Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 12 februari 2013

Transcriptie

1 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus CE Utrecht Telefoon Fax www Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 12 februari 2013 Verslag door: Geertjan Benus (in opdracht van de griffie, eindredactie vóór aanbieding van het verslag aan de griffie) in samenwerking met Margreeth Menkveld. Datum verslag: 19 februari 2013 Vaststelling verslag: De commissie stelt dit verslag definitief vast in de vergadering van 19 en 21 maart Eventuele wijzigingen op dit verslag worden verwerkt in het verslag van die vergadering. Aanwezig: 12 februari smiddags: De voorzitter de heer W. Buunk, burgemeester A. Wolfsen en de wethouders de dames M. de Rijk en de heer H. Spigt, en voorts de leden: de heer J.L. Ravesteijn (GroenLinks), mevrouw M. Mos (GroenLinks), mevrouw Wijntuin (GroenLinks) de heer S. Koopmans (PvdA), mevrouw B. Dibi (PvdA), mevrouw K. Bouazani (PvdA), mevrouw S. Baş (D66), mevrouw C. Hakbijl (CDA), de heer J. Flipse (D66), de heer E. Smid (CDA), de heer J.H. Berends (Stadspartij Leefbaar Utrecht), de heer D.E. Ikkersheim (VVD), de heer M. Dijk (VVD), de heer E.A. Geldof (VVD), mevrouw M.T. Vroman (ChristenUnie), de heer Wijmenga (ChristenUnie), de heer T. Schipper (SP), de heer D. Tegelberg (Groep Kuijper). Voorts is aanwezig van de griffie, de heer M. Kiewik (commissiegriffier). 12 februari s avonds: De voorzitter de heer S. de Vries, de wethouders de heer J. Kreijkamp, de heer F. Lintmeijer, en voorts de leden: de heer J.L.Ravesteijn (GroenLinks), mevrouw M. Mos (GroenLinks), de heer B. Isik (PvdA), de heer L.A. Roodenburg (D66), mevrouw S. Baş (D66), mevrouw C. Hakbijl (CDA), de heer Ikkersheim (VVD), de heer M. van der Sloot (ChristenUnie), mevrouw M. Peetoom (Stadspartij Leefbaar Utrecht). Voorts is aanwezig van de griffie, de heer M. Kiewik (commissiegriffier). En overigens: Ambtelijke vertegenwoordigers van gemeentelijke afdelingen. Niet aanwezig: 0. Inhoudsopgave 1. Opening en mededelingen Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Verslagen van de commissie Mens en Samenleving a. Het verslag van de openbare vergadering van de commissie Mens en Samenleving van 22 en 24 oktober Ingekomen stukken Mogelijkheid tot het stellen van rondvragen aan de portefeuillehouders Tweede wijziging Legesverordening Opmerkingen toezeggingenlijst, terugkoppeling uit gemeenschappelijke regelingen, beantwoording rondvraagpunten Social Return Initiatiefvoorstel VVD: Kadernotitie Jeugdzorg M&S Wachtlijsten in de sport Opmerkingen toezeggingenlijst, terugkoppeling uit gemeenschappelijke regelingen, beantwoording rondvraagpunten Opmerkingen toezeggingenlijst, terugkoppeling uit gemeenschappelijke regelingen, beantwoording rondvraagpunten Opmerkingen toezeggingenlijst, terugkoppeling uit gemeenschappelijke regelingen, beantwoording rondvraagpunten Opmerkingen toezeggingenlijst, terugkoppeling uit gemeenschappelijke regelingen, beantwoording rondvraagpunten Voortgang Wijkgericht werken meting Wijkgericht werken Opmerkingen toezeggingenlijst, terugkoppeling uit gemeenschappelijke regelingen, beantwoording rondvraagpunten Lijst van toezeggingen Opening en mededelingen Opening 12 februari in de middag Pagina 1 van 40

2 50 60 De voorzitter, de heer Buunk, opent de vergadering omstreeks uur en verwelkomt de aanwezigen. Er zijn geen afmeldingen. Vanwege het geringe aantal agendapunten is besloten dat vandaag wel vergaderd wordt en donderdag niet. Daardoor zijn de dagdelen enigszins anders ingedeeld. Wethouder Spigt is voor het eerst aanwezig in de commissie. De voorzitter heet hem van harte welkom. De raadsvoorstellen die uit deze vergadering zullen voortkomen en niet besproken hoeven te worden, zullen als A- punt in de raadsvergadering aan de orde komen in de raadsvergadering van 28 februari De voorstellen die nog een bespreking nodig hebben in de gemeenteraad zullen aan de orde komen in de vergadering van 14 maart 2013 met de B-status. De volgende commissievergadering vindt plaats op 19 en 21 maart Mededelingen Geen. Berichten van verhindering zijn niet ontvangen. Heropening 12 februari in de avond De voorzitter, de heer De Vries heropent de vergadering omstreeks uur. De agendapunten van de wethouders Kreijkamp en Lintmeijer zijn aan de orde. Berichten van verhindering zijn ontvangen van de heer Schipper van de SP en de groep Kuijper. Mededelingen van de commissie Geen. 70 Mededelingen van de wethouders Geen. 2. Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Inventarisatie van de te bespreken agendapunten in de middagvergadering van 12 februari 2013 De voorzitter stelt vast dat de commissie de agendapunten 6, 8, 9, 10 zal bespreken. Inventarisatie van de te bespreken agendapunten in de avondvergadering van 12 februari 2013 De voorzitter stelt vast dat de commissie de agendapunten 15 en 16 bijeengenomen aan de orde zal stellen Verslagen van en voor de commissie Mens en Samenleving a. Verslag van de openbare vergadering van de Commissie Mens en Samenleving van 15 en 17 januari 2013 Het verslag wordt als volgt vastgesteld: De bladzijden 31 t/m 51 Ontvangen tekstuele opmerkingen van mevrouw Haage (PvdA) Regel 2163: vervang "Lenigen van overlast" door "tegengaan van overlast" Regel 2739: vervang "meerderjarige leerlingen" door "minderjarige leerlingen" Bladzijden 15 t/m 31 Dit deel van het verslag wordt conform vastgesteld. 90 b. Verslag van de gecombineerde vertrouwelijke vergadering van de commissie Mens en Samenleving van 15 januari Conform vastgesteld. c. Verslag van de vertrouwelijke vergadering van de commissie mens en Samenleving van 17 januari 2013 Conform vastgesteld. 100 d. Verslag van de openbare vergadering van de subcommissie Controle en Financiën van 26 november 2012, ter kennisname van de commissie De commissie neemt het verslag voor kennisgeving aan. 4. Ingekomen stukken Geen ingekomen stukken. 5. Mogelijkheid tot het stellen van rondvragen aan de portefeuillehouders. Middagvergadering 12 februari 2013 Pagina 2 van 40

