Handleiding afstudeeropdracht en werkperiode 3

Transcriptie

1 Faculteit Digitale Media en Creatieve Industrie Communicatiemanagement Duaal Handleiding afstudeeropdracht en werkperiode 3 Datum van uitgave : november 2016 Cursusjaar : Studierichtingen : CO-duaal Studiejaar : Hoofdfase 3 Deze handleiding geldt vanaf november 2016 voor het studiejaar. Faculteit Digitale Media en Creatieve Industrie DMCI. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige manier, zonder voorafgaande toestemming.

2 Inhoud 1 Inleiding Procedures WP3, afstudeeropdracht via OnStage Toetsmomenten WP3 en afstudeeropdrachten De afstudeeropdracht Plan van aanpak Begeleiding en tijdschema Inleveren afstudeeropdracht op OnStage: concept en definitief Herkansing Het afstudeergesprek Beoordeling Aanvragen Bachelor Getuigschrift Duaal Bijlagen Beoordelingscriteria Criteria afstudeeropdracht Aanvullende eisen bij afstuderen in eigen onderneming Criteria beroepsproduct ( afstudeerproduct) Richtlijnen voor het maken van je reflectieverslag Eindkwalificaties van de opleiding CO duaal Cum Laude Regeling CO OER Kort overzicht terminologie Literatuur Voorbeelden van afstudeerproducten

3 1 Inleiding Deze Afstudeerhandleiding gebruik je als routewijzer voor het laatste jaar van je studie. Het bevat informatie over procedures, eisen, data voor WP3 en het afstudeerproduct. In deze handleiding staat echter niet alles. Voor sommige onderdelen zijn aparte formulieren, zoals de handleiding werkperioden (zie DLWO). Zorg dat je goed geïnformeerd bent. Alvast enkele bijzonderheden: - De derde werkperiode bevat ook de afstudeeropdracht. Bij elkaar nog steeds 30 ects, maar nu 12 ects voor de afstudeeropdracht. Dat staat voor twee dagen per week. Je werkgever geeft hiervoor toestemming. - Het assessment WP3 bevat niet meer de basiscompetenties Vakkundigheid en Communiceren. Die zitten inbegrepen in de beoordeling van de afstudeeropdracht. - Bij het beoordelen van de werkperiode zal de coach ook de mogelijkheid voor het maken van een goede afstudeeropdracht beoordelen. - We werken nu via OnStage. Alle belangrijke documenten worden via OnStage verwerkt. Dus niet meer op papier, via postbussen of per . Als je inlogt in OnStage krijg je daar verdere instructies. - Bestudeer de formele eisen in het Onderwijs Examen Reglement OER. Dat vind je - Bij afwijkingen en onduidelijkheden is het OER beslissend. - Alle formulieren die je nodig hebt voor je derde werkperiode en het afstuderen kun je vinden op DLWO. - Op Facebook is een pagina WijStuderenAf. Dit is een ontmoetingsplek voor alle afstudeerders van Duaal Communicatiemanagement. Je vindt er veel antwoorden op eerder gestelde vragen. Doe mee aan deze community. 2 Procedures WP3, afstudeeropdracht via OnStage Het OnderwijsExamenReglement OER bepaalt dat je wordt toegelaten tot WP3 na het behalen van de propedeuse, hoofdfase 1 en 2 en de minor. In het laatste gedeelte van je opleiding zijn procedures belangrijk. Let goed op formele eisen en inleverdata van producten en eventuele tussenproducten. Alle formele momenten, zoals de procedure voor het verkrijgen van goedkeuring door je coach en het gekoppeld worden aan je afstudeerbegeleider en afstudeerbeoordelaar zijn nu georganiseerd in OnStage. Vereiste documenten kun je inscannen en uploaden in OnStage. Het gaat om: Goedkeuring van de werkperiode 3 met werkplekscan Uploaden van de onderwijsarbeidsovereenkomst (deze heet soms leerwerkovereenkomst), eventueel toestemmingsbrief van de examencommissie en je werkpekscan. Deze dienen te worden goedgekeurd door je coach. Toewijzing begeleider en beoordelaar. Als je toestemming hebt gekregen voor werkperiode 3 dan kun je het Aanmeldformulier Afstudeeropdracht (op