ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie"

Transcriptie

1 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie Blok 7 t/m 14 7 Vermenigvuldigen Delen Kommagetallen Kommagetallen Grote getallen 1.1 (volgt nog) 12 Negatieve getallen Handig rekenen Rekenen met de rekenmachine ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

2 Blok 7 Vermenigvuldigen 1.2 ICT voor dit blok: 1300 START OPDRACHT 1 a. Bekijk het filmpje over Fleur in de doe-het-zelf-winkel: 1301 b. Fleur heeft anti-krasviltjes nodig. Ze heeft 6 stoelen. Hoeveel viltjes heeft zij nodig? Antwoord: x = viltjes. c. Met welke verpakkingen ( A B C of D) kan zij dan precies genoeg viltjes kopen? x verpakking = x = viltjes. x verpakking = x = viltjes. d. Fleur heeft ook schroefbouten nodig. In één doosje zitten er 12. Vul in. 1 x 12 = 1 x x 2 = 12 2 x 12 = 2 x + 2 x = 4 x 12 = 4 x + 4 x = 8 x 12 = 8 x + 8 x = 85 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

3 OPDRACHT 2 a. Vul in. Uit de tafel van 3 Uit de tafel van 5 Uit de tafel van 7 Uit de tafel van 9 9 x 3= 8 x 5 = 7 x 7 = 9 x 9 = 7 x 3 = 6 x 5 = 9 x 7 = 3 x 9 = 6 x 3 = 5 x 5 = 4 x 7 = 7 x 9 = 5 x 3 = 9 x 5 = 8 x 7 = 8 x 9 = 8 x 3 = 7 x 5 = 6 x 7 = 6 x 9 = b. Vul in. 5 x 2 = is hetzelfde als 2 x 5 = 7 x 2 = is hetzelfde als 2 x = 8 x 2 = is hetzelfde als 2 x = 7 x 4 = is hetzelfde als 4 x = THEORIE en OPDRACHTEN OPDRACHT 3 Bekijk het filmpje 1302 Vermenigvuldigen met een schema VOORBEELD 1 86 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

4 OPDRACHT 4 Hoeveel dozen staan hier? Vul in en reken uit. OPDRACHT 5 Vul de schema s in en reken uit. VOORBEELD 2 Filmpje met uitleg 1303 Vermenigvuldigen met tientallen 87 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

5 OPDRACHT 6 Hoeveel hapjes liggen er op 6 schalen? a. Welke vermenigvuldiging ga je uitrekenen? Vul in: x b. Hieronder zie je een tekening van deze vermenigvuldiging. Vul de getallen in. c. Reken deze vermenigvuldiging uit. Antwoord: hapjes. OPDRACHT 7 Hoeveel tabletten zitten in 4 XXL-packs? a. Welke vermenigvuldiging ga je uitrekenen? Vul in: x 88 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

6 b. Hieronder zie je een tekening van deze vermenigvuldiging. Vul de getallen in. Reken de vermenigvuldiging uit. Antwoord: tabletten OPDRACHT 8 Vul eerst de getallen in de tekening in. Reken daarna de vermenigvuldiging uit. a. 9 x 40 = b. 70 x 6 = c. 400 x 4 = d. 8 x 600 = 89 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

7 VOORBEELD 3 Filmpje met uitleg 1304 Handig splitsen (1) OPDRACHT 9 Splits het getal in tientallen en eenheden. a. 49 = b. 65 = + c. 27 = + d. 42 = + e. 81 = + f. 73 = + g. 57 = + h. 99 = + OPDRACHT 10 Hoeveel euro kosten 4 tickets? a. Welke vermenigvuldiging ga je uitrekenen? Vul in: x 90 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

8 b. Hieronder zie je een tekening van deze vermenigvuldiging. Vul de getallen in. c. Reken de vermenigvuldiging uit. Antwoord: OPDRACHT 11 Hoeveel coffee pads zitten in 6 pakken? a. Welke vermenigvuldiging ga je uitrekenen? x b. Hieronder zie je een tekening van deze vermenigvuldiging. Vul de getallen in. c. Reken de vermenigvuldiging uit. Antwoord: coffee pads. 91 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

9 OPDRACHT 12 Vul eerst de getallen in de tekening in. Reken daarna de vermenigvuldiging uit. a. 6 x 72 = b. 68 x 7 = c. 5 x 47 = VOORBEELD 4 Filmpje met uitleg 1305 Handig splitsen (1) 4 x 227 =? 92 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

10 13 x 24 =? OPDRACHT 13 Bekijk het filmpje 1305 Handig splitsen (2) OPDRACHT 14 Splits het getal in honderdtallen, tientallen en eenheden. a. 125 = b. 137 = + + c. 178 = + + d. 142 = + + OPDRACHT 15 Hoeveel kosten 6 tuinstoelen? Vul de getallen in voor deze vermenigvuldiging. Antwoord: 93 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

11 OPDRACHT 16 Hoeveel bonbons zitten er in 12 dozen? a. Welke vermenigvuldiging ga je uitrekenen? x b. Hieronder zie je een tekening van deze vermenigvuldiging. Vul de getallen in. c. Reken de vermenigvuldiging uit. Antwoord: OPDRACHT 17 Vul eerst de getallen in de tekening in. Reken daarna de vermenigvuldiging uit. a. 16 x 35 = 94 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

12 b. 128 x 7 = c. 25 x 47 = TOEPASSEN OPDRACHT 18 Hoeveel dvd s passen in deze kast? Antwoord: dvd s. OPDRACHT 19 Deze grote trap bestaat uit 14 kleinere trappen met elk 13 treden. Hoeveel treden heeft de trap in totaal? Antwoord: treden. 95 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

13 OPDRACHT 20 Je spaart 45 per maand. Hoeveel geld heb je gespaard na één jaar? Antwoord: OPDRACHT 21 Een olifant in de dierentuin eet gemiddeld 150 kilogram voer op een dag. Hoeveel kilogram voer hebben 8 olifanten op één dag nodig? Antwoord: kilogram. OPDRACHT 22 Hoeveel gram roomboter is er nodig voor 6 boterkoeken? Antwoord: gram. 96 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

14 REKENEN OPDRACHT 23 Reken uit. 47 x 5 = 30 x 11 = 9 x 160 = 32 x 7 = 8 x 86 = 144 x 6 = 273 x 3 = 18 x 12 = 14 x 3 = 9 x 125 = 90 x 15 = 14 x 14 = OPDRACHT 24 Extra oefenen op de computer ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

15 EINDOPDRACHT Sombrero 37 Digital 49 James 65 Pink 54 Rita 34 Prinses 85 Een webshop verkoopt 6 soorten horloges. Na drie maanden zijn er van de horloges de volgende aantallen verkocht. Product Verkoopprijs Aantal verkocht Sombrero 37 Hoeveel euro totaal? 9 Pink ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

16 Digital 49 6 Prinses 85 4 James 65 5 Rita 34 7 TOTAAL VERKOCHT a. Welk horloge werd het meest verkocht? b. Reken per soort horloge uit voor hoeveel euro de webshop heeft verkocht. Vul je antwoorden in de tabel in. c. Voor welk horloge werd het meeste geld ontvangen? d. Voor hoeveel euro heeft de webshop in totaal verkocht? Tel alle bedragen bij elkaar op en vul je antwoord hierboven in (gele vak). 99 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

17 Blok 8 Delen 1.2 ICT voor dit blok: 1400 START OPDRACHT 1 a. Bekijk het filmpje over Fleur in de groentewinkel: 1401 b. Hoeveel porties mandarijnen heeft Fleur nodig voor haar gasten? Vul in: porties. Uit welke twee beginhoeveelheden kan Fleur kiezen? Vul in. A) Beginhoeveelheid is mandarijnen. B) Beginhoeveelheid is mandarijnen OPDRACHT 2 Vul het antwoord in. 100 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

18 THEORIE en OPDRACHTEN VOORBEELD 1 Filmpje met uitleg 1402 Grote(re) ronde getallen OPDRACHT 3 Dit gehakt wordt steeds in twee gelijke delen verdeeld. Vul in. OPDRACHT 4 Vul in. 101 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

19 VOORBEELD 2 Filmpje met uitleg 1403 Delen van gehele getallen 5 PERSONEN VERDELEN 70 OPDRACHT 5 Verdeel dit bedrag eerlijk over het aantal portemonnees. a. Hoeveel is de beginhoeveelheid? b. Kruis aan welke deelsom hierbij hoort. 102 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

20 c. Vul in. Aantal portemonnees per portemonnee OPDRACHT 6 Er worden porties bitterballen gemaakt. a. Hoeveel is de beginhoeveelheid? bitterballen. b. Kruis aan welke soort deelsom hierbij hoort. c. Vul in. Aantal bitterballen in 1 portie Aantal porties ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

21 VOORBEELD 3 Filmpje met uitleg 1404 De rest: wat overblijft DEELSOMMEN MET REST OPDRACHT 7 Hoeveel dozen kun je vullen? a. Vul in. b. Welke deeltafel heb je nodig? De deeltafel van. c. Hoeveel dozen met elk 6 doughnuts kun je vullen? dozen. d. Vul in. Er zijn doughnuts. Iedere doos wordt met een portie van doughnuts gevuld. Bij elkaar verdeel je x doughnuts = doughnuts. Je houdt dus doughnuts over. 104 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

22 OPDRACHT 8 Hoeveel blokjes kaas krijgt iedere persoon en hoeveel houd je over? a. Vul in. b. Welke deeltafel heb je nodig? De deeltafel van. c. Hoeveel blokjes kaas krijgt iedere persoon? blokjes kaas. d. Vul in. Er zijn personen. Iedere persoon krijgt blokjes kaas. Bij elkaar verdeel je x blokjes kaas =. Je houdt dus blokjes kaas over. VOORBEELD 4 Filmpje met uitleg 1405 De rest: wat overblijft 105 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

23 OPDRACHT 9 a. Vul het schema in en reken de deelsom uit: 47 : 5.. Antwoord: 47 : 5 = rest b. Vul het volgende schema in en reken de deelsom uit: 51 : 6. Antwoord: 51 : 6 = rest. c. Vul het volgende schema in en reken de deelsom uit: 87 : 5. Antwoord: 87 : 5 = rest 106 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