3 De heer Dijk (VVD) vraagt de burgemeester over de recente incidenten en gebeurtenissen in Vleuten naar de genomen acties. Hij heeft uit de media vernomen dat gisteravond een buurtbijeenkomst is gehouden. Vandaag werd duidelijk uit de media dat ook gebiedsverboden zijn opgelegd aan de groep jongeren. Dat maakt de vraag al weer iets anders. Het is geen verrassing dat de fractie veel waarde hecht aan een goede aanpak. Utrecht ligt al onder een vergrootglas als het gaat om buurtpesterijen en erger. Het is belangrijk om snel helderheid te krijgen over hoe de politie en de gemeente handelen, zodat de situatie niet verder de veiligheidsgevoelens in de stad kan beïnvloeden. Naar aanleiding van de buurtbijeenkomst en de gebiedsverboden vraagt de heer Dijk wanneer de politie en de gemeente voor het eerst geïnformeerd zijn over de problemen tussen deze vermeende groep jongeren en een bewoner in de Dokter Oolderslaan. Hoe is hierop gehandeld? Vanuit de zaak Hans en Ton heeft de gemeente lessen geleerd, zoals hoe om te gaan met camera s. Die moeten snel komen maar wel efficiënt zijn, dus verdekt. Hoe verhoudt zich dat dan tot de melding in de media dat twee camera s zijn opgehangen? Jongeren hebben op verschillende TV-kanalen rond Utrecht gezegd dat ze precies wisten waar die camera s stonden en hoe ze daarmee om moesten gaan. Dat werd bevestigd door de buurtbewoner. Dat lijkt niet in lijn met de les die is geleerd. De andere les die geleerd is, is het zo snel mogelijk betrekken van de buurt, onder andere via een buurtschouw of aanbellen om na te gaan wie de verdachten zijn en of de gemeente het gesprek met ze aan kan gaan. Op die manier hoeft het niet lang te duren om de verdachten te horen. Hij vraagt of al eerder, voor de buurtbijeenkomst, een ronde is gemaakt in de buurt om te vragen of de incidenten bekend waren bij bewoners en of ze wisten wie de verdachten waren. De bewoner heeft bekend gemaakt dat hij mogelijk zelf het recht in eigen hand wil nemen. Dat lijkt de fractie enigszins ongewenst. Hoe gaat de burgemeester hiermee om en hoe verklaart hij dat deze bewoner zo teleurgesteld is in de daadkracht van de politie en de gemeente over het niet reageren op eerdere klachten? De heer Dijk vraagt namens de heer Rijpma de wethouder Sport over waarom het tijdelijke bad in zwembad De Kromme Rijn niet direct na het EOF verwijderd kan worden en de ligweide al dan niet voor tijdelijk gebruik, gebruiksklaar gemaakt zo dat die nog in augustus gebruikt kan worden. (1) Dit naar aanleiding van het bericht in de krant over dat het zwembad in de komende zomer amper gebruikt zal worden. Kan een deel van de ligweide niet dienst doen als terras? Dat lijkt de VVD goed voor de omzet. (2) In de zomer wordt het zwembad alleen opengesteld voor baantjes zwemmen voor abonnementshouders. Waarom wordt het zwembad niet opengesteld voor anderen, zoals recreanten? Dat lijkt de VVD toch los te staan van het feit of al dan niet een dak op het zwembad zit. Is het niet mogelijk het bad ook open te stellen voor recreatief zwemmen. Dit werkt óók positief op de omzet. Mevrouw Wijntuin (GroenLinks) stelt namens haar collega De Boer nog enkele aanvullende vragen over de incidenten in Vleuten. Haar vraag heeft betrekking op de geleerde lessen. Heeft de burgemeester een compleet beeld van de gebeurtenissen gaat het niet om losse incidenten? Hoe is de samenwerking tussen het Openbaar Ministerie, de politie, wijkagenten, gemeente en hulpverleners? In hoeverre is de aanpak binnen de Driehoek afgestemd? De heer Smid (CDA) vraagt over het straatmanagement in de Breedstraatbuurt (1) of de burgemeester het signaal van de wijkraad Binnenstad en enkele bewoners ook ontvangen heeft over de grote zorgen over de beëindiging van het straatmanagement door de gemeente. En (2) of de gemeente ervoor kan zorgen in de aanpak dat er geen gat valt. En wat doet de gemeente extra om de buurt te laten weten waar hij aan toe is. Hij vraagt daarover meer informatie met het oog op de hem bereikte signalen De heer Wijmenga (ChristenUnie) sluit zich aan bij de vraag van de heer Smid. Hij had dezelfde vraag over het wijkmanagement willen stellen in het avondgedeelte van de vergadering. Kan de wethouder bij de beantwoording meenemen of de gemeente bij de bezetting van de wijkbureaus voldoende rekening houdt met de specifieke projecten waar ook mensen en middelen voor beschikbaar moeten blijven? Gisteren ontvingen de raadsleden een brief van de burgemeester over het voornemen tot het afwijzen van de aanvraag voor een tweede coffeeshop op de Croeselaan. De fractie is zeer tevreden met dit voornemen. Kunnen de raadsleden te zijner tijd ook het definitieve besluit ontvangen of in ieder geval geïnformeerd worden? Mevrouw Dibi (PvdA) stelt twee vragen aan wethouder Spigt. Veel mensen in de regio Utrecht hebben moeite met lezen en schrijven. Ongeveer volwassenen zijn laaggeletterd. De vorige wethouder Den Besten heeft onlangs de alliantie Taal voor het Leven getekend om meer organisaties te laten samenwerken bij het bestrijden van laaggeletterdheid. Recentelijk is een instrument ontwikkeld door diverse wetenschappers en experts, waarmee iemand vrij eenvoudig gescreend kan worden op laaggeletterdheid. Dit instrument, de Taalmeter, wordt nu al op kleine schaal gebruikt in bijvoorbeeld Den Haag en Rotterdam om laagopgeleide mensen die zich melden bij het Werkloket te screenen op laaggeletterdheid. Zo kunnen niet alleen mensen die hulp nodig hebben deze krijgen, maar kan de gemeente ook kijken naar optimaal passend werk. Mensen die nu nauwelijks kunnen lezen en schrijven zullen zich straks veel beter kunnen redden in Pagina 3 van 40

