ZO LEES IK PIPPO. Speelbrief. PIPPO-thema prentenboeken JUNI Speelbrief - Juni p1

Transcriptie

1 THEMA: BEWEGEN! s JUNI 2017 Speelbrief Als je met kinderen een speeltuintje passeert, willen ze altijd even spelen: net als aapje Pippo van de glijbaan glijden, schommelen of klimmen. Jonge kinderen hoef je amper te stimuleren om meer te bewegen. Dat doen ze uit zichzelf omdat ze nog zoveel willen leren. Het verhaaltje van peuter Max die binnenshuis zijn klimoefening doet, is voor veel jonge ouders waarschijnlijk heel herkenbaar: hij wil niet langer kruipend de trap op, maar lopend, net als grote mensen. En dat lukt hem! In deze Speelbrief staan nog meer bewegingsspelletjes waarmee je peuter graag zal oefenen. Zin in yoga? Speel met je peuter een hondje dat zich uitrekt! Heel veel speelplezier met deze Speelbrief! Marja Baeten redactie PIPPO ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken Speelbrief - Juni p1 Op zoek naar peuterboeken die passen bij het PIPPO-thema van deze maand? Via deze link vind je er een heleboel: Senn is helemaal gek op het PIPPOboekje. Hij vindt het nu al leuk om het samen met zijn zusje Fenna (drie weekjes oud) te lezen! Geweldig om te zien! Chantal van der Velden, mama van Senn en Fenna Vers ch augu ijnt stu 2017 s

2 AAPJE PIPPO IN DE SPEELTUIN Aapje Pippo zoeft van de glijbaan en komt in de ballenbak terecht. Een plek waar veel kinderen graag zijn. Ze kunnen zich er vrij bewegen zonder zich te stoten. Wijs tijdens het voorlezen de dingen aan die in de tekst worden genoemd. Als je het verhaaltje nog eens leest, kun je er eenvoudige kijkvragen over stellen. Mondeling kunnen dreumessen zich misschien nog niet voldoende uitdrukken, maar ze kunnen de dingen vaak wel aanwijzen. Vraag bijvoorbeeld: Zie jij aapje Pippo? Wijs hem op elke bladzijde maar aan. Aapje Pippo glijdt van de glijbaan. Zie jij de glijbaan? Aapje Pippo ligt in de ballenbak. Wijs de ballen maar aan. Dat zijn er veel. Zullen we ze eens tellen? Een, twee, drie, enz. Bij iets oudere kinderen, kun je ook naar hun eigen ervaringen vragen: Ben jij weleens van de glijbaan gegaan? Ging je hard of zacht? Kwam je toen ook in een ballenbak? Waar dan wel? Vind jij een ballenbak leuk? TRAINEN HOEFT NIET Jonge kinderen hebben geen training nodig om zich motorisch te ontwikkelen. Tijdens hun dagelijkse activiteiten en spel leren ze heel natuurlijk. Ook hoef je kinderen niet te corrigeren in hun bewegen of hun de juiste techniek aan te leren. Bewegen is vooral gericht op plezier. Je kunt het bewegen wel stimuleren door de manier waarop je met kinderen communiceert. Geef bijvoorbeeld kleine aanwijzingen waardoor een kind bereikt wat het graag wil. Lok spel uit door zelf mee te spelen of materiaal aan te bieden. Je hoeft maar een bal over te gooien en de kinderen doen mee. Uit: Het spel van kinderen door Penny Tassoni e.a. Uitgeverij SWP. Speelbrief - Juni p2 BALSPELLETJE: STOELSJOELEN Een bal rolt naar alle kanten, dus je hebt een goede coördinatie nodig om ermee te spelen. Het oefenen begint met rollen. Rollen en richten vereisen kracht, fijne bewegingen en een goede oog-handcoördinatie. Nodig: twee of drie stoelen, meerdere ballen, een kussentje of mat. Zet de stoelen binnen of buiten naast elkaar. Kinderen zitten op een afstandje voor de stoelen. Een kussentje of mat markeert de plek vanwaar ze gooien. De speler die gooit, probeert om elke bal onder een stoel door te rollen. Gelukt? Dan is de volgende speler aan de beurt. Uit: Doe-boek, speelideeën voor 0 tot 4 jaar. Door Marianne de Valck.

