Voor de buitengewone dienst is nog steeds een gedetailleerde voorstelling per budgettaire functie van 8 cijfers vereist.

Transcriptie

1 BEGROTING 2017 door het College van Burgemeester en Schepenen VERSLAG EN COMMENTAAR van dhr. C. Beoziere, Schepen van Financiën Het project van de begroting 2017 werd opgesteld in overeenstemming met het meerjarenplan en met de oprechte wil besparingen te realiseren en tegelijkertijd zo goed als mogelijk rekening te houden met de richtlijnen van de gewestelijke omzendbrief. Het project houdt rekening met de behoeften om de continuïteit van de administratieve en technische diensten te verzekeren teneinde de bevolking de diensten en prestaties aan te bieden waar zij recht op heeft. U vindt in deze begroting 2017 : Voor de gewone dienst : Een functionele begroting waarin de begrotingskredieten worden verdeeld volgens functie en beperkt worden tot de eerste drie cijfers van de functionele en economische code ; Een economische begroting waarin de begrotingskredieten worden voorgesteld per economische groep, en dus bestemming, en gesorteerd worden per economische code van 5 cijfers. Voor de buitengewone dienst is nog steeds een gedetailleerde voorstelling per budgettaire functie van 8 cijfers vereist. De Bijlagen van de begroting 2017, omvatten onder meer : het programma van de tijdens het dienstjaar uit te voeren investeringen en de wijze van financiering; de evolutie van de gemeenteschuld per financiële instelling ; enkele toelichtingen over de begroting ; de evolutie van het statutair en contractueel effectief ; het rapport begroting/rekening. Op de gewone dienst bedraagt het resultaat van het eigen dienstjaar een positief saldo van 593,12 en het geraamd resultaat van de vorige dienstjaren kent een positief saldo van ,37, wat als gecumuleerd resultaat een batig saldo van ,49 oplevert. De uitvoering van deze begroting houdt, zoals elk jaar, rekening met : 1. het behoud van strikte controlemechanismen voor wat de uitgaven betreft ; 2. de ontwikkeling van onze infrastructuur ; 3. het behoud van de rechten van ons personeel ; 4. de voortzetting van een sociale en culturele politiek. 1

2 DE GEWONE BEGROTING 2017 Resultaat van het eigen dienstjaar Ontvangsten : ,73 Uitgaven : , Resultaat eigen dienstjaar : + 593,12 Boni vorige dienstjaren : , Gecumuleerd resultaat : ,49 DE GEWONE ONTVANGSTEN Het totaal van de gewone ontvangsten is ,73. Deze worden op volgende manier onderverdeeld: ONTVANGSTEN Rekening 2015 Begroting 2016 (na B.W. juni) Begroting 2017 % % % Prestaties ,66 4, ,36 4, ,48 5,05 Overdrachten ,53 91, ,04 91, ,97 89,80 Schuld ,40 3, ,51 3, ,28 5,14 Totaal ,59 100, ,91 100, ,73 100,00 Prestaties : ,48 (5,05 % van het totaal der ontvangsten) De ontvangsten voor prestaties zijn gestegen met ,82 in vergelijking met de rekening De belangrijkste prestatieontvangsten blijven de bezoldigingen voor de bezetting van de gemeentelijke wegenis door de beheerder van de elektriciteit- ( ,37 ) en gasnetten ( ,16 ), de compensatievergoeding per wooneenheid van Hydrobru ( ,00 ) en de retributies uit de huur aan het O.C.M.W. en de Politiezone ( ,00 ). Overdrachten : ,97 (89,80 % van het totaal der ontvangsten) De ontvangsten uit overdrachten stijgen met ,44 in vergelijking met de rekening Het aandeel in de algemene dotatie van het Gemeentefonds bedraagt ,00, hetzij een verhoging van ,19 ten opzichte van de begrotingswijziging van juni 2016, en de dotatie ingevolge art. 46bis van de speciale wet dd betreffende de Brusselse instellingen (miljard Polycarpe) wordt geraamd op ,00, wat een stijging is van bijna ,00 ten opzichte van de rekening

