EXAMEN WARMTEPOMPEN. Onderdeel Integraal ontwerpen van collectieve installaties met warmtepompen in woningbouw BIJLAGE

Transcriptie

1 EXAMEN WARMEPOMPEN Onderdeel Integrl ontwerpen vn collectieve instllties met wrmtepompen in woningouw BIJLAGE

2 BIJLAGE G OMSCHRIJVING GEWENSE FUNCIONALIEI VAN DE VIJF BASISINSALLAIES In 2.11 (ontwerpfse) zijn twee stppen genoemd om het functionele ontwerp vst te leggen: het opstellen vn processchem s en het opstellen vn een ijehorende (lgemene) omschrijving vn de werking vn de instlltie. In deze ijlge is voor de vijf sisinstlltie een nzet gegeven voor het vstleggen vn de functionliteit. BASISINSALLAIE 1: INDIVIDUELE COMBIWARMEPOMPEN CP3 - + Wrm Boiler tpwter Buffer +/- +/- Koud tpwter CP1 CP2 Woning r F o F i Af.G.1 Principeschem centrle wrmteron met lokle/individuele comiwrmtepompen Woninginstlltie Elektrische nverwrming De enodigde wrmte voor ruimteverwrming en voor verwrming vn tpwter wordt geleverd door de wrmtepomp. Als de cpciteit vn de wrmtepomp niet toereikend is of ls de wrmtepomp niet het gewenste tempertuurniveu kn reliseren, wordt elektrisch nverwrmd. Inschkelen wrmtepomp De wrmtepomp kn ingeschkeld worden op sis vn: 1. Wrmtevrg ruimteverwrming. Als één vn de kleppen vn de wrmtefgifte pprten open gestuurd worden (op sis vn de ruimtetempertuur) krijgt de wrmtepompregeling een signl wrmtevrg ruimteverwrming. 2. Wrmtevrg tpwter: De oiler voor wrm tpwter wordt s nchts opgewrmd (tijdklok). Als de tempertuur vn het tpwter in de oiler lger is dn de gewenste tempertuur krijgt de wrmtepompregeling een signl wrmtevrg tpwter. De wrmtepomp kn ps ingeschkeld worden ls er volumestroom is over de condensor en de verdmper (CP1, CP2 en CPcentr ingeschkeld; poort vn open, open). Als de wrmtepomp uitgeschkeld is, worden de pompen CP1 en CP2 uitgeschkeld en wordt klep dicht gestuurd. Verwrming wrm tpwter Bij verwrming vn wrm tpwter stuurt de regeling vn de wrmtepomp poort vn drieweg klep open. Als de ISSO-pulictie Hndoek integrl ontwerpen met wrmtepompen in de woningouw

3 oiler voor wrm tpwter op de gewenste tempertuur is gercht, is de wrmtepomp weer eschikr voor ruimteverwrming. Ruimteverwrming Bij ruimteverwrming stuurt de regeling vn de wrmtepomp de poorten vn drieweg klep en drieweg klep open. CP3 wordt ook ingeschkeld. De wrmtepomp wordt uitgeschkeld ls er geen wrmtevrg meer is in de vertrekken of ls de uffer is gelden (signleren door tempertuurmeting). Ruimtekoeling Als er geen wrmtevrg is voor ruimteverwrming of voor wrm tpwter is er de mogelijkheid om te koelen. Als er koelvrg is worden de poorten vn drieweg klep en drieweg klep open gestuurd. weeweg regelklep regelt de toevoer vn gekoeld wter vnuit het distriutienet (ijvooreeld op sis vn nvoertempertuur wter nr de woninginstlltie). Vervolgens kn CP3 ingeschkeld worden. Drieweg klep regelt vervolgens de nvoertempertuur nr de fgifteinstlltie (duwpuntsregeling). Centrle instlltie Centrle distriutiepomp Als er een koppeling is tussen de centrle instlltie en de individuele wrmtepompen wordt de distriutiepomp CPcentr ingeschkeld ls één of meer wrmtepompen ingeschkeld worden of ls er koelvrg is in één of meer woningen. Als de koppeling er niet is, is