24 VOORBEELD 5 Filmpje met uitleg 1406 Grote(re) getallen met een rest JE VERDEELT 90 PLANTJES OVER 7 BLOEMBAKKEN OPDRACHT 10 Je verdeelt dit bedrag eerlijk over deze personen. Hoeveel euro krijgt iedere persoon en hoeveel euro houd je over? a. Vul in. 107 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

25 b. Vul het schema in en reken de deelsom uit. c. Iedere persoon krijgt dus. d. Er blijft over. OPDRACHT 11 Voor hoeveel dagen heb je genoeg tabletten? a. Vul in. 108 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

26 b. Vul het schema in en reken de deelsom uit. c. Er zijn voor dagen genoeg pillen. d. Rest: pil(len). OPDRACHT 12 Hoeveel hamburgers kun je maken? Vul het schema in en reken uit. Antwoord: hamburgers. 109 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

27 OPDRACHT 13 a. Vul het schema in en reken de deelsom uit: 90 : 8. Oplossing: b. Antwoord: 90 : 8 = rest. c. Vul het schema in en reken de deelsom uit: 82 : 7. Oplossing: Antwoord: 82 : 7 = rest. 110 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

28 TOEPASSEN OPDRACHT 14 Er worden plakken van 30 gram gesneden. a. Hoeveel plakken gaan er uit de kaas? Antwoord: plakken. b. Hoeveel gram houd je nog over? Antwoord: Er blijft gram over. OPDRACHT 15 Er wordt iedere dag één keer afgewassen. Hoeveel weken en hoeveel dagen kun je met dit pak afwassen? Antwoord: weken en dag(en). OPDRACHT 16 Vrienden gaan met zijn achten outdoor barbecueën. De rekening wordt eerlijk gedeeld. a. Hoeveel hele euro s moet ieder betalen? Antwoord: b. Hoeveel euro blijft er over die nog verder gedeeld moet worden? Er blijft over om verder te delen. 111 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

29 OPDRACHT 17 Hoeveel hele en hoeveel halve rondes worden er geschaatst? Antwoord: hele rondes en halve ronde(s). OPDRACHT 18 Hoeveel bussen zijn er nodig en hoeveel plaatsen blijven erover? Antwoord: bussen. Er blijven plaatsen over. REKENEN OPDRACHT 19 Deelsommen grote(re) getallen. Reken uit en vul in. a. 427 : 7 = b. 268 : 8 = c. 552 : 8 = d. 621 : 9 = e. 132 : 3 = f : 90 = 112 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

30 OPDRACHT 20 Deelsommen met rest. Reken uit en vul in. a. 17 : 2 = rest b. 55 : 2 = rest c. 26 : 3 = rest d. 79 : 9 = rest e. 46 : 3 = rest f. 34 : 4 = rest g. 63 : 5 = rest h. 57 : 6 = rest i. 62 : 7 = rest j. 69 : 8 = rest OPDRACHT 21 Extra oefenen op de computer ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

31 EINDOPDRACHT Voor een ziekenhuis maakt een bedrijf deze fruitmanden. a. Hoeveel fruitmanden kan het bedrijf maken en hoeveel fruit blijft er over? Reken uit en vul in. 1 fruitmand Fruit op voorraad goed voor aantal fruitmanden Er blijft over bananen druiven 1 tros 60 trossen 60 0 ananassen vijgen passievruchten limoenen aardbeien en bramen genoeg b. Voor hoeveel van deze fruitmanden is er fruit genoeg? Kleur het hokje. 114 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

32 Blok 9 Kommagetallen 1.1 ICT voor dit blok: 1500 START OPDRACHT 1 a. Bekijk het filmpje over Fleur: 1501 b. Vul in. Getal vóór de komma: Getal vóór de komma: Getal vóór de komma: Getal achter de komma: Hoeveel cijfers achter de komma? Getal achter de komma: Hoeveel cijfers achter de komma? Getal achter de komma: Hoeveel cijfers achter de komma? 115 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

33 OPDRACHT 2 a. Vul in. Verkoopprijs Getal vóór Getal achter Aantal cijfers de komma de komma achter de komma 49,95 42,50 b. Kleur bij a) de verkoopprijs die het dichtst bij 50 zit. c. Het getal 42,50 zit precies in het midden tussen en. d. Vul bij a) in = e. Vul bij a) in = f. Hoeveel hele euro s korting krijg je op een wintertrui? g. Hoeveel cent korting krijg je op een wintertrui? h. Schrijf de totale korting als kommagetal:, 116 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

34 THEORIE en OPDRACHTEN VOORBEELD 1 Filmpje met uitleg 1502 Nauwkeuriger met een kommagetal OPDRACHT 3 Vul in. a. b. Dit potlood is langer dan hele cm en korter dan hele cm. Deze kippenbout weegt meer dan hele kg en minder dan hele kg. 117 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

35 c. De schoenen kosten meer dan hele euro en minder dan hele euro. Je schrijft een prijs op met cijfer(s) achter de komma. VOORBEELD 2 Filmpje met uitleg 1503 Twee cijfers achter de komma OPDRACHT 4 a. Vul het schema in. Kleur de vlakjes op de getallenlijn tot 21,3 118 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

36 b. Vul het schema in. Kleur de vlakjes op de getallenlijn tot 39,80. OPDRACHT 5 Vul de schema s in. 119 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

37 OPDRACHT 6 a. Zet op de juiste plaats hieronder een rode streep bij 150,42 en 150,68. b. Welk getal is het grootst: 150,42 of 150,68? OPDRACHT 7 a. Hoeveel is de 8 waard in 1,89? Antwoord: De 8 is 8 tienden waard. b. Hoeveel is de 3 waard in 2,43? c. Hoeveel is de 7 waard in 0,72? d. Hoeveel is de 9 waard in 81,59? 120 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

38 VOORBEELD 3 Filmpje met uitleg 1504 Drie cijfers achter de komma OPDRACHT 8 Vul de schema s in. 121 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

39 OPDRACHT 9 a. Zet op de juiste plaats hieronder een rode streep bij 40,127 en 40,153. b. Welk getal is het kleinst: 40,127 of 40,153? OPDRACHT 10 a. Hoeveel is de 6 waard in 2,176? Antwoord: De 6 is 6 duizendsten waard. b. Hoeveel is de 7 waard in 4,271? c. Hoeveel is de 5 waard in 0,152? d. Hoeveel is de 4 waard in 11,405? e. Hoeveel is de 9 waard in 20,092? VOORBEELD 4 Filmpje met uitleg 1505 Optellen met kommagetallen 122 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

40 OPDRACHT 11 Hoeveel euro kosten de appels en de cola bij elkaar? a. Vul eerst de schema s in en reken uit. b. Schrijf dan je antwoord goed op. 123 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

41 OPDRACHT 12 Vul de schema s in en reken uit. a. 8,64 + 5,82 b. 11,51 + 5, ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

42 c. 40, ,22 VOORBEELD 5 Filmpje met uitleg 1506 Aftrekken met kommagetallen OPDRACHT 13 Hoeveel euro houd je over? Vul de schema s in en reken uit. 125 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

43 OPDRACHT 14 Vul de schema s in en reken uit. a. 14,75-3,65 b. 22,37 14, ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

44 c. 18,87 9,9 OPDRACHT 15 Vul de schema s in en reken uit. a. 192,54-84,33 b. 265,45 191, ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

45 c. 345,65 172,97 TOEPASSEN OPDRACHT 16 Hoeveel euro betaal je voor de laptop en de tas bij elkaar? Antwoord: OPDRACHT 17 Er wordt 244,55 bijgestort. Hoeveel staat er dan op je rekening? Antwoord: 128 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

46 OPDRACHT 18 Dit plankje is 12,5 cm lang. Er moet een stuk van 5,8 cm af. a. Hoeveel cm houd je over? Antwoord: cm b. Je kunt het stuk van 5,8 cm op twee plaatsen van het plankje afzagen. Teken op elk van die plaatsen een rechte lijn. OPDRACHT 19 Je huurt je eigen bioscoopzaal. Hoeveel euro houd je over? Antwoord: OPDRACHT ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

47 Er wordt een houten raamwerk gemaakt. Hoeveel kost alles bij elkaar? Antwoord: REKENEN OPDRACHT 22 Reken uit. 5,3 + 3,9 = 18, ,95 = 0,22 0,08 = 45,85 21,77 = 27,42 13,65 = 2, ,459 = 25, ,33 = 110,06 89,55 = 380, ,64 = OPDRACHT 23 Extra oefenen op de computer ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

48 EINDOPDRACHT Codespel In dit spel speel je met twee dobbelstenen: een rode en een zwarte dobbelsteen. De stippen op de dobbelstenen zijn punten waard. Spelregels: 1. Een spel heeft 6 rondes. 2. Je gooit om en om. 3. Je schrijft op het scoreblok je score op. Tel goed op! 4. Wie het meeste aantal punten haalt, is winnaar. Aantal stippen Aantal punten Aantal stippen Aantal punten 1 1,2 1 1,3 2 2,4 2 2,6 3 3,6 3 3,9 4 4,8 4 5, ,5 6 7,2 6 7,8 131 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

49 SCOREBLOK Ronde Aantal stippen Punten Aantal stippen Punten Punten opgeteld Totaal 132 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

50 Blok 10 Kommagetallen 1.2 ICT voor dit blok: 1600 START OPDRACHT 1 a. Bekijk het filmpje over Fleur: 1601 b. Schrijf op hoe je de getallen uitspreekt: 0,25 L spreek je uit als liter. 18,00 euro spreek je uit als euro. 2,50 euro spreek je uit als euro. 3,95 euro spreek je uit als euro. c. Reken uit en vul het kommagetal in: 18,00 2,50 = 3,95 2,50 = 2, ,00 = 2,50 + 3,95 = 133 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

51 OPDRACHT 2 Schrijf op tussen welke twee gehele getallen het kommagetal zit. a. 7,12 zit tussen 7 en 8 in. b. 14,28 zit tussen en in. c. 28,07 zit tussen en in. d. 56,70 zit tussen en in. e. 56,81 zit tussen en in. OPDRACHT 3 Waar liggen de volgende kommagetallen op de getallenlijn. Vul de gehele getallen in en teken een gekleurd lijntje op de juiste plaats. 134 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

52 THEORIE en OPDRACHTEN OPDRACHT 4 Bekijk het filmpje 1602 Vermenigvuldigen van kommagetallen VOORBEELD 1 OPDRACHT 5 a. Vul in. De broek kost bijna hele euro s. Het latje is net iets langer dan hele cm 135 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