DLWO) uploaden. Daarin staat al een voorlopige opzet voor het maken van je afstudeeropdracht. In dit aanmeldformulier kun je ook je voorkeur aangeven voor de begeleider van je afstudeeropdracht. Mede op basis van dit aanmeldformulier wijst de afstudeercoördinator je een afstudeerbegeleider en een afstudeerbeoordelaar toe. Voor het maken van je afstudeerproduct (ook beroepsproduct genoemd) word je begeleid door twee docenten. Een is de afstudeerbegeleider, de ander de afstudeerbeoordelaar. Let op de terminologie. Soms wordt er ook wel gesproken van een eerste beoordelaar en een tweede beoordelaar of een eerste begeleider en een tweede begeleider. Dus de docent die jou het hele afstudeerproces begeleidt noemen we de afstudeerbegeleider (die is dus ook de tweede beoordelaar ) en de andere docent die op enige afstand staat noemen we de afstudeerbeoordelaar (die is eerste beoordelaar en wordt soms alleen beoordelaar genoemd). Het is het handigst om alle telwoorden weg te denken en te spreken over begeleider en beoordelaar, maar er zijn veel verschillende vormen en gebruiken in omloop. Goedkeuring Plan van Aanpak Je maakt een Plan van Aanpak en laat dit goedkeuren door de afstudeerbegeleider en de beoordelaar. Van hen krijg je akkoord om het afstudeerproduct te gaan maken of aanbevelingen om het Plan van Aanpak te verbeteren. 2

4 Het goedkeuren verloopt via OnStage. Let goed op de aanduiding van het cohort of de lichting waar je bent ingedeeld. Op OnStage zijn meerdere tabs beschikbaar, zoals 14/15 2 DMCI CO Duaal Afstuderen en 15/16 2 DMCI CO Duaal Afstuderen en 6/17 1 (of 2) FDMCI CO Duaal Afstuderen. Beoordelen afstudeerproduct Het beoordelen van het Plan van Aanpak en het Afstudeerproduct doen zowel de afstudeerbegeleider als de afstudeerbeoordelaar samen. De afstudeerbeoordelaar heeft dan de zwaarste stem. Derde assessment Het derde assessment heeft dezelfde structuur als het eerste en tweede assessment, maar bevat niet meer de basiscompetenties Vakkundigheid en Communiceren. Die zitten inbegrepen in de beoordeling van het afstudeerproduct. 2.1 Toetsmomenten WP3 en afstudeeropdrachten In een schooljaar zijn er twee toetsmomenten voor assessments en vier voor afstudeerproducten. Werkperiode 3 wordt afgesloten met een assessment. Assessments over de werkperiode vinden plaats aan het einde van een semester, met andere woorden in blok 2 of blok 4. Het assessment over de werkperiode wordt afgenomen aan het einde van de werkperiode. Het assessment vindt plaats met twee assessoren. Hieronder de perioden voor het afnemen van assessments. Assessmentperiode 1 Assessmentperiode 2 09 t/m 29 januari 2017 (dus drie weken) 6 t/m 23 juni 2016 (dus drie weken) Afstudeergesprekken vinden plaats aan het eind van een blok, in een van de toetsweken. Er zijn vier afstudeermomenten in een jaar. Je afstudeeropdracht wordt beoordeeld in het afstudeergesprek. Het afstudeerproduct kun je op een bepaalde datum vóór uur inleveren bij het onderwijsbureau op de 2de verdieping van het Benno Premselahuis, tijdens de openingstijden van uur tot uur en uur tot uur. Hierna de perioden voor het afstuderen die nog resten in het seizoen. Afstuderen in periode: Uploaden in OnStage / aanleveren per mail conceptversie afstudeeropdracht uiterlijk: 30 januari 2017 t/m 3 februari 2017 Inleveren definitieve versie afstudeeropdracht bij Onderwijsbureau 2 e verdieping (voor uur!) Vrijdag 16 december 2016 Vrijdag 20 januari t/m 14 april 2017 Vrijdag 10 maart 2017 Vrijdag 31 maart t/m 30 juni 2017 Vrijdag 26 mei 2017 Vrijdag 16 juni 2017 Het combinatiegesprek Het is ook mogelijk om het afstudeergesprek en het assessment aansluitend op elkaar te doen. Dat noemen we een combinatiegesprek. De voorwaarde hiervoor is dat je tenminste drie competenties van de overige competenties hebt gehaald. Diplomauitreiking Noteer meteen ook alvast de datum voor de diplomauitreiking Diploma-uitreiking Donderdag 23 maart uur 3

