V E R S L A G * * * * * * *

Transcriptie

1 V E R S L A G * * * * * * * van de commissievergadering van de raad van de gemeente Vlagtwedde, gehouden op dinsdag 15 september 2015 om uur in het gemeentehuis in Sellingen. Voorzitter: L.A.M. Kompier. Plv.Griffier: H.G. Van Poll-Lohuis. Aanwezig: 14 leden: R. Joling (PvdA; fractievoorzitter), D.W. Hoftijzer (PvdA), W.J. Eilert (PvdA), R.H.J. Kriek (GL; fractievoorzitter), J.G. Sanders (D66; fractievoorzitter), H.M. Hemmen (CDA), H.J. Kuper (CDA), B. Huiting (plv. commissielid CDA), G.H.M. Heijne (GB; fractievoorzitter), H. van der Goot (GB), J.H. Brunen (GB), J.R. Kruiter-Draadjer (GB), H.A. Veneman-Holman (plv. commissielid CU), K. Buigel (plv. commissielid VVD). Afwezig: H. de Vries (CU; fractievoorzitter). M. Heidekamp-Prins (CDA; fractievoorzitter) J.J. Wachters (CDA), P.F.X. Timmermans (GB), E.C. van der Horst (Partij voor de Dieren), H.B. Wijnholds ( VVD; fractievoorzitter). Aanwezig: Wethouders S. Lok (CDA), W. Potze (PvdA) en F.J. Luth (GB). Verslag: M. Kinket. 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. 2. Vaststellen agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Spreekrecht burgers. De heer Cosse: Geachte leden van de raadscommissie, Vanavond heeft u het over het Akkoord van Westerlee. Een akkoord afgesloten tussen 8 gemeenten, provincie, het rijk en de vertegenwoordigde vakorganisaties. Een akkoord waarin beschreven staat dat het roer om moet. De Sociale werkvoorziening (het pareltje van werkgelegenheid voor mensen met een beperking) moet kleiner. Medewerkers moeten dichter tegen of in de markt geplaatst worden. Medewerkers die op dit moment gelukkig zijn omdat ze werk en zekerheid van inkomen hebben. Medewerkers die een mooie werkomgeving hebben en fijne collega s. Medewerkers die al een hele poos in onzekerheid zitten over wat er met hun gaat gebeuren. Pagina 1 van 20

2 Het roer moet om een titel die we voor het gemak maar even hebben bedacht. Er moet een nieuwe uitvoeringsorganisatie komen die er voor gaat zorgen dat er meer mensen aan het werk komen, dat er een heleboel SWers gedetacheerd worden en tegelijkertijd moet de geldverslindende SW afgebouwd worden. Ik mag het woord afbraak niet gebruiken dat neemt men mij kwalijk. Waarom moet dan het roer om? Zijn we te duur of niet meer van deze tijd of is het mooie bedrag van 18 miljoen de doorslaggevende factor die ineens 8 gemeenten verbind en verplicht laat samenwerken. Laten we het maar houden op de intentie van een aantal partijen om in het kader van de participatiewet te zorgen voor werkgelegenheid en welvaart. Welvaart die we in het noorden zo goed kunnen gebruiken. Daarvoor ontmantelen we de SW en detacheren we de mensen die daar werken naar de arbeidsmarkt. Ja Den Haag juicht dit zelfs toe logisch omdat onze arme Jetta anders niet haar aantallen haalt en men alsnog de betwiste quotawet moet invoeren. Allemaal goed bedoelingen. Waarom sta ik hier dan zult u denken als het allemaal zo goed geregeld is? Ja beste commissieleden omdat wij niet echt gelukkig zijn. Er wordt al vanaf februari gesproken over het Akkoord van Westerlee. Er ligt inmiddels een plan van aanpak waarin staat hoe het traject er uit ziet. Maar en nu komt het belangrijkste onze medewerkers leven nog steeds in het ongewisse. Wie wordt gedetacheerd, wie wordt misschien boventallig verklaard, onder welk omstandigheden gaan dingen gebeuren, wat zijn hun zekerheden etc etc. Vele vragen en maar steeds geen antwoorden. Kunnen ze niet beantwoordt worden, zijn we te vroeg of wil men ze niet beantwoorden. Gemeenten schijnen zich niet voldoende te beseffen dat met het afbreken van de infrastructuur er ook een verschraling optreedt van het werkaanbod. Verschraling van werk leid naar minder betaald werk, waardoor de kosten toenemen. Wij verwachten ook dat de kosten van de begeleiding voor de nieuwe zwakkere instroom hoger uitvallen. Nu kunnen ze nog meedraaien binnen onze bedrijven met onze eigen deskundige leiding Wij vragen ons daarnaast ook af hoe het gaat als je grote groepen SWers op een magere arbeidsmarkt zet en wat de gevolgen zijn voor de rest van de werkzoekenden. Zorgen wij dan niet voor werkverdringing. Langzame integratie heeft volgens ons meer voordelen dan de door u voorgestelde versnelde afbouw. Let wel wij zijn niet tegen vooruitgang of verandering, (zie onze notitie het dak er af van oktober 2013) maar we hebben moeite met het tempo. Het gaat om de zwakkere uit onze samenleving. Wees kritisch als het gaat om deze plannen en laat niet alleen het geld (18mil) leidend zijn. Afbraak van infrastructuur is volgens ons geen antwoordt. Hergebruik wel. Inmiddels is die discussie over de afbraak pardon afbouw zo als het nu lijkt een gepasseerd station en moeten wij kijken op welke manier onze medewerkers zo goed mogelijk deze ommezwaai doorstaan. Voor velen zal het wennen zijn om het vertrouwde SW bedrijf te verlaten. Wij vragen van u een paar dingen. Ga zorgvuldig om met hun plaatsing. Zorg voor goede begeleiding, maar nog veel belangrijker bouw een vangnet in voor het geval dat het misgaat. Een terugkeergarantie detacheringen. Een terugkeergarantie waarin niet alleen de waarborg zit van loongarantie, maar ook een werkplek zeg maar een passende werkplek. Dan het onderdeel TDC s samenwerken en vergroten. We hebben daar als ondernemingsraad niet veel over te vertellen, maar zien de dagelijkse praktijk binnen ons bedrijf met lede ogen aan. Een mooie gedachte leren om te werken, maar dan wel op de manier zoals hij bedoeld is in de participatiewet en niet als verlengstuk van de productie. Mensen Pagina 2 van 20

