Epilepsie en het SCN1A-gen
|
|
- Valentijn de Boer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 pagina 1 van 5 Casuïstische mededeling Epilepsie en het SCN1A-gen N. Dekker, M.J.A. van Kempen, D. Lindhout, O. van Nieuwenhuizen, E.H. Brilstra* Tijdschrift voor Kindergeneeskunde jaargang 76, nummer 5 (oktober 2008) p Samenvatting Mutaties in het SCN1A-gen, dat codeert voor de a 1-subunit van een neuronaal spanningsafhankelijk natriumkanaal, worden voornamelijk gevonden bij patiënten met severe myoclonic epilepsy of infancy (SMEI) en in families met generalized epilepsy with febrile seizures plus (GEFS+). Patiënten met SMEI hebben overwegend truncerende mutaties of missense mutaties in functioneel belangrijke delen van het gen. In GEFS+-families worden overwegend missense mutaties gevonden. Het detecteren van een pathogene SCN1A-mutatie kan consequenties hebben voor de behandeling van de epilepsie, maakt verder etiologisch onderzoek onnodig en geeft informatie over het herhalingsrisico voor familieleden. Summary Mutations in the voltage-gated sodium channel subunit gene, SCN1A, are identified predominantly in patients with severe myoclonic epilepsy of infancy (SMEI) and in families with generalized epilepsy with febrile seizures plus (GEFS+). Patients with SMEI have predominantly truncating mutations or missense mutations in functionally important segments of the ion channel. In GEFS+ families predominantly missense mutations are found. The finding of a pathogenic SCN1A mutation may have consequences for the anti-epileptic treatment, helps to avoid further diagnostic procedures and provides information on the recurrence risk for siblings and other relatives. Inhoud Inleiding Casus Discussie Conclusie Literatuur Inleiding Van alle kinderen krijgt 2-5% een of meer koortsconvulsies. 1,2 Maximaal 10% van de kinderen met koortsconvulsies ontwikkelt epilepsie. 1 Omgekeerd heeft 15% van de epilepsiepatiënten koortsconvulsies gehad als kind. 3 Bij een derde van de patiënten met epilepsie is deze secundair. Vaker is er sprake van een idiopathische of cryptogene vorm van epilepsie. Soms is epilepsie erfelijk en monogeen bepaald. Wij beschrijven twee patiënten met epilepsie ten gevolge van een mutatie in het SCN1A-gen. Casus Patiënt A is een 4-jarige jongen. Op de leeftijd van 12 maanden kreeg hij tonisch-klonische convulsies bij koorts. Drie maanden later kreeg hij dergelijke aanvallen ook zonder dat hij koorts had. De aanvalsfrequentie nam toe tot meerdere aanvallen per week. Sinds de leeftijd van 3½ jaar heeft hij geen aanvallen meer gehad. Zijn psychomotore ontwikkeling verloopt normaal. Een interictaal EEG was normaal, maar het EEG na slaapdeprivatie toonde piekgolfcomplexen tijdens doezelen en één piekgolfcomplex in slaap. Hij krijgt hiervoor natriumvalproaat en lamotrigine. De familieanamnese is positief voor koortsconvulsies en epilepsie (figuur 1). Vader van patiënt (II:2) had als kind atypische koortsconvulsies. Een broer van vader (II:5) en diens oudste dochter (III:4) hadden ook koortsconvulsies en afebriele insulten. Zijn jongste dochter (III:6) had op de leeftijd van 10 maanden een koortsconvulsie. De moeder van vader (I:2) had op 4-jarige leeftijd een koortsconvulsie. Hierna ontwikkelde ze epilepsie, waarvoor opname in een epilepsiecentrum en langdurig fenobarbitalgebruik noodzakelijk waren. De klinische diagnose GEFS+ (generalized epilepsy with febrile seizures plus) werd gesteld en bij de proband werd DNA-onderzoek van het SCN1A-gen aangevraagd.
2 pagina 2 van 5 Figuur 1. Stamboom van de familie van patiënt A. Hierbij werd een missense mutatie gevonden (p.asp332gly). Alle symptomatische familieleden hadden deze mutatie ook. Twee asymptomatische familieleden (II:3 en III:5) hadden de mutatie niet. Deze niet eerder gevonden mutatie werd als pathogeen geduid, vanwege deze cosegregatie met het fenotype in de familie en vanwege lokalisatie van de mutatie in een functioneel belangrijk deel van het eiwit, waarbij voorspellende software (SIFTanalyse) aangaf dat de mutatie niet getolereerd wordt. Patiënt B, een 7-jarig meisje, is de oudste van een dizygote tweeling. Haar tweelingzus is gezond. Vanaf de leeftijd van 3 maanden kreeg patiënte na iedere vaccinatie een gegeneraliseerd tonisch-klonisch insult. Tussendoor had ze soms trekkingen van één arm met een postictale parese. De gegeneraliseerde en halfzijdige aanvallen kwamen steeds vaker voor, ook zonder vaccinatie of koorts. Vanaf de leeftijd van 1 jaar had ze daarnaast kortdurende aanvallen, met wegdraaien van de ogen en schokken van het hoofd en één hand. Bovendien waren er zeer frequente myoklonieën. Vanaf het tweede levensjaar ontwikkelde ze zich duidelijk trager dan haar tweelingzus. EEG's op de leeftijd van 6 en 7 maanden waren normaal, evenals metabool en chromosomaal onderzoek. Latere EEG's toonden zeer frequente gegeneraliseerde polypiekgolven en lichtflitsgevoeligheid. Neuropsychologisch onderzoek op de leeftijd van 29 maanden liet een ontwikkelingsniveau zien passend bij een leeftijd van 17,5 maanden. Een MRI-scan van de hersenen vertoonde geen afwijkingen. Inmiddels heeft zij eens per twee weken een grote aanval met bewustzijnsverlies en hemiconvulsies. Verder heeft zij dagelijks zo'n honderd myoklonieën. De epilepsie is zeer therapieresistent. Een oudere zus van patiënte had tweemaal een gegeneraliseerd tonisch-klonisch insult bij televisiekijken; hun broer had eenmalig een koortsconvulsie. Twee zussen van oma van moeder hadden epilepsie en overleden op jonge leeftijd. Omdat klinisch sprake was van SMEI (severe myoclonic epilepsy of infancy) werd DNA-onderzoek van het SCN1A-gen verricht. Hierbij werd een missense mutatie gevonden (p.gly1433glu). De ouders en oudere zus bleken de mutatie niet te hebben. Bij de broer en tweelingzus werd in overleg met de ouders afgezien van DNAonderzoek. De mutatie werd als pathogeen geduid omdat deze de novo is ontstaan, in een functioneel belangrijk deel van het gen is gelokaliseerd en SIFT-analyse aantoonde dat ze niet wordt getolereerd. Discussie GEFS+ Scheffer et al. beschreven in 1997 het GEFS+-syndroom. 2 GEFS+ is een heterogene aandoening, waarbij, vaak atypische, koortsconvulsies en epilepsie familiair voorkomen. Er kan sprake zijn van verschillende aanvalstypen, waaronder absences, tonisch-klonische aanvallen, myoklonieën en atone aanvallen, met bijpassende EEGafwijkingen. De aard en de ernst van de epilepsie varieert sterk tussen families, maar ook binnen één familie. Het beloop is doorgaans gunstig. De intelligentie is normaal en bijkomende neurologische afwijkingen zijn zeldzaam. 2 Er zijn vier genen geïdentificeerd die betrokken kunnen zijn bij GEFS+: SCN1A, SCN1B, SCN2A en GABRG2. 4 Pathogene mutaties worden voornamelijk gevonden in het SCN1A-gen.
