De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 3"

Transcriptie

1 Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 3 Tarieven en tariefwijzigingen volgens omvang, provinciale ligging en de Dessoy-cluster waartoe gemeenten behoren (Voorlopige versie: mag niet verspreid worden buiten het steunpunt BOV) (Alle commentaar is welkom bij stijn.goeminne@hogent.be) Spoor Fiscaliteit - Hogeschool Gent Carine Smolders & Stijn Goeminne ABSTRACT Deze paper is de derde van een reeks documenten waarin delen van het onderzoek naar de bovenbestuurlijke effecten op de fiscaliteit van de Vlaamse gemeenten centraal staan. In deze bijdrage gaan we in op de tweede onderzoeksvraag van het project : Hoe generaliseerbaar is de recente toename van de lokale fiscale druk? In deze paper worden de exogene kenmerken van de gemeenten bestudeerd. In de eerste paragraaf na de inleiding wordt ingegaan op de keuze van de maatstaf van de lokale fiscale druk. Vervolgens bestuderen we de gemiddelde tarieven van de opcentiemen onroerende voorheffing (OOV) en de aanvullende personenbelasting (APB) per provincie. Zowel verschillen tussen provincies in gemiddeld tariefniveau als in gemiddeld veranderingspercentage worden onder de loep genomen. In paragraaf 4 worden de gemeenten ingedeeld in grootte-cohorten. De verschillen in tariefniveau en in veranderingspercentage van de twee voornaamste lokale heffingen worden hier aan dezelfde testbatterij onderworpen. Vanaf paragraaf 5 bestuderen we de relevantie van een gemeentelijke opdeling in clusters van het Dessoy-type.

2

3 Inhoudsopgave Deelpaper 3 Inhoudsopgave...3 Lijst van grafieken...3 Lijst van tabellen Inleiding Gehanteerde maatstaf van de lokale fiscale druk Analyse van de lokale fiscale druk in functie van de provinciale status9 3.1 Relevantie van een provinciale indeling OOV Gemiddelde tarieven Gemiddelde veranderingspercentages Aantal stijgingen Relatie gemeentelijke en provinciale OOV APB Gemiddelde tarieven Gemiddelde veranderingspercentages Aantal stijgingen Analyse in functie van de omvang van de gemeente OOV Gemiddelde tarieven Gemiddelde veranderingspercentages APB Gemiddelde tarieven Gemiddelde veranderingspercentages Analyse op basis van socio-economische clusters Achtergrond Dessoy-indeling OOV APB Conclusie Bibliografie Data-informatie Lijst van grafieken GRAFIEK 1 Box plot voor het objectief belastingvermogen opgedeeld per provincie; GRAFIEK 2 Box plot voor het objectief belastingvermogen ingedeeld per provincie; GRAFIEK 3 Gemiddelde OOV-tarief per provincie; Periode GRAFIEK 4 Gemiddelde veranderingspercentages van het OOV-tarief per provincie; Periode GRAFIEK 5 Evolutie van de provinciale opcentiemen; Periode GRAFIEK 6 Evolutie van de som van de provinciale en gemeentelijke opcentiemen Gemiddelde per provincie; Periode GRAFIEK 7 Gemiddelde APB-tarief per provincie; Periode GRAFIEK 8 Gemiddelde veranderingspercentages van de APB per provincie; Periode C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 3

4 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen GRAFIEK 9 Gemiddelde OOV-tarief per omvangklasse; Periode GRAFIEK 10 Gemiddelde veranderingspercentages van het OOV-tarief per omvangklasse; Periode GRAFIEK 11 Gemiddelde APB-tarief per omvangklasse; Periode GRAFIEK 12 Gemiddelde veranderingspercentages van het APB-tarief per omvangklasse; Periode GRAFIEK 13 Gemiddelde tarief OOV per cluster volgens de Dessoy-indeling; Periode GRAFIEK 14 Gemiddelde veranderingspercentage van de OOV per cluster in de Dessoy-indeling; Periode GRAFIEK 15 Gemiddelde tarief APB per cluster volgens de Dessoy-indeling; Periode GRAFIEK 16 Gemiddeld veranderingspercentage van de APB per cluster in de Dessoy-indeling; Periode Lijst van tabellen TABEL 1 Gemiddelde waarden en standaardafwijking van de OBV per provincie; TABEL 2 Gemiddelde OOV-tarieven per provincie; Periode TABEL 3 Resultaten van de variantie-analyses mbt gemiddelde OOVtarieven; Periode TABEL 4 Resultaten van de variantie-analyses van het gemiddelde veranderingspercentage van het OOV-tarief per provincie; Periode TABEL 5 Overzicht van het aantal verhoging van de OOV per provincie; Periode TABEL 6 Gemiddelde APB-tarieven per provincie; Periode TABEL 7 Variantie-analyse van het gemiddelde APB-tarief per provincie; Periode TABEL 8 Variantie-analyse mbt de gemiddelde jaarlijkse procentuele verandering van het APB-tarief per provincie; Periode TABEL 9 Overzicht van het aantal verhoging van het APB-tarief per provincie; Periode TABEL 10 Aantal gemeenten per omvangklasse; TABEL 11 Gemiddelde OOV-tarief per omvangklasse; Periode TABEL 12 Statistische gegevens ANOVA-tabel gemiddelde OOV-tarief per omvangklasse;periode TABEL 13 Resultaten van de variantie-analyses en t-toetsen mbt het gemiddelde OOV-tarief voor de clusters 1 & 2; Periode TABEL 14 Statistische gegevens ANOVA-tabel (between groups) gemiddelde procentuele verandering OOV-tarief; Periode TABEL 15 Statistische gegevens ANOVA-tabel (between groups) gemiddelde APB-tarief per omvangklasse; Periode C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 4

5 Deelpaper 3 TABEL 16 Variantie-analyse van het gemiddelde APB-tarief per omvangklasse; Periode TABEL 17 Aantal gemeenten per Dessoy-cluster TABEL 18 Statistische gegevens T-testen OOV-tarief voor de clusters 4 en 12 versus de overige clusters; de clusters 5, 10 en 11 versus de overige clusters in de Dessoy-indeling; Periode TABEL 19 Statistische gegevens (1) Anova-tabel veranderingspercentage OOV volgens de Dessoy-indeling en statistische gegevens T- testen veranderingspercentage OOV (2) voor de cluster 9 vs. cluster 10; (3) voor de clusters 9 en 10 versus de overige clusters; (4) voor de cluster 9 versus de overige clusters en (5) voor de cluster 10 versus de overige clusters in de Dessoyindeling; Periode TABEL 20 Statistische gegevens T-testen APB-tarieven cluster 12 versus de overige clusters en cluster 4 versus de overige clusters exclusief cluster 12 in de Dessoy-indeling; Periode TABEL 21 Statistische gegevens T-testen APB-tarieven (1) tussen de clustergroepen boven en onder het gemiddelde en Anovawaarden van de clusters binnen de clustergroep onder (2) en boven (3) het gemiddelde; Periode TABEL 22 Statistische gegevens T-testen veranderingspercentage apb Cluster 12 vs. overige clusters; Periode C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 5

6

7 1. Inleiding Deelpaper 3 Is de recente toename van de lokale fiscale druk ongewoon? Is de verhoging van de voornaamste lokale belastingen een algemeen verschijnsel of situeert het zich daarentegen in specifieke types van gemeenten? Wat kan de aanleiding vormen tot de sterke stijging van deze lasten gedurende de periode ? Dit zijn de 3 respectievelijke probleemstellingen die we proberen van een antwoord te voorzien in deze studie. Deze paper vormt de derde in een reeks van bijdragen waarin systematisch over de diverse onderzoeksactiviteiten van dit B-project wordt gerapporteerd. We situeren hier voorafgaandelijk welke plaats deze paper in deze reeks van bijdragen inneemt. In deze paper (paper 3) behandelen we de tweede probleemstelling en stellen we de generaliseerbaarheid van de inzichten rond de wijzigingen in de lokale fiscale druk in vraag. Is de vastgestelde fiscale reactie terug te vinden in grote én kleine gemeenten? Zien we verschillen tussen gemeenten van bepaalde provincies? De kenmerken (omvang, provinciale status) die hier de basis van de indeling vormen, liggen in de realiteit doorgaans voor lange termijn vast. Ze zijn moeilijk beïnvloedbaar door het bestuur en daarom dus ook uitermate exogeen van aard. Voorliggende paper is als volgt opgebouwd. In paragraaf 2 situeren we kort hoe we in deze studie de lokale fiscale druk meten. In de volgende paragraaf bestuderen we interprovinciale verschillen in lokale fiscale druk. Paragraaf 4 is gewijd aan de variantie in tariefwijzigingen tussen gemeenten die worden ingedeeld in grootte-cohorten. Paragraaf 5 focust op verschillen in tarieven en tariefwijzigingen tussen Dessoy-clusters. Het besluit zet de voornaamste inzichten nog eens op een rij. C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 7