53 In één fles Fanta zit meer dan hele liter en minder dan hele liters. b. Vul de getallen in de schema s in. c. Tel op: hoeveel kosten 2 broeken van elk 9,95 bij elkaar? Vul de schema s in en reken uit. d. Tel op: hoe lang zijn 2 latjes van elk 7,1 cm bij elkaar? Vul de schema s in en reken uit. 136 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

54 VOORBEELD 2 Filmpje met uitleg 1603 Vermenigvuldigen van tienden OPDRACHT 6 a. Schrijf de prijs van de flesje pastasaus als kommagetal., b. Vul in. 137 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

55 OPDRACHT 7 Reken uit en vul in. a. 2 x 0,5 = 1 Dit lijkt op 2 x 5 = 10 b. 3 x 0,6 = Dit lijkt op 3 x = c. 4 x 0,7 = Dit lijkt op 4 x = d. 6 x 0,8 = Dit lijkt op 6 x = e. 7 x 0,9 = Dit lijkt op 7 x = VOORBEELD 3 Filmpje met uitleg 1604 Vermenigvuldigen van kommagetallen met 1 cijfer achter de komma OPDRACHT 8 Vul in. 138 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

56 OPDRACHT 8 b. Nu precies uitrekenen. Vul het schema in, schrijf daarna je antwoord op. Antwoord: kg OPDRACHT 10 Schat eerst. Reken daarna precies het antwoord uit. a. Hoeveel meter is 4 x 7,4 meter? Schatten. Vul in: 4 x meter = meter Precies uitrekenen. Vul in: 4 x 7,4 m = meter b. Hoeveel liter is 3 x 2,8 liter? Schatten. Vul in: 5 x liter = liter Precies uitrekenen. Vul in: 5 x 2,8 liter = liter c. Hoeveel gram is 6 x 8,6 gram? Schatten. Vul in: 8 x gram = gram Precies uitrekenen. Vul in: 8 x 8,6 gram = gram 139 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

57 VOORBEELD 4 Filmpje met uitleg 1605 Vermenigvuldigen van honderdsten OPDRACHT 11 Reken uit en vul in. 140 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

58 VOORBEELD 5 Filmpje met uitleg 1606 Vermenigvuldigen van kommagetallen met 2 cijfers achter de komma OPDRACHT 12 a. Schrijf de verkoopprijs van het pak Optimel als kommagetal., b. Vul in. Schatten (hele euro) Precies 2 pakken Optimel 2 x = 4 pakken Optimel 4 x = 8 pakken Optimel 8 x = 141 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

59 OPDRACHT 13 Hoeveel euro kosten 6 van deze 2packs? a. Eerst schatten. Vul in. 6 x = b. Nu precies uitrekenen. Vul het schema in, schrijf daarna je antwoord op. Antwoord:, OPDRACHT 14 Hoeveel euro moet je precies betalen voor 4 van deze leggings? a. Eerst schatten. Vul in. 4 x = b. Nu precies uitrekenen. Vul het schema in, schrijf daarna je antwoord op. Antwoord: 142 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

60 OPDRACHT 15 Schat eerst. Reken daarna precies het antwoord uit. a. Reken uit: 2 x 6,85. Schatten: 2 x 7 = 14 Precies: Antwoord: b. Reken uit: 3 x 7,92. Schatten: x = Precies: Antwoord: c. Reken uit: 4 x 8,76. Schatten: x = Precies: Antwoord: 143 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

61 TOEPASSEN OPDRACHT 16 OPDRACHT 17 Je eet twee Evergreens. Hoeveel gram vet eet je dan in totaal? Antwoord: gram OPDRACHT 18 Hoeveel moet je voor 4 dvd s betalen? Antwoord: 144 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

62 OPDRACHT 19 Hoeveel euro krijg je in één week? Antwoord: OPDRACHT 20 Je koopt 300 gram. Hoeveel moet je betalen? Antwoord: OPDRACHT 21 Je gaat met zijn achten uit eten. Je verdeelt de rekening eerlijk. 145 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

63 Hoeveel betaalt iedere persoon? Vul in. De rekening is iets meer dan a. Schrijf de deling op van het bedrag bij a. Vul in. : 8 = b. Hoeveel euro houd je nu nog over om te verdelen? Antwoord: c. Schrijf de deling op van dit bedrag. Vul in. : 8 = d. Tel de bedragen van b en d bij elkaar op. + = Iedere persoon betaalt OPDRACHT 22 Je haalt boodschappen voor een hele week. Hoeveel euro is dat voor 1 dag? a. Vul in. De rekening is iets meer dan b. Schrijf de deling op van het bedrag bij a. Vul in. : 7 = c. Hoeveel euro houd je nu nog over om te verdelen? Antwoord: d. Schrijf de deling op van dit bedrag. Vul in. : 7 = e. Tel de bedragen van b en d bij elkaar op. + = Antwoord: aan boodschappen per dag. 146 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

64 OPDRACHT 23 Hoeveel betaal je voor 1 fles? Antwoord: OPDRACHT 24 Extra oefenen op de computer ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

65 EINDOPDRACHT Gezond appelsap Deze biologische appelsap zit in grote vaten. Een bedrijf doet het sap in grote en kleine flessen. Het appelsap wordt dan aan winkels verkocht. Er komt een bestelling van een winkel binnen: Kleine flessen 90 stuks Grote flessen 96 stuks a. Hoeveel liter appelsap is er in totaal nodig? Hoeveel liter sap is er nodig om de kleine flessen te vullen? Antwoord: liter Hoeveel liter sap is er nodig om de grote flessen te vullen? Antwoord: liter Hoeveel liter appelsap is er in totaal nodig? Antwoord: liter + liter = liter. b. Hoeveel euro moet de winkel in totaal betalen? Hoeveel euro moet de winkel voor de kleine flessen betalen? Antwoord: Hoeveel euro moet de winkel voor de grote flessen betalen? Antwoord: Hoeveel euro moet de winkel in totaal betalen? Antwoord: + =. 148 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

66 Blok 12 Negatieve getallen 1.1 ICT voor dit blok: 0600 START OPDRACHT 1 a. Bekijk het filmpje over Fleur: 0601 b. Fleur zegt dat een vriend van haar weleens een negatief saldo op de bank heeft. Leg uit wat die vriend bedoelt. c. Negatief is het tegenovergestelde van positief. Schrijf op wat het tegenovergestelde is van: wit licht dag hoog boven warm 149 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

67 OPDRACHT 2 Schat welke getallen in de hokjes moeten staan en vul in. THEORIE en OPDRACHTEN OPDRACHT 3 Bekijk het filmpje: 0602 Temperatuur VOORBEELD 1 OPDRACHT 4 a. Hoeveel graden onder nul is het? graden onder nul. b. Schrijf deze temperatuur als negatief getal. C c. Gisteren was het nog 2 graden kouder. Hoeveel graden was het toen? Vul in. C - C = C 150 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

68 OPDRACHT 5 a. Welke thermometer gebruik je om te meten? Schrijf de juiste letter bij de juiste thermometer. A De temperatuur in het vriesvak. B De temperatuur buiten. C De temperatuur in een woonkamer. D De temperatuur van je lichaam. b. Wat kan de temperatuur zijn voor A, B, C, en D? Schrijf de temperatuur bij de juiste thermometer. 20 graden -7 graden -18 graden 37,5 graden OPDRACHT ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

69 a. Leg uit of het op dinsdag kouder of warmer was dan op maandag. b. Hoeveel graden zit er tussen maandag en dinsdag? Vul in. - = C c. Op zondag was het 8 graden kouder dan op maandag. Kleur de lege thermometer in tot de juiste temperatuur. VOORBEELD 2 Vervolg filmpje: 0602 Temperatuur OPDRACHT 7 a. Hoeveel graden was het bij A? C b. Hoeveel graden was het bij B? C 152 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

70 c. Zet op de getallenlijn een A en een B voor de temperaturen van de thermometers. d. Hoeveel graden daalt de temperatuur van A naar B? Teken de som met een pijl op de getallenlijn. OPDRACHT 8 Bekijk het filmpje: 0603 Rood staan VOORBEELD 3 OPDRACHT 9 Leg uit wat er wordt bedoeld met geld lenen kost geld. 153 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

71 OPDRACHT 10 a. Hoeveel geld heb je tekort of juist over op je rekening? Vul in en streep door. tekort / over. b. Er komt 80 euro op je rekening bij. Wat is je nieuwe saldo? Vul in. Vorige saldo: Erbij: Som: + Nieuwe saldo: OPDRACHT 11 a. Leg uit waarom de getallen 18,75 en 5,00 negatief zijn. Er gaat 25 euro van je rekening af. Zet de bedragen op de getallenlijn en teken je berekening met een pijl. b. Hoeveel euro is je nieuwe saldo? 154 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

72 OPDRACHT 12 Bekijk het filmpje: 0604 Verschillen VOORBEELD 4 OPDRACHT 13 a. Zet op de getallenlijn een streep hoe diep de duiker is. b. Hoe diep is de duiker als hij nog eens 15 meter duikt? Zet een streep op de getallenlijn. c. Welke som hoort hierbij? - = d. En hoe diep is de duiker als hij 10 meter omhoog zwemt? Zet een streep op de getallenlijn. e. Welke som hoort hierbij? Vul in. + = 155 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

73 TOEPASSEN OPDRACHT 14 Hoeveel graden verschil is er tussen de koudste en de warmste plek in Nederland? Antwoord: C OPDRACHT 15 Hoeveel meter verschil is er tussen het diepste punt en het ondiepste punt van het IJsselmeer? Zet op de getallenlijn een strepen voor de twee dieptes. Antwoord: meter. 156 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

74 OPDRACHT 16 Deze vissersboot vangt vis op de bodem. a. Op hoeveel meter diep moet het net worden neergelaten? De vissersboot vaart naar een ander stuk zee. Daar is de bodem op -14 meter diep. b. Teken deze diepte ook op de getallenlijn en bereken het verschil. c. Hoeveel meter verschil is dit met de vorige diepte? Oplossing: schrijf de som goed op: + = Antwoord: meter. 157 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

75 OPDRACHT 17 Hoeveel euro moet je in ieder geval op je rekening erbij doen om een positief saldo te hebben? Antwoord: OPDRACHT 18 Hoeveel euro is het saldo nadat het bedrag van je rekening is? Antwoord: saldo 158 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

