of een slechte indicator vormt van wat men beleidsmatig wenst te beïnvloeden dan leidt dit tot belastingweerstand. Voorbeelden van belastingen die met dit probleem kampen zijn de milieubelasting die gebaseerd is op de bedrijfsgrootte of op de bedrijfsoppervlakte. Uit de gesprekken blijkt dat ondernemingen graag weten 9

10 waarom een bedrijfsbelasting ingevoerd is. Dit maakt een heffing voor de bedrijven in ons onderzoek beter aanvaardbaar. Belastingen die louter als financieringsmiddel dienen, leiden tot weerstand. Een derde factor betreft de mate waarin een lokale belasting spoort met het beleid van hogere overheden. Een grondslag roept verzet op wanneer die haaks staat op de doelstellingen van hogere overheden. De respondenten verwijzen naar het feit dat wanneer men federaal de werkgelegenheid wil bevorderen door het creëren van bijkomende jobs, het uitermate contraproductief is om lokaal belastingen op tewerkstelling te heffen. Ook het belasten van de productie via de drijfkrachtbelasting vindt een aantal bedrijven vanuit deze logica onverdedigbaar. De ondernemingen zijn dan ook vragende partij voor een coherent fiscaal beleid. Een vierde gegeven betreft een sterke concentratie van de fiscale druk bij enkele bedrijven. Zij betreuren het dat in een aantal gemeenten de drijfkrachtheffing, de belasting op tewerkgesteld personeel of de algemene belasting voornamelijk moeten gedragen worden door enkele bedrijven. Deze ondernemingen betalen in zo n context een wel heel hoge belastingfactuur, wat opnieuw tot weerstand leidt. Uit de interviews blijkt dat de geïnterviewde bedrijven voorstander zijn van eerder brede grondslagen die een grote groep belastingplichtigen treffen en daardoor tot een meer gelijke spreiding van de fiscale druk aanleiding geven. Een grondslag gebaseerd op een combinatie van verschillende parameters draagt de voorkeur weg. De belastingen die het slechtst scoorden inzake billijkheid betreffen: de drijfkrachtheffing de belasting op tewerkgesteld personeel de algemene belasting gebaseerd op bedrijfsoppervlakte 4.5. In het algemeen kunnen we stellen dat de veroorzaakte administratieve hinder minder problematisch wordt ervaren dan de billijkheidskwestie. Dit kan natuurlijk niet los gezien worden van de schaal van de bedrijven. In vele van de geïnterviewde bedrijven wordt de administratieve afhandeling van belastingen voor rekening genomen van het tax department dat voor de ganse groep actief is. De administratieve hinder veroorzaakt door een veelheid van reglementen en heffingen wordt wel sterker aangeklaagd door bedrijven die in veel verschillende gemeenten actief zijn Aansluitend bij de technische discussie over de diverse heffingen werd tijdens de interviews nagegaan wat de set van bedrijven verwachtte van het Fiscaal Pact. We willen er op wijzen dat het hier een synthese betreft van de individuele meningen van 11 bedrijven. Deze ondernemingen treden hier dus niet op als spreekbuis van de volledige sector, of de bedrijfswereld. Niettegenstaande dit feit, houden we eraan deze meningen te analyseren en in dit document mee te geven omdat het om waardevolle discussies ging die gevoed werden met duidelijke standpunten en argumenten Inzake het Fiscaal Pact hopen de geïnterviewde bedrijven dat de discussie kan gevoerd worden over de omvang van de fiscale druk in het algemeen en de lokale fiscale druk en de evolutie hiervan in het bijzonder. In tweede orde pleiten ze voor een duidelijke reductie in het aantal bedrijfsheffingen. Ook het ontwikkelen van modelreglementen blijkt een belangrijk gegeven voor de meerderheid van de respondenten. In derde orde vragen de geïnterviewde bedrijven naar een lokale fiscaliteit die gekenmerkt wordt door een meer evenredige spreiding van de fiscale druk over belastingplichtigen. Tenslotte zijn ze in een aantal gevallen voorstander 10

11 van een harmonisering van tarieven en grondslagen, in die mate dat dit niet leidt tot een algemene invoering van nieuwe heffingen of een globale verhoging van de fiscale druk. PAPER In dit document geven we een overzicht van de resultaten van de bevraging bij 308 Schepenen van Financiën. Behalve naar de administratieve druk werd in de bevraging ook gepeild naar de gepercipieerde billijkheid van de heffing, naar de gepercipieerde efficiëntie, naar het belang voor de totale lokale fiscale ontvangstenmix en naar de weerstand die deze heffing oproept bij de belastingplichtigen. Tenslotte werd aan de respondenten gevraagd een kosten/baten-afweging te maken en aan te geven of de heffing in 2006 en 2007 zal behouden blijven Omdat administratieve hinder of administratieve druk het gevolg kunnen zijn van tal van kenmerken van de belasting, werd ervoor geopteerd in de bevraging items op te nemen rond 8 deelaspecten (het papierwerk, het opzoekwerk, de vereiste communicatie met diverse betrokkenen, de eenvoud van de berekening van de belasting, ). Ook werd aan de respondenten gevraagd een globaal oordeel te geven over de administratieve druk veroorzaakt door het behandelingsproces. De oordelen hebben telkens betrekking op heffingen die in de gemeente ook daadwerkelijk worden opgelegd De antwoorden werden deels elektronisch, deels schriftelijk verzameld. Na de eerste ronde van de bevraging bleek dat slechts een twintigtal Schepenen aan het onderzoek hadden geparticipeerd. Een tweede verzoek tot deelname werd vergezeld van een vragenlijst op papier. Hierdoor steeg het aantal bekomen antwoorden tot 71, wat overeenstemt met een responsegraad van 23%. Uit de response-analyse blijkt verder dat de gemeenten die deelnamen aan het onderzoek op 8 van de 9 getoetste variabelen vergelijkbaar zijn met de groep van gemeenten die niet deelnamen aan het onderzoek. Deze variabelen hadden betrekking op een aantal omgevingskenmerken en op aspecten van het belastingstelsel De analyses werden uitgevoerd voor alle heffingen waarvoor een responsegraad van minimum 10% werd bereikt. In concreto werden 13 van de 27 voorgelegde belastingen in voorliggende paper besproken. We vermelden hierbij ook expliciet dat in een 6-tal gevallen de uitspraken gebaseerd zijn op de meningen van 3 of minder respondenten (B13, B19, B23, B24, B25, B26). Omdat het hier ook telkens om zeer kleine populaties gaat (minder dan 11 gemeenten/belasting) vonden we het toch verdedigbaar om de (bijna persoonlijke) oordelen van deze respondenten in het onderzoek weer te geven. De resultaten van de enquête werden samengevat in een set van 3 grafieken per heffing. Voor een beperkt aantal elementen die in de grafieken worden opgenomen, vatten we de antwoorden in onderstaande overzichtsdiagrammen samen Onderstaande figuur 1 geeft het % van de Schepenen weer dat van oordeel is dat de belasting globaal veel tot zeer veel administratieve druk veroorzaakt. Voor geen van de heffingen is een meerderheid van de respondenten die mening toegedaan. De hoogste scores tekenen we op voor de belasting op nijverheidsbouwvallen (B23), de belasting op terrassen, tafels en stoelen (B21), de andere belastingen op ondernemingen (B27) en de belasting op 11

