Nr Houten, 7 november b. De vijfde verordening tot wijziging van de verordening hondenbelasting 2002.

Transcriptie

1 Nr Houten, 7 november 2006 Aan de gemeenteraad Onderwerp: Belastingverordeningen 2007 Beslispunten: 1. De volgende verordeningen vast te stellen; a. De legesverordening 2007 b. De vijfde verordening tot wijziging van de verordening hondenbelasting c. De verordening onroerende-zaakbelasting Kennisnemen van de door het college vastgestelde volgende verordeningen, op grond van de door u verleende delegatie; - De vijfde verordening tot wijziging van de tarieventabel behorende bij de verordening van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten De derde verordening tot wijziging van de verordening rioolrechten De derde verordening tot wijzigen van de tarieventabel behorende bij de verordening lijkbezorgingsrechten De tweede verordening tot wijziging van de verordening marktgelden De tweede verordening tot wijziging van de verordening brandweerrechten Inleiding: Algemeen Gelet op artikel 216 van de Gemeentewet besluit de gemeenteraad tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting door het vaststellen van een belastingverordening. Voorstellen aan de gemeenteraad zijn daardoor noodzakelijk. Op grond van het delegatiebesluit van 27 mei 2003 zijn de wijziging en de vaststelling van de tarieven gerelateerd aan rechten (artikel 229 Gemeentewet), gedelegeerd aan het College. Door de jaarlijks terugkerende begrotingsbehandeling, ontstaan noodzakelijke wijzigen in de tariefstellingen. De wijzigingen, van onder andere de tarieven, moeten formeel worden aangepast in de bestaande verordeningen. Verder is het van belang dat redactionele wijzigingen worden doorgevoerd om de verordeningen actueel en juridisch bindend te houden. Voor het jaar 2006 is het inflatiepercentage vastgesteld op 1,52 procent. Dit betekent dat (met uitzondering van de tarieven afvalstoffenheffing) een groot aantal belastingen een verhoging van 1,52 procent ondergaat (dit percentage staat opgenomen in de begroting 2007 op blz. 65, paragraaf Lokale Heffingen). Voor de bij wet vastgestelde tarieven, mag geen inflatiecorrectie worden toegepast. Voornamelijk zijn dit de tarieven voor aanvragen van reisdocumenten en enkele tarieven van de burgerlijke stand (deze tarieven worden in de tarieventabel van de leges verordening aangeduid met een sterretje* of een hekje #). Het zogenaamde basisdeel van de legesverordening, laatst vastgesteld in 2001, is volledig geactualiseerd naar de huidige wet- en regelgeving en moet daarom formeel vastgesteld worden bij Raadsbesluit. Onder het kopje legesverordening wordt breder ingegaan op de verschillende wijzigingen. De discussie over de gewenste deregulering, de effecten vanuit de WABO (Wet algemene

2 bepalingen omgevingsrecht) en de nadere analyse over de kostendekkendheid van de verschillende legesproducten, wordt op dit moment voorbereid. De effecten daarvan zullen in 2007 zichtbaar worden en aansluitend aan u worden bekend gemaakt. Daarnaast vragen wij uw aandacht voor de uitvoering van de herwaardering Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ). Met ingang van 1 januari aanstaande, worden voor alle onroerende-zaken nieuwe WOZ-waarden vastgesteld. Het opnieuw vaststellen van WOZ-waarden geschiedt voor het eerst binnen twee jaar (oorspronkelijk vond dit om de vier jaar plaats, de laatste waardecorrectie dateert van 1 januari 2005). De verkorting van de herwaarderingstermijn is een gevolg van een wetswijziging, met als doelstelling, realisatie van een efficiencymaatregel. Met de verkorting van de herwaarderingstermijn hoopt de wetgever een afname van het aantal WOZbezwaarschriften te realiseren. De vaststelling van de