5 3 De afstudeeropdracht 3.1 Plan van aanpak Voor het uitvoeren van je afstudeeropdracht maak je een plan van aanpak (PVA). In het PVA laat je zien dat je goed hebt nagedacht over het hele proces om tot een goed afstudeerproduct te komen. Je hebt van begin tot eind nagedacht en opgeschreven hoe je aan informatie wilt komen om welk probleem op te lossen. Goedkeuring van het Plan van Aanpak betekent vertrouwen in de komende periode. Afwijkingen van oorspronkelijke inschattingen blijven mogelijk. Om je te helpen is er een overzicht van formele beoordelingscriteria. Aan de hand van deze criteria kun je zelf al goed inschatten of jouw Plan van Aanpak adequaat zal zijn. In het Plan van Aanpak beschrijf je - Het probleem dat je gaat onderzoeken en waarvoor je een oplossing ontwikkelt. - De hoofdvraag met deelvragen die je wilt beantwoorden om het probleem op te kunnen lossen. - Hoe je het probleem in beeld gaat brengen, met welk onderzoek en/of met welke theorie. - Welk onderzoek je wil gaan uitvoeren en hoe je dit gaat doen, hoe lang het gaat duren en van wie je hiervoor medewerking nodig hebt. - Welke theorie je gaat bestuderen voor welk doel, bijvoorbeeld om structuur te ontwikkelen voor je onderzoek, om inzicht te ontwikkelen voor je probleemanalyse of voor onderbouwing van je aanbevelingen. - Hoe je aan de benodigde informatie gaat komen. Welke bronnen ga je gebruiken? - Een planning in de tijd, zodat je laat zien dat je het hele project binnen de gestelde periode tot een goede einde kunt brengen. 3.2 Begeleiding en tijdschema In overleg met je afstudeerbegeleider maak je afspraken over de begeleiding en de contactmomenten. De planning gaat uit van zes begeleidings-/contacturen voor het voeren van gesprekken, feedback geven op teksten, mailen et cetera. Wanneer je denkt dat het om een andere reden gewenst is, kun je je afstudeerbegeleider vragen om een bezoek aan je werkplek of aan de opdrachtgever te brengen. Naast de individuele afstudeerbegeleiding worden er groepsbijeenkomsten georganiseerd, bijvoorbeeld voor aanvang van de werkperiode een kick-off bijeenkomst en in de tweede helft van de afstudeerperiode een terugkombijeenkomst. Daar bespreek je met studenten van jouw opleiding de laatste voor het afstuderen belangrijke onderwerpen. De opdrachtgever zorgt voor begeleiding vanuit het bedrijf tijdens het uitvoeren van de afstudeeropdracht. Dit stelt de opleiding CO duaal verplicht. Tegen het eind van de periode wordt een beoordelingsadvies gevraagd aan de opdrachtgever. Hiervoor gebruik je het formulier beoordelingsadvies werkgever, dat je vindt op DLWO. Inleveren afstudeeropdracht op OnStage: concept en definitief Volgens schema lever je in een bepaalde week in Onstage het concept afstudeerproduct in. In de daarop volgende week ontvang je schriftelijk feedback van je afstudeerbegeleider en van de afstudeerbeoordelaar. Je kunt dan nog verbeteringen aanbrengen en je drie hard-copy exemplaren in de vastgestelde periode inleveren bij het Onderwijsbureau (1x voor archief en 2x voor examinatoren). Tevens upload je het beoordelingsadvies van de opdrachtgever. Op basis van deze definitieve versie krijg je te horen of je wel of niet wordt toegelaten tot het afstudeergesprek. Wanneer je wordt toegelaten ontvang je een uitnodiging voor het afstudeergesprek. Let op: het begrip concept leidt soms tot verwarring. We bedoelen dat je een compleet afstudeerproduct inlevert, omdat het alleen dan adequaat kan worden beoordeeld. Het wordt alleen maar concept genoemd omdat je nog een mogelijkheid hebt om verbeteringen aan te brengen. Maar het is feitelijk een helemaal gereed eindproduct. 3.3 Herkansing Wanneer je niet wordt toegelaten tot het eindgesprek bestaat de mogelijkheid om tijdens een volgende periode te herkansen. In principe krijgt een student maximaal twee lesblokken uitstel. Daarna beoordeelt de afstudeercoördinator de situatie. Het uitgangspunt daarbij is dat je dan een nieuwe afstudeeropdracht moet formuleren en een nieuwe afstudeerbegeleider krijgt toegewezen. 4