12 drijfkracht (B1). Voor de heffingen B23 en B1 houdt dit oordeel verband met de communicatie die gevoerd moet worden met de belastingplichtigen. In geval van B23 is de complexiteit van de berekening van de aanslag duidelijk ook een element in de discussie. Ook B27 vergt veel opzoekingswerk en papierwerk en veel communicatie met tussenpersonen (CIPAL, het kadaster, ). Wanneer een globaal oordeel over de heffing wordt gevraagd dan worden de milieuheffing (B2),de belasting op reclameborden (B3), de belasting op nijverheidshuisvuil,etc. (B5), de heffing op het plaatsrecht op markten(b6) als administratief eenvoudig af te handelen belastingen aangeduid. Een gelijkaardig oordeel bekwamen we voor de belasting op strandexploïtaties (B24), de belasting op los- en laadtoestellen (B26) en de belasting op standplaatsen van taxi s, etc. (B13). We willen er echter wel op wijzen dat deze oordelen gebaseerd zijn op de antwoorden van zeer weinig respondenten Op basis van de bevraagde deelaspecten komen we tot een nog genuanceerder beeld betreffende de administratieve lasten. Voor de aspecten opzoekwerk/ papierwerk blijkt de belasting op de verspreiding van reclame (B4) slecht te scoren. Ook voor de belasting op reclameborden (B3) en de belasting op afgifte van stukken voor hinderlijke inrichtingen (B14) wordt aangegeven dat dit aspect van het belastingproces niet te verwaarlozen valt. De scores liggen duidelijk hoger voor het aspect complexiteit van de berekening van de aanslag voor de belasting op reclameborden (B3) en de belasting op nijverheidsbouwvallen (B23). Vermelden we tenslotte dat de heffingen B4 (verspreiding van reclame), B14 (belasting op de afgifte van stukken voor hinderlijke inrichtingen), B16 (belasting op benzine-,olie- en persluchtpompen), B23 (belasting op nijverheidsbouwvallen) en B26 (de belasting op los- en laadtoestellen) relatief meer communicatie vergen met de belastingplichtigen In het onderzoek werd zoals eerder aangegeven ook gepeild naar de billijkheid van de belasting. Concreet werd aan de respondenten gevraagd hoe sterk ze het eens waren met de stelling dat de heffing in verhouding staat tot de door de onderneming genoten dienstverlening of veroorzaakte hinder. Uit figuur 3 blijkt dat dit overduidelijk het geval is voor de grote meerderheid van de heffingen. Behalve voor de belasting op reclameborden (B3), de heffing op nijverheidshuisvuil,etc.(b5) en de heffing op drijfkracht (B1) is een meerderheid overtuigd van de billijkheid van de heffing. Wanneer we de heffingen waarvoor de analyse gebaseerd is op minder dan 5 antwoorden buiten beschouwing laten (=B13,B19, B23 t.e.m. B26) dan blijken de milieuheffing (B2), de belasting op de afgifte van stukken voor hinderlijke inrichtingen (B14), de heffing op terrassen, tafels en stoelen (B21) en de andere belastingen op ondernemingen (B27) te corresponderen met de hoogste scores In figuur 5 wordt een overzicht gegeven van de analyse inzake de gepercipieerde efficiëntie van de heffing. Behalve voor de heffingen B3 (heffing op reclameborden) en B14 (belasting op de afgifte van stukken voor hinderlijke inrichtingen,etc.) is 50% of meer van de respondenten van oordeel dat de resterende PHB een efficiënt karakter hebben. Opnieuw abstractie makend van de belastingen waarvoor de analyse gesteund is op zeer weinig waarnemingen (B13, B19, B23t.e.m.B26), vormen de andere belastingen op ondernemingen (B27), de belasting op drijfkracht (B1) en de belasting op terrassen, tafels en stoelen (B21) de PHB die door de grootste groep van respondenten als efficiënt worden getypeerd Meer dan 50% van de respondenten is van oordeel dat de belastingplichtigen de volgende reeks van PHB aanvaarden: B1, B2, B3, B5, B6, B13, B14, B16, B24, B25 en B26. De respondenten ervaren meer weerstand m.b.t. B4 (heffing op de verspreiding van de reclame), B21 (belasting op terrassen, tafels en stoelen), B23 12