WOZ-waarde zal hierdoor minder schoksgewijs plaatsvinden. De nieuw vastgestelde WOZ-waarde zal dan ook beter aansluiten bij de actuele markt. De verwachting is dat daarmee het percentage bezwaarschriften afneemt (voor 2005 was dat 7,5% landelijk was dit 8,5%). Met het vaststellen van een nieuwe WOZ-waarde, moeten ook de tarieven onroerendezaakbelasting voor het belastingjaar 2007 daarop worden aangepast. Het vaststellen van de tarieven is met de afschaffing van het gebruikersgedeelte onroerende-zaakbelasting in 2006 voor woningen aan strikte regels gebonden. Artikel 220f van de Gemeentewet regelt de maximering van de OZB-tarieven. Deze maximering betreft twee elementen: maximumtarieven en een gelimiteerde tariefstijging. Het systeem van maximering komt voort uit de behoefte van de regering om te sturen op de lastenontwikkeling van burgers en bedrijven. Onderstaand wordt u onder het kopje argumenten nader geïnformeerd over de verschillende verordeningen en relevante ontwikkelingen. Beoogd effect: Formele besluitvorming realiseren waardoor de belastingheffing op 1 januari 2007, in overeenstemming met wet- en regelgeving en conform de in de begroting 2007 opgenomen geraamde belastingopbrengsten, kan plaatsvinden. Argumenten: 1.a De legesverordening 2007 De legesverordening is in zijn geheel gescreend op wijzigingen in hogere wet- en of regelgeving. Voor het laatst in 2001 is het zogenaamde basisdeel verordening leges vastgesteld. Het is noodzakelijk de verordening te actualiseren naar de huidige wet- en regelgeving. De verordening voldoet daarmee aan de actuele stand van wet en regelgeving waarmee juridische discussies worden voorkomen. De afgelopen jaren kon volstaan worden met het uitsluitend wijzigen van de bijbehorende tarieventabel*. *Met het uitsluitend vaststellen van de tarieventabel door het college, kon op grond van de geldende delegatiebepaling daarmee dan ook de afgelopen jaren worden volstaan. Omdat het basisdeel van de legesverordening volledig is geactualiseerd, is een raadsbesluit daardoor noodzakelijk. Wijzigingen legesverordening De legesverordening van de gemeente Houten en de bijbehorende tarieventabel zijn gebaseerd op de modelverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en met onderstaande aanpassingen weer volledig in overeenstemming gebracht. Het betreft specifiek de artikelen 1, 6, 7 en 9 deze zijn tekstueel in overeenstemming gebracht met de modelverordening van de VNG. De verordening voldoet daarmee aan de actuele stand van wet en regelgeving waarmee mogelijke juridische discussies worden voorkomen. Wijzigingen tarieventabel Met uitzondering van de wettelijk of regionaal vastgestelde tarieven (herkenbaar door een sterretje * of een hekje # achter het tarief) en de onderstaande nader genoemde artikelen, ondergaan de tarieven op basis van de vastgestelde inflatiecorrectie een verhoging van 1,52%. Uitgangspunten: 1) Het primaire uitgangspunt is dat de leges kostendekkend moeten zijn, waardoor de directe- en de indirecte kosten betrekking hebbend op een product in de leges verrekend mogen worden. 2) In zoverre de leges niet kostendekkend zijn, dienen deze zo spoedig mogelijk kostendekkend

