Beslisdocument college van Peel en Maas

Transcriptie

1 Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2013/ Documentnummer: 1894/2014/ Besluitnummer: Onderwerp: Resultaten en beslispunten naar aanleiding van het project legalisatie huisvestlocaties tijdelijke arbeidskrachten. Advies: 1. Vast te stellen de aangepaste beleidsregels huisvesting (tijdelijke) arbeidskrachten Peel en Maas, versie februari De beleidsregels huisvesting (tijdelijke) arbeidskrachten Peel en Maas door het college van burgemeester & wethouders vastgesteld op 21 mei 2013 met besluitnummer in te trekken. 3. Te besluiten voor woonunits en chalets (alleen op campings) voor wat betreft het Bouwbesluit 2013 te toetsen aan logies en het bouwbeleidsplan zodanig aan te passen dat uitsluitend wordt getoetst op de belangrijke aspecten. 4. De raad ten tijde van vaststelling van het paraplubestemmingsplan voor te stellen om de algemene uitgangspunten aan te passen voor wat betreft het aantal personen en de voorzieningen op de eigen kamer bij mid-stay in bestaande woningen. 5. In te stemmen met bijgevoegde Raadsinformatiebrief. Besluit van het college Peel en Maas: volgens advies aangehouden anders, namelijk: Ondertekening gemeentesecretaris, datum: drs. H. Mensink

2 Zaaknummer: 1894/2013/ Documentnummer: 1894/2014/ Besluitnummer: Adviesnota Onderwerp Resultaten en beslispunten naar aanleiding van het project legalisatie huisvestlocaties tijdelijke arbeidskrachten. Advies 1. Vast te stellen de aangepaste beleidsregels huisvesting (tijdelijke) arbeidskrachten Peel en Maas, versie februari De beleidsregels huisvesting (tijdelijke) arbeidskrachten Peel en Maas door het college van burgemeester & wethouders vastgesteld op 21 mei 2013 met besluitnummer in te trekken. 3. Te besluiten voor woonunits en chalets (alleen op campings) voor wat betreft het Bouwbesluit 2013 te toetsen aan logies en het bouwbeleidsplan zodanig aan te passen dat uitsluitend wordt getoetst op de belangrijke aspecten. 4. De raad ten tijde van vaststelling van het paraplubestemmingsplan voor te stellen om de algemene uitgangspunten aan te passen voor wat betreft het aantal personen en de voorzieningen op de eigen kamer bij mid-stay in bestaande woningen. 5. In te stemmen met bijgevoegde Raadsinformatiebrief. Inleiding De raad heeft op 12 maart 2013 de Algemene beleidsuitgangspunten huisvesting (tijdelijke) arbeidskrachten Peel en Maas vastgesteld. Het college heeft deze uitgangspunten verder uitgewerkt in de Beleidsregels huisvesting tijdelijke arbeidskrachten Peel en Maas, vastgesteld op 21 mei Gebleken is dat op veel huisvestingslocaties het gebruik nog niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan. Het college heeft besloten om dit projectmatig te gaan aanpakken en daarvoor een nieuw paraplubestemmingsplan op te stellen. Op 27 juni 2013 heeft een informatieavond plaatsgevonden voor alle huisvestlocaties waarin het project nader werd toegelicht. Vervolgens zijn vanaf juli 2013 de intakegesprekken van start gegaan. Op 17 december 2014 heeft de gemeenteraad ingestemd met het voorstel om een krediet beschikbaar te stellen voor het project legalisatie huisvesting tijdelijke arbeidskrachten zodat de eigenaren van huisvestlocaties voor een bedrag van 2500 euro kunnen deelnemen aan het project. De eventuele deelnemers konden zich tot uiterlijk 6 januari 2014 aanmelden voor een intake gesprek. In totaal zijn er 66 intake gesprekken gevoerd over in totaal 71 locaties. Uit deze intakegesprekken volgen een aantal algemene constateringen. Tevens volgt uit de intakegesprekken dat de beleidsregels op een aantal onderdelen praktische aanpassing behoeven. Geur In artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderijen is de definitie opgenomen van een geurgevoelig object. Een geurgevoelig object is een gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt, waarbij onder gebouw bestemd voor menselijk wonen of menselijk verblijf wordt verstaan: gebouw dat op grond van het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 3.1 van de Wro of indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid van de Wabo van het bestemmingsplan of beheersverordening is afgeweken, de omgevingsvergunning bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van laatstgenoemde wet mag worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf. In de praktijk blijkt dat een aantal locaties zijn gelegen in een geurcirkel van een nabij gelegen IV-bedrijf. Uit interne toetsing van de locaties is gebleken dat 2/3 van de locaties in principe voldoen aan de geurnormen (14 odeurunits voor wat betreft het buitengebied). Dit is geconstateerd op basis van de geurgegevens van 2008 behorende bij het bestemmingsplan buitengebied in aanvulling met de daarna verleende Gemeente Peel en Maas 1894/2014/ Pagina 2 van 13

