Partijen: Het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Osdorp te Amsterdam (hierna: het bevoegd gezag),

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Partijen: Het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Osdorp te Amsterdam (hierna: het bevoegd gezag),"

Transcriptie

1 Uitspraaknr. G672 Datum: 15 april 2003 Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: Het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Osdorp te Amsterdam (hierna: het bevoegd gezag), -tegende medezeggenschapsraad van de openbare Osdorpse Montessorischool voor basisonderwijs te Amsterdam (hierna: de MR) Verloop van het geschil Op 7 maart 2002 heeft het algemeen bestuur van het Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School Amsterdam West, waarin het bevoegd gezag participeert, het concept-zorgplan over het schooljaar het laatst gewijzigd en als voorgenomen besluit vastgesteld. Per mailbericht van 8 maart 2002 zijn de directies en MR'en die onder het bevoegd gezag ressorteren door dit bevoegd gezag hiervan op de hoogte gesteld onder vooraankondiging van toezending van het plan en het noemen van een uiterste reactiedatum van 1 april Nadat de MR door eigen inspanningen de beschikking had gekregen over het conceptzorgplan heeft hij bij brief van 27 maart 2002 een aantal vraagpunten geformuleerd en meegedeeld het plan in de huidige vorm af te keuren. Vervolgens heeft op 15 april 2002 overleg tussen bevoegd gezag en MR plaatsgehad en het daar besprokene is door het bevoegd gezag later in een mailbericht van 18 april 2002 schriftelijk vastgelegd. Van een voorstel nogmaals te overleggen op 24 april heeft de MR geen gebruik gemaakt. Wel heeft hij een aanvullende afwijzende reactie op het concept-zorgplan aan het bevoegd gezag verzonden bij mailbericht van 22 april Op 25 april 2002 heeft het Samenwerkingsverband Amsterdam West het Zorgplan vastgesteld, waarbij twee openbare schoolbesturen, te weten Stadsdeel Oud West en Stadsdeel Osdorp, hun instemming hebben onthouden daar zij van twee respectievelijk één van de onder hun gezag vallende scholen geen instemming hadden verkregen. In de periode hierop volgend heeft het bevoegd gezag getracht alsnog overeenstemming met de MR te bereiken en daartoe op 27 mei 2002 met de MR overleg gevoerd. Dit overleg heeft niet in overeenstemming geresulteerd. Het bevoegd gezag heeft het instemmingsgeschil tussen hem en de MR met betrekking tot het niet verlenen van instemming door de MR aan het concept-zorgplan van het Samenwerkingsverband Amsterdam West, met gebruikmaking van artikel 19, eerste lid, aanhef en onder a in samenhang met artikel 6, aanhef en onder b van WMO 1992, aangemeld bij de Landelijke Geschillencommissie voor het openbaar onderwijs. Dit is gebeurd bij brief van 16 juli 2002, na telefonisch verzoek daartoe met de onderliggende stukken ingezonden na de zomervakantie en wel op 21 augustus De Commissie heeft op woensdag 20 november 2002 een openbare zitting gehouden te Amsterdam. Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven. Ter zitting is ook aan de orde geweest in hoeverre het Stadsdeel Oud West, dat evenmin met het conceptzorgplan had kunnen instemmen bij gebreke van de instemming van twee medezeggenschapsraden van de onder dat gezag vallende scholen, naar verwachting een instemmingsgeschil over hetzelfde voorgenomen besluit zou indienen. Om deze reden heeft de Commissie op 22 november 2002 zowel het Stadsdeel Oud West als de twee betrokken MR'en die hun instemming zouden hebben onthouden schriftelijk verzocht haar te informeren over de stand van zaken. Hierbij heeft zij tevens gevraagd welke betekenis is gegeven aan de uitspraak die de LGC in een eerder geschil tussen die partijen over een eerder concept-zorgplan (LGC/G648) had gedaan. Deze uitspraak luidde namelijk onder meer dat de in het Samenwerkingsverband samenwerkende bevoegde gezagsorganen een voorgenomen besluit met betrekking tot het zorgplan niet kunnen omzetten in een definitief besluit zonder de vereiste instemming van alle betrokken medezeggenschapsraden. Tegen deze eerdere uitspraak heeft niemand beroep aangetekend.

2 Nadat de LGC eerst telefonisch door Stadsdeel Oud West was geïnformeerd dat er geen geschil zou komen omdat inmiddels van beide MR'en de instemming was verkregen, ontving zij op 5 december 2002 een tegengestelde mededeling van een van de beide MR'en. Volgens deze MR was het meningsverschil niet opgehelderd en mitsdien zijn instemming nog niet gegeven. Eind oktober 2002 had er nog overleg tussen zijn MR en het bevoegd gezag plaatsgevonden. Op 18 december 2002 heeft de Commissie het Stadsdeel Oud West verzocht haar alsnog schriftelijk te informeren en daarbij de schriftelijke reactie van de betreffende MR te betrekken. Op 13 februari 2003 heeft dat bevoegd gezag wederom telefonisch gereageerd. Het had in zijn ogen de gevraagde opheldering over het begrip 'zorgprofiel' aan de betreffende MR gegeven en achtte het aanmelden van een geschil niet zinvol. Ondanks het verzoek daartoe alsnog de Commissie schriftelijk te antwoorden op de in de brief van 22 november 2002 voorgelegde vragen, is zulks niet gebeurd. Eind maart 2003 heeft de Commissie zich opnieuw beraden op de ontstane situatie en besloten uitspraak te doen inzake het aan haar voorgelegde geschil tussen Stadsdeel Osdorp en de MR van de Osdorpse Montessorischool. Argumenten van het bevoegd gezag Ten aanzien van de inhoud van het voorstel Het bevoegd gezag schaart zich achter het door het Samenwerkingsverband vastgestelde Zorgplan omdat daarin staand beleid, zoals vastgelegd in het Zorgplan , wordt voortgezet en de bezwaren van de MR niet zodanig zijn dat die rechtvaardigen een zo breed gedragen plan aan te passen. Bovendien doen deze bezwaren geen recht aan de inspanningen die binnen het zorgplatform zijn verricht en zijn zij ten dele situationeel bepaald en gerelateerd aan de praktijk van alledag. De uitgangspunten van het Zorgplan zijn dezelfde als die van het jaar daarvoor: geen uitbreiding van het aantal plaatsen in het speciaal basisonderwijs; het verder versterken van de zorgstructuur binnen de basisscholen en het mogelijk maken dat die zich specialiseren op bepaalde problematieken. Leerlingen die voorheen verwezen werden naar speciaal onderwijs kunnen daar op basis van het rijksbeleid nu eenmaal niet meer allemaal terecht en zullen dus binnen de basisscholen opgevangen moeten worden. In kaart moet worden gebracht welke zorgprofielen de basisscholen en speciale basisscholen in het Samenwerkingsverband kunnen bieden. Dit leidt tot het verduidelijken van de grenzen van de zorg: welke zorg mag van basisscholen verwacht worden, waar begint het speciaal basisonderwijs en wanneer moet worden doorverwezen naar de expertisecentra. Het leidt tevens tot het mogelijk maken van meer leerlingverplaatsingen tussen basisscholen op grond van bepaalde specialismen en tenslotte spoort het hiaten op in de zorgstructuur van het Samenwerkingsverband. Afstemming tussen de Regionale Expertisecentra en Weer Samen Naar School tenslotte is onontbeerlijk, evenals afstemming met Jeugdzorg. Het in kaart brengen van de zorgprofielen is een eerste stap; hiertoe is in februari 2002 een onderzoeksopdracht geformuleerd. Naast dit algemeen voorgenomen beleid bestaat er in dit Samenwerkingsverband een ernstig plaatsingsprobleem; in tegenstelling tot de bedoeling is het aantal leerlingen op de plaatsingslijsten van het SBO toegenomen. Ook komen de speciale basisscholen te weinig toe aan expertiseoverdracht aan het reguliere basisonderwijs. Beide vormen van onderwijs hebben ernstig te kampen met zowel leerkrachtentekort als ziekteverzuim. Een en ander kan bovendien niet los gezien worden van de specifieke samenstelling van de bevolking in de westelijke tuinsteden en levert dus geen vergelijkbaar beeld op met een willekeurig ander samenwerkingsverband. Om al deze redenen heeft het Samenwerkingsverband WSNS een verbeterplan opgesteld waarbij het wegwerken van de plaatsingsproblematiek wordt uitgespreid over vier jaar. Voor de uitvoering van dit plan heeft de staatssecretaris inmiddels extra toegekend. Na die vier jaar wordt ernaar gestreefd vier instroommomenten in het SBO te creëren. Voor het Zorgplan wordt voorzien in het verder uitwerken van de integrale leerlingenzorg, hetgeen betekent dat van de huidige oriëntaties 'hulpverlening' en 'alarmering' moet worden toegewerkt naar 'afstemming'. Voorwaarden zijn een goed werkend leerlingvolgsysteem, dossiervorming en handelingsplannen, geen doorverwijzingen naar SBO voor 10- en 11 jarigen en het opstarten van hulpstructuren nu het aan kortdurende zorgarrangementen tussen (s)bo en jeugdzorg nog vaak ontbreekt. Eind 2002 of begin 2003 komen de resultaten van het onderzoek naar de zorgprofielen beschikbaar op basis waarvan verdere ontwikkeling op schoolniveau kan plaatsvinden om beter om te kunnen gaan met verschillen tussen leerlingen. De invulling van het schoolplan maakt vervolgens deel uit van het medezeggenschapstraject dat