8 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen 2. Gehanteerde maatstaf van de lokale fiscale druk Om de wijzigingen in de lokale fiscale druk te analyseren concentreren we ons op de analyse van de tariefstijgingen van de twee belangrijkste lokale belastingen. We bestuderen met name de omvang en de evolutie van de tarieven van de aanvullende personenbelasting (APB) enerzijds en de opcentiemen op de onroerende voorheffing anderzijds (OOV). Samen maken deze twee belastingen gemiddeld 80% van de totale belastingontvangsten uit. Het aantal gemeenten dat deze belastingen niet heeft opgenomen in haar fiscale portfolio is uitermate beperkt. 1 Voor beide heffingen zijn cijferreeksen beschikbaar inzake tarieven en ontvangsten op gemeentelijk niveau, die een periode van meer dan 10 jaar overbruggen. Bovendien nemen beide belastingen de vorm aan van een aanvullende belasting op respectievelijk een federale heffing (APB) en een Vlaamse heffing (OOV). Dit maakt ze uitermate geschikt om potentiële bovenbestuurlijke aanleidingen tot wijzigingen van de lokale fiscale druk te toetsen. 1 De opcentiemen onroerende voorheffing worden ingelegd in alle gemeenten. De gemeenten Knokke-Heist, Koksijde en Herstappe zijn de enige gemeenten die nooit een APB opgelegd hebben aan hun inwoners gedurende de periode C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 8

9 Deelpaper 3 3. Analyse van de lokale fiscale druk in functie van de provinciale status 3.1 Relevantie van een provinciale indeling Louter economisch lijken er weinig argumenten voorhanden die verantwoorden dat verschillen in lokale fiscale druk onderzocht worden tussen provincies. Het is duidelijk dat de provinciale indeling wel een bestuurskundige en geografische betekenis heeft, maar veel minder samenvalt met socioeconomische clusters van gemeenten. Dit kunnen we bevestigen door de Dessoy-indeling 2 van gemeenten en de provinciale indeling onderling te vergelijken. De Dessoy-indeling vertrekt van een reeks socio-economische kenmerken van een gemeente (zoals de demografische evolutie, de verstedelijkingsgraad, het belang van primaire, secundaire en tertiaire bedrijfssectoren voor de gemeenten) en resulteert in 12 homogene clusters. Correlaties tussen de Dessoy-indeling en de provinciale indeling geven aan dat de ene indeling helemaal niet samenvalt met de andere (r s =-0,023; p=0,688). Indien we gemeenten indelen op basis van hun fiscale draagkracht dan blijkt de provinciale hergroepering wel fiscaal relevant. Onderstaande box plotgrafieken geven respectievelijk voor de jaren 2000 en 2001 de voornaamste beschrijvende parameters per provincie voor wat het objectief belastingvermogen betreft (Grafiek 1 en Grafiek 2). 2 Een analyse waarbij de gemeenten worden ingedeeld volgens de Dessoy-typologie wordt opgenomen in de vijfde paper, waarnaar wordt verwezen. C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 9

10 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen GRAFIEK 1 BOX PLOT VOOR HET OBJECTIEF BELASTINGVERMOGEN OPGEDEELD PER PROVINCIE; Objectief BelastingVermogen N = Oost-Vl. West-Vl. Vl.-Brabant Antwerpen Limburg GRAFIEK 2 BOX PLOT VOOR HET OBJECTIEF BELASTINGVERMOGEN INGEDEELD PER PROVINCIE; Objectief BelastingVermogen N = Oost-Vl. West-Vl. Vl.-Brabant Antwerpen Limburg C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 10

11 Deelpaper 3 Bovenstaande box plot-diagrammen 3 geven aan dat de fiscale draagkracht in Vlaams-Brabant duidelijk verschilt van deze van de modale Limburgse gemeente. De toelichting bij de boxplots gaf aan dat in Vlaams-Brabant 1% APB en 100 opcentiemen OV in 2001 gemiddeld 52,3 euro opbrachten; in Limburg bedraagt het gemiddelde OBV 36,5 euro. Verder kunnen we uit de grafiek afleiden dat er ook duidelijke verschillen zijn in de spreiding van de OBV. Deze is veel groter in Vlaams-Brabant (st. dev.=10,98) dan in Oost- Vlaanderen (st. dev.=7,82) of Limburg (st. dev.=6,52). Dezelfde interprovinciale afwijkingen vinden we terug in de box plot-grafiek met het OBV van TABEL 1 GEMIDDELDE WAARDEN EN STANDAARDAFWIJKING VAN DE OBV PER PROVINCIE; 2001 Provincie N Gemiddelde Standaardafwijking Oost-Vlaanderen 65 41,57 7,82 West-Vlaanderen 64 37,78 10,05 Vlaams-Brabant 65 52,31 10,98 Antwerpen 70 45,54 9,05 Limburg 44 36,50 6,52 Vlaanderen ,23 10,72 Via variantie-analyse werd onderzocht of de verschillen tussen de gemiddelde OBV van een provincie ook statistisch betekenisvol zijn. Dit blijkt voor de beide jaren het geval te zijn (OBV 2001 : F =29,16; df=4; p<0,001 en OBV 2000 : F=25,94; df=4; p<0,001). De Tukey HSD-testen bevestigen dat de grootste verschillen voor beide jaren terug te vinden zijn tussen enerzijds Vlaams-Brabant en anderzijds Limburg en West-Vlaanderen. 3 Per provincie wordt een box afgebeeld; de bodem van deze opgevulde rechthoek geeft de waarde van het 25 ste percentiel aan; het plafond van de box weerspiegelt het 75 ste percentiel. De hoogte van de box correspondeert dus met de interkwartiele range. De horizontale lijn in de box geeft de mediaanwaarde weer. Voor 2000 en 2001 werden ook outliers (O) en extreme waarden afgebeeld (*). Outliers zijn die waarden die 1,5 à 3 maal de lengte van de box verwijderd liggen van de top of de bodem van de box. Extreme waarden liggen meer dan 3 maal de interkwartiele range verwijderd van de top of bodem van de box. De nummers corresponderen met de NIS-codes van de gemeenten in kwestie. Het gaat om volgende gemeenten: - Oost-Vlaanderen : St-Martens-Latem* (44064); Beveren (46003); De Pinte (44012) - West-Vlaanderen : Knokke-Heist* (37043), Koksijde (38014) en De Haan (35029) - Vlaams-Brabant : Zaventem (23094) - Limburg : Tessenderlo (71057), Hasselt (71022) en Genk (76016) C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 11