76 OPDRACHT 19 Er komt eerst een bedrag bij op je rekening, dan gaat er een bedrag af. Hoeveel euro is het saldo dan? Maak zelf je getallenlijn. Vul het saldo in en teken pijlen voor de bedragen die erbij en eraf gaan. Antwoord: saldo REKENEN OPDRACHT 20 Reken uit. 8 x 4,50 = 16 x 3 = ,65 = 81 : 9 = 128 x 2 = 84 : 3 = 10 x 2,215 = 18 : 6 = = 27,5 2,5 = OPDRACHT 21 Extra oefenen op de computer ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

77 EINDOPDRACHT Spel: De rekenslang In dit spel speel je met één dobbelsteen. Je hebt ook een pion nodig. De stippen op de dobbelsteen zijn punten waard: Spelregels: 5. In een spel mag iedereen 6 x gooien. 6. Je gooit om de beurt. 7. Je schrijft op het scoreblok je score op. Tel goed op en trek goed af! 8. Wie het meeste aantal punten haalt, is winnaar. 160 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

78 161 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

79 SCOREBLOK 162 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

80 Blok 13 Handig rekenen 1.1 ICT voor dit blok: 1700 START OPDRACHT 1 a. Bekijk het filmpje over Fleur: 1701 b. Leg uit hoe jij snel zou uitrekenen. OPDRACHT 2 Reken uit en teken een lijn naar de plaats op de getallenlijn. 163 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

81 THEORIE en OPDRACHTEN VOORBEELD 1 Filmpje met uitleg 1702 Handig optellen OPDRACHT 3 Schrijf de handige optelling op en reken precies uit. a. Antwoord: + = b. Antwoord: + = 164 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

82 c = + = d = + = e = + = f = + = g. 44, = + = OPDRACHT 4 a. Teken een lijn tussen de optellingen die hetzelfde antwoord hebben. b. Reken de optellingen bij a uit en vul de antwoorden in = = = = = = = 165 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

83 OPDRACHT 5 Bekijk het filmpje: 1703 Handig aftrekken VOORBEELD 2 SPLITSEN EN AFTREKKEN VOORBEELD 3 VERHOGEN EN AFTREKKEN 166 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

84 OPDRACHT 6 Je koopt deze set. Reken handig uit hoeveel euro er op de bankrekening overblijft. Oplossing: a. Schrijf de som op die je moet uitrekenen. - b. Vul de handige aftrekking in. Antwoord: c. Vul in. Er blijft over. OPDRACHT ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

85 Reken handig uit hoeveel cm het meisje korter is. Oplossing: a. Schrijf de som op die je moet uitrekenen. - b. Welke handige aftrekking maak je hiervan? Vul in. - + Antwoord: c. Vul in. Het verschil is cm OPDRACHT 8 Splits de getallen om ze handig af te trekken en vul in. a = = 76-4 = 72 b = - - = - = c = - - = - = d = - - = - = e = - - = - = OPDRACHT 9 Bekijk het filmpje: 1704 Handig vermenigvuldigen VOORBEELD 4 VERDUBBELEN EN HALVEREN GEHELE GETALLEN 168 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

86 VOORBEELD 5 VERDUBBELEN EN HALVEREN KOMMAGETALLEN OPDRACHT 10 Je koopt 4 dozen gebak. Reken handig uit hoeveel euro je moet betalen. a. Schrijf de vermenigvuldiging op die je moet uitrekenen. x b. Vul het schema in. Antwoord: c. Vul in. Je betaalt voor 4 van deze dozen gebak. 169 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

87 OPDRACHT 11 Je gaat met zijn achten wildwater-varen. Reken handig uit hoeveel euro dat voor 8 personen gaat kosten. Oplossing: a. Schrijf de vermenigvuldiging op die je moet uitrekenen. x b. Vul het schema in. c. Vul in. Je betaalt voor 8 personen. OPDRACHT 12 Reken deze vermenigvuldigingen handig uit en vul in. a. 8 x 1,25 = x = b. 2,5 x 8 = x = c. 15 x 14 = x = d. 16 x 50 = x = e. 12,5 x 6 = x = 170 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

88 OPDRACHT 13 Bekijk het filmpje: 1706 Handig rekenen met drie getallen VOORBEELD 6 OPDRACHT 14 Reken handig uit hoeveel euro je voor deze kleren bij elkaar moet betalen. Oplossing: a. Schrijf de optelling op die je moet uitrekenen. + + b. Welke twee getallen tel je eerst bij elkaar op? Antwoord: en 171 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

89 c. Reken handig de optelling uit van deze twee getallen en vul in. + = + = d. Schrijf de som nu helemaal op en reken die uit. + = e. Vul in. Je moet voor deze kleren bij elkaar betalen. OPDRACHT = + + = + = = + + = + = = + + = + = = - + = + = = + + = + = VOORBEELD ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

90 OPDRACHT 15 Een vrachtwagen brengt 5 dagen in de week brood naar een supermarkt. Reken handig uit hoeveel broden er in één week worden gebracht. Oplossing: a. Hoeveel dagen in de week wordt er brood naar de supermarkt gebracht? Antwoord: dagen. b. Welke vermenigvuldiging moet je maken? Vul in. x x c. Maak hiervan een handige vermenigvuldiging en reken uit. Vul in. x x = Antwoord: d. Vul in. Er worden in één week broden gebracht. OPDRACHT 16 Maak handige vermenigvuldigingen en reken uit. a. 4 x 17 x 250 = x x = b. 4,25 x 23 x 4 = x x = c. 3,4 x 9 x 5 = x x = d. 75 x 8 x 6,50 = x x = 173 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

91 TOEPASSEN OPDRACHT 17 Een timmerman heeft 6 stukken hout van 15 cm nodig. Hoeveel cm lang moet de plank zeker zijn? Oplossing: x = x = Antwoord: cm OPDRACHT 18 Hoeveel km is het na de file nog naar de camping? Oplossing: maak een handige aftrekking en reken die uit. Antwoord: km 174 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

92 OPDRACHT 19 Je gaat met 14 personen wokken. Hoeveel moeten jullie betalen? Oplossing: maak een handige vermenigvuldiging en reken die uit. Antwoord: OPDRACHT 20 Je koopt deze X-box, de game en de powerbank. Hoeveel moet je betalen? Oplossing: maak een handige optelling en reken die uit. Antwoord: OPDRACHT 21 John en Alysha reizen 8 dagen tussen Arnhem en Zutphen. Hoeveel euro moeten ze in totaal betalen? Oplossing: maak een handige vermenigvuldiging en reken die uit. Antwoord: 175 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

93 EINDOPDRACHT Verhuizen Een verhuisbedrijf rekent per 100 kg 42,50. Hoeveel euro kost deze verhuizing? a. Hoeveel kg zit er in totaal in de verhuisdozen? Reken handig uit en vul in. b. Reken handig het totaal aantal kg van de hele verhuizing uit en vul dit in. + = + = kg c. Voor iedere 100 kg betaal je 42,50. Hoeveel keer 100 kg haal je uit het totale gewicht? Vul in en reken uit. kg : 100 kg = kg d. Reken nu handig de totale kosten van de verhuizing uit en vul die in. x 42,50 = x = e. Antwoord: Deze verhuizing kost 176 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

94 Blok 14 Rekenen met de rekenmachine 1.1 ICT voor dit blok: 1800 START OPDRACHT 1 a. Bekijk het filmpje over Fleur: 1801 b. Ook op jouw smartphone, mobieltje of tablet zit een rekenmachine. (Soms wordt die calculator genoemd.) Gebruik jij die rekenmachine weleens? Ja/Nee. En wat bereken je dan bijvoorbeeld? OPDRACHT 2 Reken deze sommen handig uit en vul in. 177 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

95 THEORIE en OPDRACHTEN OPDRACHT 3 Bekijk het filmpje: 1802 Verschillende rekenmachines OPDRACHT 4 Wel of niet een rekenmachine nodig? Kruis aan. a. 1,98 + 2,45 x 3 Wel Niet b Wel Niet c Wel Niet d. 144 : 2 Wel Niet e. 4,42 + 2,29 + 5,03 + 3,76 Wel Niet f. 8 x 1,59 Wel Niet g. 81 : 9 Wel Niet h. 3 x 162 Wel Niet OPDRACHT 5 Bekijk het filmpje: 1803 De rekenmachine van ffleren rekenen VOORBEELD 1 REKENMACHINES Rekenmachine van ffleren rekenen Rekenmachine van de rekentoets 178 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

96 OPDRACHT 6 De twee rekenmachines uit Voorbeeld 1 zien er anders uit, maar lijken toch heel erg op elkaar. a. Teken op de rekenmachine van de rekentoets ook rode, blauwe en paarse rechthoeken met dezelfde knoppen erin als bij de linkse rekenmachine. b. Zet er dezelfde nummers in of zet ze ernaast. c. Vul de nummers in de zinnen in. Met nummer kun je optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen Met nummer toets je getallen in en maak je een negatief getal positief. Met nummer zet je haakjes om getallen die bij elkaar horen. Met nummer wis je één cijfer tegelijk met DEL of je wist alles met C. Met nummer verplaats je de cursor naar de plaats die je wilt. d. Bij welk nummer is er een verschil tussen de knoppen? Bij nummer e. Wat is het verschil? OPDRACHT 7 a. Schrijf de som van de rekenmachine op. b. Wat gebeurt er als je de knop intikt. 179 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

97 OPDRACHT 8 a. Je moet nog een 1 voor 59 zetten. Wat moet je doen? Kruis je antwoord aan. OPDRACHT 9 a. Op welke knop klik je om van -55 van 55 te maken? Zet er een rondje omheen. b. Op welke knop moet je klikken om 55 in één keer weg te halen? Zet er een rondje omheen. 180 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

98 c. Er staat -55 op je scherm. Je moet bij 44 het getal 2,65 optellen. Hoe tik je dit het snelst op je rekenmachine in? Kruis je antwoord aan. VOORBEELD 3 Filmpje met uitleg 1804 Rekenen met de rekenmachine OPDRACHT 10 Wat kosten deze kleren bij elkaar? Reken op je rekenmachine uit. Oplossing: a. Zonder rekenmachine schatten: wat gaan de kleren samen ongeveer kosten? = b. Toets de optelling met de precieze getallen op je rekenmachine in. c. Welk antwoord geeft de rekenmachine? d. Hoeveel verschilt het antwoord met je schatting? 181 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