3 pagina 3 van 5 SMEI In 1978 beschreef Dravet een ernstig epilepsiesyndroom van de vroege kinderleeftijd: SMEI ofwel het syndroom van Dravet. 5 SMEI komt voor bij één op de kinderen, vaker bij jongens. In het eerste levensjaar ontstaan gegeneraliseerde of unilaterale insulten bij koorts. Later ontstaan ook andere aanvalstypen, waaronder meestal myoklonieën. Patiënten hebben frequent een langdurige status epilepticus. De psychomotore ontwikkeling is aanvankelijk normaal, maar stagneert doorgaans in het tweede levensjaar. Er kunnen bijkomende neurologische afwijkingen ontstaan, zoals ataxie en langebaanverschijnselen. Vroeg in het ziektebeloop zijn EEG-afwijkingen zeldzaam. Later tonen interictale EEG's gegeneraliseerde, focale of multifocale afwijkingen; aanvals-eeg's tonen gegeneraliseerde piekgolven en piekgolfcomplexen. Bij 40% van de patiënten is er sprake van fotosensitiviteit. Als veel, maar niet alle genoemde karakteristieken aanwezig zijn, wordt gesproken van SMEB (borderline SMEI). De epilepsie is vaak therapieresistent. Natriumvalproaat en benzodiazepinen geven de beste resultaten. Addon therapie met topiramaat, levetiracetam of stiripentol kan effectief zijn. 1,6 De effectiviteit van het ketogeen dieet is nog onduidelijk. De prognose is slecht: alle kinderen zijn cognitief beperkt, van wie 50% ernstig. De mortaliteit op de kinderleeftijd, onder andere door status epilepticus en ongelukken, bedraagt 16-18%. 1 Omdat bij SMEI, net als bij GEFS+, convulsies vaak worden geprovoceerd door koorts, werd na de ontdekking van de betrokkenheid van het SCN1A-gen bij GEFS+ verondersteld dat dit gen ook bij SMEI een rol zou kunnen spelen. 7 Inmiddels zijn veel SMEI-patiënten beschreven met een SCN1A-mutatie. 8 Het SCN1A-gen Het SCN1A-gen, gelegen op chromosoom 2(q24.3), codeert voor de a 1-subunit van natriumkanalen die voornamelijk neuronaal tot expressie komen. Deze spanningsafhankelijke ionkanalen zijn betrokken bij de initiatie en propagatie van actiepotentialen. Het ionkanaal is een heteromeer complex met een centrale a-subunit en twee kleinere ß-subunits. De a- subunits zijn transmembraan-eiwitten van ongeveer 2000 aminozuren, die vier homologe domeinen vormen (figuur 2). Elk domein bevat zes transmembraansegmenten (S1-S6). De segmenten S5 en S6 vormen een porie, waardoor natriuminflux tijdens de depolarisatie van het neuron plaatsvindt. De ß-subunits zorgen voor membraanexpressie, spanningsgevoeligheid en kinetiek van de a-subunits, alsmede voor interactie met signaaleiwitten. Figuur 2. Schematische weergave van de a-subunit van het natriumkanaal. De vier homologe domeinen bestaan elk uit zes transmembraansegmenten (S1-S6). De segmenten S5 en S6 vormen binnen het membraan een porie, waardoor de natriuminflux tijdens de depolarisatie van het neuron plaatsvindt. De segmenten S4 functioneren als spanningssensor. Mutaties kunnen leiden tot een verhoogde prikkelbaarheid, doordat natriumkanalen korter in de inactieve fase blijven, of doordat de interactie tussen de a- en ß-subunits verandert. Ook kunnen mutaties juist een verminderde activiteit van het natriumkanaal veroorzaken. Dit kan tot een verhoogde epileptogeniciteit leiden doordat interneuronen overprikkelbaarheid minder goed kunnen voorkomen. Bij 30%-100% van de SMEI-patiënten en 5-10% van de GEFS+-families worden mutaties gevonden in het SCN1A-gen. 7,8 GEFS+-families hebben vooral missense mutaties, resulterend in substitutie van een aminozuur. Bij SMEI-patiënten worden zowel missense als truncerende mutaties gevonden. Truncerende mutaties leiden tot een verkorting of het geheel ontbreken van het eiwit. Missense mutaties bevinden zich bij SMEI, vaker dan bij GEFS+, in een S5- of S6-segment, coderend voor de functioneel belangrijke porie. 8 Bij een klein aantal SMEIpatiënten zonder truncerende of missense mutatie is er sprake van een microdeletiesyndroom, waarbij het SCN1A -gen en ook naastgelegen genen kunnen ontbreken. 9 Indirecte aanwijzingen voor een microdeletie zijn afwezigheid van heterozygotie voor polymorfe genvarianten bij sequentieanalyse, een ongewoon ernstig klinisch beloop of additionele afwijkingen.