6 3.4 Het afstudeergesprek De opzet van het afstudeergesprek is als volgt: 1. presentatie door de student (maximaal twintig minuten) 2. vragen over het afstudeerproject (maximaal dertig minuten) 3. beoordeling en feedback. Het afstudeergesprek duurt maximaal een uur. Tijdens de presentatie van je afstudeerproduct dien je in ieder geval de volgende onderwerpen te behandelen: opdracht gekozen aanpak plus verantwoording hiervan resultaten terugblik (op moeilijke situaties, gemaakte keuzes enzovoort) conclusies Het afstudeergesprek is openbaar. Vrienden, familie, medestudenten en opdrachtgever zijn welkom het gesprek bij te wonen. Het assessmentgesprek is niet openbaar. 3.5 Beoordeling Het afstudeerproduct wordt conform de criteria beoordeeld met cijfers op de schaal De criteria vind je in het beoordelingsformulier op DLWO. Na afloop van het afstudeergesprek ontvang je een kopie van het beoordelingsformulier. De afstudeerbegeleider uploadt het formulier in OnStage. 3.6 Aanvragen Bachelor Getuigschrift Duaal Wanneer je al je punten van de opleiding hebt behaald dien je je getuigschrift aan te vragen. Je kunt dit doen door een aanvraagformulier (zie DLWO) in te vullen en in te leveren. Lever dit aanvraagformulier, samen met een kopie van je paspoort of identiteitskaart, uiterlijk vier weken vóór de diplomering in bij de balie van het Onderwijsbureau op de 2de verdieping van het Benno Premselahuis, tijdens de openingstijden van uur tot uur en uur tot uur. 5

7 4 Bijlagen 4.1 Beoordelingscriteria In deze paragraaf vind je de criteria voor de afstudeeropdracht en het beroepsproduct Criteria afstudeeropdracht De afstudeeropdracht is een opdracht die je uitvoert in de beroepspraktijk, gecombineerd met je werkperiode. De opleiding heeft de volgende criteria voor de afstudeeropdracht geformuleerd: De opdracht moet passen binnen het opleidingsprofiel (competenties, beroepstaken, beroepshandelingen). Het opleidingsprofiel is herkenbaar in het eindproduct. De opdracht wordt gegeven door een reële opdrachtgever; er is een probleemeigenaar voor wie de opdracht wordt uitgevoerd. Het resultaat van de opdracht is een beroepsproduct op tactisch/ strategisch niveau; het bevat altijd een (beleids-)advies inclusief de consequenties voor implementatie (bijvoorbeeld organisatorische inbedding en financiële onderbouwing). De opdracht vraagt een praktijkgericht onderzoek (fieldresearch, deskresearch). De opdracht is complex van aard: o het probleem dient nog nader te worden geanalyseerd en gedefinieerd; o er zijn meerdere oplossingen mogelijk, er is geen standaardoplossing; o het probleem is vanuit meerdere invalshoeken te benaderen; o het probleem heeft een multidisciplinair karakter; o er zijn meerdere belanghebbenden. De opdracht vraagt om het toepassen van relevante actuele, wetenschappelijke, (internationale) inzichten, concepten en theorieën. De opdracht wordt door één student uitgevoerd. De student maakt hiermee aantoonbaar dat hij zelfstandig een opdracht kan uitvoeren en daarbij beslissingen kan nemen. De opdracht beslaat minimaal twaalf ects (336 uur) Aanvullende eisen bij afstuderen in eigen onderneming Bovengenoemde criteria gelden ook voor studenten die