99 OPDRACHT 11 Hoeveel van deze flessen kun je kopen voor 5 euro? Reken op je rekenmachine uit. Oplossing: a. Schatten: hoeveel euro kost één fles ongeveer? Antwoord: b. Schatten: hoeveel flessen ongeveer kun je voor 5 euro? Antwoord: flessen. c. Tik de som met de precieze getallen op je rekenmachine in. d. Welk antwoord geeft je rekenmachine? e. Klopt dit antwoord met je schatting? f. Hoeveel verschilt het antwoord met je schatting? VOORBEELD 4 Filmpje met uitleg 1805 Rekenregels 182 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

100 OPDRACHT 12 Wat is de juiste volgorde? Vul een 1 in voor wat eerst moet, een 2 voor wat daarna moet, enzovoort. OPDRACHT 13 a. Welk deel van de som rekent de rekenmachine eerst uit? b. Reken de som x 8 uit op je rekenmachine. Antwoord: OPDRACHT 14 a. Welk deel van de som rekent de rekenmachine eerst uit? b. Reken de som 50 6 x 5 uit op je rekenmachine. Antwoord: 183 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

101 OPDRACHT 15 a. Welk deel van de som rekent de rekenmachine eerst uit? b. Schat het antwoord van de som. c. Reken op je rekenmachine uit. Welk antwoord geeft de rekenmachine? 7,75 2,25 + 3,5 x 3 = OPDRACHT 16 Bekijk het filmpje: 1806 Afronden VOORBEELD 4 AFRONDEN 1 CIJFER ACHTER DE KOMMA 184 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

102 OPDRACHT 17 Je moet dit getal afronden op 1 cijfer achter de komma. a) Teken een rode lijn voor het getal 10, , zoals in het voorbeeld. Zet het getal bij de rode lijn. b) Rond het getal af op 1 cijfer achter de komma. Antwoord: VOORBEELD 5 AFRONDEN 2 CIJFERS ACHTER DE KOMMA 185 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

103 OPDRACHT 18 Je moet dit getal afronden op 2 cijfers achter de komma. a. Teken een rode lijn voor het getal 9, , zoals in het voorbeeld. Zet het getal erbij. b. Rond het getal af en vul in. Afgerond: OPDRACHT 19 10,7172 Je moet dit getal afronden op 2 cijfer achter de komma. a) Teken met een rode lijn de plaats van het getal 10,7172. b) Zet het getal bij de rode lijn. c) Vul het antwoord in Afgerond: 186 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

104 TOEPASSEN OPDRACHT 20 Iedereen betaalt evenveel. Hoeveel hele euro s moet iedere persoon betalen, zodat je minstens 763 bij elkaar hebt? Antwoord: OPDRACHT 21 Je koopt dit voor 4 personen. Hoeveel euro precies betaal je bij elkaar? Antwoord: OPDRACHT 21 Hoeveel euro kost 1 kilo? Antwoord: 187 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

105 OPDRACHT 22 Je koopt deze twee spellen. Welke tikfout heb je gemaakt? Antwoord: Er is ingetikt in plaats van Wat moet je dan wel betalen? OPDRACHT 23 Van sommige van deze boodschappen koop je er twee of drie. a. Schat hoeveel euro je ongeveer voor deze boodschappen moet betalen. Antwoord: ongeveer. b. Reken op de rekenmachine het precieze bedrag uit. Antwoord: precies. 188 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

106 REKENEN OPDRACHT 24 a. Reken op je rekenmachine uit. b. Rond op 2 cijfers achter de komma af, waar dat kan. 54 x (2,75 + 4, ,375) = Afgerond: 75, ,41 : (4,15 + 2,65) = Afgerond: 97,6 : 14 x 3,1 = Afgerond: 132 : (7,3 + 2,7) = Afgerond: EINDOPDRACHT Kassabonnen Maud heeft een eigen kapsalon. Ze werkt een paar dagen in de week. Aan het eind van elke maand telt zij alle bedragen van de kassabonnen bij elkaar op. Dat doet ze op de rekenmachine. Haar inkomsten (omzet) krijgt ze door knippen én de verkoop van haarproducten. 189 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

107 Kassabonnen juni: hiervan is 14,75 verkoop haargel hiervan is 27,50 verkoop lak en haargel hiervan is 12,35 verkoop wax ,45 hiervan is 27,50 verkoop lak en haargel 189,85 hiervan is 12,35 verkoop wax 174,55 hiervan is 24,70 verkoop wax a. Hoeveel euro is de hele omzet over juni? b. Hoeveel euro is de omzet van de verkoop haarproducten? c. Hoeveel euro is de omzet van het knippen? Maud heeft in juni ook inkopen gedaan. Ze heeft een doos van 24 tubes gel gekocht. d. Hoeveel euro is dit bij elkaar? e. Hoeveel euro blijft er over als je de inkoopkosten van de omzet aftrekt? 190 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

a a Leg 3 getallen van 2 cijfers en tel ze op. b d Bedenk sommen waar 180 uitkomt. Meer antwoorden. b Uit welke som komt 103?

a a Leg 3 getallen van 2 cijfers en tel ze op. b d Bedenk sommen waar 180 uitkomt. Meer antwoorden. b Uit welke som komt 103? les 4 blok 5 4 Hoeveel kilogram samen? Eerst schatten. a a 64 kg b 164 kg 3 2 k g 232 kg 1 5 k g 115 kg 1 1 1 k g 511 kg c 8 kg 32 kg 125 kg 244 kg b d 16 kg 185 kg 143 kg 495 kg CD2 Maak sommen met deze

Nadere informatie

Doe eenvoudige opgaven zonder een rekenmachine. XX. Gebruik een rekenmachine bij moeilijke opgaven. Controleer de berekening door te schatten.

Doe eenvoudige opgaven zonder een rekenmachine. XX. Gebruik een rekenmachine bij moeilijke opgaven. Controleer de berekening door te schatten. 1.2 Vermenigvuldigen Binnen de retail gebruik je een rekenmachine om getallen of bedragen of aantallen te vermenigvuldigen of te delen. Daarnaast kun je met schatten controleren of de berekening klopt.

Nadere informatie

Breuken. Tel.: Website:

Breuken. Tel.: Website: Breuken Leer- en oefenboek Versie - april 08 Auteur en uitgever: Klaas van der Veen Tel.: 00-700 E-mail: info@ info@meesterklaas.nl Website: www. www.meesterklaas.nl Inhoud Wat is een breuk Wat is groter:

Nadere informatie

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Reken zeker: leerlijn kommagetallen Reken zeker: leerlijn kommagetallen De gebruikelijke didactische aanpak bij Reken Zeker is dat we eerst uitleg geven, vervolgens de leerlingen flink laten oefenen (automatiseren) en daarna het geleerde

Nadere informatie

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen.

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen. Uitwerkingen hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. Deel van geheel Opdracht. a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde

Nadere informatie

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Reken zeker: leerlijn kommagetallen Reken zeker: leerlijn kommagetallen De gebruikelijke didactische aanpak bij Reken Zeker is dat we eerst uitleg geven, vervolgens de leerlingen flink laten oefenen (automatiseren) en daarna het geleerde

Nadere informatie

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 4 KOMMAGETALLEN BASIS

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 4 KOMMAGETALLEN BASIS Instructie voor Docenten Hoofdstuk 4 KOMMAGETALLEN BASIS Instructie voor docenten H4 KOMMAGETALLEN BASIS DOELEN VAN DE LES: Leerlingen weten dat getallen in de plaatswaardekaart een bepaalde waarde hebben,

Nadere informatie

Kommagetallen. Twee stukjes is

Kommagetallen. Twee stukjes is Kommagetallen Een kommagetal is een getal dat niet heel is. Het is een breuk. Voor de komma staan de helen, achter de komma staat de breuk. De cijfers achter de komma staan voor de tienden, honderdsten,

Nadere informatie

a n t w o o r d e n reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Hoeveel pakken koeken zijn er nodig voor jouw klas? Reken uit.

a n t w o o r d e n reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Hoeveel pakken koeken zijn er nodig voor jouw klas? Reken uit. j aargroep 5 a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k oeveel pakken koeken zijn er nodig voor jouw klas? Reken uit. Les Overal getallen Welke rugnummers

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk19 KOMMAGETALLEN - BASIS

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk19 KOMMAGETALLEN - BASIS Instructie voor Docenten Hoofdstuk9 KOMMAGETALLEN - BASIS Instructie voor docenten H9: KOMMAGETALLEN DE BASIS DOELEN VAN DE LES: Leerlingen weten dat getallen in de plaatswaarde kaart een bepaalde waarde

Nadere informatie

antwoorden jaargroep 4 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok werkboek Bedenk zelf maar sommen met poffertjes!

antwoorden jaargroep 4 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok werkboek Bedenk zelf maar sommen met poffertjes! jaargroep Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok 7 + 6 werkboek Bedenk zelf maar sommen met poffertjes! Les Overal getallen Wie heeft de meeste stenen? Kruis aan. Overal Vul de getallenlijnen

Nadere informatie

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2 Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Joep van Vugt Anneke Wösten Handig optellen; tribunesom* Bij optellen van bijna ronde getallen zoals 39, 198, 2993,..

Nadere informatie

antwoorden jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok D H T E werkboek samen beschuiten Hoeveel beschuiten samen?

antwoorden jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok D H T E werkboek samen beschuiten Hoeveel beschuiten samen? jaargroep 5 Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs D H T E blok 9 werkboek beschuiten Hoeveel beschuiten? Les Overal getallen Hoeveel bezoekers? Vul eerst in. Tel daarna op de getallenlijn.