13 (belasting op nijverheidsbouwvallen) en B27 (andere belastingen op ondernemingen) In onderstaande figuur 7 wordt voor alle bevraagde PHB een overzicht gegeven van het % van de Schepenen dat de baten verbonden aan de heffing groter inschat dan de kosten. Meer dan 2/3 de van de respondenten is van oordeel dat de balans in het voordeel uitvalt van de drijfkrachtheffing (B1), de milieubelasting (B2), de belasting op de verspreiding van reclame (B4) de belasting op nijverheidsvuil,etc. (B5) en de andere belastingen op ondernemingen(b27). In geval van de heffing op de afgifte van stukken voor hinderlijke inrichtingen,etc. (B14) is 31% van de respondenten van oordeel dat de kosten groter zijn dan de baten. We komen tot vergelijkbare vaststellingen voor de heffingen B21(belasting op terrassen, stoelen en tafels) (28,6%), B3 (de belasting op reclameborden) (23%) en B6(heffing op plaatsrecht op markten)(23%). PAPER Deze paper doet verslag van de survey uitgevoerd bij de Ontvangers en moet complementair aan paper 6 gezien worden. In totaal bereikten ons antwoorden voor 225 gemeenten, wat een responsgraad van 73,1% oplevert. Hoewel initieel gericht aan de Ontvangers, vulden 171 (76,0%) Ontvangers de enquête zelf in en lieten 54 Ontvangers (24,0%) het scoren van de vragen over aan een medewerker van de financiële dienst of aan het diensthoofd van de financiële dienst De analyses werden uitgevoerd voor alle heffingen die de stuurgroep had vooropgesteld, behoudens de belasting op steenbakkerijen waarvoor geen antwoorden werden ontvangen. We merken op dat in 7 gevallen de uitspraken gebaseerd zijn op minder dan vijf respondenten. Omdat het voor deze belastingen telkens om zeer kleine populaties gaat, vonden we het toch verdedigbaar om de (bijna persoonlijke) oordelen van deze respondenten in het onderzoek weer te geven Wat betreft de globale administratieve druk geeft figuur 2 weer hoeveel procent van de respondenten van oordeel is dat de belasting veel tot zeer veel administratieve druk veroorzaakt. Voor 17 van de 27 belastingen geeft geen van de respondenten aan dat de betrokken belasting veel of zeer veel administratieve druk met zich brengt. We kunnen dus stellen dat het overgrote deel van de PHB geen zware administratieve druk oplegt aan de gemeenten. Slechts één belasting waarvoor representatieve resultaten werden verzameld 1, met name de belasting op verspreiding van reclame veroorzaakt volgens meer dan de helft van de respondenten een hoge administratieve last (59%). De algemene bedrijfsbelastingen verhogen volgens 40,9% van de respondenten de administratieve druk op beduidende wijze. 22,9% vindt dat de milieubelasting veel tot zeer veel administratieve druk met zich brengt In de bevraging werd ook gepeild naar de billijkheid van de belasting. Concreet werd aan de respondenten gevraagd hoe sterk ze het eens waren met de stelling dat de heffing in verhouding staat tot de door de onderneming genoten dienstverlening of veroorzaakte hinder. Uit figuur 4 blijkt dat voor alle 1 We laten de belasting op los- en laadtoestellen buiten beschouwing daar het aantal respondenten beperkt is tot 2. 13

14 belastingen meer dan 30% van de respondenten akkoord kan gaan met deze stelling. De laagste scores worden opgemeten voor de algemene belasting om ondernemingen, de belasting op tewerkgesteld personeel, de belasting op drijfkracht, de belasting op standplaatsen van taxi s en huurrijtuigen en de belasting op agentschappen voor weddenschappen. Met uitzondering van de belasting op standplaatsen van taxi s en huurrijtuigen, compenseren deze belastingen niet meteen voor het gebruik van de gemeentelijke infrastructuur De hoogste scores worden opgemeten voor de belasting op strandexploitaties, de belasting op het plaatsen van terrassen, tafels, stoelen, enz., de belasting op het openblijven van drankgelegenheden na sluitingsuur en de belasting op plaatsrecht van markten 2. Voor deze belastingen vindt minstens 65% van de respondenten dat ze billijk zijn. Met uitzondering van de belasting op drankgelegenheden, betreft het allemaal belastingen waar er een direct verband is met het gebruik van de gemeentelijke infrastructuur Alle belastingen, uitgezonderd de belasting op leurhandel, worden door de meerderheid van de heffende gemeenten als efficiënt beschouwd in de mate dat de belastingsopbrengst de administratieve kost dekt. Slechts 44,7% van de gemeenten die een belasting op leurhandel heffen, vindt deze PHB efficiënt. De belasting op drijfkracht, de belasting op agentschappen voor weddenschappen en de algemene belasting op ondernemingen vormen de top drie van de belastingen die het meest als efficiënt worden beoordeeld door de respondenten. Een vijftal belastingen worden door juist de helft van de respondenten als efficiënt beoordeeld. Het gaat om de belasting op nijverheidsvuil en grof vuilnis, de belasting op stapelplaatsen voor schroot, de belasting op standplaatsen voor taxi s en huurrijtuigen, de belasting op privé-clubs en tenslotte de belasting op wegwijzers (figuur 6) Wanneer we aan de Ontvangers vragen een kosten-baten afweging te maken voor iedere PHB, komen we tot de vaststelling dat voor een groot aantal belastingen, 14 in totaal, de meerderheid van de respondenten vinden dat de baten de kosten overstijgen. Volgens figuur 8 is maar liefst 86,4% van de gemeenten die de drijfkrachtbelasting in portefeuille hebben ervan overtuigd zijn dat de kosten niet opwegen tegen de baten. Voor de belasting op het ophalen van nijverheidsvuil en grof vuilnis, de belasting op leurhandel, de belasting op vervoer met taxi s en de belasting op afgifte van stukken voor gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen zijn minder dan de helft van de respondenten overtuigd van het feit dat de baten groter zijn dan de kosten. 7.8 We kunnen dus concluderen dat voor de set van 26 onderzochte heffingen in de Ontvangers in het algemeen weinig belastingen aanwijzen die een hoge tot zeer hoge druk veroorzaken voor de gemeentelijke belastingdienst. De enige uitzondering op de regel betreft de belasting op de verspreiding van reclame. 59% van de respondenten kwalificeert de administratieve lasten die deze heffing meebrengt toch als omvangrijk. Opvallend is ook dat wanneer er al melding gemaakt wordt van zware administratieve procedures, het hier meestal ook om die belastingen gaat, die de meeste middelen binnenbrengen (bvb. algemene belasting op ondernemingen, de milieuheffing, de drijfkrachtheffing). 7.9 Een tweede opvallend gegeven is dat de Ontvangers in de meeste gevallen tot een zeer positieve kosten/baten afweging komen. Dit blijkt ook zo te zijn voor heffingen die voor de totale gemeentelijke financiering slechts een marginale bijdrage leveren. 2 We laten de belasting op het verhuren van rijdieren, de belasting op stapelplaatsen van materialen en de belasting op los- en laadtoestellen buiten beschouwing daar het aantal respondenten beperkt is tot niet meer 2. 14