CPcentr ltijd ingeschkeld. Voor de minimle volumestroom dient dn n het eind vn het distriutienet een ypss voorzien te worden. CPcentr regelt op sis vn een gewenst drukverschil ten opzichte vn een gemeten drukverschil ter pltse vn de centrle instlltie. Het gewenste drukverschil dient zodnig groot te zijn dt zowel ij de minimle volumestroom ls ij de mximle volumestroom de verst gelegen woning het gewenste (ontwerp)drukverschil eschikr heeft (ijvooreeld 20 kp). Bronpomp De ronpomp wordt ingeschkeld ls CPcentr ingeschkeld wordt. De ronpomp regelt zodnig dt de volumestroom vn het grondwter gelijk is n de volumestroom vn het lg tempertuur wter (gekoeld wter). Als de retourtempertuur vn het lgtempertuurcircuit (r) tussen twee instelre wrde ligt (ijvooreeld tussen de 10 en de 11 C) mg de ronpomp uitgeschkeld worden. Op dt moment is geen toevoeging vn wrmte of koude nodig vnuit de ron omdt er een evenwicht is tussen wrmte- en koudevrg in de woningen. Dit lijkt uit de retourtempertuur die ongeveer gelijk is n de gewenste nvoertempertuur. ISSO-pulictie Hndoek integrl ontwerpen met wrmtepompen in de woningouw

4 BASISINSALLAIE 2: INDIVIDUELE COMBIWARMEPOMPEN ME CENRALE WARMEPOMP CP3 - + Wrm Boiler tpwter Buffer +/- +/- Koud tpwter CP1 CP2 r Woning i - + uffer Af.G.2 Principeschem centrle wrmteron en centrle wrmtepomp met lokle/individuele comiwrmtepompen Woninginstlltie Op woningniveu is deze sisinstlltie gelijk n sisinstlltie 1. Het verschil is de centrle instlltie. Deze wordt drom in deze prgrf eschreven. Centrle instlltie Centrle distriutiepomp Als er een koppeling is tussen de centrle instlltie en de individuele wrmtepompen wordt de distriutiepomp CPcentr ingeschkeld ls één of meer wrmtepompen ingeschkeld worden of ls er koelvrg is in één of meer woningen. Als de koppeling er niet is, is CPcentr ltijd ingeschkeld. Voor de minimle volumestroom dient dn n het eind vn het distriutienet een ypss voorzien te worden. CPcentr regelt op sis vn een gewenst drukverschil ten opzichte vn een gemeten drukverschil ter pltse vn de centrle instlltie. Het gewenste drukverschil dient zodnig groot te zijn dt zowel ij de minimle volumestroom ls ij de mximle volumestroom de verst gelegen woning het gewenste (ontwerp)drukverschil eschikr heeft (ijvooreeld 20 kp). Centrle wrmtewisselr Als de tempertuur vn de wrmteron (1) hoog genoeg is, dn worden de kleppen en open gestuurd ( en zijn dicht gestuurd). CPw en CPcond pompen het wter over de wrmtewisselr. Als de uffer gevuld is kunnen CPw en CPcond uitgeschkeld worden. Centrle wrmtepomp Als de tempertuur vn de wrmteron (1) lger dn een gewenste wrde wordt (gedurende een eplde tijdsduur), de centrle wrmtepomp ingeschkeld om de wrmte uit de wrmteron op een hoger tempertuurniveu te rengen. De kleppen en worden nu open gestuurd ( en dicht gestuurd). CPw en CPcond worden/zijn ingeschkeld om respectievelijk het oppervlktewter over de verdmper te pompen en het gekoeld wter over de condensor. De wrmtepomp wordt uitgeschkeld ls de uffer gevuld is. Het overschkelen vn de omschreven situties mg ps geeuren ls de uffer gevuld is (gesignleerd op sis vn tempertuurmeting). Als de instlltie ingeschkeld is voor koeling (te signleren op sis vn nvoer- en retourtempertuur ( en r) vn het distriutienet) mg de centrle wrmtepomp niet ingeschkeld worden. ISSO-pulictie Hndoek integrl ontwerpen met wrmtepompen in de woningouw