Nadere informatie

Toets gecijferdheid augustus 2005

Toets gecijferdheid augustus 2005 Toets gecijferdheid augustus 2005 Naam: Klas: score: Datum: Algemene aanwijzingen: - Noteer alle berekeningen en oplossingen in dit boekje - Blijf niet te lang zoeken naar een oplossing - Denk aan de tijd

Nadere informatie

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter. 70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Nadere informatie

antwoorden jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok werkboek Ieder krijgt Eerlijk delen. Hoeveel krijgt ieder? Teken en schrijf.

antwoorden jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok werkboek Ieder krijgt Eerlijk delen. Hoeveel krijgt ieder? Teken en schrijf. jaargroep 5 Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok 7 werkboek Ieder krijgt Eerlijk delen. Hoeveel krijgt ieder? Teken en schrijf. Les Overal getallen Bloemenwinkel De Roos. Hoeveel

Nadere informatie

Deel 1. het complete zakboek voor groep 7 & 8 deel 1 hele getallen, kommagetallen en breuken

Deel 1. het complete zakboek voor groep 7 & 8 deel 1 hele getallen, kommagetallen en breuken Deel 1 78 & het complete zakboek voor groep 7 & 8 deel 1 hele getallen, kommagetallen en breuken 2 DIT IS HET DiKiBO-BOEK VAN TIP PAS OP 2 HOE? hoi, ik ben DiKiBO samen met mijn vrienden help ik jou bij

Nadere informatie

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? Oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen RekenWijzer, oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. eel van geheel Opdracht Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? deel

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 8 Hoeveel kilometer na 10 minuten? Kleur. Zwijsen naam: na 1 minuut: 0,200 km na 1 minuut: 0,040 km na 1 minuut: 0,008 km

rekentrainer jaargroep 8 Hoeveel kilometer na 10 minuten? Kleur. Zwijsen naam: na 1 minuut: 0,200 km na 1 minuut: 0,040 km na 1 minuut: 0,008 km Zwijsen jaargroep 8 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs na 1 minuut: 0,200 km 0 10.000 m 0 10 km na 1 minuut: 0,040 km 0 1000 m 0 1 km na 1 minuut: 0,008 km 0 100 m 0 0,1 km rekentrainer

Nadere informatie

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1. Derde domein: gebroken getallen 1 Kennismaking met breuken 1.1 De breuk als deel van een geheel Opdracht 2 blaadje 1 blaadje 2 blaadje 3 blaadje 4 Een blaadje in twee delen vouwen geeft de helft van een

Nadere informatie

a n t w o o r d e n reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Maak het patroon af.

a n t w o o r d e n reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Maak het patroon af. j aargroep 6 a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Maak het patroon af. Les Overal getallen De eierhandelaar. Spreek de getallen uit. Bij mij zijn

Nadere informatie

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1. Derde domein: gebroken getallen 1 Kennismaking met breuken 1.1 De breuk als deel van een geheel blaadje 1 blaadje 2 blaadje 3 blaadje 4 Een blaadje in twee delen vouwen geeft de helft van een heel blaadje.

Nadere informatie

1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?...

1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?... BLAD 26: BREUKEN 1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?............ b. Neem je rekenmachine en bepaal de precieze prijs

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 8 Hoeveel kilometer na 10 minuten? Kleur. Zwijsen naam: na 1 minuut: 0,200 km na 1 minuut: 0,040 km na 1 minuut: 0,008 km

rekentrainer jaargroep 8 Hoeveel kilometer na 10 minuten? Kleur. Zwijsen naam: na 1 minuut: 0,200 km na 1 minuut: 0,040 km na 1 minuut: 0,008 km Zwijsen jaargroep 8 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs na 1 minuut: 0,200 km 0 10.000 m 0 10 km na 1 minuut: 0,040 km 0 1000 m 0 1 km na 1 minuut: 0,008 km 0 100 m 0 0,1 km rekentrainer

Nadere informatie

De tiendeligheid van ons getalsysteem

De tiendeligheid van ons getalsysteem De tiendeligheid van ons getalsysteem Tiendeligheid is het principe dat telkens als je 10 keer iets hebt, je het kan vervangen door iets anders. Vb. 10E = 1T, 10T = 1H, Dat andere is dus telkens 10 keer

Nadere informatie

antwoorden werkboek blok jaargroep 6 In welke maanden worden de minste auto s vervoerd? Reken ongeveer.

antwoorden werkboek blok jaargroep 6 In welke maanden worden de minste auto s vervoerd? Reken ongeveer. jaargroep Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok januari februari maart juli augustus april mei juni oktober november Transportbedrijf De Haas vervoert elke dag. werkboek september

Nadere informatie

Bij delen met getallen en bedragen is het volgende van belang: Gebruik een rekenmachine Controleer het antwoord door te schatten

Bij delen met getallen en bedragen is het volgende van belang: Gebruik een rekenmachine Controleer het antwoord door te schatten .3 Delen In een week tijd heb je 3.229 producten verkocht voor 73.588. Dit noem je de weekomzet. Maar wat was de gemiddelde verkoopprijs per product? Om dit uit te rekenen, moet je de weekomzet delen door

Nadere informatie

TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar

TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar INSTRUCTIE BIJ VRAGEN Wiskunde Begin 1 ste leerjaar Voor de afname leg je aan iedereen kort de betekenis uit van de tekens =, < en > a.d.h.v.

Nadere informatie

Blok 1 Herhalingstoets

Blok 1 Herhalingstoets herhalingstoetsen Blok 1 Herhalingstoets 1 Reken uit en maak vast. Vul het getallenkaartje in. 1 0 00 00 H T E 1 00 + 00 = Hoeveel potloden? Vul in. Hoeveel krijgt ieder? Verdeel met vier kinderen. 0 00

Nadere informatie

Optellen van twee getallen onder de 10

Optellen van twee getallen onder de 10 Splitsen tot 0 uit het hoofd 2 Optellen 2 7 6 2 5 3 4 Splitsen tot 20 3 2 8 7 2 6 3 5 4 4 4 3 2 2 9 8 2 7 3 6 4 5 5 4 2 3 0 9 2 8 3 7 4 6 5 5 6 5 2 4 3 3 Bij een aantal iets erbij doen heet optellen. Je

Nadere informatie

Rekentermen en tekens

Rekentermen en tekens Rekentermen en tekens Erbij de som is hetzelfde, is evenveel, is gelijk aan Eraf het verschil, korting is niet hetzelfde, is niet evenveel Keer het product kleiner dan, minder dan; wijst naar het kleinste

Nadere informatie

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4 Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4 Blok 1A en 2A Telrij, uitspraak en notatie Getallenlijn en getalvolgorde Opbouw getallen tot 100 Sprongen van 1, 2 en 5 tussen 10 en 20 t/m

Nadere informatie

1.1 Wat zijn negatieve getallen? Een negatief getal is een getal dat kleiner is dan 0. Een negatief getal is kleiner dan 0.

1.1 Wat zijn negatieve getallen? Een negatief getal is een getal dat kleiner is dan 0. Een negatief getal is kleiner dan 0. Hoofdstuk 1. Negatieve getallen De winter van 1942 was ijskoud. Er waren veel sneeuwstormen en het pak sneeuw was op sommige plekken wel 2 meter hoog! Mensen wisten niet wat ze aan moesten trekken om warm

Nadere informatie

Optellen en aftrekken kan: Uit je hoofd Op papier Met een rekenmachine (op je telefoon)

Optellen en aftrekken kan: Uit je hoofd Op papier Met een rekenmachine (op je telefoon) 1.1 Optellen en aftrekken Bedragen en aantallen bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken doe je in de retail dagelijks. Meestal rekent een kassa, computer of rekenmachine de bedragen of aantallen voor

Nadere informatie

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? Oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen RekenWijzer, oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. eel van geheel Opdracht Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? 8

Nadere informatie

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Teken de versiering op de taart.

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Teken de versiering op de taart. j aargroep 6 a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs De helft met aardbeien. Een vierde deel met appels. Een achtste deel met kersen. De rest met bessen. blok w e r k

Nadere informatie

5 a. naam Hulp. blad 1. Hoeveel euro? Vul in. Rekenrijk 5a Noordhoff Uitgevers bv

5 a. naam Hulp. blad 1. Hoeveel euro? Vul in. Rekenrijk 5a Noordhoff Uitgevers bv 5 a naam Hulp blad Hoeveel? Vul in 905 70 85 567 69 0 90 69_RR_KM_5a.indb 85 5 8-08-00 :05: 5 a naam Hulp blad Welke som hoort bij de tegelvloer? Welke keersom hoort bij het donkere stuk? Welke keersom

Nadere informatie

1 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie

1 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie 1 ffleren Rekenen 2A Voorlopige editie ffleren Rekenen Activiteitenboek 2A ffleren Rekenen is een initiatief van Stichting ALL en intraquest intraquest 2016 Niets uit deze voorlopige uitgave mag anders

Nadere informatie

Wereld in Getallen Blok 4A groep 6

Wereld in Getallen Blok 4A groep 6 Wereld in Getallen Blok 4A groep 6 Minimumtoets 1. Oriëntatie in de getallen tot en met 10.000. Als kinderen deze som moelijk vinden, kunnen ze het positieschema gebruiken. Daar vullen ze het getal in

Nadere informatie

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Verhoudingstabel Wat zijn verhoudingen Rekenen met de verhoudingstabel Kruisprodukten Wat zijn verhoudingen * * * 2 Aantal rollen 1 2 12 Aantal beschuiten 18

Nadere informatie

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN a De standaardprocedure: getallen splitsen Zo lukt het altijd: 98 + 476 = 98 + 400 + 70 + 6 = 698 + 70 + 6 = 768 + 6 = 774 b Van plaats wisselen Uitsluitend te gebruiken

Nadere informatie

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 1 2 3 4 5 1x1= 1 1x2= 2 1x3= 3 1x4= 4 1x5= 5 2x1= 2 2x2= 4 2x3= 6 2x4= 8 2x5=10 3x1= 3 3x2= 6 3x3= 9 3x4=12 3x5=15 4x1= 4 4x2= 8 4x3=12 4x4=16 4x5=20 5x1= 5 5x2=10 5x3=15

Nadere informatie

Doelenlijst 5: GETALLEN onderdeel KOMMAGETALLEN

Doelenlijst 5: GETALLEN onderdeel KOMMAGETALLEN Doelenlijst 5: GETALLEN onderdeel KOMMAGETALLEN 45 Passende Perspectieven rekenen Doelenlijst 5: Getallen, onderdeel Kommagetallen Doel: Orde van grootte, uitspraak, schrijfwijze en betekenis van kommagetallen

Nadere informatie

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg.