15 7.10 Ten derde stellen we vast dat de gemeenten de billijkheid van de belastingen genuanceerd inschatten. Ook hier valt het op dat de drijfkrachtbelasting, de algemene bedrijfsbelasting en de milieubelasting een lage score behalen op dit criterium. Het lijkt erop dat de belastingen op activiteiten die de gemeentelijke infrastructuur zwaar belasten aanvaardbaarder worden geacht Afsluitend, willen we erop wijzen dat deze studie uitwijst dat de administratieve hinder voor de gemeenten zelf, alvast geen aanleiding kan vormen om onverwijld te pleiten voor het supprimeren van deze heffingen op lokaal niveau. ONDERZOEKSLUIK 2: VISIE BETREFFENDE HET FISCAAL PACT EN DE SELECTIVITEIT VAN DE OOV PAPER In totaal participeerden 84 Schepenen van Financiën (27,27%) aan het onderzoek rond het Fiscaal Pact; voor het luik rond de selectiviteit hielden we 91 valide waarnemingen over (29,5%). Via t-toetsen werd nagegaan in hoeverre de deelnemende gemeenten een profiel hebben dat afwijkt van datgene van de overige gemeenten. In totaal werden de 2 groepen (response/non-response) getypeerd aan de hand van 9 variabelen. Behalve voor het aantal aangewende PHB (de responsegroep telt gemiddeld een groter aantal PHB), konden geen significante verschillen tussen de twee deelpopulaties vastgesteld worden. Hoewel de respondenten dus op basis van deze set van kenmerken als vrij representatief kunnen aangeduid worden, weten we echter niet in hoeverre dit ook geldt voor de vertolkte meningen & percepties Met betrekking tot de objectieven die het Fiscaal Pact zou moeten beogen, noteerden we de volgende essentiële componenten (opgesomd in willekeurige volgorde): streven naar uniformiteit van de heffingen 25 % van de respondenten is van mening dat het Fiscaal Pact tot doel moet hebben de lokale fiscaliteit te harmoniseren. Het fiscaal pact zouden moeten leiden tot het eenduidiger en eenvormiger maken van de wirwar van lokale bedrijfsheffingen die momenteel in gebruik zijn. 67% van de respondenten blijkt in dit kader voorstander van de invoering van modelreglementen. streven naar een vereenvoudiging van de lokale belastingen 21 % van de respondenten vindt dat het Fiscaal Pact een vereenvoudiging van het lokale belastingsstelsel gericht op bedrijven moet beogen. 1 op 3 respondenten is bereid na te denken in de richting van het hergroeperen van de lokale bedrijfsbelastingen tot 1 globale heffing. verhogen van de transparantie/de duidelijkheid/de eenvoud van de belastingreglementen voor bedrijven 15 % van de respondenten hoopt dat dit Fiscaal Pact zal leiden tot meer transparantie voor de belastingplichtigen, tot duidelijkere belasting-reglementen en procedures. 1 op 2 respondenten is gewonnen voor het elektroniseren van de belastingreglementen van de heffingen. rechtszekerheid voor bedrijven en gemeenten 15% van de Schepenen die een antwoord formuleerden is van oordeel dat het Fiscaal Pact ook stabiliteit en rechtzekerheid moet brengen. Voor een aantal respondenten betekent dit dat op middellange termijn aan bedrijven de zekerheid 15

16 moet kunnen gegeven worden, dat de fiscale lasten een bepaald niveau niet zullen overschrijden. Gemeenten hopen langs deze weg anderzijds ook meer zekerheid/continuïteit te bekomen met betrekking tot de inkomsten die ze doorgestort krijgen van hogere overheden. andere objectieven 28 respondenten koppelen aan het Fiscaal Pact nog andere objectieven. We kunnen de aangebrachte elementen onder de volgende noemers samenvatten: - Een discussie rond de solidariteit tussen gemeenten - Een debat over de verlaging van de fiscale druk op bedrijven - Een debat over de gelijke spreiding van de fiscale druk en het vermijden van belastingconcurrentie - Een debat over het voorzien van andere financieringsmogelijkheden (bvb. opcentiemen op de vennootschapsbelasting) - Een debat over de financiering van bijkomende opdrachten door de overheid die deze opdracht oplegt aan de lokale besturen Enerzijds vinden we tussen de suggesties dus voorstellen om nieuwe belastingbronnen aan te boren (bvb. opcentiemen op de vennootschapsbelasting) en op zoek te gaan naar nieuwe grondslagen. Anderzijds worden bestaande financieringsmechanismen in vraag gesteld (bvb. het aandeel van gemeenten in de opbrengst van de verkeersbelasting of het nog meer afstemmen van het Gemeentefonds op de verschillen in fiscale draagkracht). Ook de communicatie met de hogere overheden vormt een element van de discussie die tussen het lokale niveau en het Vlaamse niveau zou moeten plaatsvinden. Er blijkt nood te zijn aan een betere informatie-uitwisseling inzake de opcentiemen OV. Tenslotte signaleren we ook de vraag naar raadpleging van de gemeenten over en het voorzien van een financiële compensatie voor nieuwe opdrachten opgelegd door hogere overheden. Duidelijk is evenwel ook dat een grote groep van deze respondenten (43 %) van mening is dat het Fiscaal Pact niet mag tornen aan de fiscale autonomie van de gemeenten. Het Fiscaal Pact mag er niet toe leiden dat op het Vlaams niveau voor alle lokale heffingen grondslagen, vrijstellingen, kortingen of tarieven worden vastgelegd die alle gemeenten zouden moeten in praktijk brengen. Slechts 17% van de respondenten is van mening dat de harmonisering van vrijstellingen en kortingen tijdens de besprekingen rond het Fiscaal Pact mag aan bod komen. 27% houdt er hetzelfde oordeel op na inzake de bespreking van de gehanteerde grondslagen. Minder dan 8% van de respondenten vindt dat de invoering van nieuwe heffingen voorwerp van discussie kan vormen. Amper 5% is gewonnen voor het idee om in het kader van het Fiscaal Pact ook de huidige tarieven van de bestaande lokale bedrijfsheffingen ter bespreking voor te leggen Inzake de selectiviteit van de OOV-tarieven stellen we vast dat bijna 73% van de respondenten geen voorstander is van de introductie van tariefdifferentiatie. Uit de analyse blijkt dat 42% van de respondenten vreest dat een dergelijke hervorming het gelijkheidsbeginsel zou schaden; nog andere respondenten zijn tegenstander omwille van de vermindering van de transparantie verbonden aan het belastingreglement of omwille van de verwachte stijging van de administratieve lasten. 16

