Handreiking voor gemeenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handreiking voor gemeenten"

Transcriptie

1 Handreiking voor gemeenten

2

3 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 5 Het belang van integraal veiligheidsbeleid 6 Waarom de kernbeleidmethode? 7 Een methode voor alle gemeenten 8 Samenhang met andere instrumenten 9 De methode in vogelvlucht 10 Deel A: In 12 stappen naar integraal veiligheidsbeleid 13 Overzicht light -versie 18 Deel B: Beleidsvragen 39 Beleidsvragen en hoe ze te beantwoorden 39 1 Visie 40 2 Veiligheidsanalyse 42 3 Prioriteiten van het beleid 45 4 Uitwerking van de aanpak 45 5 Organisatorische borging van het beleid 53 Deel C: Gemeentelijke veiligheidsthema s 59 1 Veiligheidsvelden 59 2 Veiligheidsthema s 60 3 Ondersteunend schema 61 Deel D: Achtergrondinformatie 69 1 Landelijke thema s en projecten 69 2 Beschikbare instrumenten 72 Bijlagen 75 Begrippenlijst 75 Operationeel schema 12 stappenplan 76 Organisaties en websites 77 Woord van dank 77 2

4

5

6 KERNBELEID VEILIGHEID WOORD VOORAF We zijn nu drie jaar verder en heel wat ervaringen rond de methode rijker. De tijd is rijp voor een nieuwe, herziene uitgave. De hoofdzaken van de methode staan nog steeds overeind: de werkwijze met een 12 stappenplan, een werkgroep die beleidsvragen beantwoordt, een duidelijke rol voor de raad en een schema met veiligheidsitems dat als onderlegger dient. Toch is er ook veel veranderd. Allereerst is het formaat aangepast; het rode boekje is uitgegroeid tot een boek. Inhoudelijk is het schema van veiligheidsitems aangescherpt en geactualiseerd. Ook wordt meer aandacht besteed aan de uitvoeringsfase en zijn voorbeelden uit gemeenten verwerkt. Van het stappenplan is ook een light-versie uitgewerkt. Deze is bedoeld voor gemeenten die er (nog) niet voor kiezen het volledige traject te doorlopen, maar toch met integraal veiligheidsbeleid aan de slag willen. Een andere wijziging is dat het aantal beleidsvragen is teruggebracht. Verder is er meer aandacht voor de begrotingscyclus van de gemeente en de beleidscyclus van de politie. Voor u ligt de nieuwe versie van de methode Kernbeleid Veiligheid. Deze methode helpt gemeenten integraal veiligheidsbeleid te ontwikkelen. De eerdere versie uit 2003 is de afgelopen jaren door veel gemeenten gebruikt. De methode sloeg aan en stond al snel bekend als het rode boekje. Ook komen enkele flankerende instrumenten aan bod, die tegelijk met deze handreiking beschikbaar zijn gekomen. Verduidelijkt wordt hoe deze instrumenten zoals het diagnose-instrument integraal veiligheidsbeleid benut kunnen worden binnen het kader van kernbeleid veiligheid. In deze vernieuwde handreiking is het goede behouden en de rest verbeterd. De methode kan hopelijk ook de komende jaren weer veel gemeenten ondersteunen bij het ontwikkelen en uitvoeren van integraal veiligheidsbeleid. 5

7 HET BELANG VAN INTEGRAAL VEILIGHEIDS- BELEID Investeren op maat Dat veiligheid een belangrijk onderwerp is, behoeft geen betoog. Leefbaarheid en veiligheid hangen nauw met elkaar samen. Een goede, effectieve investering in veiligheid is dus nodig. Zo n investering is alleen mogelijk met een brede blik op het hele veiligheidsveld, waarbij alle aspecten in overweging kunnen worden genomen. Een smallere insteek mist mogelijkheden, vergeet partners en maakt een goede afweging onmogelijk. Achterstand ten opzichte van omringende gemeenten Veel gemeenten maken werk van veiligheid en ontwikkelen integraal veiligheidsbeleid. Een gemeente die die slag niet maakt, loopt het risico dat de onveiligheid haar kant op komt. Criminaliteit en onveiligheid zoeken namelijk de weg van de minste weerstand. Integraal veiligheidsbeleid vinden we belangrijk, maar waarom eigenlijk? Wat zijn de doorslaggevende overwegingen om een breed georiënteerd beleid rond veiligheid te ontwikkelen dat de belangrijke thema s bestrijkt en de samenwerking met partners uitwerkt? Regievoering De gemeente is de regisseur op het gebied van lokale veiligheid. Een essentiële daad van regie is het opstellen van een integrale veiligheidsnota. Via deze nota kan de gemeente immers communiceren welke doelen zij wil bereiken en hoe zij dat samen met haar partners denkt te bewerkstelligen. Met behulp van de nota kan de gemeente de aanpak daadwerkelijk regisseren. Beslagen ten ijs Onveiligheid is een weerbarstig verschijnsel; het kan plotseling opduiken en vervolgens hardnekkig aanwezig blijven. Het is dan beter de zaken al op een rij te hebben en vanuit een duidelijk kader te kunnen handelen. Met veiligheidsbeleid zijn de gemeente en haar partners beter in staat alert op onveiligheid in te spelen. Veiligheid vereist onderhoud Onveiligheid kan plotseling opduiken, maar het kan ook voorkomen worden. Het is dan wel nodig de bedreigingen regelmatig op een rij te zetten, de mogelijkheden van de gemeente en haar partners regelmatig te overwegen en op basis daarvan op maat en tijdig te interveniëren. Integraal veiligheidsbeleid is een prima manier om de onveiligheid in het gareel te houden en periodiek het vereiste onderhoud te plegen. Een veilige gemeente kan zo veilig blijven. 6

8 WAAROM DE KERNBELEIDMETHODE? De kernbeleidmethode ondersteunt gemeenten bij het ontwikkelen van integraal veiligheidsbeleid. Enkele belangrijke pluspunten van de methode: Houvast Het ontwikkelen van integraal veiligheidsbeleid vraagt om allerlei beslissingen en een reeks van stappen. Kernbeleid Veiligheid biedt houvast bij deze onderneming, zet alles uit in een duidelijk stappenplan. Met de kernbeleidmethode is integraal veiligheidsbeleid een haalbare kaart. Breed Kernbeleid veiligheid schrikt niet terug voor een brede definitie van veiligheid. De methode geeft écht invulling aan het begrip integraal maar zorgt er ook voor dat dit voor de gebruiker hanteerbaar blijft. Herhaalbaar Integraal veiligheidsbeleid is niet iets eenmaligs. Het moet onderhouden worden en na verloop van tijd worden bijgesteld. De kernbeleidmethode biedt de voorwaarden voor een soepele periodieke ijking van het beleid. Samenwerking Samenwerking met de partners in het veiligheidsbeleid vormt een wezenskenmerk van de kernbeleidmethode. Belangrijke partners zijn o.a. politie, brandweer, welzijn, corporaties, bewoners en ondernemers. De methode is een prima instrument om de samenwerking met de partners gestalte te geven. Dit begint al bij de wijze waarop beleid ontwikkeld wordt; dat gebeurt in een interdisciplinaire werkgroep. 7

9 EEN METHODE VOOR ALLE GEMEENTEN De kernbeleidmethode is bedoeld voor alle gemeenten. Voor gemeenten met en voor gemeenten zonder integraal veiligheidsplan. Voor grote en voor kleine gemeenten. Gemeenten zonder veiligheidsbeleid Gemeenten die nog geen integraal veiligheidsbeleid hebben, kunnen dit aan de hand van de methode ontwikkelen. Centraal in de methode staat een 12 stappenplan dat de gemeente door het lastige proces van beleidsontwikkeling loodst. Gemeenten met veiligheidsbeleid Gemeenten die al wel over een veiligheidsplan of onderdelen daarvan beschikken, kunnen afzonderlijke elementen van de methode gebruiken om hun beleid te verfijnen of te completeren. Elementen die prima los van de methode als geheel bruikbaar zijn, zijn onder meer het schema van veiligheidsvelden (deel C), de veiligheidsanalyse (in deel B) en de operationalisering van de organisatorische borging van het beleid (in deel B). Gemeenten met een veiligheidsplan kunnen de methode ook als checklist gebruiken. Zijn alle belangrijke stappen gezet? Worden alle belangrijke aspecten behandeld in het beleid? De light-versie Zowel kleine als grote gemeenten kunnen de kernbeleidmethode gebruiken. In een grote gemeente is het goed te doen om de methode integraal uit te voeren. Kleinere gemeenten kunnen vaak minder capaciteit vrijmaken. Zij kunnen eventueel de lightversie van de methode gebruiken. In het 12 stappenplan in deel A is bij elke stap aangegeven welke vereenvoudigingen mogelijk zijn. In een aparte paragraaf aan het einde van deel A staat een overzicht van het totale light-proces. 8

10 SAMENHANG MET ANDERE INSTRUMENTEN Tegelijk met deze nieuwe versie van de handreiking Kernbeleid Veiligheid zijn enkele instrumenten beschikbaar gekomen die inhoudelijk sterk samenhangen met de methode en ondersteunend zijn bij de toepassing ervan. Diagnose-instrument integrale veiligheid Het gaat ten eerste om het diagnose-instrument integrale veiligheid. Dit is een webinstrument dat benaderbaar is via de website van het Project Veilige Gemeenten. Met het diagnose-instrument integrale veiligheid kunnen gemeenten nagaan hoe hun veiligheidsbeleid ervoor staat en op welke punten versterking nodig is. Het instrument kan ingezet worden bij de ontwikkeling van nieuw beleid maar ook bij de tussentijdse evaluatie van het beleid. In het 12 stappenplan in deel A wordt aangegeven op welke momenten het diagnose-instrument bruikbaar is. Vijf instrumenten op cd-rom Naast het diagnose-instrument zijn nog vijf andere instrumenten ontwikkeld in het verlengde van de kernbeleidmethode. Dit zijn een stramien voor de veiligheidsanalyse, een format voor de veiligheidsnota, een modelconvenant voor samenwerking in het kader van integraal veiligheidsbeleid, een richtingwijzer voor de samenstelling van de werkgroep en een flyer voor het informeren en enthousiasmeren van externe werkgroepleden. Deze instrumenten staan op de cd-rom die bij deze handreiking hoort. In het 12 stappenplan is aangegeven op welke momenten de instrumenten het beste kunnen worden ingezet. Cursus Kernbeleid Veiligheid Voor meer informatie over de methode en training van specifieke onderdelen en vaardigheden kan ook de cursus Kernbeleid Veiligheid gevolgd worden. Deze is speciaal bedoeld voor ambtenaren integrale veiligheid die de methode kernbeleid willen toepassen. De cursus kan bij voldoende belangstelling ook in de eigen regio worden aangeboden. Meer informatie over de cursus is te vinden op 9

11 DE METHODE IN VOGELVLUCHT Centraal in de methode staat een 12 stappenplan. Dit loodst de gemeente via een heldere procedure naar integraal veiligheidsbeleid. De methode is ook afgestemd op de duale werkwijze. Het 12 stappenplan De stappen zijn: 1. raadsuitspraak over het ontwikkelen van integraal veiligheidsbeleid (startnotitie) 2. samenstelling werkgroep; 3. startbijeenkomst werkgroep; 4. behandeling beleidsvragen 1 t/m 9 door werkgroep; 5. vaststelling prioriteiten door de raad; 6. behandeling beleidsvragen 10 t/m 20 door werkgroep; 7. opstellen kadernota door werkgroep; 8. check draagvlak door werkgroepleden bij eigen organisatie/achterban; 9. vaststelling kadernota door raad; 10. opstellen uitvoeringsprogramma door college; 11. controle uitvoeringsprogramma door raad; 12. uitvoeringsfase (jaarlijkse cycli). Een belangrijke rol speelt de werkgroep kernbeleid. Aan deze werkgroep nemen de belangrijke, strategische partners van de gemeente op het gebied van veiligheid deel. De werkgroep beantwoordt in stap 4 en 6 in totaal 20 beleidsvragen en realiseert daarmee de bestanddelen van de kadernota integrale veiligheid. De beleidsvragen gaan over de strategische visie, de uitgangssituatie, de prioriteiten, de aanpak en de organisatorische borging. Kadernota en uitvoeringsprogramma s De kadernota bestrijkt een meerjarige periode. Operationalisering vindt plaats via jaarlijkse uitvoeringsprogramma s. Stap 10 van de methode betreft de realisatie van het eerste jaarprogramma. De uitvoering wordt aan het eind van elk jaar geëvalueerd. Op basis van de evaluatie wordt een nieuw uitvoeringsprogramma opgesteld en wordt eventueel ook de kadernota bijgesteld. Veiligheidsvelden en veiligheidsthema s De methode onderscheidt vijf veiligheidsvelden: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Binnen deze velden worden veiligheidsthema s onderscheiden. In de kadernota en het uitvoeringsprogramma worden de ambities en de aanpak op de vijf veiligheidsvelden beschreven. Delen in de handreiking Deel A van deze handreiking bevat het 12 stappenplan en deel B de reeks beleidsvragen. In deel C worden de veiligheidsvelden en de veiligheidsthema s behandeld. Deel D geeft een overzicht van landelijk beleid en beschikbare instrumenten. Op het uitklapvel achter in deze handreiking zijn de 12 stappen en de 20 beleidsvragen weergegeven. U kunt dit vel tijdens het lezen naast de tekst leggen voor een goed overzicht. 10

12

13

14 DEEL A: IN 12 STAPPEN NAAR INTEGRAAL VEILIGHEIDS- BELEID Stap 1: Raadsuitspraak over het ontwikkelen van integraal veiligheidsbeleid (startnotitie) Met deze uitspraak geeft de raad het college de opdracht om integraal veiligheidsbeleid te ontwikkelen. De raad is met opzet de initiator van het proces. Dit garandeert zijn betrokkenheid, vormt de basis voor zijn kaderstellende en controlerende taak en luidt het samenspel in tussen college en raad op dit beleidsterrein. De mogelijke elementen van de startnotitie staan hieronder op een rij: In dit deel wordt het 12 stappenplan beschreven voor het ontwikkelen van integraal veiligheidsbeleid. De 12 stappen staan in het schema op de volgende pagina. Hierna worden de stappen toegelicht en uitgewerkt. Als bijlage is een meer operationele versie van het schema opgenomen. a. Opdracht aan het college: De raad geeft het college de opdracht integraal veiligheidsbeleid te ontwikkelen. b. Inhoudelijke bestanddelen van het beleid: De raad kan grofweg aangeven welke inhoudelijke velden of onderwerpen in elk geval uitgewerkt moeten worden in het beleid. Het verdient echter de voorkeur hiermee te wachten totdat de veiligheidsanalyse beschikbaar is en een gefundeerde keuze gemaakt kan worden. Later in het stappenplan komt dit nog aan de orde. c. Termijnen: De raad geeft aan voor welke periode het beleid zal gelden. Meestal is dit een periode van vier jaar. d. Uitkomsten van het proces: Aangegeven kan worden dat er in eerste instantie een kadernota wordt vervaardigd, die na vaststelling door de raad wordt geconcretiseerd in een uitvoeringsprogramma. Dit programma wordt in principe voor 1 jaar vastgesteld. Tegen het einde van het jaar vindt een evaluatie plaats, wordt het beleidskader opnieuw tegen het licht gehouden en wordt een nieuw programma opgesteld. 13

15 College Raad Bewoners Ambtelijk apparaat Externe partners 1 Raadsuitpraak 1 (startnotitie) 2 Samenstelling werkgroep Werkgroep 3 Startbijeenkomst 4 Behandeling beleidsvragen 1 t/m 9 5 Vaststellen prioriteiten 6 Behandeling beleidsvragen 10 t/m 20 7 Opstellen kadernota 8 Check draagvlak 9 Vaststellen kadernota 10 Opstellen uitvoeringsprogramma 1e jaar 11 Controle uitvoeringsprogramma 12 Uitvoeringsfase 14

16 TWAALF STAPPEN PLAN Kadernota en uitvoeringsprogramma s De kernbeleidmethode gaat uit van het onderscheid tussen een kadernota en uitvoeringsprogramma s. De kadernota bevat de hoofdlijnen van het beleid. In de uitvoeringsprogramma s staan de details over de uitvoering, inclusief o.a. de precieze planning, acties, middelen en capaciteit. De kadernota geldt in principe voor een periode van vier jaar en is het kader voor de jaarlijkse uitvoeringsprogramma s. De raad stelt de kadernota en dus het beleidskader vast. De uitvoeringsprogramma s worden door het college vastgesteld en vervolgens ter kennisname aan de raad voorgelegd. De raad stelt de programma s niet vast maar kan er wel moties over aannemen. In de praktijk komt het voor dat ook de uitvoeringsprogramma s een meerjarige periode beslaan. In dat geval ziet de beleidscyclus er wat anders uit. Er zal dan bijvoorbeeld geen sprake zijn van een jaarlijkse evaluatie. e. Planning: De raad geeft aan wanneer het beleidskader en het uitvoeringsprogramma klaar moeten zijn. Dit is van belang in verband met de afstemming op de gemeentelijke begrotingscyclus. Projecten die financiering behoeven, dienen in de voorjaarsnota te worden te worden opgevoerd. Het is dus aan te raden het uitvoeringsprogramma voor de voorjaarsnota gereed te hebben. Voorjaarsnota en begroting In de voorjaarsnota maken gemeenten een overzicht van belangrijke beleidsvoornemens en de kosten die daarmee gemoeid zijn. Nieuw beleid en nieuwe projecten worden daarin opgenomen. De voorjaarsnota bestrijkt alle beleidsterreinen. Na de zomer worden de kosten nader gespecificeerd in een definitieve begroting. Om nieuw beleid gefinancierd te krijgen, is het dus van belang dit aan te dragen voor de voorjaarsnota. De werkzaamheden rond de voorjaarsnota doorkruisen vaak beleidsvormingsprocessen op allerlei terreinen. Die kunnen daardoor in een stroomversnelling raken of juist op een dood spoor terechtkomen. Daarom is het aan te bevelen bij de timing van beleidsvorming rond integrale veiligheid rekening te houden met de voorjaarsnota. In de praktijk komt het ook wel voor dat nieuw beleid en activiteiten nog bij de begroting ingebracht en gehonoreerd kunnen worden. Als die werkwijze in een gemeente gangbaar is, vormt de begroting de deadline voor het integraal veiligheidsbeleid. f. Randvoorwaarden: In de startnotitie kan de raad ook aangeven welke capaciteit en middelen nodig zijn voor het ontwikkelen van integraal veiligheidsbeleid. Het volgen van de kernbeleidmethode vraagt om een behoorlijke tijdsinvestering. Daar staat tegenover dat de beleidsontwikkeling dan grondig wordt aangepakt, onder meer op basis van een veiligheidsanalyse. Bovendien wordt daarbij tegelijk aan het draagvlak bij de partners gewerkt. 15

17 Randvoorwaarden: capaciteit, doorlooptijd en middelen Afhankelijk van de precieze werkwijze vraagt de toepassing van de methode kernbeleid tussen de 100 uur en 300 uur capaciteit van de ambtenaar integrale veiligheid. In deze raming zijn begrepen het opstellen van de startnotitie, het voorbereiden van en deelnemen aan werkgroepbijeenkomsten en het schrijven/redigeren van de kadernota. Het realiseren van het eerste uitvoeringsprogramma is niet meegerekend. Ook de benodigde capaciteit van interne partners i.v.m. consultatie en deelname aan werkgroepen is niet meegenomen. De light-versie van het 12 stappenplan is het minimale scenario. In deze werkwijze vinden minder werkgroepbijeenkomsten plaats, is de veiligheidsanalyse bescheidener van opzet, wordt de raad niet apart geconsulteerd over de prioriteiten en neemt de ambtenaar integrale veiligheid meer zelfstandige beslissingen bij de realisatie van de nota. De doorlooptijd van het proces tot en met de kadernota bedraagt in de light-versie circa vier maanden en anders tenminste negen maanden. Bij de normale, volledige uitvoering van de methode is sprake van drie raadsuitspraken, namelijk bij de start, bij het vaststellen van prioriteiten en bij de vaststelling van de kadernota. Daarnaast vinden meer werkgroepbijeenkomsten plaats en worden alle veiligheidsvelden uitgewerkt in het beleid. De hoeveelheid benodigde bemiddelen hangt af van de keuzes die gemaakt worden, bijvoorbeeld over het raadplegen van bewoners en het uitvoeren van enquêtes voor de veiligheidsanalyse. g. Betrekken van partners bij beleidsontwikkeling: De raad kan aangeven dat interne en externe partners betrokken moeten worden bij de beleidsontwikkeling. h. Convenant met partners: De raad kan aangeven dat er een convenant moet worden opgesteld met de samenwerkingspartners in het kader van integraal veiligheidsbeleid. Dit convenant kan betrekking hebben op zowel de ontwikkeling van het beleid als op de beleidsuitvoering. Modelconvenant voor integraal veiligheidsbeleid Een convenant onderstreept de intentie van de partijen om het proces tot een goed einde te brengen. Dit heeft vooral meerwaarde wanneer er geen institutionele, hiërarchische afdwinging van prestaties mogelijk is. De partijen voelen zich dan toch meer gebonden aan gemaakte afspraken. De cd-rom die bij deze handreiking is verschenen, bevat een modelconvenant voor integraal veiligheidsbeleid. Dit convenant IVB sluit inhoudelijk aan op de kernbeleidmethode. i. Betrokkenheid van bewoners: De raad kan aangeven wanneer en op welke wijze bewoners betrokken worden bij de beleidsontwikkeling. Mogelijke momenten voor consultatie zijn onder meer: vroeg in het proces (meteen na stap 1), bij de veiligheidsanalyse (stap 4), bij het vaststellen van de prioriteiten (stap 5) en bij de uitwerking van beleid (stap 6). j. Veiligheidsenquête: De raad kan aangeven dat er een enquête onder bewoners moet worden gehouden als onderdeel van de veiligheidsanalyse. Het is raadzaam dit expliciet in de startnotitie op te nemen, zodat ook de benodigde middelen voor deze enquête gereserveerd kunnen worden. k. Uitbesteden van de veiligheidsanalyse: Het uitvoeren van een veiligheidsanalyse, soms inclusief een bevolkingsenquête, vraagt specifieke deskundigheid en een aanzienlijke hoeveelheid tijd. De raad kan daarom besluiten dit onderdeel uit te besteden. De raad kan die beslissing ook overlaten aan het college. l. Eigen betrokkenheid van de raad: De raad kan aangeven welke rol hij zelf speelt bij de ontwikkeling en vaststelling van het beleid. In principe is de raad aan zet bij het vaststellen van de prioriteiten en bij het vaststellen van de kadernota. Ook controleert de raad het uitvoeringsprogramma dat door het college wordt vastgesteld. 16

18 TWAALF STAPPEN PLAN m. Verwijzing naar de kernbeleidmethode: De raad kan concreet de opdracht geven de kernbeleidmethode te volgen om integraal veiligheidsbeleid te ontwikkelen. n. Verwijzing naar diagnose-instrument integrale veiligheid: De raadsuitspraak kan verwijzen naar de uitkomsten van een uitgevoerde diagnose. Het diagnose-instrument integrale veiligheid Met dit webinstrument kunnen gemeenten bepalen hoe hun integraal veiligheidsbeleid ervoor staat en op welke punten het versterkt moet worden. De gemeenteraad kan er zijn controlerende taak mee vormgeven bij jaarlijkse evaluaties van het beleid. Het instrument is te benaderen via de website van het Project Veilige Gemeenten. Het verdient aanbeveling het diagnose-instrument te gebruiken bij de toepassing van de methode kernbeleid. De resultaten zijn te gebruiken op verschillende momenten in het proces: bij de startnotitie (stap 1), bij de startbijeenkomst van de werkgroep (stap 3), bij de behandeling van de beleidsvragen (stap 4 en stap 6) en bij de evaluatie (stap 12). De ambtenaar integrale veiligheid vult het (web)instrument in en brengt de uitkomsten in voor de startnotitie en/of bij de werkgroepbijeenkomsten. o. Verwijzing naar de oude veiligheidsnota: Als er al eerder integraal veiligheidsbeleid is ontwikkeld en het nieuwe beleid dit gaat vervangen, kan in de startnotitie worden verwezen naar dit oude beleid. p. Aansluiting politiebeleid op het gemeentelijk beleid: Aangegeven kan worden dat het gemeentelijke beleid het uitgangspunt vormt voor het politiebeleid. Het is relevant dit op te nemen omdat de politie een cruciale partner is. Het moet duidelijk zijn hoe het te realiseren beleid zich verhoudt tot het politiebeleid. Aansluiting politiebeleid op het gemeentelijk veiligheidsbeleid De politie werkt met meerjarige strategische plannen en operationele jaarplannen. De afstemming tussen het politiebeleid en het gemeentelijk veiligheidsbeleid gebeurt via de werkgroepbijeenkomsten en de kadernota zelf. De gemeentelijke kadernota vormt met het uitvoeringsprogramma, het vertrekpunt voor de plannen van de politie: op welke items moet worden ingezet, hoe de samenwerking met partners eruitziet, etc. Het politiebeleid sluit aan op het gemeentelijke veiligheidsbeleid. Aan de andere kant kan de politie in werkgroepbijeenkomsten aangeven welke landelijke en regionale prioriteiten aan de orde zijn en welke implicaties dat heeft voor de lokale beschikbaarheid van politiecapaciteit. De startnotitie wordt schriftelijk voorbereid door de ambtenaar integrale veiligheid of de ambtenaar die integraal veiligheidsbeleid in zijn takenpakket heeft. In het vervolg van deze handreiking wordt gesproken van de ambtenaar integrale veiligheid. Het college brengt de startnotitie in in de raad. De raad behandelt deze notitie en stelt haar vast. Door deze vaststelling geeft de raad opdracht aan het college om integraal veiligheidsbeleid te ontwikkelen. Afstemming gemeente, OM en politie via de integrale veiligheidsmatrix alternatief van het Project Integrale Veiligheid (PIV) van de regio IJsselland Binnen het PIV stemmen gemeente, politie en OM het beleid af via de zogenaamde integrale veiligheidsmatrix. Dit betreft een overzicht van wat gemeente, politie en OM gaan ondernemen rond de veiligheidsthema s. De matrix wordt elk jaar in elke gemeente in de regio door de drie partijen gezamenlijk ingevuld. De partijen baseren zich bij hun keuzes op een geactualiseerde veiligheidsanalyse van de gemeente en politie. De ingevulde matrix wordt vastgesteld in de lokale driehoek en vormt vervolgens het vertrekpunt voor de jaarlijkse uitvoeringsplannen van de drie partijen. Naast jaarplannen hebben de gemeenten in de regio meerjarige kadernota s. De voornemens daarin werken via de jaarlijkse IV-matrix door in het politiebeleid. 17

19 Light-versie: hoe kan stap 1 vereenvoudigd worden? Een startnotitie is onontbeerlijk; het college moet immers de opdracht van de raad krijgen om het proces te starten. In de startnotitie kunnen echter wel keuzes worden gemaakt waardoor het proces van totstandkoming van de kadernota vereenvoudigd wordt. Het effect van deze keuzes treedt pas bij latere stappen op. Een belangrijke mogelijkheid tot vereenvoudiging is de inperking van het beleid tot een of enkele van de vijf veiligheidsvelden.. In een later stadium kunnen de resterende veiligheidsvelden dan worden uitgewerkt. Wanneer hiervoor gekozen wordt, moet wel een goede motivatie worden gegeven. Een mogelijke motivatie is dat de urgentie in eerste instantie heel duidelijk op bepaalde velden ligt. Een andere mogelijke inperking is het vereenvoudigen van de veiligheidsanalyse. Wanneer er geen enquête en/of wijkbijeenkomsten plaatsvinden, is deze stap sneller gezet. Ook hier is een heldere motivatie nodig. Het kan bijvoorbeeld zijn er dat er al uitkomsten van een recente analyse beschikbaar zijn. Overwegingen bij vereenvoudiging Bij inperking tot één of enkele veiligheidsvelden is er geen sprake meer van integraal beleid. Daarnaast bestaat het gevaar dat bedreigingen op de velden die niet worden meegenomen, over het hoofd worden gezien. Deze kunnen dan ongehinderd uitgroeien tot belangrijke veiligheidsproblemen. Vereenvoudiging van de veiligheidsanalyse kan de fijnmazigheid van het beeld aantasten en daarmee de kwaliteit van de basis onder het beleid. Het niet consulteren van bewoners komt het maatschappelijk draagvlak van het beleid niet ten goede. Stap 2: Samenstelling van de werkgroep kernbeleid De werkgroep kernbeleid speelt een cruciale rol in de methode. Deze werkgroep behandelt in stap 4 en in stap 6 de beleidsvragen en legt daarmee de basis voor de inhoud van de kadernota. Na de voltooiing van de kadernota en het uitvoeringsprogramma speelt de werkgroep ook in de uitvoeringsfase een rol. De werkgroep kan periodiek samenkomen en de vorderingen van het beleid checken. Op deze wijze kan de werkgroep input leveren voor de jaarlijkse evaluaties van het beleid. De werkgroep heeft bij voorkeur zowel interne als externe deelnemers. De belangrijkste lokale partijen in het kader van veiligheid moeten deelnemen. Dit zorgt voor goede uitkomsten maar ook voor draagvlak voor het beleid; de partijen zijn dan immers mededader. De ambtenaar integrale veiligheid stelt een lijst op van mogelijke deelnemers en bespreekt deze met de bestuurlijk portefeuillehouder. De beoogde deelnemers worden vervolgens persoonlijk gevraagd deel te nemen. Eventueel speelt de bestuurlijk portefeuillehouder een rol bij de gesprekken. Voor de externe deelnemers kan gebruik gemaakt worden van de speciaal ontwikkelde informatieflyer. Deze staat op de cd-rom die bij deze handreiking hoort. De flyer kan het beste voorafgaand aan de gesprekken worden toegezonden. Voor de interne partners kan een Plan van aanpak worden opgesteld. Hierin wordt heel precies aangegeven wat er van de ambtelijke organisatie verwacht wordt. Dit Plan van aanpak wordt aan alle deelnemende afdelingen/sectoren voorgelegd. 18