12 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen We kunnen dus concluderen dat groepering van gemeenten per provincie in een studie waarin de fiscale reacties van gemeenten bestudeerd worden waardevolle informatie kan opleveren. In dit verband sluiten we ons aan bij de studies van het VVSG (2002; 2003) waarin reeds indicaties van betekenisvolle provinciale verschillen in belastinggedrag tot uiting kwamen. De vermelde VVSG-analyses hebben niet enkel betrekking op het gemiddelde tarief, maar brengen verder ook het aantal belastingverhogingen van de jaren 2000 tot en met 2003 in kaart. Vraag die zich stelt is of deze verschillen ook statistisch betekenisvol zijn en of de provinciale indeling verder ook nuttig is om verschillen in de intensiteit van de belastingreactie op te sporen. Meer bepaald zullen we in deze paper het gemiddeld OOV- en APB-tarief per provincie toetsen en verder de analyse uitbreiden voor de veranderingspercentages van het APB- en OOV-tarief. Tenslotte lijkt het ons in dit verband zinvol voor de OOV een reeks extra analyses uit te voeren. Deze willen een antwoord bieden op de vraag of de fiscale koers die een gemeente uitzet ook rekening houdt met de provinciale belastingdruk. De door het Vlaamse Gewest opgelegde belasting vormt immers de basis voor lokale opcentiemen én provinciale opcentiemen. Het lijkt ons dus nuttig na te gaan of gemeenten die gelegen zijn in provincies waar de provinciale opcentiemen onder het Vlaamse gemiddelde liggen, deze fiscale bewegingsruimte innemen. 3.2 OOV In deze paragraaf bestuderen we eerst de verschillen tussen de vijf Vlaamse provincies qua OOV-tarief en staan we vervolgens stil bij de verschillen in gemiddelde jaarlijkse procentuele verandering van de OOV-tarieven. In derde instantie onderzoeken we het aantal verhogingen van de tarieven. Tenslotte speuren we naar mogelijke samenhangen tussen de provinciale en lokale tarieven Gemiddelde tarieven In Grafiek 3 en Tabel 2 worden de gemiddelde provinciale waarden uitgezet voor de gemeentelijke OOV-tarieven. Meteen valt de duidelijk afwijkende positie op van de provincie West-Vlaanderen. Het gemiddelde OOV-tarief ligt C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 12

13 Deelpaper 3 hier voor de ganse periode ongeveer 200 opcentiemen hoger dan het gemiddelde van de provincie die de tweede plaats in de rangschikking inneemt. De verschillen tussen de gemiddelde OOV-waarden van de duurste en de goedkoopste provincies (Vlaams-Brabant tot en met 2000 of Antwerpen vanaf 2001) lopen voor de verschillende jaren op tot 500 à 600 opcentiemen. Anders gezegd : de goedkoopste provincies heffen gemiddeld slechts 2/3 e van het gemiddelde West-Vlaamse OOV-tarief. Voor 2002 klom het gemiddelde West-Vlaamse tarief boven de opcentiemen. Ter vergelijking : de gemiddelde fiscale last veroorzaakt door de vastgoedbelasting lag op dat moment in Antwerpse gemeenten gemiddeld 54,31% lager. GRAFIEK 3 GEMIDDELDE OOV-TARIEF PER PROVINCIE; PERIODE , , , , , , , ,00 900,00 800,00 700,00 600, Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Antwerpen Vlaams-Brabant Limburg TABEL 2 GEMIDDELDE OOV-TARIEVEN PER PROVINCIE; PERIODE Oost-Vlaanderen 1.021, , , , , , , , , , ,69 West-Vlaanderen 1.230, , , , , , , , , , ,28 Antwerpen 845,01 845,69 845,69 883,87 940,16 948,01 947,44 948,16 946,73 971, ,87 Vlaams-Brabant 805,23 806,49 802,95 879,14 922,34 934,86 934,86 927,02 922, , ,38 Limburg 914,73 928,36 959,27 964, , , , , , , ,91 Vlaanderen 964,00 968,15 970, , , , , , , , ,75 Om na te gaan of de gemiddelde provinciale tarieven onderling fundamenteel afwijken, werden ANOVA-toetsen uitgevoerd. Onderstaande Tabel 3 vat de C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 13

14 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen resultaten samen voor de periode Voor elk jaar werd op basis van variantie-analyse vastgesteld of de verschillen tussen de provinciale gemiddelden betekenisvol zijn. Dat blijkt wel degelijk het geval te zijn en dit voor de ganse periode. TABEL 3 RESULTATEN VAN DE VARIANTIE-ANALYSES MBT GEMIDDELDE OOV- TARIEVEN; PERIODE p F Df ,001 38, ,001 38, ,001 36, ,001 38, ,001 40, ,001 39, ,001 41, ,001 42, ,001 44, ,001 50, ,001 60, Bemerk dat het weglaten van West-Vlaanderen uit de analyse nog steeds leidt tot dezelfde conclusie : de gemiddelde tarieven van de resterende provincies verschillen op significante wijze van elkaar. Uit de Tukey HSD -testen blijkt anderzijds wel dat de verschillen tussen de provinciale gemiddelden van Antwerpen en Vlaams-Brabant over de ganse periode statistisch betekenisloos zijn. Deze twee provincies hebben over de gehele periode de laagste gemiddelde tarieven. Inzake het gemiddelde tarief kunnen we dus besluiten dat de provincies wel degelijk onderling verschillen. West-Vlaanderen blijkt gemiddeld genomen veel hogere vastgoedbelastingen op te leggen aan zijn ingezetenen, terwijl Antwerpen en Vlaams-Brabant zich aan het andere uiteinde van de rangschikking bevinden Gemiddelde veranderingspercentages Bestuderen we vervolgens de gemiddelde stijgingspercentages van het OOVtarief per provincie. C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 14

15 Deelpaper 3 Grafiek 4 wijst uit dat de reeks weinig verschillen oplevert inzake de ontwikkeling van het OOV-tarief tussen gemeenten. De beginjaren van de observatieperiode ( ) gaan in de meeste provincies gepaard met een beperkte stijging of status quo van het gemiddelde tarief. In 1995 veert het tarief op, waarna de sterkte van de tariefgroei opnieuw afneemt om in 1997 terug te keren tot de stijgingspercentages van voor het verkiezingsjaar. In 1998, 1999 en 2000 treedt een relatieve rustpauze in met gemiddelde provinciale stijgingspercentages rond het nulpunt. In 2001 en 2002 vertonen West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant een vergelijkbaar groeipad terwijl een tweede cluster zich lijkt af te tekenen rond Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Limburg vormt meermaals een buitenbeentje. De Limburgse tarieven stijgen doorgaans sterker in 1994 (pre-verkiezingsjaar), maar komen, in tegenstelling tot de algemene trend, quasi tot stilstand in In 1996 groeien de OOV-tarieven in Limburg opnieuw aan een tempo vergelijkbaar met dat van de modale Vlaamse gemeente. Heel opvallend is de tariefsprong in 2001 van 30,84%, daar waar het Vlaamse gemiddelde stijgingspercentage na weglating van de Limburgse gemeenten slechts 6,35% bedroeg. Deze (Limburgse) stijging werd in 2002 gevolgd door nogmaals een stijging van 6,75%. GRAFIEK 4 GEMIDDELDE VERANDERINGSPERCENTAGES VAN HET OOV-TARIEF PER PROVINCIE; PERIODE ,35 0,3 0,25 0,2 0,15 0,1 0, ,05 Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Vlaams-Brabant Antwerpen Limburg Bovenstaande grafiek illustreert eens te meer dat er in 2001 een breuklijn kan aangebracht worden in de tijdreeks. In 2001 maken de OOV-tarieven een ongemeen sterke opwaartse beweging. In 2002 stijgen de tarieven gemiddeld C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 15

16 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen genomen nog vrij sterk, maar de spreiding in de stijgingspercentages voor de respectievelijke provincies neemt duidelijk af. Wanneer de gemiddelde jaarlijkse veranderingspercentages van de OOVtarieven aan variantie-analyse worden onderworpen, dan wordt de intuïtie bevestigd dat enkel voor de jaren 1994, 1995 en 2001 statistisch significante verschillen tussen provincies voorkomen (Tabel 4). Dit zijn niet toevallig telkens jaren waarin Limburg in bovenstaande grafiek een afwijkende evolutie vertoont. De Tukey HSD test laat toe te besluiten dat het ook precies de Limburgse gemeenten zijn die het significante verschil tussen provincies voeden. Maken we abstractie van de Limburgse gemeenten, dan blijkt dat er voor de periode slechts in 1995 een, zij het in zeer beperkte mate significant, verschil tussen de overige provincies stand houdt (p=0,094, F=2,152, df=3). TABEL 4 RESULTATEN VAN DE VARIANTIE-ANALYSES VAN HET GEMIDDELDE VERANDERINGSPERCENTAGE VAN HET OOV-TARIEF PER PROVINCIE; PERIODE p F df , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,001 21, , , Wat de tariefwijzigingen met betrekking tot de OOV betreft, kunnen we dus besluiten dat de diverse provincies met uitzondering van Limburg een vergelijkbaar groeipad vertonen. Er tekenen zich wel duidelijke provinciale verschillen af in de jaren 1994, 1995 en 2001, maar die zijn in minstens 2 van deze jaren toe te schrijven aan het sterk afwijkend gedrag van de Limburgse gemeenten. C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 16