3 gemaakt te worden. 3) Er wordt gestreefd naar kostendekkendheid binnen 1 jaar, tenzij de stijging ten opzichte van het vorige jaar meer bedraagt dan 100%; dan zal de periode van ingroei maximaal 3 jaar zijn. Hiermee is al in 2005 begonnen. In deze periode van 3 jaar hoeft de stijging per jaar niet constant 100% te zijn om tot volledige kostendekkendheid te komen. In het jaar 2007 moeten in principe alle tarieven kostendekkend zijn gemaakt. 4) Voor producten die nog niet eerder legesplichtig waren, wordt volledige kostendekkendheid nagestreefd. 5) Dit jaar echter wordt er behoudens de onderstaand nader genoemde tarieven, een pas op de plaats gemaakt, waardoor de tarieven slechts met de inflatiecorrectie aangepast worden. Overzicht van de belangrijkste gewijzigde hoofdstukken en/ of artikelen met toelichting aan*: Hoofdstuk 10 Rijbewijzen, de tarieven zijn conform het collegebesluit van 11 juli jl. extra met 1,00 verhoogd om daarmee in de komende vier jaar te komen tot een volledige kostendekkendheid. Hoofdstuk 11 Wet op de kanspelen, alle tarieven zijn verhoogd tot het niveau aan de bij wet vastgestelde en daarmee toegestane tarieven. Daarmee sluiten de tarieven aan bij het uitgangspunt om overeenkomstig de wettelijk vastgestelde tarieven leges te heffen. Uitgangspunt voor de tarieven is daar waar deze wettelijk zijn bepaald, daarop aan te sluiten. Hoofdstuk 14 Huisvestingswet, is tekstueel volledig geactualiseerd met de Huisvestingwet. Hoofdstuk 15 onder artikel is een tarief toegevoegd voor een situatie waarvoor nu teveel leges wordt geheven. Het betreft situaties van zeer korte duur, bijvoorbeeld het gebruik maken van een verkeersontheffing voor maximaal 1 dag. Hiervoor wordt een tarief geïntroduceerd van 12,00. Hoofdstuk 15, het in artikel genoemde tarief is aanzienlijk verlaagd om reden dat alle aanvragen voor exceptionele transporten voortaan via het Rijksdienst voor Wegverkeer lopen. Daarmee kan het tarief gelijk gesteld worden aan artikel omdat de beoordeling daarmee minder complex is. Hoofdstuk 17, onder artikel treft u een geheel nieuw tarief aan, wat is gekoppeld aan het op verzoek toesturen door het WIC van verkoopbrochures. Uit verificatie bleek dat heffing plaatsvond zonder dat daarvoor een tarief in de tarieventabel was opgenomen. * De discussie over de gewenste deregulering, de effecten vanuit de WABO (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) en de nadere analyse over de kostendekkendheid van de verschillende legesproducten, wordt op dit moment voorbereidt. De effecten daarvan zullen in 2007 zichtbaar worden en aansluitend aan u worden bekend gemaakt. 1.b De vijfde verordening tot wijziging van de verordening hondenbelasting c De verordening onroerende-zaakbelasting 2007 Het vaststellen van een geheel nieuwe verordening onroerende-zaakbelasting is het gevolg van aanpassingen van wetteksten welke op 1 januari aanstaande van kracht worden. Dit betekent dat rekening is gehouden met de wijzigingen die op die datum in werking treden als gevolg van: de Wet Afschaffing gebruikersdeel OZB op woningen (Stb. 2005, 725) de Wet meer doelmatige uitvoering Wet waardering onroerende zaken (Stb. 2004, 656) het Koninklijk besluit tot jaarlijkse waardebepaling (Stb. 2006, 43) Als gevolg van wijzigingen in de Gemeentewet en de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ) moet voor 2007 een geheel nieuwe verordening worden vastgesteld. Wij sommen de wijzigingen nog even voor u op, waarna u onderstaand de nadere toelichting aantreft: de afschaffing van de gebruikersbelasting op woningen de toepassing van amendement-de Pater in 2007 (combinatie woning-bedrijfspand, vrijstelling gebruik OZB voor woning gedeelte, nieuw artikel 220e Gemeentewet) de waarde-eenheid van de verhoging van de drempelwaarde en de invorderingsvrijstelling het vervallen van de ingroei- en aftopvariant in 2007 de limitering van de tarieven

