Arbeidsvoorwaarden CAO-UMC

Transcriptie

1 Januari 2014 Januari 2014 Samenstelling: Hoewel deze folder met grote zorgvuldigheid is gemaakt, kunt u aan de inhoud van deze folder geen rechten ontlenen. Arbeidsvoorwaarden CAO-UMC per januari 2014, versie 02 1

2 Salarisschalen; bijlage A Verpleegkundige tussenschalen; bijlage A OPA = OK-assistent ZHA = Ziekenhuisapotheker Arts-assistenten; bijlage B ANM = Anesthesiologie-assistent SZA = Sector ziekenhuisapotheker 8-a 8-b 9-a 9-b OPA ANM ZHA SZA 11-a Academisch medisch specialisten; bijlage C Salarisschalen leerlingen; bijlage D Vloer vakantie-uitkering vanaf 1 januari 2014; bijlage E MS UMS H/MS H, H/A ZG A B OIO <17jr 79, jr 95, jr 110, jr 126, jr 142, jr > 157, ZG = Zakgeld A & B = Beroepspraktijkvormingsperiode OIO = Onderzoekers in opleiding Waarnemingstoelage; bijlage F vanaf januari 2014 Minimum (jeugd)-lonen per januari 2014 Schaal Schaal Schaal Schaal 15jr 445, a 140 MS jr 512, b 141 UMS jr 586, a 155 H/MS jr 675, b 158 H,H/A jr 779, jr 913, jr 1.077, jr 1.262, jr > 1.485,60 Arbeidsvoorwaarden CAO-UMC per januari 2014, versie 02 2

3 TVO-bedragen academisch medisch specialisten Service Organisatie Human Resources TVO-bedragen academisch medisch specialisten CAO-UMC vanaf januari 2014 (artikel 15.4) Salaris 5% 10% 20% ,30 542, , ,10 590, , ,65 649, , ,30 746, , ,50 783, , ,00 820, , ,30 856, , ,75 883, , ,75 893, , ,95 911, , ,00 930, , ,10 940, , ,45 966, , ,45 966, , ,45 966, , ,45 966, , ,45 966, , ,45 966, , ,45 966, , ,45 966, , ,45 966, , ,45 966, , ,45 966, , ,45 966, , ,45 966, , ,45 966, , ,45 966, ,80 Arbeidsvoorwaarden CAO-UMC per januari 2014, versie 02 3

4 UMC Zorgverzekering per januari 2014 Premieoverzicht behorende bij de verzekeringsvoorwaarden van de UMC Zorgverzekering en de UMC Aanvullende verzekering. UMC Zorgverzekering Eigen risico Eigen risico Eigen risico Eigen risico Eigen risico Eigen risico 0,= 100,= 200,= 300,= 400,= 500,= Netto premie 77,58 75,08 72,58 70,08 67,58 65,08 Het vermelde eigen risico betreft het vrijwillig eigen risico naast het wettelijk eigen risico van 360,00 vanaf 18 jaar. Kinderen tot 18 jaar betalen geen premie. UMC Aanvulende verzekering Zorg 1 Zorg 2 Zorg 3 Zorg 4 Netto premie gezinsleden 6,17 14,92 21,87 43,74 Netto premie (oud) werknemers 5,85 14,14 20,72 41,44 UMC Aanvulende Tandverzekering Tand 1 Tand 2 Tand 3 Netto premie gezinsleden 10,75 20,00 29,50 Netto premie (oud) werknemers 10,75 20,00 29,50 De medewerker kan er voor kiezen om de nominale premie van de UMC verzekering via zijn/haar salaris te laten verrekenen. Toeslagen: Bij betaling via acceptgiro 6,00 administratiekosten op jaarbasis. Voor verzekerden woonachtig in België geldt een assurantiebelasting voor de UMC Aanvullende verzekering van 9,25%. Arbeidsvoorwaarden CAO-UMC per januari 2014, versie 02 4