17 Deelpaper Aantal stijgingen Naast de tarieven en het gemiddelde stijgingspercentage van de OOV, bekijken we vervolgens het aantal stijgingen dat door gemeenten die tot een bepaalde provincie behoren, werd doorgevoerd. Onderstaande Tabel 5 werd opgesteld door de VVSG (2002). Ze geeft aan dat over de twee jaren heen 51 van de 64 West-Vlaamse en 34 van de 44 Limburgse gemeenten overgingen tot een tariefverhoging. TABEL 5 OVERZICHT VAN HET AANTAL VERHOGINGEN VAN HET OOV-TARIEF PER PROVINCIE; PERIODE Provincie N Aantal verhogingen 2001 of 2002 Aantal Procentueel Oost-Vlaanderen ,6% West-Vlaanderen ,7% Vlaams-Brabant ,5% Antwerpen ,9% Limburg ,3% Vlaanderen ,3% Voor West-Vlaanderen betekent dit tariefstijgingen in bijna 8 op 10 gemeenten; voor Limburg impliceert dit dat in meer dan 77% van de gemeenten naar een verhoging van de opcentiemen werd gegrepen. Verder wijzen VVSG-analyses uit dat in Limburg reeds in 2001 door 66% van de gemeenten overgegaan werd tot een belastingverhoging. Ter vergelijking : dit was slechts in 16% van de Antwerpse en 18,5% van de Brabantse gemeenten het geval. De studie van het aantal verhogingen van de OOV doet ons besluiten dat voornamelijk Limburg en West-Vlaanderen veel vaker een beroep gedaan hebben op belastingverhogingen dan de andere provincies Relatie gemeentelijke en provinciale OOV Aangezien er voor de onroerende voorheffing naast de gemeentelijke opcentiemen ook provinciale opcentiemen geheven worden, gingen we na of er een verband is met het niveau en/of de verandering van de provinciale heffingen. In dit geval zouden de gemeenten bij hun beleid rekening houden met de totale fiscale kostprijs voor de belastingplichtige. In provincies waar C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 17

18 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen de provinciale opcentiemen nog onder het gemiddelde liggen, kunnen gemeenten de door de provincies niet gebruikte fiscale beleidsruimte invullen. De analyses die volgen kunnen vanzelfsprekend enkel een indicatie geven in die richting; om de kracht van de verbanden in het veld te toetsen moeten idealiter de politieke lokale verantwoordelijken bevraagd worden. 600 GRAFIEK 5 EVOLUTIE VAN DE PROVINCIALE OPCENTIEMEN; PERIODE Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Vlaams-Brabant Antwerpen Limburg Vlaanderen Grafiek 5 wijst uit dat de provinciale opcentiemen heel wat minder frequent gewijzigd worden dan de opcentiemen die de gemeenten heffen. De provinciale opcentiemen werden in Limburg en West-Vlaanderen slechts éénmaal verhoogd over de bestudeerde periode. Minder extreem, maar toch substantieel, zijn de rustpauzes die de Brabantse en de Antwerpse gemeenten inlasten vanaf 1995 en Oost-Vlaamse gemeenten vanaf 1996 telkens tot en met Tot 1995 lagen de provinciale opcentiemen nergens hoger dan in Brabant. In 1995 liet de provincie Vlaams-Brabant haar tarief dalen tot dicht in de buurt van het gemiddelde niveau in Vanaf 1995 neemt Limburg de leiderspositie over en behoudt die tot het begin van het nieuwe millennium. Door een tariefstijging door te voeren in 2002 blijft Limburg de duurste provincie qua provinciale opcentiemen. In tweede positie komt opnieuw Vlaams-Brabant op de voorgrond. C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 18

19 Deelpaper 3 Tot 1995 scoren Oost-Vlaanderen, Antwerpen en West-Vlaanderen onder het Vlaamse gemiddelde qua aantal provinciale opcentiemen. Daarna blijven deze provincies de goedkoopste bestuursentiteiten maar het verschil met het Vlaamse gemiddelde neemt af. Met 290 opcentiemen is Antwerpen in 2002 absoluut de hekkensluiter, net voorafgegaan door Oost-Vlaanderen met een tarief van 295 opcentiemen. Op basis van de vergelijking van de evolutie van de provinciale (Grafiek 5) en de lokale opcentiemen per provincie (cfr. Grafiek 3) kunnen we geen consistente uitspraken doen over de mate waarin het niveau van de provinciale opcentiemen bepalend is voor de fiscale besluitvorming van gemeenten. Het lage niveau van de provinciale OOV in Antwerpen gaat er samen met een vrij laag gemiddeld niveau van lokale OOV. Daartegenover staat dat het lage niveau van de provinciale OOV in Oost-Vlaanderen dan weer wel contrasteert met de lokale OOV, die voor 9 van de 11 beschouwde jaren boven het Vlaamse gemiddelde liggen. Voor West-Vlaanderen is deze vaststelling nog frappanter : de West-Vlaamse lokale tarieven zijn absoluut gezien de hoogste, terwijl de door de provincie opgelegde lasten voor de ganse periode onder het Vlaamse gemiddelde zitten. Ook opvallend is de vaststelling dat Limburgse inwoners niet enkel gemiddeld genomen de hoogste lokale OOV betalen, maar verder ook aan de hoogste provinciale OOV worden onderworpen. We vergeleken vervolgens de gemiddelde stijgingspercentages van de lokale opcentiemen in de 5 provincies met de verschillende niveaus van de provinciale opcentiemen. Grafiek 4 reflecteerde de minieme verschillen in belastingreacties tussen provincies. Enkel Limburgse gemeenten bleken op drie tijdstippen een aantal duidelijk afwijkende beslissingen genomen te hebben. In 1995 stellen we vast dat de daling van de Brabantse provinciale opcentiemen gecompenseerd werd door een sterke stijging van de lokale opcentiemen. Verder blijken de lokale OOV in Vlaams-Brabant en West- Vlaanderen in de post-2000 periode een gelijkaardige groei te kennen en ook de evolutie van de respectievelijke provinciale tarieven hangt merkwaardig genoeg samen. Antwerpen en Oost-Vlaanderen, wat vrij goedkope provincies zijn qua provinciale opcentiemen, kennen ook voor wat de gemeentelijke tarieven betreft veel meer bescheiden stijgingen dan de andere provincies. C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 19

20 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen Onderstaande Grafiek 6 geeft aan dat vervanging van de lokale of desgevallend de provinciale woonlasten door het globale fiscale kostenplaatje weinig verschuivingen oplevert. Nog steeds betaalt een inwoner de hoogste woonbelasting in West-Vlaanderen en sinds 1995, de laagste in Vlaams- Brabant en Antwerpen. Cumulatie vermindert wel de verschillen tussen de provinciale gemiddelden GRAFIEK 6 EVOLUTIE VAN DE SOM VAN DE PROVINCIALE EN GEMEENTELIJKE OPCENTIEMEN GEMIDDELDE PER PROVINCIE; PERIODE Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Vlaams-Brabant Antwerpen Limburg Vlaanderen We kunnen dus besluiten dat slechts in een heel beperkt aantal gevallen de Vlaamse lokale entiteiten de niet ingenomen beleidsruimte van de provincies opvullen. Lage provinciale opcentiemen in de provincies Oost- en West-Vlaanderen blijken samen te gaan met gemiddelde locale tarieven die boven het Vlaamse gemiddelde liggen. Of dit erop wijst dat gemeenten in deze twee provincies rekening houden met het totale kostenplaatje voor hun inwoners kan op basis van deze studie niet bevestigd of ontkracht worden. 3.3 APB Net als voor de OOV worden voor de vijf Vlaamse provincies drie niveau s besproken, namelijk de gemiddelde tarieven, de gemiddelde veranderingspercentages als het aantal tariefaanpassingen. C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 20

