Deze liedjes zingen we met de kinderen

Transcriptie

1 Deze liedjes zingen we met de kinderen Klein rood autootje Klein rood autootje, waar breng je ons naar toe? Naar opa en naar oma en naar de koetjes boe En de handjes gaan van klap, klap, klap! En de voetjes gaan van stamp, stamp, stamp! Klein rood autootje, waar breng je ons naar toe? De molen Zo gaat de molen, de molen, de molen Zo gaat de molen, de molen Zo gaan de wieken, de wieken, de wieken. Zo gaan de wieken, de wieken De wielen van de bus De wielen van de bus gaan rond en rond, rond en rond, rond en rond. De wielen van de bus gaan rond en rond als de bus gaat rijden. De lampen van de bus gaan aan en uit (etc.) De deuren van de bus gaan open en dicht (etc.) De toeter van de bus doet toet, toet, toet (etc.) De mensen in de bus gaan heen en weer (etc.) De grote en de kleine olifant Jongens, meisje aan de kant Want daar komt de grote (kleine) olifant Grote (kleine) voeten, grote (kleine) oren En een lange (kleine) slurf van voren Jongens, meisjes aan de kant, want daar komt de grote (kleine) olifant. In de Maneschijn In de maneschijn, in de maneschijn Klom ik op een trapje naar het raamkozijn Maar je raadt het niet, maar je raadt het niet Zo doet een vogel en zo doet een vis Zo doet een duizendpoot die schoenenpoetser is En dat is een, en dat is twee En dat is dikke, dikke, dikke tante Kee En dat is recht en dat is krom En zo draaien wij het wieltje nog eens om. (rombom) 1

2 Op een houten bruggetje Op een houten bruggetje zat een krokodilletje Iedereen die langs kwam die beet hij in zijn billetje Stoute, stoute krokodil, Waarom bijt jij in mijn bil Ik ga de politie halen Jij moet mijn bil betalen. Met de vingertjes Met de vingertjes, met de vingertjes Met de platte, platte, platte, platte handjes Met de vuistjes, met de vuistjes Met de ellebogen (pfff, pfff, pfff) Een treintje ging uit rijden Een treintje ging uit rijden van Amsterdam naar Rotterdam En achter al die raampjes daar zaten zoveel kindertjes En die deden zo en die deden zo achter al die raampjes En die deden zo en die deden zo, zie, za zo! We maken een kringetje We maken een kringetje van jongens en van meisjes We maken een kringetje van tralala Maak nu een buiging Maak nu een buiging Bij de hand, bij de hand pak je vriendje bij de hand(2x) Voor het eten zingen we: De plantjes geef je water De visjes geef je voer En wij gaan lekker eten Dan worden we sterk en stoer Wij gaan lekker eten, eten, eten Wij gaan lekker eten allemaal Olifantje in het bos Olifantje in het bos laat je mama toch niet los Anders raak je de weg nog kwijt en dan krijg je later spijt Olifantje in het bos laat je mama toch niet los 2

3 Olifantje op de stoep Olifantje op de stoep, trap niet in de hondenpoep Anders krijg je vieze voeten en dan moet je papa poetsen Olifantje op de stoep, trap niet in de hondenpoep Twee handjes op de tafel Twee handjes op de tafel Twee handjes in je zij Twee handjes op je schouders Op je hoofdje allebei Nu maken wij twee vuistjes Zo stevig als het maar kan Daar gaan we dan mee trommelen Van je rommelebommelebom Kindjes waar zijn jullie handjes gebleven (handjes op de rug) Ik heb ze aan mijn ruggetje gegeven 1,2, 3 (handjes achter het ruggetje vandaan en zwaaien) Banaan Een banaan uit Afrika Die danste de hele dag De bibababananana En iemand die dat zag, Zei; he waa rkomt die banaan vandaan? Het waar gaat ie naar toe? He waar komt die banaan vandaan? Van je biebelababelaboe Mickey Mouse Mickey Mouse ging vissen vangen Bleef met zijn neus aan de hengel hangen Mickey Mouse zei au,au,au! En zijn neus was rood/wit/blauw De luchtballon De (kleur) luchtballon Die wilde naar de zon Maar (naam) trok hem vlug Weer naar de aarde terug 3

4 Dit zijn mijn wangetjes. Dit zijn mijn wangetjes En dit is mijn kin Dit is mijn mondje met tandjes erin Dit zijn mij oogjes, mijn oren, mijn haar Nu nog mijn neusje en dan ben ik klaar Ze kunnen zeggen wat ze willen. Ze kunnen zeggen wat ze willen maar de olifant Heeft de allerdikste billen van het hele land En de giraf de allerlangste nek En het nijlpaard de allergrootste bek Visje Visje, visje in het water Visje, visje in de kom Visje, visje kan niet praten Visje, visje, draai je eens om Visje heeft zich omgekeerd, Omgekeerd, omgekeerd Visje heeft zich omgekeerd dat heeft hij van jullie geleerd. Helicopter Helicopter, helicopter mag ik met jou mee omhoog Hoog in de wolken wil ik wezen Hoog in de wolken wil ik zijn Helicopter, helicopter Vliegen is zo fijn Schaapje. Schaapje, schaapje, heb je witte wol? Ja baas, ja baas 3 zakken vol Een voor de meester en een voor zijn vrouw Een voor het kindje dat bibbert van de kou Schaapje, schaapje heb je witte wol? Ja baas, ja baas 3 zakken vol Olleke bolleke (versje, hard, zacht, langzaam, snel etc opzeggen) Olleke Bolleke Remi Solleke Olleke Bolleke Knal 4

5 Goede morgen Goede morgen.. leuk je weer te zien, wie zit er naast jou weet je dat misschien? ( mogen ze de naam van het kindje zeggen dat ernaast zit ) Goede morgen. Leuk je weer te zien, wie zit er naast jou weet je dat misschien? Fruit Appel, peertje en banaan, Fruit dat moet je eten. Stop het nu maar in je mond, Fruit dat is gezond. 5