5 BASISINSALLAIE 3: CENRALE INSALLAIE ME CENRALE WARM APWAER BEREIDING p wrm tpwter +/- +/- koud wter Woning w rw 8 2 CP1 tw k rk ketel CP4 CP6 K CP2 rtw 3 7 CP8 5 CP CP7 K6 6 F1 1 F2 CP F3 Af.G.3 Centrle wrmtepompen met centrle wrmtpwterereiding Woninginstlltie Wrmtevrg ruimteverwrming Als één vn de kleppen vn de wrmtefgiftepprten open gestuurd wordt (op sis vn de ruimtetempertuur) worden de kleppen en open gestuurd. Deze kleppen ps open sturen ls de kleppen en gesloten zijn. De drukverschilregelr zorgt voor een constnt drukverschil over de woningnsluiting. Wrmtevrg wrm tpwter Op het moment dt er krnen opengezet worden, wordt vnuit de centrle instlltie wrm tpwter geleverd met een eplde voordruk. Doordt er een collectief circultienet toegepst wordt, is er innen de gewenste wchttijd wrm tpwter eschikr met de gewenste tempertuur. ISSO-pulictie Hndoek integrl ontwerpen met wrmtepompen in de woningouw

6 Bij uitvl vn de druk in de toevoer vn koud wter moet de wrmtpwtertoevoer fgesloten worden. Dit om verrnding met heet wter te voorkomen. Hiervoor is er een klep voorzien in de wrmtpwtertoevoer die dicht gestuurd wordt ij het wegvllen vn de druk in het koud wter. Het is mogelijk om deze klep zodnig uit te voeren dt ij drukvrities in het koude net de druk in de wrmtpwtertoevoer gecorrigeerd wordt. Ruimtekoeling Als er geen wrmtevrg is voor ruimteverwrming is er de mogelijkheid om te koelen. Als er koelvrg is worden de kleppen en dicht gestuurd. Vervolgens worden de kleppen en open gestuurd. De drukverschilregelr zorgt voor een constnt drukverschil over de woningnsluiting. De nvoertempertuur wordt centrl geregeld zodt er geen duwpuntsregeling per woning nodig is. Collectieve distriutie Centrle distriutiepomp verwrming Als er een koppeling is tussen de centrle instlltie en de woninginstllties wordt de distriutiepomp CP1 ingeschkeld ls één of meer woningen wrmte vrgen. Als de koppeling er niet is, is CP1 ltijd ingeschkeld. Voor de minimle volumestroom dient dn n het eind vn het distriutienet een ypss voorzien te worden. CP1 regelt op sis vn een gewenst drukverschil ten opzichte vn een gemeten drukverschil ter pltse vn de centrle instlltie. Het gewenste drukverschil dient zodnig groot te zijn dt zowel ij de minimle volumestroom ls ij de mximle volumestroom de verst gelegen woning het gewenste (ontwerp)drukverschil eschikr heeft (ijvooreeld 20 kp). De drieweg regelklep regelt de nvoertempertuur nr de woningen (w). Het setpoint voor deze regeling wordt epld n de hnd vn een uitentempertuurfhnkelijke stooklijn. Collectief circultienet wrm tpwter Om het wrm tpwter stromend te houden (in vernd met legionellpreventie) wordt een circultienet toegepst. CP2 is hiertoe continu ingeschkeld. De tempertuur (rtw) vn het circultienet dient >60 C te zijn (gemeten voordt het de oiler instroomt). Centrle distriutiepomp koeling Als er een koppeling is tussen de centrle instlltie en de woninginstllties wordt de distriutiepomp CP3 ingeschkeld ls één of meer woningen koude vrgen. Als de