20 TWAALF STAPPEN PLAN Externen consulteren via werkgroepleden: alternatief van de gemeente Skarsterlan De gemeente Skarsterlan heeft ervoor gekozen weinig externen te betrekken bij de werkgroep. De sleutelfiguren die wel deelnamen, hadden elk hun eigen externe netwerk. Bij de veiligheidsanalyse en de uitwerking van de aanpak zijn de externe partijen door de werkgroepleden geconsulteerd. Reden voor deze keuze was dat de externe partijen al in veel overleggen zitten en vaak geraadpleegd worden. De gemeente was beducht voor vermoeidheid bij deze partijen. Als de beoogde deelnemers aangeven mee te willen doen, worden zij uitgenodigd voor de startbijeenkomst. Deze uitnodiging wordt schriftelijk bevestigd. Plan van aanpak voor de totstandkoming van het integraal veiligheidsbeleid Het plan van aanpak is een ambtelijk stuk en is bestemd voor de interne deelnemers. Een gedegen plan van aanpak maakt voor hen duidelijk hoe het proces eruitziet, wat de doorlooptijd is, hoeveel inzet ermee gemoeid is, wie wanneer wordt betrokken en wat de resultaten moeten zijn. Op basis van dit plan van aanpak kunnen de betrokken afdelingen de benodigde capaciteit reserveren. Zodra formeel is ingestemd met het Plan van aanpak weten alle afdelingen waar ze aan toe zijn. Deze instemming vindt bij voorkeur voorafgaand aan de startbijeenkomst (met externe partijen) plaats, bijvoorbeeld via het MO. Wenselijk is het namelijk het dat de interne partijen bij de startbijeenkomst overeenstemming hebben over hun inzet, zodat bij de startbijeenkomst geen verschil van mening ontstaat tussen gemeentelijke partijen. Bij de samenstelling van de werkgroep gelden de volgende vuistregels: - De werkgroep bestaat maximaal uit ongeveer tien deelnemers. Meer deelnemers komt de werkkracht niet ten goede en maakt deelname al snel tot een rituele verplichting. - De belangrijkste interne en externe veiligheidspartners moeten aan de werkgroep deelnemen. Denk aan politie, brandweer, jeugdbeleid en welzijn, ruimtelijke ordening, milieubeleid, horeca en overige ondernemers, bijvoorbeeld winkeliers en corporaties. Per gemeente kunnen de accenten anders liggen. - Er moet sprake zijn van een goede spreiding over de vijf veiligheidsvelden die in deel C zijn uitgewerkt. In principe moeten alle veiligheidsvelden vertegenwoordigd zijn in de werkgroep. - De organisaties moeten goede vertegenwoordigers afvaardigen. Dit zijn mensen die het terrein goed kunnen overzien, goed in naam van hun organisatie of afdeling kunnen spreken en gemakkelijk kunnen terugkoppelen naar hun achterban. Het is ook belangrijk dat zij over een zekere handelingsvrijheid beschikken. Bij interne partners gaat het dan bijvoorbeeld om afdelingshoofden of senior beleidsmedewerkers. Bij de politie kan gedacht worden aan een teamchef. Eerst vooral intern? Alternatieven van de gemeenten Staphorst en Veldhoven De gemeenten Staphorst en Veldhoven hebben er bij de toepassing van de methode kernbeleid voor gekozen in eerste instantie alleen interne partijen bij de werkgroep te betrekken. Hun overweging was dat het wenselijk was eerst intern zaken scherp te krijgen en op één lijn te komen. Bij de nadere inkleuring van het beleid zijn de externe partijen wel betrokken. Staphorst heeft heel bewust eerst de beleidsvragen over visie en organisatorische borging behandeld en pas daarna de externe partijen betrokken. De aanwezigheid van externe partijen kan verstorend werken wanneer interne partijen er nog niet uit zijn hoe zij aan het veiligheidsbeleid willen gaan werken. Natuurlijk is het plan van aanpak ook juist daarvoor bedoeld, maar dan nog kan er onduidelijkheid blijven bestaan. Externe partijen kunnen bijvoorbeeld in eerste instantie, bij de uitvoering van de veiligheidsanalyse door de respectievelijke afdelingen of door de ambtenaar integrale veiligheid worden geconsulteerd en pas vanaf stap 6 (uitwerking van de aanpak) bij de werkgroep worden betrokken. 19

21 Specifieke deelonderwerpen van het veiligheidsbeleid kunnen om expertise vragen die onmogelijk allemaal in de werkgroep kan worden gebundeld. In dat geval kunnen subwerkgroepjes worden samengesteld. Hier kan ook later in het proces een besluit over worden genomen. Een andere mogelijkheid is dat de ambtenaar integrale veiligheid experts consulteert en de uitkomsten terugrapporteert aan de werkgroep. Experts kunnen bijvoorbeeld collegaambtenaren en externen zijn. Richtingwijzer samenstelling werkgroep De cd-rom die bij deze handreiking hoort, bevat een richtingwijzer voor de samenstelling van de werkgroep. Deze richtingwijzer bevat een eenvoudige stappenplan voor het bepalen van de samenstelling van de werkgroep die past bij de gemeente. Het is aan te bevelen de werkgroep te beperken tot vertegenwoordigers van professionele organisaties en geen bewoners uit te nodigen. Met bewoners kan beter op andere momenten tijdens de beleidsontwikkeling worden afgestemd. Dit kan bijvoorbeeld bij de veiligheidsanalyse of bij het bepalen van de prioriteiten. Via deze afstemming of consultatie kunnen bewoners voldoende invloed uitoefenen op het beleid. De werkgroep acteert nadrukkelijk aan de voorkant van het beleid. De deelnemers moeten zich vrij voelen om beleid ter discussie te stellen en zich kwetsbaar op te stellen. De aanwezigheid van bewoners kan hierbij complicerend werken. Daarnaast kan van bewoners niet de afstand tot veiligheidsproblemen worden verwacht die nodig is om overstijgende keuzes te maken. Light-versie: hoe kan stap 2 vereenvoudigd worden? De werkgroep kan beperkt worden tot een kerngroep van enkele sleutelfiguren uit de gemeentelijke organisatie en een of twee externen. Voor specifieke informatie over veiligheidsthema s kunnen deze deelnemers hun eigen externe netwerk raadplegen. Eventueel wordt de kerngroep in een later stadium uitgebreid met externen. Dit kan bijvoorbeeld vanaf beleidsvraag 6 of zelfs pas bij stap 6. Deze mogelijkheid is beschreven in het voorbeeld van de gemeenten Staphorst en Veldhoven. Ook kunnen al bestaande overleggen of gemeentelijke afdelingen een rol spelen bij de uitwerking van onderdelen van de nota. Hierdoor komt er minder werk bij de werkgroep te liggen. Eventueel kunnen de externe partners via een veiligheidsconferentie betrokken worden bij de beleidsontwikkeling. Deze mogelijkheid is beschreven in het voorbeeld van de gemeente Hilversum bij stap 4. Overwegingen bij vereenvoudiging Minder disciplines en externe vertegenwoordiging in de werkgroep leiden mogelijk tot minder informatie, minder kritisch vermogen, mogelijk afnemende kwaliteit van de kadernota en mogelijk minder draagvlak voor het eindproduct. 20

22 TWAALF STAPPEN PLAN Stap 3: Startbijeenkomst werkgroep In deze eerste bijeenkomst van de werkgroep wordt veel informatie verschaft, kennisgemaakt en aan draagvlak voor het proces gewerkt. Daarnaast worden concrete afspraken gemaakt over het vervolg. Het is niet zo dat het hele proces valt of staat met een geslaagde startbijeenkomst, maar feit is wel dat deze bijeenkomst inspirerend dient te zijn. De partijen maken kennis met de ins en outs van het proces en dienen enthousiast te worden gemaakt. De ambtenaar integrale veiligheid leidt de bijeenkomst. Hij zal ook de latere sessies voorzitten. Het is goed om deze rol meteen vanaf het begin te vervullen. De bestuurlijke portefeuillehouder is bij voorkeur ook aanwezig tijdens de bijeenkomst. Daarmee geeft hij blijk van zijn steun voor het proces en van het belang dat hij eraan hecht. Toekomstvisie als inspiratiebron: alternatief van de gemeente Weststellingwerf In de gemeente Weststellingwerf zijn aan het begin van het proces de ideeën en beelden van de leden van de werkgroep over waar de beleidsontwikkeling toe moest leiden vastgelegd in een boekje. Het boekje heeft tijdens de beleidsontwikkeling als inspiratiebron gediend. Het bevat de dromen van de leden van de werkgroep over wat er over tien jaar bereikt moet zijn op het gebied van veiligheid. Bij het formuleren van de toekomstbeelden hebben de leden zich ingeleefd in de situatie dat de minister-president over tien jaar een bezoek zou brengen aan de gemeente om de resultaten van de beleidsvoering te inspecteren. De leden van de werkgroep werden op deze manier heel effectief uitgedaagd hun visie te bepalen en die ook tastbaar te maken. Tijdens de beleidsontwikkeling is regelmatig teruggegrepen naar het boekje. Tijdens deze eerste bijeenkomst krijgen de deelnemers veel informatie. Het is belangrijk dat dit op een aansprekende wijze gebeurt. De ambtenaar integrale veiligheid zal zijn presentatie goed moeten voorbereiden en zich daarbij ook op het gebruik van ondersteunende middelen, zoals een beamer moeten beraden. In de startbijeenkomst moeten in elk geval de volgende punten aan de orde komen: a. De aanleiding van deze sessie/opstarten van beleidsvorming: Voor alle deelnemers moet helder zijn waarom de gemeente het initiatief tot beleidsontwikkeling heeft genomen. b. Verwijzing naar de startnotitie: In de startnotitie staat veel belangrijke informatie. Een korte behandeling hiervan ligt voor de hand. c. Beoogde uitkomsten. Duidelijk moet zijn welke producten gerealiseerd gaan worden. Uitgangspunt is dat de werkgroep een concept kadernota opstelt en dat ambtenaren en college op basis hiervan het uitvoeringsprogramma uitwerken. d. Belang van deelname door partijen: Gemotiveerd moet worden waarom het zo belangrijk is dat de werkgroep multidisciplinair is samengesteld. Beter beleid en meer draagvlak door een multidisciplinaire totstandkoming Er zijn twee belangrijke argumenten om samen met interne en externe partners aan beleid te werken. Ten eerste ontstaat er daardoor beter beleid: de verschillende deelnemers brengen kennis en ervaring over deelterreinen van veiligheid in en kennen de mogelijkheden en beperkingen van hun eigen organisatie of afdeling. Ten tweede heeft de uitkomst automatisch meer draagvlak bij de partners. Zij hebben er immers zelf aan meegewerkt, hebben er vanaf het begin bij gezeten en zijn daardoor mededader. e. Structuur proces: Het 12 stappenplan moet worden besproken. f. Dualisme: De rollen van de raad, het college en de werkgroep worden verhelderd. De werkgroep werkt de kadernota uit, maar heeft uiteindelijk slechts een adviserende rol. De raad kan afwijken van het advies van de werkgroep. Duidelijkheid hierover kan teleurstelling in een later stadium voorkomen. 21

23 g. Werkwijze met subwerkgroepjes: De werkgroep gaat na of voor de uitwerking van bepaalde veiligheidsvelden of -thema s subwerkgroepjes nodig zijn. h. Aantal sessies en uitkomsten daarvan: De werkgroep bepaalt hoeveel sessies er zullen plaatsvinden en wat de uitkomsten daarvan moeten zijn. i. Rol deelnemers: Ingegaan wordt op de voorbereiding van de beleidsvragen en de wijze van behandeling tijdens de bijeenkomsten. Het is van belang dat een reëel beeld wordt gegeven van de inspanning die van de deelnemers wordt gevraagd. Dit voorkomt ongeduld en ergernis in een later stadium. Ook moet aandacht worden besteed aan de tussentijdse terugkoppeling van de resultaten naar de eigen achterban. Het draagvlak voor de resultaten van de werkgroep is van groot belang. De verschillende partijen zullen zich in de werkwijze en in de resultaten moeten herkennen. Het is aan de werkgroepleden dit draagvlak regelmatig te checken. j. Totstandkoming kadernota: Het proces van schrijven en redactie wordt besproken. Uitgangspunt is dat de ambtenaar integrale veiligheid hierbij het voortouw neemt. k. Uitvoeringsfase van het beleid: Besproken wordt of en zo ja hoe de werkgroep actief blijft in de uitvoeringsfase van het beleid. l. Diagnose-instrument (eventueel): Bij de startbijeenkomst kan gebruik worden gemaakt van de uitkomsten van het diagnose-instrument integrale veiligheid. Dit geeft een duidelijk inzicht in de stand van zaken rond het integraal veiligheidsbeleid en kan de urgentie van het opstarten van de beleidsontwikkeling onderbouwen. m. Planning: Aan het eind van de bijeenkomst moet er een heldere planning liggen voor de werkgroep: hoeveel sessies worden er gehouden, waar en wanneer vinden die plaats, wat is de agenda per bijeenkomst en wat is het huiswerk. n. Huiswerk voor de volgende bijeenkomst: Aan het eind van de bijeenkomst wordt vooruitgekeken naar de eerstvolgende bijeenkomst. Besproken wordt hoe de deelnemers zich daarop kunnen voorbereiden. Indien de werkgroep externe deelnemers heeft, kan de startbijeenkomst ook benut worden voor het bespreken en vaststellen van een convenant integraal veiligheidsbeleid. Daarvoor kan ook een aparte bijeenkomst worden belegd; dit geeft de ondertekening ervan een extra feestelijk tintje. Bij de bespreking van het convenant wordt ingegaan op de reikwijdte ervan, de functie, de beoogde effecten en de procedure van het opstellen en ondertekenen. Gebruik kan worden gemaakt van het beschikbare modelconvenant IVB op de cd-rom bij deze handreiking. Light-versie: hoe kan stap 3 vereenvoudigd worden? Tijdens de startbijeenkomst kan de werkgroep al een begin maken met het beantwoorden van de beleidsvragen (stap 4). De vragen over de visie op het beleid kunnen behandeld worden en mogelijk kan ook al een begin worden gemaakt met de veiligheidsanalyse. Overwegingen bij vereenvoudiging Het proces dat de werkgroep gaat doorlopen en de specifieke taak en verantwoordelijkheid van de deelnemers moeten in de startbijeenkomst zorgvuldig behandeld worden. Hiermee wordt een solide basis gelegd voor het hele proces en is de kans op bruikbare resultaten groter. Een te vlotte overstap naar de beleidsvragen kan daar afbreuk aan doen. 22

24 TWAALF STAPPEN PLAN Stap 4: Behandeling van de beleidsvragen 1 t/m 9 In de sessie(s) na de startbijeenkomst gaat de werkgroep aan de slag met de beleidsvragen. In eerste instantie gaat het daarbij om de eerste negen beleidsvragen. Na deze beleidsvragen volgt prioritering door de raad (stap 5) en vervolgens behandeling van de rest van de beleidsvragen. Alle beleidsvragen zijn opgenomen in deel B van deze handreiking. Dat deel is gedetailleerd en vooral inhoudelijk van karakter. Het is aan te bevelen eerst de procesinformatie bij deze stap door te nemen en dan pas om te slaan naar de beleidsvragen in deel B. Binnen de beleidsvragen 1 t/m 9 zijn drie clusters te onderscheiden: a. visie op het veiligheidsbeleid: vraag 1 t/m 5; b. veiligheidsanalyse: vraag 6 t/m 8; c. prioriteiten van het beleid: vraag 9. De drie clusters laten zich niet in één sessie van de werkgroep behandelen. Het advies is daar minstens twee maar bij voorkeur drie sessies aan te besteden. De werkgroep kan dan in elke bijeenkomst met één cluster aan de slag gaan. Gebruik maken van bestaande overleggen: alternatief van de gemeente Middelharnis De gemeente Middelharnis heeft ervoor gekozen de veiligheidsanalyse en de aanpak uit te werken binnen bestaande, reguliere overleggen rond deelthema s van veiligheid. Er is dus niet gekozen voor een speciale werkgroep kernbeleid. Als kleine gemeente zag Middelharnis geen kans buiten de al bestaande overleggen iets nieuws in het leven te roepen. De werkgroepleden bereiden hun beantwoording van de beleidsvragen zelfstandig voor. Ter vergadering worden de opties naast elkaar gelegd. De ambtenaar integrale veiligheid heeft de leiding, trekt tussentijds conclusies en houdt de voortgang erin. Aan het einde van de sessies is er min of meer overeenstemming over de antwoorden op de beleidsvragen. In elk geval is er zoveel duidelijkheid ontstaan dat de ambtenaar integrale veiligheid verder kan met het opstellen van onderdelen van de kadernota. Uitwerking per veiligheidsveld: alternatief van de gemeente Geertruidenberg De gemeente Geertruidenberg heeft ervoor gekozen de veiligheidsvelden een voor een uit te werken. Voor elk veiligheidsveld wordt een periode van een half jaar genomen. In deze periode wordt de veiligheidsanalyse verricht en de aanpak uitgewerkt. Na een half jaar is de uitwerking gereed en wordt het volgende veiligheidsveld opgepakt. De eenmaal uitgewerkte veiligheidsvelden blijven in beeld omdat tijdens de uitvoering regelmatig de voortgang wordt gecheckt. Deze cyclische manier van werken heeft als voordeel dat elk veiligheidsveld de volle aandacht krijgt maar dat de beleidsontwikkeling toch behapbaar blijft door de inperking tot één veiligheidsveld tegelijk. Bij de bijeenkomsten kan gebruik worden gemaakt van de uitkomsten van het diagnose-instrument integrale veiligheid. Deze uitkomsten kunnen het vertrekpunt zijn bij de behandeling van de beleidsvragen. Het diagnose-instrument richt zich onder meer op de drie clusters van beleidsvragen die in stap 4 aan de orde zijn. De gemeente geeft aan dat deze aanpak prima werkt en dat de methode veel ruimte laat om die naar eigen inzicht en op maat van de gemeente toe te passen. Voordeel van de strategie van Middelharnis is dat de methode meteen goed ingebed raakt in de gemeentelijke organisatie. 23

25 Format kadernota De cd-rom bij deze handreiking bevat een modelopbouw van de kadernota. Het is een invuldocument. Het geeft per hoofdstuk en paragraaf aan hoe de invulling eruit kan zien. De werkgroep kan dit format gebruiken als houvast bij de behandeling van beleidsvragen tijdens de bijeenkomsten. De ambtenaar integrale veiligheid kan het document concreet als raamwerk of digitaal vertrekdocument gebruiken bij de uitwerking van de uitkomsten. Met name de vragen rond de veiligheidsanalyse vergen veel voorbereiding. Het is aan te bevelen de ambtenaar integrale veiligheid hierbij een prominente rol te geven. Deze ambtenaar kan de beantwoording van beleidsvragen schriftelijk voorbereiden en het resultaat daarvan per mail aan de werkgroepleden sturen. De ambtenaar verzamelt hiervoor informatie, bijvoorbeeld politiecijfers, gemeentelijke cijfers, evaluaties en monitorgegevens. Ook spreekt hij met experts. Dit kunnen collega s binnen de gemeentelijke organisatie zijn maar bijvoorbeeld ook wijkagenten. Al met al maakt de ambtenaar integrale veiligheid een conceptveiligheidsanalyse en legt die voor aan de werkgroep. In de bijeenkomst worden aanvullingen gegeven. Veiligheidsanalyse door de afdelingen: alternatief van de gemeenten Geertruidenberg en Veldhoven In de gemeenten Geertruidenberg en Veldhoven is de veiligheidsanalyse uitgezet bij de gemeentelijke afdelingen die het meest met de veiligheidsvelden en thema s te maken hebben. Deze afdelingen hebben de analyse uitgevoerd en de resultaten gerapporteerd aan de werkgroep. Op deze manier is heel efficiënt een compleet overzicht verkregen van de bedreigingen en van de actuele aanpak. Dit heeft de werkgroep en de ambtenaar integrale veiligheid veel werk bespaard. De cd-rom bij deze handreiking bevat een stramien voor de uitvoering van de veiligheidsanalyse. De ambtenaar integrale veiligheid kan bij zijn voorbereiding van de veiligheidsanalyse gebruik maken van dit stramien. Bij de behandeling van de beleidsvragen in deel B volgt meer informatie over de aanbevolen werkwijze. De beantwoording van de beleidsvraag over de prioriteiten van het beleid (beleidsvraag 9) heeft nadrukkelijk het karakter van een advies van de werkgroep aan de raad. Het is immers juist de raad die de prioriteiten bepaalt. Maar de werkgroep kan op basis van de uitgevoerde veiligheidsanalyse wel een gefundeerd advies daarvoor geven. Raadpleging bewoners De beleving van bewoners van veiligheid en veiligheidsproblemen hoort een belangrijke rol te spelen bij de totstandkoming van het veiligheidsbeleid. Zaken die hoog scoren bij bewoners moeten op enigerlei wijze een plaats krijgen in het beleid. Het vaststellen van prioriteiten door de raad (stap 5) vormt daarvoor een algemene en institutionele garantie; de raad is daar immers aan zet als volksvertegenwoordigend orgaan. Maar ook bij stap 4 kan de visie van bewoners worden meegenomen. Dit is zelfs aan te bevelen, aangezien dit tot een betere informering van de raad leidt. De veiligheidsanalyse is completer en de geadviseerde prioriteiten zijn beter gefundeerd.. De raadpleging van bewoners bij de veiligheidsanalyse kan op verschillende manieren gebeuren. Zo kan gebruik worden gemaakt van de gegevens van de tweejaarlijkse Politiemonitor die in elke politieregio plaatsvindt. Ook kan een enquête onder bewoners worden gehouden. Daarbij wordt via een vragenlijst geïnventariseerd welke problemen sterk spelen bij bewoners en in welke wijken/buurten dat het geval is. Een alternatief voor een enquête is het houden van bewonersavonden over veiligheid en leefbaarheid. In elke wijk kunnen deze inloopbijeenkomsten worden gehouden. Ze kunnen een schat aan kwalitatieve informatie opleveren. Een nadeel is dat deze informatie niet representatief is. Een combinatie van enquête en bewonersavonden levert de meest optimale informatie op. 24

26 TWAALF STAPPEN PLAN Raadpleging instellingen en bewoners via een veiligheidsconferentie: alternatief van de gemeente Hilversum Vanwege beperkt beschikbare tijd heeft de gemeente Hilversum ervoor gekozen instellingen en bewoners te consulteren via een veiligheidsconferentie. Tijdens de conferentie is aandacht besteed aan de resultaten van het oude beleid, de actuele veiligheidsproblematiek en de inhoud van de nieuwe beleidsagenda. Naast presentaties over objectieve cijfers en resultaten heeft er tijdens de conferentie een stellingendebat plaatsgevonden tussen de professionals in de veiligheidszorg en de burgers. Jongeren en wijkbewoners die zich bezighouden met wijkveiligheidsplannen hebben tijdens de conferentie laten zien wat de impact is van een integraal veiligheidsplan. Bovendien hebben zij door het aandragen van voorbeelden en ideeën input geleverd voor het nieuwe plan. Ter voorbereiding van de conferentie is onder het uitgebreide lokale veiligheidsnetwerk via een enquête uitgezet. De resultaten hiervan zijn gebruikt als input voor de vragen en stellingen tijdens de conferentie. Op die manier was vooraf bekend welke prioriteiten de sleutelfiguren en belangrijkste veiligheidspartners wilden inbrengen en hoe de betrokkenen dachten over de aanpak van de afgelopen jaren. Intensief mailverkeer? De ambtenaar integrale veiligheid legt de uitkomsten van sessies telkens vast en werkt zo langzaam toe naar de kadernota. Eventueel maakt hij daarbij gebruik van bestanden die werkgroepleden aan hem hebben g d. De uitgewerkte resultaten van de sessies kan de ambtenaar integrale veiligheid telkens mailen aan de werkgroepleden. Bij de eerstvolgende sessie kunnen zij hierop hun reactie geven. Op deze manier heeft elke deelnemer zicht op de nota die ontstaat en kunnen misverstanden snel worden opgelost. Na de laatste sessie binnen stap 4 is extra contact per mail of per telefoon in elk geval nodig. De uitkomsten worden dan immers voorgelegd aan de raad en komen niet meer aan de orde in een bijeenkomst van de werkgroep. Na enkele sessies van de werkgroep ligt er een notitie die aan de raad kan worden toegezonden. Deze notitie bevat: - een visie op het veiligheidsbeleid; - een veiligheidsanalyse; - een advies over de prioriteiten in het beleid. 25

27 Light-versie: hoe kan stap 4 vereenvoudigd worden? De veiligheidsanalyse kan (deels) worden uitgevoerd door gemeentelijke afdelingen of bestaande overleggen. Dit is beschreven in de voorbeelden van de gemeenten Middelharnis, Geertruidenberg en Veldhoven. Het is ook mogelijk dat de ambtenaar integrale veiligheid de analyse volledig uitvoert en dat de werkgroep het resultaat slechts bediscussieert. Het aantal sessies van de werkgroep wordt hiermee teruggebracht tot 1 à 2. Daarnaast kan gekozen worden voor een smalle, interne samenstelling van de werkgroep bij de start van het proces of zelfs tijdens het hele proces (zie ook het light -recept bij stap 2). Dit vergemakkelijkt de behandeling van de beleidsvragen. Uitbreiding met externen kan dan bijvoorbeeld plaatsvinden na de behandeling van de beleidsvragen over visie en organisatie. Dit is o.a. gebeurd in de voorbeelden van Staphorst en Veldhoven bij stap 2. Een andere manier om tijdwinst te boeken is afzien van een bewonersenquête en/of wijkbijeenkomsten met bewoners. In plaats hiervan kan een veiligheidsconferentie met bewoners en externe partijen worden georganiseerd. Tijdens de conferentie kan zowel de actuele veiligheidsproblematiek (stap 4) als de nieuwe beleidsagenda (stap 6) aan de orde komen. Deze werkwijze is beschreven in het voorbeeld van Hilversum. De conferentie duurt maximaal een dagdeel en voorziet in de consultatie van bewoners en van externe partijen. Ten slotte wordt de veiligheidsanalyse eenvoudiger wanneer niet alle veiligheidsvelden in de kadernota worden meegenomen. Deze keuze zal in principe al in de startnotitie (stap 1) worden vastgelegd. Deze inperking tot één of enkele veiligheidsvelden moet zorgvuldig gemotiveerd worden. Het kan zijn dat de aanpak van bepaalde velden heel urgent is of dat de capaciteit ontbreekt om met alle velden aan de slag te gaan. Dan is het mogelijk de veiligheidsvelden één voor één na elkaar uit te werken. Dit is beschreven in het voorbeeld van de gemeente Geertruidenberg. Overwegingen bij vereenvoudiging Wanneer de veiligheidsanalyse door afdelingen of andere overleggen wordt uitgevoerd, moet de ambtenaar integrale veiligheid er wel op toezien dat de vaart in het proces blijft. Daartoe informeert hij bijvoorbeeld geregeld naar de voortgang. Een minder actieve rol van de werkgroep bij de veiligheidsanalyse heeft daarnaast als nadeel dat de werkgroep minder betrokken raakt bij de analyse en zodoende ook minder basis heeft om op verder te bouwen bij de uitwerking van de aanpak. Het afzien van enquêtes en wijkbijeenkomsten tast mogelijk de kwaliteit van de analyse en het draagvlak voor de analyse aan. Het risico van een veiligheidsconferentie is dat de uitkomsten niet erg coherent zijn en dat de werkgroep nog veel werk heeft aan de vertaling en inpassing van de uitkomsten. Ook de praktische organisatie van de conferentie kan tot tijdverlies leiden. De inperking tot een of enkele veiligheidsvelden ten slotte draagt het gevaar in zich dat belangrijke bedreigingen over het hoofd worden gezien. 26