3 tussen bestuur en MR'en per school dient te worden afgelegd. Hierbij zal de MR dus betrokken zijn. Van gedwongen, van bovenaf opgelegde, specialisaties zal geen sprake zijn. Wel wil het Samenwerkingsverband meer bao-bao verplaatsingen in de toekomst mogelijk maken. Daarvòòr dienen scholen zich meer te gaan toeleggen op bepaalde problematieken. In de toekomst zullen dan ook de voorwaarden voor verplaatsingen inzichtelijk gemaakt moeten worden. Het bevoegd gezag wijst erop dat er nu al grote verschillen tussen scholen bestaan. Op sommige scholen is de samenstelling van de leerlingenpopulatie niet minder divers dan elders, maar is men er door een adequate organisatie toch in geslaagd zorg op maat te bieden. Het bevoegd gezag deelt de mening van de MR dat speciaal onderwijs niet dient te verdwijnen en hiervan zal ook geen sprake zijn. Indien beslist noodzakelijk dan volgt verwijzing. Daar doet de reeds bestaande plaatsingsproblematiek niet aan af. Wel wordt met het oog op die plaatsingslijsten en het geringe effect dat nog gesorteerd kan worden, terughoudendheid betracht in het doorverwijzen van leerlingen ouder dan 10 jaar. Essentieel blijft de vraag wat van scholen redelijkerwijs verwacht kan worden. Wat is de bestaande kwaliteit van zorg, waar zijn tekorten. Waar liggen kansen. Het bevoegd gezag betreurt het dat de MR vooral vraagtekens plaatst en kritiek uit, maar zelf geen alternatieven aandraagt. De MR heeft ook bezwaren ingebracht tegen de door het bevoegd gezag gevolgde procedure met betrekking tot het concept-zorgplan. Het bevoegd gezag stelt zich op het standpunt dat het na miscommunicatie op diverse punten in het voorafgaande schooljaar heel nadrukkelijk koersen heeft uitgezet voor een correct verlopend medezeggenschapstraject. Daarbij heeft het de MR'en steeds in een vroegtijdig stadium van informatie voorzien dan wel te woord gestaan. Aan de schooldirecteuren is nadrukkelijk gevraagd de informatie naar de MR door te sluizen en op naleving van de procedureafspraken toe te zien. Het bevoegd gezag ziet de directies daarbij nadrukkelijk als spreekbuis van het schoolbestuur. Ook hebben er steeds gesprekken met de adviseur schoolbestuurlijke zaken plaats kunnen vinden, gesprekken die een enkele keer geen doorgang hadden omdat de MR er geen prijs op stelde. Ook de coördinator van het Samenwerkingsverband, alsmede die van het Jeugdzorg Advies Team zijn meermalen beschikbaar geweest. Wel is een aantal malen een streefdatum voor het uitbrengen van stukken niet gehaald, maar daarvan heeft het bevoegd gezag dan steeds melding gemaakt. Voor een deel heeft het daar zelf geen rechtstreekse invloed op kunnen uitoefenen. Met betrekking tot de opmerking van de MR dat hij vorig jaar eenzelfde standpunt was toegedaan en mitsdien voor hem geen sprake is van staand beleid, merkt het bevoegd gezag het volgende op. De MR heeft vorig jaar zijn brief waarin hij zijn instemming onthield aan het verkeerde adres gestuurd, te weten aan de zorgcoördinator. Toen het stuk eenmaal het bevoegd gezag ook bereikt had, was de termijn voor reageren verlopen. Inderdaad heeft het bestuur de MR in diens afwijzende reactie nietontvankelijk verklaard. Staand beleid is het ook voor de MR wel degelijk, want het is nu eenmaal zo vastgesteld. De hoofduitgangspunten liggen vast in het Zorgplan en dat is onomkeerbaar. Bovendien heeft zich inmiddels veruit de meerderheid van de MR'en instemmend betoond, zowel met dat zorgplan van het vorige jaar als met het onderhavige. Deze omstandigheid staat in de ogen van het bevoegd gezag ook in de weg om volledig uitvoering te geven aan de jurisprudentie die in januari 2001 door de uitspraak van de LGC in een geschil tussen een collega-stadsdeel en twee van diens MR'en is ontstaan. Kan het terecht zijn dat één MR in feite het vetorecht heeft ten aanzien van een bestuursvoornemen dat niet alleen collega-mr'en, noch alleen zijn eigen bevoegd gezag, maar allen die bij een Samenwerkingsverband betrokken zijn ondersteunen en wensen te zien uitgevoerd? Voor dat dilemma gesteld door de LGC-uitspraak heeft het bestuur geoordeeld dat je op twee manieren naar de besluitvorming kunt kijken. Zoals de LGC dat gedaan heeft: het WMO-traject heeft voorrang. En zoals in het Reglement van het Samenwerkingsverband is neergelegd, namelijk dat men daarbinnen bij tweederde meerderheid van stemmen besluit. Ook van de zijde van VOS/ABB is geadviseerd om - zolang de wetgever niet in de ontstane lacune voorziet - gewoon conform het Reglement van het Samenwerkingsverband te handelen. In het Samenwerkingsverband zijn meerdere denominaties samengebracht. Als alle geschillencommissies die daarnaar te onderscheiden zijn, ook nog eens ieder voor zich uitspraken zouden doen - hetgeen de WMO toelaat - kom je er ook niet uit. Het Samenwerkingsverband staat er boven en beslist volgens eigen reglementering. Het bevoegd gezag laat de vraag onbeantwoord welke invulling er binnen het Samenwerkingsverband is gegeven aan de suggestie van de LGC van vorig jaar de medezeggenschap in een veel vroeger stadium vorm te geven, zodat ten tijde van de besluitvorming er meer kans op reeds bereikte