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg. Zwijsen jaargroep naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs! jij rekentrainer Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg. Groep blad 1 Hoe komt de hond bij het bot? Teken. Kleur de tegels. Kleur

Nadere informatie

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN a De standaardprocedure: getallen splitsen Zo lukt het altijd: 98 + 476 = 98 + 400 + 70 + 6 = 698 + 70 + 6 = 768 + 6 = 774 b Van plaats wisselen

Nadere informatie

rekenboek 5a lessen

rekenboek 5a lessen rekenboek 5a lessen 507006 De stad in Blok 2 21 770 1000 500 400 Blok 2 Week 1 Les 1 1 Tellen. atel verder. 396 397 598 797 Tel terug. 402 401 903 101 bmaak sprongen van 10. Maak sprongen van 50. 480 490

Nadere informatie

De teller geeft hoeveel stukken er zijn en de noemer zegt wat de 5. naam is van die stukken: 6 taart geeft dus aan dat de taart in 6

De teller geeft hoeveel stukken er zijn en de noemer zegt wat de 5. naam is van die stukken: 6 taart geeft dus aan dat de taart in 6 Breuken Breuk betekent dat er iets gebroken is. Het is niet meer heel. Als je een meloen doormidden snijdt, is die niet meer heel, maar verdeeld in twee stukken. Eén zo n stuk is dan een halve meloen,

Nadere informatie

Getallen en breuken. 1 Doel: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen. Herhalen

Getallen en breuken. 1 Doel: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen. Herhalen Getallen en breuken Basisstof structuur van de getallen tot 000 000 breuken Lesdoelen De leerlingen kunnen: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen; helen en breuken verdelen; getallen op

Nadere informatie

Afspraken hoofdrekenen eerste tot zesde leerjaar

Afspraken hoofdrekenen eerste tot zesde leerjaar 24/04/2013 Afspraken hoofdrekenen eerste tot zesde leerjaar Sint-Ursula-Instituut Rekenprocedures eerste leerjaar Rekenen, hoe doe ik dat? 1. E + E = E 2 + 5 = 7 Ik heb er 2. Er komen er 5 bij. Dat is

Nadere informatie

7. 123 187 45 - - - - - - + 355 8. 35/595\17 59 35 245 245

7. 123 187 45 - - - - - - + 355 8. 35/595\17 59 35 245 245 Antwoorden CITO 14-15 1. 295 187 - - - - - - + 482 2. 11/935\85 93 Hoe vaak past 11 in 93 88 8*11=88, dit is het grootste getal dat we van 93 af kunnen halen. 55 93-88=5 dan schuiven we de andere 5 ook

Nadere informatie

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 5a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie - Getallen tot en met 1000 - Tafels 0 t/m 6 en 10 - Herhalen strategieën - Herhalen hele, halve uren en kwartieren

Nadere informatie

RekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 2 Gebroken getallen

RekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 2 Gebroken getallen Uitwerkingen 2. Kennismaken met breuken 2.. Deel van geheel Opdracht B 8 deel. ( deel + 8 deel). Opdracht 2 C 5 deel Opdracht C Driehoek C past in driehoek A. Aangezien driehoek A deel is van de tekening,

Nadere informatie

5.327 703 x 15.981 3.728.900 + 3.744.881. 2.160 3.007 x 15.120 6.480.000 + 6.495.120. 2.160 3.007 x 15.120 00.000 0 00.000 6.480.000 + 6.495.

5.327 703 x 15.981 3.728.900 + 3.744.881. 2.160 3.007 x 15.120 6.480.000 + 6.495.120. 2.160 3.007 x 15.120 00.000 0 00.000 6.480.000 + 6.495. Bij vermenigvuldigen van twee grote getallen onder elkaar staan de rijen onder de streep elk voor een tussenstap. De eerste rij staat voor het vermenigvuldigen met het cijfer dat de eenheden van het onderste

Nadere informatie

Verdiepingsmodule Getallen Tweede bijeenkomst maandag 8 april 2013 monica wijers en vincent jonker

Verdiepingsmodule Getallen Tweede bijeenkomst maandag 8 april 2013 monica wijers en vincent jonker Verdiepingsmodule Getallen Tweede bijeenkomst maandag 8 april 2013 monica wijers en vincent jonker Programma Breuken PPON Leerlijn Didactiek van bewerkingen Breuken en kommagetallen in het echt Kommagetallen

Nadere informatie

Blok 1 Herhalingstoets

Blok 1 Herhalingstoets herhalingstoetsen Blok Herhalingstoets Tienen en enen. Tel en schrijf. Wie zitten in de bus? Maak de bloksom. T E Hoeveel bekers? Schrijf. Hoeveel bekers? Maak de som. = = voor tafel voor tafels bekers

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam:

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam: Zwijsen jaargroep naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs rekentrainer Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Groep blad Vul in. 0 0 7 70

Nadere informatie

Onthoudboekje rekenen

Onthoudboekje rekenen Onthoudboekje rekenen Inhoud 1. Hoofdrekenen: natuurlijke getallen tot 100 000 Optellen (p. 4) Aftrekken (p. 4) Vermenigvuldigen (p. 5) Delen (p. 5) Deling met rest (p. 6) 2. Hoofdrekenen: kommagetallen

Nadere informatie

naam :... datum :... klas :... Vul de juiste data in. Vandaag is het... (dag van de week). Ik schrijf de datum van vandaag

naam :... datum :... klas :... Vul de juiste data in. Vandaag is het... (dag van de week). Ik schrijf de datum van vandaag naam :... datum :... klas :... Vul de juiste data in. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 Vandaag is het... Ik schrijf de datum van vandaag (dag van de week).

Nadere informatie

Routeboekje. bij Pluspunt. Groep 8 Blok 4. Van...

Routeboekje. bij Pluspunt. Groep 8 Blok 4. Van... Routeboekje bij Pluspunt Groep 8 Blok 4 Van... Groep 8 Blok 4 Les 1 Leerkrachtgebonden LB 8 38 1 De perenoogst van fruitkweker Wim maken LB 8 38 1 De perenoogst van fruitkweker Wim meedoen en maken LB

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam:

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam: Zwijsen jaargroep naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs rekentrainer Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Vul in. Groep blad 1 0 + 10

Nadere informatie

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN a De standaardprocedure: getallen splitsen Zo lukt het altijd: 98 + 476 = 98 + 400 + 70 + 6 = 698 + 70 + 6 = 768 + 6 = 774 b Van plaats wisselen

Nadere informatie

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok 225 + Hoeveel knikkers heeft Li? Teken op de getallenlijn en reken uit.

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok 225 + Hoeveel knikkers heeft Li? Teken op de getallenlijn en reken uit. jaargroep a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs + blok = w e r k b o e k 00 0 300 Hoeveel knikkers heeft Li? Teken op de getallenlijn en reken uit. Les Overal getallen

Nadere informatie

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep de o ra en a oor a 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de

Nadere informatie

Er is 3 deel van de punten. gehaald. Dat zijn 60 punten. Hoeveel punten kun je in totaal verdienen? 400 cm. som: 200 cm. som:

Er is 3 deel van de punten. gehaald. Dat zijn 60 punten. Hoeveel punten kun je in totaal verdienen? 400 cm. som: 200 cm. som: doel M Je oefent een deel van een geheel berekenen: 00. M Je oefent berekenen wat het geheel is, als je een deel weet. hulp Hoeveel punten zijn gehaald? 00 : = = 7 Er is deel van de punten gehaald. Dat

Nadere informatie

rekenboek 6a taken 507019

rekenboek 6a taken 507019 rekenboek 6a taken 507019 Blok 2 Week 1 Taak 1 Werken met getallen. a Neem het schema over en vul in: b Schrijf het getal in woorden: D H T E 3141 driehonderdzes 687 vierduizend acht 5870 veertienhonderdeenentachtig

Nadere informatie

werkboek groep 4 blok 7 en 8 naam

werkboek groep 4 blok 7 en 8 naam 1 2 3 4 5 6 werkboek groep 4 7 8 9 11 12 naam 10 blok 7 en 8 blok 8 x les xx 8 1 Hoeveel schroeven liggen hier? Vul in.... 2 34 Het konijnenhok x 4 schroeven is... schroeven. Reken uit. 2 groepjes van

Nadere informatie

Toets gecijferdheid april 2006 versie 1

Toets gecijferdheid april 2006 versie 1 Toets gecijferdheid april 2006 versie 1 Naam: Klas: score: Datum: Studentnummer: Algemene aanwijzingen: - Noteer alle berekeningen en oplossingen in dit boekje - Blijf niet te lang zoeken naar een oplossing

Nadere informatie

Toets gecijferdheid december 2004

Toets gecijferdheid december 2004 Toets gecijferdheid december 2004 Naam: Klas: score: Datum: Algemene aanwijzingen: - Noteer alle berekeningen en oplossingen in dit boekje - Blijf niet te lang zoeken naar een oplossing - Denk aan de tijd

Nadere informatie

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:... TOETS REKENEN / WISKUNDE Naam:... School:... Datum:... Groep:... 1A. Hoofdrekenen: optellen en aftrekken Reken de sommen op je eigen manier uit. Gebruik het kladblaadje als je een tussenstap wilt noteren.

Nadere informatie

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent. BLAD 16: HAM EN KAAS 1. Hoeveel is het goedkoper? a. Twee aanbiedingen bij de supermarkt. Hoeveel cent is het goedkoper? 6 witte bolletjes:... 10 scharreleieren:... b. Reken van deze aanbiedingen ook uit

Nadere informatie

TOELICHTING REKENEN MET BREUKEN

TOELICHTING REKENEN MET BREUKEN TOELICHTING REKENEN MET BREUKEN 1 2 3 11628_rv_wb_breuken_bw.indd 2 13-11-12 23:2611628_rv_wb_breuken_bw.indd 3 13-11-12 23:27 4 5 6 Rekenvlinder Rekenen met breuken Toelichting Uitgeverij Zwijsen B.V.,

Nadere informatie

Groep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld

Groep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld Groep 3 Getalbegrip hele getallen De leerlingen werken de eerste periode in het getallengebied tot 20 en 40. De tweede helft van het jaar ook tot 100. De leerlingen leren het verder- en terugtellen, tellen

Nadere informatie

wat is de som zie ik een instinker bij de antwoorden? het goede antwoord aan

wat is de som zie ik een instinker bij de antwoorden? het goede antwoord aan e it re st r st 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de antwoorden, antwoorden die niet kunnen streep ik in mijn hoofd weg! 5.

Nadere informatie

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 7 Blok 6. Van...