4 De afschaffing van de gebruikersbelasting op woningen Met ingang van 1 januari 2006 is als gevolg van een belastingreducerende maatregel van de regering deze belasting bij Wetswijziging afgeschaft. De toepassing van amendement-de Pater in 2007 Bij een combinatie woning/ bedrijfspand is sprake van een indeling in de categorie niet-woning. Door deze indeling kwam deze categorie voor het gedeelte woning niet in aanmerking voor de belastingreducerende maatregel. Dit effect was onbedoeld waardoor aanpassing van de wet het noodzakelijke gevolg was en voor het onderdeel woning bij combinatie woning/ bedrijfspand alsnog deze maatregel wordt toegepast. De waarde-eenheid De aanpassing van de waarde-eenheid is nog een gevolg van de omschakeling van de gulden naar de euro. De waarde-eenheid is destijds door omrekening op vastgesteld. De wetgever heeft met de aanpassing beoogd de eenheid weer gelijk aan de oude situatie op een heel getal vast te stellen. Al vanaf 2005 wordt gerekend met de waarde-eenheid van Hieruit ontstaan verder geen financiële effecten. De verhoging van de drempelwaarde en de invorderingsvrijstelling Door de ontwikkelingen van de afgelopen jaren in vastgestelde economische waarde, is de waardedrempel daarop aangepast (drempel waaronder geen WOZ-beschikking wordt vastgesteld). Dit geldt eveneens voor de invorderingsvrijstelling. Het vervallen van de ingroei- en aftopvariant in 2007 Met de invoering van de Wet WOZ zijn om reden van ongewenste effecten in genereren van opbrengsten OZB en bijbehorende belastingdrukverdeling destijds, mogelijkheden gecreëerd waardoor een afwijkende tariefbepaling onder strikte voorwaarden was toegestaan. Nu de implementatie van de Wet WOZ alweer enige jaren loopt en de verkorting van de herwaarderingstermijn een feit is, zijn de betreffende varianten overbodig geworden. Gevolgen herwaardering voor OZB-tarieven 2007 en limitering Voor 2007 is het maximumstijgingspercentage voor de OZB-tarieven vastgesteld op 2,75%. De OZB voor 2007 is gebaseerd op de waardebeschikkingen die begin dat jaar worden vastgesteld als gevolg van de herwaardering. De drempeltarieven (en rekentarieven) voor 2007 worden aangepast aan de landelijke waardeontwikkeling. In de meicirculaire van het Ministerie van BZK is de marktontwikkeling tussen en , op basis van informatie die de Waarderingskamer heeft verzameld, geschat op: voor woningen 6,6% (Houtense situatie gemiddeld circa 8,41%) voor niet-woningen 4,0% (Houtense situatie gemiddeld circa 2,94%) De drempeltarieven (en rekentarieven) bedragen voor 2007: OZB woningen eigenaren 2,34 OZB niet-woningen gebruikers 2,42 OZB niet-woningen eigenaren 3,00 De maximale tarieven wijzigen niet ten opzichte van 2006 en bedragen in 2007 dus: OZB woningen eigenaren 6,62 OZB niet-woningen gebruikers 6,68 OZB niet-woningen eigenaren 8,29 Uitgangspunt in de gemeentelijke begrotingspraktijk bij de tariefstelling in herwaarderingsjaren is altijd de gewenste opbrengst geweest, waarbij de invloed van de waardeontwikkeling zo goed mogelijk is geschat. Een eventuele onjuiste inschatting van de waardeontwikkeling werd desgewenst op een later moment gecorrigeerd door een tariefaanpassing. Gemeenten die met hun OZB-tarieven (flink) onder de drempeltarieven zitten, kunnen deze praktijk in beginsel voortzetten. Zij hebben immers de ruimte om hun OZB-opbrengst met meer dan 2,75% te laten stijgen. Voor gemeenten die geconfronteerd worden met de tarieflimitering, is de begrotingssituatie echter veranderd. De gemeente Houten is een gemeente waarbij sprake is van tarieven boven de drempelbedragen, waardoor wij gehouden zijn aan een maximaal stijgingspercentage van de tarieven van 2,75%. Met de in de verordening onroerende-zaakbelasting 2007 opgenomen tarieven is rekening gehouden met de wettelijke beperking. Daarnaast is bij de tariefstelling rekening gehouden met de verschillende waardeontwikkeling van de categorie woning en niet-woning. Hierbij is sprake van een waardeontwikkeling van 8.41% van de categorie woningen en 2,94% van de categorie niet-woningen. Door rekening te houden met de verschillen in waardeontwikkeling wordt voorkomen dat er een verschuiving