3 PLAATJES en woordjes Lees de woordjes die onder elk plaatje staan hardop voor en zoek dan samen naar het voertuig op de grote kijkplaat. Stimuleer kinderen om het woord na te zeggen. Deze keer zijn het allemaal voertuigen. Door het losse plaatje terug te zien in een herkenbare omgeving, leert een kind de betekenis van een woord beter kennen. BEWEGINGSLIEDJE Zing het liedje en noem in elk couplet een ander voertuig van bladzijde 6 en 7. Dit is een leuke manier om het woord nog beter te leren. Natuurlijk maak je samen ook met handen en voeten de bewegingen uit het liedje. De stuurbewegingen van elk voertuig kun je daar tijdens het zingen van de eerste en de laatste regels nog aan toevoegen. Shutterstock Speelbrief - Juni p3 *Inplaats van klein rood fietsje kun je ook zingen: rood raketje, klein blauw treintje, groene scooter, helikopter, klein vliegtuigje, klein geel bootje, klein raceautootje. KLEIN ROOD FIETSJE* WAAR BRENG JE ONS NAAR TOE? NAAR OMA EN NAAR OPA EN NAAR DE KOETJES BOE EN DE HANDJES GAAN VAN KLAP KLAP KLAP EN DE VOETJES GAAN VAN STAP STAP STAP KLEIN ROOD FIETSJE WAAR BRENG JE ONS NAAR TOE? Wil je de melodie horen? Zoek op Klein rood autootje om een bijbehorend YouTube-filmpje te vinden. Tekst en muziek: H. Peters. Uitgebracht op: Liedjes op schoot deel 2.

4 Max gaat de trap op en neer In dit verhaaltje zullen veel peuters en hun papa en mama zich herkennen: het oefenen van traplopen. Het lukt peuter Max. Misschien een stimulerend voorbeeld voor andere peuters? Of misschien zeggen ze: Dat kan ik ook! Dit verhaaltje is daarom heel geschikt om na te spelen. Speelbrief - Juni p4 WAAROM EEN VERHAALTJE NASPELEN? rden Tijdens het naspelen wo van st wu kinderen zich extra be je alt rha de opbouw van een ve n se tus en van de verbanden a s. Ze de verschillende pagin on uit rso ontdekken dat een pe Op. zijn een verhaal blij kan h zic om zo n manier leren ze e Ho al. in te leven in een verha en eig de dichter de inhoud bij e gebelevingswereld ligt, ho variadie makkelijker dat gaat. eling ikk tw tie is goed voor de on. iek van de fijne motor MET JOUW VOETEN OP MIJN VOETEN Peuters laten graag zien wat ze allemaal al kunnen. Dit voetenloopspelletje vinden ze daarom leuk. Laat een kind op jouw voeten staan, met de rug naar je toe. Houd het kind stevig vast aan het lijfje, onder de armen. Probeer nu samen te lopen. Voor peuters maak je het moeilijker om hun evenwicht te houden door vlug en langzaam te lopen, of rare stappen naar opzij en naar achteren te doen. Achterstevoren lopen is het moeilijkste. Een kind staat dan met zijn neus naar jou toe op je voeten. Jij of hij loopt achteruit. Een gezellig spel met veel direct contact, spanning en plezier! Uit: Doe-boek, speelideeën voor 0 tot 4 jaar. Door Marianne de Valck.

5 DE KLEINE WERELD VAN SPELEN IN HET PARK Op de grote kijkplaat is iedereen aan het spelen in het park. In de tekst worden kinderen uitgenodigd om mee te doen. Het spelen imiteren kan ook binnen op de bank of onder de tafel. YOGA In PIPPO Plus staan enkele yogaoefeningen voor peuters. Ze kunnen een poes, een ster of een ballon nadoen. Kinderleidster en yogadocent Elisabeth Jouanne zegt dat yoga peuters rust, ontspanning, evenwicht en zelfvertrouwen brengt. Zij heeft inmiddels veel ervaring met peuteryoga. Elisabeth: Je hoeft het geen yoga te noemen. Speel het als een spel, dan doen de meeste peuters graag mee en levert het de beloofde ontspanning op. Doe elke oefening langzaam en herhaal hem drie keer als je peuter dat wil. BEWEGEN: JONGENS- EN MEISJESGEDRAG Als het gaat om de grove motoriek ontwikkelen jongens zich iets sneller dan meisjes. Bij meisjes ontwikkelt de fijne motoriek zich meestal wat eerder. Jongens hebben ook vaker een voorkeur voor rennen, racen (op fietsjes) en gooien (met ballen). Terwijl veel meisjes liever knippen, plakken en verven. Maar let op! Deze verschillen gaan over gemiddelden en je hebt vast je eigen ideeën over wat typisch jongens- en meisjesgedrag is. Als je je daarvan bewust bent, kun je jezelf corrigeren om meisjes en jongens niet ongewild stereotype rolgedrag op te dringen. Bron: Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar Speelbrief - Juni p5 Samenstelling en teksten: Marja Baeten. Pedagogische bron: Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar. Wil je meer yoga-oefeningen voor peuters en kleuters? Kijk dan op