28 TWAALF STAPPEN PLAN Stap 5: Vaststellen van prioriteiten door de raad Op basis van de notitie van de werkgroep over de visie, veiligheidsanalyse en prioriteiten treedt de raad in discussie en bepaalt de prioriteiten van het integraal veiligheidsbeleid. Deze prioriteiten vormen het richtsnoer voor de verdere uitwerking van de nota door de werkgroep. De notitie van de werkgroep bevat een advies over de onderwerpen die prioriteit moeten krijgen. Dit geeft de raad houvast bij zijn discussie. Daarnaast kan de raad eerst stilstaan bij de criteria die hij wil gebruiken bij het vaststellen van de prioriteiten. Als deze criteria duidelijk zijn, zal sneller overeenstemming ontstaan. Mogelijke criteria zijn: - duurzaamheid/hardnekkigheid van een bedreiging; - wettelijke plicht/taak van de gemeente; - maatschappelijke impact van een verschijnsel. De raad kan bij de prioriteiten ook de beoogde effecten benoemen. Het is aan de raad om te beslissen of dat in dit stadium wenselijk is. In de notitie die aan de raad wordt gezonden, kan de mogelijkheid genoemd worden om ook de beoogde effecten te benoemen. Benoemen beoogde effecten? Het kan zijn dat de raad uitgesproken ideeën heeft bij de effecten die rond bepaalde items moeten worden bereikt. Voorbeelden van effecten zijn daling van inbraken met een bepaald percentage of verstrekking van alle gebruiksvergunningen. Het is dan zeker wenselijk dat de raad dit in dit stadium al expliciet maakt. Dit geeft de werkgroep een nog duidelijker vertrekpunt voor de uitwerking van de aanpak. Die uitwerking heeft bij de behandeling van de kadernota ook een grotere kans te worden overgenomen. Dat zal niet het geval zijn wanneer de werkgroep naar eigen inzicht beoogde effecten benoemt die afwijken van de opvattingen van de raad. Het kan waardevol zijn de ambtenaar integrale veiligheid een presentatie te laten verzorgen voor de raad. In zijn presentatie kan hij ingaan op de werkwijze die is gehanteerd, op de uitkomsten van de veiligheidsanalyse en op de geadviseerde prioriteiten. Op deze manier wordt de raad grondig geïnformeerd. Het duale bestel en de kernbeleidmethode Met de invoering van het dualisme zijn de rollen van het college en de raad meer ontvlochten. Het college bestuurt nu nadrukkelijk terwijl de raad kaders stelt, controleert en het contact met bewoners bewaakt. De kernbeleidmethode is toegesneden op deze duale uitgangspunten. De raad neemt het initiatief (startnotitie), stelt kaders (via prioriteiten en kadernota) en controleert (bij het uitvoeringsprogramma en in de uitvoeringsfase). Daarnaast bepaalt de raad in de startnotitie op welke wijze bewoners betrokken worden bij de beleidsvorming. Eventueel heeft de raad zelf een actieve rol bij het raadplegen van bewoners. Het college is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling. De concept kadernota wordt door de werkgroep Kernbeleid gerealiseerd (het College delegeert deze taak aan de werkgroep) en het uitvoeringsprogramma door de ambtenaren. Na de vaststelling van het beleid neemt het College, in deze. het ambtelijk apparaat de uitvoering van het beleid ter hand. Eventueel organiseert de raad nog een raadpleging van bewoners. In de startnotitie heeft de raad al vastgelegd of en hoe bewoners geraadpleegd worden. Een actieve rol van de raad zelf daarbij past prima binnen het duale bestel; een van de drie hoofdfuncties van de raad is immers die van brug tussen burger en bestuur. De raadpleging van bewoners zou op wijkniveau kunnen gebeuren, waarbij raadsleden een wijk adopteren. 27

29 Light-versie: hoe kan stap 5 vereenvoudigd worden? Een mogelijkheid is de raad niet apart te laten beslissen over de prioriteiten maar hem slechts de kadernota als geheel te laten vaststellen. Dit gebeurt dan in stap 9. In dat geval wordt stap 5 overgeslagen. Dit scheelt veel tijd. De werkgroep kan dan onmiddellijk verder met de uitwerking van de aanpak op basis van de veiligheidsanalyse. Overwegingen bij vereenvoudiging Omdat de raad in een later stadium de hele kadernota vaststelt, wordt aan de kaderstellende rol van de raad niet getornd. Wel kan het zijn dat de raad bij de vaststelling in stap 9 de prioriteiten anders legt dan de werkgroep heeft voorgesteld. Als dat het geval is, moet de uitwerking van de aanpak gewijzigd worden. De tijdwinst die eerder werd geboekt, wordt dan weer tenietgedaan. Een meer principieel nadeel is dat de raad nu slechts passief de prioritering en uitwerking van de werkgroep beoordeelt en niet zelf actief de prioriteiten bepaalt. Stap 6: Behandeling van de beleidsvragen 10 tot en met 20 Er resteren nu nog twee clusters beleidsvragen voor de werkgroep, namelijk: - uitwerking van de aanpak (vraag 10 tot en met 15); - organisatorische borging van het beleid (vraag 16 tot en met 20). De beleidsvragen zijn opgenomen in Deel B van deze handreiking. Net als bij stap 4 geldt hier: eerst de toelichting op deze stap bestuderen, daarna pas overstappen naar de verdiepende informatie in Deel B. Bij de uitwerking van de aanpak speelt de uitspraak van de raad over de prioriteiten van het beleid natuurlijk een belangrijke rol. Bekend is nu wat de accenten in het beleid zijn en welke thema s/velden in elk geval uitgewerkt dienen te worden De prioriteiten van de raad kunnen afwijken van het advies dat de werkgroep heeft gegeven. Daarom zal de werkgroep in de eerstvolgende sessie uitvoerig stilstaan bij de uitspraak van de raad. Ook bij deze stap zijn meerdere sessies van de werkgroep nodig. Indien u geen gebruik maakt van subwerkgroepjes, zullen het er meer dan 2 zijn. De vragen over de uitwerking van de aanpak rond de prioriteiten en op de diverse veiligheidsvelden (beleidsvragen 10 tot en met 15) laten zich niet in een sessie behandelen. Ook deze beleidsvragen vergen veel voorbereiding. Net als bij de veiligheidsanalyse kan de ambtenaar integrale veiligheid het voorwerk verrichten. Dit werk kan ook worden uitgezet bij de meest betrokken ambtenaren of afdelingen. Eerste worden de prioriteiten van het beleid uitgewerkt (beleidsvraag 10), daarna de bredere aanpak op de vijf veiligheidsvelden (vraag 11 tot met 15). Naast de prioriteiten zijn er immers nog andere elementen in de aanpak op de veiligheidsvelden. Het gaat om oud beleid dat doorgezet wordt of om nieuwe elementen die geen prioriteit hebben. 28

30 TWAALF STAPPEN PLAN Motivatie van de deelnemers Al met al wordt er veel van de werkgroepleden verwacht. Ze nemen deel aan 5 à 6 intensieve bijeenkomsten, moeten huiswerk maken, concepten bestuderen en regelmatig terugkoppelen naar de eigen organisatie/ afdeling. Hoe te voorkomen dat de motivatie afneemt? Hoe kunnen de werkgroepleden betrokken worden gehouden? Om dat te bereiken, is het van belang bij de start goed te communiceren over de intensiteit van de deelname en de doorlooptijd van het proces. Dit gebeurt via het plan van aanpak en via de informatieflyer voor de externe deelnemers. Ook tijdens de startbijeenkomst komen deze punten expliciet aan bod. Als de deelnemers weten waar zij aan toe zijn, zullen zij ook beter de benodigde motivatie kunnen blijven opbrengen. Wat daarnaast helpt, is dat de resultaten van de werkgroep ook tussentijds heel tastbaar zijn. De kadernota krijgt immers langzaam maar heel zichtbaar gestalte; de ambtenaar integrale veiligheid koppelt daar regelmatig concepten van terug. Tastbare uitkomsten motiveren. De ambtenaar integrale veiligheid moet tijdens de bijeenkomsten ook de vinger aan de pols te houden. Afnemende motivatie is snel te bespeuren. De bijdrage aan de discussie neemt af, deelnemers bereiden de bijeenkomsten minder goed voor en zeggen makkelijker af. Het is dan aan de ambtenaar integrale veiligheid daarop in te springen, de betreffende deelnemers erbij te houden en ze opnieuw over de streep te trekken. Hij kan dit doen door nog eens te verhelderen wat het belang van het proces is en wat de afbreuk zal zijn bij afnemende betrokkenheid. Wat ook helpt is de voortgang van het proces en de planning regelmatig te belichten. Dit geeft de deelnemers houvast en vertrouwen in voortvarendheid: er is een helder pad en dit wordt conform de planning afgelopen. Als een convenant integrale veiligheid is afgesloten, is dit ook een stok achter de deur. Partijen hebben zich hieraan gecommitteerd en kunnen daar misschien niet aan gehouden maar wel op gewezen worden. Van belang is dat de uitwerking van de aanpak in dit stadium nog steeds bedoeld is voor de kadernota. Dit betekent dat er geen gedetailleerde beschrijving van maatregelen en instrumenten nodig is; het gaat er hier echt om de beschrijving van de aanpak op hoofdlijnen. De details volgen bij het uitvoeringsprogramma (stap 10). Ook hier kunnen de uitkomsten van het diagnoseinstrument een ondersteunende rol spelen. Deze kunnen als vertrekpunt dienen bij de behandeling van de beleidsvragen in de werkgroep. Zowel de aanpak op veiligheidsvelden als de organisatorische borging van het beleid is opgenomen in het diagnose-instrument. Weerstanden binnen de eigen organisatie Naast de motivatie van de (individuele) werkgroepleden kan ook het draagvlak binnen de gemeentelijke organisatie tijdens het proces afnemen. Dit kan tot uiting komen in vragen die gesteld worden bij MT-overleggen of binnen het college, in afnemende bereidheid om informatie beschikbaar te stellen of in gebrek aan ruggensteun voor interne werkgroepleden. Het is zaak dit soort signalen serieus te nemen en erop in te spelen. Dit kan door het eerder afgesproken plan van aanpak opnieuw onder de aandacht te brengen en zo de interne partners te herinneren aan de gemaakte afspraken. Ook kan worden verwezen naar de startnotitie van de raad; die bevat een duidelijke opdracht voor het college. Een andere mogelijkheid is het inzichtelijk maken van de resultaten die al behaald zijn en het opnieuw communiceren van de verdere planning van het proces. Als een convenant ondertekend is, kan ook hieraan herinnerd worden; de gemeente slaat naar de externe partners toe een modderfiguur wanneer het proces intern spaak loopt. Ten slotte kan ook de gemeentesecretaris een rol spelen bij het oplossen van weerstanden binnen de organisatie. Deze hoogste ambtenaar kan MT-leden aanspreken en beslissingen nemen over inzet van medewerkers. Natuurlijk is het beter om te voorkomen dat weerstanden ontstaan. Van belang voor het verkrijgen én behouden van het interne draagvlak zijn: 29

31 - een helder plan van aanpak opstellen en door partijen laten accorderen; - regelmatig communiceren over voortgang en resultaten; - erop toezien dat werkgroepleden hun checks van inhoudelijke resultaten binnen hun eigen afdeling daadwerkelijk uitvoeren; - toewerken naar goede, gedegen resultaten; - de vaart erin houden. Light-versie: hoe kan stap 6 vereenvoudigd worden? De uitwerking van de aanpak kan, net als de veiligheidsanalyse, (deels) worden opgepakt door gemeentelijke afdelingen of andere overleggen. Ook de ambtenaar integrale veiligheid kan in samenspraak met afdelingen de aanpak uitwerken. Hierdoor zijn minder sessies van de werkgroep nodig. Ook hier bestaat weer de mogelijkheid om niet alle veiligheidsvelden mee te nemen. Een andere manier om tijdwinst te boeken, is het organiseren van een veiligheidsconferentie met externe partijen en burgers. Tijdens zo n conferentie kunnen onder meer bestanddelen voor het nieuwe beleid verzameld worden. Hoe dit werkt, is beschreven bij stap 4 in het voorbeeld van de gemeente Hilversum en in het kader over de light-versie. Stap 7: Opstellen kadernota De werkgroep heeft in de sessies bij stap 4 en 6 toegewerkt naar de kadernota. De componenten zijn stuk voor stuk tot stand gekomen. Daarbij is gebruik gemaakt van het digitale format voor de kadernota dat te vinden is op de Cd-rom bij deze handreiking. In deze zevende stap wordt de kadernota voltooid als product van de werkgroep kernbeleid. De laatste redactionele slagen vinden plaats en de laatste correcties en aanvullingen worden doorgevoerd. De ambtenaar integrale veiligheid neemt daarbij weer het voortouw: hij stelt het einddocument samen en legt dit per mail voor aan de werkgroepleden. Die kunnen per mail reageren op het resultaat. Een extra sessie van de werkgroep is alleen nodig als er een belangrijk verschil van inzicht blijft bestaan. Light-versie: hoe kan stap 7 vereenvoudigd worden? Deze stap moet hoe dan ook gezet worden. Veel werk is er niet mee gemoeid omdat de uitkomsten van eerdere stappen in principe telkens al zijn verwerkt in het format voor de kadernota. Wanneer dit telkens grondig wordt gedaan, is de nota al min of meer gereed. Overwegingen bij vereenvoudiging Een minder actieve rol van de werkgroep bij de uitwerking van de aanpak heeft als nadeel dat het draagvlak voor de uitkomsten kan worden aangetast. De kadernota is dan niet meer echt het product van de werkgroep zelf. Inperking tot een of enkele veiligheidsvelden vloeit logisch voort uit de eerdere keuzes, maar blijft als nadeel houden dat bedreigingen buiten beeld blijven en mogelijk te lang wordt gewacht met een aanpak. Risico van een veiligheidsconferentie is dat de uitkomsten weinig coherent zijn omdat binnen het bestek van een conferentie geen zorgvuldige, stapsgewijze uitwerking van beleid mogelijk is. De werkgroep zal dan ook veel werk hebben aan de vertaling en inpassing van de uitkomsten. Daarnaast kan de organisatie van een conferentie tot tijdverlies leiden. 30

32 TWAALF STAPPEN PLAN Stap 8: Check draagvlak Bij hun laatste reactie op de concept kadernota moeten de werkgroepleden opnieuw hun achterban betrekken in hun eigen organisatie of afdeling. Aan het eind van het proces is het immers belangrijk vast te stellen dat het product draagvlak heeft. Omdat het draagvlak ook tussentijds is gecheckt, heeft deze laatste controle meestal niet veel voeten in aarde. Deze is wel wenselijk omdat de kadernota nu als product aan de raad wordt voorgelegd. Als blijkt dat er op onderdelen nog onvoldoende draagvlak is, is extra afstemming binnen de werkgroep nodig. Mogelijk moet een onderdeel van de kadernota dan alsnog worden gewijzigd. Nadat het document door alle deelnemers akkoord is bevonden, wordt het door het college aan de raad gezonden. Light-versie: hoe kan stap 8 vereenvoudigd worden? Indien de deelnemers aan de werkgroep in alle voorgaande stappen het draagvlak goed bewaakt hebben, is deze stap niet per se nodig. Stap 9: Vaststelling kadernota door de raad De raad behandelt de kadernota en controleert of die is uitgewerkt in overeenstemming met de vastgestelde prioriteiten. Eventueel wijzigt de raad de kadernota op onderdelen. Daarna stelt de raad de kadernota vast. Bij zijn behandeling verifieert de raad onder meer of de kadernota zodanig is gesteld dat er goede controlemogelijkheden resulteren. De omschrijving van beleid dient daarvoor concreet genoeg te zijn (maar niet te gedetailleerd in het uitvoeringsprogramma wordt het beleid verder geoperationaliseerd). Bij de vaststelling van de kadernota formuleert de raad een opdracht aan het college om het beleid verder te operationaliseren binnen de vastgestelde kaders. Light-versie: hoe kan stap 9 vereenvoudigd worden? Deze stap moet altijd plaatsvinden en kan niet vereenvoudigd worden. Overwegingen bij vereenvoudiging De nota gaat nu naar de raad; dat is een belangrijk moment. Het is mogelijk dat partners in dit stadium toch nog wijzigingen doorgevoerd willen hebben. Daar is geen ruimte voor wanneer geen laatste check plaatsvindt. 31

33 Stap 10: Opstellen uitvoeringsprogramma In opdracht van het college stelt de ambtenaar integrale veiligheid het uitvoeringsprogramma op voor het eerste jaar van de periode waarvoor de kadernota geldt. Hij kan hierbij ondersteuning krijgen van collega s. In het uitvoeringsprogramma worden de beleidsvoornemens verder geoperationaliseerd: de maatregelen, instrumenten en randvoorwaarden worden in detail beschreven. Ook staat er een specificatie in van de benodigde middelen en capaciteit. Het college stelt het uitvoeringsprogramma vast. Bij een goede timing van het proces is het uitvoeringsprogramma op tijd gereed voor de voorjaarsnota. Daarin worden immers alle projecten en maatregelen met financiële consequenties opgenomen. Uitvoeringprogramma versus kadernota Het uitvoeringsprogramma is de operationele uitwerking van de kadernota. De kadernota omschrijft richtingen in de aanpak en noemt daarbij kortweg accenten en mogelijk ook instrumenten. Het uitvoeringsprogramma beschrijft in detail de maatregelen en projecten die moeten worden uitgevoerd. Voor elke maatregel of elk project wordt aangegeven: - wat de maatregel of het project precies inhoudt; - wat de beoogde effecten zijn; - welke instrumenten gebruikt worden; - welke partijen betrokken zijn; - wat de bijdrage is van deze partijen; - welke partij verantwoordelijk is; - welke termijnen gelden; - wat de evaluatiemomenten zijn; - welke kosten en capaciteit ermee gemoeid zijn; - welke overige randvoorwaarden gerealiseerd moeten worden. Het uitvoeringsprogramma geeft dus heel precies houvast bij de uitvoering. College en ambtenaren hebben het voortouw bij deze stap. De werkgroep speelt in principe geen actieve rol. De hoofdtaak van de werkgroep is het realiseren van de concept-kadernota. De realisatie van het uitvoeringsprogramma is vooral een kwestie van uitwerken van de kadernota is en kan goed worden opgepakt door de ambtenaren. Eventueel wordt de werkgroep nog geconsulteerd over het eindresultaat. Overigens houdt de werkgroep niet op te bestaan na deze stap: bij de evaluatie van het beleid (stap 12) speelt de werkgroep opnieuw een rol. Het is aan te bevelen de uitwerking van maatregelen en projecten binnen het uitvoeringsprogramma af te stemmen met de partners die daarbij betrokken zijn. De precieze formulering moet kloppen en kan geverifieerd worden bij de uitvoeringspartners. Op die manier worden de partners ook nog eens op de hoogte gesteld van wat er van hen verwacht wordt en kan gecontroleerd worden of dit nog wel realistisch is. Dit is extra belangrijk richting de uitvoeringspartners die geen deel uitmaken van de werkgroep. Deze afstemming kan efficiënt plaatsvinden, bijvoorbeeld per of per telefoon. Light-versie: hoe kan stap 10 vereenvoudigd worden? Indien eerder is gekozen voor inperking van het beleid tot een of enkele veiligheidsvelden, dan beperkt het uitvoeringsprogramma zich ook tot de geselecteerde velden. De realisatie van het programma zal dan minder tijd vergen. Overwegingen bij vereenvoudiging Inperking tot een of enkele velden heeft het al eerder genoemde nadeel dat bedreigingen buiten beeld kunnen blijven en daardoor mogelijk niet tijdig van een aanpak worden voorzien. 32

34 TWAALF STAPPEN PLAN Stap 11: Controle van het uitvoeringsprogramma door de raad De raad controleert of het uitvoeringsprogramma aansluit op het beleidskader. Daarbij wordt ook naar de financiën gekeken. De benodigde middelen worden beschikbaar gesteld via het besluit over de gemeentebegroting. De raad stelt het programma niet vast. Het college legt het ter kennisname aan de raad voor. Als de raad het uitvoeringsprogramma toch op onderdelen gewijzigd wil hebben, kan hij daar wel moties voor indienen. Light-versie: hoe kan stap 11 vereenvoudigd worden? Deze stap kan niet vereenvoudigd worden. Stap 12: Uitvoeringsfase Als de raad het uitvoeringsprogramma gecontroleerd heeft, kan de uitvoering daadwerkelijk beginnen. Het programma vormt daarbij het stramien. Uitvoeringsafspraken Voor veel projecten en maatregelen zullen eerst nog concrete uitvoeringsafspraken met de partners moeten worden gemaakt. Dit kan in verschillende vormen gebeuren. Bij welzijnsorganisaties kunnen bijvoorbeeld nadere voorwaarden aan subsidies worden gesteld en met woningcorporaties kunnen prestatieafspraken worden gemaakt. Ook kan bij bepaalde nieuwe maatregelen via een aanbesteding een geschikte uitvoerder gezocht worden. Naast concrete uitvoeringsafspraken kan de bereidheid tot samenwerking worden vastgelegd in een convenant. Dit kan zich richten op de totstandkoming en uitvoering van het beleid, maar ook uitsluitend op de uitvoeringsfase. Partijen spreken dan in het convenant de intentie uit de uitvoering constructief en conform de afspraken ter hand te nemen. Daarnaast kan in het convenant concreet geregeld worden hoe partijen de voortgang evalueren. Evaluatie De uitvoering van de maatregelen moet regelmatig geëvalueerd worden. Dit maakt het mogelijk om bij te sturen waar dat nodig is. Evaluatie van de uitvoering vindt in elk geval plaats aan het eind van het jaar waarvoor het uitvoeringsprogramma geldt. De uitkomsten van de evaluatie vormen de input voor het uitvoeringsprogramma voor het volgende jaar. Het is ook mogelijk tussentijdse evaluaties te houden, bijvoorbeeld na een half jaar. Deze evaluaties genereren extra informatie over de voortgang en kunnen tussentijds tot aanscherpingen leiden. Het zwaartepunt ligt echter bij de evaluatie na een jaar. Het is aan te bevelen de werkgroep kernbeleid te betrekken bij de evaluaties. De werkgroep heeft aan de wieg gestaan van het beleid, is een vruchtbaar gremium gebleken voor overleg tussen de partners en kan prima benut worden voor deze belangrijke stap in de beleidscyclus. Indien de werkgroep het platform voor regelmatige afstemming en evaluatie gaat vormen, verandert zij wel van karakter. Gesproken kan dan worden van een Platform IVB of een stuurgroep IVB. Mogelijk zullen er ook andere vertegenwoordigers vanuit de deelnemende organisaties zitting in nemen. Onderdeel van de evaluatie is eventueel het opnieuw verrichten van de veiligheidsanalyse (zie stap 4). Deze analyse kan een actueel en compleet overzicht opleveren van veiligheidsproblemen, de aanpak daarvan en de omissies in de aanpak. De ambtenaar integrale veiligheid kan de analyse verrichten. Hij kan de uitkomsten inbrengen in de werkgroep en ook voor andere doeleinden benutten. Bij de evaluatie kan daarnaast gebruik worden gemaakt van het diagnose-instrument integrale veiligheid. Dit instrument stelt de gemeente in staat via een efficiënte procedure na te gaan hoe beleid, organisatie en uitvoering ervoor staan. 33

35 De ambtenaar integrale veiligheid neemt, eventueel samen met collega s, het voortouw bij de organisatie van de evaluatie en bij het opstellen van het nieuwe uitvoeringsprogramma. Bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma wordt met interne en externe partners afgestemd over de uitwerking van concrete maatregelen en projecten. Het college stelt het nieuwe programma vast en zendt de evaluatie en het programma ter kennisname aan de raad. Die controleert het programma, houdt dit naast de kadernota en dient eventueel moties in. Wanneer sprake is van duidelijk nieuwe accenten, kan de kadernota ook op onderdelen gewijzigd worden. Light-versie: hoe kan stap 12 vereenvoudigd worden? Een mogelijkheid is af te zien van tussentijdse evaluaties en te volstaan met de jaarlijkse evaluatie met het oog op het opstellen van het nieuwe uitvoeringsprogramma. Die evaluatie kan worden uitgevoerd door de ambtenaar integrale veiligheid in consultatie met collega s maar zonder rol voor de werkgroep kernbeleid. Het is mogelijk af te zien van tussentijdse evaluaties en te volstaan met de jaarlijkse evaluatie met het oog op het opstellen van het nieuwe uitvoeringsprogramma. Die evaluatie kan worden uitgevoerd door de ambtenaar integrale veiligheid. Deze kan daarbij collega s consulteren, zonder de werkgroep te betrekken. Overwegingen bij vereenvoudiging Het afzien van tussentijdse evaluaties heeft als nadeel dat er gedurende een jaar weinig zicht is op de uitvoering van het beleid, de onvolkomenheden daarin en de bijstellingen die nodig zijn. Hierdoor kunnen problemen groter worden dan nodig is. Het niet betrekken van de werkgroep bij de evaluatie heeft als nadeel dat de werkgroep na het opstellen van de concept kadernota niet meer bij elkaar komt. De werkgroep gaat dan in feite verloren als goed ingevoerd en constructief overleg. Dit is een verarming voor het veiligheidsbeleid. 34

36 TWAALF STAPPEN PLAN Regie tijdens de uitvoering De gemeente is de regisseur van het integraal veiligheidsbeleid. Onderdeel van die regie is het gezamenlijk met partners ontwikkelen van integraal veiligheidsbeleid en het bepalen van de beleidsdoelen. Daarmee wordt immers een kader verkregen voor een goede effectieve aanpak; de gemeente kan er die aanpak mee regisseren. Tijdens de uitvoering duiken vervolgens andere aspecten van het regievraagstuk op. Er is weliswaar een duidelijk kader en iedereen weet wat hem te doen staat, maar het kan zijn dat een van de partners zijn afspraken niet nakomt, of dat het draagvlak binnen de gemeentelijke organisatie afneemt, of dat er een veiligheidsprobleem opduikt dat niet in de nota beschreven staat. Dan moet de gemeente handelen: het is aan de regisseur om de vaart erin te houden en de aanpak scherp te houden. Aspecten van regie in de uitvoeringsfase zijn: Interne regie: Wanneer de interne partners het laten afweten, kan de portefeuillehouder of ambtenaar integrale veiligheid de gemaakte afspraken opnieuw in herinnering brengen, het belang van gezamenlijkheid benadrukken en veiligheid als gemeentelijke verantwoordelijkheid nog eens onderstrepen. Even belangrijk is het duurzame missiewerk dat verricht moet worden in de uitvoeringsfase. Beleidsvoering is niet alleen een kwestie van afspraken maken. Het gaat er ook om dat de ambtenaar en portefeuillehouder zichtbaar actief blijven, het onderwerp onder de aandacht houden, interne partners tussentijds blijven informeren en betrekken en zelf creatieve oplossingen aandragen voor kleine knelpunten die zich voordoen. Interne regie betekent streng zijn maar er ook zelf als voorbeeld voor gaan. Externe regie: Hetzelfde geldt voor de externe regie. Natuurlijk worden partners die in gebreke blijven gewezen op het overeengekomen beleid, de gemaakte prestatie- en subsidieafspraken en het eventueel ondertekende convenant. Minstens zo belangrijk echter is een actieve, inspirerende opstelling van de gemeente; een gemeente die haar taken oppakt, regelmatig bij de partners informeert, noodverbanden legt waar dat nodig is en de vaart in het geheel houdt. Regie is heel nadrukkelijk geven en nemen; het is een wisselwerking van afspraken maken, herinneren aan die afspraken en zelf die afspraken levend houden. Improvisatie: Niet alle veiligheidsproblemen kunnen voorspeld worden. Wanneer zich een probleem aandient dat niet in het beleid voorkomt, is het aan de gemeente de relevante partijen erbij te zoeken en snel met hen rond te tafel te gaan zitten of andere acties op touw te (laten) zetten. Het is juist de gemeente die die regie moet pakken; veel te vaak vormt de politie een vergaarbak van problemen die plotseling opduiken. De regisseur moet zich rekenschap geven van deze improvisatietaak en voor zichzelf vaststellen hoe er snel gehandeld kan worden op verschillende terreinen. Netwerker: De regisseur moet kunnen improviseren en snel kunnen handelen, maar niet alles naar zich toe trekken. De regisseur is geen souffleur of dictator; het gaat erom partijen erbij te houden, hen te inspireren tot actie, de gezamenlijkheid vast te houden en dat te laten doorklinken in keuzes die gemaakt worden. De regisseur zorgt voor het cement in het netwerk. Het resultaat hiervan is dat partijen elkaar blijven vinden en elk hun taken oppakken. Lange adem: De regisseur geeft niet op. Wanneer een probleem niet effectief aangepakt wordt, constateert de regisseur dat tijdig en bereidt hij nieuwe acties voor. De regisseur laat problemen niet op hun beloop. Regie betekent kritisch blijven en bewerkstelligen dat de bereidheid tot nieuwe acties blijft bestaan. Grenzen aan de regie De gemeente is verantwoordelijk voor de regie over het beleid en heeft daardoor rollen als inspirator, coördinator, bruggenbouwer, troubleshooter en bezemwagen. De gemeente is echter niet verantwoordelijk voor de steken die partners desondanks laten vallen, voor het toch in gebreke blijven door partijen en voor het niet nakomen van afspraken door partners. De gemeente heeft vaak geen formele zeggenschap over externe partijen. Het niet nakomen van afspraken door partners is de verantwoordelijkheid van die partners zelf. De politie is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor haar aandeel in de aanpak van harde kernjongeren, de woningcorporatie voor de verlichting van haar complexen en een winkeliers voor het hang- en sluitwerk van zijn winkel. 35