3 milieuvergunningen. Aan de aanvragers wordt in de brief naar aanleiding van de intake medegedeeld dat bij een eventuele zienswijze op dit aspect, er alsnog een uitgebreid geuronderzoek dient plaats te vinden en dat de kosten daarvan voor rekening van de huisvester zijn. In 1/3 e van de gevallen is op basis van de ons beschikbare gegevens geconcludeerd dat er geuronderzoek plaats moet vinden. In dat geval dient ook te worden getoetst aan de geldende norm. De kosten daarvan zijn voor rekening van de huisvester. In een aantal gevallen lijkt geur op voorhand al een onoverkomelijk probleem te zijn. Met deze huisvesters zal een afspraak worden gemaakt en per locatie gekeken worden naar een maatwerkoplossing. Geluid In artikel 1.1 van de Wet geluidhinder is de definitie van gevoelige gebouwen opgenomen:: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 Wet geluidhinder worden aangemerkt als andere geluidsgevoelige gebouwen, met uitzondering van die gebouwen behorende bij de betreffende inrichting Dit zijn bijvoorbeeld schoolgebouwen, bejaardentehuizen etc. Uit de jurisprudentie blijkt dat huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten niet geluidgevoelig is. Geluidsonderzoeken zijn dan ook niet nodig. Dit zal ook in de nieuwe versie van de flyer worden opgenomen. Constateringen - Uit de intakegesprekken is gebleken dat in de praktijk bij tuinders, champignonkwekerijen en nertsenhouderijen sprake is van mid-stay huisvesting Uit de analyse van de intakegesprekken is gebleken dat in de praktijk bij glastuinbouwbedrijven, champignonkwekerijen en nertsenhouderijen vaak sprake is van mid-stay huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten, oftewel huisvesting van langer dan 6 maanden. In de Algemene beleiduitgangspunten huisvesting (tijdelijke) arbeidskrachten Peel en Maas, vastgesteld door de raad op 12 maart 2013 en in de Beleidsregels huisvesting (tijdelijke) arbeidskrachten Peel en Maas, vastgesteld door het college op 21 mei 2013 is bepaald dat bij een agrarisch bedrijf uitsluitend short-stay is toegestaan. Onder short stay wordt verstaan verblijf gedurende maximaal 6 maanden. Agrarische bedrijven waar arbeidskrachten langer dan zes maanden verblijven per arbeidskracht zijn dan ook niet toegestaan. Voorgesteld wordt om in de beantwoordingsbrief van de intake aan de agrarische bedrijven waar dit aan de orde is mee te delen dat mid-stay niet gelegaliseerd kan worden maar dat zij wel mee kunnen doen aan het legalisatieproject als ze de huisvesting terugbrengen tot short-stay huisvesting. Dit zal dan in het kader van toezicht een aandachtspunt worden. - Voor vergunde huisvestingslocaties waar geen agrarisch bedrijf meer is moet een nieuwe planologische afweging worden gemaakt. In de praktijk is gebleken dat een aantal locaties welke reeds zijn vergund geen agrarisch bedrijf meer hebben. Deze locaties zijn vergund onder de voorwaarde dat de huisvesting plaatsvindt voor het eigen agrarisch bedrijf. Omdat er geen agrarisch bedrijf meer aanwezig is, is het gebruik op deze locaties in strijd met het bestemmingsplan. Indien er toch huisvesting plaatsvindt dient er een nieuwe planologische afweging plaats te vinden. Er zijn dan ook drie opties: 1. Een doorstart maken van het agrarisch bedrijf 2. VAB-beleid toepassen, voor wat betreft het onderdeel huisvesting tijdelijke arbeidskrachten. Daarvoor dient de locatie wel gelegen te zijn in de gebiedstypologie oude verdichte bouwlanden, kernrandzone of ontwikkelingszone bebouwingslinten en dient er een bedrijfswoning aanwezig te zijn. In dat geval wordt de agrarische bestemming verwijderd en wordt er een bestemming Wonen of Wonen Plattelandswoning toegekend. 3. Stoppen met huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten. De reeds vergunde gevallen waar inmiddels geen agrarisch bedrijf meer is dienen dan ook een aparte procedure te doorlopen of mee te liften in het legalisatieproject, er is immers een nieuwe planologische afweging noodzakelijk. Er moet daarbij getoetst worden of de huisvesting in de nieuwe situatie volgens het huidige beleid mogelijk is. Dat betekent dat getoetst moet worden of de huisvesting bijvoorbeeld onder de regeling huisvesting in een VAB kan vallen. Dit is dan ook maatwerk. Gemeente Peel en Maas 1894/2014/ Pagina 3 van 13

4 - De legesverordening Peel en Maas regelt dat voor een illegaal opgericht bouwwerk boeteleges dienen te worden geheven. Op basis van de Legesverordening Peel en Maas dienen voor illegaal opgerichte of verbouwde bouwwerken boeteleges te worden geheven. - In de praktijk is gebleken dat er situaties zijn waarbij er sprake is van structurele huisvesting voor short-stay in units, terwijl er nog mogelijkheden zijn voor nieuwbouw/aanbouw binnen het bouwvlak In paragraaf is opgenomen dat het realiseren van woonunits op het agrarisch bedrijf zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Onder a van deze paragraaf is bepaald dat woonunits alleen mogen worden geplaatst indien aangetoond is dat de bestaande bebouwing op het agrarische bedrijf in zijn geheel noodzakelijk is voor de agrarische bedrijfsvoering, althans dat de beschikbare ruimte in bestaande bebouwing niet geschikt kan worden gemaakt voor de huisvesting van de eigen