5 plaatsvindt in de belastingdruk van de categorie niet-woningen naar die van de categorie woningen. Gemeenten met tarieven boven of net onder de drempeltarieven De VNG adviseert gemeenten met tarieven boven of net onder de drempeltarieven om bij het vaststellen van de tarieven, zoals gebruikelijk, naar beste weten rekening te houden met de waardeontwikkeling, maar daarbij uit te gaan van een conservatieve inschatting van de belastingcapaciteit en dus een voorzichtige inschatting te hanteren bij de waardeontwikkeling. Gemeenten met tarieven boven of net onder de drempeltarieven zijn namelijk niet meer vrij om de gewenste opbrengst zelf te bepalen, maar moeten rekening houden met de rijkslimitering. Deze limitering houdt naast de tarieflimitering in dat de opbrengst, gegenereerd door de combinatie van tarief en waardeontwikkeling, maximaal met 2,75% mag stijgen. In zijn berichtgeving (meicirculaire) doet de minister van BZK het voorkomen dat de gemeentelijke tarieven al in 2007 getoetst zullen worden op overschrijding van de opbrengstlimiet van 2,75%. Dit is onjuist, de toetsing vindt eerst in 2008 plaats. De huidige praktijk waarbij de begroting wordt gebaseerd op de best beschikbare kennis over de waardeontwikkeling kan dan ook worden voortgezet. Er zijn echter twee veranderingen: Gemeenten die de waardeontwikkeling bij de opstelling van de begroting van 2007 te laag inschatten, moeten de daardoor in 2007 gerealiseerde meeropbrengst boven de 2,75% in 2008 teruggeven via tariefaanpassing. Gemeenten die de waardeontwikkeling bij de opstelling van de begroting van 2007 te hoog inschatten, realiseren in 2007 een lagere opbrengst dan verwacht. Deze gemeenten kunnen deze gederfde opbrengst door de werking van de tarieflimitering, anders dan tot nog toe, niet in 2008 inhalen. Een voorzichtige inschatting van de waardeontwikkeling wordt daarom nadrukkelijk aanbevolen. Overgangsmodel voor 2006 vervalt In de vastgestelde verordening voor 2006 was een overgangsbepaling opgenomen conform het model van de VNG. Dat model vervalt met ingang van 1 januari 2007, maar behoudt vanzelfsprekend wel zijn geldigheid voor Juridische procedure OZB Het afschaffen van het gebruikersgedeelte onroerende-zaakbelasting lijkt in strijd met het Europese Handvest inzake de lokale autonomie (aantasting autonome financiële/ belasting vrijheid). Op 15 februari 2007 vindt een rechtszitting plaats over de nieuwe OZB-wetgeving. De VNG en de gemeenten Bunnik, Doetichem, Enschede en Sneek, hebben de staat gedagvaard. Wij volgen de ontwikkelingen nauwkeurig en mocht daartoe aanleiding bestaan zullen wij u informeren. Tarief OZB Het uitgangspunt is, conform de begroting een inflatiecorrectie van 1,52%, verdiscontering in het tarief van de gemiddelde waardestijging en tariefstelling conform het wettelijk voorschrift. 2.1 Afvalstoffenheffing De tarieven afvalstoffenheffing zijn gebaseerd op kostendekkendheid. Op basis van de ramingen worden, in overeenstemming met de geldende wetgeving, jaarlijks de tarieven vastgesteld. Afwijkingen in kosten en baten worden pas achteraf zichtbaar in de jaarrekening en worden vervolgens in het tarief voor het volgend jaar verwerkt. Zo, is de afrekening 2005, met een overschot van circa ,--, verwerkt in de tariefbepaling Het gevolg is dat het tarief 2007 t.o.v. het tarief 2006 met circa 3,5% daalt. Daarnaast is artikel van de tarieventabel gewijzigd in één uniform tarief voor het omwisselen van een container. Het onderscheid in grootte is daarbij niet (meer) van belang en onder artikel van de tarieventabel is een nieuwe bepaling opgenomen voor het nieuw verkrijgen van een