koppeling er niet is, is CP3 ltijd ingeschkeld of eventueel ingeschkeld vnf een epld uitentempertuur. Voor de minimle volumestroom dient dn n het eind vn het distriutienet een ypss voorzien te worden. CP3 regelt op sis vn een gewenst drukverschil ten opzichte vn een gemeten drukverschil ter pltse vn de centrle instlltie. Het gewenste drukverschil dient zodnig groot te zijn dt zowel ij de minimle volumestroom ls ij de mximle volumestroom de verst gelegen woning het gewenste (ontwerp)drukverschil eschikr heeft (ijvooreeld 20 kp). De drieweg regelklep regelt de nvoertempertuur nr de woningen (k). Het setpoint voor deze regeling wordt epld n de hnd vn de uitentempertuur en de luchtvochtigheid. Centrle instlltie Wrmtpwterereiding Het tpwter wordt door middel vn de wrmtewisselr (voor)verwrmd met wrmte vn de wrmtepomp. Regelklep wordt zodnig geregeld dt de uittredetempertuur vn de wrmtewisselr (1) een gewenste wrde heeft (ijvooreeld 25 C). Als er geen wrm tpwter geruikt wordt, zl de uittredetempertuur 1 oplopen en zl de klep vnzelf sluiten (tot een eplde minimumstnd om stroming te houden over de wrmtewisselr en drdoor een goede tempertuurmeting te kunnen doen). Als er wel wrmtpwtervrg is, zl de uittredetempertuur 1 lger worden en zl de klep open geregeld worden. Pomp CP5 regelt op sis vn een drukverschil of op sis vn de klepstnd vn de regelklep (ls klepstnd groter dn 80% wordt dn optoeren; ls klepstnd kleiner dn 80% wordt dn ftoeren). Het tpwter wordt op de gewenste tempertuur gercht door middel vn de wrmte vn de verwrmingsketel. Op sis vn de tempertuurmetingen in de oiler wordt klep open gestuurd en wordt CP4 ingeschkeld/geregeld. ISSO-pulictie Hndoek integrl ontwerpen met wrmtepompen in de woningouw

7 Als de nvoertempertuur nr de oiler (2) lger dn de gewenste wrde is (ijv. 70 C), moet de drieweg regelklep dicht gestuurd worden zodt de gewenste nvoertempertuur 2 wordt ereikt. Deze situtie kn optreden op het moment dt er reltief veel vrg is voor ruimteverwrming en voor verwrming vn wrm tpwter. Deze situtie kn resulteren in een gezmenlijke volumestroom t..v. ruimteverwrming (CP1) en verwrming tpwter (CP4) vnuit de verdeler vn de verwrmingsketel die groter is dn de volumestroom vn de verwrmingsketel. Op dt moment ontstt er in de verdeler een mengtempertuur die lger kn zijn dn de gewenste tempertuur voor verwrming vn tpwter. Wrmtepomp De wrmtepomp wordt vrijgegeven op sis vn wrmtevrg. De wrmtevrg wordt epld op sis vn de meting vn de volumestroom (F1) en de retourtempertuur (rw). Als de volumestroom groter dn een ingestelde wrde is en de retourtempertuur lger dn de gewenste wrde is, is er wrmtevrg. Drnst kn de wrmtepomp ook ingeschkeld worden om de uffer op tempertuur te rengen. Dit geeurt op sis vn tempertuurmeting in de uffer. De wrmtepomp regelt zodnig dt de gewenste uittredetempertuur gehld wordt. Het setpoint voor deze regeling dient door de ontwerper vstgesteld te worden en dient fgestemd te zijn op de gewenste hoeveelheid wrmte die de wrmtepomp moet leveren voor het verwrmen vn tpwter. Voordt de wrmtepomp ingeschkeld wordt moeten eerst de pompen CP7, CP8 en CPron ingeschkeld worden. Drieweg regelklep K6 moet zorgen dt de intredetempertuur