21 Deelpaper Gemiddelde tarieven In Grafiek 7 worden de gemiddelde provinciale waarden van het APB-tarief weergegeven. De curves illustreren dat tot 2001 het APB-tarief gemiddeld genomen het hoogst was in Oost-Vlaanderen. De gemiddelde tarieven zijn ook vrij stabiel; ze blijven binnen de range 6,90% - 7,10%. In 1998 en 1999 daalt het gemiddelde lichtjes. Dit is een evolutie die zich ook in Vlaams- Brabant, West-Vlaanderen en Antwerpen heeft voor gedaan. Vlaams-Brabant heft gemiddeld genomen over de ganse periode de laagste lokale belastingen. Tussen 1995 en 2000 volgt Antwerpen een trend die sterke tred houdt met die van Vlaams-Brabant. De provincie West-Vlaanderen verliest voor geen enkel jaar van diezelfde periode zijn tweede plaats in de rangschikking. Meest in het oog springt de curve voor de provincie Limburg. De tarieven lagen in de periode eerder aan de lage kant, met een opvallende daling in Het gemiddelde Vlaamse APB-tarief fluctueert in de periode rond de waarde 6,65%. GRAFIEK 7 GEMIDDELDE APB-TARIEF PER PROVINCIE; PERIODE ,50 7,40 7,30 7,20 7,10 7,00 6,90 6,80 6,70 6,60 6,50 6,40 6,30 6, Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Vlaams-Brabant Antwerpen Limburg C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 21

22 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen TABEL 6 GEMIDDELDE APB-TARIEVEN PER PROVINCIE; PERIODE Provincie Oost-Vlaanderen 7,06 7,02 6,97 7,00 7,00 7,03 6,97 6,90 6,89 6,98 7,18 West-Vlaanderen 6,66 6,62 6,62 6,77 6,81 6,80 6,77 6,74 6,74 6,91 7,13 Vlaams-Brabant 6,42 6,44 6,41 6,51 6,54 6,54 6,49 6,45 6,38 6,59 6,84 Antwerpen 6,57 6,53 6,51 6,54 6,57 6,56 6,47 6,41 6,39 6,47 6,7 Limburg 6,56 6,56 6,41 6,50 6,63 6,62 6,60 6,60 6,58 7,28 7,40 Vlaanderen 6,66 6,63 6,60 6,67 6,71 6,71 6,66 6,61 6,59 6,81 7,02 Na 2000 wijzigt de rangschikking van de provincies drastisch : Limburg migreert van een middelmatige positie qua inkomstenbelasting naar de koplopersplaats met een tarief dat de 7% grens achter zich laat. Samen met Oost- en West-Vlaanderen scoort het boven het Vlaamse gemiddelde APBtarief. Ook Antwerpen en Vlaams-Brabant gaan mee in de opgaande trend, maar de gemiddelde APB-tarieven van de twee provincies groeien stilaan uit elkaar (zie ook Tabel 6). Net als bij de OOV-tarieven kunnen voor de jaren 2001 en 2002, zij het minder uitgesproken, stijgingen worden vastgesteld, namelijk van 3,57% en van 3,17%. Tabel 7 bevestigt dat de verschillen in provinciale APB-gemiddelden, met uitzondering van 1996, ook statistisch betekenisvol zijn (p is telkens 0,10). TABEL 7 VARIANTIE-ANALYSE VAN HET GEMIDDELDE APB-TARIEF PER PROVINCIE; PERIODE p F df , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , Op basis van een Tukey HSD-analyse kon verder vastgesteld worden dat, net als bij de OOV, over de volledige periode geen significant verschil bestaat tussen Antwerpen en Vlaams-Brabant. C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 22

23 Deelpaper 3 De provincies verschillen dus wel degelijk onderling qua gemiddelde APBtarief, maar de verschillen zijn minder groot dan voor de OOV het geval was. De afwijking tussen het gemiddelde van de duurste provincie, Limburg, en haar goedkoopste collega, Antwerpen, bedraagt in ,44%. Ter vergelijking : voor de OOV leverde deze rekensom een verschil op van 54,31% Gemiddelde veranderingspercentages Bestuderen we vervolgens de evolutie van de gemiddelde veranderingspercentages in de verschillende provincies. Grafiek 8 geeft aan dat de stijgingspercentages met uitzondering van de provincie Limburg in 1995 nooit boven de 2%-grens liggen. Vaker nog situeren ze zich dicht bij of onder het nulpunt (cfr , ). Enkel in de post-verkiezingsjaren 1995 en 2001 gaan de tarieven sterker de hoogte in. Met uitzondering van Limburg gaan gemeenten door op dit pad in De provincie Limburg legt eens te meer een opmerkelijk traject af. Met een opvallende daling van het gemiddelde tarief in 1994, sterker dan gemiddelde stijgingen in en een stijging van maar liefst 11,97% in 2001 zet ze een eigenzinnig groeipad neer. C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 23

24 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen GRAFIEK 8 GEMIDDELDE VERANDERINGSPERCENTAGES VAN HET APB-TARIEF PER PROVINCIE; PERIODE ,14 0,12 0,1 0,08 0,06 0,04 0,02 0-0, ,04 Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Vlaams-Brabant Antwerpen Limburg Onderstaand overzicht van de ANOVA-resultaten (Tabel 8) wijst uit dat de provincies onderling enkel voor het jaar 2001 significant verschillen qua gemiddeld tarief van de aanvullende personenbelasting. Het is verder duidelijk dat vooral de sterk afwijkende stijging van het Limburgse gemiddelde hiervan aan de basis ligt. De Tukey HSD-testen bevestigen verder de congruente evolutie in de overige provincies. Behoudens de Limburgse uitschieter in 2001 is er dus geen fundamenteel verschil in de evolutie van de tarieven van provincie tot provincie. TABEL 8 VARIANTIE-ANALYSE MBT DE GEMIDDELDE JAARLIJKSE PROCENTUELE VERANDERING VAN HET APB-TARIEF PER PROVINCIE; PERIODE p F df , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,001 14, , , C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 24

25 Deelpaper Aantal stijgingen Werpen we tenslotte nog een blik op het aantal stijgingen dat werd doorgevoerd in de verschillende provincies. TABEL 9 OVERZICHT VAN HET AANTAL VERHOGINGEN VAN HET APB-TARIEF PER PROVINCIE; PERIODE Provincie N Aantal verhogingen 2001 of 2002 Aantal Procentueel Oost-Vlaanderen ,8% West-Vlaanderen ,3% Vlaams-Brabant ,6% Antwerpen ,3% Limburg ,2% Vlaanderen ,5% Tabel 9 werd opgesteld door de VVSG (2002). Opnieuw valt in de laatste kolom de bijzondere positie van Limburg op met bijna 7 op 10 gemeenten die het tarief verhoogden. In Antwerpen bedraagt dit percentage quasi de helft. Op basis van de relatieve cijfers zien we dus opnieuw duidelijke verschillen. Indien echter gekeken wordt naar het aantal gemeenten dan zijn de verschillen minder groot; in Limburg was er sprake van 30 stijgers versus respectievelijk 24 en 22 in Antwerpen en Oost-Vlaanderen. C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 25

26 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen 4. Analyse in functie van de omvang van de gemeente Een tweede relevante indeling van gemeente berust op hun bevolkingsomvang. In onderstaande tabel onderscheiden we acht cohorten. De grootste groep gemeenten telt tot en met inwoners, maar ook de gemeenten met à inwoners maken meer dan een kwart uit van de populatie. TABEL 10 AANTAL GEMEENTEN PER OMVANGKLASSE; 2002 Aantal inwoners N Procentueel ,6% ,0% ,3% ,9% ,0% ,4% ,9% > ,9% Vlaanderen % Opnieuw splitsen we de discussie op in een deel rond de OOV en een deel rond de APB. Voor beide heffingen onderzoeken we of de gemiddelde tarieven en/of de veranderingspercentages per omvangklasse significant verschillen. 4.1 OOV In eerste instantie wordt voor de OOV nagegaan of zowel de gemiddelde tarieven als de veranderingspercentages afhankelijk zijn van het aantal inwoners van de gemeente Gemiddelde tarieven Grafiek 9 geeft de evolutie aan van het gemiddelde tarief van de OOV per cohort. Opvallend in deze grafiek is dat de kleinste gemeenten, (dit zijn de gemeenten met niet meer dan inwoners) sinds 1996 gemiddeld de hoogste OOV-tarieven oplegden. Samen met de gemeenten met meer dan inwoners, of dus de centrumsteden en de grote steden (dit zijn de klassen en meer dan inwoners), vormen ze een C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 26