B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord. Studie van de lokale bedrijfsheffingen : deel 6

B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord. Studie van de lokale bedrijfsheffingen : deel 6 Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit B-project 5 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord Studie van de lokale bedrijfsheffingen

Nadere informatie

B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord

B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord Studie van de lokale bedrijfsheffingen

Nadere informatie

B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit: aandachtspunten uit het regeerakkoord

B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit: aandachtspunten uit het regeerakkoord Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit: aandachtspunten uit het regeerakkoord Studie van de lokale bedrijfsheffingen

Nadere informatie

B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord

B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord Studie van de lokale bedrijfsheffingen

Nadere informatie

B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord. Studie van de lokale bedrijfsheffingen : deel 1

B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord. Studie van de lokale bedrijfsheffingen : deel 1 Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord Studie van de lokale bedrijfsheffingen

Nadere informatie

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT TESSENDERLO DOSSIER

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT TESSENDERLO DOSSIER DOSSIER UNIZO MAAKT WERK VAN ONDERNEMEN IN TESSENDERLO... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT TESSENDERLO Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. Tessenderlo DOSSIER

Nadere informatie

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen Tussentijds overzicht van

Nadere informatie

B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord

B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit B-project 2005 : Gemeentelijke fiscaliteit : aandachtspunten uit het regeerakkoord Studie van de lokale bedrijfsheffingen

Nadere informatie

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT HEUSDEN-ZOLDER DOSSIER

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT HEUSDEN-ZOLDER DOSSIER DOSSIER UNIZO MAAKT WERK VAN ONDERNEMEN IN HEUSDEN-ZOLDER... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT HEUSDEN-ZOLDER Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. Heusden-Zolder

Nadere informatie

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT OPGLABBEEK DOSSIER

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT OPGLABBEEK DOSSIER DOSSIER UNIZO MAAKT WERK VAN ONDERNEMEN IN OPGLABBEEK... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT OPGLABBEEK Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. Opglabbeek DOSSIER Inhoud

Nadere informatie

IWT KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2013 Executive summary redactie door IWT. Uitgevoerd door: GfK Belgium Opgesteld voor:

IWT KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2013 Executive summary redactie door IWT. Uitgevoerd door: GfK Belgium Opgesteld voor: IWT KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2013 Executive summary redactie door IWT Uitgevoerd door: GfK Belgium Opgesteld voor: 1 Onderzoeksopzet Om bij de verdere ontwikkeling van zijn werking beter rekening

Nadere informatie

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT DILSEN-STOKKEM DOSSIER

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT DILSEN-STOKKEM DOSSIER DOSSIER UNIZO MAAKT WERK VAN ONDERNEMEN IN DILSEN-STOKKEM... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT DILSEN-STOKKEM Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. Dilsen-Stokkem

Nadere informatie

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting Brussel, 21 juni 2017 Nieuwe thema-analyse van Belfius Research Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting Het is voldoende bekend dat de vergrijzing een grote

Nadere informatie

6WXGLHYDQGHORNDOHEHGULMIVKHIILQJHQGHHO

6WXGLHYDQGHORNDOHEHGULMIVKHIILQJHQGHHO 6SRRUILVFDOLWHLW 6WHXQSXQW%HOHLGVUHOHYDQWRQGHU]RHN %HVWXXUOLMNH2UJDQLVDWLH9ODDQGHUHQ *HPHHQWHOLMNHILVFDOLWHLW DDQGDFKWVSXQWHQXLWKHWUHJHHUDNNRRUG 6WXGLHYDQGHORNDOHEHGULMIVKHIILQJHQGHHO &LMIHUPDWLJFRPSHQGLXPYDQGHLPSDFWHQHYROXWLHYDQSRWHQWLHHO

Nadere informatie

IWT Klantentevredenheid 2011 Executive summary

IWT Klantentevredenheid 2011 Executive summary IWT Klantentevredenheid 2011 Executive summary Onderzoeksopzet De beheersovereenkomst tussen IWT en de voogdijminister voorziet in een 2-jaarlijkse klantentevredenheidsanalyse. Midden 2011 werd een eerste

Nadere informatie

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT HAMONT-ACHEL DOSSIER

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT HAMONT-ACHEL DOSSIER DOSSIER UNIZO MAAKT WERK VAN ONDERNEMEN IN HAMONT-ACHEL... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT HAMONT-ACHEL Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. Hamont-Achel DOSSIER

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Ondernemingsvriendelijke fiscaliteit in uw gemeente. Alle documenten voor het opmaken van een sterk dossier.

Ondernemingsvriendelijke fiscaliteit in uw gemeente. Alle documenten voor het opmaken van een sterk dossier. Ondernemingsvriendelijke fiscaliteit in uw gemeente Alle documenten voor het opmaken van een sterk dossier. WAAROM NÙ WERK MAKEN VAN EEN ONDERNEMERSVRIENDELIJKE FISCALITEIT? Vraagt u zich als ondernemer

Nadere informatie

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT LUMMEN DOSSIER

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT LUMMEN DOSSIER DOSSIER UNIZO MAAKT WERK VAN ONDERNEMEN IN LUMMEN... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT LUMMEN Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. Lummen DOSSIER Inhoud 1. Hoe

Nadere informatie

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT SINT-LAMBRECHTS-HERK DOSSIER

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT SINT-LAMBRECHTS-HERK DOSSIER DOSSIER UNIZO MAAKT WERK VAN ONDERNEMEN IN SINT-LAMBRECHTS-HERK... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT SINT-LAMBRECHTS-HERK Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid.