4 pagina 4 van 5 Mutaties leidend tot GEFS+ komen vaak familiair voor. Het overervingspatroon is autosomaal dominant, de penetrantie ongeveer 70-80%. 4 Mutaties bij SMEI-patiënten ontstaan meestal de novo, slechts 5% heeft een familiaire mutatie. Familieleden met de mutatie hebben, in tegenstelling tot de SMEI-patiënt, een milder fenotype passend bij GEFS+. Bij deze SMEI-patiënten met een familiaire mutatie leveren blijkbaar andere factoren een bijdrage aan het fenotype. 8 Ook zijn er families beschreven met somatisch of gonadaal mozaïcisme bij een van de ouders die zelf geen of milde verschijnselen had. 10,11 Bij de meeste SMEI-patiënten en GEFS+-families worden niet eerder beschreven mutaties gevonden. 8 Er lijkt geen uitgesproken hotspot voor nieuwe mutaties te zijn, zodat bij elke patiënt het SCN1A-gen volledig gesequenced en, indien dit niets oplevert, ook op deleties onderzocht moet worden. Genetische heterogeniteit en fenotypische variabiliteit Er zijn GEFS+-families beschreven met een mutatie in een van de drie andere op dit moment bekende GEFS+genen. 4 Daarnaast zijn er GEFS+-families die in geen van deze genen mutaties hebben, wat wijst op verdere genetische heterogeniteit. Bij SMEI-patiënten zijn tot op heden alleen mutaties beschreven in het SCN1A-gen. Het fenotypisch spectrum van SCN1A-mutaties beperkt zich niet tot GEFS+ en SMEI. Recent is een groep patiënten beschreven met infantiele epileptische encefalopathie, die niet voldeed aan de klinische criteria voor SMEI of SMEB. Ruim 20% bleek een SCN1A-mutatie te hebben. 12 Ook is er een mutatie gevonden bij een patiënt met het syndroom van West, 8 en in een familie waarin niet alleen personen met epilepsie, maar ook personen met hemiplegische migraine mutatiedrager bleken te zijn. 13 Bij enkele patiënten met familiair autisme werden zeldzame varianten in het SCN1A-gen gevonden, waarvan de pathogeniciteit nog niet vaststaat. 14 Relatie met vaccinatie Bij SMEI worden de eerste aanvallen vaak geprovoceerd door koorts, niet zelden ontstaan na vaccinatie. In recent onderzoek werden bij elf van veertien patiënten met na vaccinatie ontstane epileptische encefalopathie SCN1Amutaties gevonden. In de gevallen waarin de ouders waren onderzocht, bleken deze mutaties de novo te zijn. Deze patiënten hadden klinisch en moleculair-genetisch een beeld van SMEI of SMEB. 15 Waarschijnlijk heeft ook een aantal Nederlandse kinderen met epileptische encefalopathie ontstaan na vaccinatie, een SCN1A-mutatie. In dat geval is bewezen dat hun epilepsie en retardatie het gevolg zijn van een genetisch defect en etiologisch niet gerelateerd zijn aan de vaccinatie. Het stellen van de diagnose SMEI heeft belangrijke consequenties voor de behandeling van het kind en erfelijkheidsvoorlichting van de familie. Genetische diagnostiek en counseling Genetische diagnostiek bij epilepsie is steeds meer mogelijk. Dit heeft een aantal voordelen. Patiënten kan verder, vaak belastend, etiologisch onderzoek worden bespaard en ouders kunnen worden geïnformeerd over het herhalingsrisico voor eventuele volgende kinderen. Bij epileptische encefalopathie ontstaan na vaccinatie kan, na het vaststellen van een bij het kind nieuw ontstane SCN1A-mutatie, aan ouders duidelijk worden gemaakt dat er geen reden is om hun andere kinderen vaccinaties te onthouden. Deze toenemende mogelijkheden roepen echter ook vragen op. Bij een kind met SMEI met een de novo SCN1A-mutatie is deze vrijwel zeker verantwoordelijk voor het ernstige fenotype. De herhalingskans bij een volgend kind is naar schatting 2-3%, gezien de mogelijkheid van mozaïcisme bij een van de ouders. Naar onze mening is prenatale diagnostiek in deze situatie gerechtvaardigd. Soms hebben echter een van de ouders en andere familieleden van een kind met SMEI en een de novo SCN1A-mutatie, ook epilepsie. Het is dan onduidelijk wat de bijdrage is aan het ernstige fenotype van het kind van enerzijds de SCN1A-mutatie en anderzijds de onbekende erfelijke aanleg voor epilepsie die bij de ouder en andere familieleden een rol speelt. In deze situatie is de vraag of prenatale diagnostiek gerechtvaardigd is, lastiger te beantwoorden, omdat bij aanwezigheid van de mutatie in het SCN1A-gen het fenotype moeilijker voorspelbaar is. Een andere vraag is hoe ons beleid moet zijn inzake voorspellend DNA-onderzoek bij minderjarigen. In het algemeen staan we hier afwijzend tegenover, maar als het gaat om een aanleg voor epilepsie die zich meestal op de vroege kinderleeftijd manifesteert, kunnen we hier misschien toleranter in zijn. Een kind uit een GEFS+-familie met 50% kans op een SCN1A-mutatie krijgt misschien beperkingen opgelegd om risicovolle situaties te vermijden. De ouders kunnen worden gerustgesteld als het kind de mutatie niet heeft. Deze overwegingen illustreren het belang van zorgvuldige counseling. Conclusie Mutaties in het SCN1A-gen kunnen leiden tot een erfelijk, doorgaans koortsgevoelig epilepsiesyndroom, in ernst variërend van GEFS+ tot SMEI, of aanverwante vormen van epileptische encefalopathie. Het adequaat en zo vroeg mogelijk onderkennen van deze vormen van epilepsie en bevestiging ervan met DNA-onderzoek zijn van groot belang voor de patiënt en zijn familie. * Mw. drs. N. Dekker, arts, mw. dr. M.J.A. van Kempen, klinisch moleculair geneticus i.o., dhr. prof. dr. D. Lindhout, kinderarts en klinisch geneticus, mw. dr. E.H. Brilstra, klinisch geneticus, afdeling Medische Genetica, Divisie Biomedische Genetica; dhr. prof. dr. O. van Nieuwenhuizen, kinderneuroloog, afdeling Kinderneurologie, Divisie Hersenen, Wilhel-mina Kinderziekenhuis, UMC Utrecht. Correspondentieadres: Mw. dr. E.H. Brilstra, afdeling Medische Genetica, Wilhelmina Kinderziekenhuis, UMC Utrecht, Postbus 85090, 3508 AB Utrecht, e.h.brilstra@umc utrecht.nl.