37 Overzicht light-versie Mogelijk dat u beperkt capaciteit beschikbaar heeft voor de ontwikkeling van integraal veiligheidsbeleid, of dat er u er bewust voor kiest om de aanpak de eerste keer wat eenvoudiger te houden. Dit kan samenhangen met de omvang van uw gemeente (kleine gemeenten hebben vaak minder capaciteit), maar ook met het gegeven dat de ambtenaar integrale veiligheid de nota moet combineren met andere werkzaamheden of dat er veel tijdsdruk op het proces zit. In deze gevallen kunt u voor de light -versie van het proces kiezen. In het voorafgaande is bij elk van de 12 stappen aangegeven hoe de uitvoering ervan vereenvoudigd kan worden. Het volgende schema geeft een overzicht van deze vereenvoudigingen. Indien elke stap volgens het light -recept wordt gezet, neemt de doorlooptijd van het hele proces behoorlijk af (5 a 6 maanden in plaats van 9 maanden of meer) en is er minder capaciteit van de ambtenaar integrale veiligheid nodig. Daar staat echter tegenover dat de resultaten (onder meer de integraliteit) en effecten (onder meer het draagvlak) negatief beïnvloed worden. De gemeente die kiest voor de light-versie dient zich zorgvuldig rekenschap te geven van de nadelen (in het 12 stappenplan worden deze nadelen telkens geëxpliciteerd onder het kopje overwegingen bij vereenvoudiging ). De uitkomst van het light -procédé is meer dan die van het normale proces een startpunt, geen eindpunt. De elementen die niet zijn meegenomen in de kadernota dienen op enig moment te worden toegevoegd. Veiligheidsvelden die geen deel uitmaken van het beleid zullen bij een volgende ronde uitgewerkt moeten worden. De eerste, afgepaste versie van het beleid vormt een begin dat verder uitgebouwd kan worden. stap volledig proces vereenvoudiging per stap vereenvoudigd proces stap 1 raadsuitspraak over het ontwikkelen van integraal veiligheidsbeleid (startnotitie) - wel uitvoeren - echter keuzes maken die vervolg van het proces vereenvoudigen startnotitie met een aantal beperkende keuzes, bijvoorbeeld niet alle veiligheidsvelden stap 2 samenstelling werkgroep - smalle kerngroep met voornamelijk interne deelnemers in plaats van uitgebreide werkgroep samenstelling kerngroep met voornamelijk interne deelnemers 36

38 TWAALF STAPPEN PLAN stap volledig proces vereenvoudiging per stap vereenvoudigd proces stap 3 startbijeenkomst - reeds begin maken met behandeling van de beleidsvragen stap 4 behandeling beleidsvragen 1 t/m 9 - veiligheidsanalyse laten uitvoeren door afdelingen, andere overleggen, ambtenaar integrale veiligheid - niet alle veiligheidsvelden uitwerken - eventueel een veiligheidsconferentie - geen enquête/wijkbijeenkomsten - volstaan met 1 à 2 bijeen - komsten - behandeling beleidsvragen 1 t/m 20 door kerngroep - in totaal 3 a 4 sessies - uitwerking deels door afdelingen of andere overleggen laten doen - eventueel een veiligheidsconferentie beleggen om externe partijen en burgers te consulteren - niet alle veiligheidsvelden uitwerken stap 5 stap 6 vaststelling prioriteiten door de raad behandeling beleidsvragen 10 t/m 20 - niet uitvoeren - uitwerking aanpak laten uitvoeren door afdelingen, andere overleggen, ambtenaar integrale veiligheid - niet alle veiligheidsvelden uitwerken - eventueel een veiligheidsconferentie - volstaan met 2 bijeenkomsten stap 7 opstellen kadernota - is reeds grotendeels geschied opstellen kadernota (voor de gekozen veiligheids velden) stap 8 check draagvlak - niet uitvoeren stap 9 vaststelling kadernota door de raad - geen vereenvoudiging vaststelling kadernota door raad stap 10 opstellen uitvoeringsprogramma - niet alle veiligheidsvelden uitwerken opstellen uitvoeringsprogramma (voor de gekozen veiligheidsvelden) stap 11 controle van uitvoeringsprogramma door raad - geen vereenvoudiging controle van uitvoeringsprogramma door raad stap 12 uitvoering met tussentijdse en jaarlijkse evaluaties - afzien van tussentijdse evaluaties - geen rol van de werkgroep kernbeleid uitvoering met jaarlijkse evaluatie 37

39

40 DEEL B: BELEIDSVRAGEN Beleidsvragen en hoe ze te beantwoorden De beleidsvragen zijn de kernpunten van het beleid. Door op deze punten helderheid te verkrijgen, ontstaat een kadernota integrale veiligheid. De beleidsvragen worden door de werkgroep kernbeleid beantwoord. Dit geschiedt via de behandeling ervan in opeenvolgende sessies. De werkgroepleden bereiden de beantwoording van de vragen zelfstandig voor. Tijdens de bijeenkomst worden de opties naast elkaar gelegd en wordt toegewerkt naar antwoorden die door de werkgroep gedragen worden. Een deel van de beleidsvragen vergt een meer intensieve voorbereiding. Dit geldt met name voor de vragen rond de veiligheidsanalyse en de uitwerking van de aanpak. De ambtenaar integrale veiligheid kan dit voorwerk verrichten en de resultaten voor de bijeenkomst aan de werkgroepleden mailen. In dit deel worden de twintig beleidsvragen geformuleerd en toegelicht. Deze beleidsvragen worden door de werkgroep behandeld in stap 4 en stap 6 van het 12 stappenplan. De vragen zijn verdeeld over vijf clusters. De clusters Visie, Analyse en Prioriteiten vallen binnen stap 4, de clusters Uitwerking van de aanpak en Organisatorische borging binnen stap 6. Hieronder komt eerst de behandeling van de beleidsvragen door de werkgroep aan bod. Zo wordt beschreven hoe dit proces eruitziet en welke vuistregels te geven zijn. In de overige paragrafen worden de verschillende clusters vragen behandeld. Alle beleidsvragen binnen de clusters krijgen een uitgebreide toelichting. De behandeling van de vragen tijdens de bijeenkomsten kenmerkt zich door openheid en inhoudelijkheid. De werkgroep zoekt gezamenlijk naar een optimale invulling van de kernpunten. Het voorgestelde beleid moet haalbaar en reëel zijn, maar mag ook best creatief zijn. Voor een deel is het werkgroepproces te beschouwen als een spel: beleidsaspecten worden verkend, gewogen en spelenderwijs uitgewerkt. Tegelijkertijd is een strakke agenda nodig. De bijeenkomsten dienen tot uitkomsten te leiden. Duidelijk moet zijn welke vragen behandeld worden en aan het eind van de bijeenkomst moeten die vragen ook daadwerkelijk behandeld zijn. Op deze manier blijft de vaart in het proces en kan de kadernota volgens de planning tot stand komen. De uitkomsten van de sessies worden telkens verwerkt in het format van de kadernota. Zo wordt langzaam naar een volledig concept daarvan toegewerkt. De ambtenaar integrale veiligheid is de eerste penvoerder. Voorafgaand aan iedere sessie mailt hij de meest actuele versie van de kadernota aan de werkgroepleden, zodat die er kennis van kunnen nemen en tijdens de sessie feedback kunnen geven. 39

41 Bij het bepalen van de antwoorden op de beleidsvragen moet rekening worden gehouden met de beantwoording van eerdere vragen. Als geheel moet er immers een samenhangend verhaal ontstaan. Het kan zijn dat de beantwoording van een latere vraag consequenties heeft voor de beantwoording van een eerdere vraag; die moet dan mogelijk worden bijgesteld. Die flexibiliteit is zeer belangrijk. De nota in wording is een levend document dat tot het einde toe op alle aspecten kan worden bijgesteld. Met uitzondering van de vragen 6 en 7 handelen de beleidsvragen altijd over de toekomst. Als bij vraag 17 bijvoorbeeld gevraagd wordt hoe de afstemming met interne en externe partners plaatsvindt, dan gaat het erom hoe u dit wilt organiseren in de periode waar de kadernota zich op richt. De beantwoording van de beleidsvragen levert telkens materiaal op voor het nieuwe beleid. Het gaat dus om de situatie in de komende jaren, niet over de huidige situatie. 1 Visie In de visie worden de inhoudelijke en strategische uitgangspunten en doelstellingen van het beleid verwoord. Het cluster visie telt vijf beleidsvragen. Vraag 1: Wat is de aanleiding binnen uw gemeente om integraal veiligheidsbeleid te ontwikkelen? Allereerst is het van belang om de aanleiding(en) te benoemen. Dit maakt namelijk duidelijk voor welke problemen het integraal veiligheidsbeleid in ieder geval een oplossing moet bieden. Het is ook mogelijk dat er geen directe problemen spelen die de aanleiding vormen. De aanleiding kan dan zijn dat de raad een motie heeft aangenomen om veiligheidsbeleid te ontwikkelen of dat er op ambtelijk niveau de wens bestaat dit beleid integraal op te pakken. De aanleiding moet bij vraag 2 vertaald worden in een doelstelling. Enkele voorbeelden van aanleidingen zijn: - Uit bronnen, zoals cijfers van de politie of een enquête onder de bevolking, blijkt dat de objectieve en/of subjectieve onveiligheid in de gemeente toeneemt en dat het huidige beleid daar onvoldoende antwoord op heeft. - De constatering dat het veiligheidsbeleid slechts een beperkt aantal onderwerpen beslaat en andere onderwerpen daardoor te weinig of geen aandacht krijgen. - Nieuwe ontwikkelingen op landelijk niveau, die vragen om extra aandacht voor het lokale veiligheidsbeleid of voor specifieke onderwerpen daarbinnen. - Het besef dat de samenwerking met de externe partners verbeterd zou kunnen worden en dat hun input voor het gemeentelijk beleid wenselijk is. Vraag 2: Wat is uw strategische doelstelling? De strategische doelstelling is een doelstelling op hoofdlijnen die meestal geldt voor de langere termijn. De formulering is dan ook vrij algemeen; de doelstelling hoeft niet meetbaar te zijn. De strategische doelstelling wordt bij beleidsvragen 10 tot en met 15 uitgewerkt in concrete, meetbare doelstellingen die de beoogde effecten van het beleid beschrijven. De strategische doelstelling kan gebaseerd worden op relevante passages uit het raads- en collegeprogramma en kan eventueel worden aangevuld door de werkgroep. Voorbeelden van strategische doelstellingen zijn: - Vitale, leefbare wijken waarin alle generaties bewoners zich veilig voelen en bereid zijn de veiligheid te bevorderen. - Duurzame sociale en fysieke veiligheid op de terreinen wonen, werken en recreëren, te bereiken door effectieve samenwerking van alle verantwoordelijke lokale partners; partners nemen hun verantwoordelijkheid en spreken elkaar daarop aan. - Een beweeglijke, alerte gemeenschap die blijvend werk maakt van veiligheid en waarin publieke en pri- 40

42 BELEIDSVRAGEN vate partijen elkaar bijstaan en versterken in het op peil houden van de subjectieve en objectieve veiligheid. - Een breed besef van veiligheid onder alle lagen van de bevolking, als gevolg waarvan de sterke kanten van de gemeenschap tot uitdrukking kunnen komen en men er graag woont en werkt. - Terugdringing van verschijnselen als overlast en inbraken door zowel de negatieve aspecten te bestrijden als de oorzaken van deze verschijnselen aan te pakken; benutting daarbij van de aangrijpingspunten op alle gemeentelijke beleidsterreinen en in het bijzonder de mogelijkheden van bewoners en ondernemers. Vraag 3: Welke uitgangspunten hanteert u bij de ontwikkeling en uitvoering van het integraal veiligheidsbeleid? In de uitgangspunten beschrijft u welke principes en leidraden gehanteerd worden voor het integraal veiligheidsbeleid. Enkele van deze punten zijn in de startnotitie al verwoord, zoals de noodzaak om interne en externe partners te betrekken, de vorm waarin dat gebeurt en de frequentie waarmee het beleid wordt geactualiseerd. Andere uitgangspunten kunnen betrekking hebben op de rol die de gemeente wil spelen, de manier waarop de gemeente de regierol in wil vullen, de sturing die de gemeente wil geven aan het politiebeleid en de invloed van Rijks-, provinciaal en regionaal beleid op het gemeentelijke integraal veiligheidsbeleid. Vraag 4: Wie zijn uw strategische veiligheidspartners? In de visie wordt benoemd welke interne en externe partners van strategisch belang zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van het integraal veiligheidsbeleid. Een strategische partner is een onmisbare partner bij het uitvoeren van veiligheidsbeleid. Strategische partners bevinden zich zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie. Binnen de organisatie gaat het bijvoorbeeld om de afdelingen welzijn, milieu en ruimtelijke ontwikkeling. Externe strategische partners zijn bijvoorbeeld de politie, de brandweer, de welzijnsorganisatie maar ook bewoners en ondernemers. De meeste of zelf alle strategische partners zullen deel uitmaken van de werkgroep. Bij de beantwoording van deze beleidsvraag noemen zij dus vooral zichzelf. Het kan zijn dat een strategische partner nog niet deelneemt aan de werkgroep. Dan moet worden besloten of die partner alsnog wordt uitgenodigd. Ook kan het zijn dat een van de aanwezige partijen niet als strategisch wordt gekwalificeerd door de andere partijen. Dit behoeft op zichzelf geen probleem te zijn, als er maar duidelijke argumenten worden uitgewisseld. Over die argumenten is een vruchtbare discussie mogelijk. Het feit dat een deelnemer geen strategische partner is, hoeft deelname aan de werkgroep niet in de weg te staan. Ondernemers en bewoners zijn onmisbare dus strategische partners. Dit vloeit voort uit hun verantwoordelijkheden, belangen en mogelijkheden: ze zitten vaak dicht op het probleem, hebben er dagelijks mee te maken en hebben er een bijzondere affiniteit mee. Bovendien beschikken private partijen soms over middelen die niet op dezelfde wijze kunnen worden vrijgemaakt en besteed door publieke partijen. Publiek-private samenwerking is daarom een belangrijke optie op deelterreinen van veiligheid. Voorbeelden van interne strategische partners zijn: - brandweer (gemeentelijke brandweer) - welzijn/ jeugdbeleid - onderwijsbeleid - milieu - ruimtelijke ordening - verkeer - economie 41

43 Externe partners die in uw gemeente een strategische rol kunnen spelen zijn: - brandweer (regionale brandweer) - politie - welzijnsinstellingen - scholen - woningcorporaties - ondernemers - bewoners - bewonersorganisaties, zelforganisaties - OM -. Vraag 5: Welke flankerende beleidsprocessen spelen een rol in uw veiligheidsbeleid? Met het benoemen van de strategische partners heeft u al enkele flankerende beleidsprocessen benoemd. Het gaat dan om beleid van andere gemeentelijke afdelingen, zoals jeugdbeleid, maar ook om het beleid van externe partners, zoals de politie en woningcorporaties. Daarnaast is het van belang te beschrijven welk regionaal, provinciaal en Rijksbeleid doorwerkt in het beleid van de gemeente. Flankerende beleidsprocessen zijn bijvoorbeeld: - jeugdbeleid - lokaal horecabeleid - prostitutiebeleid - handhavingsbeleid/-programma - beleidsplannen van politie en OM - beleid van de provincie - beleid van de ministeries van BZK en Justitie 2. Veiligheidsanalyse Om het beleid op maat te kunnen maken voor de gemeente, is een goed beeld van de uitgangssituatie nodig. Welke veiligheidsproblemen spelen binnen de gemeente? Wat wordt daar reeds aan gedaan door welke partijen? Wat kan er nog extra worden gedaan? De analyse van de uitgangssituatie is het fundament van uw beleid. Zonder goede analyse van de uitgangssituatie is geen maatwerk mogelijk, kunnen mogelijkheden van partijen niet goed benut worden en is optimalisering van de veiligheid in uw gemeente niet waarschijnlijk. De analyse van de uitgangssituatie kent drie componenten. Die worden behandeld in de beleidsvragen 6 t/m 8. De componenten zijn: - overzicht van de aantastingen van de veiligheid; - overzicht van de lopende aanpak; - vergelijking van bedreigingen en aanpak: waar zitten de witte vlekken ofwel omissies? Een handig hulpmiddel bij de analyse van de uitgangssituatie is het stramien veiligheidsanalyse dat als flankerend instrument bij deze handreiking is ontwikkeld. Dit instrument staat op de cd-rom bij deze handreiking. Het stramien bevat een overzichtelijk stappenplan voor de veiligheidsanalyse en een format waarin u de informatie per veiligheidsthema kunt invullen. De werkwijze zoals in het stramien beschreven, sluit aan bij de aanwijzingen bij de beleidsvragen 6 tot en met 8 (zie hierna). Ook kunt u zich oriënteren op de lijst van gemeentelijke veiligheidsthema s in Deel C van deze handreiking. Rondom deze 30 thema s dient u de beleidsvragen 6 t/m 8 te beantwoorden. Met elkaar geven deze thema s invulling aan het begrip veiligheid in het kader van gemeentelijk veiligheidsbeleid. Ze staan centraal in de veiligheidsanalyse en vormen als het ware het raster daarvan. Overigens is het niet zo dat u op alle 30 thema s omissies moet constateren en nieuw beleid moet ontwikkelen. Uit de analyse kan immers blijken dat zich op bepaalde thema s geen problemen voordoen of dat de huidige maatregelen volstaan om het probleem aan te pakken. Een analyse van alle thema s is echter wenselijk om ook de knelpunten op tafel te krijgen die niet in het oog springen of waarvan men te gemakkelijk aanneemt dat er toch niets aan te veranderen is. 42

44 BELEIDSVRAGEN Het is van belang te beseffen dat het gaat om een gemeentelijke veiligheidsanalyse, dus een analyse met een beleidsmatig karakter. Het gaat er duidelijk niet om enkel de beschikbare cijfers over veiligheid onder elkaar te zetten en daaruit de prioriteiten af te leiden. De veiligheidsanalyse zoals hier uitgewerkt maakt inzichtelijk welke inhoudelijke accenten gemist worden in de aanpak maar ook welke actoren nog niet betrokken worden, welke samenwerkingsverbanden nog niet zijn aangegaan en welke landelijk voorhanden instrumenten nog niet benut worden. De uitkomsten van de analyse vormen een gedegen, veelzijdige basis voor het nieuwe beleid. Vraag 6: Hoe is de veiligheidssituatie momenteel in de gemeente? Het beantwoorden van deze vraag leidt tot een beschrijving van de objectieve en subjectieve (on)veiligheid in uw gemeente rond de 30 veiligheidsthema s. U verzamelt per veiligheidsthema informatie uit o.a. politierapportages, enquêtes en (klachten)registraties. Daarnaast wint u (kwalitatieve) informatie in bij collega-ambtenaren en externe partners. U vergelijkt de informatie waar mogelijk met andere jaren, om trends en ontwikkelingen te kunnen signaleren. Ook is vergelijking met gegevens van andere gemeenten nuttig. Dit kunnen gemeenten zijn in de regio of gemeenten van gelijke grootte of gemeenten met een soortgelijke bevolkingssamenstelling. Bronnen zijn onder meer: - driemaands- en twaalfmaandsrapportages van de politie - gemeentelijke veiligheidsmonitor - registraties van andere organisaties - politiemonitor en andere enquêtes - aangiftecijfers Verder kunnen kwalitatieve bronnen gebruikt worden, als directe bron en/of als aanknopingspunt voor verdere informatieverzameling: - kwalitatieve observaties van uiteenlopende sleutelfiguren - signalen in de media - signalen van bewoners Het totaalbeeld van de situatie per veiligheidsthema geeft u weer in een korte, samenhangende beschrijving met mogelijk enkele highlights. De beschrijving zal deels kwalitatief en deels kwantitatief van aard zijn. U kunt daarbij gebruik maken van het format in het stramien veiligheidsanalyse. Voor een goede behandeling van deze vraag door de werkgroep is voorbereiding onmisbaar. De ambtenaar veiligheidsbeleid kan daarbij het voortouw nemen. Hij kan vooraf de benodigde documentatie verzamelen en bestuderen, gesprekken voeren, een eerste analyse plegen en de gegevens vastleggen in het stramien veiligheidsanalyse. Het resultaat van deze voorbereiding stuurt hij voorafgaand aan de bijeenkomst aan de andere leden van de werkgroep. In de vergadering leveren zij hun commentaar, worden aanvullingen opgenomen en ontstaat gaandeweg een totaalbeeld. Vraag 7: Op welke manier wordt er momenteel aan veiligheid gewerkt? Naast de feitelijke onveiligheid (vraag 6) moet ook de huidige aanpak van de gemeentelijke veiligheidsthema s beschreven worden. Dit betreft het geheel van maatregelen, projecten en instrumenten rond deze thema s. 43

45 Deze vraag heeft betrekking op de aanpak van het lokale veiligheidsbeleid door alle relevante partijen. Het gaat dus om acties van gemeente en politie, maar ook van instellingen, bewoners en ondernemers. De volgende vragen kunnen als leidraad dienen: - Welke inhoudelijke accenten staan centraal in het beleid? - Welke partijen spelen een rol? - Welke samenwerkingsverbanden zijn aangegaan? - Welke intergemeentelijke of regionale samenwerking is aan de orde? - Welke projecten en maatregelen worden uitgevoerd? - Welke prioriteit wordt reeds aan het thema gegeven? (bijvoorbeeld in het kader van handhavingsbeleid of regionaal politiebeleid) - Welke instrumenten worden benut? Het is de kunst al deze ingrediënten in een kernachtig, samenhangend geheel te gieten. Dit geeft een duidelijk beeld van de aanpak van de thema s zonder dat de beschrijving te gedetailleerd en omvattend wordt. Ook bij deze vraag ligt het voor de hand de ambtenaar integrale veiligheid de voorbereiding te laten doen. Het beschrijven van de huidige aanpak vraagt immers heel wat informatievergaring en -verwerking. De resultaten kunnen weer worden vastgelegd in het stramien veiligheidsanalyse of in een ander overzichtelijk format. De leden van de werkgroep ontvangen het resultaat van het voorwerk voorafgaand aan de sessie. In de vergadering leveren zij hun commentaar. Vraag 8: Welke omissies zijn er in de aanpak rond de veiligheidsthema s? De derde stap in de analyse van de veiligheidssituatie is de vergelijking tussen de bedreigingen/feitelijke onveiligheid (vraag 6) en de lopende aanpak (vraag 7). Deze vergelijking kan de omissies in de aanpak aan het licht brengen. Deze vergelijking moet voor elk veiligheidsthema gemaakt worden. De omissies in de aanpak kunnen heel verschillend van karakter zijn. Kenmerkend is dat het evidente gebreken in de aanpak zijn ofwel mogelijke extra (nieuwe) beleidsaccenten. De mogelijke extra beleidsaccenten die u vaststelt, hebben bijvoorbeeld betrekking op: - een oorzaak van het veiligheidsprobleem die u nog niet onderkend had of nog niet beleidsmatig in verband gebracht had met uw veiligheidsaanpak - de kwaliteit van de afstemming tussen lopende projecten - interne en externe partijen die betrokken kunnen worden - mogelijke samenwerkingsverbanden - mogelijk te benutten instrumenten - nieuwe typen maatregelen en projecten De ambtenaar integrale veiligheid kan een eerste analyse maken van de omissies in de aanpak rond thema s. Hij doet dit in het verlengde van zijn informatieverzameling rond bedreigingen en huidige aanpak. De resultaten legt hij vast in het stramien veiligheidsanalyse of in een ander format. De werkgroepleden ontvangen zijn bevindingen voor de bijeenkomst per mail. In de vergadering vindt de discussie plaats over extra beleidsaccenten en worden aanvullingen gedaan. NB: De ambtenaar integrale veiligheid bereidt telkens de concept beantwoording voor van de beleidsvragen 6 t/m 8. Daarbij kan hij gebruik maken van het stramien veiligheidsanalyse. Het ligt voor de hand dat hij de voorbereiding van deze drie vragen in een keer doet en het omvattende resultaat met de werkgroep bespreekt. Op deze manier is het ook uitgewerkt in het stramien veiligheidsanalyse. 44

46 BELEIDSVRAGEN 3. Prioriteiten van het beleid Op basis van de veiligheidsanalyse kan de werkgroep de raad een voorstel doen voor het vaststellen van prioriteiten. Het document over de veiligheidsanalyse gaat samen met dit voorstel naar de raad. Die bepaalt uiteindelijk zelf wat de prioriteiten zullen zijn. Dat gebeurt in stap 5 van het 12 stappenplan. Vraag 9: Wat zijn de prioriteiten van uw veiligheidsbeleid? De werkgroepleden bereiden het antwoord op deze vraag weer zelfstandig voor. Tijdens de bijeenkomst met de werkgroep worden verschillende opties naast elkaar gelegd en wordt toegewerkt naar een lijst met prioriteiten. Voor een vruchtbare gedachtewisseling is het van belang dat de werkgroepleden ook aangeven waarom ze aan bepaalde items prioriteit geven. Daarbij kunnen verschillende overwegingen een rol spelen. Andere werkgroepleden kunnen deze overwegingen overnemen of daar weer andere tegenoverstellen. De criteria en argumenten die uiteindelijk meewegen bij het bepalen van de prioriteiten, kunnen worden opgenomen in het advies aan de raad. De raad krijgt hierdoor een beter inzicht in de achtergrond van de prioriteiten. Criteria voor het bepalen van prioriteiten Verschillende overwegingen kunnen een rol spelen bij het bepalen van prioriteiten. Enkele criteria zijn: - Duurzaamheid van een verschijnsel: Een veiligheidsprobleem kan zich al jaren voordoen; het is nu tijd er werkelijk iets aan te doen. - Wettelijke plicht/taak van gemeente: De aanpak van een probleem kan voortvloeien uit een taak van de gemeente. Een voorbeeld hiervan is de controle van de gebruiksvergunningen. - Maatschappelijke impact van een probleem: Een veiligheidsprobleem kan een grote impact hebben in de lokale gemeenschap. De aanpak daarvan is dan wenselijk, ook als het probleem objectief een beperkte omvang heeft. 4. Uitwerking van de aanpak Nadat de raad prioriteiten heeft bepaald, kan de werkgroep de concrete aanpak van de veiligheid gaan uitwerken. De uitwerking richt zich eerst op de prioriteiten, daarna op de overige aspecten binnen de veiligheidsvelden. Deze overige aspecten kunnen maatregelen zijn die al liepen en nu worden doorgezet. Het kunnen ook nieuwe items zijn die geen prioriteit hebben gekregen. Het is wenselijk om eerst de prioriteiten uit te werken, daarna pas de rest van de aanpak binnen de veiligheidsvelden. Hierdoor worden de prioriteiten in elk geval goed uitgewerkt, ongeacht op welk veld ze liggen. Ze kunnen dan goed voorzien worden van acties en de daarbij behorende capaciteit en middelen. Als de uitwerking bij de velden start, kan het zijn dat prioriteiten die later in beeld komen niet meer de uitwerking krijgen die ze nodig hebben. Het is immers niet mogelijk alles met volle inzet te doen. Het is belangrijk dat de uitwerking van prioriteiten en velden evenwichtig en samenhangend plaatsvindt. Aan iedere prioriteit en ieder veld moet voldoende aandacht worden geschonken. Ook moeten dwarsverbanden worden gelegd tussen velden/thema s, zodat thema s niet meerdere keren worden uitgewerkt. Voorbeeld vandalisme: een lastig onderwerp Een onderwerp waar alertheid op samenhang duidelijk nodig is, is vandalisme. Dit kan onder twee veiligheidsvelden geschaard worden: - veilige woon- en leefomgeving: hier is vandalisme een van de thema s; - jeugd en veiligheid: hieronder vallen overlast gevende jeugdgroepen. De werkgroep moet hier een heldere keuze maken voor een van de velden en zich vervolgens rekenschap blijven geven van de overlap die er bestaat. Het is ook mogelijk bij veilige woon- en leefomgeving de verschijningsvorm van vandalisme te behandelen. De analyse van de daders van vandalisme komt dan bij jeugd en veiligheid aan bod. 45

47 Vraag 10: Welke aanpak kiest u per prioriteit? De uitwerking van de aanpak gebeurt hier niet op detailniveau. De werkgroep kernbeleid werkt immers toe naar een kadernota integrale veiligheid; deze nota verwoordt de hoofdlijnen van het beleid en heeft een strategisch karakter. De werkgroep bepaalt in dit stadium per prioriteit: - de beoogde effecten van de aanpak; - de accenten qua maatregelen en instrumenten; - de betrokken partijen. Per prioriteit ontstaat een beeld op hoofdlijnen van hoe de aanpak eruit kan zien. Het zicht op de beoogde effecten vormt telkens het vertrekpunt: van hieruit wordt bepaald wat er moet gebeuren en welke partijen daaraan kunnen bijdragen. Hoe die bijdrage er precies uitziet, hoeft hier nog niet te worden vastgesteld. Duidelijkheid over de beoogde effecten is ook van belang om na verloop van tijd te kunnen bepalen of wat beoogd werd ook bereikt is. Het expliciteren van beoogde effecten maakt beleid meetbaar. Het is mogelijk dat de raad bij het vaststellen van zijn prioriteiten (in stap 5) ook al beoogde effecten heeft bepaald. Deze kunnen dan worden overgenomen door de werkgroep. Voorbeeld: aanpak overlastgevende jeugdgroepen In gemeente X ( inwoners) is sprake van tien groepen overlast gevende jongeren. De jongeren zijn veelal tussen de 12 en 18 jaar oud. Ze veroorzaken geluidsoverlast, plegen vernielingen, zijn intimiderend aanwezig en vervuilen de openbare ruimte, o.a. met bierblikjes. Veel ouderen voelen zich onveilig door de aanwezigheid van de jongeren. Een feit is dat er weinig voorzieningen voor de jongeren zijn. Er zijn drie hangplekken en er is op twee middagen een jongerensoos in twee wijkcentra. Deze voorzieningen worden matig gebruikt. De uitwerking van deze prioriteit zou er als volgt uit kunnen zien: Beoogde effecten: - minder geluidsoverlast en vervuiling - afname vernielingen - toename veiligheidsgevoel ouderen Accenten qua maatregelen en aanpak: - evaluatie voorzieningen, in samenspraak met jongeren - verbetering voorzieningen - gestructureerder toezicht wijkagenten - contact tussen jong en oud faciliteren - contact houden met omwonenden/ouderen Betrokken partijen: - afdeling welzijn - wijk- en buurtwerk - welzijnsorganisatie - politie - opbouwwerk - jongeren - ouderen/omwonenden Het is aan de werkgroep voor elke prioriteit een goed samenstel van partijen te bedenken. Daarbij mogen best onorthodoxe keuzes gemaakt worden. Zowel publieke als private partijen kunnen een rol spelen. Goed overwogen moet worden hoe partijen elkaar kunnen aanvullen en welke bijzondere mogelijkheden zij hebben. 46