vn de condensor (4) niet lger dn de gewenste wrde wordt (setpoint voor deze regeling dient door de friknt vn de wrmtepomp opgegeven te worden). De driewegklep K6 heeft ook nog de functie om ij lge retourtempertuur nr de wrmtepomp (6) toch een hoge tempertuur uit de wrmtepomp te reliseren. Dit kn door de ypss (poort ) te openen. Hierdoor zl de intredetempertuur vn de condensor (4) hoger worden en kn de wrmtepomp een hogere uittredetempertuur leveren (5 = 4 + delt vn de condensor). Omdt met nme tijdens eplde uren vn de dg er veel wrmtpwtervrg is, dient regelklep K6 lleen volgens het ovenstnde geregeld te worden tijdens een in te stellen klokprogrmm. Buiten dit progrmm is een hoge uittredetempertuur niet noodzkelijk en dit zou dus een onnodige verslechtering vn de COP opleveren. Verwrmingsketel De verwrmingsketel wordt vrijgegeven op sis vn wrmtevrg. Er is wrmtevrg ls de tempertuur n wrmtelevering door de wrmtepomp (3) lger is dn de gewenste nvoertempertuur (w) of n de hnd vn de oiler (zie Wrm tpwter ereiding ). Voordt de verwrmingsketel ingeschkeld wordt moet eerst CP6 ingeschkeld worden. De verwrmingsketel regelt op sis vn de tempertuur uit de verwrmingsketel (8). Het setpoint voor deze regeling dient fgestemd te zijn op de gewenste tempertuur om het tpwter te verwrmen. De driewegklep K5 heeft de functie om ij lge retourtempertuur nr de ketel (9) toch een hoge tempertuur uit de verwrmingsketel te reliseren. Dit kn door de ypss (poort ) te openen. Hierdoor zl de intredetempertuur vn de verwrmingsketel (10) hoger worden en kn de wrmtepomp een hogere uittredetempertuur leveren (10 + delt vn de verwrmingsketel). Bronnen De ronpomp is ingeschkeld ls de wrmtepomp in edrijf moet komen of ls er koudevrg is (vstgesteld n de hnd vn de meting vn de volumestroom vn het gekoeld wter (F2)). De ronpomp regelt zodnig dt de intredetempertuur vn de wrmtepomp (7) de gewenste wrde heeft. Drnst geldt ook dt de volumestroom vn het grondwter (F3) miniml gelijk moet zijn n de volumestroom vn het gekoeld wter (F2). ISSO-pulictie Hndoek integrl ontwerpen met wrmtepompen in de woningouw

8 BASISINSALLAIE 4: CENRALE INSALLAIE ME LOKALE WARMAPWAERWISSELAAR K5 wrm tpwter koud wter +/- +/- K6 Woning w ketel CP3 4 CP CP4 2 uffer F1 CP1 rw k rk F2 CP2 6 7 F3 8 Af.G.4 Centrle instlltie met lokle wrmtpwterwisselr Woninginstlltie Wrmtevrg ruimteverwrming Als één vn de kleppen vn de wrmtefgiftepprten open gestuurd wordt (op sis vn de ruimtetempertuur) worden de kleppen en open gestuurd en de pomp ingeschkeld. Deze kleppen ps open sturen ls de kleppen en gesloten zijn. weeweg regelklep K5 regelt de gewenste nvoertempertuur nr de woninginstlltie. Wrmtevrg wrm tpwter Het tpwter wordt verwrmd in de wrmtewisselr. Dit geeurt op sis vn een tempertuurmeting vn het wrme tpwter. Als de tempertuur lger is dn de gewenste wrmtpwtertempertuur (zodnig dt n de tppunten 55 C geleverd wordt) zorgt de drieweg regelklep voor toevoer vn wrm wter nr de wrmtewisselr. Ruimtekoeling Als er geen wrmtevrg is voor ruimteverwrming is er de mogelijkheid om te koelen. Als er koelvrg is worden de kleppen en dicht gestuurd. Vervolgens worden de kleppen en open gestuurd. De drukverschilregelr zorgt voor een constnt drukverschil over de woningnsluiting. De nvoertempertuur wordt centrl geregeld zodt er geen duwpuntsregeling per woning nodig is. ISSO-pulictie Hndoek integrl ontwerpen met wrmtepompen in de woningouw