5 pagina 5 van 5 Literatuur 1. Commission on Classification and Terminology of the International League Against Epilepsy. Proposal for revised classification of epilepsies and epileptic syndromes. Epilepsia. 1989;30: Scheffer IE, Berkovic SF. Generalized epilepsy with febrile seizures plus: a genetic disorder with heterogeneous clinical phenotypes. Brain. 1997;120: Camfield PR, Camfield CS, Gordon K, Dooley JM. What types of epilepsy are preceded by febrile seizures? A population based study of children. Dev Med Child Neurol. 1994;36: Gourfinkel-An I, Baulac S, Nabbout R, et al. Monogenic idiopathic epilepsies. Lancet Neurol. 2004;3: Dravet C. Les epilepsies graves de l'enfant. Vie Med. 1978;8: Labate A, Colosimo E, Gambardella A, et al. Levetiracetam in patients with generalised epilepsy and myoclonic seizures: An open label study. Seizure. 2006;15: Claes L, Del-Favero J, Ceulemans B, et al. De novo mutations in the sodium-channel gene SCN1A cause severe myoclonic epilepsy of infancy. Am J Hum Genet. 2001;68: Mulley JC, Scheffer IE, Petrou S, et al. SCN1A mutations and epilepsy. Hum Mutat. 2005;25: Suls A, Claeys KG, Goossens D, et al. Microdeletions involving the SCN1A gene may be common in SCN1Amutation-negative SMEI patients. Hum Mutat. 2006;27: Marini C, Mei D, Cross JH, Guerrini R. Mosaic SCN1A mutation in familial severe myoclonic epilepsy of infancy. Epilepsia. 2006;47: Morimoto M, Mazaki E, Nishimura A, et al. SCN1A mutation mosaicism in a family with severe myoclonic epilepsy in infancy. Epilepsia. 2006; 47: Harkin LA, McMahon JM, Iona X, et al. The spectrum of SCN1A-related infantile epileptic encephalopathies. Brain. 2007;130: Dichgans M, Freilinger T, Eckstein G, et al. Mutation in the neuronal voltage-gated sodium channel SCN1A in familial hemiplegic migraine. Lancet. 2005;366: Weiss LA, Escayg A, Kearney JA, et al. Sodium channels SCN1A, SCN2A and SCN3A in familial autism. Mol Psychiatry. 2003;8: Berkovic SF, Harkin L, McMahon JM, et al. De-novo mutations of the sodium channel gene SCN1A in alleged vaccine encephalopathy: a retrospective study. Lancet. 2006;5: , Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Kinderneurologie.eu. GEFS+ Syndroom
GEFS+ Syndroom Wat is het GEFS +syndroom? Het GEFS +syndroom is een erfelijke vorm van epilepsie waarbij in een familie zowel kinderen voorkomen met terugkerende koortsstuipen en/of met verschillende soorten
Nadere informatieclassificatie van epilepsieën Floor Jansen
classificatie van epilepsieën Floor Jansen classificatie schema 2017 classificatie schema 2017 directe relatie tussen aanvalstype en etiologie directe relatie tussen aanvalstype en etiologie focaal Focal
Nadere informatieGenetische achtergronden van Epilepsie Plus
Genetische achtergronden van Epilepsie Plus Verleden, Heden, Toekomst Nienke Verbeek, klinisch geneticus 25 jaar EpilepsiePlus 1986: oprichting EpilepsiePlus Ter opfrissing, het jaar van Het geboortejaar
Nadere informatieBenigne infantiele focale epilepsie met piekgolven in de midline gedurende de slaap
Benigne infantiele focale epilepsie met piekgolven in de midline gedurende de slaap Wat is een benigne infantiele focale epilepsie met piekgolven in de midline gedurende de slaap? Een benigne infantiele
Nadere informatieKinder epilepsie syndromen. Mieke Daamen Verpleegkundig specialist Kempenhaeghe
Kinder epilepsie syndromen Mieke Daamen Verpleegkundig specialist Kempenhaeghe Opbouw presentatie Korte kennistoets 3 casus Heb je vragen, stel ze gerust! Korte kennistoets Hoe vaak komt epilepsie bij
Nadere informatieKoortsconvulsies: hoe zat het ook al weer? Oebo Brouwer, kinderneuroloog UMCG
Koortsconvulsies: hoe zat het ook al weer? Oebo Brouwer, kinderneuroloog UMCG Definitie (Epileptische) aanvallen bij koorts zonder infectie van het centrale zenuwstelsel of een andere specifieke oorzaak
Nadere informatieKinderneurologie.eu. GABRG2-syndroom.
GABRG2-syndroom Wat is het GABRG2 syndroom? Het GABRG2 syndroom is een aandoening waarbij kinderen en/of volwassen last hebben van koortsstuipen en/of epilepsieaanvallen als gevolg van een verandering
Nadere informatieEpilepsie en levensfases. Hilde Braakman, kinderneuroloog Willeke van Blarikom, GZ- psycholoog
Epilepsie en levensfases Hilde Braakman, kinderneuroloog Willeke van Blarikom, GZ- psycholoog Epilepsie in verschillende levensfases Baby-peuter-kleuter-schoolkindvolwassenen 18-18 + 50-50 + Syndroom van
Nadere informatieEpilepsie bij kinderen Voorstellen kind met aanvallen volgens de nieuwe classificatie en 1e stap in de behandeling. Symposium 2 juni 2018 sessie 1
Epilepsie bij kinderen Voorstellen kind met aanvallen volgens de nieuwe classificatie en 1e stap in de behandeling. Symposium 2 juni 2018 sessie 1 Marleen Arends Epilepsieconsulent Martiniziekenhuis Groningen
Nadere informatieKinderepilepsie in beeld. Nynke Doornebal Kinderarts - kinderneuroloog
Kinderepilepsie in beeld Nynke Doornebal Kinderarts - kinderneuroloog Kenmerken van epilepsie: 1. Excessieve ontlading van populatie neuronen 2. Onwillekeurige, aanvalsgewijs optredende motorische, sensibele,
Nadere informatieZes - Traps Raket. Epidemiologie. Classificatie van aanvallen en epilepsiesyndromen. Epidemiologie. Epilepsie ja/nee
Epidemiologie Classificatie van en epilepsiesyndromen Joost Nicolai Sepion 12 juni 2009 Incidentie epilepsie: 50 per 100.000 (NL 7.500 per jaar) Prevalentie epilepsie: 5-10 per 1.000 (NL: 75.000-150.000)
Nadere informatieDravetsyndroom: bouwen aan de toekomst
Dravetsyndroom: bouwen aan de toekomst Myra de Groot Boudewijn Gunning Landelijke informatiedag EVN EpilepsiePlus 9 oktober 2010 Quiz: waar / niet-waar 1. Ongeveer 80% van de Dravetpatiënten heeft een
Nadere informatieMyoclonische absence epilepsie
Myoclonische absence epilepsie Wat is myoclonische absence epilepsie? Myoclonische absence epilepsie is een vorm van epilepsie waarbij kinderen staaraanvalletjes hebben die samen gaan met een kortdurende
Nadere informatieOpbouw presentatie. Korte kennisquiz. Kinder epilepsie syndromen. Korte kennisquiz 4 Casussen. Hebje vragen, stelzegerust!
Kinder epilepsie syndromen Joke Creemers en Mieke Daamen Verpleegkundig specialist Kempenhaeghe Korte kennisquiz 4 Casussen Opbouw presentatie Hebje vragen, stelzegerust! Korte kennisquiz 1 Hoe vaak komt
Nadere informatieGenetische testen. Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project.
Genetische testen Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project. Inzicht krijgen in genetische testen en testresultaten Inhoud Wat is genetisch testen? Klinische toepassingen
Nadere informatieGenetic Counseling en Kanker
Genetic Counseling en Kanker (erfelijke en familiaire kanker in de praktijk) dr Rolf Sijmons, klinisch geneticus afdeling Genetica UMC Groningen (Theoretische en) Practische aspecten Erfelijke Kanker Counseling
Nadere informatieprof.dr. E. Achten, MD, PhD, afdeling Neuroradiologie, Universiteit van Gent
PERSONALIA prof.dr. E. Achten, MD, PhD, afdeling Neuroradiologie, Universiteit van Gent drs. J.J. Ardesch, neuroloog, Stichting Epilepsie Instellingen Nederland, Zwolle prof.dr. P. Boon, Dienst Neurologie,
Nadere informatieKinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Maligne migrerende partiële epilepsie op de kinderleeftijd.