3 zinloos laten werken zonder perspectief is geen oplossing. Maak van de TDC s weer een ontwikkelruimte en laat de persoon samen met zijn coach begeleider zoeken naar oplossingen. Wij zagen hem net als u aankomen de participatiewet. Dreigende wolken aan de horizon. Gemeenten die overal in Nederland in de paniekstand schieten. Donkere scenario s met dreigende faillissementen. Opeens is daar Den Haag met hun deels oude beloftes aan het noorden. Gemeentes krijgen geld en Jetta krijgt haar beloning. Er hoeft geen quotawet te komen wij helpen Jetta aan aantallen 2000 gedetacheerden die meetellen voor de wet. Ja je moet er wat voor over hebben om dat te bereiken. Het prijskaartje van Jetta is 18 miljoen. Wat doen we over 5 jaar als de bedrijven zijn afgebouwd als grote groepen mensen terugkomen en er geen ruimte en werk meer is. Is dat een zorg voor de toekomst of. Hier laat ik het bij. Wij hebben aan de griffie afgegeven een kopie van deze speech, samen met de notitie Het dak er af van oktober 2013 en de notitie De visie van de OR op het Akkoord van Westerlee. Het is moeilijk om in korte tijd alles te vertellen, maar wij doen u een aanbod. Mocht u na bestudering van de stukken belangstelling hebben voor de mening van de ondernemingsraad bel gerust voor een afspraak. De heer Eilert: Ik hoor de heer Cosse een aantal dingen zeggen die mij opvallen. Hij zegt dat medewerkers nog in het ongewisse leven. En niet goed duidelijk hebben in welke mate er boventalligheid aan de orde is. Dan vraag ik mij onmiddellijk af hoe de betrokkenheid van de ondernemingsraad in deze is. Op welke manier is de ondernemingsraad wel dan niet betrokken in deze hele casus. Als ik dat zo hoor ga ik er toch vanuit dat de ondernemingsraad middels een adviesaanvraag - zeker daar waar het gaat om boventalligheid - hierin volop betrokken wordt. De heer Cosse: Helaas moet ik u teleurstellen. Wij worden hier niet in betrokken. De communicatie is dusdanig dat het stopt bij het bestuur. De heer Eilert: Het bevreemd mij heel erg. Dit is een reorganisatie van een bedrijf. Zo kun je het noemen, zeker als er boventalligheid aan de orde is. Ik ben niet anders gewend dan dat in dit soort zaken zowel ondernemingsraad als vakbonden daar een rol in spelen. De heer Hoftijzer: Even een vraag aan de heer Cosse over de werkgarantie. Als ik het goed begrepen heb gaat er wel het een en ander veranderen. Maar hebben de mensen die op dit moment in de WSW zitten een werkgarantie in die zin dat zij hun WSW status behouden. Klopt dat of heb ik dat mis? De heer Cosse: Je behoudt je WSW status. Alleen heb je één nadeel, je werkgarantie dus niet. Want als de boel in de verkoop gaat kunnen ze niet weer terug naar de plek waar ze eerst zaten. De heer Hoftijzer: Maar het kan ander werk zijn? De heer Cosse: Ja. Dat houdt dus niet in dat je loongarantie houdt. Pagina 3 van 20

4 4. Toelichting wethouder Lok stand van zaken Akkoord van Westerlee. Wethouder Lok: Alvorens onze gastsprekers aan het woord komen valt mij de eer te beur om ook enige woorden te mogen spreken. Het gaat ook aan de hand van sluit op de informatieborden zo noemde je dat vroeger. Nog steeds. Ik zal me daar ook aan houden, ik heb er 6 en daarna moet ik het stokje overdragen. We gaan even naar het Akkoord van Westerlee dat in dit late voorjaar gesloten is. Na veel overleg in de gemeenten Oost-Groningen is dat tot stand gekomen. Zoals bekend is er de commissie Van Zijl geweest die zich met name heeft bezig gehouden om tot dit akkoord te komen. De commissie Van Zijl had eigenlijk twee opdrachten. De eerste opdracht was komen tot deze constructie. Om te kijken hoe we nu verder gaan met de uitvoering van de participatiewet in ons gebied. Want we hadden als Oost- Groninger gemeenten met elkaar al een gezamenlijke participatienota opgesteld. Vanmorgen stond in de krant dat de samenwerking soms wat te wensen overlaat. Maar dat hebben we dan in elk geval wel voor elkaar gekregen. Dat resulteerde in het Akkoord van Westerlee. Naast het tweede spoor wat belopen werd door de commissie Van Zijl was een tweede opdracht om te kijken hoe kunnen we nu duurzaam langdurig de economische positie van Oost-Groningen versterken. En die tweede opdracht loopt nog, dus daar wordt op dit moment nog aan gewerkt. De aanleiding voor het akkoord is op zich toegelicht. Met name financieel ingegeven daar begon het mee, want de SW en de rijksbezuinigingen die daar op los zijn gelaten maakt de SW op termijn voor de gemeenten onbetaalbaar. We zien in onze buurgemeenten en ook met onze toekomstige partner Bellingwedde hoe zwaar dit op dit moment op de begroting drukt. Wij zien ook als je de meerjarenbegroting van Wedeka in ogenschouw neemt, dat hebben we hier vorige week aan de orde gehad, en je kijkt hoe zich de kosten op den duur ontwikkelen, dan is dat niet in de benen te houden. Daar moet een antwoord op worden gevonden. Bovendien wordt er toch ook meerwaarde gezien in de regionale samenwerking, en het mekaar versterken met één werkbedrijf en met één werkgeversbenadering enzovoorts. Dus ook dat heeft een meerwaarde. Dat voor wat betreft de aanleiding. Het tweede spoor heb ik benoemd. Die participatiewet en participatienota die gezamenlijk is opgesteld als 7 Oost-Groninger gemeenten is hier ook aan de orde geweest. En uiteindelijk is het de bedoeling dat de uitvoering van het project wat voortkomt uit de afspraken van het Akkoord van Westerlee, dat het gaat naar één uitvoeringsorganisatie, één werkbedrijf, en samensmelting van Wedeka en Synergon. De bedoeling is dat daar ook de TDC's onder vallen. We hebben als gemeente in dat spoor wel een voorbehoud gemaakt. We hebben wel gezegd, enige ruimte voor lokaal initiatief en lokale invloed op de TDC's is ons zeer gewenst en willen we ook graag houden. Dus wel samenwerken, maar toch ook wel wat ruimte houden. Dat vind ik een zwaar punt om ook nog enigszins eigen gemeentelijk beleid daarin tot uitvoering te brengen. Verder sluiten we daarmee aan bij de arbeidsmarkt regio Groningen UWV en de onderwijsinstellingen. En wat een belangrijke voorwaarde is, is dat als we beginnen met het werkbedrijf dat er geen zogenaamde financiële lijken in de kast liggen. Dat betekent dat de nieuwe werkorganisatie niet wordt belast met oude rekeningen van de oude bedrijven. Pagina 4 van 20