4 overeenstemming zou bestaan en de MR'en daarmee de gelegenheid krijgen in onderling overleg op het niveau van het Samenwerkingsverband alsmede met dat Samenwerkingsverband van gedachte te wisselen. Het meent dat er in ieder geval niet in de oprichting van een overlegplatform is voorzien. In het Zorgplan is slechts een passage gewijd aan het onderzoeken van de mogelijkheden daartoe door de coördinator van het Zorgplatform. Argumenten van de MR Ten aanzien van de inhoud van het voorstel De MR staat op het standpunt dat het Zorgplan als uitgangspunt heeft zich uitsluitend te willen richten op de risicoleerlingen, alsof er op een school voor basisonderwijs niet ook les wordt gegeven aan andere, niet-risico- leerlingen die van deze keuze de negatieve gevolgen zullen ondervinden. De opstellers zijn onvoldoende geïnformeerd over de moeilijkheden die samenhangen met de implementatie binnen de school. Leerkrachten aan een BAO hebben een taakbelasting die geënt is op het geven van regulier onderwijs. Daar kun je niet ongestraft kinderen aan toevoegen die voorheen een plek op het gespecialiseerde onderwijs vonden. Niet alleen laat de bestaande klassengrootte dat niet toe, evenmin beschikt elke leerkracht over voldoende gespecialiseerde kennis. Dit geldt al helemaal voor leerkrachten die als zij-instromers zijn binnengekomen. Bovendien doet zich in de praktijk direct de vraag voor, op welke specialisatie zich zo'n leerkracht moet richten. De MR vraagt zich bijvoorbeeld af welke specifieke kennis en ervaring de gemiddelde leerkracht heeft van gedragsproblematiek waarvoor kinderen voorheen naar een cluster-4 school gingen. Bovendien legt een toename van leerlingen met gedragsproblematiek een enorme druk op de overige leerlingen die automatisch minder aan hun trekken komen, maar ook aandacht nodig hebben. Hetzelfde probleem doet zich voor met de maatregel om - met het oog op de plaatsingslijsten - de 10+ leerlingen aan de school voor basisonderwijs te laten zitten. Deze kinderen vertonen niet alleen de problematiek op grond waarvan zij recht op verwijzing zouden hebben, maar zijn zich hun anders-zijn ook nog eens zeer bewust, hetgeen weer tot eigen gedragsproblemen kan leiden. Door basisscholen aan te sporen zich meer en meer te specialiseren in bepaalde problematieken, maak je in feite van iedere school voor basisonderwijs een school voor speciaal basisonderwijs. Daarnaast wijst de MR erop dat de Montessorischool al individueel onderwijs geeft en in principe aan de zorgbehoefte van elk kind kan voldoen. De school heeft dus al een aanzuigende werking op zogenaamd zwakke leerlingen, maar daarbij vormt de klassengrootte wel een grens. De ervaring leert dat als er ergens 'moeilijke' kinderen moeten worden ondergebracht men alleen naar de totaalaantallen kijkt. Het aantal probleemgevallen in een klas wordt niet afzonderlijk bekeken. Criteria voor het toewijzen of weigeren van leerlingen tussen scholen voor basisonderwijs zijn in het Zorgplan helemaal niet aangegeven. Terwijl er wel over wordt gesproken dat er na specialisatie meer BAO-BAO verplaatsingen mogelijk zullen worden. Bovendien is het praktisch nog helemaal niet geregeld dat een school de specialisatie die zij op het ene moment heeft, ook op het volgende moment nog heeft. Gaat iemand met zijn specialisatie weg dan blijft de school met de leerlingen achter. Wordt er iemand speciaal aangetrokken op een bepaalde problematiek, dan dient die persoon zich over alle leeftijdsgroepen te verdelen, wat er bovendien voor de betreffende leerlingen in resulteert dat zij de rest van de dag in een niet aan haar/hem aangepaste omgeving verblijven. Het specialiseren van een school voor gewoon lager onderwijs is dus minder eenvoudig dan het lijkt. Dit heeft niets te maken met niet bereid-zijn om moeilijke gevallen op te vangen. De Montessorischool doet dat reeds. Maar de ervaring leert dat de leerlingen die zij nu nog verwijst, ook echt zo'n verwijzing nodig hebben. Daarbij speelt het handhavingsprobleem in de klas een belangrijke rol. Daaraan voorbijgaan, leidt tot leegloop uit het onderwijs. Het ziekteverzuim en lerarentekort is al erg groot. De MR benadrukt dat zijn bezwaren tegen het Zorgplan niet van vandaag stammen maar ook vorig jaar door hem zijn geuit. Het staand beleid waarop het bevoegd gezag zich steeds beroept, telt voor de MR anders daar hij ook vorig jaar de instemming had onthouden. Om redenen van een verkeerde adressering van zijn reactie door de MR heeft het bevoegd gezag toen die reactie niet-ontvankelijk kunnen verklaren. Ook toen richtte het verzet van de MR zich op de discrepantie tussen theorie en praktijk. Toen waren er al lange wachtlijsten bij de scholen voor speciaal basisonderwijs, was er onvoldoende ambulante begeleiding en waren er wachttijden bij het Zorgplatform. Ook de achterban van de MR, met wie de MR het hele plan heeft doorgenomen verzet zich tegen het afwentelen van de problematiek binnen het Samenwerkingsverband op de gewone scholen voor regulier onderwijs. De gepresenteerde zorgplannen zijn te vaag en geven geen houvast voor de

5 problemen die de te realiseren uitgangspunten in de praktijk zullen opleveren. Daartegen verzetten de collega's zich. De MR is daarmee ook geen 'gepassioneerde minderheid' zoals het bevoegd gezag het wil doen voorkomen, maar misschien een van de weinige MR' en die het conceptzorgplan echt goed bestudeerd heeft. Het is geen gemakkelijke kost, het stuk was te laat beschikbaar en in algemene zin bestaat er niet veel vertrouwen dat de in het verband verenigde schoolbesturen nog iets met de inbreng van de MR'en zullen doen. Ook de MR heeft zijn praktische bezwaren vervolgens niet beantwoord gezien. De plannen zijn niet bijgesteld en alles blijft vaag of naar de toekomst geschoven. Deze kritiek van de MR is nog versterkt door het telkenmale overschrijden van termijnen, waarvan de MR een overzicht in de stukken heeft gegeven. Uiteindelijk heeft de MR zelfs zelf het conceptzorgplan op moeten halen om zich daarop bijtijds voor te kunnen bereiden. Op een overkoepelend overleg bleken anderen nog steeds niet van de inhoud op de hoogte. De laatste poging van het bevoegd gezag om op de dag voor de besluitvormende vergadering van het Samenwerkingsverband nog bijeen te komen voor overleg, heeft de MR niet gehonoreerd. Door zijn ervaringen hoe tot dan toe met zijn op eerdere momenten alsmede het jaar daarvoor geuite bezwaren was gereageerd, koerste de MR toen liever op het doen aankaarten van zijn inhoudelijke bezwaren in het bestuursverband, in de hoop dat daar nog iets uit zou voortvloeien. Daartoe heeft de MR zijn bezwaren nog eens bijtijds uitgebreid op schrift gesteld. In het conceptzorgplan is echter geen verandering meer aangebracht. In tegendeel, het werd goedgekeurd door de samenwerkende besturen onder kennisname van de afwijkende standpunten van drie MR'en. Dit toont opnieuw de onmacht die de MR ervaart. De MR wenst zich niet te onderschikken aan de situatie dat hij er op de valreep aan te pas mag komen (o.m. door eigen acties om de tekst te achterhalen) maar dan in feite te horen krijgt: het heeft geen zin meer want er zijn zovelen bij betrokken dat geen wijzigingen meer mogelijk zijn. Als het in de praktijk helemaal niet gaat om een instemmingsrecht, maar om een recht op bestudering, dan moet dat maar duidelijk zijn. Dan is het beter een overkoepelend inspraakorgaan aan te wijzen en weet je dat je mogelijk niet allemaal je ei kwijt kunt. Overwegingen van de Commissie 1. Ter zake van het vaststellen van het Zorgplan en het reeds ten uitvoer brengen van het Zorgplan Voordat de Commissie zal ingaan op hetgeen partijen met betrekking tot dit instemmingsgeschil hebben aangevoerd, heeft de Commissie het volgende op te merken. Het bevoegd gezag heeft in het Besturenoverleg van het Samenwerkingsverband West d.d. 25 april 2002 weliswaar zijn instemming onthouden aan het conceptzorgplan , alsmede bij brief van 16 juli 2002 in augustus 2002 een instemmingsgeschil aan de geschillencommissie voorgelegd, maar met ingang van 1 augustus 2002 alvast gevolg gegeven aan het binnen het werkgebied van het bevoegd gezag ten uitvoer brengen van dit Zorgplan Op grond van artikel 6, aanhef en onder b van de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 is voor het geldig tot stand komen van het zorgplan de instemming vereist van de medezeggenschapsraad of van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Bij een bovenbestuurlijke samenwerking als waarin sprake is bij het traject Weer Samen Naar School, houdt dit in dat alle bevoegde gezagsorganen, die deelnemen in het Samenwerkingsverband, ieder voor zich de instemming hebben te verkrijgen van alle betrokken medezeggenschapsraden en/of gemeenschappelijke medezeggenschapsraden. Zonder de op grond van deze wettelijke bepaling vereiste instemming van alle betrokken (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden kan het voorgenomen besluit met betrekking tot het zorgplan door de in het Samenwerkingsverband samenwerkende bevoegde gezagsorganen niet worden omgezet in een definitief besluit. Het bestuur van het Samenwerkingsverband oefent immers een van alle in het Samenwerkingsverband participerende bevoegde gezagsorganen afgeleide beslissingsbevoegdheid uit. Het bestuur heeft dan ook er op toe te zien dat op een juiste wijze uitvoering aan de WMO 1992 wordt gegeven. In dit verband is veelzeggend dat, ondanks artikel 20 van de Wet op het primair onderwijs, alleen in het zorgplan van het voorafgaande schooljaar ( ), dat opgesteld werd na de uitspraak van de LGC d.d. 29 januari 2001 over het Zorgplan , een passage is gewijd aan een onderzoek op welke wijze het best vorm kan worden gegeven aan medezeggenschap inzake het zorgplan. Het bevoegd gezag was bovendien van de uitkomst van een dergelijk onderzoek niet op de hoogte. Voor zover het bestuur van een samenwerkingsverband meent, ondanks het feit dat niet van alle betrokken medezeggenschapsraden de vereiste instemming is verkregen, dat een voorgenomen besluit mag worden omgezet in een definitief besluit, omdat de statuten niet uitsluiten dat het bestuur