4 de maatschappij. De kans op een baan zal fors toenemen. Dat is bewezen. Is de wethouder bereid om een pilot met de Taalmeter ook in Utrecht van start te laten gaan? Het kost geen geld. Kan de wethouder nagaan in verband met de mogelijke ontwikkeling van meer werkgelegenheid vanwege de koopzondagen of het mogelijk is om tot afspraken te komen met werkgevers en mensen die nu in de bijstand, de WSW of de Wajong zitten? Daar liggen kansen. De heer Koopmans (PvdA) stelt een vraag aan wethouder Everhardt. In mei vorig jaar is bij de vragen rond vernieuwend welzijn uitdrukkelijk gesproken over de positie van het personeel van de gemeente en de onduidelijkheid over of voldoende mensen straks een plek kunnen krijgen. Ook uit de brief van advocatenkantoor Verheijen blijkt dat nog veel eindjes open zijn. Kan de commissie voor de volgende commissievergadering een overzicht krijgen van de stand van zaken in relatie tot de wensen en opmerkingen die in de commissievergadering van mei 2012 genoemd zijn zoveel mogelijk met behoud van personeel met mensen die nu werkzaam zijn? In de brief van het advocatenkantoor wordt ook genoemd dat het UVO nog weinig duidelijkheid geeft over de mensen die qua beheer gekoppeld zijn aan een accommodatie en die nog niet weten of ze na augustus werk hebben. Kan de wethouder daarover meer duidelijkheid geven? De heer Berends (Stadspartij Leefbaar Utrecht) stelt een vraag aan wethouder De Rijk of aan de burgemeester. De laatste dagen wordt wijk C ernstig ondergespoten met graffiti. Kan de aanwezigheid van camera s bijdragen aan het oppakken van mogelijke spuiters? 190 Mevrouw Bouazani (PvdA) heeft een vraag aan de burgemeester betreffende werkervaringsplekken voor werkloze jongeren bij de politie. In de Tweede Kamer is op 31 januari 2013 een motie aangenomen van het lid Marcouch waarin politiekorpsen worden opgeroepen werkervaringsplekken voor werkloze jongeren te creëren. In Utrecht is op Kanaleneiland ook ooit een dergelijk project gestart en dat heeft vruchten afgeworpen. Wil de burgemeester in de Driehoek bespreken of in de regio Midden Nederland mogelijkheden zijn jongeren een dergelijke kans te bieden? Graag hoort zij terug wat daarvan de uitkomst is. Mevrouw Mos (GroenLinks) stelt een aanvullende vraag op die van de heer Koopmans. Kan het college ook zeggen hoeveel arbeidsplaatsen werkelijk verloren gaan? 200 Avondvergadering 12 februari 2013 Mevrouw Hakbijl (CDA) vraagt wethouder Lintmeijer of hij de commissie kan informeren over de stand van zaken en over in ieder geval het proces bij het Muziekpaleis Vredenburg. De heer Van der Sloot (ChristenUnie) vraagt wethouder Kreijkamp over signalen over dat de leefbaarheidsbudgetten steeds vaker gebruikt worden door professionele organisaties, zoals scholen die in een wijk opereren. Het budget is oorspronkelijk bedoeld voor de ondersteuning van initiatieven van bewoners. Hij vraagt of de wethouder deze geluiden herkent. En hij vraagt naar de visie van de wethouder. 6. Tweede wijziging Legesverordening 2013 De horecaverordening is aangepast aan de nieuwe drank-en horecawet die op 1 januari 2010 in werking treedt. Vanwege de nieuwe citeertitel van de horecavergunning (Horecaverordening 2013) en het nieuwe artikel 9 (melding wijziging horecabedrijf) is het nodig de legesverordening 2013 hierop aan te passen. 210 De voorzitter licht toe dat het gaat om een verordening waarmee de legesverordening 2013 wordt gewijzigd. Die wijziging is nodig vanwege de veranderingen die de gemeente gaat aanbrengen in de Horecaverordening. De behandeling daarvan in de raad is doorgeschoven naar de raadsvergadering van 28 februari Maar dat staat niet in de weg dat deze legesverordening nu al gewijzigd kan worden, zodat de verordening is voorbereid op de wijziging van de Horecaverordening, vanwege wijzigingen in de Drank- en Horecawet. De heer Dijk (VVD) vraagt of het noodzakelijk is eerst de horecaverordening vast te stellen en daarna de wijziging in de legesverordening. 220 Wethouder De Rijk lijkt het verstandig om tijdens de raadsvergadering eerst de Horecaverordening aan de orde te stellen en dan de wijziging in de legesverordening. Maar het kan wel in dezelfde raadsvergadering. De voorzitter stelt vast dat dit raadsvoorstel met de A-status naar de raadsvergadering van 28 februari 2013 gaat. Dan kan het in de correcte volgorde worden behandeld. Pagina 4 van 40

5 7. Opmerkingen toezeggingenlijst, terugkoppeling uit gemeenschappelijke regelingen, beantwoording rondvraagpunten wethouder De Rijk Toezeggingenlijst Er zijn geen opmerkingen en geen vragen over de toezeggingenlijst Samenwerkingsverbanden Geen opmerkingen en vragen. Rondvragen Wethouder De Rijk zal onderzoeken wat in wijk C aan de hand is. Zij denkt niet dat het goed is automatisch over te gaan op het ophangen van camera s. Eerder in de raad is al besproken dat het bij graffiti van groot belang is om mensen op heterdaad te kunnen betrappen. De heer Berends (Stadspartij Leefbaar Utrecht) licht toe dat het niet zijn bedoeling was om extra camera s te plaatsen. Maar als camera s aanwezig zijn, kunnen die misschien gebruikt worden. De burgemeester antwoordt dat als graffiti gespoten wordt in een gebied waar al camera s hangen, deze camera s dag en nacht worden uitgekeken. Als opsporing wordt verricht naar mensen die graffiti aanbrengen, kunnen de beelden daarbij worden gebruikt. Het is dan uiteraard wel noodzakelijk dat gespoten wordt binnen het zicht van de camera s. 8. Social Return Is besproken in aanwezigheid van wethouder De Rijk en wethouder Spigt (de portefeuillehouder) Het raadsvoorstel betreft een geleidelijke uitbreiding van het Social Return-vereiste. Dat wil zeggen dat de gemeente Utrecht eisen stelt bij inkooptrajecten. De opdrachtnemer besteedt 5% van de aanneemsom of 7% van de loonsom aan werk of leerbanen voor mensen die een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben en enige extra begeleiding nodig hebben. Dit raadsvoorstel stelt voor de Social Return aanpak stapsgewijs uit te breiden op basis van de door de tenderboard vastgestelde inkoopstrategie per productgroep. Daarbij wordt ook voorgesteld om Social Return alleen toe te passen bij inkooptrajecten boven euro. In de eerste termijn kunnen de fracties aangeven wat hun standpunten zijn en aangeven hoe ze met het raadsvoorstel willen omgaan. Mevrouw Mos (GroenLinks) meldt dat de fractie enthousiast is over dat het college Social Return fors wil gaan uitbreiden. Eind 2011waren 87 mensen geplaatst, eind 2012 waren dat er 240. Dat is een goede ontwikkeling. Tegelijkertijd blijkt dat maar 50% van het potentieel gerealiseerd wordt. Hoeveel mensen hadden geplaatst kunnen worden wanneer het instrument optimaal benut was? Stel dat de aanbesteding van het Muziekpaleis onder Social Return zou vallen, dan gaat het om 7 miljoen euro. Dat is een fors bedrag. Wat is het maximale budget dat de gemeente via Social Return kan verzilveren? Voor GroenLinks is de belangrijkste optie van Social Return het creëren van