5 Dat moet erin resulteren dat uiterlijk 2018 de huidige SW bedrijven zijn afgebouwd. Het streven is om van de mensen bij de SW bedrijven dan 60% gedetacheerd te hebben. Dus eigenlijk uitgeplaatst te hebben uit hun oude bedrijf. Gedetacheerd bij nieuwe vormen van werk. Daar is een heel traject voor. Er wordt steeds gezegd, dat is een hoog ambitieniveau. Ik denk ook dat dat zo is. Als je je ambitieniveau al niet hoog stelt moet je al niet rekenen dat er veel van terecht komt. Dus dat streven is 60% gedetacheerd. Die nieuwe uitvoeringsorganisatie zal per 2017 van start gaan. En er blijft voor de meest kwetsbare groep een vorm van beschut werken. Dat is absoluut het geval. Dat zou in combinatie gaan met dagbesteding. En we zien daar dan eigenlijk een werkbedrijf ontstaan waarin ook de TDC's zijn ondergebracht. Nog iets over de financiering. Bekend is dat het Rijk 18 miljoen bijdraagt aan de ontwikkeling van dit spoor. Er zijn wel een aantal voorwaarden aan gesteld, daar moet tempo in dat mag duidelijk zijn. De doelstellingen die ik in de vorige slide noemde moeten wel worden gehaald. Dus dat tempo moet gegarandeerd zijn. Het wordt aangewend voor de opbouw van die nieuwe uitvoeringsorganisatie, en de afbouw van de huidige twee SW bedrijven. Dan is er nog wellicht een voorwaarde dat cofinanciering noodzakelijk is, dat moet nog verder uitgewerkt worden. Dat zullen we nog zien. En aanvragen voor de financiering moeten aan specifieke voorwaarden voldoen. Dat wordt verder wellicht in de rest van het traject nog uitgelegd. Hier eindigt mijn toelichting op het geheel. De heer Eilert: Ik hoor de wethouder net zeggen dat het streven qua plaatsing 60% is. Er werd ook bij gezegd, wat ben je zonder streven. Daar ben ik het helemaal met hem eens. Ik vraag mij daarbij dan ook af, wat is dan die ondergrens? Wat moeten jullie absoluut voor jezelf geplaatst hebben? Wethouder Lok: Die 60%. De heer Eilert: 60% moet geplaatst zijn in 2018? Wethouder Lok: Ik weet niet of dat een hele harde eis is wat afgesproken is in dat akkoord. Volgens mij niet. Het is een streven. Maar als de heer Eilert praat over een ondergrens, dan hou ik die 60% maar aan en die ambitie moet je dan ook uitspreken. Of wij afgerekend worden als wij op 55% uitkomen dat heb ik niet begrepen. Dus er zit enige rek. De heer Brunen: Even aansluitend bij meneer Eilert. Maar is die financiering van 18 miljoen gebaseerd op die 60%? Stel je voor in een slecht scenario gaan we naar 30%, hoe is dan die financiering? De heer Hijzelendoorn: We zijn druk bezig met de financiering en hoe we dat gaan regelen. Als je kijkt naar het Akkoord van Westerlee wordt er 18 miljoen ter beschikking gesteld voor de herstructurering van het bedrijf. Waarbij wij nu hebben gezegd we hebben een plan van aanpak gemaakt om precies te zien welke kosten we gaan maken. Dat kan zijn flexie-kosten, dat kan zijn desinvesteringskosten, dat kunnen investeringen zijn. Dus daar is nog niet 1,2,3, een antwoord op te geven. En ongetwijfeld is de afbouw een onderdeel van de kosten die daarin komen. Ik kan me voorstellen dat er Pagina 5 van 20

6 over gebouwen gesproken moet worden. Maar hoeveel dat precies is van die 18 miljoen is niet duidelijk. En daar is niet een 1,2,3, relatie van het streven naar 60%. Het streven naar 60% is natuurlijk een streven om mensen buiten de deur te zetten, maar het moet ook bedrijfseconomisch wel zinvol zijn. Als je naar buiten gaat en je gaat grotere verliezen maken, dan is het een zinloze aangelegenheid. De bedoeling is wel dat er een soort win-win situatie komt. Zowel voor personeel om ze hoog op de participatieladder te zetten, maar ook financieel technisch om te kijken of we de tekorten kunnen beperken. Mevrouw Veneman: Even ingaande op de woorden van de wethouder. Ik weet niet of we daar straks nog iets over horen, maar het gaat over de ruimte voor de eigen gemeente. In hoeverre zou dat mogelijk zijn? Is het dus mogelijk om eigen gemeentelijk beleid in te voeren? Om daar ook iets ruimte voor te vinden? Wethouder Lok: Dat komt nog in het verhaal van de presentatie. 5. Korte presentatie op het Plan van Aanpak Akkoord van Westerlee. De heer Hijzelendoorn: Ik wilde beginnen met de opgave en de complexiteit daarvan. Daarna hoe we dat willen gaan aanpakken, en een vervolgplanning voor de komende periode. Allereerst is het echt een grote klus. Het zijn 8 gemeenten, het zijn 2 SW bedrijven van een zeer serieuze omvang. Een van de grotere in Nederland. Er zijn parallelle trajecten een stukje op en afbouw. En ondertussen moet alles door blijven gaan. Er zijn veel partners en belanghebbenden. Er zijn grote financiële stromen. Zowel in de grote geldstroom zeg maar het hele participatiebudget, maar ook in het operationele vlak. Het zal niet binnen 24 uur geregeld zijn. Dit heeft tijd nodig om dat goed op poten te zetten en ook de uitkomsten te realiseren. Het zal veel vragen van de eigen medewerkers. Want naast hun gewone werkzaamheden zal gevraagd worden participeer mee in het denken hoe zo'n nieuwe uitvoeringsorganisatie er uit moet gaan zien. En het zal ook veel vragen van bestuurders, secretarissen, OR-en, en raden. Want er zal gedurende het traject regelmatig informatie gegeven worden, er zal om raad gevraagd worden, maar er zullen ook beslissingen gemaakt moeten worden. En dat alles met een kleine druk van tempo wat in het Akkoord van Westerlee is afgesproken. De heer Eilert: Even een vraag in het verlengde wat ik net ook aan de heer Cosse van de ondernemingsraad vroeg. U geeft aan, iedereen moet meewerken. Dan hoor ik eigenlijk een ander verhaal van de OR van Wedeka. Kunt u dan toch aangeven op welke manier dat die OR daar in betrokken wordt of al in betrokken is. De heer Hijzelendoorn: Wij zijn een hele tour aan het doen. En de eerste groep die geïnformeerd is over het plan van aanpak eigenlijk met een zelfde soort presentatie zijn alle OR-en. Dat is een week of drie geleden op een vrijdag gebeurd. Daarin hebben wij ook geconstateerd dat zeker in het eerste half uur veel vragen waren over het Akkoord van Westerlee. Waarbij twee dingen opvielen. Dat is het Akkoord van Westerlee, de nieuwe afspraken, maar dat er ook een stukje wetgeving in het Akkoord van Westerlee wordt genoemd en dat het ingewikkeld is om dat uit elkaar te halen. Wij kunnen de Pagina 6 van 20