6 bij meerderheid van stemmen beslist, merkt de Commissie op dat statuten geen afbreuk mogen doen aan hetgeen de WMO 1992 bepaalt met betrekking tot het mogen omzetten van een voorgenomen besluit in een definitief besluit. Uit de notulen van het Besturenoverleg Samenwerkingsverband West van 25 april 2002 leidt de Commissie af dat het bestuur - in lijn met de jurisprudentie - het Zorgplan "voorlopig" heeft vastgesteld en besloten heeft de zorgformatie "voorlopig" te verdelen "in afwachting van de resultaten van verder overleg met de betreffende MR'en". Tot op het moment van deze uitspraak heeft de Landelijke Geschillencommissie geen helderheid verkregen over de uitkomsten van verder overleg met tenminste één andere MR. Ook in het wel aan haar voorgelegde instemmingsgeschil heeft de Commissie (mede daarom) eerst nu uitspraak gedaan. Er zijn aan haar geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat het bestuur zich bij de twee betrokken schoolbesturen nog eens heeft geïnformeerd naar de uitkomst van dat verdere overleg. De Commissie stelt vast dat in feite dat voorlopige karakter aan het besluit ontbreekt. Immers, van uitvoering van een voorlopig besluit kan geen sprake zijn. Daarvoor is een definitief besluit vereist. Bovendien is van betekenis dat anders het bestuur ook geen belang heeft bij het in acht nemen van de WMO 1992 door elk bij het samenwerkingsverband aangesloten bevoegd gezag. Ook hier is illustratief dat het bestuur zich niet druk maakt of een ontstaan geschil tussen een MR en een aangesloten bevoegd gezag is aangemeld. Naar het oordeel van de Commissie is het bevoegd gezag, dat niet de vereiste instemming had verkregen van de medezeggenschapsraad van de Openbare Montessorischool, gehouden om voor alle onder zijn gezag vallende scholen geen uitvoering te geven aan het Zorgplan. Daarbij zou niet alleen voor de Montessorischool, waarvan de medezeggenschapsraad de instemming aan het Zorgplan heeft onthouden, de uitvoering van het Zorgplan moeten zijn opgehouden. Een dergelijk onderscheid ten opzichte van de andere onder het bevoegd gezag vallende scholen acht de Commissie onverenigbaar met het in de artikelen 18 en 19 van de Wet op het primair onderwijs neergelegde uitgangspunt dat aan het zorgplan ten grondslag ligt om op een integrale wijze binnen het samenwerkingsverband vorm te geven aan de begeleiding en zorg van de leerlingen die dat nodig hebben. In casu heeft het bevoegd gezag evenwel niet afgezien van het uitvoering geven aan het zorgplan voor alle onder zijn gezag staande scholen. Het heeft zich tegenover de Commissie erop beroepen dat het kan billijken dat het bestuur van het Samenwerkingsverband - gesteld voor de lacune in de wetgeving en daarbij ondersteund door de opvatting van VOS/ABB - kiest voor de optie dat het bestuur bij meerderheidsbeslissing binnen het besturenoverleg beslist en een MR daardoor geen vetorecht toekent. In lijn hiermee heeft het bevoegd gezag de uitvoering van het plan evenmin opgeschort. Met betrekking tot deze argumentatie van het bevoegd gezag merkt de Commissie op dat de wetgever nu eenmaal geen andere uitleg toestaat en inderdaad de situatie openlaat dat het niet verlenen van instemming in de praktijk een veto op het bestuursvoornemen inhoudt. Overigens is een dergelijk veto niet definitief, in die zin dat de geschillencommissie moet beoordelen of het voorgenomen besluit mag worden omgezet in een besluit. De angst dat verschillende geschillencommissies het bestuur van een Samenwerkingsverband vervolgens opzadelen met verschillende uitspraken is begrijpelijk, maar de Commissie wijst er wel op dat de ervaring leert dat dat wel meevalt.. Er bestaat geen enkel bezwaar tegen het gezamenlijk beleggen van zittingen en onderling afstemmen van het oordeel. Zulks is sinds de invoering van de WMO al eens eerder geschied. Door ondanks de onthouden instemming, toch uitvoering te geven aan het zorgplan heeft het bevoegd gezag naar het oordeel van de Commissie in strijd gehandeld met de WMO De Commissie heeft zich er in haar eerdere uitspraak tevens over uitgesproken dat, wil er sprake zijn van een juist verloop van de medezeggenschap, de medezeggenschapsraad van een school, waarop het zorgplan mede betrekking heeft, al in een vroeg stadium betrokken zou moeten worden bij de totstandkoming van het concept-zorgplan voor de komende planperiode. Door de medezeggenschap in een vroeg stadium in de besluitvormingsprocedure reeds een plaats te geven, wordt bereikt dat het bestuur van een samenwerkingsverband al bij de eerste besprekingen over het zorgplan voor de komende planperiode met de inbreng van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden rekening kan houden en ook kan voorzien of er een geschil zal ontstaan. De Commissie heeft hierbij gewezen op de mogelijkheid dat het Samenwerkingsverband een platform zou kunnen oprichten waarin de medezeggenschapsraden participeren en waarin zij hun invloed zouden kunnen uitoefenen op de totstandkoming van het zorgplan. Het is namelijk van belang niet alleen aan de ene kant te onderkennen dat de medezeggenschap en daarmee de noodzaak tot terugkoppeling loopt via elk bevoegd gezag, dat in het Samenwerkingsverband participeert, maar ook dat aan de andere kant voor een goede meningsvorming het een vereiste is dat een