sleutel (bij vermissing) voor een ondergrondse afvalcontainer. Met uitzondering van de tarieven voor het ophalen van het huisvuil, ondergaan de overige tarieven op basis van de vastgestelde inflatiecorrectie wel een gemiddelde verhoging van 1,52%. Rioolrechten Met ingang van 2006 is het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan (GRP) in werking getreden. In het nieuwe GRP is ondermeer een meer evenwichtige verdeling tussen de onderlinge tariefklassen gerealiseerd. Het voor 2006 vaststellen van een volledig nieuwe indeling van de tariefklassen, was daarvan dus een direct gevolg. Met het beoordelen van de verordening is geconstateerd dat de uitgangspunten bij de maatstaf van heffing (bepalen waterverbruik), bij het ontbreken van

6 afzonderlijke watermeters of door ontstaan van belastingplicht op een nieuw verbruikersadres, niet meer consistent in lijn was met de nieuwe tariefindeling. De verordening is daarmee redactioneel in overeenstemming gebracht en loopt daarmee weer in lijn met het oorspronkelijke (basis) uitgangspunt. Lijkbezorgingsrechten Marktgelden Brandweerrechten Communicatie: Op grond van artikel 139 Gemeentewet moeten wijzigingen betreffende belastingverordeningen, nadat zij door de Gemeenteraad/ College van Burgemeester en wethouders zijn vastgesteld, gepubliceerd worden. In het Houtens Nieuws zal nadat de verordeningen zijn vastgesteld mededeling worden gedaan van de wijzigingen. Daarnaast liggen de verordeningen ter inzage bij het onderdeel Belastingen in het gemeentehuis,het wooninformatiecentrum en zijn te raadplegen door middel van het Internet. Financiën: De tarieven zijn overeenkomstig de begrotingsvergadering van 7 november jl. vastgesteld. Burgemeester en wethouders van Houten, de secretaris, de burgemeester, H. Wiegel C.H.J. Lamers

7 Bijlagen die voor de leden van de raad ter inzage liggen op de gebruikelijke wijze: 1. De vijfde verordening tot wijziging van de tarieventabel behorende bij de verordening van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten De derde verordening tot wijziging van de verordening rioolrechten De derde verordening tot wijzigen van de tarieventabel behorende bij de verordening lijkbezorgingsrechten De tweede verordening tot wijziging van de verordening marktgelden De tweede verordening tot wijziging van de verordening brandweerrechten A. Toelichting en berekening tarieven onroerende-zaakbelasting B. Kopie van het delegatiebesluit van 27 mei C. Kopie VNG over de rechtszitting OZB-wetgeving. Meegezonden bijlagen bij dit voorstel: De legesverordening De vijfde verordening tot wijziging van de verordening hondenbelasting De verordening onroerende-zaakbelasting 2007.

8 Nr De raad van de gemeente Houten heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november, nr gelezen en besluit; 1. De volgende verordeningen vast te stellen; a. De legesverordening 2007 b. De vijfde verordening tot wijziging van de verordening hondenbelasting c. De verordening onroerende-zaakbelasting Kennisgenomen van de door het college vastgestelde verordeningen, op grond van de verleende delegatie; De vijfde verordening tot wijziging van de tarieventabel behorende bij de verordening van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten De derde verordening tot wijziging van de verordening rioolrechten De derde verordening tot wijzigen van de tarieventabel behorende bij de verordening lijkbezorgingsrechten De tweede verordening tot wijziging van de verordening marktgelden De tweede verordening tot wijziging van de verordening brandweerrechten Dit is besloten in de openbare vergadering van de raad op 19 december De raad van de gemeente Houten, de griffier, de voorzitter, E.A. Scholten-Quispel C.H.J. Lamers