Maligne migrerende partiële epilepsie op de kinderleeftijd. Wat is maligne migrerende partiële epilepsie op de kinderleeftijd.? Maligne migrerende partiële epilepsie op de kinderleeftijd is een ernstig
Nadere informatieUniversity of Groningen. Genotyping and phenotyping epilepsies of childhood Vlaskamp, Danique
University of Groningen Genotyping and phenotyping epilepsies of childhood Vlaskamp, Danique IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from
Nadere informatieCARDIOGENETICA. Marja van Brug, Verpleegkundig Specialist CNE Hartfalen 29 oktober 2013
CARDIOGENETICA Marja van Brug, Verpleegkundig Specialist CNE Hartfalen 29 oktober 2013 Inhoud Polikliniek Cardiogenetica DNA en mutaties Erfelijkheid en gedilateerde cardiomyopathie Taken Verpleegkundig
Nadere informatieKan de nieuwe classificatie de definitie van epilepsie verbeteren? D. Velis
1 Kan de nieuwe classificatie de definitie van epilepsie verbeteren? D. Velis 2 Kan de nieuwe classificatie de definitie van epilepsie verbeteren? Standpunten van de Commission on Classification and Terminology
Nadere informatieKinderneurologie.eu. Epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen
Epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen Wat is epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen? Epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen is een verzamelnaam voor epilepsiesyndromen
Nadere informatieEpilepsiePlus: oorzaak structureel of niet? Kees Braun Rudolf Magnus Instituut voor Neurowetenschappen WKZ / UMC Utrecht
EpilepsiePlus: oorzaak structureel of niet? Kees Braun Rudolf Magnus Instituut voor Neurowetenschappen WKZ / UMC Utrecht indeling oorzaken epilepsiesyndromen: de kapstok voor de neuroloog idiopathisch
Nadere informatieAlles over epilepsie. Epileptische aanval. Aanvallen: fokaal of gegeneraliseerd. Piekgolfcomplex. Rol van EEG 2-6-2013
--0 Epileptische aanval Alles over epilepsie Oebo Brouwer Afdeling Neurologie Universitair Medisch Centrum Groningen Abnormaal gelijktijdig vuren van een grote groep hersencellen, leidend tot (voor patiënt
Nadere informatieHoe vaak komen koortsstuipen voor bij kinderen? Eén op de twintig tot vijftig kinderen maakt ooit één of meerdere koortsstuipen door.
Koortsstuip Wat is een koortsstuip? Een koortsstuip is een aanval waarbij de hersenen tijdens koorts niet goed functioneren. Een koortsstuip ziet er hetzelfde uit als een epileptische aanval. Bij een epilepsieaanval
Nadere informatieParoxysmale kinesiogene chorea en paroxysmale kinesiogene dystonie zijn dus vormen van een paroxysmale kinesiogene dyskinesie.
Paroxysmale kinesiogene dyskinesie Wat is paroxysmale kinesiogene dyskinesie? Paroxysmale kinesiogene dyskinesie is een bewegingsstoornis waarbij een kind aanvallen heeft waarbij zijn/haar lichaam onbedoelde
Nadere informatieSyndroom van Lennox-Gastaut
Syndroom van Lennox-Gastaut Wat is het syndroom van Lennox-Gastaut? Het syndroom van Lennox-Gastaut is een ernstig epilepsiesyndroom bij jonge kinderen wat gekenmerkt wordt door verschillende soorten epilepsie
Nadere informatieAangeboren hartafwijkingen en erfelijkheid
Aangeboren hartafwijkingen en erfelijkheid 13 november 2010 Klaartje van Engelen Klinische genetica Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat kunnen we met alle kennis over DNA en genen in de medische
Nadere informatieDiagnostiek Epilepsie ja / nee Beschrijving aanvallen Classificatie aanval Classificatie epilepsie syndroom Classificatie etiologie
De veel voorkomende kinderepilepsie-syndromen:. Diagnostiek Epilepsie ja / nee Beschrijving aanvallen Classificatie aanval Classificatie epilepsie syndroom Classificatie etiologie Sepion, 12 juni 2009
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting 153 Tubereuze sclerose complex (TSC), ook wel de ziekte van Bourneville-Pringle genoemd, is een aandoening die zich manifesteert in verscheidene organen, waaronder de hersenen. TSC is een
Nadere informatieWat weten we over de oudere Dravetpatiënt?
Wat weten we over de oudere Dravetpatiënt? Myra de Groot en Boudewijn Gunning Dravet Groep Nederland, SEIN Noord-Oost Nederland Syndroom van Dravet (SMEI) Geen hersenschade voordat de epilepsie begint
Nadere informatieKinderneurologie.eu. De ziekte van Unverricht Lundborg
De ziekte van Unverricht Lundborg Wat is de ziekte van Unverricht Lundborg? De ziekte van Unverricht Lundborg is een erfelijke vorm van epilepsie die gekenmerkt wordt door myocloniëen, kortdurende schokjes
Nadere informatieCONVULSIES BIJ KINDEREN: EEN GEWONE KOORTSSTUIP?
CONVULSIES BIJ KINDEREN: EEN GEWONE KOORTSSTUIP? O. F. Brouwer Afdeling Neurologie Universitair Medisch Centrum Groningen EPILEPSIE Waarom ontstaat een epileptische aanval? Afwijkende prikkelbaarheid van
Nadere informatiedr. Boudewijn Gunning, dr. Frans Leijten [red.] basisboek
Epilepsie dr. Boudewijn Gunning, dr. Frans Leijten [red.] basisboek ISBN 978-90-368-2057-8 ISBN 978-90-368-2058-5 (ebook) DOI 10.1007/978-90-368-2058-5 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
Nadere informatieInternationaal nieuws
Internationaal nieuws Epikrant jg.34 nr.1 jan-feb-mrt 2017) Herwerkte CLASSIFICATIE VAN EPILEPSIE-AANVALSTYPES Versie 2017 ILAE, the International League Against Epilepsy (vertaling uit 2017 Reviced Classification
Nadere informatieLokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen
Lokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen DEFINITIE Epilepsie is een ziekte van de hersenen waarbij er sprake is van twee nietgeprovoceerde epileptische aanvallen
Nadere informatieVan gen tot genoom en daarbuiten: recente revoluties in genetisch onderzoek
Van gen tot genoom en daarbuiten: recente revoluties in genetisch onderzoek Anne Herkert, klinisch geneticus Jan Jongbloed, moleculair geneticus Landelijke dag erfelijke hartziekten 29 oktober 2016 Erfelijkheid
Nadere informatieWorkshop Patiënten dag 18 mei 2019 Bewegingsstoornissen en erfelijkheid
Genetics 1 Workshop Patiënten dag 18 mei 2019 Bewegingsstoornissen en erfelijkheid Fleur Vansenne/Corien Verschuuren Klinisch genetici UMCG Erfelijkheid 2 Waar denk je aan? Genetics Wat is genetisch onderzoek?