afstuderen in eigen onderneming. Daarnaast gelden de volgende aanvullende eisen: De student dient een businessplan te hebben geschreven. Goedkeuring van inhoudelijke kant van de afstudeeropdracht volgens de gangbare procedure van de opleiding. De afstudeerbegeleider en de eerste afstudeerbeoordelaar blijven dezelfde rollen behouden als bij alle andere afstudeeropdrachten. Het Centrum voor Ondernemerschap kan de rol van externe bedrijfsbegeleider/bedrijfsmentor op zich nemen. De student mag ook zelf een externe mentor voordragen die de bedrijfsbegeleiding op zich neemt. Over goedkeuring hiervan beslist de opleidingsmanager Criteria beroepsproduct ( afstudeerproduct) Voor het beroeps-/ afstudeerproduct gelden de volgende beoordelingscriteria: Er is een probleemanalyse, die resulteert in een hoofdvraag die concreet, meetbaar en afgebakend is in relevante deelvragen (ook ten opzichte van aanverwante disciplines). Er is een theoretisch kader, met daarin adequate verwijzingen naar (wetenschappelijke, internationale) literatuur. De gemaakte keuzes met betrekking tot de uitvoering van het onderzoek zijn theoretisch onderbouwd. Er is een nette, kloppende, actuele literatuurlijst, waarbij niet alleen naar de verplichte literatuurlijst verwezen wordt. Er is een onderzoek / analyse van het probleem middels deskresearch en/of fieldresearch. Er is een conclusie die of beroepsproduct dat antwoord geeft op de hoofdvraag. Er is een aantal aanbevelingen voor aanpassingen of nader onderzoek. Er is samenhang tussen de probleemstelling, het onderzoek, de analyse, de conclusies en aanbevelingen. Er is een kritische reflectie van de student op het gedane onderzoek (hierna richtlijnen voor het reflectieverslag.) 6

8 De student geeft blijk van zijn innovatief vermogen: is creatief geweest bij het oplossen van het probleem en/of heeft een eigen visie. Het rapport is na één keer lezen te begrijpen. De student kan de inhoud van zijn rapport mondeling toelichten en het onderwerp in een bredere context plaatsen. Het beroepsproduct toont aan dat de student minimaal hbo-niveau heeft bereikt Richtlijnen voor het maken van je reflectieverslag Je sluit de afstudeerproduct af met een reflectie. Het onderdeel reflecteren heeft betrekking op de onderdelen van de professionele ontwikkeling en vormt een integraal onderdeel van het afstudeerproduct. Reflecteren maakt zowel deel uit van het onderzoek als van de beroepspraktijk van de toekomstige professioneel. Maar wat is reflecteren? Reflecteren is ergens bewust over nadenken. Dit betekent dat jij laat zien dat je zelfstandig over je werkzaamheden kunt nadenken. Je laat dit zien aan de hand van de volgende drie onderdelen: analyseren, beoordelen en vernieuwen. Analyse Het maken van een analyse bestaat uit het benoemen van factoren (lees ook: elementen, aspecten, onderdelen, ingrediënten etc.) en het aangeven van hun onderlinge samenhang. Welke onderdelen in je afstudeerproduct of je afstudeerproces hebben een belangrijke rol gespeeld en in welke mate en waarom hangen deze met elkaar samen? Beoordeling Het schrijven van een beoordeling doe je op basis van de analyse. Wat is nu jouw mening? Je geeft een oordeel vanuit een ander perspectief dan waarmee je de afstudeeropdracht hebt geproduceerd. Daarmee toon je aan het afstudeerproduct vanuit een bepaald perspectief te kunnen beoordelen. Je bent dan in staat zelf een (mentale) afstand te creëren tussen jou en jouw werk. Vernieuwing Bij het onderwerp vernieuwing laat je zien dat je in staat bent tot het formuleren van een vernieuwing, die in het kader van de beroepspraktijk dient te worden uitgelegd als een verbetering in het kader van de doelstellingen van de organisatie. Met andere woorden: je geeft aan hoe bepaalde onderdelen (analyse) vanuit een bepaald perspectief (oordeel) kunnen worden verbeterd om tot een betere (efficiëntere, effectievere, ethischer) aanpak te komen van het realiseren van de doelstellingen van de organisatie. Hierna volgen de beoordelingscriteria. Analyse: 1. Benoemen van de factoren en hun samenhang. 