5 Aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering (OHRA) Langdurige uitval wegens arbeidsongeschiktheid kan voor een medewerker tot aanzienlijke financiële achteruitgang leiden. Voor degene die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is en er niet in is geslaagd de restverdiencapaciteit voor 50% of meer in te vullen, kan het inkomen zelfs dalen tot bijstandsniveau. Om het inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid te beperken heeft het voor haar medewerkers een collectieve overeenkomst met OHRA afgesloten. Deze overeenkomst kent drie verzekeringspakketten. OHRA Inkomensgarantieplan Basis Het OHRA Inkomensgarantieplan Basis biedt uitsluitend dekking bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (35%-80%). In voorkomend geval ontvangt de medewerker een aanvullende uitkering op de WIA- en AAOP-uitkering. Het totaal aan wettelijke en bovenwettelijke uitkering wordt aangevuld tot 70% maal het verschil tussen oude inkomen en nieuwe inkomen. OHRA Inkomensgarantieplan Aanvullend Het OHRA Inkomensgarantieplan Aanvullend biedt uitsluitend dekking bij volledige arbeidsongeschiktheid (80%-100%) en bestaat uit een periodieke uitkering van 10% van het verzekerd inkomen. OHRA Inkomensgarantieplan Extra Het OHRA Inkomensgarantieplan Extra biedt zowel dekking bij gedeeltelijke als volledige arbeidsongeschiktheid. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (35%-80%) is de dekking gelijk als bij het Inkomensgarantieplan Basis; bij volledige arbeidsongeschiktheid (80%-100% ) als bij het Inkomensgarantieplan Aanvullend. Premie De premie wordt berekend over de pensioengrondslag Pr. AO-verzekering BIZP IGP-Basis = Inkomensgarantieplan Basis IGP-Aanv. = Inkomensgarantieplan Aanvullend IGP-Extra. = Inkomensgarantieplan Extra Premie werknemer 0,304 % 0,117 % 0,421 % Arbeidsvoorwaarden CAO-UMC per januari 2014, versie 02 5

6 ABP & Sociale verzekeringen; premies en franchises per januari 2014 Service Organisatie Human Resources Premie werknemer Premie werkgever Premie totaal Franchise werknemer per maand Franchise werkgever per maand ABP KeuzePensioen 7,39% 14,21% 21,60% Anw-compensatie 0,225% 0,075% 0,30% Totaal 7,615% 14,285% 21,90% 929,20 929,20 n.v.t. Vrijwillige deelname na 62 jaar: - bij indienst treden vanaf 62 jaar 31,90% n.v.t. 31,90% 929,20 n.v.t. n.v.t. Bijsparen PartnerPlusPensioen: PartnerPlusPensioen 1,60% n.v.t. 1,60% 929,20 n.v.t. n.v.t. -bij in dienst treden na 62 jaar 2,25% n.v.t. 2,25% 929,20 n.v.t. n.v.t. ArbeidsOngeschikheidsPensioen 0,075% 0,225% 0,30% 1604, ,20 n.v.t. Overgangspremie VPL (FPU) 0,00% 4,00% 4,00% n.v.t. n.v.t. n.v.t. Premie per maand over max. Werkhervattingskas (Whk) ZW 0,00% 0,24% 0,24% n.v.t. n.v.t. Werkhervattingskas (Whk) Flex 0,00% 0,14% 0,14% n.v.t. n.v.t. 4284,50 Zvw standaard 0,00% 7,50% n.v.t n.v.t. n.v.t. 4284,50 Zvw laag 5,40% 0,00% n.v.t. n.v.t. n.v.t. 4284,50 (FAOP-WAO) WAO Basis n.v.t. 5,450% 5,450% n.v.t. n.v.t. FAOP-WAO WGA 0,00% 0,00% 0,00% n.v.t. n.v.t. Totaal ** 0,00% 5,450% 5,450% n.v.t. n.v.t. 4284,50 UFO-premie n.v.t 0,78% 0,78% n.v.t. n.v.t. 4284,50 Premie bij niet ambtenaar (Premie WW) WW Awf 0,00% 2,15% 2,15% n.v.t. n.v.t. 4284,50 (Premie WAO) WAO Basis n.v.t. 5,45% 5,45% n.v.t. n.v.t. Premie WGA 0,00% 0,00% 0,00% n.v.t. n.v.t. Totaal 0,00% 5,45% 5,45% n.v.t. n.v.t. 4284,50 * Over de grondslag geen parttimefactor toepassen ** Geen premie berekenen bij werknemers die 55 jaar of ouder zijn of 50 jaar bij indienst vanaf 1 januari 2004 Afkortingen ABP Stichting Pensioenfonds ABP VPL Flexibel Pensioen en Uittreding ANW Algemene Nabestaande Wet WAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering FPU Flexibel Pensioen en Uittreden WGA Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten OR Ondernemingsraad WOR Wet op de ondernemingsraden UFO Uitvoeringsfonds voor de overheid WW Werkeloosheidswet Arbeidsvoorwaarden CAO-UMC per januari 2014, versie 02 6