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 7 Blok 6. Van... Routeboekje bij Rekenrijk Groep 7 Blok 6 Van... Groep 7 Blok 6 Les 1 Leerkrachtgebonden LB 7a 142 1 Hoeveel bussen? meedoen LB 7a 142 2 Reken uit - LB 7a 142 3 Reken uit maken LB 7a 143 4 Schat eerst,

Nadere informatie

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen 1 2 REKENEN Boek 7a: Blok 1 - week 1 in geldcontext 2 x 2,95 = / 4 x 2,95 = Optellen en aftrekken tot 10.000 - ciferend; met 2 of 3 getallen 4232 + 3635 + 745 = 1600

Nadere informatie

Overzicht rekenstrategieën

Overzicht rekenstrategieën Overzicht rekenstrategieën Groep 3 erbij tot tien Groep 3 eraf tot tien Groep 4 erbij tot twintigt Groep 4 eraf tot twintigt Groep 4 erbij tot honderd Groep 4 eraf tot honderd Groep 4 en 5 tafels tot tien

Nadere informatie

Startrekenen 2F vo. Leerwerkboek rekenen deel A SARI WOLTERS IRENE LUGTEN CYRIEL KLUITERS MARLOES KRAMER PASCAL DE WIT

Startrekenen 2F vo. Leerwerkboek rekenen deel A SARI WOLTERS IRENE LUGTEN CYRIEL KLUITERS MARLOES KRAMER PASCAL DE WIT Startrekenen 2F vo Leerwerkboek rekenen deel A SARI WOLTERS IRENE LUGTEN CYRIEL KLUITERS MARLOES KRAMER PASCAL DE WIT ROB LAGENDIJK KRISTEL SCHAAP JASPER VAN ABSWOUDE JELTE FOLKERTSMA RIEKE WYNIA Inhoudsopgave

Nadere informatie

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen 1 Basisstof t/m 10 Lesdoelen De kinderen: kunnen hoeveelheden t/m ; kunnen een optelsom met voorwerpen t/m in de abstracte vorm noteren; kunnen werken met de rekentekens en. Materialen Klassikaal: Per

Nadere informatie

Stenvertblok Rekenen 4 Antwoorden

Stenvertblok Rekenen 4 Antwoorden Stenvertblok Rekenen Antwoorden Stenvertblok Rekenen Antwoorden Auteur Gré Schreuder D. Huigen Illustraties Ben Horsthuis Richard Flohr Omslag Metamorfose ontwerpers BNO, Deventer Uitgeverij Bekadidact,

Nadere informatie

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok De Klimboom Een nieuw schoolplein. Hoeveel tegels samen? Eerst schatten, dan precies.

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok De Klimboom Een nieuw schoolplein. Hoeveel tegels samen? Eerst schatten, dan precies. jaargroep a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok De Klimboom w e r k b o e k = Een nieuw schoolplein. Hoeveel samen? Eerst schatten, dan precies. Les Overal getallen

Nadere informatie

Blok 1 Herhalingstoets

Blok 1 Herhalingstoets 7 herhalingstoetsen Blok 1 Herhalingstoets 1 Hoeveel ongeveer? Maak vast. 2 Hoeveel ongeveer? Kleur het juiste wolkje. 9000 10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 5899 + 2900 8000 40.109 3 Reken uit. 4 Reken

Nadere informatie

Leerwerkboek rekenen deel A. Op weg naar 1F. Startrekenen Vooraf

Leerwerkboek rekenen deel A. Op weg naar 1F. Startrekenen Vooraf Startrekenen Vooraf Leerwerkboek rekenen deel A Op weg naar 1F Irene Lugten Manon Keuenhof Sarah Brusell Sari Wolters Maartje van Middelaar Kim Klappe Marloes Kramer Rob Lagendijk Martine Knijnenberg Myrthe

Nadere informatie

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Rekenrijk doelen groep 1 en 2 De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Aantallen kunnen tellen De kinderen kunnen kleine aantallen tellen. De kinderen kunnen eenvoudige

Nadere informatie

Leerstofoverzicht groep 3

Leerstofoverzicht groep 3 Leerstofoverzicht groep 3 Getallen en relaties Basisbewerkingen Verhoudingen Leerlijn Groep 3 uitspraak, schrijfwijze, kenmerken begrippen evenveel, minder/meer cijfer 1 t/m 10, groepjes aanvullen tot

Nadere informatie

1 Splits de getallen. Vul het DHTE-schema in.

1 Splits de getallen. Vul het DHTE-schema in. BLOK 1 LES 1 DOEL 1 Je leert getallen tot 1. splitsen in duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden. Je leert de waarde van de cijfers in getallen tot 1.. HULP D H T E = + + + 1 Splits de getallen.

Nadere informatie

MNEMOTECHNISCHE MIDDELTJES WISKUNDE. 2de 3de graad

MNEMOTECHNISCHE MIDDELTJES WISKUNDE. 2de 3de graad MNEMOTECHNISCHE MIDDELTJES WISKUNDE 2de 3de graad n.a.v. Personeelsvergadering 25/11/2014 Hoofdrekenen DELEN VAN NATUURLIJKE GETALLEN. Voorbeeld: 7800 : 6 = 1000 300 7800 : 6 = (6000 : 6) + (1800 : 6)

Nadere informatie

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd?

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd? Procenten Zoals op de basisschool is aangeleerd kunnen we een taart verdelen in een aantal stukken. Hierbij krijgen we een breuk. We kunnen ditzelfde stuk taart ook aangegeven als een percentage. Procenten:

Nadere informatie

Er worden planten per stuk en per bak verkocht met 8 plantjes erin. Voor een bak betaal je minder dan 8 x de prijs van 1 plantje.

Er worden planten per stuk en per bak verkocht met 8 plantjes erin. Voor een bak betaal je minder dan 8 x de prijs van 1 plantje. Breuken Les Deel B Een voorbeeld van optellen van breuken Er worden planten per stuk en per bak verkocht met plantjes erin. Voor een bak betaal je minder dan x de prijs van plantje. De ene bak is voor

Nadere informatie

De waarde van een plaats in een getal.

De waarde van een plaats in een getal. Komma getallen. Toen je net op school leerde rekenen, wist je niet beter dan dat getallen heel waren. Dus een taart was een taart, een appel een appel en een peer een peer. Langzaam maar zeker werd dit

Nadere informatie

EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden.

EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden. EXACT- Periode 1 Hoofdstuk 1 1.1 Grootheden. Een grootheid is in de natuurkunde en in de chemie en in de biologie: iets wat je kunt meten. Voorbeelden van grootheden (met bijbehorende symbolen): 1.2 Eenheden.

Nadere informatie

Toetsen oefenen Rekenen deel 1. INZAGE EXEMPLAAR Groep 7&8

Toetsen oefenen Rekenen deel 1. INZAGE EXEMPLAAR Groep 7&8 Toetsen oefenen Rekenen deel 1 Getallen en Verhoudingen INZAGE EXEMPLAAR Groep 7&8 Oefenen met vragen (getallen en verhoudingen) voor LVS-, Entree-, Citotoetsen versie 1.0 Uitgave voor het basisonderwijs

Nadere informatie

Deel A. Breuken vergelijken

Deel A. Breuken vergelijken Deel A Breuken vergelijken - - 0 Breuken en brokken (). Kleur van elke figuur deel. Doe het zo nauwkeurig mogelijk.. Kleur van elke figuur deel. Doe het telkens anders.. Kleur steeds het deel dat is aangegeven.

Nadere informatie

Startrekenen 1F. Leerwerkboek rekenen deel A SANDER HEEBELS IRENE LUGTEN JELTE FOLKERTSMA JASPER VAN ABSWOUDE

Startrekenen 1F. Leerwerkboek rekenen deel A SANDER HEEBELS IRENE LUGTEN JELTE FOLKERTSMA JASPER VAN ABSWOUDE Startrekenen 1F Leerwerkboek rekenen deel A SANDER HEEBELS IRENE LUGTEN JELTE FOLKERTSMA JASPER VAN ABSWOUDE SHARON TELKAMP MARK OOMEN SARI WOLTERS ROB LAGENDIJK RIEKE WYNIA Inhoudsopgave Startrekenen

Nadere informatie

Opleiding docent rekenen MBO. 19 juni 2015 vijfde bijeenkomst Groep Nova-2

Opleiding docent rekenen MBO. 19 juni 2015 vijfde bijeenkomst Groep Nova-2 Opleiding docent rekenen MBO 19 juni 2015 vijfde bijeenkomst Groep Nova-2 Inhoud 1. Opening 2. Getallen 3. Lunch 4. Onderzoek 5. Ontwikkelingen in het vak rekenen (K. Hoogland, APS) 6. Huiswerk en

Nadere informatie

6 Breuken VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Breuken

6 Breuken VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Breuken Bestelnr. Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Breuken K-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat NL- CS Bodegraven Telefoon +(0)- 0 Telefax +(0)- info@k-publisher.nl www.k-publisher.nl Breuken Breuk

Nadere informatie

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen 1 REKENEN Boek 4a: Blok 1 - week 1 - optellen en aftrekken t/m 10 (3 getallen, 4 sommen) 5 + 4 = / 4 + 5 = 9 5 = / 9 4 = - getallen tot 100 Telrij oefenen met kralenstang

Nadere informatie

Er is 3 deel van de punten. gehaald. Dat zijn 60 punten. Hoeveel punten kun je in totaal verdienen? 400 cm. som: 200 cm. som:

Er is 3 deel van de punten. gehaald. Dat zijn 60 punten. Hoeveel punten kun je in totaal verdienen? 400 cm. som: 200 cm. som: doel M Je oefent een deel van een geheel berekenen: 00. M Je oefent berekenen wat het geheel is, als je een deel weet. hulp Hoeveel punten zijn gehaald? 00 : = = 7 Er is deel van de punten gehaald. Dat

Nadere informatie

Blok 4 G/B vraag 1: een kommagetal cijferend delen door een natuurlijk getal < 100

Blok 4 G/B vraag 1: een kommagetal cijferend delen door een natuurlijk getal < 100 Blok 4 G/B vraag 1: een kommagetal cijferend delen door een natuurlijk getal < 100 Een kommagetal cijferend delen door een natuurlijk getal < 100 510,8 : 23 =? Ik schat 500 : 20 = 25 Ik noteer de rekenhulp.

Nadere informatie