7 wetgeving niet veranderen. Wij gaan daar zo goed mogelijk uitvoering aan geven. Niet alleen financieel, maar ook voor de cliënten die het betreft. We hebben daarin aan de OR beloofd dat wij ze regelmatig zullen meenemen in de vervolgstappen die hier gaan komen. Dat zal uiteindelijk leiden tot een adviesaanvraag over businesscases en alles wat daarbij hoort conform de wet op de ondernemingsraad. Dat daar gevoeligheden liggen over het voortraject is duidelijk. Daar hebben ze ook duidelijk in het eerste half uur uiting aan gegeven. Dat hoor ik hier eigenlijk ook voor een deel terug in de tekst die hier voorgelezen werd. Daar is misschien wel een punt. Het enige wat wij kunnen doen is nu wel die transparantie en het meenemen van die mensen, en informeren. Want het informeren zal ook een aantal beelden, die denk ik niet helemaal terecht zijn, kunnen wegnemen en wat comfort geven over welk traject ze ingaan. Het is complex. Er lopen een hoop dingen door elkaar. Dus we zullen daar met elkaar veel aandacht aan moeten geven. We hadden een meeting met bijna 9 OR-en met 60 deelnemers. Complete OR van Wedeka en Synergon, en afvaardigingen uit alle gemeentes. Ik denk dat die eerste vergadering goed was. Wij hebben een hele lijst gekregen met dingen waar we op moeten letten. We herkennen een heleboel punten die we net ook gehoord hebben. Wij komen zo nog terug op het hele communicatieplan wat we daarachter gaan maken. De heer Huiting: Het was eigenlijk dezelfde vraag die de heer Eilert net stelde. Omdat er sprake is van twee SW bedrijven neem ik aan dat de ondernemingsraad volledig op de hoogte is als dit soort dingen gebeuren. En uw antwoord is duidelijk. De heer Hijzelendoorn: Wat heel erg ingewikkeld is, is dat de OR daar ook in die vergadering vroeg geef ons antwoord op een heleboel vragen over boventalligheid en al dat soort dingen meer. In feite hebben we die antwoorden nog niet, want die moeten we nog met elkaar gaan maken. En dat is vervelend. Want wachten en onzekerheid is bijna nog erger dan weten waar het over gaat. Dat kunnen wij op dit moment niet geven. Een plan van aanpak is niet meer of minder dan een soort procedure die we gaan volgen om te komen tot een goed gedragen plan. Dat is gaande en op dit moment is vanuit het plan van aanpak, en uit het hele project nog geen reden om een adviesaanvraag of een beslissing te maken voor de OR. Wij zullen dat heel nauw volgen of dat conform de artikelen in de WOR aan de orde is en daar willen wij ons ook aan houden. Dan komt er een heel ingewikkeld plaatje. Dat is ook de bedoeling. Maar wat hier eigenlijk een beetje gegeven is, is een aantal fases in het plan waarin wij aangeven helemaal bovenin is fase 2. Fase 1 is het plan van aanpak wat voor de zomer is gemaakt en voor de 13e juli richting ministerie is gestuurd. Dat is de afbouw van de bedrijven spoor 1. Daar zijn we ook al mee bezig. We hebben gesprekken met de directies van Wedeka en Synergon om 1 keer per 2 weken met elkaar en bij elkaar te zitten om uit te wisselen waar we mee bezig zijn. Om te kijken of we misschien met elkaar een paar slimme dingen kunnen verzinnen die we ieder voor zich niet kunnen verzinnen. En daarnaast zijn we volledige transparantie aan het creëren door op product-marktcombinatie resultaten te berekenen die vergelijkbaar zijn tussen Synergon en Wedeka. Zodat ook beelden over wie doet het goed, en wie doet het slecht, en waar zitten de mogelijkheden om iets met elkaar te doen, en wat moeten we absoluut gescheiden houden ook in kaart te brengen. Daar hebben ook directies van Wedeka en Pagina 7 van 20

8 Synergon ja op gezegd. En zelfs zover dat de directie van Wedeka de eerste spreadsheet heeft gemaakt om dit model te gaan vullen. Daar vandaan gaan we 1 keer in de 2 weken even kijken hoe we dat gaan doen. Dat ziet er in eerste instantie heel erg positief uit. We zullen de dagelijkse besturen van beide ondernemingen er over inlichten als daar resultaten uit komen. En daar zullen we adviezen over geven. Tegelijkertijd gaan we ons ook bezig houden met de opbouwfase. Hoe dat er precies uit gaat zien daar zijn we nog mee bezig. Maar we zijn nu over een visiestrategie en governance aan het denken. Daar zullen we aanstaande maandag ook in het eerste projectoverleg met het projectteam, dat zijn alle gemeentesecretarissen en de directeur van de Compagnie, over gaan praten. Hoe de exacte scoop is van wat we gaan onderzoeken in de businesscase. Daar vandaan zullen we dan alle concepten uitwerken. En zullen we uiteindelijk eind maart komen tot een businesscase die niet alleen kwantitatief met cijfertjes gevuld zal worden, maar ook met randvoorwaarden wat het beste governancemodel is en alles wat daaromheen komt. Daarbij ook rekening houdend met allerlei gevoelens zoals angsten van sommige gemeentes over autonomie en al dat soort zaken meer. En daarin zal dus ook de hele discussie komen van lokale governance. Dus wat doen we met elkaar, en waar houdt u invloed vanuit de gemeente op ik noem maar wat, het beleid. De praktijk leert dat een heel groot deel meer als 95% van het beleid eigenlijk door Den Haag wordt voorgeschreven, en dat er eigenlijk een relatief klein gedeelte lokaal beleid is. Het zogenaamde coleur locale. Maar daar moet alle ruimte zijn voor de gemeenteraden om daar invulling aan te geven. Daar wordt allemaal rekening mee gehouden. Dat is ook wel belangrijk voor het businessmodel. Als wij zien dat dat heel erg afwijkt dan zal dat een ander kostenplaatje geven dan dat iedereen gelijk beleid creëert. Want dat heeft te maken met processen en het standaardiseren van processen daarin. Dat nemen we allemaal daarin mee. En ook de hele governancediscussie over de invloeden van de raden zal daarin meegenomen worden. En waar de raden maar zijn en niet zijn, en hoe het voorstel dan voorgekomen wordt. Want vanaf 1 april gaat de hele zaak richting colleges, richting raden, richting ondernemingsraden, voor advies. En ook vanaf het begin zullen de bonden, dat is vanaf 28 september dan hebben we het eerste overleg met een klankbordgroep van de bonden, dan zal het georganiseerd overleg meegenomen worden ondanks het feit dat we nog niet meteen aan de gang kunnen gaan. Omdat we nog niet precies weten hoe de constructie zal zijn, maar gaan we wel voorbereidingen treffen op het gebied van sociaal statuut en dat soort zaken meer. Dus iedereen wordt daarin meegenomen. En dat zullen vrij parallelle trajecten zijn om uiteindelijk allemaal ongeveer op dezelfde datum uit te komen. Waarbij we 3 maanden de tijd nemen om uiteindelijk te komen tot definitieve besluitvorming, zodat we vanaf 1 juli de implementatiefase in kunnen gaan. En op 1 januari 2017 kunnen we met een nieuwe organisatie van start. Dat is wel een ruimer begrip dan in het Akkoord van Westerlee, want die hadden ze in het begin van Maar dat is gekkenwerk. En we hebben afgelopen donderdag met het ministerie gesproken en die hebben het plan van aanpak goedgekeurd. Ze zullen ook de eerste trans van de financiering vrijgeven. Daarmee geven ze dus ook impliciet aan dat deze tijdslijn akkoord is. En dat zal nog heel hard werken worden met elkaar. Er zullen nog een heleboel kuiltjes en valletjes overwonnen moeten worden. Een heleboel emoties en historie over samenwerken en Pagina 8 van 20