2. Aangeven welke onderdelen een belangrijke rol hebben gespeeld en in welke mate en waarom deze samenhangen. Beoordeling: 1. Sluit de beoordeling aan op de analyse? 2. Formuleert de student een eigen mening? 3. Is het oordeel geformuleerd vanuit een ander perspectief dan dat waarmee de afstudeeropdracht is geproduceerd? 4. Is er voldoende afstand tussen de student en het afstudeerproduct? Vernieuwing: 1. Is de student in staat een vernieuwing te formuleren? 2. Kan de student deze vernieuwing uitleggen als een verbetering? 3. Wordt concreet aangegeven welke onderdelen vanuit welk perspectief kunnen worden verbeterd? 4. Sluit de vernieuwing consistent aan op de analyse en de beoordeling? 7

9 4.2 Eindkwalificaties van de opleiding CO duaal Communicatie Management Competenties van de duale opleidingsvariant Na voltooiing van de duale opleidingsvariant Communicatie moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op HBO-niveau: 1- Vakkundigheid 2- Innovatief vermogen 3- Resultaatgerichtheid 4- Ondernemend gedrag 5- Besluitvaardigheid 6- Communiceren 7- Samenwerken 8- Klantgerichtheid 9- Ontwikkelingsgericht vermogen 10- Interculturele sensitiviteit Voor de studenten die na september 2008 zijn begonnen gelden de volgende beroepstaken: Beroepstaak 1. Integrale benadering bedrijfsfuncties. Beroepstaak 2. Systematische monitoring en signalering. Beroepstaak 3. Strategisch en tactisch reputatiemanagement. Beroepstaak 4. Communicatie met actoren (intern en extern). Beroepstaak 5. Representeren van de organisatie. 4.3 Cum Laude Regeling CO OER Duaal kent een Cum Laude regeling. Deze maakt onderdeel uit van het Onderwijs Examenreglement. Bachelor Communicatie. De tekst van de regeling is nog niet bekend, maar je mag aannemen dat er niet veel wijzigt ten opzichte van de regeling in het OER 14-15: 0OER%20bachelor% %20def.pdf Hieronder vind je de tekst uit dit OER. Artikel 4.7 Cum laude-regeling 1. Het examen van de propedeuse wordt behaald met het predicaat cum laude, indien voldaan is aan de volgende voorwaarden: a. de student heeft de propedeuse in maximaal één jaar behaald; b. aan de student is een vrijstelling van niet meer dan maximaal 30 studiepunten toegekend; c. het gewogen gemiddelde eindcijfer van de beoordelingen van de onderwijseenheden, opgenomen op het resultatenoverzicht van het propedeutisch examen, dient tenminste onafgerond het cijfer 8,0 te zijn; d. alle tentamens dienen tenminste onafgerond het cijfer 7,0 te zijn; 2. Het examen van de hoofdfase wordt behaald met het predicaat cum laude, indien voldaan is aan de volgende voorwaarden: a. de student heeft de opleiding in maximaal vier jaar en de hoofdfase in maximaal drie jaar behaald; b. aan de student is een vrijstelling van niet meer dan maximaal 60 studiepunten toegekend; c. het gewogen gemiddelde eindcijfer van de beoordelingen van de onderwijseenheden, opgenomen op het resultatenoverzicht van de hoofdfase, dient tenminste onafgerond het cijfer 8,0 te zijn; d. alle tentamens dienen tenminste onafgerond het cijfer 7,0 te zijn; e. het afstudeerwerk is minimaal met het onafgeronde cijfer 8,0 gekwalificeerd. 3. Onderwijseenheden waarvoor een student een vrijstelling heeft gekregen, blijven buiten beschouwing voor het beoordelen van de vraag of de student het examen met het predicaat cum laude heeft behaald. 4. Het beoordelen van de toekenning van het predicaat cum laude vindt plaats door de examencommissie. 8