48 BELEIDSVRAGEN Bijzondere mogelijkheden van partijen - Maatschappelijke organisaties: Sportverenigingen, kerkgenootschappen en imams beschikken over uitgebreide netwerken en een schat aan informatie. Daarbij staan ze in een heel bijzondere relatie met tal van individuen, waardoor ze heel effectief kunnen zijn in het aanpakken of verkleinen van veiligheidsproblemen. - Bewoners: De bijdrage van bewoners dringt niet alleen het objectieve probleem terug, maar verhoogt ook de subjectieve veiligheid. Actieve betrokkenheid bij de aanpak van veiligheidsproblemen geeft bewoners een gevoel van controle over de eigen situatie; dit is bevorderlijk voor het veiligheidsgevoel. Daarnaast kunnen bewoners veel betekenen bij de aanpak van problemen die dichtbij huis liggen, zoals verloedering, overlast en vandalisme. Vaak speelt gebrek aan sociale controle een rol. Een meer actieve inbreng van bewoners kan veel kleine(re) problemen voorkomen. - Ondernemers: Ondernemers hebben vaak een gezamenlijk belang bij veiligheid in de omgeving van bedrijven, bijvoorbeeld in een winkelcentrum of op een bedrijventerrein Gezamenlijk kunnen zij initiatieven ontplooien of ondersteunen gericht op de veiligheid. Daarnaast zijn zij partner bij tal van veiligheidsproblemen waarbij op enigerlei wijze bedrijvigheid een rol speelt. Voorbeelden zijn veiligheid rond uitgaan, rond toerisme en rond evenementen. De ondernemers hebben een eigen verantwoordelijkheid voor de veiligheid rond hun bedrijf en kunnen maatregelen treffen om die veiligheid te vergroten. De uitwerking van de prioriteiten gebeurt hier zoals gezegd op hoofdlijnen. De invulling bij elke prioriteit op de drie genoemde punten is dus tamelijk beknopt. Maar in die beknopte uitwerking kan wel een visie neergelegd worden en kunnen vernieuwende accenten en ongebruikelijke partners worden benoemd. Vraag 11: Wat is uw aanpak op het veld veilige woon- en leefomgeving? Naast de prioriteiten van het beleid zijn er nog andere items binnen de vijf veiligheidsvelden die een plaats krijgen in de kadernota. Deze andere lijnen binnen de veiligheidsvelden zijn in principe al benoemd in de veiligheidsanalyse bij vraag 7 en 8. Bij de vragen 11 t/m 15 gaat het erom de lijnen op te voeren die, naast de prioriteiten, zeker moeten worden opgenomen in het beleid. Net als bij de uitwerking van de prioriteiten (vraag 10) wordt de aanpak rond deze andere lijnen niet op detailniveau beschreven. Bij het beantwoorden van vraag 11 t/m 15 worden per veiligheidsveld de volgende punten beknopt uitgewerkt: - Ambitie: De kadernota geldt voor een meerjarige periode. Bij de ambitie gaat het er dus om wat verder vooruit te blikken. Tegelijk moet de omschrijving zodanig concreet zijn dat duidelijk wordt wat er feitelijk wordt nagestreefd en wat de beoogde effecten zijn. Op deze manier wordt het beleid meetbaar. - Prioriteiten: De prioriteiten die hiervoor al zijn uitgewerkt en die binnen het veiligheidsveld vallen, worden hier kort genoemd. - Andere hoofdlijnen van de aanpak: Hier staan de andere lijnen die doorgezet of opgepakt moeten worden. Ze worden kort en alleen op hoofdlijnen omschreven. In principe zijn deze punten al benoemd in de veiligheidsanalyse bij vraag 8. - Benodigde wijkaanpak: Nagegaan wordt of de aanpak op het veld verbijzonderd moet worden naar het wijkniveau. - Interne en externe partners: Er wordt een overzicht gegeven van de interne en externe partners waarmee samengewerkt wordt op het veiligheidsveld. - Intergemeentelijke of regionale samenwerking: De eventueel benodigde intergemeentelijke of regionale samenwerking wordt kort gekarakteriseerd. Op veel terreinen is deze samenwerking 47

49 goed mogelijk of reeds aan de orde. Denk hierbij aan de regionale brandweer, BIBOB en huiselijk geweld. Het is zaak dit soort processen en structuren te benutten voor zover dit logisch is. - Raming benodigde middelen en capaciteit (voor zover mogelijk): Een precieze raming is in dit stadium niet mogelijk omdat de aanpak slechts op hoofdlijnen bekend is. Indien de raad al een budget voor integraal veiligheidsbeleid heeft vastgesteld, kan dit bedrag grofweg worden verdeeld over de veiligheidsvelden. Ook kan de werkgroep zich oriënteren op oude begrotingen van de veiligheidsvelden. Een precieze begroting maakt onderdeel uit van het uitvoeringsprogramma, dat op basis van de kadernota wordt opgesteld. De werkgroep buigt zich over deze aspecten van de aanpak van het veld veilige woon- en leefomgeving en komt gezamenlijk tot een invulling. De ambtenaar integrale veiligheid kan vooraf met name de andere lijnen van de aanpak en de benodigde middelen en capaciteit in kaart brengen. Enkele mogelijke elementen van de ambitie zijn de volgende: - versterking sociale cohesie en buurtnetwerken - participatie door bewoners - afname van huiselijk geweld - toename veiligheidsgevoel Mogelijke hoofdlijnen van de aanpak zijn: - betrekken bewoners - bevordering oprichting bewonersorganisaties - faciliteren van buurtbeheerorganisaties - fysieke maatregelen; verbetering groen, verlichting, inrichting openbare ruimte - toezicht - voorzieningen voor ouderen - samenwerking tussen wijkprofessionals De partners die u bij de aanpak op het gebied van veilige woon- en leefomgeving kunt betrekken zijn heel divers. Bij alle thema s is de politie van belang. Voor de aanpak van overlast tussen bewoners/botsende leefstijlen; verloedering/kwaliteit woonomgeving en onveiligheidsgevoelens zijn verder relevant: - gemeentewerken/ groenvoorziening - wijkbeheer - afdeling welzijn/samenleving - afdeling wonen - woningbouwvereniging - opbouwwerk - ouderenwerk - Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) - instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) - bewonersorganisaties en zelforganisaties Convenant met GGZ-instellingen: voorbeeld gemeente Venray De regierol van de gemeente bestaat onder andere uit het stimuleren van samenwerking tussen uitvoerende organisaties. Dit is extra lastig wanneer het gaat om instellingen waar geen directe relatie mee is, zoals bijvoorbeeld instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ). In Venray is een dergelijke samenwerking tot stand gekomen tussen de politie en de GGZ-instelling. De samenwerking is bedoeld om de tijd die verwarde personen/psychiatrische patiënten in de politiecel doorbrengen in afwachting van inbewaringstelling (IBS) te beperken. Een werkgroep bestaande uit GGZ-instellingen, politie, ambulancevervoer en gemeente heeft een convenant gemaakt. Er wordt gezocht naar een oplossing in de vorm van een plek buiten het politiebureau voor de eerste acute opvang van psychiatrische patiënten/verwarde personen. Waarschijnlijk wordt dit gerealiseerd binnen de psychiatrische instelling die Venray heeft. Het is vervolgens ook de zorg van de gemeente om de maatschappelijke opvang (o.a. nachtopvang en bemoeizorg) voor de niet acute gevallen op orde te hebben. Deze zorg wordt opgepakt vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). 48

50 BELEIDSVRAGEN Op het gebied van huiselijk geweld zijn, naast de afdeling openbare orde en veiligheid en de politie vooral relevant: - afdeling zorg/welzijn - afdeling maatschappelijk opvang/vrouwenopvang - Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) - GGD - instellingen voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang - Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) - instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) - huisartsen - Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) Bij de aanpak van geweld op straat, woninginbraak, voertuigcriminaliteit en overige veelvoorkomende voorkomende vormen van criminaliteit zijn de belangrijkste partners: - Openbaar Ministerie - reclassering - woningbouwverenigingen - toezichthouders van gemeente - afdeling communicatie En bij drugs- en alcoholoverlast zijn dat: - afdeling vergunningverlening en handhaving - verslavingszorg - ondernemers (horeca) - instellingen voor ambulante verslavingszorg - instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) - woningbouwvereniging - Openbaar Ministerie Vraag 12: Wat is uw aanpak op het veld bedrijvigheid en veiligheid? Ook voor dit veld bepaalt de werkgroep op hoofdlijnen de invulling van de genoemde aspecten van de aanpak. Mogelijke elementen van de ambitie zijn: - versterking participatie ondernemers in het beleid - duidelijke onderkenning eigen verantwoordelijkheid ondernemers - duurzame betrokkenheid van/afstemming met lokale ondernemers Mogelijke hoofdlijnen van de aanpak zijn: - publiek-private samenwerking rond winkelcentra, bedrijventerreinen, uitgaansgebieden - toezichtsarrangementen publiek domein - instellen van publiek-private overleggen - bevordering zelforganisatie door ondernemers De partners die u bij de aanpak op de thema s van het veld bedrijvigheid en veiligheid kunt betrekken zijn: Intern: - afdeling economische zaken - afdeling vergunningverlening en handhaving - afdeling communicatie en voorlichting - toezichthouders van de gemeente Keurmerk Veilig Ondernemen op de warenmarkt: voorbeeld gemeente Apeldoorn De Apeldoornse markt is de eerste markt in Nederland die zich heeft aangemeld voor het Keurmerk Veilig Ondernemen Warenmarkt. Hierin werken vertegenwoordigers van de ambulante handel, gemeente, politie en brandweer samen. Om de problemen en de onveiligheidsgevoelens te inventariseren is zowel bij de marktondernemers als bij het publiek een enquête gehouden. Vervolgens is een actieplan opgesteld, met een aantal concrete maatregelen, zoals: - cursus Veilig werken op de markt voor marktondernemers - beter wegwerken van elektriciteitskabels - marktmeesters en politie zijn beter bereikbaar - betere verwijzing naar (gratis) fietsstallingen - tips om zakkenrollerij te voorkomen - voorlichting over brandwerende zeilen voor marktkramen - beter vrijhouden van paden i.v.m. bereikbaarheid brandweer 49

51 Extern: - politie - ondernemersverenigingen/bedrijvenverenigingen - particuliere beveiligingsbedrijven - bewonersorganisaties - Kamer van Koophandel - Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Specifiek voor het thema uitgaan/horeca zijn daarnaast van belang: - horeca-ondernemers - instellingen voor ambulante verslavingszorg - GGD - sportverenigingen Bij de aanpak rond toerisme en onveiligheid moeten ook eigenaren van hotels en campings en de recreatieschappen betrokken worden. En bij grootschalige evenementen zijn relevante partners: - evenementenorganisatoren (o.a. grote (prof)- voetbalverenigingen) - instellingen voor ambulante verslavingszorg - GGD - Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) Vraag 13: Wat is uw aanpak op het veld jeugd en veiligheid? Mogelijke elementen van de ambitie op dit veiligheidsveld zijn: - vermindering overlast jeugd - aanpak jeugdcriminaliteit - maatschappelijke participatie probleemjongeren Mogelijke elementen van de aanpak zijn: - verbetering voorzieningen - toeleiding naar werk/stageplaatsen - sluitende aanpak - participatie jeugd in beleidsvorming Voorbeeld: uitwerking aanpak jeugd en veiligheid We zijn weer in dezelfde gemeente X als in het voorbeeld bij vraag 10. Naast overlast gevende jeugdgroepen, is er ook sprake van een beperkt aantal problematische (harde kern)jongeren, onveilige verkeerssituaties rond basisscholen en overlast rond de lokale cafés en disco. De overlast rond de cafés en disco is de laatste jaren verminderd. Het aantal problematische jongeren is ook afgenomen. Ambitie: - vermindering overlast jeugd in de wijken - begeleiden van problematische jongeren - prettig uitgaan zonder overlast en overmatig alcoholgebruik - veilig in en rond de school Prioriteit: - aanpak overlast gevende jeugdgroepen door verbetering voorzieningen, gestructureerder toezicht van wijkagenten, contact tussen jong en oud en contact met omwonenden en ouderen Andere hoofdlijnen van de aanpak: - aanpak problematische jongeren door voortzetting van leer-werktrajecten en case-overleg van betrokken partijen - aanpak overlast rond horeca via voortzetting van het horecaconvenant - aanpak onveilige verkeerssituaties rond scholen door afspraken met scholen te maken, het opstellen van schoolveiligheidsplannen te bevorderen en verkeerskundige maatregelen te treffen rond de scholen Benodigde wijkaanpak: - bij de aanpak van de overlast gevende jeugdgroepen Interne en externe partners: - interne partners: afdelingen jeugdbeleid en welzijn, wijkbeheer, sociale zaken, gemeentewerken, leerplichtambtenaar, communicatie en voorlichting - externe partners: politie, jongerenwerk/welzijnsorganisatie, opbouwwerk, scholen, schoolmaatschappelijk werk, bureau jeugdzorg, horecaondernemers, overige ondernemers, bewonersorganisaties 50

52 BELEIDSVRAGEN Intergemeentelijke of regionale samenwerking: - met buurgemeente Y, in verband met de aanzuigende werking van de horeca van de gemeente X op de jeugd van de gemeente Y Raming benodigde middelen en capaciteit (voor zover mogelijk): - Niet gespecificeerd De partners die u bij de diverse thema s op het gebied van jeugd en veiligheid kunt betrekken zijn: Intern: - afdeling welzijn/ jeugdbeleid - wijkbeheer - toezichthouders van de gemeente - afdeling sociale zaken/sociale dienst - gemeentewerken (groenvoorziening e.d.) - leerplichtambtenaar - afdeling communicatie en voorlichting Extern: - politie - jongerenwerk - scholen (voortgezet onderwijs en basisonderwijs) - schoolmaatschappelijk werk - bureau jeugdzorg - GGD - bureau Halt - sportverenigingen - Openbaar Ministerie - opbouwwerk - woningbouwvereniging - horeca-ondernemers - bewonersverenigingen en zelforganisaties - ouders - jongeren zelf Als het specifiek gaat over het gebruik van alcohol en drugs door jeugd, zijn ook de instellingen voor ambulante verslavingszorg een belangrijke partner. Vraag 14: Wat is uw aanpak op het veld fysieke veiligheid? Mogelijke elementen van de ambitie op dit veiligheidsveld zijn: - geen overschrijdingen toegestane risiconiveaus meer tolereren - brandveiligheid uitgaansgelegenheden optimaliseren - voorbereiding op rampenbestrijding optimaliseren Mogelijke elementen van de aanpak zijn: - sanering bedrijven met gevaarlijke stoffen versneld doorvoeren - transport gevaarlijke stoffen routeren - consequente/intensieve controle gebruiksvergunningen - deelplannen voorbereiding op rampenbestrijding actualiseren/operationaliseren De partners die u bij de aanpak op het gebied van fysieke veiligheid kunt betrekken zijn: Intern: - afdeling milieu - afdeling ruimtelijke ordening - afdeling crisisbeheersing - brandweer - afdeling communicatie Extern: - Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) - bewonersorganisaties Voor verkeersveiligheid zijn verder van belang: - afdeling verkeer - provincie - hoogheemraadschap - rijkswaterstaat 51

53 Bij de brandveiligheid van gebouwen heeft u ook te maken met: - afdeling bouw en woningtoezicht - afdeling vergunningverlening en handhaving Specifiek voor de risico s van gevaarlijke stoffen/ externe veiligheid zijn van belang: - afdeling milieu - ProRail - afdeling vergunningverlening en handhaving - GGD (medische milieukundigen) - waterschap/ hoogheemraadschap Bij de risico s van natuurrampen heeft u te maken met: - waterschap/ hoogheemraadschap - recreatieschappen En bij de risico s van infectieziekten: - GGD (infectieziektenbestrijding) - ziekenhuizen Vraag 15: Wat is uw aanpak op het veld integriteit en veiligheid? Mogelijke elementen van de ambitie op dit veiligheidsveld zijn: - alertheid op radicalisering die zich mogelijk tot terrorisme ontwikkelt - georganiseerde criminaliteit waar mogelijk hinderen/tegenhouden - preventie van facilitering van de criminaliteit - optimalisering van bestuurlijke integriteit Mogelijke elementen van de aanpak zijn: - deskundigheidsbevordering voor professionals over radicalisering - opzetten van een informatiehuishouding omtrent radicalisering - intensieve handhaving van verdachte personen/panden/bedrijven - BIBOB-wet implementeren - randvoorwaarden voor BIBOB binnen organisatie creëren - kritische vergunningverlening, subsidies, aanbestedingen - integriteitsprotocol voor bestuurders en ambtenaren De partners die u bij de aanpak op het gebied van integriteit en veiligheid kunt betrekken zijn: Intern: - afdeling communicatie en voorlichting Extern: - politie - Openbaar Ministerie - bureau BIBOB Bij organisatiecriminaliteit en georganiseerde criminaliteit kunt u daarnaast de volgende partners betrekken: - afdeling vergunningverlening en handhaving - afdeling economische zaken - afdeling ruimtelijke ordening/ bouw en woningtoezicht - afdeling milieu - ondernemers/ bedrijven (-verenigingen) Bij radicalisering heeft u ook te maken met: - bewonersverenigingen en zelforganisaties - jongerenwerk - wijkbeheer - religieuze organisaties En bij terrorisme met: - afdeling crisisbeheersing - Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) - Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTB) Bij integriteit van het lokaal bestuur heeft u te maken met: - afdeling vergunningverlening en handhaving - bestuursondersteuning - management - afdeling personeel en organisatie - afdeling juridische zaken 52

54 BELEIDSVRAGEN Boeren - ook partners in veiligheid; voorbeeld gemeente Venray In de gemeente Venray en omgeving doet zich het verschijnsel voor dat criminele organisaties in het geheim hennep verbouwen midden in het maïsveld van onwetende boeren. Gemeente en politie hebben de boeren betrokken in hun aanpak van de hennepplantages. Zij vragen hun medewerking bij het controleren van de akkers op plantages. Bij boeren die actief deelnemen aan de aanpak, wordt dit kenbaar gemaakt door grote gekleurde skippyballen in een paal te hangen op het erf of de akker. Ook de criminelen weten dan dat zij deze terreinen beter kunnen mijden. Hetzelfde mechanisme doet zich voor bij berichtgeving door gemeenten over hun aanpak van georganiseerde criminaliteit. Een gemeente kan met deze aanpak nadrukkelijk de publiciteit zoeken, met name via media, websites en gemeentelijke nieuwsbrieven. Zo komen ook de criminelen aan de weet dat deze gemeente kritisch is bij de vergunningverlening, de handhaving aanscherpt en in het algemeen alert is. Dit kan een preventieve werking hebben. 5. Organisatorische borging van het beleid Voor een goede en cyclische uitvoering van het integraal veiligheidsbeleid, moet de gemeentelijke organisatie aan bepaalde kenmerken voldoen. Deze organisatorische borging concentreert zich in aspecten als de personele positionering van veiligheid in de organisatie, structuren voor interne en externe afstemming, planning en control en politiek-bestuurlijke inbedding. In de kadernota kunnen deze organisatorische voorwaarden beschreven worden. Hiermee krijgt de borging een strategisch karakter en is de doorvoering ervan zekerder. De borging is hierna vertaald in vijf beleidsvragen. De werkgroep buigt zich er weer over en komt tot een gezamenlijke beantwoording. Aangezien het voornamelijk vragen over de gemeentelijke organisatie zijn, ligt het voor de hand dat de ambtenaar integrale veiligheid weer voorwerk verricht en zijn concept aan de werkgroep voorlegt. Vraag 16: Hoe positioneert u veiligheid binnen het gemeentelijk apparaat? Het gaat hierbij enerzijds om de verankering van veiligheid binnen de sectoren, anderzijds om de verankering centraal in de organisatie. De sectorale verankering van veiligheid moet zodanig zijn dat veiligheid op de agenda blijft binnen de sectoren en afdelingen. De in het integraal veiligheidsbeleid afgesproken rol van de afdelingen moet worden ingevuld en bij beleid op andere terreinen moet goed gekeken worden naar de veiligheidseffecten. Een mogelijkheid is om binnen elke afdeling een ambtenaar aan te wijzen die veiligheid beheert. Deze beheerder bevordert dat de afdeling haar rol in het veiligheidsbeleid oppakt en dat de afdeling in het algemeen aandacht behoudt voor veiligheid. Bij nieuw beleid is de beheerder alert op dwarsverbanden met veiligheidsbeleid. Hij neemt daarnaast deel aan het intersectoraal overleg over veiligheid (zie vraag 17). Geschikte beheerders zijn de personen die de afdelingen hebben vertegenwoordigd in de werkgroep kernbeleid. Zij zitten goed in de materie en hebben hun netwerk op dit terrein. Daarnaast kan besloten worden een vaste veiligheidsparagraaf op te nemen in elke beleidsnota. Hierin worden veiligheidseffecten van het betreffende beleid beschreven. Het is de taak van de beheerder om toe te zien op het opnemen van zo n paragraaf. Vast staat dat elke afdeling dan aandacht houdt voor integrale veiligheid. 53

55 Checklist veiligheidseffecten Een checklist veiligheidseffecten kan behulpzaam bij het schrijven van de veiligheidsparagraaf. Deze checklist bevat de vragen die men zich dient te stellen bij het opstellen van de paragraaf. De ambtenaar integrale veiligheid kan de checklist samenstellen en verspreiden onder de afdelingen. Vragen die in de checklist kunnen worden opgenomen, zijn onder meer: - Is de afdeling bekend met het IVB van de gemeente? - Is de afdeling bekend met de raakvlakken van het IVB met het werkterrein van de afdeling? - Is de afdeling bekend met de maatregelen en projecten vanuit het IVB die raken aan het deelterrein waarop de voorgenomen, nieuwe beleidsnota zich richt? - Op welke wijze wordt in de nieuwe nota rekening gehouden met deze maatregelen en projecten vanuit het IVB? De centrale verankering van veiligheid ligt besloten in de positionering en het functioneren van de ambtenaar integrale veiligheid. De positionering van de ambtenaar moet zodanig zijn dat hij zich goed door de organisatie kan bewegen en een korte lijn heeft met de bestuurlijk portefeuillehouder. Er is niet een specifieke plek te benoemen waar hij het meest tot zijn recht komt; veel plekken komen daarvoor in aanmerking. Meer bepalend is of de functieomschrijving zodanig is dat hij bewegingsvrijheid heeft, netwerken kan onderhouden, taken links en rechts kan monitoren en deze taken eventueel kan uitzetten. De wijze van functioneren is dus doorslaggevend. De ideale ambtenaar integrale veiligheid pakt lijntjes samen, overlegt met de interne en externe partners, signaleert knelpunten en weet oplossingen te creëren. Hij houdt de vaart in beleid en uitvoering, evalueert, stemt af met de bestuurlijke portefeuillehouder en kent de weg naar de afdelingshoofden. Daarnaast kan hij een nota schrijven, met raadsleden overleggen en nieuwe projecten bedenken. Instrument Organisatiemodellen Veiligheid Met dit webinstrument kunnen gemeenten nagaan welk organisatiemodel voor veiligheid het beste past bij de gemeentelijke situatie en ambities op het gebied van veiligheid. Het instrument is te benaderen via de website van het Project Veilige Gemeenten. Het bevat een korte vragenlijst en een beschrijving van 9 alternatieve organisatiemodellen. Door de vragenlijst in te vullen wordt grofweg duidelijk welk model past bij de gemeente. Elk model kent een specifieke uitwerking van de inbedding van veiligheid in de formele organisatie en van de veiligheidsoverleggen. Variabelen zijn daarnaast de veiligheidsproblemen binnen de gemeente, de taken van de ambtenaar integrale veiligheid en de definitie van veiligheid (hard/zacht, fysiek/sociaal). Elk model bevat een bijbehorend functieprofiel van de ambtenaar integrale veiligheid en een overzicht van succes- en faalfactoren. Tegelijkertijd doet deze ambtenaar echter zo weinig mogelijk zelf. Het is de kunst de taken bij de juiste afdelingen/ambtenaren neer te leggen en hen indien nodig te motiveren. De ambtenaar integrale veiligheid ontwikkelt zelf geen BIBOB-beleidslijn, voert het Keurmerk Veilig Wonen niet uit, verricht geen inventarisatie van probleemjongeren, verleent geen vergunningen rond gevaarlijke stoffen. Anderen hebben die uitvoerende taken. De ambtenaar integrale veiligheid houdt het overzicht, stuurt eventueel bij, bewaakt de resultaten en geeft feedback. Daarbij neemt de ambtenaar integrale veiligheid wel veel sleurwerk voor zijn rekening. Voordat nieuwe items en projecten van de grond komen, moeten partijen overtuigd worden, moet een aanzet worden gemaakt en moeten lijnen worden uitgezet. Veel van deze acties liggen bij de ambtenaar integrale veiligheid. Het past bij zijn coördinerende, regisserende rol nieuwe accenten te ontwikkelen, toe te voegen in het palet en er dan weer tijdig op een afstandje van komen te staan. In de kadernota kan deze veelzijdige functie van de ambtenaar integrale veiligheid kort omschreven 54

56 BELEIDSVRAGEN worden. Ook kan daarbij aandacht worden besteed aan de positionering binnen de organisatie. Belangrijk is natuurlijk het bepalen van de benodigde capaciteit voor integrale veiligheid. De gemeentegrootte speelt daarbij een rol, net als de ambities van de gemeente op het terrein van integrale veiligheid. De werkgroep kan zich bij het inschatten van de benodigde capaciteit baseren op de capaciteit in andere gemeenten die voor deze gemeente als een goed voorbeeld gelden op het gebied van integraal veiligheidsbeleid. Vraag 17: Hoe vindt de afstemming met interne en externe partners over het veiligheidsbeleid plaats? Afstemming tussen de interne partners kan plaatsvinden in een vast overleg van de ambtenaren die veiligheid beheren binnen de afdelingen (zie vraag 16). Dit overleg kan bijvoorbeeld tweemaandelijks plaatsvinden. De ambtenaar integrale veiligheid heeft het voortouw bij de bijeenkomsten. Ook de afstemming met de interne en externe partners in het veiligheidsbeleid vindt bij voorkeur regelmatig plaats. Natuurlijk zijn er de themaspecifieke overleggen met politie, corporaties en/of andere partners. Maar daarnaast kan gedacht worden aan een breder platform van alle partijen. Zij kunnen elkaar bijvoorbeeld halfjaarlijks treffen om de stand van zaken door te nemen. Het is mogelijk de werkgroep kernbeleid hiervoor te benutten. Deze krijgt hierdoor een wat ander karakter en wordt als het ware meer een stuurgroep. Het is aan te bevelen de werkgroep kernbeleid in elk geval te betrekken bij de jaarlijkse evaluatie van het beleid. De werkwijze hiervoor is beschreven bij stap 12 van het 12 stappenplan in deel A. Afstemming met bewoners kan in de uitvoeringsfase van het beleid plaatsvinden via de gebruikelijke afstemming met bewonersorganisaties. Daarnaast kunnen speciale, periodieke voorlichtings- en consultatieavonden over veiligheid belegd worden. Dat kan eventueel op wijkniveau gebeuren. Vraag 18: Hoe is veiligheid politiek-bestuurlijk ingebed in uw gemeente? Bij de politiek-bestuurlijke inbedding gaat het om twee aspecten: het punt van het portefeuillehouderschap en de rol van de raad. Integrale veiligheid is vaak een onderdeel van de portefeuille van de burgemeester. Hij doet openbare orde en in het verlengde daarvan ook vaak integrale veiligheid. Hiervoor is een goed argument te geven. Het is immers wenselijk een afgeronde portefeuille te hebben met daarin zowel openbare orde als integrale veiligheid. Dossiers liggen vaak op het grensvlak. Wanneer integrale veiligheid bij een andere bestuurder ligt, kan dit tot onduidelijkheid leiden. Er is echter ook een goed argument voor het neerleggen van integrale veiligheid bij een wethouder IVB. Wethouders zitten dichter op de feitelijke beleidsvoering en kunnen daar sneller op inspringen en als motor en coach fungeren. De burgemeester staat toch meer boven de partijen. De kwaliteit van het integraal veiligheidsbeleid zou wel eens gediend kunnen zijn met een wethouder IVB. Alternatief gemeente Veldhoven In de gemeente Veldhoven is de burgemeester verantwoordelijk voor het integraal veiligheidsbeleid en de uitvoering van projecten die daar rechtstreeks uit voortvloeien. Indien een aanpak of activiteit na het bereiken van de in het IVB gestelde projectdoelen toch wordt voortgezet, gaat de verantwoordelijkheid over naar de betreffende wethouder. Een lastig vraagstuk is de reikwijdte van de verantwoordelijkheid van de bestuurlijk portefeuillehouder. Welke wethouder is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de uitvoering van het Keurmerk Veilig Wonen, wanneer dit onderdeel is van het integraal veiligheidsbeleid? Is dit de wethouder ruimtelijke ordening of de wethouder IVB? Hierover moeten goede afspraken worden gemaakt. In de kadernota kunnen de richtinggevende principes daarvoor worden benoemd. 55