werkplekken, en second best de give back card. Als derde kan de gemeente een financiële bijdrage aan een Utrechts fonds creëren. De heer Dijk (VVD) is benieuwd naar de verklaring van GroenLinks van het verschil tussen potentieel en realisatie. Mevrouw Mos (GroenLinks) antwoordt dat het instrument op dit moment onvoldoende effectief wordt benut. Zij denkt dat de VVD daar hetzelfde over denkt. De heer Dijk (VVD) denkt dat effectief op verschillende manieren te interpreteren is. De ene manier is dat men niet effectief genoeg kijkt naar de verschillende lijsten en dat daardoor aanbestedingen gemist worden. De andere kant van effectiviteit is dat misschien het SW-bedrijf en Werkplein niet genoeg geschikte mensen in de aanbieding heeft. Waar ligt het volgens GroenLinks aan? Mevrouw Mos (GroenLinks) is daar heel nieuwsgierig naar, maar zij denkt dat het aan beide kanten ligt. Zij vindt het daarom goed dat aan de ene kant de doelgroep wordt uitgebreid en aan de andere kant strakkere afspraken met opdrachtnemers gemaakt worden. Dan wordt zichtbaar welke banen in aanmerking komen en maakt de gemeente inzichtelijk welke mensen beschikbaar zijn. Mevrouw Mos zou het heel goed vinden als zowel de werkgever als de potentiële werknemer kan reageren. Klanten kunnen dan rechtstreeks solliciteren en werkgevers kunnen zien wie beschikbaar zijn voor de aan te bieden activiteiten. Dan is het niet alleen afhankelijk van de matcher. De heer Flipse (D66) vraagt zich af of het in de rede ligt om Social Return uit te breiden wanneer nog niet duidelijk is wat de reden is van de matige effectiviteit. De heer Schipper (SP) sluit zich aan bij de opmerking van de heer Flipse. De matchingsproblematiek is nog in onderzoek en de resultaten komen pas na de zomer. Hij ziet liever dat dit huiswerk eerst gedaan wordt voordat de raad een besluit neemt over dit voorstel. Mevrouw Mos (GroenLinks) begrijpt deze logica. In 2010 is al gezegd dat Social Return fors zal worden uitgebreid. Zij vindt het in die zin erg jammer dat het onderzoek naar de onderbenutting van Social Return nu pas Pagina 5 van 40

6 gestart wordt. Eén van de manieren om meer werkplekken te creëren is door aan jobcarving te werken, door werkplekken geschikt te maken. Er zijn veel meer mogelijkheden dan een aantal jaren geleden werd gedacht. Wanneer de effectiviteit wordt vergroot door werkplekken meer toe te spitsen op de werknemer of door te werken met groepsdetachering, kunnen meer mogelijkheden worden benut. Social Return is één van de weinige instrumenten die de gemeente heeft om veel meer werkplekken te creëren voor de grote groep mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. GroenLinks vindt dat de gemeente op beide punten moet inzetten: 1. Benut het maximale potentieel. 2. Werk ook aan uitbreiding. Hoe meer werkplekken de gemeente kan creëren, hoe beter het is voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en hoe beter het voor de gemeente is. Is het college het eens met de volgorde die mevrouw Mos noemde: eerst werkplekken, pas dan de give back card en als laatste een Utrechts Fonds om voldoende werkplekken te creëren? Dit kan bijvoorbeeld door prijsdifferentiatie toe te passen. Bijvoorbeeld dat 5% van de aanneemsom naar het creëren van werkplekken gaat, 7,5% van de aanneemsom gaat naar give back cards, 10% van de aanneemsom gaat naar een Utrechts Fonds. Daarmee geeft de gemeente duidelijk aan, aan de werkgever dat het interessanter is om een werkplek te creëren dan om het af te kopen. Mevrouw Dibi (PvdA) merkt op dat de bedoeling van de give back card juist is om als werkgevers niet in staat zijn bepaalde werkplekken te creëren, te kijken of ze iets anders kunnen bieden om te voldoen aan de Social Return. Vindt mevrouw Mos dit niet een veel betere optie dan het af te kopen zoals zij dat noemt? Het afkopen geeft een negatief beeld over hoe werkgevers denken. Dat moet eerst onderzocht worden. De heer Flipse (D66) heeft begrepen dat vandaag niet besloten wordt over de give back cards. In het raadsvoorstel staat dat de gemeente dit gaat onderzoeken en dat de discussie daarover nog moet plaatsvinden. Hij wil voorzichtig zijn om nu al dit soort richtinggevende uitspraken te doen. De heer Berends (Stadspartij Leefbaar Utrecht) concludeert dat mevrouw Mos ervoor pleit om de aanneemsom met 5, 7,5 of 10% te verhogen om Social Return in één of andere vorm voor elkaar te krijgen. Dat betekent dat de budgetten van de gemeente ook met dat percentage omhoog zullen moeten gaan om het te kunnen betalen. Komt dat wel overeen met de matige begroting die de gemeente de eerste jaren wil hebben? Mevrouw Mos (GroenLinks) antwoordt de heer Berends dat de kern van Social Return is dat van 5% van de aanneemsom werkplekken worden gecreëerd. Zij pleit niet voor het extra verhogen van de aanneemsom, maar voor het benutten van 5% van de aanneemsom. Om duidelijk te maken dat het in eerste instantie gaat om werkplekken vindt zij het wel belangrijk om een soort van volgordelijkheid aan te brengen. Eerst werkplekken, dan give back card en als laatste een Utrechts Fonds. Op die manier wordt een werkgever maximaal benut om werkplekken te creëren. De heer Flipse vindt dat mevrouw Mos ver gaat met haar richtinggevende uitspraken, maar zij vindt dat de kern van het commissiedebat. Welke kant wil de politiek nu uit? Als de gemeente meer mensen uit de bijstand wil krijgen en meer werkplekken in de stad wil creëren, dan is naar de mening van GroenLinks Social Return daar een heel goede mogelijkheid voor. De give back card is een goed voorstel, maar de eerste focus moet liggen op de werkplekken. Het moet niet zo zijn dat alle werkgevers straks kiezen voor de give back card en dat de werkplekken achterwege blijven. Daarom haar accent op de volgordelijkheid. Als ondersteuning daarvan merkt mevrouw Mos op dat TNO ook aan gemeenten adviseert om een soort van fonds te creëren waarin de werkgever geld kan storten op het moment dat hij niet in staat is een werkplek te creëren. Zo zijn in de stad veel meer werkplekken te realiseren. Wat is de reactie daarop van het college? De heer Dijk (VVD) voelt wel voor de give back card, maar dan om meer keuzevrijheid te geven aan ondernemers. Het gaat hem niet om een hoger