werknemers. Onder b is vervolgens bepaald dat aannemelijk dient te worden gemaakt, dat er ook elders geen geschikte huisvesting beschikbaar is. In paragraaf onder f, dat betrekking heeft op nieuwbouw of inpandige verbouwing voor huisvesting bij het agrarisch bedrijf is opgenomen dat indien sprake is van nieuwbouw en inpandige verbouw van een huisvestingsgedeelte bij een bedrijf, zijn woonunits niet meer toegestaan, met uitzondering van de mogelijkheid om tijdens de piekmomenten, na vooraf verkregen toestemming van de gemeente, voor maximaal 3 maanden tijdelijke, woonunits te plaatsen voor de opvang van maximaal 20 personen; Na het verstrijken van deze termijn moet de bewoning in de woonunits worden beëindigd en dienen de units weer te worden verwijderd van het erf dan wel uit het zicht worden geplaatst, bijvoorbeeld binnen bestaande (agrarische) bebouwing. Uit de intakegesprekken is echter gebleken dat zich in de praktijk twee situaties voordoen: 1. structurele huisvesting voor short stay in units terwijl er nog mogelijkheden zijn voor aanbouw/nieuwbouw binnen het bouwvlak 2. inpandige verbouwing voor een aantal, bijvoorbeeld 6 arbeidskrachten en bijplaatsen structurele units voor de overige benodigde arbeidskrachten, bijvoorbeeld 14 arbeidskrachten. Het beleid moet zodanig worden geïnterpreteerd dat structurele huisvesting voor short stay in units is toegestaan wanneer er geen inpandige verbouwing plaats kan vinden en wanneer er elders geen huisvesting mogelijk is. Doelstelling In te stemmen met een aantal constateringen naar aanleiding van de intakegesprekken en de beleidsregels huisvesting tijdelijke arbeidskrachten te wijzigen dan wel aan te vullen op een aantal onderdelen. Relatie (programma)begroting Programma 1.2 Wonen Inspelen op nieuwkomers, waaronder arbeidsmigranten In samenwerking met corporaties en werkgevers worden afspraken gemaakt over de realisatie van structurele huisvesting voor arbeidsmigranten, zowel via kleinschalige semi-permanente huisvesting, als reguliere huisvesting voor werknemers (en hun huishouden) met een vaste baan. In dat kader wordt het beleid inzake de (tijdelijke) huisvesting van arbeidsmigranten heroverwogen. Programma 4.1 economische ontwikkeling Een aantrekkelijke regio zijn voor arbeidsmigranten zodat arbeidsmigranten zich (blijvend) vestigen en integreren in onze Regio (uitwerking van de verklaring van Kerkeböske). Programma 3.1 Diversiteit Voor de doelgroep arbeidsmigranten wordt een regionaal en lokaal projectplan uitgevoerd met als doel dat arbeidsmigranten zich thuis kunnen voelen. Het projectplan kenmerkt zich door een integrale aanpak, waarin vraagstukken op het gebied van huisvesting, integratie en andere onderdelen in samenhang worden aangepakt. Gemeente Peel en Maas 1894/2014/ Pagina 4 van 13

5 Argumenten 1.1 Naar aanleiding van de intakegesprekken dienen een aantal praktische zaken te worden aangepast in de beleidsregels Het betreffen aanpassingen die de intentie van het beleid versterken. Deze nadere invulling is nodig vanuit de praktijk en om de voortgang van het proces te garanderen. Het betreffen de volgende onderdelen: 1. In paragraaf onder c de zinsnede Bij deze vorm van huisvesting dienen er een of meerdere gemeenschappelijke ruimten (niet zijnde sanitaire - en bergruimte) te zijn. Deze ruimten zijn samen minimaal 40 m2. en bij meer dan 40 personen moeten deze ruimten worden verruimd met 1 m2. per persoon te verwijderen; 2. In paragraaf onder e toe te voegen: Het is uiteraard ook mogelijk om de bestemming te wijzigen door middel van een bestemmingsplanwijziging dan wel door middel van een uitgebreide omgevingsvergunning. 3. In paragraaf dienen de volgende voorwaarden te worden toegevoegd: c. toepassing van de VAB-regeling is uitsluitend mogelijk voor locaties waar ook een bedrijfswoning aanwezig is. d. de agrarische bestemming komt te vervallen als gevolg van toepassing van de VAB-regeling; 4. In paragraaf onder b als extra voorwaarde op te nemen dat huisvesting tijdelijke arbeidskrachten in alle gevallen ondergeschikt dient te zijn ten opzichte van het recreatieterrein, waarbij in ieder geval getoetst wordt aan aantallen en oppervlakte van de huisvesting en de bepaling onder c Als een ondernemer het kampeerterrein volledig wil benutten voor huisvesting, vereist dit een afzonderlijke afweging door de gemeente. te verwijderen; 5. In paragraaf onder f wordt achter de zinsnede Indien sprake is van nieuwbouw en inpandige verbouw van een huisvestingsgedeelte bij een bedrijf toegevoegd: ten behoeve van de geheel voor de eigen bedrijfsvoering benodigde tijdelijke arbeidskrachten. 6. In de beleidsregels is opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders beoordeelt in welke gevallen de ligging van de bedrijfswoning ten opzichte van de huisvestingslocatie een goed beheer en toezicht waarborgt. In de praktijk is behoefte aan een aantal toetsingscriteria. Het college toetst bij de beoordeling daarvan in ieder geval op de volgende punten. Er dient op zijn minst: - een bedrijfswoning te liggen op hetzelfde bouwvlak, dan wel: - de bedrijfswoning door middel van een gekoppeld bouwvlak is gekoppeld aan het bedrijf waar de huisvesting plaatsvindt, dan wel; - een beheerder zijn aangesteld die woont in de bedrijfswoning en belast is met het toezicht en beheer. Dit wordt gewaarborgd in de exploitatievergunning. 