9 niet gelukte samenwerkingen. Dus dat is even heel grof het traject wat we met elkaar ingaan. Tegelijkertijd blijft die afbouw van die SW bedrijven gewoon doorgaan en proberen we ook in de samenwerking met fase 2 te komen tot zo snel mogelijke verantwoorde detachering. Verantwoorde in menselijke zin. Dat het ook voor de mensen goed is. Maar ook in financiële zin goede detachering te organiseren. Waarbij we zo min mogelijk beroep hoeven te doen op garantieregelingen. Dat het continue business is. Als we kijken naar het budget. In hele grote brokken hebben we ongeveer 10% nodig voor de businesscasefase. Ongeveer 10% voor de implementatiefase. En 80% voor de in- en uitvoering. Deze cijfers zijn niet gebaseerd op ik gooi maar met een paar dobbelstenen. Maar dit is onze ervaring in eerdere van dit soort trajecten dat dit soort bedragen over tafel moeten gaan. Je moet ook denken, we halen mensen uit hun normale werkomgeving en die doen ook hun werk en die moeten ook gecompenseerd worden. Dat betekent dat je mensen moet inhuren om naast je bestaande organisatie eigenlijk je nieuwe organisatie te gaan opbouwen. Een heel leuk project, maar het is wel een enorme inspanning. Wat we ook gezien hebben, en daarin hebben we voor 11 miljoen geen issue, is dat er voor 7 miljoen geld ter beschikking is gesteld waarbij de labeling dus de aanwending van die gelden niet helemaal matched met hoe wij denken te moeten gaan aanwenden in het project. Daar hebben we nu overleg mee met het ministerie en met de provincie om te kijken hoe we dat toch aan elkaar kunnen gaan matchen. Daar zijn we vandaag druk mee bezig geweest en dat gaat lopen vanaf vanavond uur. Dan wordt de eerste aanvraag op dat vlak van die 7 miljoen er uitgedaan. De heer Eilert: Wellicht loop ik enigszins op de zaken vooruit, maar ik ben toch even nieuwsgierig. A. de vraag eigenlijk een beetje naar aanleiding van de vorige slide of u verwacht dat er ook sprake zal zijn van sociale consequenties, onder andere boventalligheid. Dan heb je toch het plaatje van het financiële overzicht. Bent u ook in gesprek of wellicht zijn die gesprekken al gevoerd over financiën voor bijvoorbeeld een sociaal plan? De heer Hijzelendoorn: Nee. Daar zijn we nog niet mee bezig. Omdat wij A. nog niet weten wat de consequenties zijn van de inrichting van het nieuwe proces. Want je gaat eerst een proces inrichten. Dan ga je zeggen, hoeveel mensen heb je daarvoor nodig. Dan weet je in de beroemde was/wordt lijst met hoeveel mensen je het hebt gedaan en met hoeveel mensen je het gaat doen. En dan zie je de consequenties daarvan. Ik denk dat je boventalligheid niet moet uitsluiten. Want als je in het Akkoord van Westerlee schrijft we verwachten een efficiënte organisatie, dan heb je het al gauw over FTE's in dit geval. Maar we weten ook nog niet hoe efficiënt de huidige organisaties zijn. Ik vind dat de professionals, de mensen op de werkvloer, met elkaar en met ons moeten kijken met welke bezetting gaan we de nieuwe organisatie inrichten. Dan kan er uiteindelijk boventalligheid komen. Dat zal gedurende het proces duidelijk worden. Daar zijn nog geen gesprekken over gevoerd. We moeten nog beginnen op dat vlak. De heer Eilert: Er was net even een soort van tijdlijn. Kunt u ongeveer aangeven op welk moment dat duidelijk zal worden wanneer die sociale consequenties er wel of niet zijn? Pagina 9 van 20

10 De heer Hijzelendoorn: Dat gaat in maart plaatsvinden. Je krijgt hier in het begin wel een beetje een beeld, maar dan weet je geen namen en rugnummers. Als je daar in detail gaat, want dan ga je er eerst hoog over kijken, om even het proces te doen, en je zegt we doen het nu met 100 en we gaan het met 95 doen, dan heb je 5 boventalligen. En dan ga je in detail kijken en zie je plotseling dat iemand over een half jaar met pensioen gaat. Of je hebt natuurlijk verloop daarin. Of je hebt misschien een aantal mensen met een tijdelijk contract, dan krijg je een heel ander beeld daarvan. Dus het is ongelooflijk moeilijk totdat je precies weet met namen en rugnummers wat ook weer een heel ingewikkeld P&O traject is, voordat je werkelijk weet waar het netto over gaat. Dat proberen we en dat zal ook een opdracht zijn van de gemeentes en de colleges om dat zo beperkt mogelijk te houden en daar zo slim mogelijk mee om te gaan. De heer Hoftijzer: Als u het heeft over boventalligheid geldt dat dan voor de ambtelijke medewerkers of ook voor de WSW medewerkers? De heer Hijzelendoorn: Ambtelijk. De heer Huiting: Dat convenant waar de heer Eilert net op doelde zit dat in die in- en uitvoering of zit dat in implementatie? De heer Hijzelendoorn: In de businesscase wordt dat uitgerekend. Dan moeten we er een klap op geven om het te mogen uitvoeren. Dan gaat het in de implementatie zijn effect krijgen. De heer Huiting: Wanneer gaat dat gelden? De heer Hijzelendoorn: Fictief per of 1 januari Dus hoe eerder we dat weten, hebben we ook meer kans als dat zo aan de orde is om mensen van werk naar werk te begeleiden. Belangrijke issues waar wij rekening mee houden is dat spoor 1 en 2 gescheiden zijn waar nodig, maar verbonden waar mogelijk. Omdat wij denken dat bij de afbouw van het SW bedrijf dat daar ook kennis zit die gebruikt kan worden om mensen zo direct in de nieuwe organisatie werkervaring te kunnen laten opdoen. We moeten wel uitkijken dat we niet teveel ervaring buiten de deur zetten en dat we daar met verstand mee omgaan. Mevrouw Hemmen: Er wordt mij gevraagd door het publiek om even een vraag te stellen. Is het ook mogelijk om in het sociaal plan rekening te houden met mensen die vrijwillig willen uittreden? Zijn er dan regelingen voor getroffen? De heer Hijzelendoorn: In het sociaal plan kan je van alles afspreken. Dat is een discussie tussen werkgevers, werknemers en de bonden. Alles heeft ook financiële consequenties, dus we moeten gaan kijken wat dat is. En hoe de bestaande sociaal statuten ook zijn, we moeten ook kijken dat we niet plotseling iets heel nieuws gaan creëren. Dat zijn heel interessante discussies en onderhandelingen. Pagina 10 van 20