57 De raad heeft met betrekking tot de beleidsvoering twee taken in het duale bestel: kaders stellen en controleren. De methode kernbeleid gaat ervan uit dat de raad kaders stelt in stap 9, bij het vaststellen van de kadernota. Vervolgens controleert hij de uitwerking van het beleid tot uitvoeringsprogramma in stap 11. De feitelijke uitvoering van het beleid wordt door de raad jaarlijks gecontroleerd, bij de evaluatie van het beleid en de realisatie van het nieuwe uitvoeringsprogramma. Het college stelt het programma vast maar de raad controleert het in samenhang met de evaluatie van het oude programma. De raad checkt tevens of de kadernota bijgesteld moet worden. Deze werkwijze is beschreven bij stap 12 van het 12 stappenplan in deel A. In de kadernota kan deze rol van de raad nog eens worden vastgelegd. Vraag 19: Hoe vindt de planning en control rond veiligheid plaats? De methode kernbeleid gaat uit van een jaarlijkse cyclus. Die ziet er als volgt uit: 1. vaststellen uitvoeringsprogramma; 2. controle programma door raad; 3. uitvoering programma; 4. evaluatie aan eind van het jaar; 5. toewerken naar nieuw uitvoeringsprogramma. Het is aan te bevelen ook tussentijds te controleren of de uitvoering van het beleid op schema ligt. Dit kan bijvoorbeeld driemaandelijks of halfjaarlijks gebeuren. De bestuurlijk portefeuillehouder en de ambtenaar integrale veiligheid kunnen deze check uitvoeren aan de hand van het uitvoeringsprogramma. Eventueel vindt de check in breder verband plaats, bijvoorbeeld binnen het reguliere IVB-overleg met de interne partners. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van het diagnose-instrument integrale veiligheid. Dit is te benaderen via de website van het Project Veilige Gemeenten. Dit instrument geeft een breed inzicht in de stand van zaken rond integraal veiligheidsbeleid. Zeker bij de jaarlijkse evaluatie kan het uitstekend een ondersteunende rol spelen. Daarnaast kan gekozen worden voor herhaling van de veiligheidsanalyse bij de jaarlijkse evaluatie van het beleid. De veiligheidsanalyse zoals in deze methode uitgewerkt (zie de beleidsvragen 6 tot en met 8) geeft een compleet beeld van bedreigingen, de actuele aanpak daarvan en de omissies in die aanpak. Vraag 20: Hoe communiceert u over het veiligheidsbeleid? Bij veiligheidsbeleid is communicatie een belangrijk aspect. Meer dan voor veel andere terreinen is een specifieke communicatiestrategie gewenst. Veiligheid is een omvangrijk terrein dat voor burgers heel belangrijk is en waarover zij goed geïnformeerd moeten worden. Het is ook een terrein waarop input vanuit de burgers essentieel is; het veiligheidsbeleid moet aansluiten op de veiligheidsbeleving van burgers. Ten slotte is het een terrein waaraan de burgers zelf een belangrijke bijdrage kunnen leveren. De burgers zijn een reële partner in het veiligheidsbeleid. Een goede communicatiestrategie houdt rekening met deze specifieke kenmerken van het veiligheidsbeleid. Onderdelen van de strategie zijn het informeren van burgers, consultatie van burgers en participatie van burgers. In de kadernota kan beschreven worden wat de hoofdlijnen van de communicatiestrategie zijn en welke instrumenten daarbij gehanteerd worden. Deze punten kunnen later uitgewerkt worden in een communicatieplan. Ook kan aandacht worden besteed aan de rol van de afdeling communicatie. 56

58 BELEIDSVRAGEN Afdeling communicatie: essentiële partner in het veiligheidsbeleid De afdeling communicatie speelt een belangrijke rol in de communicatie met burgers over het veiligheidsbeleid. Deze afdeling voert die communicatie uit en adviseert de beleidsambtenaren over tijdigheid, vorm en inhoud van informatie. Ook bij de communicatie met interne en externe partners is de afdeling communicatie een onmisbare partner. Door haar goed te betrekken worden partijen tijdig en effectief geïnformeerd. Dit geldt zowel in de beleidsontwikkelingsfase als in de uitvoeringsfase. Daarnaast kan de afdeling communicatie beleidsambtenaren wijzen op bijeenkomsten, conferenties en andere activiteiten die in een andere context plaatsvinden maar wel een relatie hebben met het veiligheidsbeleid. Deze bijeenkomsten kunnen dan mogelijk benut worden in het kader van het veiligheidsbeleid. Al met al kan de afdeling communicatie van groot belang zijn voor de kwaliteit en effectiviteit van de beleidsvoering rond integrale veiligheid. Het is daarom zaak deze afdeling vanaf het begin te betrekken bij het veiligheidsbeleid. Informeren van burgers: voorbeeld gemeente Veldhoven De gemeente Veldhoven heeft een vaste veiligheidsrubriek in het plaatselijke huis-aan-huisblad en op de gemeentelijke website. Hierin wordt informatie gegeven over de lokale veiligheidssituatie en over de maatregelen die genomen worden om die te vergroten. Ook de partners van de gemeente, zoals de politie, de brandweer en het jongerenwerk, worden in deze rubriek voorgesteld. Zij komen aan bod met foto s en namen en met een beschrijving van hun werkzaamheden en actualiteiten. De rubriek verschijnt zes maal per jaar en wordt geschreven door de ambtnaar integraal veiligheidsbeleid. Bij specifieke onderwerpen leveren ook inhoudelijk deskundige ambtenaren en partners een bijdrage. De informatie is ook via internet beschikbaar; daar zijn links naar de diverse partners opgenomen. De partners besteden op hun eigen website ook aandacht aan het onderwerp dat op dat moment actueel is. Gemeenten hebben naast algemene communicatie rond beleid en maatregelen een specifieke taak in de communicatie over veiligheidsrisico s en de communicatie bij crises. In dat kader moet onder meer bepaald worden op welke manier de lokale en regionale media een rol kunnen spelen bij een crisis of ramp. Het Expertisecentrum Risico- en Crisiscommunicatie (ERC) van het ministerie van BZK ondersteunt gemeenten hierbij. In de kadernota kunnen kort de belangrijkste specifieke communicatietaken beschreven worden die voortvloeien uit het veiligheidsbeleid. 57

59

60 DEEL C: GEMEENTELIJKE VEILIGHEIDSTHEMA S 1 Veiligheidsvelden Veiligheid is een breed begrip. Veiligheidsbeleid kan zich bijvoorbeeld richten op jongerenoverlast, overlast tussen bewoners, onveiligheidsgevoelens van ouderen maar ook op de brandveiligheid van gebouwen, de risico s van overstromingen en het transport van gevaarlijke stoffen. Ook georganiseerde criminaliteit en terrorisme vallen binnen het gemeentelijk veiligheidsbeleid, net als de veiligheid op bedrijventerreinen, in winkelcentra en bij evenementen. De methode kernbeleid gaat ervan uit dat het gemeentelijk veiligheidsbeleid vijf veiligheidsvelden bestrijkt: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Binnen elk van deze veiligheidsvelden kunnen veiligheidsthema s worden onderscheiden. In paragraaf 2 wordt een overzicht van de thema s gegeven. In dit deel van de handreiking wordt het begrip veiligheid nader ingevuld. De methode kernbeleid hanteert een specifieke definitie van veiligheid. Deze klinkt door in de beleidsvragen zoals die in deel B zijn opgenomen. Hieronder worden de veiligheidsvelden en veiligheidsthema s beschreven die de methode onderscheidt. Bovendien wordt een uitgebreid overzicht gegeven van mogelijke maatregelen en beschikbare instrumenten binnen de veiligheidsvelden. Veilige woon- en leefomgeving Het veld veilige woon- en leefomgeving bundelt veiligheidsthema s die direct met de alledaagse kwaliteit van wonen en leven in buurten en wijken te maken hebben. Thema s zijn bijvoorbeeld overlast tussen bewoners, verloedering, woninginbraak, fietsendiefstal maar ook huiselijk geweld en overlast van drugs- en alcoholgebruik. De onveiligheid binnen dit veld heeft een heel herkenbaar karakter. Het gaat om verschijnselen waar iedereen mee te maken kan krijgen en die in de politiemonitor en vele gemeentelijke veiligheidsmonitors terugkeren. Bedrijvigheid en veiligheid Op het veld bedrijvigheid en veiligheid liggen thema s die te maken hebben met de sociale onveiligheid rond bedrijvigheid. Het gaat om de onveiligheid die bedrijvigheid genereert of waar zij mee te maken heeft die echter niet van fysieke aard is (zie het 4 e veld voor fysieke veiligheid). Thema s zijn onder meer de veiligheid rond uitgaan en bij grootschalige evenementen. Maatregelen op dit veld hebben vaak een gemengd publiek-privaat karakter. 59

61 Bij dit veld gaat het niet om veiligheid van fysieke aard; dat valt onder het vierde veld. Jeugd en veiligheid Het veld jeugd en veiligheid bevat de veiligheidsproblemen die specifiek met jeugd te maken hebben. Het gaat daarbij zowel om 12-minners als om oudere jeugd. Thema s zijn onder meer overlast, criminele jeugdgroepen en veilig in en om de school. Fysieke veiligheid Het veld fysieke veiligheid bevat de vormen van onveiligheid die samenhangen met gevaarlijke stoffen, verkeer, gebouwen en natuur. Thema s zijn verkeersveiligheid, externe veiligheid, brandveiligheid en natuurrampen. Een belangrijke maatregel op dit veld betreft de voorbereiding op rampenbestrijding. Integriteit en veiligheid Het veld integriteit en veiligheid bundelt de bedreigingen rond radicalisering en terrorisme, georganiseerde criminaliteit en non-integer bestuurlijk handelen. Dit veld is zo genoemd omdat deze bedreigingen de grondvesten van de maatschappij kunnen aantasten. Ze bedreigen de integriteit van onze samenleving. 2 Veiligheidsthema s Binnen elk veiligheidsveld kan een aantal veiligheidsthema s onderscheiden worden. Onderstaand schema geeft een overzicht. Veilige woon- en leefomgeving Overlast tussen bewoners/botsende leefstijlen Verloedering/kwaliteit woonomgeving Onveiligheidsgevoelens Huiselijk geweld Geweld op straat Woninginbraak Voertuigcriminaliteit Overige veel voorkomende vormen van criminaliteit Drugs- en alcoholoverlast Bedrijvigheid en veiligheid Winkelcentra Bedrijventerreinen Uitgaan/horeca Toerisme en onveiligheid Grootschalige evenementen Jeugd en veiligheid Overlast gevende jeugdgroepen Criminele jeugdgroepen Alcohol en drugs Individuele criminele jongeren Veilig in en om de school 12-minners Fysieke veiligheid Verkeersveiligheid Brandveiligheid gebouwen Risico s gevaarlijke stoffen/externe veiligheid Risico s natuurrampen Risico s infectieziekten Integriteit en veiligheid Radicalisering Terrorisme Georganiseerde criminaliteit Organisatiecriminaliteit Bestuurlijke integriteit 60

62 VEILIGHEIDSTHEMA S 3 Ondersteunend schema In deze paragraaf staat een uitgebreid ondersteunend schema. Hierin zijn bij elk veiligheidsthema voorbeelden gegeven van: manieren waarop ze in gemeenten voorkomen; maatregelen rondom het thema; bestaande instrumenten rondom het thema. Het schema biedt ondersteuning bij de beantwoording van de beleidsvragen. Het is vooral bruikbaar bij de veiligheidsanalyse en bij de uitwerking van de aanpak op de vijf veiligheidsvelden. Veiligheidsveld Veilige woon- en leefomgeving Thema Overlast tussen bewoners Toelichting/verschijningsvormen accenten in de praktijk Botsende leefstijlen Jongeren versus senioren Probleemgezinnen Psychiatrische gevallen Intolerantie, klaagcultuur Blijkt uit meldingen bij politie, observaties van wijkprofessionals, gegevens van woningcorporaties Accenten in beleid/ maatregelen Versterking netwerken door contacten te faciliteren; gezamenlijke activiteiten Rol opbouwwerk, wijkagent en andere wijkprofessionals Portiekgesprekken Inzet van AMW/CAD/RIAGG Gebiedsontzeggingen Buurtbemiddeling Bemoeizorg, outreaching Instrumenten Module Overlast van Diagnose-instrument IVB Normstelling En Responsabilisering van minderjarigen en hun Ouders (Nero), Vlaanderen Wet bestuurlijke boete Informatie Buurtbemiddeling, Verloedering/kwaliteit woonomgeving Vandalisme Stankoverlast Overbewoning Blijkt uit meldingen van bewoners, observaties van wijkprofessionals, gegevens van corporaties e.d. Hoog aantal verhuisbewegingen Bevordering van gezamenlijke activiteiten (bijv. onderhoud van binnenterreinen) Verbetering van groen-, water- en speelvoorzieningen in de buurt Fysiek onderhoud in algemene zin Wijkgericht onderhoud in overleg met wijkraden Bevordering van de oprichting van bewonersorganisaties, commissies, panel, etc. Bevordering van kleinschalige middenstand in de wijk Kunst in de openbare ruimte Veelplegeraanpak Opstellen gedragscodes Sociaal-culturele buurtvoorzieningen Participerend buurtbeheer PKVW: certificaten veilig complex en veilige omgeving Wijk/buurt convenant Best practises aanpak graffiti, Stichting De Wijk, Bewonersnetwerken voor leefbaarheid, Onveiligheidsgevoelens Vermijden van donkere, rustige plekken Afnemende betrokkenheid bij het publieke domein Sterker bij senioren Signaal voor afnemende leefbaarheid in de buurt Blijkt met name uit de Politiemonitor, evt. burgerpeilingen, omnisbusenquête, e.d. Verlichting van achterpaden Afsluiten van portieken Bewoners betrekken via bijv. gezamenlijke onderhoudsactiviteiten Bevordering van de oprichting van bewonersorganisaties Goede voorlichting Rol van wijkagenten, corporaties, opbouwwerk, gemeente Veiligheidsenquêtes Cameratoezicht Aanpak agressie Buurtpreventie Communicatie over aanpak Politiekeurmerk Veilig Wonen 61

63 Veiligheidsveld Veilige woon- en leefomgeving Thema Huiselijk geweld Toelichting/verschijningsvormen accenten in de praktijk Geweld binnen het gezin Problematische gezinssituaties Ongevallen binnenshuis Accenten in beleid/ maatregelen Voorlichting Samenwerking tussen politie, hulpverlenings- en opvanginstellingen (ketenbenadering) Systeembenadering: aanpak voor slachtoffers en daders Proactie Preventie Instrumenten Toolkit aanpak huiselijk geweld Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld OK-punten, Rotterdam Informatie Ministerie van Justitie, rapportage Geweld in woonwijken VNG ondersteuningsprogramma huiselijk geweld, via Geweld op straat Zware geweldpleging/ mishandeling Vechtpartijen Zichtbaar toezicht door daarmee belaste instanties Bevordering van informeel toezicht door private partijen (bewoners en ondernemers) Aanpak veiligheid openbaar vervoer Cameratoezicht Convenants voor uitgaansgebieden en andere urgentiegebieden Gedragscodes, burgerschapscode Lokaal veiligheidsarrangement (LVA), voor openbaar vervoer Landelijk actieplan tegen geweld, ihkv Naar een veiliger samenleving BZK: Beleidskader bestrijding voetbalvandalisme en voetbal-geweld 2003 Handreiking gedragscodes, Handreiking cameratoezicht en andere publicaties via www. hetccv.nl Woninginbraak Buurten/straten waarin veel inbraken plaatsvinden Eventueel gerelateerd aan drugsmilieu Inbraaktoerisme: passerende professionele groepen inbrekers uit andere regio s Gebiedsgerichte integrale aanpak met preventieve en repressieve elementen Inbraakwerend hang- en sluitwerk Afsluiting en verlichting achterpaden Accent op vakanties Politiekeurmerk Veilig Wonen Buurtpreventie Handboek PKVW bestaande bouw en Handboek PKVW nieuwbouw, toolkit PKVW Voertuigcriminaliteit Autokraak Fietsendiefstal Campagnes gericht op voorlichting/ preventie in samenwerking met ANWB, politie en gemeente Aanpak hotspots Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit, Praktijkvoorbeelden, Handboek aanpak fietsdiefstal en Handboek aanpak autokraak, via Overige veel voorkomende vormen van criminaliteit Straatroof, tasjesroof Aanpak veelplegers Drugs- en alcoholoverlast Drugspanden, drugsrunners Verslaafden Aanpak drugsproblematiek Wet Victor/Victoria Handreiking smartshops, via 62

64 VEILIGHEIDSTHEMA S Veiligheidsveld Bedrijvigheid en veiligheid Thema Winkelcentra Toelichting/verschijningsvormen accenten in de praktijk Overvallen Onveiligheidsgevoelens van klanten, winkelend publiek, werknemers Accenten in beleid/ Maatregelen Publiek-private samenwerking Instrumenten Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) Informatie Commissie Veiligheid Juweliersbranche: advies Goud in Veiligheid, een keten van maatregelen (2003) Bedrijventerreinen Bedrijfsinbraken Overvallen Onveiligheidsgevoelens van klanten en werknemers Risico s gevaarlijke stoffen PPS omtrent veiligheid, toezicht VER Gebiedsgerichte aanpak Vergunningverlening en handhaving Routering gevaarlijke stoffen Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) Aanpak Urgente Bedrijvenlocaties (AUB) Handreiking oprichting Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Landelijk overvalcoördinator Bedrijfsveiligheids functionaris Overvalpreventie advisering (Politie Haaglanden) Uitgaan/ horeca Overlast rondom uitgaansgelegenheden Geweld in uitgaansgebieden Slooproutes Horecaconvenants PPS omtrent veiligheid, toezicht Inzet van stadswachten Rol van portiers Etiquette in het bedrijf zelf Convenant veilig uitgaan Vergunningverlening en handhaving Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU) Handreiking Cameratoezicht, CCV, 2006 Handreiking Alcohol, Veiligheid en Jeugd, SGBO, 2002 Handreiking Veilig Uitgaan, ministerie van Justitie, 1998 Toerisme en onveiligheid Overlast van campinggasten, op de weg naar de disco s Gevaarlijke situaties in recreatiegebieden Toezicht en handhaving Voorlichting Grootschalige evenementen Baldadigheid rondom voetbalwedstrijden Gevaarlijke situaties bij dansevenementen PPS m.b.t. toezicht en handhaving Kritische vergunningverleningprocedure met accent op veiligheid en logistiek VER Evenementendraaiboek Evenementenbeleid Calamiteitenplannen Handreiking vechtevenementen, VNG/SGBO,

65 Veiligheidsveld Jeugd en veiligheid Thema Overlast gevende jeugdgroepen Toelichting/ verschijningsvormen accenten in de praktijk Hangplekken Baldadigheid en vandalisme Onveiligheidsgevoelens van buurtbewoners (senioren) Accenten in beleid/ Maatregelen Betrekken jeugd Communicatie tussen jeugd en omwonenden Vindplaatsgericht jongerenwerk (Draadloos) cameratoezicht Aanpak scooteroverlast Jongeren ontmoetingsplekken Toeleiden naar werk/opleiding/ stageplaatsen Leerplichtambtenaar Schoolmaatschappelijk werk Instrumenten Groepsaanpak (Beke) Monitor Jeugd terecht Halt-afdoening Doe effe Normaal (Schooladoptie door politie) Leerplichtregistratie Jeugd Preventie Project (JPP) Jongeren Informatie Punt (JIP) Aanpak Jongeren op straat, Amersfoort Informatie Criminele jeugdgroepen Harde kern Meelopers Aanpak veelplegers Vindplaatsgericht werken (politie, jongerenwerk) Groepsaanpak (Beke) Alcohol en drugs Problematisch druggebruik en daaraan gerelateerde verwervingscriminaliteit (inbraken, overvallen) Productie van en handel in drugs Agressie van dronken jongeren in de uitgaanssfeer Excessief indrinken Voorlichting Gezamenlijk optrekken welzijns/ jongerenwerk, CAD en horeca Handhaven Horececonvenant Project alcohol en jeugd jaar, Brabant Handreiking Alcohol, Veiligheid en jeugd, SGBO, 2002 Stichting Verantwoord Alcoholgebruik, www. stiva.nl Individuele criminele jongeren Schooluitval Lik op stuk Begeleiden naar scholing en werk Jeugdhulpverlening Jeugdreclassering Individuele trajectbegeleiding (ITB) Veilig in en om de school Veilige school Schoolmaatschappelijk werk Aanpak voor doelgroepen Convenant Veilige school Gedragscodes Brabants Verkeersveiligheidslabel 12-minners Baldadigheid en vandalisme Schooluitval Netwerken van instanties waaronder politie, welzijn, gemeente, evt. jeugdzorg Brede school Leerplichtambtenaar Ben ik te min? Stop-reactie Literatuurmap 12-minners, via 64

66 VEILIGHEIDSTHEMA S Veiligheidsveld Fysieke veiligheid Thema Verkeersveiligheid Toelichting/ verschijningsvormen accenten in de praktijk Verkeer in winkelstraten Rondom scholen Hard rijden op rondwegen Accenten in beleid/ maatregelen Fysieke ingrepen (drempels, rotondes) Integrale verkeersveiligheidsplannen, samen met omwonenden Aanpak scooteroverlast Instrumenten Schoolveiligheidsplan Brabants Verkeersveiligheidslabel Informatie Kennisbank, publicaties Infopunt Duurzaam Veilig Verkeer, veiligverkeer.com Brandveiligheid gebouwen Afwezigheid van goed werkende brandmeldinstallaties Onbegaanbaarheid van vluchtwegen ( opgestapelde kratten ) Niet naleven van voorschriften in de bouwvergunning Opleiden en oefenen rampenbestrijding Kritische uitvoering van bouwregelgeving, van vergunningverlening tot handhaving Afgifte en handhaving gebruiksvergunningen Grondige preparatie op rampenbestrijding in al haar facetten Rampenplan en rampenbestrijdingsplannen Modelbouwverordening VNG Veiligheidsvizier Europees informatiepunt Brandveiligheid Gebouwen www. euronorm.net Risico s gevaarlijke stoffen ( Externe veiligheid) Risico s natuurrampen Industrie en opslag LPG-stations BRZO-inrichtingen Vuurwerkbedrijven Blijkt uit gemeentelijke risicoanalyse Veiligheidseffecten van functiemenging: wonen, werken, industrie Vervoer van gevaarlijke stoffen over snelwegen en spoorwegen in de bebouwde kom Dijkdoorbraken Blijkt uit gemeentelijke risicoanalyse Vestigingsbeleid Kritische uitvoering van milieuregelgeving, van vergunningverlening tot handhaving Grondige preparatie op rampenbestrijding Zonering van bedrijventerreinen Routering gevaarlijke stoffen Doordachte ontwikkeling van plangebieden Visie op veilige ruimtelijke ordening Preventie via bestemming van onderloopgebied Grondige preparatie op rampenbestrijding in al haar facetten Risicokaart Rampenplan en rampenbestrijdingsplannen Project risico s aanwezige bedrijven Enschede Veiligheidseffectrapportage Veiligheidsvizier Rampenplan en rampenbestrijdingsplan Risicokaart Risico s infectieziekten Pandemieën Preparatie op rampenbestrijding Rampenplan en rampbestrijdingsplan Centrum voor Externe Veiligheid en Vuurwerk (CEV) RIVM 65

67 Veiligheidsveld Integriteit en veiligheid Thema Radicalisering Toelichting/verschijningsvormen accenten in de praktijk Radicale moslims Rechtsextremisten Dierenrechtenactivisten Accenten in beleid/ maatregelen Beter betrekken en kansen creëren Toeleiden naar werk /scholing Betrekken van zelforganisaties Anti discriminatie Instrumenten Coaches Halt-afdoening Kritische subsidieverstrekking Kritische vergunningverlening en handhaving BIBOB Informatie Handreiking Interventiestrategieën bij radicalisering, CCV, 2006 Handreiking Radicalisme, signaleren en aanpakken, vroegtijdige aanpak van radicaliserende jongeren, VNG, 2006 Handreiking Informatiehuishouding bij radicalisering, CCV, 2006 Terrorisme Kwetsbare objecten Signaleren Preparatie op rampenbestrijding en toespitsen op aanslagen Rampenplan en rampbestrijdingsplannen Handreiking Terrorismebestrijding op Lokaal Niveau, NCTB, Georganiseerde criminaliteit Drugsmilieu dat zetelt in de gemeente, panden opkoopt, dekmantelbedrijven opstart Illegale casino s Illegale prostitutie Vrouwenhandel Mensensmokkel XTC-laboratoria Wapenhandel Witwaspraktijken (vastgoed, horeca, ) Integrale gebiedsgerichte aanpak Convenants afsluiten met lokale branches/benutten van zelfreinigend vermogen Kritische beschikkingsprocedures Intensief toezicht en handhaving Prostitutiebeleid Drugsbeleid Speelautomatenbeleid Aanpak hennepteelt BIBOB Handhavingsteams ( Van Traa-aanpak) Hennepconvenant Handreiking Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit: ongewoon gewoon Organisatiecriminaliteit Concurrentievervalsing in lokale economie door malverserende ondernemers Bouwfraude, groeihormonen, mest Onrechtmatige bewoning benutten van zelfreinigend vermogen Kritische beschikkingsprocedures Intensief toezicht en handhaving BIBOB Convenants afsluiten met lokale branches Handreiking Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit: ongewoon gewoon Organisatiecriminaliteit, aard, achtergronden en aanpak, 2002, Integriteit van het lokaal bestuur Corruptie Diffuse situaties die in noninteger handelen resulteren Scan van het gemeentelijk apparaat: waar zitten de risico s Organisatie en processen weerbaarder maken Scheiding van vergunningverlening en handhaving Aanbestedingsbeleid Integriteitscode bestuur en ambtenaren Lijst nevenfuncties Gemeentewet Bureau integriteit (VNG) 66

68

69

70 DEEL D: ACHTERGRONDINFORMATIE Dit deel van de handreiking bevat achtergrondinformatie voor de beantwoording van de beleidsvragen. In paragraaf 1 komen landelijke thema s en projecten aan bod. In paragraaf 2 staan beschikbare instrumenten op een rij. Veiligheid in ontwikkeling De beschreven ontwikkelingen en instrumenten vormen een selectie; een compleet overzicht valt buiten het bestek van deze handreiking. Een uitgebreider overzicht van beleidsontwikkelingen en instrumenten is te vinden in de publicatie Veiligheid in ontwikkeling. Deze gezamenlijke publicatie van de VNG, het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is in 2005 verspreid onder gemeenten. De publicatie is te downloaden van de websites van het Project Veilige Gemeenten, het CCV en BZK en staat op bijgevoegde Cd-rom. 1 Landelijke thema s en projecten Enkele veiligheidsthema s krijgen landelijk veel aandacht. Er worden projecten en ondersteunende instrumenten omheen gerealiseerd en de relevante regelgeving wordt aangepast. Het gaat met name om de volgende thema s. Aanpak huiselijk geweld Huiselijk geweld is het meest voorkomende geweldsdelict. Bijna de helft van de bevolking heeft te maken gehad met aanhoudend huiselijk geweld, hetzij in de rol van slachtoffer dan wel als dader of als toeschouwer. De VNG stimuleert de aanpak van huiselijk geweld. Financiële middelen hiervoor zijn beschikbaar gesteld door de ministeries van Justitie en VWS. Zo zijn met financiële steun van VWS in alle centrumgemeenten voor de vrouwenopvang Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld opgezet. Verder is in 2006 een digitaal diagnose-instrument beschikbaar gekomen voor gemeenten; hiermee kunnen ze hun aanpak beoordelen en verbeteren. Een wetsvoorstel over tijdelijke uithuisplaatsing van daders van huiselijk geweld is ingediend in het voorjaar van Voor informatie over de ondersteuning bij de gemeentelijke aanpak van huiselijk geweld zie: www. aanpakhuiselijkgeweld.nl. Voor inhoudelijke informatie zie: Externe veiligheid De risico s van gevaarlijke stoffen worden in diverse wet- en regelgeving behandeld, zoals het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI), het Vuurwerkbesluit en de circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (RVGS). Een aanzienlijk deel van deze regelgeving is nieuw of recent gewijzigd. De tendens is dat meer verantwoordelijkheden bij gemeenten komen te liggen. Dat geldt vooral voor de verantwoordelijkheid in de afweging van veiligheidsrisico s ten opzichte van economische en andere belangen, bijvoorbeeld bij nieuwe bouwlocaties. Ook krijgen gemeenten meer taken in de risicocommunicatie naar de bevolking. 69