1.2 Gemeenschappelijke ruimten zijn niet nodig bij mid-stay, mid-stay is immers vergelijkbaar met een normale woning (aanpassing 1). In paragraaf is de volgende zinsnede opgenomen: Bij deze vorm van huisvesting dienen er een of meerdere gemeenschappelijke ruimten (niet zijnde sanitaire - en bergruimte) te zijn. Deze ruimten zijn samen minimaal 40 m2. en bij meer dan 40 personen moeten deze ruimten worden verruimd met 1m2. per persoon. Deze paragraaf heeft betrekking op de realisatie van nieuwbouw van mid-stay accommodaties. In het geval van mid-stay accommodaties is een gemeenschappelijke ruimte echter niet nodig. Mid-stay accommodaties kunnen namelijk worden vergeleken met gewone appartementen. Het betreft immers wonen. Bovendien is bij een mid-stay accommodatie reeds voorzien in eigen voorzieningen per 2 personen. Voorgesteld wordt dan ook om deze bepaling te schrappen uit de beleidsregels. Gemeente Peel en Maas 1894/2014/ Pagina 5 van 13

6 Relatie met algemene uitgangspunten raad In de algemene uitgangspunten van de raad is niets opgenomen over gemeenschappelijke ruimten bij mid-stay. Er is dan ook geen aanpassing nodig van de algemene uitgangspunten van de raad 1.3 De beleidsregels zijn niet duidelijk ten aanzien van de te volgen procedure voor het wijzigen van de bestemming voor het huisvesten in bestaande complexen voor mid-stay en short-stay (aanpassing 2) In de beleidsregels is in paragraaf onder e het volgende opgenomen: Het wordt voor bestaande gebouwen in de definitieve crisis en herstelwet mogelijk gemaakt om voor een termijn van 10 jaar een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het geldende bestemmingsplan. Het staat initiatiefnemer vrij om van deze mogelijkheid gebruik te maken zodra de nieuwe wet van kracht is en de regeling daarin dienovereenkomstig wordt opgenomen. Dit impliceert dat een bestaand complex uitsluitend voor een periode van 10 jaar kan worden omgezet voor de huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten. Voorgesteld wordt daarom om toe te voegen dat het uiteraard ook mogelijk is om de bestemming te wijzigen door middel van een bestemmingsplanwijziging of door middel van een uitgebreide omgevingsvergunning. Relatie met algemene uitgangspunten raad In de algemene uitgangspunten van de raad is niets opgenomen over de te volgen procedure voor het wijzigen van de bestemming voor mid-stay huisvesting in bestaande complexen. Er is dan ook geen aanpassing nodig van de algemene uitgangspunten van de raad 1.4 In de beleidsregels is bij onderdeel VAB geen voorwaarde opgenomen dat de agrarische bestemming moet worden ingetrokken en dat er een bedrijfswoning bij moet zijn gelegen (aanpassing 3). In de Beleidsregels huisvesting (tijdelijke) arbeidskrachten is geen voorwaarde opgenomen dat de agrarische bestemming komt te vervallen en er daardoor geen agrarische activiteiten meer kunnen worden uitgeoefend en dat er een bedrijfswoning bij moet zijn gelegen. Dit zijn voorwaarden die in het huidige VAB-beleid wel zijn opgenomen. Voorgesteld wordt om deze voorwaarden over te nemen. Relatie met algemene uitgangspunten raad In de algemene uitgangspunten van de raad is niets opgenomen over het onderdeel VAB. Er is dan ook geen aanpassing nodig van de algemene uitgangspunten van de raad. Dit voorstel voorziet in het in overeenstemming brengen van de beleidsregels huisvesting tijdelijke arbeidskrachten met het in de structuurvisie buitengebied door de raad vastgestelde VAB beleid. Het doel van het VAB beleid is immers dat er een bedrijfswoning bij moet zijn gelegen en dat de agrarische bestemming moet worden verwijderd. 1.5 Wanneer recreatie ondergeschikt wordt aan huisvesting tijdelijke arbeidskrachten, wordt het doel van het beleid: huisvesting in reguliere woningen niet bereikt (aanpassing 4). In het beleid is opgenomen dat huisvesting op campings onder voorwaarden is toegestaan. Dit impliceert dat er nog een volwaardige recreatieterrein aanwezig moet zijn en dat de huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten een nevenactiviteit is. Doel van het beleid is immers om arbeidskrachten zoveel mogelijke te integreren door ze te huisvesten in een reguliere woning of in mid-stay accommodaties onder te brengen. In het beleid is ook opgenomen dat er ook sprake is van short-stay verblijf dat onder voorwaarden bij de agrariër gerealiseerd kan worden. In het beleid is daarnaast nog opgenomen dat een camping met een nadere afweging van het college ook geheel voor de huisvesting mag worden gebruikt. In onderhavig geval wordt het niet wenselijk geacht om (nagenoeg) de hele camping te gebruiken voor huisvesting. Uitgangspunt op basis van het beleid zijn bovendien de bestaande aantallen. Huisvesting dient ondergeschikt te zijn aan de recreatieve functie, waarbij onder andere moet worden gekeken naar ondergeschiktheid voor wat betreft het aantal te huisvesten tijdelijke arbeidskrachten en ondergeschiktheid qua oppervlakte van de huisvesting. Derhalve dient de zinsnede Als een ondernemer het kampeerterrein volledig wil benutten voor huisvesting, vereist dit een afzonderlijke Gemeente Peel en Maas 1894/2014/ Pagina 6 van 13