Nadere informatie

Lokale bedrijfsbelastingen: vormen, zin en wenselijkheid. Samenvattende inzichten & beleidsaanbevelingen.

Lokale bedrijfsbelastingen: vormen, zin en wenselijkheid. Samenvattende inzichten & beleidsaanbevelingen. Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor Fiscaliteit /Hogeschool Gent B-project 2005 Lokale bedrijfsbelastingen: vormen, zin en wenselijkheid. Samenvattende inzichten

Nadere informatie

Gemeentelijke belastingen in Beerse

Gemeentelijke belastingen in Beerse Gemeentelijke belastingen in Beerse 1. Huidige situatie in Beerse Uittreksel uit het gemeenteraadsbesluit van 26/11/2009 omtrent belasting op bedrijfsruimtes Feiten en context De gemeente heft nog een

Nadere informatie

CAPITA SELECTA 6: INVOEGING IN DE BIJZONDERE FINANCIERINGSWET EN INFASERING

CAPITA SELECTA 6: INVOEGING IN DE BIJZONDERE FINANCIERINGSWET EN INFASERING Spoor A2: CAPITA SELECTA 6: INVOEGING IN DE BIJZONDERE FINANCIERINGSWET EN INFASERING Dr. Axel Haelterman KULeuven 4 april 2008 Algemeen secretariaat Steunpunt beleidsrelevant Onderzoek Fiscaliteit & Begroting

Nadere informatie

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT MEEUWEN DOSSIER

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT MEEUWEN DOSSIER DOSSIER UNIZO MAAKT WERK VAN ONDERNEMEN IN MEEUWEN... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT MEEUWEN Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. Meeuwen DOSSIER Inhoud 1.

Nadere informatie

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Evaluatie van Open Bedrijvendag Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 30 maart

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 30 maart A D V I E S Nr. 1.598 ----------------------------- Zitting van vrijdag 30 maart 2007 ------------------------------------------ Koninklijk besluit tot vaststelling van de toekenningsmodaliteiten van de

Nadere informatie

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT BILZEN DOSSIER

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT BILZEN DOSSIER DOSSIER UNIZO MAAKT WERK VAN ONDERNEMEN IN BILZEN... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT BILZEN Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. Bilzen DOSSIER Inhoud 1. Hoe

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

nr. 279 van WILLEM-FREDERIK SCHILTZ datum: 5 juni 2018 aan BART TOMMELEIN Onroerende voorheffing - Inkomsten en vrijstellingen

nr. 279 van WILLEM-FREDERIK SCHILTZ datum: 5 juni 2018 aan BART TOMMELEIN Onroerende voorheffing - Inkomsten en vrijstellingen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 279 van WILLEM-FREDERIK SCHILTZ datum: 5 juni 2018 aan BART TOMMELEIN VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Onroerende

Nadere informatie

Lokaal fiscaal beleid

Lokaal fiscaal beleid Lokaal fiscaal beleid Beweging.net 23 april 2018 Inhoud Fiscaliteit Lokale fiscaliteit Sociaal rechtvaardige fiscaliteit In het grond- en woonbeleid 2 - VVSG - Beweging.net Fiscaliteit Fiscale ontvangsten

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P panel

Rapport voor deelnemers M²P panel Rapport voor deelnemers M²P panel De Vlaamse publieke opinie over beleidsthema s en de inschatting daarvan door medeburgers Het onderzoek waaraan u deelnam, had als doel na te gaan in hoeverre politiek

Nadere informatie

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT LOMMEL DOSSIER

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT LOMMEL DOSSIER DOSSIER UNIZO MAAKT WERK VAN ONDERNEMEN IN LOMMEL... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT LOMMEL Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. Lommel DOSSIER Inhoud 1. Hoe

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

DE KOSTEN VOOR RIOLERING EN ZUIVERING AFVALWATER

DE KOSTEN VOOR RIOLERING EN ZUIVERING AFVALWATER DE KOSTEN VOOR RIOLERING EN ZUIVERING AFVALWATER Resultaten online bevraging executive summary Auteurs: Datum: Herwerking: Veerle Minne, Sarah Botterman 6 februari 2015 VMM Inhoudstafel 1 Managementsamenvatting...

Nadere informatie

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties Tess Poppe 26 maart 205 Inhoud DEEL I Knelpuntberoepen OCMW s... 2. Overzicht functies... 2.. Verpleegkundige... 3..2 Hoofdverpleegkundige...

Nadere informatie

Themanummer De financiën van de lokale overheden: evoluties en uitdagingen

Themanummer De financiën van de lokale overheden: evoluties en uitdagingen Themanummer De financiën van de lokale overheden: evoluties en uitdagingen Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal 2013 Inleiding op het themanummer

Nadere informatie

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT MAASEIK DOSSIER

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT MAASEIK DOSSIER DOSSIER UNIZO MAAKT WERK VAN ONDERNEMEN IN MAASEIK... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT MAASEIK Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. Maaseik DOSSIER Inhoud 1.

Nadere informatie

Antwerpse taxshift: eerlijker en groener

Antwerpse taxshift: eerlijker en groener Antwerpse taxshift: eerlijker en groener Begrotingsbesprekingen stad Antwerpen Zowel over uitgaven als over inkomsten zegt Groen dat het anders en beter kan. Uitgaven Zie daarvoor onze alternatieve meerjarenbegroting

Nadere informatie

RESULTATEN ENQUÊTE ZONDAGSOPENING

RESULTATEN ENQUÊTE ZONDAGSOPENING RESULTATEN ENQUÊTE ZONDAGSOPENING INLEIDING Naar aanleiding van het toenemend aantal lokale stadsbesturen (o.a. Antwerpen, Kortrijk, Gent, Luik, ) dat zijn centrum wil laten erkennen als toeristische zone

Nadere informatie

ANALYSE Belastingtarieven Limburgse gemeenten 2017

ANALYSE Belastingtarieven Limburgse gemeenten 2017 ANALYSE Belastingtarieven Limburgse gemeenten 2017 Opcentiemen op de onroerende voorheffing Het ongewogen gemiddeld tarief van de opcentiemen op de onroerende voorheffing van de Limburgse gemeenten bedraagt

Nadere informatie

Het meten van administratieve lasten in België

Het meten van administratieve lasten in België Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten 7 juni 2007 Bureau fédéral du Plan Analyses et prévisions économiques Het meten van administratieve lasten in België Chantal Kegels Joost Verlinden

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting.