percentage. Wat de heer Berends zegt over de budgetten klopt, zijns inziens. De ondernemers zijn nu al hard met elkaar aan het concurreren om de meest voordelige aanbestedingsprijs te bieden. Op het gebied van hoogwaardige diensten gaan ze nog meer met elkaar concurreren, maar dan krijgen ze er 5% bij. Denkt mevrouw Mos dat de ondernemers dezelfde prijs zullen handhaven of zullen ze de prijs iets verhogen om Social Return te kunnen opnemen? Wordt een aantal aanbestedingen zo duurder dan nu? Mevrouw Mos (GroenLinks) antwoordt dat het klopt dat de totale aanneemsom hoger kan worden op het moment dat de ondernemer niet is staat is om een deel van de opdracht te laten realiseren door werkzoekenden uit de stad. Daarom moet de gemeente ervoor zorgen het aantrekkelijk te maken voor werkgevers én werknemers. Vandaar de vraag aan het college of het mogelijk is profielen van klanten neer te leggen zodat de werkgever kan kiezen. Zij onderschrijft dat de keuzevrijheid van werkgevers wordt vergroot door de give back card of het Utrechts fonds aan te bieden. Zij wil graag de toezegging van de wethouder om de genoemde volgordelijkheid over te nemen. Zij herhaalt de volgorde in prioriteitstelling van haar fractie. Voor opdrachtgevers valt ook te denken aan het creëren van positieve terugverdienopties, als het gaat om de keuzevrijheid Wanneer zij een dienst heel goed geleverd hebben en een hoger percentage hebben geleverd dan afgesproken, kan de gemeente een soort bonus geven aan de opdrachtgever. Dan creëert de gemeente een bonus/malus systeem. Een opdrachtnemer betaalt meer als hij de werkplekken niet kan realiseren. De gemeente draagt iets meer bij als de werkgever méér werkplekken creëert. Daarmee daagt de gemeente het ondernemerschap meer uit. Pagina 6 van 40

7 Mevrouw Mos vraagt het college rekening te houden met werkgevers die al veel mensen met een arbeidsbeperking of een grote afstand tot de arbeidsmarkt in dienst hebben, zodat goed werkgeverschap beloond wordt en niet gestraft. Laatste vraag is hoe dit soort constructies duurzaam gemaakt worden. In de notitie staat dat het soms gaat om werkplekken voor 2 tot 2,5 maand. Heeft het college erover nagedacht hoe ervoor gezorgd kan worden dat bijstandgerechtigden niet weer terugvallen, maar dat een soort pool gecreëerd wordt of constructies van detacheringen, zodat ze echt kunnen uitstromen uit de uitkering? Neemt het college dit mee bij de uitwerking van de Participatiewet, zodat te zien is hoe mensen carrière maken? De heer Dijk (VVD) geeft aan dat zijn fractie geen grote voorstander is van Social Return. In de markt van het maatschappelijk verantwoord ondernemen vragen de klanten steeds meer. Bedrijven moeten zich wel aanpassen om daaraan te kunnen voldoen. Maar het feit wil dat deze gemeente al een Social Return beleid heeft, al beschouwt hij dat beleid als enigszins zwabberend de laatste jaren. En dat is niet goed voor de investeringszekerheid voor bedrijven. Dat beleid wordt nu weer aangescherpt. Eerst was het euro, daarna euro en nu gaat het naar euro, in vijf jaar. En het gaat gelden voor bijna alle aanbestedingen. Ook de VVD maakt zich grote zorgen dat dit extra kosten gaat opleveren voor de gemeente. Is bijvoorbeeld al gekeken of het aanbestedingsbedrag in de sectoren waar Social Return heeft gewerkt verhoogd is? Hoeveel procent van de gemeentelijke organisatie zelf voldoet nu aan het 5% criterium? Want als de gemeente dit vraagt van anderen moet zij natuurlijk daar zelf aan voldoen. Mocht dit niet zo zijn dan hoort de heer Dijk dit graag. De vraag is hoe dit gaat functioneren. De bedrijven hebben het nu al moeilijk genoeg om hun huidige personeel in dienst te houden en daar genoeg opdrachten voor te krijgen. Is het nu het juiste moment om Social Return te verbreden? Op welke manier kan het leiden tot verdringing van het zittend personeelsbestand? Is dat in het verleden onderzocht en hoe is het nu? Het blijkt nu veel moeite te kosten om Social Return-vacatures in te vullen. Ligt het grote verschil tussen potentieel en realisatie aan het feit dat de gemeente een deel van de aanbesteding mist of heeft het SW-bedrijf niet genoeg mensen in de aanbieding, bijvoorbeeld voor wat betreft functies voor hoogopgeleiden, en voor specialistische functies en gecertificeerde banen? Het voorstel is geleidelijk uit te breiden naar andere productgroepen. Het is niet geheel duidelijk wanneer die geleidelijkheid ingaat. Op welk moment wordt dit beslist? Wellicht is het beter eerst de vier onderzoeken af te wachten voordat de gemeente gaat uitbreiden. Wanneer Social Return beperkt wordt tot banen voor mensen uit de Wsw, Wajong of Wwb lijkt dat beperkend voor de keuzevrijheid van bedrijven. Het is lastig mensen in te zetten omdat het aantal banen niet groot is. Mevrouw Dibi (PvdA) hoorde de heer Dijk de vraag stellen of dit het juiste moment is om uit te breiden. Maar de gemeente krijgt straks een enorme opgave met de Wet werken naar vermogen, Wajongers, WSW-ers, Wwb-ers. De groep wordt steeds groter. Is het dan juist in deze tijd heel belangrijk om Social Return toe te passen zodat die mensen in ieder geval aan het werk kunnen? De heer Dijk (VVD) geeft toe dat het een breed maatschappelijk probleem is. Maar de gemeente heeft een direct belang om zoveel mogelijk mensen uit de uitkeringspositie richting banen te krijgen. Maar de werkgevers hebben het gevoel dat zij een probleem van de gemeente moeten oplossen. De heer Dijk zit daar tussenin en daarom is hij ook erg voor de werkgeversaanpak. Dat is volgens hem veel kansrijker dan een verplichting. Dan gaan de bedrijven zoeken naar werk en gaan de kosten voor de gemeenschap omhoog in de aanbestedingen. Dat alles bij elkaar lijkt hem toch niet de meest kosteneffectieve oplossing. Dus hij pleit voor meer inzetten op de werkgeversaanpak om bedrijven te verleiden, het aantrekkelijker te maken, te ondersteunen in het in dienst nemen van mensen voor langere tijd. Als het gaat om aanbestedingen betreft het vaak projecten die eindig zijn. Wanneer de gemeente richting reguliere banen wil gaan, is het veel beter om werkgevers te verleiden tot het creëren van een vaste optie. De VVD ziet een give back card als een heel goede optie. De fractie ziet namelijk