7 afweging door de gemeente te worden geschrapt. Voor BreeBronne en recreatiepark De Berckt-Oostappen geldt dat hiervoor een uitzonderlijke situatie aan de orde is. Relatie met algemene uitgangspunten raad In de algemene uitgangspunten van de raad is niets opgenomen over het al dan niet ondergeschikt zijn van huisvesting bij recreatieterreinen. Er is dan ook geen aanpassing nodig van de algemene uitgangspunten van de raad 1.6 In de praktijk is gebleken dat er situaties zijn waarbij én inpandig wordt verbouwd of nieuwgebouwd en structurele huisvesting voor short stay in units plaatsvindt (aanpassing 5). In paragraaf is opgenomen dat het realiseren van woonunits op het agrarisch bedrijf zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Onder a van deze paragraaf is bepaald dat woonunits alleen mogen worden geplaatst indien aangetoond is dat de bestaande bebouwing op het agrarische bedrijf in zijn geheel noodzakelijk is voor de agrarische bedrijfsvoering, althans dat de beschikbare ruimte in bestaande bebouwing niet geschikt kan worden gemaakt voor de huisvesting van de eigen werknemers. Onder b is vervolgens bepaald dat aannemelijk dient te worden gemaakt, dat er ook elders geen geschikte huisvesting beschikbaar is. In paragraaf onder f, dat betrekking heeft op nieuwbouw of inpandige verbouwing voor huisvesting bij het agrarisch bedrijf is opgenomen dat indien sprake is van nieuwbouw en inpandige verbouw van een huisvestingsgedeelte bij een bedrijf, zijn woonunits niet meer toegestaan, met uitzondering van de mogelijkheid om tijdens de piekmomenten, na vooraf verkregen toestemming van de gemeente, voor maximaal 3 maanden tijdelijke, woonunits te plaatsen voor de opvang van maximaal 20 personen; Na het verstrijken van deze termijn moet de bewoning in de woonunits worden beëindigd en dienen de units weer te worden verwijderd van het erf dan wel uit het zicht worden geplaatst, bijvoorbeeld binnen bestaande (agrarische) bebouwing. Om te voldoen aan de intentie van het beleid wordt de zinsnede ten behoeve van de voor de eigen bedrijfsvoering benodigde tijdelijke arbeidskrachten toegevoegd. Immers, wanneer er reeds inpandig is verbouwd voor bijvoorbeeld 6 arbeidskrachten, dan kan de huisvester units plaatsen wanneer hij aantoont dat er elders geen huisvesting mogelijk is. Relatie met algemene uitgangspunten raad In de algemene uitgangspunten van de raad is niets opgenomen over de voorwaarden waaronder permanente huisvesting in units mogelijk is. Er is dan ook geen aanpassing nodig van de algemene uitgangspunten van de raad 1.7 In de praktijk blijkt dat het onduidelijk is wanneer een bedrijfswoning zodanig is gelegen ten opzichte van de huisvestlocatie dat een goed beheer en toezicht gewaarborgd is (aanpassing 6). In het beleid is in paragraaf onder d bepaald dat het noodzakelijk is voor het uitvoeren van een doelmatig beheer en toezicht dat een bedrijfswoning deel uitmaakt van de huisvestingslocatie. Het is niet noodzakelijk dat de huisvestingslocatie en de bedrijfswoning op hetzelfde perceel liggen onder de voorwaarde dat aangetoond kan worden dat door de ligging van de bedrijfswoning ten opzichte van de huisvestingslocatie een goed beheer en toezicht gewaarborgd is. Dit ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders. Uit de intakegesprekken blijkt dat dit vragen met zich mee brengt. In een aantal gevallen is geen sprake van een bedrijfswoning op hetzelfde bouwvlak of is er wel een bedrijfswoning maar is de eigenaar niet woonachtig op het bedrijf. Voorgesteld wordt om bij de invulling van het criterium door de ligging van de bedrijfswoning ten opzichte van de huisvestingslocatie een goed beheer en toezicht gewaarborgd is in ieder geval de volgende punten te betrekken in de oordeelsvorming: a. een bedrijfswoning te liggen op hetzelfde bouwvlak, dan wel: b. de bedrijfswoning door middel van een gekoppeld bouwvlak is gekoppeld aan het bedrijf waar de huisvesting plaatsvindt, dan wel; Gemeente Peel en Maas 1894/2014/ Pagina 7 van 13