11 We gaan aanstaande maandag beginnen met alle gemeentesecretarissen, daarna met het bestuurlijk deel, gaan we inzoomen op verschillende inzichten op het Akkoord van Westerlee. Want het Akkoord van Westerlee is met stoom en kokend water zoals dat mij continu wordt vertelt in elkaar gezet en ondertekent. Dat geeft ook aan dat als je het heel goed leest, en we lezen het nu werkelijk waar op de letter, en tegen het licht aan houdt dat er verschillen van inzicht zijn. De wethouder zei al, wij hebben ook aangegeven dat wij het belangrijk vinden dat wij een stukje lokale autonomie moeten houden. Allemaal dat soort dingen hebben wij verzameld, en zullen wij maandag eerst aan de gemeentesecretarissen delen en daarmee vervormen. Dan zullen wij het ook bestuurlijk naar voren gaan brengen. Dat is voor ons belangrijk, omdat wij graag precies willen weten met het project wat wij allemaal gaan onderzoeken. Dat is een belangrijk onderdeel. We willen compromis vinden op basis van objectiviteit, feiten en te bereiken doelstellingen. Dat is het enige wat de opdracht voor ons is. We willen ook tussentijds belangrijke beslismomenten markeren. Dus we willen niet aan het einde van de rit komen en zeggen dit moet het zijn, zodat het enorm groot en complex is. Maar we willen ook tussentijds kleine besluiten maken. Het samenwerken moet verder ontwikkelt worden. We zien dat er hier en daar toch wel wat historie is die niet altijd even positief is geweest. We willen snelheid betrachten, maar die moet wel zorgvuldig zijn. We hebben het wel over een heleboel mensen die in zo'n nieuwe omgeving moeten gaan werken. En alleen maar denken, snel, snel, snel, iets in elkaar flansen gaat heel veel problemen opleveren. Mevrouw Hemmen: Wij lazen vanmorgen in de krant dat de samenwerking tussen de Oost-Groninger gemeenten nog niet echt van de grond komt en u noemt net ook de historie. Wat kunnen we met elkaar organiseren zodat we in dezelfde samenwerking wel resultaat gaan behalen met dit dossier? Bij de krimp heeft dat nog niet tot maatregelen geleidt. Ik ben wel benieuwd wat we daar samen aan kunnen doen om het wel te laten slagen. De heer Hijzelendoorn: Ik denk dat er hele grote noodzaak is. De wethouder heeft ook al gezegd, jongens we moeten echt wat doen. Want dan ga je gewoon even plat gezien failliet als je hier niet met elkaar de handen in elkaar slaat. Er wordt nu eenmaal geld ter beschikking gesteld. Dat zijn wel hele financiële aangelegenheden. Ik denk dat dat een enorme motivator is om te zeggen hoe gaan we elkaar vinden daarin. En eigenlijk zou ik er het liefst aan toe willen voegen, we moeten zo goed mogelijk onze cliënten gaan bedienen. En uitwerking geven aan de participatiewet. Het enige wat wij kunnen doen is onze ervaringen meebrengen in eerdere ingewikkelde constructen en omgeving. Weliswaar anders als in Oost-Groningen, maar wel in ingewikkelde omgevingen. En alles objectiveren, emoties afpellen naar wat is het nou precies, en kunnen we daar een oplossing voor bieden? Zo proberen we stap voor stap, we hebben al een aantal dingen gedaan daarin, zo kunnen we het doen. Vertrouwen wekken. Wethouder Lok: Ik denk dat het belangrijk is om toe te voegen wat ik ook in mijn inleiding zei, dat we wel het beleid de participatienota gezamenlijk hebben opgesteld. Wat dat betreft is er natuurlijk al een behoorlijke stap gemaakt in het harmoniseren van het beleid gezamenlijk. Pagina 11 van 20

12 Ik denk dat dat ook een hele goede basis zal vormen voor verdere stappen. Want als we het hebben over beleid dan hebben we natuurlijk wel wat couleur locale. De een gaat er misschien net even iets anders mee om dan een ander. Maar in grote lijnen hebben we elkaar daar goed op kunnen vinden. Dus dat is in het proces wel een hele belangrijke stap geweest. De heer Hijzelendoorn: Er gebeurt ook al een hele hoop samen. Het is ook niet helemaal niks. Het wordt alleen van vrijblijvend naar minder vrijblijvend. De businesscase leidt tot voorstellen met betrekking tot juridische entiteiten. Ook een heel beladen onderwerp. GR en al dat soort dingen. De aansturing over takenproces en inrichting zowel voor spoor 1 als spoor 2. Wat belangrijk is en dat komt steeds naar voren is dat er geen financiële verbetenheid komt tussen Synergon en Wedeka. Dat betekent dat de afbouw van de beide bedrijven voor eigen rekening en risico blijft. Dat houden we ook zo. Er blijven financieel gescheiden administraties bestaan. De heer Eilert: Ik mis er eentje bovenin bij de businesscase. Ik had eigenlijk verwacht dat daar ook de nieuwe medezeggenschap had gestaan. Ik ga ervan uit dat er ook een nieuwe medezeggenschap zal komen na die hele veranderingen. Die mis ik daar eigenlijk bovenin. De heer Hijzelendoorn: Dit gaat over de businesscase. De nieuwe medezeggenschap is iets van de medezeggenschap. Daar zitten we wel met elkaar over in gesprek. Daarin hebben we eigenlijk ook al een paar dingen geconstateerd. Dat de afbouw van Synergon en Wedeka, dat iedere ondernemingsraad zich daar zelf mee bemoeid. Want die bedrijven blijven gescheiden. Maar ze consulteren elkaar wel, dus ze houden elkaar wel op de hoogte. En bij de opbouw gaan we streven dat er meer duidelijkheid is naar een bijzondere ondernemingsraad zodanig dat we niet steeds langs 10 ondernemingsraden hoeven te gaan. De ondernemingsraad is daar zelf over aan het beraden hoe ze dat willen organiseren afhankelijk van hoe de organisatie eruit gaat zien. Als dat een zelfstandige juridische eenheid is zullen ze ook hun eigen ondernemingsraad gaan vormen. De heer Sanders: Als ik even kijk naar geen financiële gelegenheid Synergon en Wedeka. Elk bedrijf, gemeente, betaald zijn eigen rekening. Hoor ik u nu zeggen, wanneer er tekorten zijn dat die voor rekening van onze eigen gemeente zijn? Wat als u als projectleiding echt uw best doet en u houdt geld over dat het geld dan daarvoor gebruikt wordt. Ik lees dat er niet duidelijk in. De heer Hijzelendoorn: We hebben nog niet aan een opbrengstmodel gedacht, maar daar kunnen we wel over nadenken. In het project tot aan het operationeel gaan zullen wij daar natuurlijk geen opbrengsten in creëren. We hopen natuurlijk wel dat als het bedrijf live gaat dat er minder meerkosten gaan ontstaan. Wat hier bedoeld wordt en dat ligt heel erg gevoelig is dat als bij de afbouw, en de wethouder had dat ook al gezegd, bijvoorbeeld van Synergon blijkt dat daar de beroemde lijken uit de kast komen dat niet de Wedeka gemeentes daaraan mee gaan betalen en vice versa. Aan de andere kant is het zo als we met elkaar zien dat we met elkaar een groter voordeel kunnen Pagina 12 van 20