Nadere informatieEpilepsie en erfelijkheid
N E U R O L O G I E Epilepsie en erfelijkheid T R E F W O O R D E N E PILEPSIE; GENETICA; IONKANALEN; PAR- OXYSMALE STOORNISSEN; ANTI-EPILEPTICA. door P.M.C. Callenbach, R.F.M. de Coo, R.R. Frants, D.
Nadere informatiePatiëntgerichte Zorg voor Epilepsie. 23 oktober 2012 Willem-Jan Hardon, Neuroloog
Patiëntgerichte Zorg voor Epilepsie 23 oktober 2012 Willem-Jan Hardon, Neuroloog Patiëntgerichte Zorg voor Epilepsie + Algemeen + Diagnostiek + Behandeling + StartPoliEpilepsie + Marjolein Kalse, Epilepsieconsulent
Nadere informatieEpileptische aanvallen op de PICU
Epileptische aanvallen op de PICU Astrid van der Heide Neuroloog/kinderneuroloog Inhoud Wat is epilepsie Status epilepticus Video s Take home message Wat is epilepsie? Wat is een epileptische aanval? Plotselinge
Nadere informatieKinderneurologie.eu. KCNMA1-syndroom.
KCNMA1-syndroom Wat is KCNMA1-syndroom? KCNMA1-syndroom is een aandoening waarbij kinderen last hebben van aanvallen van epilepsie en/of van aanvallen met ongewilde bewegingen als gevolg van een foutje
Nadere informatiePALB2 en het risico op borstkanker
PALB2 en het risico op borstkanker Deze informatie is tot stand gekomen met hulp van de werkgroep Oncogenetica (WKO) van de Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN) Maart 2018 Inleiding Met betrekking
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Het Brugada-syndroom Het Brugada-syndroom (BrS) is een aandoening waarbij de elektrische functie van het hart is verstoord. Op het elektrocardiogram (ECG of hartfilmpje) is de aandoening meestal te herkennen.
Nadere informatieHet zieke brein. Het epileptische brein & PNEA
Het zieke brein Het epileptische brein & PNEA Geen Disclosures Epilepsie Wat is epilepsie? Epileptische aanvallen ontstaan door een plotselinge, tijdelijke verstoring van het elektrisch evenwicht in de
Nadere informatieDuchenne/Becker spierdystrofie in de familie, zijn. vrouwen getest met behulp van DNA onderzoek?
Duchenne/Becker spierdystrofie in de familie, zijn vrouwen getest met behulp van DNA onderzoek? Paula Helderman-van den Enden, klinisch geneticus, Leiden en Maastricht Inleiding: In het kader van mijn
Nadere informatieAlgemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?
Erfelijke nierziekten: algemene aspecten van erfelijkheid, overerving en erfelijkheidsadvies Nine Knoers Klinisch Geneticus Commissie Erfelijke Nierziekten NVN 4 november 2006 HUMAN GENETICS NIJMEGEN Inhoud
Nadere informatieEen verkeerde diagnose met vreselijke gevolgen. Marc Engelen (Kinder)neuroloog AMC
Een verkeerde diagnose met vreselijke gevolgen Marc Engelen (Kinder)neuroloog AMC Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen Opbouw van de presentatie 1. Feitelijke beschrijving
Nadere informatieSAMENVATTING. Samenvatting
SAMENVATTING X-gebonden creatine transporter deficiëntie. Creatine is een natuurlijke stof die vooral in de spieren zit. De stof heeft een belangrijke rol in de energiehuishouding van de cel. Creatine
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Het lange QT-syndroom Het lange QT-syndroom (LQTS) is een erfelijke aandoening waarbij de elektrische functie van het hart is verstoord. Hierdoor is er een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Het
Nadere informatieKinderneurologie.eu. CAMTA1 syndroom.
CAMTA1 syndroom Wat is het CAMTA1-syndroom? Het CAMTA1 syndroom is een aangeboren aandoening waarbij kinderen problemen hebben met hun evenwicht al dan niet in combinatie met een ontwikkelingsachterstand.
Nadere informatieEpileptische aanvallen in het kraambed bij een patiënte met idiopathische gegeneraliseerde epilepsie
casuïstische mededelingen Epileptische aanvallen in het kraambed bij een patiënte met idiopathische gegeneraliseerde epilepsie N.C.Voermans, M.J.Zwarts, W.O.Renier en B.R.Bloem Bij een 37-jarige primigravida
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Het lange QT-syndroom Het lange QT-syndroom (LQTS) is een erfelijke aandoening waarbij de elektrische functie van het hart is verstoord. Hierdoor is er een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Het
Nadere informatieMRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie
MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie Department of Pediatrics / Child Neurology Center for Childhood White Matter Disorders VU University Medical Center Amsterdam, NL Hersenen en
Nadere informatieGenetica van hemochromatose
Genetica van hemochromatose 28-11-2015 Prof.Dr. M.H. Breuning, klinisch geneticus M.H.Breuning@lumc.nl Wat is ijzer? Twee oxidatietoestanden: Fe 2+ Fe 3+ (divalent) (trivalent) IJzer is noodzakelijk voor
Nadere informatiebij welk gedrag denken aan epilepsie?
bij welk gedrag denken aan epilepsie? Scenario Jongen bekend met aandacht, leer, taal, gedrag en interactie problematiek van jongs af aan. Loopt vast -> heranalyse -> afwezigheden, staren Epilepsie? Scenario
Nadere informatieKinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. GLUT1-deficiëntie syndroom
GLUT1-deficiëntie syndroom Wat is GLUT1- deficiëntie syndroom? GLUT1-deficiëntie syndroom is een stofwisselingsziekte waarbij kinderen een bepaald stofje GLUT1 genoemd missen waardoor er onvoldoende suiker
Nadere informatieGeen diagnose. Genetische vroegdiagnostiek vanuit een multidisciplinaire poli. Dr. M-J.H van den Boogaard, klinisch geneticus
Geen diagnose Genetische vroegdiagnostiek vanuit een multidisciplinaire poli Dr. M-J.H van den Boogaard, klinisch geneticus UMC Utrecht Genetica @UMCUGenetica Thijs 11 jaar 2007: karyotypering 47, XXY
Nadere informatieKlinische Genetica. Autosomaal dominante overerving
Klinische Genetica Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica U bent (of uw kind is) doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de eerste afspraak legt een klinisch geneticus
Nadere informatieOver de appel en de boom:
Over de appel en de boom: kenmerken van autisme in het gezin. Prof. Jean Steyaert KU Leuven Leuven Autism Research & Expertisecentrum Autisme Leuven Historisch Leo Kanner, 1943 in: Autistic disturbances
Nadere informatieHartziekten door PLN mutatie Wat is de rol van de cardioloog
Hartziekten door PLN mutatie Wat is de rol van de cardioloog Patiëntendag PLN vereniging Paul van Haelst, cardioloog Antonius Ziekenhuis Sneek Erfelijke hartziekten Welke hartziekten kunnen erfelijk zijn?