8 c. een beheerder zijn aangesteld die woont in de bedrijfswoning en belast is met het toezicht en beheer. Dit wordt gewaarborgd in de exploitatievergunning. Relatie met algemene uitgangspunten raad In de algemene uitgangspunten van de raad is geen verdere uitwerking opgenomen wat wordt verstaan onder door de ligging van de bedrijfswoning ten opzichte van de huisvestingslocatie. In de praktijk blijkt dat dit nadere uitleg behoeft in de beleidsregels. 2.1 Juridisch gezien dienen de eerder vastgestelde beleidsregels te worden ingetrokken. Formeel gezien treden de nieuwe beleidsregels pas in werking op de dag na publicatie hiervan in de huis- aan huis bladen. Bouwbesluit en Bouwbeleidsplan 3.1 Woonunits en chalets zijn bouw-omgevingsvergunningplichtig Woonunits en chalets zijn een bouwwerk in de zin van de Woningwet wanneer ze voldoen aan de volgende, in de jurisprudentie bepaalde, criteria: - Constructie: het betreft een driedimensionaal object. Een weg is geen driedimensionaal object, dit is een tweedimensionaal object. - Enige omvang: hieronder valt een object van minimaal 2 m2. - Direct of indirect steun in of op de grond: - Om ter plaatse te functioneren: een object is over het algemeen een plaatsgebonden object als het object meer dan 31 dagen op dezelfde plaats staat. Een woonunit of chalet valt dan ook onder de definitie bouwwerk. Het is een constructie van enige omvang die direct steun vind op de grond en over het algemeen meer dan 31 dagen aanwezig. 3.2 Woonunits en chalets dienen te worden getoetst aan de gebruiksfunctie logies Het Bouwbesluit kent een aantal gebruiksfuncties: - Logiesfunctie: gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan personen - Woonfunctie: gebruiksfunctie voor het wonen - Woonwagen: woonfunctie op een perceel bestemd voor het plaatsen van een woonwagen Uit artikel 2 van de Woningwet volgt dat bouwwerken moeten voldoen aan het Bouwbesluit. Een unit of chalet kan onder één van de volgende gebruiksfuncties uit het Bouwbesluit vallen: - Logiesfunctie: wanneer het gaat om het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan mensen - Woonfunctie: wanneer er in de unit of chalet mensen (willen) wonen en in het bevolkingsregister onder het adres worden geschreven. Een unit of chalet kan niet als woonfunctie worden aangemerkt op een plaats die volgens het bestemmingsplan voor ander gebruik is bestemd. Een unit of chalet waarin tijdelijke arbeidskrachten worden gehuisvest, in de vorm van short stay, dient altijd te worden getoetst aan het Bouwbesluit, gebruiksfunctie logiesfunctie. Dit was ook al zo onder het oude Bouwbesluit. 3.3 In het Bouwbeleidsplan opnemen dat uitsluitend wordt getoetst aan belangrijkste aspecten Voor de toets aan het Bouwbesluit voor wat betreft units voor huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten dient in het Bouwbeleidsplan te worden opgenomen dat uitsluitend wordt getoetst op de belangrijkste aspecten. Ten aanzien van brandveiligheid wordt daarbij getoetst op de volgende belangrijke aspecten: - Minimaal 30 min (wdbdo) dus maximaal 2 slaapvertrekken per unit. Minimale afstand van 5 meter tussen units; - vluchtweg voorzien van (gekoppelde) rookmelders op 220V - aankleding mag geen druppelvorming geven bij brand Gemeente Peel en Maas 1894/2014/ Pagina 8 van 13

9 - vluchtwegen voorzien van panieksloten - elke woning is een beschermd subbrandcompartiment - slaapkamers 30 min. brandwerend - vluchtroute aanduiding - eis brandmeldinstallatie bij gestapelde units of verblijfsruimte boven de 1,5 meter - eis t.a.v. voorziening elektriciteit en gas - aanwezigheid handbrandblussers - Bereikbaarheid hulpverleningsdiensten De volgende aspecten worden in de toets van brandveiligheid dan buiten beschouwing gelaten: - De eis betreffende tijdsduur bezwijken bij brand (gezien de geringe vluchtafstanden, vroege detectie door rookmelder en brandwerendheidseis) - Eisen beschermde en/of extra beschermde vluchtroute vanwege gering gebruiksoppervlakte en korte vluchtwegen - Eis brandmeldinstallatie bij gestapelde bouw - Draairichting deuren in vluchtweg - Aanwezigheid brandslanghaspel Ten aanzien van bouwen wordt daarbij getoetst op de volgende belangrijke aspectent: (nieuwbouweisen) - Ventilatie zoals dauerluftung, open raampjes voldoen niet; het openen van ramen onder 1,8 meter voldoen hier niet aan. Dauerluftung, ventilatieroosters en/of mechanische ventilatie toepassen. - Het artikel betreffende toilet- en badruimten - Het artikel betreffende water/gas/electra/riolering De volgende aspecten worden in de toets van bouwen dan buiten beschouwing gelaten: - EPC (Energieprestatiecoëfficiënt) vanwege isolatie/enkel glas kunnen de woonunits vaak niet voldoen - Isolatie (Rc van 3,5); Een woonunit/chalet voldoet nooit aan de gestelde EPC en thermische isolatie eisen, dus dit juist niet in het bouwbeleidsplan opnemen - Eisen voor verblijfsgebieden en ruimten: deurhoogtes/oppervlakten Bovengenoemde punten zullen worden aangepast in het Bouwbeleidsplan, dat apart zal worden voorgelegd aan het college. 