71 Veel informatie over externe veiligheid is te vinden op de websites van het Expertisecentrum Risico- en Crisiscommunicatie (ERC) en het Centrum voor Externe Veiligheid en Vuurwerk (CEV) van het RIVM. Het ERC is een centrum dat gemeenten ondersteunt bij het vormgeven van de communicatie richting bevolking. De handreiking Samen werken aan externe veiligheid van de VNG bevat een handzaam overzicht van recente wet- en regelgeving en van de manieren waarop partners kunnen samenwerken aan externe veiligheid. Deze handreiking is in 2005 verspreid onder gemeenten en is te downloaden van de website van de VNG. Integrale veiligheid Om gemeenten te stimuleren tot integraal veiligheidsbeleid heeft het Rijk in samenwerking met zijn partners VNG en CCV in 2005 het Project Veilige Gemeenten opgezet. Diverse handreikingen en ondersteuningsinstrumenten worden ontwikkeld om het gemeentelijk veiligheidsbeleid te stimuleren. Zie voor meer informatie over het project: Veiligheidsregio s Na de vuurwerkramp en de nieuwjaarsramp is beleid ontwikkeld en zijn tal van acties ondernomen om dergelijke rampen in de toekomst zo veel mogelijk te voorkomen. Het beleid is er ook op gericht de bestrijding van rampen effectiever te laten verlopen. Om de organisatie van de rampenbestrijding te versterken, is het concept van de veiligheidsregio s ontwikkeld. In een veiligheidsregio werken de belangrijkste partijen bij de rampenbestrijding met elkaar samen; dit zijn met name gemeenten, brandweer, GHOR en de politie. De geografische maat voor de veiligheidsregio s wordt gevormd door de politieregio s die door het Rijk zijn vastgesteld. Regio s waar de gebiedsindeling van brandweer en GHOR nog niet congruent is aan die van de politieregio, moeten volgens het Rijk maatregelen nemen om deze incongruentie op te heffen. Zie voor meer informatie: s. Regionale samenwerking rond integrale veiligheid De intergemeentelijke samenwerking kan zich ook toespitsen op het integraal veiligheidsbeleid, met name op de totstandkoming en uitvoering daarvan. Gemeenten binnen een regio kunnen een vaste manier van beleidsvoering afspreken en/of elkaar ondersteunen en voeden bij het beleid. Ervaringen kunnen worden uitgewisseld en de inhoudelijke aanpak kan worden afgestemd. De kwaliteit van het beleidsproces neemt hierdoor toe én het beleid wordt effectiever; de aanpak van de gemeenten sluit immers op elkaar aan. Regionale afstemming IVB de methode kernbeleid veiligheid De kernbeleidmethode vormt een geschikt kader voor samenwerking tussen gemeenten bij de beleidsvoering rond integrale veiligheid. De veiligheidsanalyse en uitwerking van de aanpak zijn helder gestructureerd via concrete stappen en een schema van veiligheidsvelden en thema s; de gemeenten kunnen dit als gezamenlijk referentiekader hanteren en met behulp daarvan beleidskeuzes communiceren en eventueel op elkaar afstemmen, strategische partners uitwisselen en eventueel een gezamenlijk veiligheidsbeeld opstellen. Op basis van deze afstemming kunnen gemeenten gezamenlijk input voor het politiebeleid leveren. De timing van de beleidscyclus (stap 1 t/m 12) van de betrokken gemeenten kan bij deze samenwerking het beste gelijkgeschakeld worden. Naast de inhoudelijke afstemming kunnen de gemeenten leerervaringen uitwisselen rond bijvoorbeeld het dualisme en de organisatorische borging van het beleid. In enkele regio s zijn al initiatieven genomen om de integrale beleidsvoering van de gemeenten op elkaar af te stemmen. Binnen deze regio s ondersteunen gemeenten elkaar bij het integraal veiligheidsbeleid. De samenwerking is geborgd in een regionaal ondersteuningspunt of platform dat de beleidsvoering aanjaagt, faciliteert en bewaakt. 70

72 ACHTERGRONDINFORMATIE Regionale samenwerking rond integrale veiligheid Ervaring met regionale samenwerking is opgedaan in onder andere de regio s Noord-Holland Noord en IJsselland. In Noord-Holland Noord is in 2005 gestart met het Programmabureau Integrale Veiligheid. Dit is een bovengemeentelijke voorziening die in opdracht van het regionaal college de samenwerking rond integrale veiligheid ondersteunt. Concrete activiteiten zijn onder meer: - de begeleiding van de overdracht aan gemeenten van het Politiekeurmerk Veilig Wonen; - het uitwerken van uitkomsten van regionale werkgroepen rond hangjongeren, evenementen, psychisch gestoorden en kleine ergernissen; - het verder ontwikkelen van de bovengemeentelijke aanpak van veiligheidsvraagstukken (onder meer: BIBOB); - het benoemen van regionale integrale veiligheidsdoelen voor de periode Zie voor meer informatie: In de regio IJsselland loopt sinds 2001 het Project Integrale Veiligheid (PIV). Dit is een regionaal project ter bevordering van het integraal veiligheidsbeleid van de gemeenten en de aanpak van specifieke veiligheidsonderwerpen, bijvoorbeeld veelplegers. Het project wordt financieel gesteund door het ministerie van BZK, de provincie Overijssel en de gemeenten binnen IJsselland. Het project maakt gebruik van een monitor integraal veiligheidsbeleid bij de ondersteuning van de gemeenten. Zie voor meer informatie: Er is nog een ander type regionaal platform dat zich richt op veiligheidsbeleid. Dit zijn de Regionale Platforms Criminaliteitsbeheersing (PBC s). Deze platforms hebben een PPS-karakter; de ondernemers binnen de regio nemen eraan deel. Dit type borging van de regionale samenwerking is vooral geschikt om maatschappelijke partners te betrekken bij de aanpak van onveiligheid. RPC s lenen zich minder goed voor het uitwisselen van ervaringen rond de techniek en de valkuilen van integrale beleidsvoering. Regionale Platforms Criminaliteitsbeheersing De Regionale Platforms Criminaliteitsbeheersing (RPC s) bevorderen de aanpak van regionale en lokale veiligheidsproblemen. Het accent ligt daarbij op projecten en maatregelen waarbij ook private partijen betrokken zijn. Zo spelen de RPC s vaak een rol bij de uitvoering van het Keurmerk Veilig Ondernemen en de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan. De RPC s hebben geen formele bevoegdheden. Ze vormen platforms voor overleg en samenwerking tussen publieke en private partijen en bevorderen die samenwerking actief. Een belangrijke partij in de RPC s is de Kamer van Koophandel. In totaal zijn er 23 RPC s actief. Via de website van het CCV is een handreiking beschikbaar voor de oprichting van een RPC. Zie voor meer informatie en de handreiking: Radicalisering Terroristische activiteiten kunnen het gevolg zijn van radicalisering. Veel vormen van radicalisering monden niet uit in aanslagen, maar hebben wel een destabiliserende invloed op de samenleving. Inzicht in radicaliseringtendensen geeft de kans om tijdig bij te sturen. Radicalisering is veelal het gevolg van (gepercipieerde) achterstelling en gebrek aan invloed van groepen van mensen of bevolkingscategorieën. Verdere radicalisering kan onder andere voorkomen worden door de betreffende personen en groepen te betrekken bij de maatschappij en hen alternatieven te bieden. In 2006 heeft SGBO de publicatie Radicalisering gelocaliseerd voorbereid. Hierin wordt de problematiek van radicalisering beschreven en zijn tips opgenomen om radicalisering op lokaal niveau aan te pakken. Veelplegers De aanpak van veelplegers of stelselmatige daders is een van de accenten in het landelijk veiligheidsprogramma Naar een veiliger samenleving. De zogenaamde draaideurcriminelen zijn verantwoordelijk voor 22% van alle strafzaken. Landelijk zijn er naar schatting stelselmatige daders. Deze cijfers komen uit een onderzoek van het WODC uit

73 Het veiligheidsprogramma beschrijft de hoofdlijnen van de aanpak. Een van de concrete uitwerkingen is de wet ISD die in 2004 door de Tweede Kamer is aangenomen. Deze wet regelt plaatsing in een inrichting van stelselmatige daders. De wet maakt het mogelijk veelplegers gedurende een langere periode van maximaal twee jaar in detentie te houden. In detentie-inrichtingen zijn speciale ISD-plaatsen gereserveerd. In 2005 gaat het om 550 plaatsen, in 2007 naar verwachting om plaatsen. Voor de lokale partijen die de wet moeten uitvoeren, is een modelbeleidskader ontwikkeld. De belangrijkste betrokken partijen zijn gemeenten, politie, justitie en de zorgsector. Zie voor meer informatie en het beleidskader: en Publiek-private samenwerking (PPS) Integraal veiligheidsbeleid gaat uit van het zo veel mogelijk gezamenlijk optrekken van publieke en private partners. Over de rol van ondernemers bij de lokale veiligheidszorg bestaat brede overeenstemming; die rol is veelzijdig en kan en moet geprofileerd worden. Ondernemers hebben belang bij veiligheid, ze zijn bereid mee te werken en beschikken over middelen. Mogelijkheden om ondernemers te betrekken, doen zich bijvoorbeeld voor bij de beveiliging van bedrijventerreinen, preventie bij bestaande bouw en nieuwbouw, toezicht in uitgaansgebieden en stadscentra en veiligheidszorg rondom grootschalige evenementen. In het Nationaal Platform voor Criminaliteitsbeheersing hebben landelijke publieke en private partijen zitting. Dit platform denkt na en publiceert over het onderwerp en bevordert de ontwikkeling van instrumenten. De regionale equivalenten (de RPC s) slagen er in toenemende mate in daadwerkelijk een platform voor afstemming, ontwikkeling en samenwerking te zijn. De mogelijkheden van deze regionale platforms zijn nog lang niet uitgeput. Naar verwachting krijgen zij in de komende tijd meer gewicht, ook in verband met het groeiende regionale accent in veiligheidszaken. Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit Georganiseerde vormen van criminaliteit zijn op tal van manieren verweven met hun legale omgeving. Voorbeelden hiervan zijn drugshandel, mensenmokkel en wapenhandel maar ook bouwfraude, mestfraude en de hormonenmaffia. Gemeenten hebben mogelijkheden om criminelen en criminele ondernemers de voet dwars te zetten. Bestuurlijke aangrijpingspunten zijn bijvoorbeeld beschikkingen, handhaving van vergunningen, aanbestedingen en een branche- en gebiedsgerichte aanpak. De mogelijkheden van gemeenten voor een bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit worden al langere tijd onderkend. Na Van Traa heeft met name Amsterdam een pioniersrol vervuld in de nadere verkenning én benutting van het bestuurlijk instrumentarium. Medio 2003 is de Wet BIBOB in werking getreden. Hierdoor krijgen gemeenten nieuwe mogelijkheden bij vergunningverlening en aanbestedingen. Als de gemeente vreest dat een beschikking misbruikt gaat worden in het kader van criminele activiteiten en zij zelf al het nodige heeft gedaan om dit te onderzoeken en voorkomen, dan kan zij een advies aanvragen bij het landelijke BIBOB-bureau. De bestuurlijke aanpak komt hiermee opnieuw in beeld. Het is aan gemeenten hun mogelijkheden te onderkennen en er werk van te maken. Zie voor meer informatie: 2 Beschikbare instrumenten Landelijk zijn op allerlei deelterreinen van veiligheidsbeleid instrumenten beschikbaar die gemeenten ondersteunen bij de beleidsvoering. Het gaat om handreikingen, modelconvenanten, stappenplannen en webapplicaties. Enkele instrumenten zijn in deze handreiking al kort besproken. Hieronder worden de belangrijkste instrumenten op een rij gezet. Meer informatie over de beschikbare instrumenten is te vinden op de websites van het ministerie van BZK, het CCV en het Project Veilige Gemeenten. Dit zijn de volgende websites: www. hetccv.nl en 72

74 ACHTERGRONDINFORMATIE Diagnose-instrument integrale veiligheid Met dit diagnose-instrument kunnen gemeenten in kort bestek nagaan hoe hun integraal veiligheidsbeleid ervoor staat. Daarbij komen het beleid, de organisatie en de feitelijke aanpak aan bod. Het instrument is een webapplicatie die benaderbaar is via de website van het Project Veilige Gemeenten: www. projectveiligegemeenten.nl. Het instrument bevat een vragenlijst en diagnoserapporten. Nadat de vragenlijst is ingevuld, worden de rapporten automatisch gegenereerd. Veiligheidsvizier Het Veiligheidsvizier is een webapplicatie met een vragenlijst en diagnoserapporten. Gemeenten kunnen ermee nagaan hoe hun beleid en aanpak rond voorbereiding op rampenbestrijding, externe veiligheid en brandveiligheid ervoor staan. Het instrument heeft een eigen website: Handboek rampenbestrijding De verbeterprocessen rond de voorbereiding op rampenbestrijding van de afgelopen jaren hebben onder meer geresulteerd in een nieuwe, geactualiseerde versie van het handboek rampenbestrijding. Dit handboek bevat uitgangspunten en technieken voor alle aspecten van de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie. Het handboek is te raadplegen via een speciale website: Handboek Kwaliteitszorg Brandweer Het Handboek Kwaliteitszorg Brandweer bevat een beschrijving van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem voor de brandweerkorpsen. De instrumenten die deel uitmaken van het systeem worden toegelicht en er zijn handleidingen voor opgenomen. Het handboek is niet via een website te raadplegen. Het kan besteld worden bij Sdu Uitgevers. Brochure aanpak huiselijk geweld Deze brochure beschrijft vormen van huiselijk geweld en mogelijke tegenacties van de gemeente. In de brochure worden randvoorwaarden en beschikbare instrumenten beschreven. De brochure is verkrijgbaar via de website van het landelijk project: Toolkit huiselijk geweld De Toolkit bevat praktische informatie over het uitvoeren van een publiekscampagne tegen huiselijk geweld. Er is een koffer met voorlichtingsmateriaal onder gemeenten verspreid. Ook zijn vuistregels en adviezen geformuleerd en op de website van het landelijk project gepubliceerd: Handreiking Cameratoezicht De Handreiking Cameratoezicht bevat een beschrijving van de Wet Cameratoezicht die in 2006 in werking is getreden. In de handreiking staat hoe het toezicht geïmplementeerd kan worden, welke effecten optreden, wat de kosten zijn en hoe geëvalueerd kan worden. De handreiking is verspreid onder gemeenten en te raadplegen via de website van het project CCV: Keurmerk Veilig Ondernemen Met het Keurmerk Veilig Ondernemen kunnen maatregelen ontwikkeld worden gericht op de veiligheid in winkelgebieden en op bedrijventerreinen. Het Keurmerk gaat uit van een gezamenlijk optreden van publieke en private partijen. De maatregelen richten zich voornamelijk op sociale veiligheid, o.a. op inbraak, diefstal en vandalisme. Het Keurmerk kent twee varianten: een voor winkelgebieden en een voor bedrijventerreinen. Voor beide zijn een algemene folder en een stappenplan ontwikkeld. De folders en stappenplannen zijn verkrijgbaar via de website van het CCV: Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan Met de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan kunnen maatregelen ontwikkeld worden om de veiligheid rond uitgaan te verhogen. Alle lokale partners worden daarin betrokken. Een belangrijk onderdeel van het instrument is een standaard 0-meting van de situatie in het gebied waarvoor de maatregelen ontwikkeld worden. Informatie over het instrument is te vinden op de website van het CCV: 73

75 Politiekeurmerk Veilig Wonen Sinds 1 januari 2006 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Er zijn drie soorten certificaten, namelijk voor woningen, complexen en wijken/buurten. Daarnaast is er een onderscheid tussen bestaande bouw en nieuwbouw. Het certificaat wordt uitgereikt wanneer een object voldoet aan een reeks van criteria op het gebied van sociale veiligheid, van leefbaarheid en van inbraak- en brandpreventie. Er is handboek voor bestaande bouw en een handboek voor nieuwbouw. Meer informatie is te verkrijgen via de websites en Woonkeur Ook dit instrument is een keurmerk voor woningen of woongebouwen. In dit geval gaat het uitsluitend om nieuwbouw. Wanneer de woning en de woonomgeving aan een aantal eisen voldoen, wordt het certificaat toegekend. Het gaat om eisen op onder meer het gebied van gebruiksvriendelijkheid en aanpasbaarheid. Naast het basispakket zijn er drie pluspaketten van vereisten, waaronder een op het gebied van veiligheid. Dit pakket komt overeen met dat van het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Meer informatie over Woonkeur is te verkrijgen via en Veiligheidseffectrapportage Met dit instrument kunnen de veiligheidsrisico s van ruimtelijke projecten vooraf in kaart worden gebracht. Bij de toepassing zijn publieke en private partijen betrokken. De partijen bepalen zelf het ambitieniveau en daarmee de specifieke uitvoeringsmodus van het instrument. Zie voor meer informatie: Organisatiemodellen en functieprofielen Met dit instrument kunnen gemeenten bepalen op welke wijze veiligheid het beste georganiseerd kan worden binnen het gemeentelijk apparaat. Het is een webapplicatie met een vragenlijst en negen alternatieve organisatiemodellen. Ook functieprofielen van de ambtenaar integrale veiligheid zijn beschikbaar. Het instrument is benaderbaar via de website van het Project Veilige Gemeenten: www. projectveiligegemeenten.nl. BIBOB stappenplannen en beleidslijnen Het landelijk Bureau BIBOB heeft stappenplannen ontwikkeld voor de implementatie van de wet BI- BOB in verschillende gemeentelijke sectoren. De stappenplannen zijn verkrijgbaar via de website van het Bureau: De website bevat ook voorbeelden van implementatieplannen van gemeenten. Daarnaast zijn voorbeelden van beleidslijnen van gemeenten opgenomen. Dit zijn beleidsstukken waarin gemeenten aangeven dat ze uitvoering geven aan de Wet BIBOB en beschrijven op welke wijze ze dat doen. Nederland veilig Nederland veilig is een grootschalige publiekscampagne van het kabinet. De campagne informeert het publiek over maatregelen die worden genomen in het kader van de veiligheid en over mogelijkheden die burgers zelf hebben om bij te dragen aan de veiligheid. In afzonderlijke deelcampagnes staan specifieke items of maatregelen centraal. Een voorbeeld is de campagne Meld Misdaad Anoniem. Nederland veilig is een voortvloeisel van het veiligheidsprogramma Naar een veiliger samenleving. Gemeenten kunnen in hun beleid en communicatie aansluiten op de campagne. Meer informatie is beschikbaar op de website van de campagne: 74

76 BIJLAGEN BIJLAGEN BEGRIPPENLIJST Integraal veiligheidsbeleid Integraal veiligheidsbeleid is veiligheidsbeleid dat alle veiligheidsvelden bestrijkt, interne en externe partners bij de aanpak betrekt en ook de organisatorische borging van het beleid regelt. Veiligheidsvelden Veiligheid is een breed begrip. Een manier om het hanteerbaar te maken en het tegelijk af te bakenen, is door te werken met veiligheidsvelden. Binnen de velden vallen veiligheidsthema s die bij elkaar passen. De methode kernbeleid veiligheid onderscheidt vijf veiligheidsvelden: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Sociale veiligheid Sociale veiligheid is veiligheid rond sociale (intermenselijke) relaties en activiteiten. De bedreigingen van de sociale veiligheid zijn velerlei. Het kan gaan om jeugdoverlast en vandalisme maar ook om inbraken, huiselijk geweld, autocriminaliteit en radicalisering. Sociale veiligheid strekt zich uit over de veiligheidsvelden veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid en integriteit en veiligheid. Fysieke veiligheid Fysieke veiligheid is veiligheid in verband met de fysieke omgeving van bewoners. Het gaat om de veiligheidsrisico s van gebouwen, gevaarlijke stoffen, natuur en verkeer. Externe veiligheid Externe veiligheid is een onderdeel van fysieke veiligheid. Het gaat hierbij om de veiligheidsrisico s voor de omgeving in verband met opslag, bewerking en transport van gevaarlijke stoffen. Regierol De regierol is de taak van de gemeente om de beleidsontwikkeling en uitvoering aan de gang te houden, partners betrokken en aan hun afspraken te houden en nieuwe items snel op te pakken en van een aanpak te voorzien. 75

77 OPERATIONEEL SCHEMA 12 STAPPENPLAN Stap Actor(en) Acties/deelstappen Timing* 1 Raadsuitspraak op basis van startnotitie - Ambtenaar integrale veiligheid - College - Raad 2 Samenstelling van de werkgroep - Ambtenaar integrale veiligheid - Portefeuillehouder 3 Startbijeenkomst werkgroep - Ambtenaar integrale veiligheid - Portefeuillehouder - Werkgroep kernbeleid 4 Behandeling beleidsvragen 1 t/m 9 door de werkgroep 5 Vaststelling prioriteiten door de raad - College - Raad 6 Behandeling beleidsvragen 10 t/m 20 door de werkgroep - Werkgroep kernbeleid - Ambtenaar integrale veiligheid - College - Ambtenaar integrale veiligheid - Werkgroep kernbeleid 7 Opstellen kadernota - Ambtenaar integrale veiligheid - Werkgroep kernbeleid 8 Check draagvlak - Ambtenaar integrale veiligheid - Werkgroep kernbeleid 9 Vaststelling kadernota door de raad - College - Raad 10 Opstellen uitvoeringsprogramma - Ambtenaar integrale veiligheid - College 11 Controle uitvoeringsprogramma door de raad - College - Raad 12 Uitvoeringsfase - Ambtenaar integrale veiligheid - Werkgroep kernbeleid - College - Raad De onderstaande tabel geeft een overzicht van de 12 stappen inclusief de deelstappen en de timing. Deelstappen zijn de acties die per stap uitgevoerd moeten worden. 1.1 Ambtenaar stelt startnotitie op 1.2 College brengt startnotitie in de raad 1.3 Raad stelt startnotitie vast 2.1 Ambtenaar stelt lijst van deelnemers op 2.2 Bespreking met portefeuillehouder 2.3 Benadering/uitnodiging deelnemers 3.1 Ambtenaar bereidt bijeenkomst voor 3.2 Bijeenkomst met werkgroep 4.1 Tweede sessie werkgroep: beleidsvragen 1/5 4.2 Enquête onder bewoners 4.3 Verwerking uitkomsten door ambtenaar IV 4.4 Derde sessie werkgroep: beleidsvragen 6/8 4.5 Vierde sessie werkgroep: beleidsvraag Ambtenaar IV redigeert advies aan raad 5.1 College brengt advies in de raad 5.2 Organisatie enkele wijkpanels door raad 5.3 Behandeling van advies en uitkomsten panels door de raad (prioritering door de raad) 6.1 Voorbereiding door ambtenaar IV van beleidsvragen 10/ Vijfde sessie werkgroep: beleidsvragen 10/ Zesde sessie werkgroep: beleidsvragen 11/ Zevende sessie werkgroep: beleidsvragen 16/ Ambtenaar IV redigeert kadernota 7.2 Consultatie werkgroepleden 8.1 Werkgroepleden checken bij hun laatste reactie op de concept kadernota of er voldoende draagvlak is 9.1 College brengt kadernota in de raad 9.2 Behandeling kadernota door de raad 10.1 Ambtenaar IV stelt programma op 10.2 Consultatie collega-ambtenaren 10.3 College stelt programma vast 11.1 College brengt programma in de raad 11.2 Raad controleert programma (evt. moties) 12.1 Uitvoering door betrokken partijen 12.2 Evaluatie na 1 jaar door ambtenaar IV en eventueel de werkgroep kernbeleid 12.3 Opstellen nieuw uitvoeringsprogramma door ambtenaar IV en collega-ambtenaren 12.4 Vaststelling uitvoeringsprogramma door college 12.5 College brengt programma plus evaluatie in de raad 12.6 Raad controleert programma (evt. moties + evt. bijstelling kadernota) Week 1/8 Week 9/10 Week 11/12 Week 13/26 Week 27/34 Week 35/40 Week 41/42 Week 43/44 Week 45/48 Week 49/52 Week 53/55 Week 56 e.v. * Bij de planning in de kolom timing is in fase 4 uitgegaan van een veiligheidsanalyse inclusief enquête onder bewoners. Bovendien is in fase 5 rekening gehouden met enkele wijkpanels bij de prioritering. Door deze extra elementen duurt het gehele proces tenminste drie maanden langer. De doorlooptijd van het totale proces bedraagt daardoor tenminste een jaar. De light-versie van de methode heeft een doorlooptijd van ongeveer vijf à zes maanden. 76

78 BIJLAGEN WEBSITES WOORD VAN DANK Bij de realisatie van deze nieuwe versie van Kernbeleid Veiligheid is meermaals afgestemd met een reeks van gemeenten. De ambtenaren integrale veiligheid van deze gemeenten hebben concepten becommentarieerd en zeer bruikbare suggesties voor verbetering gedaan. Mede dankzij deze input heeft deze nieuwe versie tot stand kunnen komen. Onze dank gaat in het bijzonder uit naar de ambtenaren van de gemeenten Apeldoorn, Bernisse, Geertruidenberg, Geldrop-Mierlo, Hilversum, Middelharnis, Moordrecht, Oirschot, Oisterwijk, Ouderamstel, Skarsterlan, Staphorst, Veere, Veldhoven, Venray, Weststellingwerf, Westvoorne en Wieringen en naar de vertegenwoordiger van de Politie Twente die heeft geparticipeerd in de klankbordgroep. 77

79 12-STAPPENPLAN 1. Raadsuitspraak op basis van een startnotitie; 2. Samenstelling werkgroep; 3. Startbijeenkomst werkgroep; 4. Behandeling beleidsvragen 1 t/m 9 door werkgroep; 5. Vaststelling prioriteiten door de raad; 6. Behandeling beleidsvragen 10 t/m 20 door werkgroep; 7. Opstellen kadernota door werkgroep; 8. Check draagvlak door werkgroepleden bij eigen organisatie/achterban; 9. Vaststelling kadernota door raad; 10. Opstellen uitvoeringsprogramma door College; 11. Controle uitvoeringsprogramma door raad; 12. Uitvoeringsfase (jaarlijkse cycli). BELEIDSVRAGEN Visie 1. Wat is de aanleiding binnen uw gemeente om integraal veiligheidsbeleid te ontwikkelen? 2. Wat is uw strategische doelstelling? 3. Welke uitgangspunten hanteert u bij de ontwikkeling en uitvoering van het integraal veiligheidsbeleid? 4. Wie zijn uw strategische veiligheidspartners? 5. Welke flankerende beleidsprocessen spelen een rol in uw veiligheidsbeleid? Veiligheidsanalyse 6. Hoe is de veiligheidssituatie momenteel in de gemeente? 7. Op welke manier wordt er momenteel aan veiligheid gewerkt? 8. Welke omissies zijn er in de aanpak rond de veiligheidsthema s? Prioriteiten van het beleid 9. Wat zijn de prioriteiten van uw veiligheidsbeleid? Uitwerking van de aanpak 10. Welke aanpak kiest u per prioriteit? 11. Wat is uw aanpak op het veld veilige woon- en leefomgeving? 12. Wat is uw aanpak op het veld bedrijvigheid en veiligheid? 13. Wat is uw aanpak op het veld jeugd en veiligheid? 14. Wat is uw aanpak op het veld fysieke veiligheid? 15. Wat is uw aanpak op het veld integriteit en veiligheid? Organisatorische borging van het beleid 16. Hoe positioneert u veiligheid binnen het gemeentelijk apparaat? 17. Hoe vindt de afstemming met interne en externe partners over het veiligheidsbeleid plaats? 18. Hoe is veiligheid politiek-bestuurlijk ingebed in uw gemeente? 19. Hoe vindt de planning en control rond veiligheid plaats? 20. Hoe communiceert u over het veiligheidsbeleid? 78

80 COLOFON Samenstelling Corine van Egten, SGBO Onderzoek, Advies en Implementatie Jasper van Gaalen, SGBO Onderzoek, Advies en Implementatie Begeleiding en redactie Project Veilige Gemeenten: Janine Schreck, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Marcel Tielen, Vereniging van Nederlandse Gemeenten Vormgeving Berg Kleijn Communicatie, Den Haag Druk Stimuka, Rijswijk

81

Voorbeeld Startnotitie Behorend bij Kernbeleid Veiligheid 3.0 d.d. september 2010

Voorbeeld Startnotitie Behorend bij Kernbeleid Veiligheid 3.0 d.d. september 2010 Voorbeeld Startnotitie Behorend bij Kernbeleid Veiligheid 3.0 d.d. september 2010 Ter toelichting: Deze startnotitie vormde het statschot voor integraal veiligheidsbeleid voor de periode 2011-2014 1 Startnotitie

Nadere informatie

Startnotitie integraal veiligheidsbeleid 2010-2014 gemeente Tynaarlo. Veilig zijn en veilig blijven

Startnotitie integraal veiligheidsbeleid 2010-2014 gemeente Tynaarlo. Veilig zijn en veilig blijven Startnotitie integraal veiligheidsbeleid 2010-2014 gemeente Tynaarlo. Veilig zijn en veilig blijven Inleiding Per 1 januari 2008 is de gemeentelijke regierol in de Gemeentewet vastgelegd. Gemeenten hebben

Nadere informatie

Startnotitie Integraal Veiligheidsplan Gemeente Molenwaard

Startnotitie Integraal Veiligheidsplan Gemeente Molenwaard Startnotitie Integraal Veiligheidsplan Gemeente Molenwaard Steller: Bestuursadviseur Marien Jongkind Datum: 15 juli 2013 Inleiding De gemeente Molenwaard streeft naar een comfortabele en veilige woon-

Nadere informatie

agendanummer afdeling Simpelveld VI- onderwerp Kadernotitie Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Simpelveld

agendanummer afdeling Simpelveld VI- onderwerp Kadernotitie Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Simpelveld Aan de raad agendanummer afdeling Simpelveld VI- onderwerp Kadernotitie Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Simpelveld 2012-2015 Inleiding De huidige nota integrale veiligheid gemeente Simpelveld is toe

Nadere informatie

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Aan de Raad. Made, 13 februari 2007

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Aan de Raad. Made, 13 februari 2007 Aan de Raad Made, 13 februari 2007 Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Raadsvergadering: 12 april 2007 Onderwerp: Diagnose Integrale Veiligheid gemeente

Nadere informatie

Betreft Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek Veiligheid kent geen grenzen.