Nadere informatieHet TCF20 syndroom. Kinderneurologie.eu.
Het TCF20 syndroom Wat is het TCF20 syndroom? Het TCF20 syndroom is een syndroom waarbij kinderen een vorm van autisme hebben al dan niet in combinatie met problemen met leren. Hoe wordt het TCF20 syndroom
Nadere informatieAangeboren stofwisselingsziekten in de creatine aanmaak en transport
Aangeboren stofwisselingsziekten in de creatine aanmaak en transport Wat zijn aangeboren stofwisselingsziekten in de creatine aanmaak en transport? Dit zijn stofwisselingsziekten waarbij er onvoldoende
Nadere informatieGLUT1 deficientie syndroom. Drs. Willemijn Leen, neuroloog i.o. Prof. dr. Michèl Willemsen, kinderneuroloog
GLUT1 deficientie syndroom Drs. Willemijn Leen, neuroloog i.o. Prof. dr. Michèl Willemsen, kinderneuroloog Inhoud Algemene informatie over GLUT1DS Antwoord op de gestelde vragen Nieuwe ontwikkelingen GLUT1
Nadere informatieNoordzeeziekte. Movement disorders GRONINGEN He althy Ageing: moving to the next generation
Noordzeeziekte He althy Ageing: moving to the next generation WAT IS NOORDZEEZIEKTE? Noordzeeziekte is een ziekte waarbij mensen last hebben van: myoclonieën: onwillekeurige spierschokken; epileptische
Nadere informatieKinderneurologie.eu. Paroxysmale exercise induced dyskinesie.
Paroxysmale exercise induced dyskinesie Wat is een paroxysmale exercise induced dyskinesie? Een paroxysmale exercise induced dyskinesie is een aandoening waarbij kinderen of volwassenen plotseling na enige
Nadere informatieNLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts
www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NLRP12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NLRP12 gerelateerde terugkerende koorts
Nadere informatieMee-naar-huis-neem boodschappen 2013
COIG cursusdag klinische genetica in de interne geneeskunde Mee-naar-huis-neem boodschappen 2013 Bredenoord, Deegens, Helderman-van der Enden, Hes, Knoers, Menko, Rennenberg, van Tintelen, Vasen, Wilde
Nadere informatieOnderzoeksgroep Neurodegeneratieve Hersenziekten
WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE ROL VAN GENETICA IN JONGDEMENTIE: FAMILIES, MUTATIES EN GENETISCHE TESTEN. Christine Van Broeckhoven Neurodegeneratieve Hersenziekten Groep, Department Moleculaire Genetica,
Nadere informatieSamenvatting. Chapter 7.2
Samenvatting Chapter 7.2 Samenvatting In mijn proefschrift geef ik een overzicht van het Li-Fraumeni syndroom in Nederland, zowel klinisch als moleculair. Het belangrijkste doel van mijn studie was om
Nadere informatieGenetische counseling Dementie
Genetische counseling Dementie Desiderius Erasmus Alois Alzheimer Erfelijkheid en Dementie Genen in Alzheimer en Frontotemporale Dementie Genetische counseling : waarom, wie, wat, wanneer, hoe? Welk nut
Nadere informatieNRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts
www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende
Nadere informatieGenetica en erfelijkheid bij bipolaire stoornis
Genetica en erfelijkheid bij bipolaire stoornis Forum Ups & Downs 13 oktober 2018 Prof. dr. Stephan Claes UPC KU Leuven Genetica en erfelijkheid bij bipolaire stoornis 1. Hoe genetisch is bipolaire stoornis?
Nadere informatieStuipen bij koorts of Koortsstuipen?
Stuipen bij koorts of Koortsstuipen? Peter Aerssens Correct taalgebruik Engels seizure, fit convulsion epilepsy Nederlands epileptische aanval epilepsie 15 jaar Kinderneurologie 2 1. Epileptische aanval
Nadere informatieGENETISCHE COUNSELING SYLVIA DE NOBELE, GENETISCH COUNSELOR CENTRUM MEDISCHE GENETICA, UZGENT (CMGG) FAPA 19/11/2016
GENETISCHE COUNSELING SYLVIA DE NOBELE, GENETISCH COUNSELOR CENTRUM MEDISCHE GENETICA, UZGENT (CMGG) FAPA 19/11/2016 INHOUD 1. Erfelijke dikkedarmkanker 2. Betrokken genen en overerving 3. DNA, chromosomen
Nadere informatiePeriodiek voor professionals
Agenda 15-19 juni 2008 9 th Eilat Conference on New Antiepileptic Drugs (EILAT IX) Locatie: Sitges, Spanje Informatie: www.eilat-aeds.com 9 11 juli 2008 ILAE UK Chapter Annual Scientific Meeting Locatie:
Nadere informatieErfelijke spastische paraparese
Erfelijke spastische paraparese He althy Ageing: moving to the next generation WAT IS EEN ERFELIJKE SPASTISCHE PARAPARESE? Erfelijke spastische paraparese is feitelijk een groep aandoeningen. Deze aandoeningen
Nadere informatiePrenatale array CGH Counseling en voorbeelden
Prenatale array CGH Counseling en voorbeelden Merel van Maarle,klinisch geneticus AMC Mariet Elting,klinisch geneticus VUmc Regionale bijeenkomst 17 december 2012 Stand van zaken VUmc/AMC Zwangerschap
Nadere informatieHoe vaak komt MERRF voor bij kinderen? MERRF is een zeldzame aandoening. Het komt ongeveer bij één op de 100.000 kinderen voor.
MERRF Wat is MERRF? MERRF is een stofwisselingsziekte waarbij diverse organen in het lichaam (waaronder met name de hersenen en de spieren) problemen hebben met functioneren als gevolg van energietekort.
Nadere informatiePromotor: Prof. dr. E.J. Kuipers Prof. dr. E.W. Steyerberg. Co-promotors: Dr. W.N.M. Dinjes Dr. M.E. van Leerdam Dr. A. Wagner
Samenvatting van het proefschrift Celine H.M. Leenen Diagnostic strategies for early Lynch syndrome detection Promotiedatum: 28 januari 2015 Universiteit: Erasmus Universiteit Rotterdam Promotor: Prof.