4.1 In de praktijk is gebleken dat het voor bestaande woningen niet mogelijk is om per 2 personen eigen voorzieningen op een kamer te realiseren. Uit de intakegesprekken is gebleken dat voor wat betreft het realiseren van mid-stay in bestaande woningen niet mogelijk is om per 2 personen eigen voorzieningen op de kamer (bijvoorbeeld in de vorm van een appartement) te realiseren. Voor mid-stay in reguliere woningen geldt het volgende beleid: Het huisvesten van tijdelijke arbeidskrachten is in beginsel mogelijk in reguliere woningen/bedrijfswoningen. In een woning mogen 4 afzonderlijke personen wonen conform de geldende bestemmingsplannen. Een aanpassing van het bestemmingsplan is dan niet noodzakelijk. Een groep bewoners van maximaal 4 individuen vraagt namelijk om een onderlinge verbondenheid in het huishouden die gelijk is aan een gezinssituatie. Wanneer duidelijk sprake is van een huishouden/gezinssituatie ouder(s) - kind(eren), vervalt het aantal personen per woning, omdat dit ook past binnen de definitie "wonen" uit het bestemmingsplan. Bij huisvesting van meer dan 4 en maximaal 10 individuele personen dient eerst een planologische procedure gevolgd te worden. Daarbij dient een afwijking te worden verleend omdat huisvesting van meer dan 4 individuele personen niet rechtstreeks onder de definitie "wonen" kan worden begrepen. In het kader van het legalisatietraject wordt in het paraplubestemmingsplan een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Vervolgens kunnen aanvragen hiervoor op basis van deze afwijkingsbevoegdheid worden getoetst. Voor mid-stay geldt dat er per 2 personen eigen voorzieningen op de kamer aanwezig dienen te zijn. Uit een aantal intakegesprekken blijkt dat er sprake is van midstay huisvesting in reguliere woningen. Op deze adressen verblijven meestal maximaal 5 personen. In deze bestaande woningen zijn er geen voorzieningen op de eigen kamer Gemeente Peel en Maas 1894/2014/ Pagina 9 van 13

10 aanwezig per 2 personen. Dit houdt dan ook in dat mid-stay in voornoemde reguliere woningen in de kern of in de kernrandzone niet mogelijk is, vanwege strijdigheid met beleid. Bewoners maken namelijk net als een gewoon gezin gebruik van gezamenlijke voorzieningen in de woning. Het is ook niet reëel in deze gevallen te eisen dat de woningen zodanig worden aangepast, dat op iedere kamer eigen voorzieningen moeten worden gerealiseerd, buiten het feit of dit technisch wel mogelijk is. In het kader van de integratiegedachte van het geldend beleid is het daarentegen toe te juichen als midstay tijdelijke arbeidskrachten zich in of tegen de woonwijken huisvesten. Dat is immers wat beoogd is met het beleid voor die groep, die overweegt zich hier permanent te vestigen. Op grond daarvan achten wij het wenselijk om de beleidsregels daarover aan te passen. Voorgesteld wordt om de beleidsregels aan te passen voor wat betreft bestaande woningen in de kern of kernrandzone, oude verdichte bouwlanden en ontwikkelingszone te versoepelen, onder de volgende voorwaarden: - 12 m2 verblijfsoppervlakte per persoon blijft als voorwaarde gelden - Maximaal 2 personen per kamer - vanaf 5 personen of meer met een maximum van 10: 2 douches, 2 wc s en voldoende kookgelegenheid. Dit vanwege het feit dat in de praktijk is gebleken dat hoofdzakelijk huisvesting van 5 personen in een woning plaatsvindt. Relatie met algemene uitgangspunten raad In de algemene uitgangspunten die door de raad zijn vastgesteld is opgenomen dat midstay huisvesting in woningen is toegestaan onder de volgende voorwaarden: 1. Maximaal 2 personen op een kamer, m2 gebruiksoppervlak per persoon, 3. Douche, wc en (mini)keuken op de kamer en 4. Voldoen aan Bouwbesluit. Zoals eerder is aangegeven dient mid-stay in de kern te worden bevorderd. Door de huidige voorwaarden van maximaal 2 personen op een kamer met eigen voorzieningen, is het niet mogelijk om midstay te realiseren in bestaande woningen. Voor nieuwbouw blijven deze eisen echter wel gelden. Kanttekeningen 1.1 n.v.t. 2.1 n.v.t. 3.1 Formeel gezien moet getoetst worden aan de gebruiksfunctie Wonen van het Bouwbesluit. Formeel gezien moet er worden getoetst aan de gebruiksfunctie Wonen van het Bouwbesluit. Hier kan echter geen enkele woonunit aan voldoen. Bovendien is het zo dat de aanvrager bepaalt welke functie hij aanvraagt. De gemeente zal dan ook aanraden om de gebruiksfunctie Logies aan te vragen. Volgens de visie van de raad dient er een goede en acceptabele huisvesting te worden gerealiseerd. De gebruiksfunctie Logies voorziet in voldoende eisen om een goede huisvesting te kunnen waarborgen. 3.2 Formeel gezien moet getoetst worden aan alle voorwaarden van het Bouwbesluit Formeel juridisch gezien moet getoetst worden aan alle voorwaarden die zijn opgenomen in het Bouwbesluit. Een aantal voorwaarden wordt echter als minder belangrijk gezien, waaronder deurhoogtes etc. Door middel van een Bouwbeleidsplan kunnen echter een aantal minder belangrijke aspecten buiten de toetsing van de bouwaanvraag blijven. Dit laat onverlet dat als een gebruiker, bijvoorbeeld een arbeidskracht, een verzoek om handhaving indient bij de gemeente, deze zal moeten worden toegewezen, omdat alle voorwaarden uit het Bouwbesluit onverkort van toepassing blijven. Dit is zelfs zo bij vergunningvrij bouwen. Het Bouwbeleidsplan is dan ook uitsluitend een middel om bij de toetsing bepaalde aspecten buiten beschouwing te laten en de theorie in overeenstemming te brengen met de praktijk. Dit geldt niet alleen voor huisvesting van arbeidskrachten maar ook bijvoorbeeld voor de bouw van een nieuwe woning. 4.1 Er ontstaat een verschil tussen bestaande woningen die gebruikt worden als mid-stay accommodatie en nieuwe mid-stay accommodaties. De wijziging die voorgesteld wordt gaat specifiek over bestaande woningen die gebruikt worden als mid-stay accommodatie. Dit wordt met name ingegeven door de praktijk. Voor nieuwe accommodaties geldt de eis dat er per 2 personen voorzieningen op de kamer Gemeente Peel en Maas 1894/2014/ Pagina 10 van 13