Betreft Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek Veiligheid kent geen grenzen. Betreft Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek 2015 2018 Veiligheid kent geen grenzen. Vergaderdatum 4 december 2014 Gemeenteblad 2014 / 77 Agendapunt 10 Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad

Nadere informatie

Vervolgblad Informatienotitie Pagina 1. Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid

Vervolgblad Informatienotitie Pagina 1. Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid Pagina 1 Informatienotitie AAN VAN ONDERWERP Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid DATUM 9 september 2009 KOPIE AAN BIJLAGE REGISTRATIENUMMER 0906730 3 (methodiek kernbeleid

Nadere informatie

Beslispunten 1. de startnotitite integraal veiligheidsbeleid vast te stellen,

Beslispunten 1. de startnotitite integraal veiligheidsbeleid vast te stellen, OPENBAAR Adviseur: M. Boerman (BBO, tst. 803) Portefeuillehouder: E.M. Timmers - van Klink 10.02675 1 ADVIESNOTA Politieke Ronde d.d. 8 april 2010 Raadsvergadering d.d. 22 april 2010 Voorstel nr. Programma

Nadere informatie

O O *

O O * O14.001831 O14.001831* Beleidstraject Kadernota Veiligheid 2015-2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Inhoudelijk proces... 4 3. Tijdpad... 7 2/7 O14.001831 1. Inleiding Met de presentatie van het Coalitieakkoord

Nadere informatie

Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek

Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek 2015-2018 Gemeentebladnr: 2014/75 Verseon nr: 129454 Vergaderdatum: 18 december 2014 Agendapunt: Portefeuillehouder: Dhr. B. Link Steller: G. Salemink

Nadere informatie

*Z001F59E44 9* Leiderdorp, 16 september 2014. Afdeling: Concernzaken OOV en Rampen Onderwerp: Beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018

*Z001F59E44 9* Leiderdorp, 16 september 2014. Afdeling: Concernzaken OOV en Rampen Onderwerp: Beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018 Afdeling: Concernzaken OOV en Rampen Onderwerp: Beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018 Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Leiderdorp, 16 september 2014 Aan de raad. Beslispunten 1. Akkoord gaan met

Nadere informatie

Portefeuillehouder : J.J.C. Adriaansen Datum : 18 november 2014. : Burger en bestuur: Woensdrecht veilig

Portefeuillehouder : J.J.C. Adriaansen Datum : 18 november 2014. : Burger en bestuur: Woensdrecht veilig Documentnummer:*2014.44554* Voorstel aan de Raad Onderwerp : Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 Raadsvergadering : 18 december 2014 Agendapunt : Portefeuillehouder : J.J.C. Adriaansen Datum : 18

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Op 8 december 2008 is het rapport van de visitatiecommissie Fijnaut c.s. getiteld

gemeente Eindhoven Op 8 december 2008 is het rapport van de visitatiecommissie Fijnaut c.s. getiteld gemeente Eindhoven Retouradres Postbus gorso, 56oo RB Eindhoven Commissie BEZ Behandeld door mr. M. Schavemaker Telefoon (o4o) 238 22 76 Uvv brief van Uvv kenmerk Ons kenmerk OOV 3o januari zoog Betreft

Nadere informatie

Het rondetafeloverleg (i.v.m. 1Gezin1Plan)

Het rondetafeloverleg (i.v.m. 1Gezin1Plan) Het rondetafeloverleg (i.v.m. 1Gezin1Plan) Inleiding Tijdens een rondetafeloverleg of -bijeenkomst overlegt een gezin met personen uit het sociale netwerk en betrokken zorg- en dienstverleners over het

Nadere informatie

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 18 december 2012 bestemd voor de gemeenteraad nummer: 2012_BW_00428 Onderwerp Regionaal beleidsplan 2013-2014, politie eenheid

Nadere informatie

Benchmark Sturen op veiligheid 2011 BENCHMARK STUREN OP VEILIGHEID

Benchmark Sturen op veiligheid 2011 BENCHMARK STUREN OP VEILIGHEID Benchmark Sturen op veiligheid 2011 BENCHMARK STUREN OP VEILIGHEID Hoe effectief is uw veiligheidsbeleid? Hoe kunt u goed sturen op prestaties? Hoe sterk is uw interne organisatie rond veiligheid? Hoe

Nadere informatie

Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2. Juli 2019

Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2. Juli 2019 Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2 Juli 2019 Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe fase 2 Inleiding Beter Bereikbaar Gouwe (BBG) is een grote gebiedsontwikkeling waarin de gemeenten

Nadere informatie

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad 5 juli 2018 Raadswerkgroep Burgerparticipatie In november 2017 heeft een aantal raadsleden zich opgegeven om de Raadswerkgroep Burgerparticipatie te vormen

Nadere informatie

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld December 2011 1. Inleiding In 2003 bezocht de burgemeester van de gemeente Barneveld samen met de politie en de woningstichting de dorpskernen van de gemeente

Nadere informatie

Bestuursopdracht. Centrumvisie

Bestuursopdracht. Centrumvisie Bestuursopdracht Centrumvisie Bestuursopdracht Centrumvisie Opdrachtgever: Auteur: gemeente Scherpenzeel afdeling Ruimte en Groen W. Hilbink/W.Algra Datum: 2 december 2014 Centrumvisie Scherpenzeel -1-

Nadere informatie

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen Inleiding In juni van dit jaar is met de gemeenteraad gesproken over de Nijmeegse Omgevingsvisie aan de hand van de Menukaart Omgevingsvisie (zie bijlage). Afgesproken

Nadere informatie

Handreiking voor veilige vakantieparken Het instrument in de praktijk

Handreiking voor veilige vakantieparken Het instrument in de praktijk HANDREIKING VOOR VEILIGE VAKANTIEPARKEN Handreiking voor veilige vakantieparken Het instrument in de praktijk 1 HANDREIKING VOOR VEILIGE VAKANTIEPARKEN 2 Handreiking voor veilige vakantieparken Het instrument

Nadere informatie

Stappenplan nieuwe Dorpsschool

Stappenplan nieuwe Dorpsschool Stappenplan nieuwe Dorpsschool 10 juni 2014 1 Inleiding Het college van burgemeester en wethouders heeft op 10 juni 2014 dit stappenplan vastgesteld waarin op hoofdlijnen is weergegeven op welke wijze

Nadere informatie

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Gemeente Bronckhorst, 23 augustus 2016 1. Aanleiding We willen het beleidsplan Sociaal Domein 2015-2018 gemeente Bronckhorst tussentijds

Nadere informatie

Dynamisch uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid Peelland

Dynamisch uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid Peelland Dynamisch uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid Peelland 2015-2018 Projectmatige aanpak prioriteiten Kadernota Integrale Veiligheid Peelland 2015-2018, versie 1-7-2015 Inleiding projectmatige aanpak

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel klankbordgroepen

Initiatiefvoorstel klankbordgroepen Initiatiefvoorstel klankbordgroepen Inleiding In Langedijk lopen momenteel een aantal grote, ingrijpende projecten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van door de gemeente ingestelde klankbordgroepen. Daarnaast

Nadere informatie

De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Utrecht, Stichtse Vecht, De Bilt, Zeist, Bunnik en Houten

De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Utrecht, Stichtse Vecht, De Bilt, Zeist, Bunnik en Houten 1 Bestuursconvenant Mobiliteit in grootstedelijk Utrecht De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Utrecht, Stichtse Vecht, De Bilt, Zeist, Bunnik en

Nadere informatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Plan van aanpak Rekenkamer Maastricht februari 2007 1 1. Achtergrond en aanleiding 1 De gemeente Maastricht wil maatschappelijke doelen bereiken.

Nadere informatie

Stappenplan Veilig Ondernemen winkelgebieden in Zoetermeer

Stappenplan Veilig Ondernemen winkelgebieden in Zoetermeer Stappenplan Veilig Ondernemen winkelgebieden in Zoetermeer Inhoudsopgave 1 HET STAPPENPLAN VEILIG ONDERNEMEN WINKELGEBIEDEN IN ZOETERMEER...3 2 PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING: BETROKKEN PARTIJEN...3 GEMEENTE...3

Nadere informatie

Vervolg en gebiedsproces WBP 5

Vervolg en gebiedsproces WBP 5 Vervolg en gebiedsproces WBP 5 1 Inleiding Het WBP5 strategisch deel ligt voor. Hiermee is het WBP 5 niet af, maar staat het aan het begin van het gebiedsproces en het interne proces om tot een uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot het vaststellen van het Beleidskader Integrale Veiligheid

Raadsvoorstel tot het vaststellen van het Beleidskader Integrale Veiligheid gemeente Eindhoven Openbare orde 5 Veiligheid Raadsnummer 09.R3302.00I Inboeknummer o9bstor94o Beslisdatum B&W a9 september 2009 Dossiernummer 94O.I53 Raadsvoorstel tot het vaststellen van het Beleidskader

Nadere informatie

Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen

Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen Afdeling grondgebied 26-0-205 INLEIDING Voor u ligt het projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen. 2 AANLEIDING PROJECT

Nadere informatie

Routeplanner Right to Challenge

Routeplanner Right to Challenge Routeplanner Right to Challenge Netwerk Right to Challenge www.righttochallenge.nl Voor bewoners, maatschappelijke initiatiefnemers, gemeentebestuurders en ambtenaren Een praktische aanpak om als gemeente,

Nadere informatie

PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016

PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016 PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016 Conform: De Langedijker werkwijze, Notitie interactief werken gemeente Langedijk op basis

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Transformatieagenda Wmo en haar omgeving. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Transformatieagenda Wmo en haar omgeving. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen Raadsvoorste l Raadsvoorstel Transformatieagenda 2017-2018 Wmo en haar omgeving doel: aan: besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen zaaknummer: 161900 datum voorstel: 23 november 2016 datum collegevergadering:

Nadere informatie

De rol van de gemeente is het stellen van beleidskaders en het benoemen van de gewenste maatschappelijke effecten, welke de gemeenteraad vast stelt.

De rol van de gemeente is het stellen van beleidskaders en het benoemen van de gewenste maatschappelijke effecten, welke de gemeenteraad vast stelt. Voorsorteren op deel B Deel B van de woonvisie wordt gevormd door het uitvoeringsprogramma. De kaders en doelen worden hierin doorvertaald naar projecten en inspanningen opdat de doelen behaald worden.

Nadere informatie

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.

Nadere informatie

Aan Provinciale Staten

Aan Provinciale Staten www.prv-overijssel.nl Aan Provinciale Staten Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 26 85 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum PS/2003/872 d.d.

Nadere informatie

Startnotitie Interactieve Beleidsvorming

Startnotitie Interactieve Beleidsvorming Startnotitie Interactieve Beleidsvorming Status: concept Bestuurlijk opdrachtgever: Drs J.F.N. Cornelisse Ambtelijk opdrachtgever: Drs H.J. Beumer Ambtelijk opdrachtnemer: Drs M.M.H. de Boer Datum 17-03-2010

Nadere informatie

Plan van aanpak (offerte) jeugdbeleid gemeente Son & Breugel. Uw vraag. Ons aanbod

Plan van aanpak (offerte) jeugdbeleid gemeente Son & Breugel. Uw vraag. Ons aanbod Plan van aanpak (offerte) jeugdbeleid gemeente Son & Breugel De gemeente Son en Breugel heeft in het collegeprogramma 2002 2006 opgenomen dat zij een nieuwe nota integraal jeugdbeleid zal ontwikkelen.

Nadere informatie

Werkwijze Praktijktest

Werkwijze Praktijktest Januari 2016 Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz Postbus 20062 3502 LB UTRECHT T: 030 282 33 02 E: secretariaat@kwaliteitsontwikkelingggz.nl Inhoud 1 Toelichting... 2 2 Werkwijze... 3 Bijlage 1. Voorbeeld

Nadere informatie

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente Bijlage 2: Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente De Rekenkamer heeft haar onderzoek naar de financiële

Nadere informatie

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017 Oplegvel 1. Onderwerp Plan van aanpak OV-visie Holland Rijnland Midden Holland en wijze van uitvoering 2. Rol van het Platformtaak volgens gemeente samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang

Nadere informatie

VOORBLAD RAADSVOORSTEL

VOORBLAD RAADSVOORSTEL VOORBLAD RAADSVOORSTEL ONDERWERP Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid Middelsee Gemeenten 2010-2014. VOORSTEL Wij stellen u voor bijgevoegde Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid Middelsee Gemeenten 2010-2014

Nadere informatie

Startnotitie. Integraal Veilgheid Beleidsplan (IVB)

Startnotitie. Integraal Veilgheid Beleidsplan (IVB) Startnotitie Integraal Veilgheid Beleidsplan (IVB) Gemeente Eemsmond 2013-2016 1 Inhoudsopgave Startnotitie Integraal Veiligheid Beleidsplan Gemeente Eemsmond 2013-2016 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Uitgangspunten...

Nadere informatie

BIJLAGE I3. Nota van Afstemming. Model Ten Boer-Groningen: nota van afstemming

BIJLAGE I3. Nota van Afstemming. Model Ten Boer-Groningen: nota van afstemming BIJLAGE I3 Nota van Afstemming Model Ten Boer-Groningen: nota van afstemming Inleiding Bij de concretisering van het model Ten Boer-Groningen is de afgelopen periode veel tijd besteed aan de rol van regisseur

Nadere informatie

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T Organisatie Januari 2012 nvt 18 Januari 2012 Zelfevaluatie Raad van Toezicht Organisatie/Zelfevaluatie Inhoudsopgave 1. PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD

Nadere informatie

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder( s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en -naam : Vaststelling Kadernota Integrale Veiligheid

Nadere informatie

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT werkveld datum Instemming/advies GMR Vaststelling RvT Vastgesteld CvB Organisatie 28-11-2012 n.v.t. 28-11-2012 n.v.t. Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT Inhoudsopgave 1. Procedure zelfevaluatie Raad van

Nadere informatie

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 1. Inleiding In het collegeakkoord voor de periode 2014-2018 is als één van de doelstellingen geformuleerd: Het college zet zich in voor een florerende

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Uitkomsten evaluatie module sociale infrastructuur

Uitkomsten evaluatie module sociale infrastructuur Uitkomsten evaluatie module sociale infrastructuur Maart 2017 Begin 2017 zijn enquêtes uitgezet bij (A) gemeenten uit de kernwerkgebieden van Menzis, (B) zorgaanbieders die gecontracteerd zijn voor de

Nadere informatie

Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant

Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant Vastgesteld door de Rekenkamer West-Brabant in haar vergadering van 25 oktober 2010. Dit onderzoeksprotocol vloeit voort uit het Reglement van Orde, vastgesteld

Nadere informatie

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Informatie voor professionals die werken volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In welke stap van de meldcode neem ik contact op met Veilig

Nadere informatie

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad Inhoud A Delfts Doen! Delftenaren maken de stad 1 Delfts Doen! Delftenaren maken de stad P lannen maken in de stad doe je niet alleen. Een goed initiatief vraagt samenwerking en afstemming met bewoners,

Nadere informatie

Hoe De Kanteling een slag vooruit kan maken met de inzet van samenwerkingspartners

Hoe De Kanteling een slag vooruit kan maken met de inzet van samenwerkingspartners DE KANTELING VOORUIT! Hoe De Kanteling een slag vooruit kan maken met de inzet van samenwerkingspartners De Kanteling is in Nederland inmiddels al een gevleugeld begrip. Veel gemeenten zijn bezig met De

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas 298634 Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Besluitnummer: 43 5b Onderwerp: Opstellen beleid Nota integraal toezichts- en handhavingsbeleid fysieke leefomgeving Advies: 1. Vast

Nadere informatie

Organisatiescan persoonsgerichte zorg

Organisatiescan persoonsgerichte zorg Organisatiescan persoonsgerichte zorg Doel organisatiescan: bijdragen aan implementatie (-bereidheid) van persoonsgerichte zorg en gezamenlijke besluitvorming in de organisatie. Insteek is op organisatieniveau.

Nadere informatie

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017 Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017 Geachte commissie, Stichting Bescherming Leefomgeving Ridderkerk Zuid-Oost wil u graag opmerkzaam maken op het volgende. Sympathisanten

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030 Projectvoorstel Projectopdracht / -voorstel Datum: 8 juli 2010 Versie: definitief t.b.v. definitiefase en ontwerpfase Pagina: 1 / 9 Soort project Extern/Lijn Projectnaam MijnBorne2030 (Herijking Toekomstvisie)

Nadere informatie

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding Omgevingsvisie Giessenlanden Plan van aanpak V1.3 Inleiding De omgevingsvisie van de gemeente Giessenlanden moet inspireren, ruimte bieden en uitnodigen. Een uitnodiging aan burgers, bedrijven en instellingen

Nadere informatie

Veiligheidsanalyse. m.b.t. integraal veiligheidsbeleid Gemeente Geertruidenberg en Drimmelen

Veiligheidsanalyse. m.b.t. integraal veiligheidsbeleid Gemeente Geertruidenberg en Drimmelen Veiligheidsanalyse m.b.t. integraal veiligheidsbeleid 2013-2016 Gemeente Geertruidenberg en Drimmelen Agenda Gezamenlijk beleid met gemeente Geertruidenberg Toelichting Kernbeleid Veiligheid Werkwijze

Nadere informatie

Documentnummer: : Eindnotitie implementatie privacy

Documentnummer: : Eindnotitie implementatie privacy Eindnotitie implementatie privacy Afdeling Bedrijfsvoering, team Advies en Middelen 2016 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding.3 2. Resultaten.3 3. Documenten.4 4. Implementatie.5 4.1 Training voor het sociaal

Nadere informatie

Participatiewijzer gemeente De Bilt

Participatiewijzer gemeente De Bilt Participatiewijzer gemeente De Bilt Stap 1: Inventarisatie Je staat aan de start van een project/ beleidstraject, maar vraagt je af of en hoe je inwoners en/of ondernemers moet betrekken bij je project.

Nadere informatie

Kernbeleid veiligheid. Handreiking voor gemeenten

Kernbeleid veiligheid. Handreiking voor gemeenten Kernbeleid veiligheid Handreiking voor gemeenten Kernbeleid veiligheid Handreiking voor gemeenten Postbus 30435, 2500 GK Den Haag. Telefax: (070) 346 92 01 Internet: www.vnguitgeverij.nl Colofon Samenstelling

Nadere informatie

A. INTERACTIEF PLANPROCES

A. INTERACTIEF PLANPROCES Communicatie Structuurvisie De Wolden A. INTERACTIEF PLANPROCES De gemeente De Wolden is gestart met het opstellen van een Structuurvisie voor het hele grondgebied van de gemeente. Het college en de raad

Nadere informatie

Convenant tussen. Stichting Seniorenraad Meierijstad en. Stichting Welzijn De Meierij

Convenant tussen. Stichting Seniorenraad Meierijstad en. Stichting Welzijn De Meierij Convenant tussen Stichting Seniorenraad Meierijstad en Stichting Welzijn De Meierij 1 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Doelstelling Seniorenraad 4 A. Een bijdrage leveren aan integraal ouderenbeleid 4 B. Het bewaken

Nadere informatie

Afspraken patiëntbetrokkenheid bij medisch specialistische richtlijnen

Afspraken patiëntbetrokkenheid bij medisch specialistische richtlijnen Afspraken patiëntbetrokkenheid bij medisch specialistische richtlijnen Versie 1.0, 15 oktober 2015 Achtergrond Patiëntbetrokkenheid bij richtlijnen krijgt de laatste jaren steeds meer vorm. In principe

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 3. Inleiding

Raadsvoorstel. 3. Inleiding Raadsvoorstel Agenda nr. 6 Onderwerp: Reactie geven op de onderzoeksvraagstelling en uitwerking daarvan voor de evaluatie van de Metropoolregio Eindhoven Soort: Besluitvormend Opsteller: J. v.d. Kolk Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Participatieplan afstoten gemeentehuizen

Participatieplan afstoten gemeentehuizen Participatieplan afstoten gemeentehuizen Herontwikkeling / nieuwe invulling gemeentehuis Muiden en Stadskantoor Naarden 1 Inleiding 1.1 Uitgangspunt Dit participatieplan hoort bij de Project Initiatief

Nadere informatie

beantwoording technische vragen

beantwoording technische vragen Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders beantwoording technische vragen onderwerp technische vragen Joke van Boxtel/ Progressief Nieuwkoop en Pien Schrama/ MiddenPartij Nieuwkoop Datum

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. 12 januari Betreft: Routeplanner Right to Challenge. Geachte leden van de Gemeenteraad,

Aan de Gemeenteraad. 12 januari Betreft: Routeplanner Right to Challenge. Geachte leden van de Gemeenteraad, www.righttochallenge.nl Aan de Gemeenteraad 12 januari 2019 Betreft: Routeplanner Right to Challenge Geachte leden van de Gemeenteraad, Right to Challenge (R2C) is het recht van bewonersinitiatieven om

Nadere informatie

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard gemeente Valkenswaard Team Ruimtelijke ontwikkeling en economie 25-09-2013 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Definitie 3 3. Vergelijking veegplannen en postzegelbestemmingsplannen

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Betreft startnotitie over procesvoorstel betrokkenheid gemeenteraad in relatie tot toezicht en handhaving

gemeente Eindhoven Betreft startnotitie over procesvoorstel betrokkenheid gemeenteraad in relatie tot toezicht en handhaving gemeente Eindhoven Inboeknummer 13bst00971 Dossiernummer 13.22.252 28 mei 2013 Commissienotitie Betreft startnotitie over procesvoorstel betrokkenheid gemeenteraad in relatie tot toezicht en handhaving

Nadere informatie

Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein

Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein Gemeente Wassenaar februari 2016 Pagina 2/9 2 Pagina 3/9 1 Inleiding Kader en achtergrond Kenmerkend voor het transformatieproces in het sociaal

Nadere informatie

Datum: Portefeuillehouders: De Graaf, Horst en Windhouwer

Datum: Portefeuillehouders: De Graaf, Horst en Windhouwer Raadsvoorstel Visie vernieuwing sociaal Domein Raadsnummer: 2013-069 Registratiekenmerk: Onderwerp: Visie op de vernieuwing van het sociaal domein in Nijkerk Korte inhoud: "Iedereen telt en doet mee" De

Nadere informatie

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap Inleiding In het omgevingsrecht worden regels gesteld waar de overheden zich aan moeten houden bij het uitvoeren van vergunningverlening,

Nadere informatie

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Besluit college van Burgemeester en Wethouders Registratienr: 2013/4471 Registratiedatum: 27-11-2013 Afdeling: BOV Agendapunt: 49-B-02 Openbaar: Ja Nee Reden niet openbaar: Onderwerp: Buurtbemiddeling Besluit: Opdracht verstrekken aan Synthese voor

Nadere informatie

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN 24 november 2017 INHOUD HOOFDSTUK 1: Rol en status van het Reglement 1 HOOFDSTUK 2: Samenstelling RAC 1 HOOFDSTUK 3: Taken RAC 2 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode Zero Based Begroten De andere kant van de kaasschaafmethode Je moet de tijd nemen voor Zero Based Begroten, en je moet lef hebben Zero Based begroten legt een duidelijke relatie tussen de doelstellingen,

Nadere informatie

Empowerment Kwaliteit Instrument: Operationalisering en Normering Voor gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers als aanvulling op de Preffi 2.

Empowerment Kwaliteit Instrument: Operationalisering en Normering Voor gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers als aanvulling op de Preffi 2. Empowerment Kwaliteit Instrument: Operationalisering en Normering Voor gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers als aanvulling op de Preffi 2.0 Cluster 0: Randvoorwaarden 0.1 Empowermentvaardigheden

Nadere informatie

Startnotitie Toeristische visie gemeente Bergen 2015-2025

Startnotitie Toeristische visie gemeente Bergen 2015-2025 Startnotitie Toeristische visie gemeente Bergen 2015-2025 1 1. Inleiding Gemeente Bergen beschikt niet over een toeristische visie. Voor een gemeente waarvan het toerisme een grote economische peiler vormt,

Nadere informatie

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 9 juni 2015 Besluit nummer: 2015_BW_00466 Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland 2015-2020 - Besluitvormend Beknopte samenvatting: LEADER

Nadere informatie

Structuur regionale samenwerking in Regio Rivierenland

Structuur regionale samenwerking in Regio Rivierenland Structuur regionale samenwerking in Regio Rivierenland Gemeenteraden Ambitiebepaling, kaderstelling en controle op hoofdlijnen van beleid Besluiten over meerjarenprogramma s speerpunten Besluiten over

Nadere informatie

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek informatievoorziening aan de gemeenteraad over de Wmo en Jeugdhulp

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek informatievoorziening aan de gemeenteraad over de Wmo en Jeugdhulp Jaarverslag 2017 Bijlage 2: Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek informatievoorziening aan de gemeenteraad over de Wmo en Jeugdhulp De Rekenkamer heeft haar onderzoek

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Samenwerkingsversterker. Aandacht voor focus en beleving in ketens en samenwerkingsverbanden

Samenwerkingsversterker. Aandacht voor focus en beleving in ketens en samenwerkingsverbanden Samenwerkingsversterker Aandacht voor focus en beleving in ketens en samenwerkingsverbanden Wat levert het op? Als organisatie: - Betere resultaten door effectief samenwerken en een gezamenlijke focus

Nadere informatie

Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan

Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan Plan van Aanpak Titel: Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan Subtitel: Plan van Aanpak Versie: Versie 1.0 Plaats: Roermond Datum: 26 mei 2015 Opgesteld door: Jan Waalen,

Nadere informatie

Convenant Wijk en Buurtgericht Werken in de Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht

Convenant Wijk en Buurtgericht Werken in de Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Convenant Wijk en Buurtgericht Werken in de Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Partijen de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, op grond van artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de portefeuillehouder

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 30-10-2012 Onderwerp: Veiligheidsstrategie - Meerjarenbeleidsplan 2013-2014 Conceptbesluit: Het college neemt kennis van het concept

Nadere informatie

Raadsvergadering van 28 juni 2012 Agendanummer: 8.1. Onderwerp: 166. Gebiedsplannen. Plan van aanpak, Intentieverklaring en startkrediet

Raadsvergadering van 28 juni 2012 Agendanummer: 8.1. Onderwerp: 166. Gebiedsplannen. Plan van aanpak, Intentieverklaring en startkrediet RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 344445 Raadsvergadering van 28 juni 2012 Agendanummer: 8.1 Onderwerp: 166. Gebiedsplannen. Plan van aanpak, Intentieverklaring en startkrediet Verantwoordelijk portefeuillehouder:

Nadere informatie

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten Checklist Informatievoorziening Grote Projecten Najaar 2010 Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem, Montferland 1. Inleiding De uitvoering van grote projecten in Nederland heeft nogal eens

Nadere informatie

Stijn Smeulders / september 2017

Stijn Smeulders / september 2017 Agendapunt commissie: 5.4 steller telefoonnummer email Stijn Smeulders 06-14164246 stijn.smeulders@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 280559/287224 21 september 2017 portefeuillehouder

Nadere informatie

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding Gemeentelijke regisseurs Regisseren en de kunst van de verleiding Van traditioneel management naar modern regisseren De gemeente heeft de regie dat gebeurt niet zomaar, en ook niet van de ene op de andere

Nadere informatie

Inleiding. Hoge urgentie en impact problematiek; concreet aanbod Taskforce. Belang effectieve aanpak: intensief, integraal en via verschillende sporen

Inleiding. Hoge urgentie en impact problematiek; concreet aanbod Taskforce. Belang effectieve aanpak: intensief, integraal en via verschillende sporen Van : Myriam Kooij MEMO Datum : 26 april 2013 Onderwerp : Terugkoppeling van de themamiddag woninginbraken 18 april 2013 te Almere Inleiding Het kán in Almere, het motto van de gemeente Almere, kan ook

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Project Herinrichting Herenweg, Oranje Nassaulaan Warmond. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

Raadsvoorstel. Project Herinrichting Herenweg, Oranje Nassaulaan Warmond. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen Raadsvoorstel Project Herinrichting Herenweg, Oranje Nassaulaan Warmond doel: aan: besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen zaaknummer: 168639 datum voorstel: 7 september 2016 datum collegevergadering:

Nadere informatie

Platformtaak volgens gemeente

Platformtaak volgens gemeente Oplegvel 1. Onderwerp Cofinanciering Regionale proeftuin Cultuur om de hoek 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang De jeugd in de regio Holland

Nadere informatie

Spoorboekje. Beeldvorming. Oriëntatie op de bestuurlijke toekomst van de gemeente Landsmeer. Oordeelsvorming Besluitvorming

Spoorboekje. Beeldvorming. Oriëntatie op de bestuurlijke toekomst van de gemeente Landsmeer. Oordeelsvorming Besluitvorming Spoorboekje Oriëntatie op de bestuurlijke toekomst van de gemeente Landsmeer Beeldvorming Oordeelsvorming Besluitvorming maart 2014 november 2014 Inleiding De gemeenteraad heeft op 29 oktober 2013 het

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG

Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG Datum 20 december 2011 Onderwerp Raadsbrief: Sociale structuurvisie Categorie B Verseonnummer 668763 / 681097 Portefeuillehouder De heer Rensen en de heer

Nadere informatie