nog een andere ontwikkeling, en dat is dat een quotum van 5% als een donkere wolk boven de ondernemers gaat hangen. Daar is nog veel discussie over, maar zoals het kabinet het nu ziet gaat dat per 1 januari 2014 in. Hoe ziet het college die maatregel in relatie tot Social Return? Is Social Return dan niet overbodig? De heer Smid (CDA) vraagt zich ook af waarom uitbreiding van Social Return op dit moment moet gebeuren. Waarom ligt het nu voor als de gemeente toch nog onderzoek naar oorzaken gaat doen? Het leek erop alsof GroenLinks vindt dat het in het collegeprogramma van 2010 staat en dat daarom nu snel iets gedaan moet worden. Mevrouw Mos (GroenLinks) is verbaasd dat de heer Smid dit zegt. In het stuk zelf staat dat in mei 2010 is besloten om uit te breiden. Dat is door deze raad gebeurd. Vervolgens is in 2011 op verzoek van de raad nog een keer een toezegging gedaan aan de raad met een nadere uitwerking te komen. Daar is dit voorstel uit voort gekomen. Het komt niet helemaal uit haar koker. Is de heer Smid het met GroenLinks eens dat het juist heel erg belangrijk is om voor meer werkplekken te zorgen voor mensen uit de bijstand en mensen met een beperking? Dan moet Social Return juist maximaal benut worden in plaats van af te wachten. De heer Smid (CDA) antwoordt dat als de oorzaken niet voldoende onderzocht zijn het erg vroeg is dit nu voor te leggen. Het lijkt hem beter alles duidelijk te hebben en dan in één keer uit te breiden. Pagina 7 van 40

8 Het CDA is geen tegenstander van Social Return, maar is wel kritisch. Het moet wel een praktisch middel zijn. Is 246 plaatsingen nu veel of weinig? De nota is van binnen naar buiten geredeneerd en ambtelijk opgesteld. De gemeente moet eerst nog allerlei stappen zetten. En de gemeente voldoet zelf mogelijkerwijs nog niet aan haar eigen regels. Voordat de gemeente regels aan werkgevers in de stad oplegt moet de gemeente daar toch eerst zelf aan voldoen. Het CDA is ook kritisch omdat het wellicht eenvoudiger kan. Andere gemeenten, niet alleen grote gemeenten zoals Amsterdam maar ook buurgemeente Nieuwegein, gaan anders om met zogenaamde 2B diensten. Daar pakken ze het eenvoudiger en minder bureaucratisch op. Waarom kan Utrecht daar niet een voorbeeld aan nemen? Het derde punt is ook op werkgevers gericht. Het pleidooi van het CDA is om de werkgevers meer keuzevrijheid te bieden. Bouw positieve terugverdienopties in. Bedenk het niet allemaal zelf als gemeente, maar probeer te reageren op wat werkgevers vragen en probeer flexibel te zijn. Probeer als gemeente mee te denken voor dat hogere doel en het niet al te veel vast te leggen. Mevrouw Dibi (PvdA) denkt dat één van de grootste frustraties van werkgevers is dat ze teveel administratie en rompslomp hebben. Volgens haar heeft het college juist heel goed geluisterd naar de werkgevers door met ze te gaan praten en ze te ontzorgen. In het voorstel is heel duidelijk beschreven dat de gemeente ontzorging biedt door bijvoorbeeld een jobcoach of begeleiding op de werkvloer aan te bieden. De veronderstelling dat meedenken niet gebeurt, is volgens haar niet helemaal juist. Zij merkt dat dit juist wel gebeurt. De heer Smid (CDA) veronderstelt dat de give back card dan kennelijk van het verlanglijstje van de werkgevers is gekomen. Zijn pleidooi is om de werkgevers in deze moeilijke tijden zoveel mogelijk ter wille te zijn. Wees hen ook ter wille door goede voorbeelden breder in de markt bekend te maken en aan te geven op welke manieren het mogelijk is iets op dit vlak te doen. Daarmee is volgens het CDA meer resultaat te behalen. Alles afwegende is de conclusie dat het CDA wel mee kan gaan met uitbreiding als het per se moet. De vraag is nog wel hoe scherp het bedrag van euro als aanneemsom is. Maar misschien is het CDA meer voorstander van de optie om het in één keer goed te organiseren op het moment waarop het onderzoek gedaan is. Hij veronderstelt dat dat mogelijk is voor de zomer van Mevrouw Dibi (PvdA) sluit zich aan bij de inleiding van GroenLinks. Het gaat heel goed met SROI, al kan het haars inziens beter met zijn vormgeving. Zij vindt het goed dat er nu een vaste projectleider is aangesteld die zeer bevlogen is en hiermee goed bezig is. Het blijkt dat het nog steeds moeilijk is om woningcorporaties in Utrecht mee te krijgen in SROI. Het is moeilijk afspraken te maken, terwijl het wel mogelijk is. Een heel goed voorbeeld is woningbouwvereniging Zayaz in Den Bosch. Deze vereniging heeft op eigen initiatief SROI vormgegeven en boekt hiermee hele goede resultaten. Mevrouw Dibi is daarover heel erg enthousiast. Zij vraagt of de wethouder dit voorbeeld kent en of hij bereid is om bijvoorbeeld door middel van een pilot met één van de woningbouwverenigingen in Utrecht na te gaan of dit in Utrecht ook mogelijk is. In dit verband is mevrouw Dibi benieuwd naar de uitvoering van haar motie, nummer 067, waarin het college opgedragen wordt afspraken te maken over het aan het werk helpen van de doelgroep. Daarin worden specifiek de woningbouwverenigingen genoemd. Hoe staat het hiermee? De tweede vraag gaat over de provinciale laag. Mevrouw Dibi heeft daarover al meerdere malen opmerkingen gemaakt bij het debat over SROI. Op provinciaal niveau is nog een wereld te winnen op het gebied van SROI. Honderden miljoenen euro s worden uitgegeven aan opdrachten, bijvoorbeeld aan snelwegen. Is de wethouder bereid afspraken te maken met de provincie om zo tot een breder aanbod te komen voor SROI? De fractie vindt dit heel belangrijk en er liggen kansen. Zij krijgt hierop graag een toezegging van de wethouder. Zij wil graag een terugkoppeling van hem hoe het met de afspraken staat en of het lukt. Haar derde vraag gaat over de dagschoonmaak. Binnen de eigen gemeentelijke organisatie zijn veel mensen aan het werk via SROI, ook in de schoonmaak. Naar de mening van de PvdA kan de gemeente flexibeler omgaan met schoonmaaktijden. Zij denkt hierbij aan alleenstaande moeders die afhankelijk zijn van de schooltijden van de kinderen. Het moet mogelijk zijn binnen de eigen gemeentelijke dienst na te gaan hoe het met de werktijden zit om ze te laten aansluiten bij de behoeften van deze groep die rekening moet houden met kinderen. Is de wethouder bereid om binnen