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. TOELICHTING De kaaimantaks is een doorkijkbelasting in de personen- en de rechtspersonenbelasting waarbij inkomsten ontvangen door een juridische

Nadere informatie

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector Marktonderzoek kunt u prima inzetten om informatie te verzamelen over (mogelijke) markten, klanten of producten, maar bijvoorbeeld ook om de effectiviteit van

Nadere informatie

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS Advies 2017-09 / 6.07.2017 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Wijzigende

Nadere informatie

Presentatie projectvoorstel- Brussel

Presentatie projectvoorstel- Brussel Presentatie projectvoorstel- Brussel- 14.11.2010. Welke belastinginstrumenten kunnen de fiscale capaciteit van steden gunstig beïnvloeden via het behoud en/of het aantrekken van inkomensverwervende gezinnen?

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen Vlaamse Ouderenraad vzw 18 december 2013 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel

Nadere informatie

beoordelingskader zorgvraagzwaarte

beoordelingskader zorgvraagzwaarte 1 beoordelingskader zorgvraagzwaarte In dit document geven we een beoordelingskader voor de beoordeling van de zorgvraagzwaarte-indicator. Dit beoordelingskader is gebaseerd op de resultaten van de besprekingen

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen: een econometrische analyse

De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen: een econometrische analyse De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen:

Nadere informatie

Financiën van steden en gemeenten: Onderlinge verschillen in kaart

Financiën van steden en gemeenten: Onderlinge verschillen in kaart AkronAcademy Instituut voor opleiding en onderzoek Financiën van steden en gemeenten: Onderlinge verschillen in kaart Patrick Uytterhoeven Akron Sint Elisabethstraat 38 A 2060 Antwerpen 0497 374410 www.akronacademy.be

Nadere informatie

Samenvattend rapport. Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid

Samenvattend rapport. Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid Samenvattend rapport Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid Samenvattend Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 8 3. De resultaten per vraag p. 9 4. Informatie open vragen

Nadere informatie

2018D04704 LIJST VAN VRAGEN

2018D04704 LIJST VAN VRAGEN 2018D04704 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Financiën, heeft over de Beleidsdoorlichting artikel 1 Belastingdienst (Kamerstuk 31 935, nr. 44) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten Bevraging Management De Vlaamse overheid Resultaten Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 7 3. Algemene tevredenheid p. 8 4. De resultaten per vraag p. 9 5. Informatie open vragen p. 17 2

Nadere informatie

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN SYNTHESE EN AANBEVELINGEN Dit Advies van de Afdeling Financieringsbehoeften van de overheid kadert in de voorbereiding van het Stabiliteitsprogramma 2019-2022 dat eind april 2019 moet worden overgemaakt

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit

Nadere informatie

VR DOC.0290/1BIS

VR DOC.0290/1BIS VR 2019 0103 DOC.0290/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Besluit

Nadere informatie

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT SINT-TRUIDEN DOSSIER

Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. ... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT SINT-TRUIDEN DOSSIER DOSSIER UNIZO MAAKT WERK VAN ONDERNEMEN IN SINT-TRUIDEN... ONDERNEMERSVRIENDELIJKE GEMEENTELIJKE FISCALITEIT SINT-TRUIDEN Ondernemers verwachten geen cadeaus, wel een efficiënt beleid. Sint-Truiden DOSSIER

Nadere informatie

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet ingediend op 880 (2015-2016) Nr. 3 9 november 2016 (2016-2017) Tekst aangenomen door de plenaire vergadering van het ontwerp van decreet houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van

Nadere informatie

Opnieuw drie Limburgse gemeenten schaffen motorenbelasting af

Opnieuw drie Limburgse gemeenten schaffen motorenbelasting af PERSBERICHT Hasselt, 24 december 2014 VKW Limburg en Contactgroep Limburgse Industrieregio s (CLI) onderzoeken belastingtarieven gemeenten voor 2015: Opnieuw drie Limburgse gemeenten schaffen motorenbelasting

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N KMO-beleid - studentenarbeid A04 Brussel, 25.06.2009 MH/MG/LC ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over EEN UITBREIDING VAN DE BESTAANDE REGELING INZAKE STUDENTENARBEID

Nadere informatie

houdende wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, wat de opcentiemen op de onroerende voorheffing betreft

houdende wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, wat de opcentiemen op de onroerende voorheffing betreft ingediend op 1187 (2016-2017) Nr. 1 30 mei 2017 (2016-2017) Voorstel van decreet van Willem-Frederik Schiltz, Matthias Diependaele, Peter Van Rompuy, Jos Lantmeeters, Jenne De Potter en Paul Cordy houdende

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

Trendbarometer hotels 2012 Finaal rapport

Trendbarometer hotels 2012 Finaal rapport Trendbarometer hotels 2012 Finaal rapport Trendbarometer hotels 2012 Inlichtingen Dagmar.Germonprez@toerismevlaanderen.be Tel +32 (0)2 504 25 15 Verantwoordelijke uitgever: Peter De Wilde - Toerisme Vlaanderen

Nadere informatie

Technische nota. Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2007

Technische nota. Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2007 Brussel, mei 2009 Technische nota Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2007 Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid voor zelfstandige ondernemers voor 3 sectoren 2007 Ria Bourdeaud hui

Nadere informatie

Voor de buitengewone dienst is nog steeds een gedetailleerde voorstelling per budgettaire functie van 8 cijfers vereist.