13 bereiken dan ieder voor zich, dat we wel voor dat grotere voordeel proberen te gaan waarbij we ook kijken hoe dan de extra opbrengsten eerlijk verdeeld kunnen worden. De heer Sanders: Komt de restschuld die mogelijk ontstaat bij de opheffing van Wedeka ten laste van de 18 miljoen of gaan wij dat als gemeente afboeken op onze begroting. De heer Hijzelendoorn: Nee die 18 miljoen is echt voor het project. De heer Sanders: De gemeente neemt dit dus, wanneer zich dit voordoet, voor haar rekening. De heer Hijzelendoorn: Voor de rest staan de opties binnen de kaders van het Akkoord van Westerlee open voor uitwerking van de businesscase. Dat betekent dat we waarschijnlijk in de opwerking naar de businesscase met een aantal opties gaan komen waarbij ook de besluiten als men iets anders wil, dat men begrijpt wat de consequenties daarvan zijn. Onderbouwd, feitelijk en objectief. Voor de organisatie van spoor 1 dat is dus de afbouw zullen de huidige directeuren van de SW bedrijven kwartiermakers zijn voor die afbouw. Want eigenlijk als we heel eerlijk zijn, zijn ze er ieder voor zich al mee bezig. Het enige wat we proberen te doen als kwartiermakers is, we kijken met elkaar of we daar wat meer synergie effecten van kunnen krijgen. Wij bewaken met name de balans tussen de afbouw en de opbouw. Spoor 2 loopt parallel aan spoor 1. We hebben een projectorganisatie gezien. We hebben daar wel commentaar op gehad van joh wat is dat een enorm gebouw wat je daar getekend hebt. Daarvan willen we zeggen dit is ook de maximale versie die er is, en we zullen niet meer van deze projectorganisatie activeren, wel de stuurgroep en de projectgroep, maar daaronder met kwartiermakers datgene wat nodig is als bepaald in de scoop. Dus de omvang van het onderzoek wat daar gebeurd. De kwartiermakers die wij daarvoor willen selecteren komen uit de eigen organisatie. De kwartiermakers worden geselecteerd op competentie en beschikbaarheid. De kwartiermakers hebben werkgroepen en daar proberen we een echt gemeentelijk brede samenstelling te doen. Dus dat proberen we wel zoveel mogelijk uit één gemeente voor zover dat mogelijk is. Want sommige gemeentes zijn heel erg klein, en om dan in 6 werkgroepen te gaan zitten ontvolk je bijna 10% van het hele ambtenarenkoor. Dus dat kun je gewoon niet doen. Maar op die manier gaan we dat invullen. Dat betekent dat we een voorstel gaan maken op het gebied van processen en inrichting met de professionals. Dus met de mensen die werkelijk het werk doen aan tafel te zitten en te zeggen hoe zouden we dat op zo'n goed mogelijke manier - denken met name vanuit de processen en de bediening van de klanten - kunnen organiseren. En natuurlijk houden we in de gaten dat het in ieder geval niet meer gaat kosten dan het nu is. En te kijken of we die processen nog scherper en nog beter kwalitatief kunnen inrichten. Die manier van werken die creëert natuurlijk naast output ook draagvlak. Want onze eigen medewerkers gaan werken aan hun eigen nieuwe organisatie. We hebben er ook voor gekozen om daar geen externen voor te vragen, want dan wordt het op een gegeven moment het feestje van de externen. Dat moeten we zien te voorkomen. Communicatie, dat hebben wij inmiddels wel gemerkt in deze omgeving is heel erg Pagina 13 van 20

14 belangrijk. Want afhankelijk van waar je bent, sommige mensen zitten midden in de communicatie, en sommigen voelen zich buitengesloten. Sommigen zeggen, wij horen en zien niks. Wij gaan dus ook een kwartiermaker voor de communicatie selecteren. Mignon van der Zwan is bezig daar het communicatieplan voor te schrijven. Dat zal aanstaande maandag met de gemeentesecretarissen worden besproken hoe we dat willen gaan doen, zodat iedereen goed op de hoogte gehouden wordt. Dat betekent ook dat de raden daar op een gegeven moment in betrokken gaan worden. De medezeggenschap heb ik al gezegd gaan we vroeg in dit stadium betrekken. Die willen we regelmatig, misschien 1 keer in de maand, roepen we de OR-en bij elkaar totdat ze misschien een andere vorm hebben genomen om te informeren over de voortgang van het traject. Een aantal dingen die we daarin tegen zijn gekomen om die al voor te leggen, zodat ze niet aan het einde van de rit een heel complex adviesaanvraag krijgen. Maar dat ze al meegenomen zijn in de issues die daar zijn. De doelgroep SW zullen wij speciaal aandacht geven. Dat betekent ook dat die speciale communicatie krijgen. Onze zorg wordt wat gaat voor hun voor de toekomst gebeuren. Dat is natuurlijk ook een rol voor de directeuren van de SW die daar mee bezig dienen te zijn. De rol van de raden. Wij probeerden hier vanavond, en we hebben al een aantal vragen gehoord, daar proberen we uit te halen en dat doen we bij alle raden, relevante issues op te halen. Denk hieraan of denk daaraan. Je presentatie kan verbeteren door daar iets van de OR bij in te zetten, dat zijn dingen daar kunnen we wat mee. En die zullen we dan ook meenemen. Besluitvormend bij aanpassing van reeds vastgestelde uitgangspunten en kaders. Als we zien dat dat of door wetmatigheid, of door andere dingen aangescherpt moet worden, want dat is alweer een tijdje geleden, dan zullen we dat voortbrengen. De vaststelling van de businesscase, de afbouw van de SW bedrijven, begroting meerjarenperspectief, juridische entiteiten, al dat soort dingen, regelingen en reglementen komen allemaal bij u langs via uw college. Wij zouden ook graag willen afspreken dat wij daar, dat zullen we ook met de colleges en het bestuur doen, dat wij op regelmatige basis of via uw wethouder of via ons beide geïnformeerd wordt over de voortgang van het geheel. Zodat u niet nu 6 maanden in het donker zit en plotseling wij dan weer voorbij komen van joh we hebben wat. Wat gaat er in de komende weken gebeuren? Wij zijn bezig met informatie bijeenkomsten met raden en raadscommissies. Wij hebben bijeenkomsten met de projectgroep en de stuurgroepen. We hebben contact met georganiseerd overleg. We zijn bezig met het voorselecteren van kwartiermakers en de inrichting van de projectorganisatie. Er is op dit moment veel overleg met het ministerie en de commissie Van Zijl over, er staat eerste trans maar volgens mij die 1,8 miljoen daarvan kunnen we zeggen die gaat komen. Maar in dit geval dus ook over de derde sectorplannen. Als dit achter de rug is gaan we in een volle vaart van start en dan hebben we eigenlijk al een maand achterstand met de businesscase. Die gaan we proberen in te halen, omdat we daar ook al een beetje op aan het voorsorteren zijn. Dus dat is een beetje de marsroute die we de komende periode gaan lopen. Pagina 14 van 20