27 Deelpaper 3 kopgroep. De tarieven van deze groepen lagen ongeveer 20% hoger dan die voor de andere Vlaamse gemeenten. GRAFIEK 9 GEMIDDELDE OOV-TARIEF PER OMVANGKLASSE; PERIODE , ,00 Cluster , , ,00 Cluster , ,00 900,00 800, Vlaanderen < > Opvallend is dat de gemeenten met meer dan maar minder dan inwoners, naar een nagenoeg gelijk gemiddeld OOV-tarief evolueerden. In 2002 liggen de gemiddelden van deze omvangklassen op een zakdoek bijeen met een gemiddeld tarief van ongeveer opc. (Tabel 11). TABEL 11 GEMIDDELDE OOV-TARIEF PER OMVANGKLASSE; PERIODE Aantal inwoners < , , , , , , , , , , , ,12 938,37 936, , , , , , , , , ,58 916,24 915,29 964, , , , , , , , ,37 936,37 936,37 967, , , , , , , , ,85 951,28 950, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,89 > , , , , , , , , , , ,67 Vlaanderen 964,00 968,15 970, , , , , , , , ,75 Tabel 12 geeft aan dat er significante verschillen zijn tussen het niveau van de tarieven per omvangklasse, en dit voor elk jaar in de periode C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 27

28 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen TABEL 12 STATISTISCHE GEGEVENS ANOVA-TABEL GEMIDDELDE OOV-TARIEF PER OMVANGKLASSE;PERIODE p F Df ,001 5, ,001 5, ,001 6, ,001 5, ,001 5, ,001 5, ,001 5, ,001 4, ,001 5, , , , , In Grafiek 9 lijken zich 2 clusters af te tekenen. In wat volgt beperken we de analyse met betrekking tot de hoogte van de tarieven tot de bespreking van de groepen gemeenten met inwonersaantallen van 0 tot 5.000, en meer dan , hierna genoemd cluster 1 en de overige gemeenten, hierna genoemd cluster 2. De statistische toetsen (zie onderstaande Tabel 13, kolommen 2 en 3) bevestigen dat de intra-groep verschillen niet significant zijn. In de laatste kolom zijn de resultaten van de T-testen bestemd om verschillen op te sporen tussen de tarieven van de cluster 1 en van de cluster 2 opgenomen. Hieruit kunnen we afleiden dat deze verschillen voor elk onderzocht jaar significant zijn. TABEL 13 RESULTATEN VAN DE VARIANTIE-ANALYSES EN T-TOETSEN MBT HET GEMIDDELDE OOV-TARIEF VOOR DE CLUSTERS 1 & 2; PERIODE (1) (2) Variantie-analyse cluster 1 4 (3) Variantie-analyse cluster 2 5 (4) T-testen cluster 1 vs. cluster 2 p F df p F df p t df ,5827 0, ,2912 1, ,001 5, ,6448 0, ,3302 1, ,001 5, ,9285 0, ,2609 1, ,001 6, ,9115 0, ,5559 0, ,001 6, ,9374 0, ,4351 0, ,001 5, ,9224 0, ,4503 0, ,001 5, ,9160 0, ,4634 0, ,001 5, ,9336 0, ,5255 0, ,001 5, ,8548 0, ,5085 0, ,001 5, ,9193 0, ,6091 0, ,001 3, ,8572 0, ,9553 0, ,001 3, Tot cluster 1 behoren gemeenten met inwonersaantallen van 0 tot 5.000, en meer dan Tot cluster 2 behoren gemeenten met inwonersaantallen van tot , tot , tot , tot en tot C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 28

29 Deelpaper 3 We kunnen dus concluderen dat onderling de middelgrote gemeenten weinig verschillen qua niveau van het OOV-tarief. De vastgoedbelasting ligt daarentegen wel fors hoger in de kleinste gemeenten, de centrumsteden en de grote steden Gemiddelde veranderingspercentages Om de trend van de OOV-tarieven te bespreken werden in Grafiek 10 de gemiddelde veranderingspercentages van de OOV-tarieven uitgezet. GRAFIEK 10 GEMIDDELDE VERANDERINGSPERCENTAGES VAN HET OOV-TARIEF PER OMVANGKLASSE; PERIODE ,16 0,14 0,12 0,1 0,08 0,06 0,04 0,02 0-0, < > Een indeling in clusters, zoals hierboven aangeduid in Grafiek 9 op p. 27 omtrent de hoogte van de tarieven, ligt, op basis van bovenstaande Grafiek 10, minder voor de hand. Enerzijds valt het op dat de verschillende cohorten sterk parallel evolueren over de periode De stijgingen nemen gemiddeld af en veranderen voor een aantal type-gemeenten zelfs in dalingen in Dit patroon troffen we ook aan bij de analyse van de verschillen in groeipad van de OOV-tarieven voor de diverse provincies. Anderzijds zien we een disparaat patroon opduiken in de jaren 1994 en 1995 waar respectievelijk de stijgingen van gemiddeld 7,97% in de kleinste gemeenten en 9,6% in de gemeenten met een omvang tussen en in het oog springen. C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 29

30 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen Na 2000 nemen de tarieven in quasi alle cohorten tijdens de daaropvolgende jaren een sterke vlucht. De groep middelgrote gemeenten (tussen en inwoners) laten in 2001 de sterkste groei van de gemiddelden optekenen, variërend tussen 10% en 14%. In vergelijking met de analyse in functie van de provinciale indeling van gemeenten, zijn deze stijging noch redelijk beheerst (zie stijging van Limburgse gemeenten met 30% in 2001!). De kleinste gemeenten stelden zich in 2000 en 2001 zeer bescheiden op met een gemiddelde tariefgroei van 2%, maar haalden hun achterstand ruimschoots in in 2002 (stijging van 8%). De grafiek wijst uit dat de kleinste gemeenten een pro-actief belastingbeleid vertonen; in vergelijking met de andere cohorten verhogen ze altijd 1 jaar vroeger de tarieven (cfr en 2000). Verder is het frappant dat in tegenstelling tot de andere gemeenten deze lokaliteiten tijdens verkiezingsjaren het aandurfden om hun tarieven op te trekken. Een tweede omvangklasse die een opvallende trend voorlegt, betreft de gemeenten met een inwonersaantal van meer dan inwoners. In de periode onderging geen van deze gemeenten een tariefaanpassing. De algemene stijgingen in 2001 en 2002 zijn echter wel merkbaar bij deze subgroep. De ANOVA toetsen (Tabel 14), reflecteren dat er slechts voor 1994 en 2000 kan gesproken worden van fundamenteel verschillend gedrag tussen de verschillende clusters op het vlak van tariefwijzigingen. TABEL 14 STATISTISCHE GEGEVENS ANOVA-TABEL (BETWEEN GROUPS) GEMIDDELDE PROCENTUELE VERANDERING OOV-TARIEF; PERIODE p F Df , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 30

31 Deelpaper 3 De post hoc Tukey HSD-test laat toe te bevestigen dat het voor beide jaren ook telkens de kleinste gemeenten zijn die het verschil maken. Wanneer de analyse wordt overgedaan met weglating van de kleinste gemeenten, dan verdwijnen alle significanties. Opmerkelijk is verder dat tijdens de periode slechts 35,7% van de kleinste gemeenten hun tarief optrokken. Dit percentage is het laagste van alle omvangklassen. Door de stijgingen in de jaren 90 bereikte deze groep van gemeenten ondertussen echter wel reeds de hoogste gemiddelde aanslagvoet van alle omvangklassen. We kunnen dus besluiten dat de OOV-wijzigingen zich vooral sterk afgetekend hebben in 1995 en Buitenbeentje zijn deze keer de kleinste gemeenten die reeds 1 jaar voor de meeste gemeenten aan het optrekken van het tarief denken, de stijging inzetten. Vooral in 1994 en 2000 onderscheiden deze gemeenten zich duidelijk qua belastingpolitiek, van de andere cohorten. 4.2 APB Zijn er verschillen in het APB-tarief naarmate het aantal inwoners van een gemeente verschilt? Zowel de gemiddelde tarieven als de trend die de tarieven volgden in de periode worden geanalyseerd Gemiddelde tarieven Grafiek 11 geeft aan hoe de gemiddelde APB-tarieven evolueerden voor de verschillende omvangklassen. C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 31