11 moeten zijn. Hierdoor ontstaat er een verschil tussen bestaande en nieuwe accommodaties. Echter bij een nieuwe accommodatie kan daar bij de bouw op geanticipeerd worden. Financiële consequenties Dit voorstel heeft geen financiële consequenties. Juridische consequenties Dit voorstel heeft geen juridische consequenties. De beleidsregels zullen in een apart voorstel opnieuw aan het college worden voorgelegd, daar waar dit niet conflicteert met de beleidsuitgangspunten van de raad. Communicatie Hieronder is per doelgroep weergegeven hoe de communicatie na vaststelling van dit collegevoorstel wordt opgepakt. College & Raad Hieronder is schematisch weergegeven wat dit collegevoorstel voor een gevolgen heeft qua besluitvorming en hoe dit zal worden gecommuniceerd met de raad. Aanpassing beleidsregels op de volgende punten Verplichting gemeenschappelijke ruimte bij mid-stay verwijderen uit beleid Procedure bestemmingsplanwijziging nieuwbouw short-stay in de daartoe aangewezen gebieden verduidelijken Beleid in overeenstemming brengen met VAB beleid Ondergeschiktheid huisvesting ten opzichte van recreatie nader definiëren Bepaling woonunits toevoegen dat structurele woonunits zijn toegestaan wanneer aangetoond dat niet in bestaande bebouwing kan worden gehuisvest. Dat door de ligging van de bedrijfswoning ten opzichte van de huisvestingslocatie een goed beheer en toezicht gewaarborgd is nader invullen met een aantal criteria Wijziging van de algemene beleidsuitgangspunten en de beleidsregels Bestaande woningen mid-stay niet meer eisen dat voorzieningen op de eigen kamer aanwezig moeten zijn, maar in plaats daar van andere voorwaarden te B&W Bevoegdheid B&W, past binnen hoofduitgangspunten Raad B&W past beleidsregels aan nadat Raad geconsulteerd is Raad Raad Informeren via RIB Raad informeren via RIB. Hoofduitgangspunt en bij vaststelling van het Gemeente Peel en Maas 1894/2014/ Pagina 11 van 13

12 stellen paraplubestemmin gsplan door Raad aanpassen. Huisvester o De brieven naar aanleiding van de intakegesprekken zullen worden verstuurd nadat het college het besluit heeft genomen. Huisvesters krijgen volgens planning tot 1 april de mogelijkheid om de stukken in te dienen om mee te liften met het legalisatieproject. o De huisvesters krijgen een geüpdate versie van de folder over het legalisatietraject toegestuurd samen met een begeleidende brief waarin de aanleiding voor de update wordt toegelicht (lees: de nieuwe inzichten en constateringen n.a.v. de intakegesprekken waar in dit collegevoorstel naar wordt gerefereerd en doorkijk naar vervolg legalisatieproject). o Overwogen kan worden om de afvaardiging van huisvesters die eerder gesprekken hebben gevoerd over de kosten als groep ook dezelfde brief toe te sturen. Belangenverenigingen agrarische sector (bijv. LLTB) Zij krijgen dezelfde brief en een folder toegestuurd als de huisvesters zelf. Dit ter kennisname. Website De informatie op onze gemeentelijke website wordt waar nodig ook aangepast na vaststelling van dit collegevoorstel. Uitvoering - Publicatie: - website - flyer aanpassen n.a.v. raadsbesluit en dit besluit Formulering besluit t.b.v. openbare besluitenlijst Het college besluit de beleidsregels aan te passen en de raad te informeren via een raadsinformatiebrief naar aanleiding van de resultaten uit de intakegesprekken voor het legalisatieproject huisvesting tijdelijke arbeidskrachten. Gemeente Peel en Maas 1894/2014/ Pagina 12 van 13

13 Zaaknummer: 1894/2013/ Documentnummer: 1894/2014/ Besluitnummer: Collegevoorstel ROUTINGBLAD Van team: Omgevingsontwikkeling Portefeuillehouder: Janssen en Hermans Opgesteld door: Carla Duijf en Leonne Delahaije Datum: 6 februari 2014 Wijziging: 12-februari :13 Paraaf Teammanager: Als Bijlage bijgevoegd: - Raadsinformatiebrief: docnr.: 2014/ Raadsbesluit algemene uitgangspunten - Collegebesluit beleidsregels - Beleidsregels huisvesting (tijdelijke) arbeidskrachten Peel en Maas, versie februari 2014 Overleg gepleegd met: Thijs van Lier, Frank Wijnen, Eric Giebelen, Ruud Leenen, Peter Tielen, Mandy van Kroonenburgh, Erik Geurts Advies ingewonnen bij Advies en Control: nee Overleg gehad met communicatieconsulent? Meezenden Ter inzage leggen Resultaat:opmerkingen overgenomen Resultaat: nvt Ja, opmerkingen overgenomen Is de Wet KPB van toepassing? (zie toelichting/formulier WKPB op intranet) Voorstel naar OR/GO: Redactionele samenvatting (in overleg met PHO/teammanager): Na vaststelling doorgeleiden naar de gemeenteraad: Nee Niet van toepassing Nee Ja Gemeente Peel en Maas 1894/2014/ Pagina 13 van 13