7 medezeggenschapsraad direct de mogelijkheid krijgt op het niveau van het Samenwerkingsverband, in confrontatie met de andere betrokkenen, de besluitvorming te beïnvloeden. Door middel van een dergelijk platform zou hieraan, in de ogen van de Commissie, tegemoet gekomen kunnen worden. De Commissie heeft geconstateerd dat in casu het bevoegd gezag bij de besluitvorming ten aanzien van het Zorgplan heeft getracht de inbreng van de MR in een vroeger stadium dan voorgaande jaren te garanderen. Daartoe heeft het onder meer een tijdpad opgesteld en eerder dan pas bij de eindversie van het plan tussentijds met de vertegenwoordigers van de MR gesproken. De Commissie heeft hiervoor waardering. Zij heeft tevens moeten constateren dat het overschrijden van een aantal van de in het tijdpad opgenomen streefdata niet is voorkomen. Dit had niet te maken met het optreden van dit bevoegd gezag maar vloeide voort uit de procedures in het Samenwerkingsverband als totaal en had aldus voor elke medezeggenschapsraad van de betrokken scholen diezelfde consequentie. De Commissie deelt dan ook niet de opvatting van de MR dat het bevoegd gezag onzorgvuldig heeft gehandeld, laat staan dat vanwege dit onzorgvuldig handelen tot het oordeel gekomen zou moeten worden dat de MR terecht zijn instemming aan het voornemen heeft onthouden. Met een vroeger betrekken bij de besluitvorming van de afzonderlijke MR'en per schoolbestuur wordt naar het oordeel van de Commissie evenwel nog steeds geen recht gedaan aan wat in het specifieke geval van een beleidsvoornemen van een bovenbestuurlijk orgaan met werking over alle in een bepaald samenwerkingsverband verenigde scholen van verschillende denominaties en verschillende vormen van onderwijs is vereist, namelijk het creëren van een gezamenlijk besluitvormingstraject. De Commissie betreurt het dat het Samenwerkingsverband aan het uitwerken van een dergelijk traject kennelijk niet is toegekomen. De medezeggenschapsraad heeft door de bestaande besluitvormingsprocedure begrijpelijkerwijs het gevoel gehad dat de contouren van het komende Zorgplan al zo vastlagen dat aanpassingen, zoals hij voorstond, nauwelijks meer mogelijk waren. 2. Ter zake van het instemmingsgeschil Wat betreft het in het Zorgplan opgenomen uitgangspunt dat er geen verdere uitbreiding van het aantal plaatsen in het speciaal onderwijs mag plaatsvinden en dit te bereiken is door het verder versterken van de zorgstructuur en het uitdiepen van bestaande profielen binnen de basisscholen, heeft het bevoegd gezag naar voren gebracht dat dit staand beleid is, dat bovendien breed gedragen wordt. De MR stelt zich daarentegen op het standpunt dat dit voor hem geen staand beleid is daar hij zich in het voorgaande schooljaar, toen dit uitgangspunt in het Zorgplan was vastgelegd, hier reeds tegen verzet heeft, maar het bevoegd gezag hem niet-ontvankelijk verklaard had in zijn afwijzing. De Commissie overweegt ten aanzien van deze situatie het volgende. Zij meent dat het bevoegd gezag vorig schooljaar ten onrechte tot een niet-ontvankelijkverklaring van de MR is gekomen toen die zijn brief met afwijzende reactie verkeerd geadresseerd had. Deze brief, waarover de Commissie desgevraagd na de zitting de beschikking heeft gekregen, was wel in afschrift aan de contactpersoon van het bevoegd gezag gezonden. Ook het Zorgplatform, dat destijds als geadresseerde de brief had ontvangen had het bevoegd gezag op de hoogte gebracht. De Commissie merkt wel op dat de MR geen stappen heeft ondernomen tegen die niet-ontvankelijkverklaring. Nu het Zorgplan voortbouwt op een al eerder ingezet beleid en de MR geen verdere stappen had ondernomen tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn afwijzende reactie ten aanzien van het Zorgplan , beziet de Commissie de kritiek van de MR op het algemene uitgangspunt, namelijk dat een basisschool geen speciale basisschool zou moeten worden, wel in dat reeds vastgestelde en in de praktijk gebrachte kader. De wens van de wetgever de toestroom tot de scholen voor speciaal onderwijs in te perken vormt voor alle partijen een gegeven. Het Samenwerkingsverband zal de financiële kaders in acht dienen te nemen en bij de prioriteitsstelling tot een zodanige verdeling van de middelen moeten komen dat de capaciteit binnen het speciaal basisonderwijs om leerlingen op te nemen, tot een bepaald aantal beperkt wordt. Daarbij zal het bestuur van het Samenwerkingsverband in acht dienen te nemen dat over de toelaatbaarheid van een leerling tot het speciaal basisonderwijs uiteindelijk de PCL heeft te beslissen en dat de capaciteit binnen het speciaal basisonderwijs erop toegesneden dient te zijn dat alle leerlingen binnen het Samenwerkingsverband, voor wie de PCL een toelaatbaarheidsbeschikking heeft afgegeven, zo spoedig mogelijk in het speciale basisonderwijs kunnen worden opgenomen. In het onderhavige Samenwerkingsverband staat de opvangcapaciteit van het SBO sterk onder druk. Het bestuur van het Samenwerkingsverband heeft daartoe een verbeterplan aan de staatssecretaris voorgelegd en extra gelden toegewezen gekregen. Daarnaast is gezocht naar andere mogelijkheden binnen het reguliere onderwijs. Naar het oordeel van

8 de Commissie behoort uitgangspunt te blijven dat leerlingen, voor wie de PCL een toelaatbaarheidsbeschikking heeft afgegeven, zo spoedig mogelijk in het speciaal basisonderwijs worden opgenomen. Evenzeer geldt voor de leerlingen die via de Commissie van Indicatiestelling worden verwezen naar andere speciale scholen, dat zij daar terecht moeten kunnen. Het handhaven van leerlingen in het regulier onderwijs, waarvan vaststaat dat zij in wezen beter af zijn in het speciaal (basis)onderwijs, heeft immers direct gevolgen voor het onderwijsproces in de desbetreffende groepen maar ook voor de basisschool zelf. Gebleken is dat het bestuur van het Samenwerkingsverband dit uitgangspunt handhaaft op één categorie leerlingen na, namelijk die ouder dan 10 jaar zijn. Op dit punt acht de Commissie de kritiek van de MR dat er rondom de 10+ leerlingen een precaire situatie ontstaat, terecht en zou die kritiek een praktisch antwoord van de zijde van het bevoegd gezag en via hem het bestuur van het Samenwerkingsverband verdienen. Dat het Samenwerkingsverband verder meer in de richting gaat van opvang op de reguliere scholen, acht de Commissie niet onredelijk. Deze aldus te respecteren algemene grondslag van het Zorgplan (en dat van ) neemt niet weg dat aan de uitvoerbaarheid van een en ander niet voorbijgegaan mag worden. Tegenover de stellingname van de MR dat de opvang van meer kinderen met een bepaalde problematiek in alle gevallen ten nadele uitpakt voor de 'gewone' leerling, staat de opvatting van het bevoegd gezag dat het onderwijs zodanig individueel gericht zou moeten zijn dat elk kind zorg op maat krijgt. Het bevoegd gezag stoelt de ambitie om dat op elk van zijn scholen te bereiken bovendien op zijn ervaring dat aan die ambitie al beantwoord wordt op enkele daarvan, zonder dat aan die scholen een geringere problematiek onder de leerlingengroep bestaat. Vanuit die constatering heeft het bestuur van het Samenwerkingsverband dan ook besloten eerst eens in kaart te brengen hoe elke school ervoor staat, welk profiel welke school heeft, welke organisatorische omstandigheden meespelen, e.d. De uitkomst van dat onderzoek moet leiden tot het per school opstellen van profileringsactiviteiten, vervat in een schoolplan, waarbij, zoals het bevoegd gezag heeft aangegeven, de MR zeker betrokken zal worden. De Commissie merkt op dat aldus sprake is van een voorgenomen aanpak, die zowel aan de onderzoekswens en sturingsbehoefte van het bevoegd gezag tegemoet komt, als aan de medezeggenschapswens van elke betrokken MR. Terzijde merkt de Commissie op dat zij geen aanwijzingen heeft dat het bevoegd gezag zijn overtuiging dat de bezwaren van de MR door een andere organisatorische aanpak opgelost zouden kunnen worden, ooit in het overleg met de MR concreet handen en voeten heeft gegeven. Het had het bevoegd gezag niet misstaan indien het dat wel gedaan had. Met betrekking tot de wens van de MR om duidelijke criteria te krijgen voor de verwijzingen tussen basisscholen (de zgn. BAO-BAO verplaatsingen) vindt de Commissie het standpunt van het bevoegd gezag niet onredelijk dat deze pas in een verder gelegen toekomst mogelijk meer aan de orde zijn, namelijk wanneer de verschillende profileringen in beeld gebracht en verder verdiept zijn en dus ook pas dan de toelatings- en weigeringscriteria kunnen worden ontwikkeld. Conclusie Samenvattend komt de Commissie tot de conclusie dat het bevoegd gezag in redelijkheid heeft kunnen komen tot zijn beslissing om het concept-zorgplan dat ter beslissing voorlag aan het bestuur van het Samenwerkingsverband, als voorgenomen besluit te handhaven, gelet op hetgeen de medezeggenschapsraad over het concept-zorgplan te berde heeft gebracht en hetgeen de Commissie daarover heeft overwogen. De Commissie maakt op dit oordeel alleen een voorbehoud op het punt van het handhaven van 10+ leerlingen met een (noodzaak tot) verwijzing naar het SBO in de bovenbouwklassen van de reguliere basisschool. Ten aanzien van dit beleidsaspect heeft het bevoegd gezag zich in redelijkheid niet achter het concept-zorgplan kunnen opstellen, nu het bevoegd gezag heeft nagelaten concreet met de MR te overleggen hoe de school met dat aspect zou om dienen te gaan. In het hiervoor weergegeven oordeel ziet de Commissie op zichzelf onvoldoende grond om het bevoegd gezag de bevoegdheid te ontzeggen het voorgenomen besluit om te zetten in een definitief besluit. Daarbij is ook nog van belang dat niet zonder meer aannemelijk is dat nader overleg met de MR aanleiding had moeten zijn met betrekking tot de 10+ leerlingen het voorgenomen besluit wezenlijk te wijzigen. Mede gelet op het tijdstip waarop de Commissie uitspraak doet in het geschil, acht de Commissie het van belang dat de kwestie van de 10+ leerlingen nader wordt bekeken in het eerstvolgende zorgplan, zonder dat er door het bevoegd gezag een beroep op mag worden gedaan dat die kwestie ook al in het Zorgplan was geregeld.