32 De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen GRAFIEK 11 GEMIDDELDE APB-TARIEF PER OMVANGKLASSE; PERIODE ,00 7,50 7,00 Cluster 2 6,50 6,00 5, < > Met betrekking tot de APB-tarieven moeten een aantal aspecten opgemerkt worden. Opvallend is meteen dat op het einde van de periode de gemeenten met niet meer dan inwoners de laagste en die met meer dan inwoners de op twee na laagste gemiddelde tarieven hanteerden, terwijl die klassen net de hoogste OOV-tarieven lieten optekenen. Het lijkt er dus op dat deze groepen van gemeenten hun lage APB-tarieven compenseren met hoge OOV-tarieven, welke minder duidelijk zijn voor de burgers. De grote gemeenten kennen trouwens als enig cohort een negatieve trend over de volledige periode. Zoals reeds eerder werd vermeld, is er globaal gezien een breuk in de tariefevolutie tussen de periode en de periode Deze trend is voor alle omvangklassen van toepassing, uitgezonderd de grootste gemeenten. Deze steden zetten de dalende trend die zich inzette in 1995 ook in 2001 en 2002 voort. Net als bij het OOV-tarief halen de centrumsteden een hoog gemiddelde tarief. In de periode voerde 55,6% van deze gemeenten een verhoging uit. Het gemiddelde tarief in 2002 (7,76%) lag dan ook meer dan 10% hoger dan het gemiddelde Vlaamse tarief (7,02%). Wanneer de gemiddelde tarieven onderling worden vergeleken, dan is er enkel voor het jaar 1994 een significant verschil op te tekenen, dat werd C. SMOLDERS & S. GOEMINNE 32

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen Tussentijds overzicht van

Nadere informatie

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen: deelpaper 5

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen: deelpaper 5 Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen: deelpaper 5 Tarieven en

Nadere informatie

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 4

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 4 Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 4 Tarieven en

Nadere informatie

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 1

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 1 Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 1 Tarieven en

Nadere informatie

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 9

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 9 Steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 9 Schatting

Nadere informatie

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren.

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren. NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE S1 2017 VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen

Nadere informatie

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB). NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee

Nadere informatie

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 8

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 8 Steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen : deelpaper 8 De impact

Nadere informatie

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2 NOTARISBAROMETER LANDBOUWGRONDEN WWW.NOTARIS.BE S1 2019 N 2 Deze notarisbarometer zoomt in op de gemiddelde prijzen van landbouwgronden in België. Onder landbouwgronden worden de gronden beschouwd waarop

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012 PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012 De regionale inkomensverschillen onder de loep Hoe verhoudt de inkomensevolutie zich ten opzichte van de inflatie? In welke regio liggen de gemiddelde inkomens het

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE 2018 Deze kustbarometer geeft een inzicht in de evolutie van de vastgoedactiviteit en de prijzen voor appartementen aan de kust. In deze barometer bekijken

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018 Graydon studie Faillissementen Oktober 2018 5 november 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN NOTARISBAROMETER LANDBOUWGRONDEN WWW.NOTARIS.BE S1 2018 Deze Notarisbarometer zoomt in op de gemiddelde prijzen van landbouwgronden in België. Onder landbouwgronden worden de gronden beschouwd waarop gewassen

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting Brussel, 21 juni 2017 Nieuwe thema-analyse van Belfius Research Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting Het is voldoende bekend dat de vergrijzing een grote

Nadere informatie

SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN

SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN 2015-2030 Doel van de presentatie 1. Voorstellen van de eerste resultaten uit de bevolkingsprojecties voor Vlaamse steden

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST EVOLUTIE OP 5 JAAR ( )

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST   EVOLUTIE OP 5 JAAR ( ) NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE 2017 OVERZICHT EVOLUTIE OP JAARBASIS (2016 2017) EVOLUTIE OP 5 JAAR (2013 2017) VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST De index voor de vastgoedactiviteit aan

Nadere informatie

GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018

GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018 NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE S1 2018 OVERZICHT ACTIVITEIT EVOLUTIE S1 2017 S1 2018 GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018 VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST De index voor de vastgoedactiviteit

Nadere informatie

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen

De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen Overzicht van de onderzoeksaanpak,

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE MARKT

EVOLUTIE VAN DE MARKT Notarisbarometer VASTGOED www.notaris.be 2016 Barometer 31 VASTGOEDACTIVITEIT IN 106,4 106,8 101,7 103,4 105,9 102,8 98,9 101,4 99,2 105,0 105,3 104,7 115,4 112,1 111,8 118,0 116,1 127,0 124,7 127,9 115,8

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

De winst- en verliescijfers op 14 oktober: Een vergelijking tussen de provincieraadsverkiezingen van 2012 en 2018

De winst- en verliescijfers op 14 oktober: Een vergelijking tussen de provincieraadsverkiezingen van 2012 en 2018 De winst- en verliescijfers op 4 oktober: Een vergelijking tussen de provincieraadsverkiezingen van en 8 BELANGRIJKSTE RESULTATEN Gert-Jan Put en Bart Maddens We berekenen in hoeveel gemeenten elke partij

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

ANALYSE Belastingtarieven Limburgse gemeenten 2017

ANALYSE Belastingtarieven Limburgse gemeenten 2017 ANALYSE Belastingtarieven Limburgse gemeenten 2017 Opcentiemen op de onroerende voorheffing Het ongewogen gemiddeld tarief van de opcentiemen op de onroerende voorheffing van de Limburgse gemeenten bedraagt

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief SEPTEMBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs December 29 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Arbeidsmarktbarometer Onderwijs december

Nadere informatie

'HLPSDFWYDQGHERYHQEHVWXXUOLMNH EHVOLVVLQJHQRSGHORNDOHILVFDOLWHLW LQ9ODDQGHUHQ

'HLPSDFWYDQGHERYHQEHVWXXUOLMNH EHVOLVVLQJHQRSGHORNDOHILVFDOLWHLW LQ9ODDQGHUHQ 6SRRUILVFDOLWHLW %SURMHFW)LVFDOLWHLW (LQGUDSSRUW ' 6WHXQSXQW%HOHLGVUHOHYDQW2QGHU]RHN %HVWXXUOLMNH2UJDQLVDWLH9ODDQGHUHQ 'HLPSDFWYDQGHERYHQEHVWXXUOLMNH EHVOLVVLQJHQRSGHORNDOHILVFDOLWHLW LQ9ODDQGHUHQ 3URIGU&DULQH6PROGHUV

Nadere informatie

30 3 DE TRIMESTER 2016

30 3 DE TRIMESTER 2016 Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Notarisbarometer Vastgoed VASTGOEDACTIVITEIT IN T/3 Juli - september 2016 n 30 3

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief DECEMBER 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief OKTOBER 2012 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief AUGUSTUS 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs R A P P O RT Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs december 2009 Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief JANUARI 2012 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief APRIL 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001 Bijlage bij het persbericht dd. 08/06/15: 1 Vrouwen krijgen hun kinderen in toenemende mate na hun dertigste verjaardag 1. Het geboortecijfer volgens Kind en Gezin 67 875 geboorten in 2014, daling van

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

2 TOEPASSELIJKE TARIEVEN VOOR HET AANSLAGJAAR 2015

2 TOEPASSELIJKE TARIEVEN VOOR HET AANSLAGJAAR 2015 CONFEDERATIE VAN IMMOBILIENBEROEPEN VLAANDEREN Kortrijksesteenweg 1005, 9000 Gent www.cibweb.be GEMEENTELIJKE BELASTINGEN OP TWEEDE VERBLIJVEN AAN DE KUST : STAND VAN ZAKEN MEI 2015 1 INLEIDING In een

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste semester 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste semester 2018 Graydon studie Faillissementen Eerste semester 2018 2 juli 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld.

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief FEBRUARI 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief NOVEMBER 2012 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief JANUARI 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief NOVEMBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief DECEMBER 2012 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & Figures over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & figures De lokale overheden zijn een zeer belangrijke speler in ons land. De bevoegdheden die ze

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%.

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. STUDIE Faillissementen 1 december 2016 Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief JUNI 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

Prijzen houden stand, maar de activiteit daalt. derde trimester met 5,1% naar beneden ten opzichte van de derde trimester van 2009.