Nadere informatieVoorkomende nierziekte waarbij een deel van patiënten een erfelijke vorm hebben: - nefrotisch syndroom
Diagnostiek en advies inzake erfelijkheid bij erfelijke nierziekte Elena Levtchenko kinderarts-nefroloog 4 November 2006 Mogelijke situaties Voorkomende nierziekte waarbij een deel van patiënten een erfelijke
Nadere informatieWat is het Joubert syndroom? Het Joubert syndroom is een aandoening waarbij het middenstuk van de kleine hersenen niet goed aangelegd is.
Het Joubert syndroom Wat is het Joubert syndroom? Het Joubert syndroom is een aandoening waarbij het middenstuk van de kleine hersenen niet goed aangelegd is. Hoe wordt het Joubert syndroom ook wel genoemd?
Nadere informatieCounseling over QF-PCR en array. Caroline Bax en Eva Pajkrt, perinatologen VUMC en AMC
Counseling over QF-PCR en array Caroline Bax en Eva Pajkrt, perinatologen VUMC en AMC Inleiding Conventionele chromosoom analyse wordt sinds de jaren 60 gebruikt. Cytogenetische diagnose: Aneuploidie (On)gebalanceerde
Nadere informatieIs een bipolaire stoornis erfelijk?
Kenniscentrum Bipolaire Stoornissen p/a Dimence Postbus 398 7600 AJ Almelo www.kenbis.nl Vragen over erfelijkheid bij de bipolaire stoornis Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat een combinatie van erfelijke
Nadere informatieAlternerende hemiplegie op de kinderleeftijd
Alternerende hemiplegie op de kinderleeftijd Wat is alternerende hemiplegie op de kinderleeftijd? Alternerende hemiplegie op de kinderleeftijd is een aandoening waarbij kinderen regelmatig tijdelijk een
Nadere informatieKinderen met leerproblemen en genetisch onderzoek
Kinderen met leerproblemen en genetisch onderzoek Griet Van Buggenhout, MD, PhD Centrum voor Menselijke Erfelijkheid, Leuven Griet.VanBuggenhout@uzleuven.be Genetisch onderzoek en leerproblemen 1. Algemene
Nadere informatieEllen Peeters MANP Karin schlepers Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
Ellen Peeters MANP Karin schlepers Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 1. Algemene informatie verstandelijke beperking 2. Oorzaken Verstandelijk beperking en epilepsie 3. Complexe zorg 4. Behandeling
Nadere informatieTo stuip or not to stuip Neurologisch maar toch Praktisch
To stuip or not to stuip Neurologisch maar toch Praktisch Jan Braakhekke en Katinke van Dijk Neuroloog en Kinderarts/kinderneuroloog Isala kliniek, Zwolle en Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem Arts et al., 1999
Nadere informatieKinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Greig syndroom
Greig syndroom Wat is het Greig syndroom? Het Greig syndroom is een waarbij kinderen een combinatie van verschillende aangeboren afwijkingen hebben zoals extra vingers aan handen en of voeten, aan elkaar
Nadere informatieErfelijkheidsonderzoek
Erfelijkheidsonderzoek Divisie Biomedische Genetica, afdeling Genetica Erfelijkheidsonderzoek Wanneer erfelijkheidsonderzoek? Er is reden voor erfelijkheidsonderzoek als: U een ziekte heeft en vermoedt
Nadere informatieKinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Myoclonus dystonie
Myoclonus dystonie Wat is myoclonus dystonie? Myoclonus dystonie is een erfelijke aandoening waarbij jongeren en volwassenen last hebben van kortdurende schokjes in het lichaam (myocloniëen) terwijl daarnaast
Nadere informatieKinderneurologie.eu. Rasmussen-encefalitis
Rasmussen-encefalitis Wat is een Rasmussen-encefalitis? Een Rasmussen-encefalitis is een aandoening waarbij kinderen langdurige epilepsieaanvallen krijgen met trekkingen aan een kant van het lichaam, waarbij
Nadere informatieAndere epilepsie syndromen Meestal ontstaat de epilepsie als gevolg van een fout in het SCN2A-gen al op de babyleeftijd. deze tekst kunt u nalezen op
SCN2A-epilepsie Wat is SCN2A-epilepsie? SCN2A-epilepsie is een aandoening waarbij kinderen last hebben van epilepsieaanvallen als gevolg een fout in een stukje erfelijk materiaal wat SCN2A-gen wordt genoemd
Nadere informatieCryopyrine-Geassocieerd Periodiek Syndroom (CAPS)
www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Cryopyrine-Geassocieerd Periodiek Syndroom (CAPS) Versie 2016 1. WAT IS CAPS 1.1 Wat is het? Cryopyrine-geassocieerde periodieke syndromen (CAPS) omvatten
Nadere informatieUpdate : Epilepsie bij kinderen
Update : Epilepsie bij kinderen Typische casuistiek Behandelingsopties overzicht Indeling meest frequente epilepsietypes bij kinderen en behandelingsopties Neonatale convulsies Febriele convulsies Behandeling
Nadere informatieWorkshop DNA-schade. Erfelijkheidsonderzoek bij borstkanker: met welk doel? Dr. Jan C. Oosterwijk klinisch geneticus, UMCGroningen
Workshop DNA-schade Erfelijkheidsonderzoek bij borstkanker: met welk doel? Dr. Jan C. Oosterwijk klinisch geneticus, UMCGroningen Erfelijkheidsonderzoek ging over Down syndroom, Duchenne spierdystrofie,
Nadere informatieKinderneurologie.eu. Familiaire focale epilepsie met variabel focus.
Familiaire focale epilepsie met variabel focus Wat is familiaire focale epilepsie met variabel focus? Familiaire focale epilepsie met variabel focus is een erfelijk epilepsiesyndroom waarbij epilepsie
Nadere informatieKinderneurologie.eu. Miller Dieker syndroom
Miller Dieker syndroom Wat is het Miller Dieker syndroom? Het Miller Dieker syndroom is een aandoening waarbij kinderen specifieke afwijkingen aan de hersenen hebben wat leidt tot een ontwikkelingsachterstand
Nadere informatieHoe vaak komt FIRES voor bij kinderen? FIRES is een zeldzame aandoening. Geschat wordt dat het bij één op de kinderen voorkomt.
FIRES Wat is FIRES? FIRES is een aandoening waarbij kinderen op de schoolgaande leeftijd plotseling een zeer moeilijk behandelvorm van epilepsie krijgen die grote negatieve invloed heeft op hun ontwikkeling.
Nadere informatieHyperekplexia. Movement disorders GRONINGEN He althy Ageing: moving to the next generation
Hyperekplexia He althy Ageing: moving to the next generation WAT IS HYPEREKPLEXIA? Hyperekplexia is een zeldzame neurologische aandoening. Een andere naam is startle disease. Patiënten met hyperekplexia
Nadere informatie