3 De aanslagvoet van de onroerende voorheffing is ongewijzigd gebleven met opcentiemen. Met deze aanslagvoet worden de ontvangsten voor het dienstjaar 2017 geraamd op ,45, een vermindering van ,17 ten opzichte van de begrotingswijziging van juni 2016 en een vermindering van ,48 ten opzichte van de rekening Deze belangrijke vermindering ten opzichte van de rekening 2015 is te wijten aan de strikte toepassing van de formule hernomen in de regionale omzendbrief. Wij veronderstellen dat gedurende 2017 deze raming verhoogd zal worden in functie van nieuwe ramingen van de FOD Financiën. De aanslagvoet van de aanvullende personenbelasting is verminderd en bedraagt nu 5,9 %, daarmee is het de laagste aanslagvoet van Brussel, samen met de gemeenten Anderlecht en Ukkel. De ontvangsten worden op ,00 geraamd, een stijging van ,88 in vergelijking met de rekening 2015 wat uitgelegd kan worden door het regulariseren van overdrachten van vorige dienstjaren door de FOD Financiën. Tevens willen we opmerken dat de bijdrage van de hogere overheden ter verbetering van de budgettaire toestand van de Brusselse gemeenten geraamd wordt op ,00, identiek aan de bijdrage van 2014, 2015 en Wat de meerderheid van de gemeentelijke belastingen betreft, kennen de aanslagvoeten een stijging, daar voor de meeste reglementen een jaarlijkse indexering van 2 % wordt voorzien. Wat de reglementen betreft die tijdens het jaar vernieuwd moeten worden, voorzien wij de opgelegde richtlijnen van de gewestelijke omzendbrief toe te passen en de aanslagvoeten te indexeren daar waar nodig, na deze vergeleken te hebben met de gemiddelde gewestelijke aanslagvoeten, en wetende dat deze aanslagvoeten de laatste 5 jaar ongewijzigd zijn gebleven. De gevolgen van de ordonnantie van 23 december 2016 betreffende de regionale belasting op de inrichtingen van toeristische logies, of de City Tax, zijn nog niet zichtbaar in de begroting 2017 daar op het moment van de realisatie van de ordonnantie eind december, de begroting 2017 al afgerond was. Concreet zal de impact, die neutraal moet zijn, te zien zijn in de volgende begrotingswijziging van Schuld : ,28 (5,14 % van het totaal der ontvangsten) De ontvangsten uit de schuld kennen een stijging van +/ ,00 in vergelijking met en Deze stijging komt voort uit het uitzonderlijke aanvullende dividend van onze voornaamste schuldontvangsten, zijnde de dividenden van de gasintercommunales ( ,00 ) en de elektriciteitsintercommunales ( ,00 ). 3

4 DE GEWONE UITGAVEN Het totaal der gewone uitgaven is geraamd op ,61. Begroting 2016 Rekening 2015 Begroting 2017 UITGAVEN (na B.W. juni) % % Personeel ,57 49, ,51 49, ,78 48,71 Werkingskosten ,98 6, ,26 7, ,16 8,41 Overdrachten ,87 35, ,18 34, ,21 33,41 Schuld ,42 8, ,00 8, ,46 9,47 Totaal ,84 100, ,95 100, ,61 100,00 Personeel : ,78 (48,71 % van het totaal der uitgaven) De personeelsuitgaven kennen een vermindering van 1,63 % ten opzichte van de begrotingswijziging van juni Ten opzichte van de rekening 2015 kennen de personeeluitgaven een stijging van 6,33 %. De inschrijving van de bezoldigingen van het onderwijzend personeel maakt deel uit van deze personeelsuitgaven, een verplichting opgelegd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, en wordt gecompenseerd door de inschrijving van de ontvangsten afkomstig uit toelagen van de Franse en Vlaamse Gemeenschap voor een bedrag van ,49. Zonder deze inschrijving zouden de personeelsuitgaven overeenstemmen met een totaal van ,29 en zou het percentage van de vermoedelijke personeelsuitgaven in vergelijking met het totaal der uitgaven 37,88 % bedragen, daar waar we een percentage van 39,58 % hadden bij begrotingswijziging van juni We kunnen vaststellen dat reële inspanningen werden geleverd teneinde de personeelsuitgaven te stabiliseren. Werkingskosten : ,16 (8,41 % van het totaal der uitgaven) De werkingskosten kennen een stijging van ,90 of 9,26 % ten opzichte van de begrotingswijziging van juni Deze stijging wordt verklaard door de budgettaire inschrijving van ,00 in het kader van het beheer van art. 60 voor het OCMW, een inschrijving die de vorige jaren niet gebeurde. Ondanks deze stijging bevestigen wij de wil om het beheer van de werkingskosten te willen blijven beheersen teneinde het gebruik van de werkingskosten te beperken tot een strikt minimum. Overdrachten : ,21 (33,41 % van het totaal der uitgaven) De overdrachten dalen met 1,04 % in vergelijking met de begrotingswijzing van juni In vergelijking met de rekening 2015 kennen ze een stijging van 2,43 %. De toelage aan de Politiezone evolueert van ,32 in 2016 naar ,32 in 2017, hetzij een stijging van ,00 of 2,02 %. De dotatie aan het O.C.M.W. van ,00 kent een vermindering van ,33 of 0,47 % ten opzichte van de begrotingswijziging van juni