de eigen organisatie werk te maken van de dagschoonmaak, zodat op deze manier meer mensen aan het werk kunnen? Vraag 4 is meer voor de wethouder Economische Zaken. Bestaan vanuit het Duurzaamheidfonds mogelijkheden om daar waar opdrachten worden verleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties SROI toe te passen? Zij denkt daarbij aan energie- en milieuprojecten. Daar liggen haars inziens ook kansen. In de notitie schetst het college een procedure waarbij de tenderboard aan de adviescommissie vraagt of Social Return in het inkooptraject moet worden opgenomen. Voor zover bekend bij haar fractie is noch van werkgeverszijde noch van de belangrijkste Social Return-organisaties iemand betrokken bij deze commissie. Zij denkt daarbij aan vertegenwoordigers van VNO-NCW, MKB Nederland, UW-holding, UB-groep en anderen. Wat de PvdA betreft kunnen deze organisaties een zeer waardevolle bijdrage leveren om de Social Return paragraaf vooraf beter neer te zetten in het inkooptraject. Is de wethouder bereid daar naar te kijken? Zij vraagt hierop de reactie van de wethouder. Pagina 8 van 40

9 De heer Flipse (D66) merkt op dat het college in het voorliggende raadsvoorstel aan de raad vraagt Social Return uit te breiden naar in potentie alle sectoren. Social Return is volgens het college een succes. Dat blijkt ook uit de brief, steeds meer mensen worden geplaatst. Dat is absoluut een goede zaak. In de brief staan twee officiële beslispunten. Daarnaast noemt het college een aantal verkenningen over de uitbreiding, bijvoorbeeld naar subsidies en naar de invoering van de give back card. En vooral natuurlijk het onderzoek dat loopt naar de potentie die niet wordt gerealiseerd. Het feit dat de plaatsing in potentie niet wordt gerealiseerd vindt D66 heel opvallend. De fractie vindt het vreemd dat het college hier direct ook voorstelt om Social Return uit te breiden. De fractie vindt een en ander niet met elkaar rijmen. Wanneer zijn de uitslagen van het onderzoek bekend? Is dat voor of na de zomer? Bestaan al vermoedens?kan de wethouder al iets zeggen over de uitkomsten? Waarom spreekt het college nu al over een uitbreiding? De heer Flipse denkt dat het kan liggen aan handhaving. Evalueren is één kant van de zaak, maar als een werkgever de afspraken niet naleeft, wat doet de gemeente dan? Wat zijn de financiële consequenties van Social Return en de give back card? Mevrouw Mos (GroenLinks) is benieuwd waarom D66 twijfelt aan uitbreiden. Social Return wordt nu al toegepast in een aantal sectoren. Het lijkt geen probleem om het toe te passen in de breedte en ervoor te zorgen dat de verbeteringen die uit de onderzoeken komen in alle sectoren tegelijk worden doorgevoerd, in plaats van zich te beperken tot de helft van de opdrachten. De heer Flipse (D66) antwoordt dat zijn fractie niet principieel tegen is, maar hij vindt het een rare volgorde van zaken. Het voorstel gaat over twee beslispunten terwijl ook in het voorstel staat dat een aantal verkenningen op dit moment loopt. Waar beslist de raad dan uiteindelijk over? De heer Flipse vindt dit een zorgpunt. Mevrouw Mos (GroenLinks) vraagt of dit betekent dat D66 het beter vindt wanneer het college het voorstel preciezer formuleert. Mevrouw Dibi (PvdA) merkt op dat het amendement waar zij het eerder over sprak, ook gesteund is door D66. Het amendement riep het college op om in alle sectoren, ziekenhuizen, woningcorporaties, ook juist Social Return toe te passen. Hoe verhoudt zich dat met de twijfel van de heer Flipse? De heer Flipse (D66) herhaalt dat D66 niet principieel tegen de uitbreiding is. Het gaat vooral om de volgorde. Het lijkt de fractie verstandiger om eerst een aantal onduidelijkheden helder te krijgen. Dat geldt vooral voor de verkenning op het gebied van uitbreiding naar subsidies en naar give back cards. De fractie wil graag de financiële consequenties daarvan weten. Zodra dat helder is kan de raad hierover een beter besluit nemen. Mevrouw Mos (GroenLinks) vraagt of het klopt dat de uitbreiding naar andere sectoren dus geen probleem is voor D66. De heer Flipse (D66) vindt dat wel een probleem. De fractie wil graag in één keer een aantal besluiten nemen op het moment waarop dat de uitkomst van de verkenningen bekend zijn. Het is een samenhangend verhaal en de fractie ziet dit graag in samenhang. Hij vraagt de wethouder of het juist is dat de gemeente een flinke bezuiniging moet realiseren op de inkoop zelf. Hij vraagt hoe dat zich verhoudt tot Social Return en de give back cards? Waarom is daarvoor geen enkele financiële onderbouwing in de notitie opgenomen? Het inkoopbeleid zelf streeft verschillende doelen na, namelijk dat de gemeente sociaal en duurzaam moet inkopen. Hoe verhoudt zich dat tot elkaar? Hoe maakt het college de afweging tussen de verschillende doelen? Het is verstandig een besluit te nemen op het moment dat de evaluaties, de haalbaarheidsstudie en de verkenningen klaar zijn. D66 overweegt op de aangegeven lijn te gaan zitten. De heer Schipper (SP) had het eerder al over de onderzoeksvraag die al in het raadsvoorstel zit. En als hij de opmerkingen van de commissie hoort, komt daar nog een aantal onderzoeksvragen bij. Ook de SP heeft nog enkele vragen. Bij de lancering van het raadsvoorstel verscheen een juichend persbericht. Hij vraagt het college of in dit voorstel zit wat het bestuur van de stad er in wil hebben. Leidt Social Return tot werk voor langere tijd voor mensen die anders niet aan het werk komen? Juist dat houdt de gemeente niet bij. De fractie is ambtelijk nagegaan wat achter de gepresenteerde cijfers zit. Bijna een kwart gaat naar mensen uit de WW. De heer Schipper gunt hen alle goeds, maar zij hebben een recent arbeidsverleden en zijn in beeld bij het UWV. Waarom zitten zij bij deze doelgroep? Dat roept enigszins de indruk op als wil het college laaghangend fruit plukken om de cijfers omhoog te brengen. De SP heeft liever hogere percentages uit de Wajong, de Wsw en de Wao. Dat is ook de bedoeling van Social Return. Kortom, waarom die inzet op de WW? Hij krijgt hierop graag een antwoord. 10% Social Return met stagiairs en 26,5% mensen uit de bijstand. Dat laatste is prachtig. Maar wat krijgen zij betaald? Is dat hetzelfde als een normale werknemer, is het het minimumloon of lager of is het misschien wel niets? Leidt dit niet tot verdringing, want Social Return mag niet ontaarden in goedkope tijdelijke krachten waarbij niet duidelijk is of ze kunnen blijven. De fractie denkt dat de tijd nog niet rijp is voor dit raadsvoorstel. Eerst moet het onderzoek worden afgerond en een methode worden ontwikkeld om na te kunnen gaan wie na een bepaalde periode aan het werk blijven. En een gelijke beloning voor gelijk werk. Het persbericht was zijns inziens wat dat betreft enigszins voorbarig. Pagina 9 van 40