9 Oordeel De Commissie stelt bindend vast: dat het bevoegd gezag bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid heeft besloten het concept-zorgplan dat voorlag in de besluitvormende vergadering van 25 april 2002 van het bestuur van het Samenwerkingsverband, als voorgenomen besluit te handhaven behoudens voor zover het betreft het onderdeel van het handhaven van 10+ leerlingen met een (noodzaak tot) verwijzing naar het SBO in de bovenbouwklassen van de reguliere basisschool; dat het voorgenomen besluit - ervan uitgaand dat er met betrekking tot het voorgenomen besluit geen geschil resteert met enige andere MR van een in het Samenwerkingsverband participerende school - mag worden omgezet in een besluit Zorgplan onder voorwaarde dat alsnog met de MR overleg wordt gevoerd over dat onderdeel en dat in het volgende zorgplan daaraan speciale aandacht wordt gegeven. Woerden, 15 april 2003 Mr. B.K. Olivier, voorzitter Drs. M.R. Backer, secretaris

Partijen: Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zijpe, nader aan te duiden als bevoegd gezag

Partijen: Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zijpe, nader aan te duiden als bevoegd gezag Uitspraaknr. G649 Datum: 29 januari 2001 Soort geschil: Instemmingsgeschil Zorgplan Partijen: Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zijpe, nader aan te duiden als bevoegd gezag -tegende

Nadere informatie

Uitspraaknr. G648. Datum: 29 januari Soort geschil: Instemmingsgeschil Zorgplan

Uitspraaknr. G648. Datum: 29 januari Soort geschil: Instemmingsgeschil Zorgplan Uitspraaknr. G648 Datum: 29 januari 2001 Soort geschil: Instemmingsgeschil Zorgplan Partijen: Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam Oud-West (hierna: bevoegd gezag) -tegen- 1. de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, nader aan te duiden als bevoegd gezag

college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, nader aan te duiden als bevoegd gezag Uitspraaknr. G580 Datum: 3 april 1996 Soort geschil: Adviesgeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare school voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs "De Windroos" te Hellevoetsluis,

Nadere informatie

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Zuiderparkschool" te Apeldoorn, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool Zuiderparkschool te Apeldoorn, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR) Uitspraaknr. G567 Datum: 18 oktober 1995 Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Zuiderparkschool" te Apeldoorn, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2012-35 15 maart 2013 Het is de commissie niet gebleken van omstandigheden die voor de school reden hadden moeten zijn om te twijfelen

Nadere informatie

Uitspraaknr. G644-G645-G646. Datum: 8 november Soort geschil: Interpretatiegeschil

Uitspraaknr. G644-G645-G646. Datum: 8 november Soort geschil: Interpretatiegeschil Uitspraaknr. G644-G645-G646 Datum: 8 november 2000 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de Zuukerschool voor openbaar basisonderwijs te Epe, de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Samenvatting uitspraak. Instemmingsgeschil PO verdeling/besteding van budget voor Personeel- en arbeidsmarktbeleid

Samenvatting uitspraak. Instemmingsgeschil PO verdeling/besteding van budget voor Personeel- en arbeidsmarktbeleid Samenvatting uitspraak Instemmingsgeschil PO verdeling/besteding van budget voor Personeel- en arbeidsmarktbeleid In het verleden verschilden het bevoegd gezag en de MR reeds van mening over de inzet van

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen Landelijke Commissie voor Geschillen Wms 107855 - Het bevoegd gezag heeft ten onrechte besluiten tot vaststelling van de lessentabel en invoering van een mavo/havo brugklas niet ter instemming aan de DMR

Nadere informatie

Partijen: De medezeggenschapsraad van de Nicolaas Maesschool te Amsterdam, nader aan te duiden als de medezeggenschapsraad (MR),

Partijen: De medezeggenschapsraad van de Nicolaas Maesschool te Amsterdam, nader aan te duiden als de medezeggenschapsraad (MR), Uitspraaknr. G700 Datum: 19 oktober 2004 Soort geschil: Adviesgeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de Nicolaas Maesschool te Amsterdam, nader aan te duiden als de medezeggenschapsraad (MR), -tegende

Nadere informatie

College voor geschillen medezeggenschap defensie

College voor geschillen medezeggenschap defensie ADVIES Dossiernr: Advies van het College voor geschillen medezeggenschap defensie aan de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten naar aanleiding van een verzoek om advies inzake een tussen: de Commandant Maritieme

Nadere informatie

De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. Ch. H. Stokman-Prins, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J.

De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. Ch. H. Stokman-Prins, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J. De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. Ch. H. Stokman-Prins, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J. Brugman) UITSPRAAK IN HET INTERPRETATIEGESCHIL TUSSEN: de oudergeleding

Nadere informatie

De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs

De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. B.K. Olivier, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J. Brugman) LGC G 744 UITSPRAAK IN HET INSTEMMINGSGESCHIL TUSSEN: de Stichting Praktijkonderwijs

Nadere informatie

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO SAMENVATTING 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO Een vader klaagt dat de IB'er zonder indicatie en overleg onjuiste informatie heeft verschaft aan het AMK en aan de logopedist en de

Nadere informatie

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO SAMENVATTING 104849 - Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO Een aantal ouders klaagt erover dat de directeur onzorgvuldig heeft gehandeld door aan de MR een

Nadere informatie

Partijen: Burgemeester en wethouders van Valkenburg, nader aan te duiden als bevoegd gezag

Partijen: Burgemeester en wethouders van Valkenburg, nader aan te duiden als bevoegd gezag Uitspraaknr. G512 Datum: 28 maart 1995 Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: Burgemeester en wethouders van Valkenburg, nader aan te duiden als bevoegd gezag -tegende medezeggenschapsraad van de

Nadere informatie

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit LOWI Advies 2015, nr. 10 Advies van het LOWI van 17 september 2015 ten aanzien van een verzoek van, bij het LOWI ingediend op 17 augustus 2015 betreffende het voorlopig besluit van het Bestuur van, inzake

Nadere informatie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school)

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) SAMENVATTING 105648-13.03 Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) De gemeente, waar de stichting het bevoegd gezag is van tien openbare basisscholen, wordt opgedeeld over

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M. S AMENV ATTING 08.023 / 104010 Interpretatiegeschil VO - artikel 4 lid 3, artikel 21 lid 2 en artikel 2 jo 11 onder h WMS m.b.t. de medezeggenschapsstructuur, de procedure van vaststelling van medezeggenschapsdocumenten,

Nadere informatie

Partijen: burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, nader aan te duiden als bevoegd gezag

Partijen: burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, nader aan te duiden als bevoegd gezag Uitspraaknr. G624 Datum: 22 februari 1999, Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, nader aan te duiden als bevoegd gezag -tegenmedezeggenschapsraad

Nadere informatie

Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, nader aan te duiden als het bevoegd gezag

Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, nader aan te duiden als het bevoegd gezag Uitspraaknr. G411 Datum: 29 september 1993 Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, nader aan te duiden als het bevoegd gezag -tegende

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) SAMENVATTING 105529 - Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) Nadat de Commissie in een eerdere procedure (105501) had uitgesproken

Nadere informatie

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR Het bevoegd gezag deelde uren aan het personeel toe voor algemene schooltaken, zoals vergaderingen. Hierbij werd een vaste voet gehanteerd die het bevoegd gezag nu wil laten vallen. Het bevoegd gezag is

Nadere informatie

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. 108461 - Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. UITSPRAAK in het geding tussen: de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013)

Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013) Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013) Inhoudsopgave Preambule Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen 1. Begripsbepalingen 2. Aard en werkingsduur

Nadere informatie

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Quint" te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool De Quint te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR) Uitspraaknr. G416 Datum: 17 november 1993 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Quint" te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Partijen: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem, nader aan te duiden als bevoegd gezag

Partijen: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem, nader aan te duiden als bevoegd gezag Uitspraaknr. G475 Datum: 24 augustus 1994 Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem, nader aan te duiden als bevoegd gezag -tegende

Nadere informatie

Artikel 1. Dit reglement verstaat onder:

Artikel 1. Dit reglement verstaat onder: REGLEMENT OUDERCOMMISSIE AL-GHAZALI UITGANGSPUNTEN Onderwijs omvat meer dan scholing alleen. Naast scholing zijn ook de opvoeding die de kinderen krijgen, de begeleiding en andere vormen van leren en vorming

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) SAMENVATTING 104917 - Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) De MR heeft een negatief advies over een voorgenomen besluit tot ontslag

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post 108492 - geschil over verwijdering leerling. Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat de leerling welkom is op de school en onderwijs op haar eigen niveau krijgt aangeboden. in het geding tussen: ADVIES

Nadere informatie

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde]

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde] 108056 - Geschil over voorgenomen verwijdering leerling. Het verzoek is gegrond omdat er geen ontwikkelingsperspectief is opgesteld en geen op overeenstemming gericht overleg met de ouder heeft plaatsgevonden.