5 Andere belangrijke overdrachten zijn: De toelage aan de vzw TRITON is verminderd van ,00 in 2016 naar ,00 in Schuld : ,46 (9,47 % van het totaal der uitgaven) De schuldenlast wordt berekend in functie van de opgenomen leningen volgens het buitengewone programma van de vorige dienstjaren. Deze is gestegen met ,46 ten opzichte van de begrotingswijziging van juni Deze stijging komt voort uit het inschrijven van leningen voorzien in het buitengewoon programma DE BUITENGEWONE BEGROTING 2017 De buitengewone dienst heeft een gecumuleerd batig saldo van ,89. De financiering van de buitengewone uitgaven, dewelke ,00 bedragen, gebeurt als volgt : ,00 via leningen ; ,00 via subsidies en andere ; ,00 via batig saldo uit voorgaande jaren. De financiering wordt hoofdzakelijk voorzien via lening rekening houdend met het gunstige fiscale klimaat voor de te bestellen leningen. Wat het detail en de financiering van de buitengewone uitgaven betreft, vindt men de nodige details in de bijlage Programma der tijdens het dienstjaar uit te voeren werken van de begroting

6 CONCLUSIE Wanneer we het resultaat op het eigen dienstjaar van de rekening 2015, met de begrotingswijziging van juni 2016 en met de begroting 2017 vergelijken, merken we gevoelige inspanningen op. Rekening 2015 Begroting 2016 (na B.W. juni) Begroting 2017 Resultaat eigen dienstjaar , ,04 593,12 Dit impliceert dat het gecumuleerde resultaat van de gewone dienst verbetert en vandaag een batig saldo vertoont van ,49, wat het resultaat van de inspanningen weergeeft in overleg met het Gewest. Desondanks blijven volgende uitdagingen zeer belangrijk voor onze gemeente: Vermits het aantal jonge en oudere inwoners blijft stijgen, zijn nieuwe educatieve infrastructuren nodig en diensten die beantwoorden aan de noden van bejaarden; Het blijven moderniseren van diensten en uitrustingen teneinde te beantwoorden aan de noden van de bevolking en de openbare diensten, rekening houdend met de moderne technologieën; De wil om een actieve bevolking te behouden en te handelen om de behoeftige te helpen, door de mogelijkheid van ontspanning te voorzien voor iedereen; Het verzekeren van de veiligheid en de openbare hygiëne, zowel door een beheer van de openbare ruimte, als door een actieve preventie van de onbetamelijkheden. De gemeente tracht daarom in zijn begroting te blijven bezuinigen op het geheel van uitgaven, alsook verbeteringen aan te brengen in het kader van de inning van de ontvangsten. In dit kader zet het College dan ook zijn beslissing voort om elke personeelsaanwerving, hetzij voor een nieuwe missie, hetzij ter vervanging ingevolge een vertrek, aan een grondige analyse te onderwerpen. Wat de werkingskosten en uitgaven voortvloeiende uit overdrachten betreft, streven wij naar een stabilisering. Wij trachten mits een optimale aanwending zelfs een vermindering te bekomen. Wij trachten tevens een betere samenwerking en betere procedures met de Politiezone en het O.C.M.W. na te streven teneinde samen een efficiënter beheer van de financiële middelen te bekomen. In het kader van het optimaliseren van de ontvangsten wordt het genomen initiatief om het kadaster te verbeteren verder gezet. De gemeente Evere doet het nodige opdat het kadaster zo veel mogelijk overeenstemt met de werkelijke situatie. Concreet schetst de begroting de goede financiële situatie van de gemeente Evere in een moeilijke context. Men moet de behoeften van de budgettaire strengheid opgelegd door het consolidatieplan van de gemeente, verbinden met de politieke wil om alle diensten waar de burgers recht op hebben aan te kunnen bieden. Deze door het College gerealiseerde oefening stemt volledig overeen met dit perspectief als voorbeeld hiervoor de projecten in het kader van het creëren en realiseren van scholen en kinderdagverblijven als antwoord op de demografische evolutie in Brussel, alsook in Evere. Het resultaat is meer dan positief door het gecumuleerd batig saldo voorzien in de begroting