15 6. Vragen, informatie en consultatie commissie. De heer Huiting: Ik heb een vraag naar aanleiding van de vorige sheet. Er staat overleg ministerie over plan van aanpak. Nu herinner ik u even aan hetgeen u in het begin van uw uiteenzetting vertelde dat er een bijstelling is geweest voor advies van de werkgroep die daarmee bezig is. Kan zo'n situatie in het vervolg ook nog voorkomen? Dat het blijkt dat die 18 miljoen tekort is op basis van praktijksituaties dat dat op een gegeven moment 20 moet worden? Is dat mogelijk? De heer Hijzelendoorn: Wat wij inmiddels gehoord hebben, en wij hebben daar met de ambtenaar Nieuweboer over gesproken is 18 miljoen de max. Als ik daar met de commissie Van Zijl over praat met de heer Van Zijl zelf, die zegt als je een goed plan hebt, en dat betekent een plan het gaat wat kosten maar het ook wat gaat opbrengen dan moeten we dat in ieder geval bespreken. Dat is een hele zachte toezegging, maar wel een zakelijke toezegging. Meer kan ik er niet over zeggen. De heer Hoftijzer: Het plan van aanpak gaat ook over de inrichting van de nieuwe organisatie die er straks komt. Gaat het plan van aanpak ook nog verder? Zeg maar over de werkgelegenheid die de huidige WSW medewerkers krijgen als ze gedetacheerd zijn. Hoever reikt het? De heer Hijzelendoorn: De werkgelegenheid zit eigenlijk in de tweede fase van het Akkoord van Westerlee, of tenminste de commissie Van Zijl is daar nu druk mee bezig, over de bedrijfseconomische infrastructuur en werkgelegenheid in de regio. Maar is wel van belang voor de businesscase. Want als wij het hebben over zo direct 60% detacheren, dan zal een bepaalde ontwikkeling van werkgelegenheid daar ook van belang zijn. Ik vermoed ook dat de businesscase van de afbouw verschillende scenario s en verschillende uitgangspunten zal betrekken. Waardoor we kunnen zien als dat gaat gebeuren wat zijn de effecten daarvan? We zijn er afhankelijk van maar we zijn geen beïnvloeders daarvan. De heer Hoftijzer: Stel wij hebben in deze regio arbeidsplaatsen inclusief de die we vanuit de WSW hebben. En die van de WSW gaan nu de normale arbeidsmarkt op, hebben we dan straks in de regio arbeidsplaatsen? Snapt u wat ik bedoel? De heer Hijzelendoorn: Ik begrijp heel goed wat u bedoelt. Dat kan ik nu niet beantwoorden. De heer Brunen: Ik heb nog een vraag over het ICT gebeuren. Ik lees onder het stukje context dat er samenwerking is tussen gemeentes in dat Gridproject zitten. Ik zie dat Vlagtwedde daar niet in zit en Bellingwedde wel. Hoe gaan we daar naar de toekomst naar onze nieuwe gemeente Bellingwolde, is daar al over nagedacht? U zit nog in de opbouwfase dus ik denk ik stel die vraag. De heer Hijzelendoorn: Nee, het is van belang voor de businesscase, maar het is niet een vraag die ik kan beantwoorden. Pagina 15 van 20

16 Wethouder Lok: Dat is een duidelijke zaak dat we wat met de ICT moeten in onze eigen organisatie met name. We zijn nu aan het onderzoeken welke kant we daarmee op gaan. Het zal duidelijk zijn dat we ook in dat opzicht moeten harmoniseren als we gaan samenvoegen met onze gemeente waar we dat mee willen. Dus daar ligt inderdaad een traject voor. Dan denk ik dat wij ook wel die kant op zullen gaan. De heer Heijne: Ik was eigenlijk benieuwd naar die laatste tekening. Want daar staat de realiteit. Stel ik kom op het eind van deze spoor 1 en 2 in 2016 en het blijkt dat we dan duurder uit zijn als nu. Is er dan een weg terug? De heer Hijzelendoorn: Volgens mij zouden we dat moeten zien in maart Want als we eind 2016 zijn hebben we een beeld dat het wel positief zal zijn, en dan zijn we al in de uitvoering terecht gekomen. Als de businesscase uitwijst dat het negatief uitvalt, dan ga ik ervan uit dat zowel in de colleges, als in de raden, als in de ondernemingsraad gezegd wordt, waar zijn we nou mee bezig? Tenminste daar kan ik mij iets bij voorstellen. De heer Heijne: Maar in de vorige informatie die we hebben gekregen was ook de mogelijkheid om te experimenteren met de landelijke regelgeving. Wordt er al door jullie doorgedacht? Want stel onze regering of in ieder geval de overheid stelt kennis en manschaft beschikbaar indien we willen experimenteren met landelijke regelgeving wordt dat nu in de beginfase meegenomen? Of wordt er helemaal niet aan gedacht? De heer Hijzelendoorn: We gaan eerst van start. Maar om nou te zeggen dat we een soort research en developmentlab aan het organiseren zijn op dit moment om dat soort dingen te doen is niet het geval. Het ministerie heeft wel gezegd, als jullie zien en financiering is daar één van, we zien complexiteit in het realiseren van de doelstellingen waarvoor dit potje is gemaakt zijn zij wel bereid om samen met ons te denken hoe we dat op een andere manier kunnen regelen. Als dat het experimenteren is, dan zijn we daar nu al mee bezig. In de participatiewet als zodanig zijn we er nog niet mee bezig. De heer Heijne: Wat is dan dat experiment? De heer Hijzelendoorn: Ik denk wel dat we met elkaar enige creativiteit moeten gaan betrachten. En het idee is natuurlijk ook om naast datgene wat er vandaag is, ook te kijken of er nog andere wegen zijn om dingen voor mekaar te maken. En dat hoort ook bij het hele traject. We gaan vragen aan de mensen die in die werkgroepen zitten - op welk niveau dan ook - om na te denken over en los te gaan van hun eigen werkzaamheden, heb je nog ideeën om het op een andere manier te doen. Daar kunnen we ook creativiteit voor laten invliegen. Om wat andere beelden die misschien ergens anders in het land plaatsvinden om die nog even los te laten, zodat we niet alleen in ons eigen denkwereldje zitten. Pagina 16 van 20