Nadere informatie

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO 106770-15.06 Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van de rooms-katholieke basisschool A te

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden 2011

Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden 2011 1 Diro Besproken 2010-2011 MR Instemming 20-06-2011 Bestuur Vastgesteld 21-06-2011 Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden 2011 2 Inhoud Preambule 3

Nadere informatie

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105620-13.02 Instemmingsgeschil PO - artikel 12 lid 1 onder i WMS (vaststelling of wijziging beleid personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedifferentiatie) De PGMR heeft instemming

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-151 d.d. 11 mei 2012 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mevrouw. mr. J.W.M. Lenting, leden, met de heer

Nadere informatie

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07 Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op

Nadere informatie

De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas.

De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas. 107216 - De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas. in het geding tussen: verbeterd* ADVIES de heer en mevrouw

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen Rolnummer: LPL 96.002 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR DE OVERHEID VOOR LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN, ADVISERENDE NAAR

Nadere informatie

Lantaarnpaal staat in de weg Gemeente Weesp Beheer en beleid

Lantaarnpaal staat in de weg Gemeente Weesp Beheer en beleid Rapport Gemeentelijke Ombudsman Lantaarnpaal staat in de weg Gemeente Weesp Beheer en beleid 1 oktober 2008 RA 0829889 Samenvatting In 2007 gaat de gemeente Weesp over tot het vervangen van lantaarnpalen

Nadere informatie

Artikel 3. Voordat de directeur besluit tot weigering van toelating stelt hij/zij de ouders in de gelegenheid hun zienswijze naar voren te brengen.

Artikel 3. Voordat de directeur besluit tot weigering van toelating stelt hij/zij de ouders in de gelegenheid hun zienswijze naar voren te brengen. Regeling toelating, schorsing en verwijdering leerlingen van MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding. Vastgesteld door AD d.d. 9 juni 2010 Algemeen Artikel 1. Deze regeling verstaat onder:

Nadere informatie

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) 105291-12.09 Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) Ter versterking van de (katholieke) identiteit van de stichting heeft het bevoegd gezag in 2008 besloten dat

Nadere informatie

School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES

School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES 107287 - School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES in het geding tussen: mevrouw A, wonende te K, verzoekster en Stichting B,

Nadere informatie

Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland

Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland 1 Geanonimiseerde versie Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -

Nadere informatie

1. Procedure. 2. Feiten

1. Procedure. 2. Feiten Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 153 d.d. 23 augustus 2010 (mr. V. van den Brink, voorzitter, en de heren G.J.P. Okkema en prof. drs. A.D. Bac RA) 1. Procedure De Commissie

Nadere informatie

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs Bijlage 1, bestuursvergadering 28 januari 2008. Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs Medezeggenschapsstatuut van de stichting Sint Christoffel te Boxtel. Preambule

Nadere informatie

ADVIES. de Stichting voor openbaar primair onderwijs E, gevestigd te B, het bevoegd gezag van F te B, verweerder

ADVIES. de Stichting voor openbaar primair onderwijs E, gevestigd te B, het bevoegd gezag van F te B, verweerder 107915 - Geschil toelating. De onderzoeksplicht naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling betekent niet dat die informatie door eigen onderzoek van de school moet zijn verkregen; wel moet invulling

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.0351 (005.03) ingediend door: hierna te noemen klaagster', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Reglement Ondersteuningsplanraad Plein 013

Reglement Ondersteuningsplanraad Plein 013 Reglement Ondersteuningsplanraad Plein 013 Preambule: Dit reglement is, op voordracht van de werkgroep Inrichting OPR, opgesteld door het bestuur van het samenwerkingsverband Plein 013. In deze Ondersteuningsplanraad

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid)

SAMENVATTING. 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid) SAMENVATTING 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid) De PMR heeft niet ingestemd met de voorgestelde benoemingsprocedure voor de schoolleiding omdat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen)

Samenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen) 08.014 Samenvatting Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen) De OMR heeft aan de Commissie de vraag voorgelegd of het besluit tot toelating van een groep

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO)

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) Medezeggenschapsreglement van Stichting samenwerkingsverband de Liemers po te Zevenaar (samenwerkingsverband 25-04). Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Nadere informatie

Uitspraaknr. G637. Datum: 12 april Soort geschil: Advies- en interpretatiegeschil

Uitspraaknr. G637. Datum: 12 april Soort geschil: Advies- en interpretatiegeschil Uitspraaknr. G637 Datum: 12 april 2000 Soort geschil: Advies- en interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraden van openbare basisschool Kromme Akkers te Garnwerd en openbare basisschool De Klief

Nadere informatie

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

VERLOOP VAN DE PROCEDURE SAMENVATTING 105535 - Klacht over doubleren, over informatieverstrekking aan Raad voor de Kinderbescherming en het (niet) beantwoorden van brieven; PO Een vader klaagt erover dat de school heeft besloten

Nadere informatie

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De school heeft volgens de regels gehandeld bij het afgeven van het schooladvies.

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De school heeft volgens de regels gehandeld bij het afgeven van het schooladvies. 107257 - De school heeft volgens de regels gehandeld bij het afgeven van het schooladvies. inzake de klacht van: ADVIES mevrouw A en de heer B te G/H, ouders van C, klagers tegen mevrouw D, directeur van

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT van samenwerkingsverband passend primair onderwijs Oosterschelderegio te Goes ( het samenwerkingsverband ).

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT van samenwerkingsverband passend primair onderwijs Oosterschelderegio te Goes ( het samenwerkingsverband ). MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT van samenwerkingsverband passend primair onderwijs Oosterschelderegio te Goes ( het samenwerkingsverband ). Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet:

Nadere informatie

Partijen: Het bestuur van het Openbaar Lichaam voor voortgezet onderwijs in samenwerkingsverband in Waddinxveen en Boskoop (hierna: bevoegd gezag)

Partijen: Het bestuur van het Openbaar Lichaam voor voortgezet onderwijs in samenwerkingsverband in Waddinxveen en Boskoop (hierna: bevoegd gezag) Uitspraaknr. G634 Datum: 25 november 1999 Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: Het bestuur van het Openbaar Lichaam voor voortgezet onderwijs in samenwerkingsverband in Waddinxveen en Boskoop (hierna:

Nadere informatie

Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer, nader aan te duiden als bevoegd gezag

Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer, nader aan te duiden als bevoegd gezag Uitspraaknr. G466 Datum: 1 juni 1994 Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer, nader aan te duiden als bevoegd gezag -tegende medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 09-05 Datum : 18 september 2009 Partijen : de (zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de raad van bestuur, (naam), hierna aangeduid als

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout 107643 17.04 De opheffing van (een deel van) de school is zó ingrijpend dat het bevoegd gezag de MR daar in een zo vroeg mogelijk stadium bij moet betrekken. Dat is ten onrechte niet gebeurd. in het geding

Nadere informatie

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning Versie 1 september 2017 Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning Samenwerkingsverband passend

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement van Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO te Groningen ( het samenwerkingsverband ).