7 Persoonlijk budget (PB) en extra persoonlijk budget (EPB) Het Persoonlijk budget (PB) kan worden ingezet voor ontwikkeling, opleiden en duurzame inzetbaarheid. Met als doel dat dit een belangrijke voorwaarde is voor medewerkers om nu en in de toekomst goed en met plezier te blijven werken. Wijzigingen vanaf 1 januari 2014: Verhoging PB van 1,3% naar 1,55%. Het verhoogde PB blijft 1,8% en het PB voor medewerkers met extra PB blijft 1%. Maximering van het PB en het verhoogd PB wordt vanaf 1 januari 2014 verruimd naar drie jaar (4,65% voor PB en 5,4% voor verhoogd PB, (beide omgerekend naar een ful-time salaris). Vanaf 1 januari 2014 mogen medewerkers een deel van het persoonlijk budget ter grootte van 0,8% van het salaris aanwenden voor 15 uren extra verlof of twee dagen vakantieverlof voor academisch medisch specialisten (uitgaand van een fulltime dienstverband). Aankoop van verlof kan met het PB of met het verhoogd PB. Dit is niet cumulatief en de aankoop betreft dus maximaal 15 verlofuren / 2 vakantiedagen. CAO UMC looptijd en beloning: De looptijd is 24 maanden: van 1 april 2013 tot 1 april Per 1 augustus 2014 wordt een structurele loonsverhoging toegekend van 1%, die doorwerkt in pensioen en uitkeringen. Per 1 juli 2014 wordt een eenmalige uitkering van 300,00 bruto verstrekt (niet pensioengevend) voor medewerkers die die maand in dienst zijn. Voor deeltijders wordt dit naar rato uitgekeerd. Per 1 januari 2015 wordt een eenmalige uitkering van 200,00 bruto verstrekt (niet pensioengevend) voor medewerkers die die maand in dienst zijn. Voor deeltijders wordt dit naar rato uitgekeerd. De werkgeversbijdrage levensloop van 1,05% is per 1 januari 2014 stopgezet. Arbeidsvoorwaarden CAO-UMC per januari 2014, versie 02 7

8 Reiskosten woon-werkverkeer Individueel Reis Budget (IRB) Individueel Reis Budget Met het Individueel Reis Budget (IRB) kan men per dag bepalen hoe de medewerker naar het werk komt: lopend, met openbaar vervoer, met de eigen fiets, brommer, scooter, motorfiets of carpoolend. Deze vervoerskeuze ontmoedigt individueel autogebruik op kantoortijden. De parkeerbevoegheid wordt daarom op maandag tot en met vrijdag van tot uur (piektijden) beperkt tot een incidenteel parkeren regeling. De medewerker kan maximaal 6 maal per jaar parkeren tegen 3,00 per keer. Bij een overschrijding van dit aantal parkeermogelijkheden betaalt men op maandag tot en met vrijdag gedurende de piektijden het commercieel parkeertarief. Gedurende de daltijd (maandag t/m vrijdag tot uur en in het weekend) is parkeren in de bezoekersgarages voor alle medewerkers gratis. Het gratis parkeren gedurende de daltijd geldt niet voor de Museumparkgarage en Nieuw-Hoboken. Aan de hand van de volgende factoren wordt een individuele reisvergoeding bepaald: - gemiddeld aantal reguliere werkdagen per jaar verminderd met het gemiddeld aantal dagen met kortstondige afwezigheid (vakantie, verlof en ziekte): = 206 reisdagen per jaar bij een 5-daagse reisweek; - een maximale vergoeding bij 206 reisdagen per jaar bij een 5-daagse reisweek; - de totale (te vergoeden) reisafstand, dat wil zeggen heen en terug is maximaal 100 kilometer per dag. Voor medewerkers in bepaalde functies met een aanstelling van twee jaar kan de verhuisplicht gelden; - Voor medewerkers met een nul-uren-aanstelling of een min-max-aanstelling vindt de vergoeding plaats aan de hand van de urendeclaratie. - Bij afwezigheid van langer dan één volledige kalendermaand wordt de tegemoetkoming in de reiskosten stopgezet. De betaling wordt hervat met ingang van de kalendermaand nadat de werkzaamheden, al dan niet gedeeltelijk, weer zijn aangevangen. Het IRB op jaarbasis wordt vastgesteld volgens de formule: Aantal reisdagen per jaar (206) * (gemiddeld aantal reisdagen per week / 5) * aantal kilometers per dag heen en terug (maximaal 100 km (50x2)) * vergoeding IRB per kilometer. Het aantal te reizen dagen per week tussen woning en werk is bepalend. Hierbij vindt geen verrekening plaats voor meer of minder gereisde dagen, met uitzondering van langdurige afwezigheid van 4 weken of langer. Het berekenen van kilometers woon-werkafstanden gebeurt automatisch. Bij de keuze voor het Individueel Reis Budget kan men kiezen voor: A: Individueel Reis Budget standaard B: Individueel Reis Budget CAO à la carte. A: Individueel Reis Budget standaard Bij de keuze voor het Individueel Reis Budget standaard bedraagt de vergoeding per kilometer voor woon- werkverkeer 0,15 met een maximum van 3.090,00 per jaar. Indien bij een vijfdaagse reisweek de berekening van een IRB een lager bedrag oplevert dan 200,00 per jaar dan wordt de vergoeding vastgesteld op 200,00. Bij minder dan vijf reisdagen per week geldt deze vergoeding naar rato. Het bedrag van 200,00 is een nettobedrag, het draagt de eventuele fiscale consequenties hiervan. B: Individueel Reis Budget CAO à la carte Bij de IRB CAO à la carte geldt een zelfde IRB-vergoeding als bij de IRB Standaard. Bij de IRB CAO à la carte maakt u, naast de vergoeding, ook gebruik van een fiscaal voordeel. Volgens de fiscale regelgeving mag er 0,19 per kilometer voor het woon- werkverkeer belastingvrij worden vergoed. Bij een afstand retour van meer dan 5 kilometer bestaat de mogelijkheid om voor het Individueel Reis Budget CAO à la carte te kiezen. Arbeidsvoorwaarden CAO-UMC per januari 2014, versie 02 8