10 Mevrouw Dibi (PvdA) vindt het jammer dat de heer Schipper zo somber is. Social Return is een proces. Werkgevers moeten mee gaan doen en dat is moeilijk. Vindt de heer Schipper het dan niet goed dat een proces is opgestart en het college kleine stappen zet? Wat wil de heer Schipper nog onderzocht hebben voordat de gemeente gaat starten? Het is toch veel beter om te beginnen, mensen te betrekken en de doelgroep dan uit te breiden? Mevrouw Mos (GroenLinks) begrijpt de vragen en de kritische blik van de SP heel goed. Zij vindt het goed daarop scherp te blijven. Maar om te zorgen dat mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt meer kansen krijgen, is naar de mening van GroenLinks Social Return hard nodig. Waarom is het niet mogelijk beide te doen? De kritische blik die de heer Schipper hierop werpt om te zorgen dat mensen goed betaald krijgen en dat de uitgangspunten heel goed gehanteerd worden, en voor het duurzame perspectief voor mensen die niet gemakkelijk aan het werk komen. Daarom is een goed potentieel aan arbeidsplekken nodig. De heer Schipper (SP) wil het beeld wegnemen dat de SP niets voelt voor Social Return. Hij wijst alleen op wat het college in het raadsvoorstel schrijft over het grote verschil tussen potentie en realisatie en dat de oorzaken daarvan niet duidelijk zijn. De cijfers achter de cijfers roepen de vraag op of de gemeente niet te veel bezig is met de doelgroep die de gemeente eigenlijk niet wil bereiken. En hoe zit het met de duurzame uitstroom? Hij vindt het fantastisch om nu een juichend persbericht te hebben en een halfbakken raadsvoorstel, maar het onderwerp komt na de zomer zeker weer terug. Dan komt een antwoord op de vragen die opgeworpen zijn. Hij wijst nog een keer op alle vragen die tijdens deze vergadering aan de wethouder gesteld zijn en waarop het raadsvoorstel geen uitsluitsel biedt. De SP wil wel, maar wil wel weten waar hij ja tegen zegt. Dat weet de heer Schipper nu nog niet. De heer Wijmenga (ChristenUnie) voegt aan alle vragen die gesteld zijn, nog één toe. Zowel in het raadsvoorstel als in de notitie komt het woord Participatiewet niet terug, terwijl dat toch een belangrijke ontwikkeling is op dit gebied. Het kabinet heeft een wetsontwerp ingediend bij de Tweede Kamer waarin bedrijven verplicht worden een bepaald percentage mensen met enige afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Betrekt het college de voortgang daarvan ook bij de eventuele aanpassing van Social Return? In de notitie kondigt het college ook enkele nadere uitwerkingen aan. De Participatiewet moet daar zeker aan toegevoegd worden als één van de onderwerpen die invloed op Social Return gaat hebben in de gemeente Utrecht. De heer Berends (Stadspartij Leefbaar Utrecht) ondersteunt de twijfels en de vragen van de heer Dijk en de heer Smid. Hij is erg geïnteresseerd in de manier waarop andere steden dit doen. Hij heeft begrepen dat die het veelal eenvoudiger doen, minder zwaar en minder bureaucratisch. Hij merkt op dat het volstrekt duidelijk is dat Social Return on Investment niet gratis is. Dat staat nergens in de notitie. De heer Berends wil graag een toelichting op het effect van Social Return op de budgetten van de gemeente wanneer dit op meer plekken wordt doorgevoerd. Die cijfermatige onderbouwing is niet aanwezig. Is het bedrag van euro dat het college noemt inclusief of exclusief BTW? Op welk bedrag heeft de genoemde 5% betrekking? De voorzitter constateert dat alle fracties in de eerste termijn aan het woord zijn geweest. De fracties hebben veel vragen gesteld, ook veel vragen van technische aard. Uit de argumentatie begrijpt de voorzitter dat dat te maken heeft met een politiek oordeel over de mate van rijpheid van het raadsvoorstel. In de tweede termijn zal de voorzitter aan de fracties vragen wat in politieke zin met het raadsvoorstel moet gebeuren richting raadsbehandeling. De wethouder kan bij de beantwoording van de vragen uit de eerste termijn geïnterrumpeerd worden voor verhelderende vragen of politieke interrupties. Hij verzoekt de commissie dringend die kort te houden. Wethouder Spigt is het heel erg met de commissie eens dat Social Return een succesvol programma is. Het afgelopen jaar heeft Social Return 328 plaatsingen opgeleverd. Zonder Social Return waren die 328 plaatsingen niet gerealiseerd. Dat is enorme winst. Het pad dat met Social Return wordt gelopen gaat de goede kant op. Dat komt vooral door de directe aansturing door een projectleider die één op één aan tafel zit met de inkopers van de verschillende sectoren, om te zorgen dat daar waar aanbestedingen plaats vinden nadrukkelijk in het bestek als eis wordt opgenomen dat de opdrachtnemer ruimte maakt voor Social Return en dat dat ook een eis is die meegenomen wordt. Op die manier creëert de gemeente een gelijk speelveld voor alle aanbieders die mee willen doen aan een dergelijke aanbesteding. Dat betekent dat de invulling van de plek bij de partij die het werk gegund krijgt veel gemakkelijker verloopt. Want de projectleider weet dan al welke werkzaamheden binnen de aanbesteding verbijzonderd worden en welke neergezet worden ten behoeve van mensen die tot de doelgroep van Social Return behoren. De doelgroep is vrij breed. Het gaat om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het college heeft die zo breed gemaakt, omdat niet iedere aanbesteding en niet iedere ondernemer of werkgever precies kan aangeven om welk type werk het gaat en welke eisen hij daaraan stelt. Het moet iemand zijn die goed past in het arbeids- en productieproces bij de werkgever. Het is daarom heel belangrijk om met die werkgever een matching te maken en Pagina 10 van 40