Prijzen houden stand, maar de activiteit daalt. derde trimester met 5,1% naar beneden ten opzichte van de derde trimester van 2009. Vastgoed, familie, vennootschappen juli - september Trimester 3-21 www.notaris.be 1. Index van de vastgoed-activiteit in België n 6 12 12 11 18,2 11 1 11,1 11,6 1 99,2 1 99,7 99,8 94,3 94,4 94,1 1 9 86,3

Nadere informatie

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017 ... Graydon studie Faillissementen November 2017 1 december 2017 [Typ hier] [Typ hier] [Typ hier] Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Brussel Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen VASTGOEDACTIVITEIT

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere Inleiding In deze fiche zal het museum- en tentoonstellingsbezoek van de Vlamingen in kaart gebracht worden op basis van de participatiesurveygegevens van 2004 (n=2849), 2009 (n=3144) en 2014 (n=3965).

Nadere informatie

Aantal ongevallen en aantal verkeersslachtoffers dalen

Aantal ongevallen en aantal verkeersslachtoffers dalen 1 Limburg veiligst voor fietsers Als je op de website van het NIS kijkt naar de verkeersongevallen volgens type weggebruiker, dan is het verschil tussen Limburg en de andere Vlaamse provincies opvallend.

Nadere informatie

Studieaanbod in de eerste graad A-stroom. Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

Studieaanbod in de eerste graad A-stroom. Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs Studieaanbod in de eerste graad A-stroom Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs juli 2015 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 6 2 Situering... 7 3 Leerlingenaantallen

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief MEI 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

Opnieuw drie Limburgse gemeenten schaffen motorenbelasting af

Opnieuw drie Limburgse gemeenten schaffen motorenbelasting af PERSBERICHT Hasselt, 24 december 2014 VKW Limburg en Contactgroep Limburgse Industrieregio s (CLI) onderzoeken belastingtarieven gemeenten voor 2015: Opnieuw drie Limburgse gemeenten schaffen motorenbelasting

Nadere informatie

Evolutie van de uitgaven en inkomsten van de v.z.w.

Evolutie van de uitgaven en inkomsten van de v.z.w. Evolutie van de uitgaven en inkomsten van de v.z.w. Terminologie: Activiteiten: Sociale steun: Lidmaatschap: Giften: Legaten: Leerlingen: Onkosten, tijdens de schooldagen, die voortvloeien uit de maximumfactuur

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER VASTGOED MACRO-ECONOMISCHE FACTOREN. Barometer 35

NOTARISBAROMETER VASTGOED MACRO-ECONOMISCHE FACTOREN. Barometer 35 NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE 2017 Barometer 35 INHOUD Macro-economische factoren... 1 Vastgoedactiviteit... 2 Vastgoedactiviteit in België... 2 Vastgoedactiviteit Regionale verdeling... 3 Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

De gemeenteraadsverkiezingen: gelijke politieke deelname in zicht?

De gemeenteraadsverkiezingen: gelijke politieke deelname in zicht? De gemeenteraadsverkiezingen: gelijke politieke deelname in zicht? Aandeel op gemeentelijk niveau in Vlaanderen (%) - evolutie 1988 1994 2000 2006 Vrouwelijke voor de gemeente 13,8 20,3 27 33,4 36,1 38,4

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. oktober 2017

... Graydon studie. Faillissementen. oktober 2017 Graydon studie Faillissementen oktober 2017 3 november 2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 2 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 2 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 2 december 2016 Gemiddeld inkomen van de Belg bedroeg in 2014 17.684 euro Fiscale statistiek van de inkomens op basis van het aanslagjaar 2015 Het netto belastbare inkomen van de Belg

Nadere informatie

EVOLUTIE OP JAARBASIS (2017 YTD 2018) EVOLUTIE OP 5 JAAR (2013 YTD 2018)

EVOLUTIE OP JAARBASIS (2017 YTD 2018) EVOLUTIE OP 5 JAAR (2013 YTD 2018) NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T2 2018 Barometer 37 SAMENVATTING VASTGOEDACTIVITEIT INDEX VASTGOEDACTIVITEIT T2 2018 EVOLUTIE T1 2018 T2 2018 EVOLUTIE T2 2017 T2 2018 GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Januari februari 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Januari februari 2018 Graydon studie Faillissementen Januari 2018 1 februari 2018 Graydon Studie Barometer Faillissementen 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere Inleiding Erfgoed is een brede en overkoepelende term waarbinnen roerend, onroerend en immaterieel erfgoed wordt onderscheiden. Deze drie categorieën zijn in de praktijk sterk verweven met elkaar, maar

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

De overheid geeft (te)veel uit? Weet u hoeveel

De overheid geeft (te)veel uit? Weet u hoeveel Page 1 of 6 Gepubliceerd op DeWereldMorgen.be (http://www.dewereldmorgen.be) De overheid geeft (te)veel uit? Weet u hoeveel en aan wat? door Phi-Rana di, 2013-11-12 15:45 Phi-Rana Er wordt vaak gezegd

Nadere informatie

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA Nederlandstalig onderwijs Brussel Capaciteit

Nadere informatie

Veroudering in het Waasland. Maart 2017

Veroudering in het Waasland. Maart 2017 Veroudering in het Waasland Maart 2017 Inhoud Evolutie 60-plussers 2000-2016 Evolutie 80-plussers 2000-2016 Prognose 60-plussers tot 2030 Prognose 80-plussers tot 2030 Evolutie en prognose bevolkingscoëfficiënten

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief AUGUSTUS 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief JULI 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

De geografische spreiding van de kandidaten voor de Kamerverkiezingen van 1987 tot en met Gert-Jan Put, Jef Smulders en Bart Maddens

De geografische spreiding van de kandidaten voor de Kamerverkiezingen van 1987 tot en met Gert-Jan Put, Jef Smulders en Bart Maddens De geografische spreiding van de kandidaten voor de Kamerverkiezingen van 1987 tot en met 2014 Gert-Jan Put, Jef Smulders en Bart Maddens KU Leuven Instituut voor de Overheid 1 mei 2014 Belangrijkste resultaten

Nadere informatie

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart I. Vastgoedactiviteit in België Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart In het 2de trimester van 2013 waren er in ons

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief OKTOBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs Studieaanbod in de eerste graad B-stroom Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs juli 2015 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 4 2 Situering... 5 3 Leerlingenaantallen

Nadere informatie

De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen: een econometrische analyse

De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen: een econometrische analyse De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen:

Nadere informatie

Cijferblad: evolutie van de omvang van het buitengewoon lager onderwijs voor en na de invoering van het M-decreet

Cijferblad: evolutie van de omvang van het buitengewoon lager onderwijs voor en na de invoering van het M-decreet Cijferblad: evolutie van de omvang van het buitengewoon lager onderwijs voor en na de invoering van het M-decreet Georges Van Landeghem KU Leuven, Centrum voor Onderwijseffectiviteit en -Evaluatie De gewone

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER T VASTGOED. Barometer 41 SAMENVATTING VASTGOEDACTIVITEIT PRIJSEVOLUTIE OVER 5 JAAR. Inflatie

NOTARISBAROMETER T VASTGOED. Barometer 41   SAMENVATTING VASTGOEDACTIVITEIT PRIJSEVOLUTIE OVER 5 JAAR. Inflatie NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T2 2019 Barometer 41 SAMENVATTING VASTGOEDACTIVITEIT PRIJSEVOLUTIE OVER 1 JAAR PRIJSEVOLUTIE OVER 5 JAAR Inflatie 2 CONTENU Hypothecaire leningen... 4 Vastgoedactiviteit...

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2013

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2013 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2013 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief SEPTEMBER 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Brussel Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen VASTGOEDACTIVITEIT

Nadere informatie

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 9 April - juni Trimester 2 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D n 1 Juli - september Trimester 3-211 Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief OKTOBER 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Onderzoek naar verzekerde schade tijdens vakantie- en feestdagen

Onderzoek naar verzekerde schade tijdens vakantie- en feestdagen Onderzoek naar verzekerde schade tijdens vakantie- en feestdagen Vakanties en feestdagen, zoals carnaval, Kerstmis en de zomervakantie, hebben een ander patroon aan geclaimde schade dan normale dagen.

Nadere informatie