Voor de buitengewone dienst is nog steeds een gedetailleerde voorstelling per budgettaire functie van 8 cijfers vereist. BEGROTING 2017 door het College van Burgemeester en Schepenen VERSLAG EN COMMENTAAR van dhr. C. Beoziere, Schepen van Financiën Het project van de begroting 2017 werd opgesteld in overeenstemming met het

Nadere informatie

Ontwerpbesluit Zitting van 18 december 2017 ONDERSTEUNING

Ontwerpbesluit Zitting van 18 december 2017 ONDERSTEUNING Gemeenteraad Ontwerpbesluit Zitting van 18 december 2017 ONDERSTEUNING 2017_GR_00213 - Belastingen en retributies - Belasting op het afzetten of innemen van de openbare wegenis naar aanleiding van bouwen

Nadere informatie

Samenvattend rapport. Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid

Samenvattend rapport. Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid Samenvattend rapport Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid Samenvattend Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 8 3. De resultaten per vraag p. 9 4. Informatie open vragen

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004 AMENDEMENTEN. Stuk 1948 (2003-2004) Nr.

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004 AMENDEMENTEN. Stuk 1948 (2003-2004) Nr. Stuk 1948 (2003-2004) Nr. 7 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2003-2004 3 december 2003 ONTWERP VAN DECREET houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004 AMENDEMENTEN Zie : 1948 (2003-2004) Nr. 1 :

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei A D V I E S Nr. 1.556 ----------------------------- Zitting van dinsdag 2 mei 2006 ----------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van

Nadere informatie

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Benchmarkrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGHUIS HOF VAN ARENBERG / Vergelijking met andere WZC / 2014 / 1-jul-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is een

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018 Graydon studie Faillissementen Oktober 2018 5 november 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

ADVIES. 15 september 2016

ADVIES. 15 september 2016 ADVIES Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat het gebruik van pesticiden, die fipronil of neonicotinoïden bevatten, verbiedt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 15 september

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Verandering zal niet volstaan, een totale ommekeer is noodzakelijk!

Verandering zal niet volstaan, een totale ommekeer is noodzakelijk! in miljoen euro Verandering zal niet volstaan, een totale ommekeer is noodzakelijk! Sp.a analyseerde de jaarrekeningen van 2004 tot en met 2011 en de begrotingsvooruitzichten voor 2012, 2013 en 2014. Het

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Januari 2012 Jan van Nispen Inleiding Sinds 2008 zijn woorden zoals crisis, financieringsproblemen, waarborgen en bailouts niet meer uit de

Nadere informatie

Om hun beleid te kunnen voeren dienen de provincies over de nodige financiële middelen te kunnen beschikken.

Om hun beleid te kunnen voeren dienen de provincies over de nodige financiële middelen te kunnen beschikken. FINANCIELE MIDDELEN VOOR DE PROVINCIALE BELEIDSVOERING Om hun beleid te kunnen voeren dienen de provincies over de nodige financiële middelen te kunnen beschikken. De middelen waarover zij beschikken zijn:

Nadere informatie

Technische nota. Brussel, mei 2011

Technische nota. Brussel, mei 2011 Technische nota Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2010 Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid voor zelfstandige ondernemers voor 3 sectoren 2010 Brussel, mei 2011 Technische nota

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Onderwerp Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 Afdeling 3. Belastingvermindering voor de eigen woning Datum 24 oktober 2014 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Advies. Subsidiebesluit. Brussel, 12 december SERV_ADV_ _algemeneregelssubsidies.docx

Advies. Subsidiebesluit. Brussel, 12 december SERV_ADV_ _algemeneregelssubsidies.docx Advies Subsidiebesluit Brussel, 12 december 2012 SERV_ADV_20121212_algemeneregelssubsidies.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 F +32 2 217 70 08

Nadere informatie

Vlaamse fiscaliteit met betrekking tot woningen. Departement Financiën en Begroting

Vlaamse fiscaliteit met betrekking tot woningen. Departement Financiën en Begroting Vlaamse fiscaliteit met betrekking tot woningen Departement Financiën en Begroting Relevante belastingen 1. Kader Beleidsnota Financiën en Begroting 2. Onroerende voorheffing 3. Verkooprecht 4. Schenkbelasting

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële beslissing tot het afsluiten van een dienstverleningsovereenkomst

Nadere informatie

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 3

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 3 Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 3 Tarieven en

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Situering Opdracht: minister, bevoegd voor het Stedenbeleid De stadsmonitor is een

Nadere informatie

Technisch rapport kiesintentiemetingen

Technisch rapport kiesintentiemetingen Technisch rapport kiesintentiemetingen (In te vullen door het betrokken instituut en terug te sturen naar het secretariaat Febelmar, ter publicatie op de Febelmar website.) Dit rapport omvat een geheel

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

Memorandum. Technical Sciences Brassersplein 2 2612 CT Delft Postbus 5050 2600 GB Delft. Aan Bestuur stichting Pensioenfonds TNO. www.tno.

Memorandum. Technical Sciences Brassersplein 2 2612 CT Delft Postbus 5050 2600 GB Delft. Aan Bestuur stichting Pensioenfonds TNO. www.tno. Memorandum Aan Bestuur stichting Pensioenfonds TNO Van Dr. F. Phillipson Onderwerp Risicobereidheidsonderzoek Pensioenfonds TNO Inleiding In de periode juni-augustus 2014 is er een risicobereidheidsonderzoek

Nadere informatie

Trendbarometer campings 2010

Trendbarometer campings 2010 Trendbarometer campings 2010 Trendbarometer campings 2010 Verantwoordelijke uitgever: Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie Spoor Toerisme en Recreatie K.U. Leuven Celestijnenlaan 200 E,

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DE BELASTING OP DE INVERKEERSTELLING (BIV)

ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DE BELASTING OP DE INVERKEERSTELLING (BIV) ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DE BELASTING OP DE INVERKEERSTELLING (BIV) Brussel, 13 maart 2002 BIV-advies_150202 NHOUDSTAFEL 1. TER INLEIDING 1 2. ALGEMENE BESCHOUWINGEN NAAR

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Voorontwerp van decreet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van... tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen. MEMORIE

Nadere informatie

Trendbarometer campings 2011

Trendbarometer campings 2011 Trendbarometer campings 2011 Trendbarometer campings 2011 Verantwoordelijke uitgever: Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie Spoor Toerisme en Recreatie K.U. Leuven Celestijnenlaan 200 E,

Nadere informatie