Medezeggenschapsreglement van Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO te Groningen ( het samenwerkingsverband ). MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD VO Medezeggenschapsreglement van Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 te Groningen ( het samenwerkingsverband ). Hoofdstuk 1 Algemene

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD SAMENWERKINGSVERBAND PO 2502 OOST-ACHTERHOEK WINTERSWIJK

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD SAMENWERKINGSVERBAND PO 2502 OOST-ACHTERHOEK WINTERSWIJK MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD SAMENWERKINGSVERBAND PO 2502 OOST-ACHTERHOEK WINTERSWIJK Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet: de Wet medezeggenschap op scholen

Nadere informatie

Reglement voor de Commissie Toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en extra ondersteuning

Reglement voor de Commissie Toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en extra ondersteuning Reglement voor de Commissie Toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en extra ondersteuning Het bestuur van de Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder 107682 School kan een leerling met extra ondersteuningsbehoefte niet weigeren zonder voldoende onderzoek naar de ondersteuningsmogelijkheden van de school. Ook is overleg nodig met de ouders over welke

Nadere informatie

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) SAMENVATTING 104469 - Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) GMR heeft geweigerd in te stemmen met het voornemen om voor alle teamleiders, ongeacht

Nadere informatie

AANSLUITINGSOVEREENKOMST

AANSLUITINGSOVEREENKOMST 1 AANSLUITINGSOVEREENKOMST ONDERGETEKENDEN: 1. Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland, kantoorhoudende te u, ingeschreven in het handelsregister onder nummer u; hierna ook te noemen:

Nadere informatie

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering.

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering. 108071 - Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering. in het geding tussen: ADVIES [verzoekers], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen ADVIES Rolnummer: LPL 99.054 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR DE OVERHEID VOOR LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN, ADVISERENDE

Nadere informatie

Partijen: De medezeggenschapsraad van openbare basisschool Floris van Dalem te Dalem, nader aan te duiden als de medezeggenschapsraad (MR)

Partijen: De medezeggenschapsraad van openbare basisschool Floris van Dalem te Dalem, nader aan te duiden als de medezeggenschapsraad (MR) Uitspraaknr. G651 Datum: 16 mei 2001 Soort geschil: Adviesgeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van openbare basisschool Floris van Dalem te Dalem, nader aan te duiden als de medezeggenschapsraad (MR)

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND SWV PO 20.01

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND SWV PO 20.01 MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO) VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND SWV PO 20.01 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet: de Wet medezeggenschap op scholen

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2013-28 28 oktober 2013 Afwijzing toelating niet conform artikel 15 Inrichtingsbesluit WVO. De commissie acht de klacht gegrond

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR SAMENVATTING 105174 - Adviesgeschil VO - artikel 11 onder a WMS (wijzigen lessentabel) De MR heeft een adviesgeschil ingediend omdat het bevoegd gezag in afwijking van het advies van de MR twee projecturen

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

Ouderraadreglement cbs Het Baken (2013)

Ouderraadreglement cbs Het Baken (2013) Ouderraadreglement cbs Het Baken (2013) UITGANGSPUNTEN Onderwijs omvat meer dan scholing alleen. Naast scholing zijn ook de opvoeding die de kinderen krijgen, de begeleiding en andere vormen van leren

Nadere informatie

Zaan Primair Regeling schorsing & verwijdering

Zaan Primair Regeling schorsing & verwijdering Voorgenomen besluit college van bestuur: september 2018 Advies managementberaad: 20 november 2018 Advies GMR: 19 november 2018 Definitief besluit college van bestuur: december 2018 Zaan Primair Regeling

Nadere informatie

reglement oudercommissie

reglement oudercommissie reglement oudercommissie OBS J.P. MINCKELERS Inhoudsopgave 1 Begripsbepalingen... 3 2 Doelstelling... 3 3 Samenstelling... 3 4 Dagelijks bestuur... 4 5 Taakomschrijving... 5 6 Taakuitvoering... 5 7 Vergaderingen...

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD MIDDEN- HOLLAND (PO2814)

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD MIDDEN- HOLLAND (PO2814) MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD MIDDEN- HOLLAND (PO2814) Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb. 2006, 658); b. bestuur:

Nadere informatie

Wettelijke borging De wettelijke borging van de zorgplicht zit in twee artikelen van de wet op het primair onderwijs; artikel 40, lid 3 en 4:

Wettelijke borging De wettelijke borging van de zorgplicht zit in twee artikelen van de wet op het primair onderwijs; artikel 40, lid 3 en 4: Zorgplicht Met de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 is tevens het begrip zorgplicht geïntroduceerd. Opvallend daarbij is overigens dat in de tekst van de wet het woord zorgplicht niet

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

Regeling toelating, schorsing en verwijdering leerlingen van MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding

Regeling toelating, schorsing en verwijdering leerlingen van MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding Regeling toelating, schorsing en verwijdering leerlingen van MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding Bestuur Vastgesteld 9 juni 2010 Update 27 januari 2013 Aanpassingen n.a.v. wijzingen WPO

Nadere informatie

Reglement Ouderraad De Peppels en De Canadas. Datum inwerkingtreding:

Reglement Ouderraad De Peppels en De Canadas. Datum inwerkingtreding: Reglement Ouderraad De Peppels en De Canadas Datum inwerkingtreding: Inhoudsopgave Paragraaf 1 Begripsbepalingen... 3 Artikel 1... 3 Paragraaf Instelling... 3 Artikel 2... 3 Paragraaf Doelstelling... 3

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement. van Stichting Samenwerkingsverband Roosendaal eo., te Roosendaal.

Medezeggenschapsreglement. van Stichting Samenwerkingsverband Roosendaal eo., te Roosendaal. Medezeggenschapsreglement van Stichting Samenwerkingsverband Roosendaal eo., te Roosendaal. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb. 2006,

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen C te D Zaak : Overstapservice, opzegging, schadeloosstelling, vergoeding Concerta Zaaknummer : 2009.01011 Zittingsdatum : 10 februari 2010 1/6 Geschillencommissie

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 37 d.d. 17 februari 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. A.W. H. Vink) Samenvatting Consument claimt tweemaal

Nadere informatie

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling)

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Samenvatting uitspraak 08.019 Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Het bevoegd gezag heeft besloten het schoolexamenvak Maatschappijleer te verplaatsen

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H. 107862 18.01 Instemmingsgeschil en nalevingsgeschil. De OPR heeft geen instemmingsrecht op een wijziging van de rechtsvorm van het samenwerkingsverband. Het verzoek tot naleving is afgewezen. in het geding

Nadere informatie

Gelet de Wet op het Primair Onderwijs; Wet op de Expertisecentra en Wet Passend Onderwijs;

Gelet de Wet op het Primair Onderwijs; Wet op de Expertisecentra en Wet Passend Onderwijs; Toelatingsbeleid Voorgenomen besluit college van bestuur: 6 september 2018 Advies managementberaad: 20 november 2018 Advies GMR: 19 november 2018 Definitief besluit college van bestuur: 6 december 2018

Nadere informatie

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. 108179 - Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. ADVIES inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], ouder van [de leerling],

Nadere informatie

Geschillencommissie 'Weer Samen Naar School' Wat als je er samen niet uit komt? Adres Geschillencommissie WSNS

Geschillencommissie 'Weer Samen Naar School' Wat als je er samen niet uit komt? Adres Geschillencommissie WSNS Geschillencommissie 'Weer Samen Naar School' Het beleid rondom 'Weer Samen Naar School' (WSNS) is er op gericht om kinderen zoveel mogelijk het reguliere onderwijs te laten volgen. Basisscholen zullen,

Nadere informatie

Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures

Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures 1. Schoolbestuur heeft een geschil met ouders rond toelating en verwijdering. 2. Schoolbestuur of ouder heeft geschil met samenwerkingsverband over toelaatbaarheid

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J SAMENVATTING 106262 - Geschil over toepassing vakantieregeling werkgever; BVE Het geschil is in goed overleg tussen partijen aan de Commissie voorgelegd (N-7 cao bve). De werkgever heeft gaandeweg het

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 08-03 Datum : 24 november 2008 Partijen : Stichting (zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de heer (naam), locatiemanager (locatie),

Nadere informatie

De Commissie heeft het bevoegd gezag en de directeur van de school gevraagd te reageren op het gestelde in de klachtbrief.

De Commissie heeft het bevoegd gezag en de directeur van de school gevraagd te reageren op het gestelde in de klachtbrief. Klachtnummer 07016 Verwijdering leerling; streng sanctiebeleid De klacht valt in twee onderdelen uiteen, te weten: de gebrekkige communicatie en de handelswijze van de school met betrekking tot de verwijdering

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 2 december 2005

No.W /III 's-gravenhage, 2 december 2005 ................................................................................... No.W05.05.0449/III 's-gravenhage, 2 december 2005 Bij Kabinetsmissive van 11 oktober 2005, no.05.003859, heeft Uwe Majesteit,

Nadere informatie