9 Reiskosten woon-werkverkeer (vervolg) Dit betekent dat u bij een werkgeversvergoeding van 0,15 per kilometer de mogelijkheid heeft om tot 100 kilometer retour 0,04 per kilometer vanuit uw bruto loon in te zetten. Indien uw afstand meer dan 100 kilometer retour is kunt u het meerdere (101 t/m 150 km) inzetten tegen 0,19 per kilometer. U verlaagt daarmee uw brutoloon waardoor er minder loonheffing wordt betaald. En dat leidt tot een hoger nettosalaris. Uw bruto inkomen mag, na aftrek van het bedrag dat u wilt inzetten (eventueel in combinatie met andere regelingen), nooit lager worden dan het wettelijke minimumloon. Bij afwezigheid van langer dan één volledige kalendermaand wordt de tegemoetkoming in de reiskosten stopgezet. De betaling wordt hervat met ingang van de kalendermaand nadat de werkzaamheden, al dan niet gedeeltelijk, weer zijn aangevangen. Autoregeling CAO à la carte Bij keuze voor deze regeling geldt hetzelfde als bij de keuze voor de autoregeling maar daarbij maakt u tevens gebruik van een fiscaal voordeel. Voor meer informatie over de autoregeling wordt verwezen naar hoofdstuk 6. Volgens de fiscale regelgeving mag er 0,19 per kilometer voor het woon- werkverkeer belastingvrij worden vergoed. Bij een afstand retour van meer dan 5 kilometer heeft u de mogelijkheid om voor de autoregeling CAO à la carte te kiezen. Dit betekent dat u, omdat u geen werkgeversvergoeding voor reiskosten ontvangt, tot 150 kilometer retour 0,19 per kilometer vanuit uw bruto loon in te zetten. U verlaagt daarmee uw brutoloon waardoor er minder loonheffing wordt betaald. En dat leidt tot een hoger nettosalaris. Let wel op de consequenties zoals hieronder beschreven. Uw bruto inkomen mag, na aftrek van het bedrag dat u wilt inzetten (eventueel in combinatie met andere regelingen), nooit lager worden dan het wettelijke minimumloon. Bij afwezigheid van langer dan één volledige kalendermaand wordt het fiscaal voordeel stopgezet. De regeling wordt hervat met ingang van de kalendermaand nadat de werkzaamheden, al dan niet gedeeltelijk, weer zijn aangevangen. Autoregeling Hoewel het vervoersbeleid het individueel autogebruik door medewerkers probeert terug te dringen, heeft u nog steeds de vrijheid om ervoor te kiezen het gehele woon-werktraject met de auto af te leggen. U kunt daarbij gebruik maken van de parkeerplekken voor het personeel in de Museumparkgarage dan wel parkeerplaatsen bij het -Daniel of Nieuw-Hoboken. Bij keuze voor deze regeling krijgt u géén IRB-vergoeding of een andere tegemoetkoming in de reiskosten. U krijgt alleen de mogelijkheid om gedurende 24 uur per dag (betaald) te parkeren. De kosten voor het parkeren worden achteraf, maandelijks verrekend met uw salaris. U heeft geen gegarandeerde parkeerplaats. Indien de parkeerplaatsen die voor het personeel beschikbaar zijn gesteld bezet zijn, kan er in de Museumparkgarage alleen geparkeerd worden tegen commercieel tarief. De parkeertarieven zijn opgenomen in onderstaande tabel. Afstand woon-werkverkeer enkele reis Parkeertarief 0 tot 6 kilometer 8,00 Vanaf 6 kilometer 3,00 Arbeidsvoorwaarden CAO-UMC per januari 2014, versie 02 9