10 4.4 Kort overzicht terminologie Omdat deze handleiding geldt voor zowel de afstudeeropdracht als de derde werkperiode is het goed om een duidelijk overzicht te hebben van de verschillende begrippen en criteria. Hieronder volgt een overzicht: Afstudeeropdracht: Werkperiode 3: Aanmelden met aanmeldformulier afstudeeropdracht. Goedkeuring van coach vereist. Opstellen plan van aanpak; goedkeuring door afstudeerbegeleider afstudeerbeoordelaar; go/no go moment. Afstudeeropdracht leidt tot afstudeerproduct. Periode van twintig weken. Afstudeerbegeleider ( = begeleider, tweede beoordelaar of tweede examinator). Afstudeerbeoordelaar (= beoordelaar, eerste beoordelaar of tweede examinator). Beoordelingsadvies opdrachtgever. Beoordeling afstudeerproduct. Openbaar afstudeergesprek. Aanmelden met werkplekscan. Goedkeuring van coach en Duale Werkplek Coördinator vereist. Beroepsproducten als onderdeel van een portfolio waarmee je je competenties aantoont. Periode van 26 weken. Eerste assessor. Tweede assessor. Eindbeoordeling werkgever. Beoordeling competenties. Besloten assessment. 4.5 Literatuur Hieronder zijn enkele literatuursuggesties opgenomen ten behoeve van opzet en uitvoering van de afstudeeropdracht: Ackerman, M. & Osseweijer, E. (2013). Zelf leren schrijven. Amsterdam: Boom. Baarda, D. B., Goede, M.P.M. & Kalmijn, M. (2010). Basisboek Enquêteren. Groningen: Noordhoff. Brinkman, J. (2014). De vragenlijst. Groningen: Noordhoff. Freijen, E. en Trietsch, P. (2010). Snel afstuderen!. Bussum: Coutinho. Harinck, F. J. & Vos, P. (2010) Basisprincipes praktijkonderzoek. Apeldoorn: Garant. Kiewit-Kester, J. (2014). Van werkdocument tot eindverslag. Praktijkgericht onderzoek doen en beschrijven. Bussum: Coutinho. Lange, R. de, et al. (2011). Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals. Apeldoorn: Garant. Mertens, J. (2010). Praktijkonderzoek voor bachelors, Bussum: Coutinho. Verhoeven, N. (2010). Wat is onderzoek? derde druk. Amsterdam: Boom. Op Internet is veel informatie beschikbaar. Zoek eens op het soort onderzoek dat je gebruikt. Besef wel dat deze literatuur geschreven is met het oog op algemene afstudeersituaties en geen rekening houdt met specifieke aspecten van onze opleiding. Informeer je ook en vooral op de Facebookpagina WijStuderenAf. 9

11 4.6 Voorbeelden van afstudeerproducten In deze bijlage vind je een aantal voorbeelden van afstudeeropdrachten voor de verschillende opleidingen. Tussen haakjes vind je welk(e) afstudeerproduct(en) de betreffende opdracht heeft opgeleverd. Communicatiemanagement Naar aanleiding van een analyse (deskresearch vaak in combinatie met kwalitatief en/ of kwantitatief onderzoek) het opstellen van een advies betreffende: interne communicatie, marketingcommunicatie, concerncommunicatie, overheidscommunicatie. Het advies mondt meestal uit in een communicatieplan compleet met strategie, planning en een kostenoverzicht. Recente voorbeelden van dergelijke adviezen betroffen: - Verbetering interne communicatie bij een woningbouwvereniging na een fusie; - Verbetering van de communicatie tussen dealers, het moederbedrijf en de eindgebruiker bij een groot automerk - Het aanpassen van de identiteit en het imago (merk) van een groot eventbureau plus bijbehorend communicatieplan - Verbetering van strategie en uitvoering van Point of Sale materiaal in de retailbranche voor een groot audiomerk - Strategie en implementatie van sociale media voor een grote gemeente - Aanbevelingen voor het ontwikkelen van een interne community. - Ontwikkelen strategie voor presentatie op / in /met sociale media. - Strategie voor Waterschap. - Interne communicatie bij gemeente Amsterdam. 10