9 Collectieve distriutie Centrle distriutiepomp verwrming Als er een koppeling is tussen de centrle instlltie en de woninginstllties wordt de distriutiepomp CP1 ingeschkeld ls één of meer woningen wrmte vrgen. Als de koppeling er niet is, is CP1 ltijd ingeschkeld. Voor de minimle volumestroom dient dn n het eind vn het distriutienet een ypss voorzien te worden. CP1 regelt op sis vn een gewenst drukverschil ten opzichte vn een gemeten drukverschil ter pltse vn de centrle instlltie. Het gewenste drukverschil dient zodnig groot te zijn dt zowel ij de minimle volumestroom ls ij de mximle volumestroom de verst gelegen woning het gewenste (ontwerp)drukverschil eschikr heeft (ijvooreeld 20 kp). Centrle distriutiepomp koeling Als er een koppeling is tussen de centrle instlltie en de woninginstllties wordt de distriutiepomp CP2 ingeschkeld ls één of meer woningen koude vrgt. Als de koppeling er niet is, is CP2 ltijd ingeschkeld of eventueel ingeschkeld vnf een epld uitentempertuur. Voor de minimle volumestroom dient dn n het eind vn het distriutienet een ypss voorzien te worden. CP2 regelt op sis vn een gewenst drukverschil ten opzichte vn een gemeten drukverschil ter pltse vn de centrle instlltie. Het gewenste drukverschil dient zodnig groot te zijn dt zowel ij de minimle volumestroom ls ij de mximle volumestroom de verst gelegen woning het gewenste (ontwerp)drukverschil eschikr heeft (ijvooreeld 20 kp). De drieweg regelklep regelt de nvoertempertuur nr de woningen (k). Het setpoint voor deze regeling wordt epld n de hnd vn de uitentempertuur en de luchtvochtigheid. Centrle instlltie Wrmtepomp De wrmtepomp wordt vrijgegeven op sis vn wrmtevrg. De wrmtevrg wordt epld op sis vn de meting vn de volumestroom (F1) en de retourtempertuur (rw). Als de volumestroom groter dn een ingestelde wrde is en de retourtempertuur lger dn de gewenste wrde is, is er wrmtevrg. Drnst kn de wrmtepomp ook ingeschkeld worden om de uffer op tempertuur te rengen. Dit geeurt op sis vn tempertuurmeting in de uffer. De wrmtepomp regelt zodnig dt de gewenste uittredetempertuur gehld wordt. Het setpoint voor deze regeling dient door de ontwerper vstgesteld te worden en dient fgestemd te zijn op de gewenste hoeveelheid wrmte die de wrmtepomp moet leveren. Voordt de wrmtepomp ingeschkeld wordt moeten eerst de pompen CP4, CP5 en CPron ingeschkeld worden. Drieweg regelklep moet zorgen dt de intredetempertuur vn de condensor (1) niet lger dn de gewenste wrde wordt (setpoint voor deze regeling dient door de friknt vn de wrmtepomp opgegeven te worden). De driewegklep heeft ook nog de functie om ij lge retourtempertuur nr de wrmtepomp (2) toch een hoge tempertuur uit de wrmtepomp te reliseren. Dit kn door de ypss (poort ) te openen. Hierdoor zl de intredetempertuur vn de condensor (1) hoger worden en kn de wrmtepomp een hogere uittredetempertuur leveren (3 = 1 + delt vn de condensor). Verwrmingsketel De verwrmingsketel wordt vrijgegeven op sis vn wrmtevrg. Er is wrmtevrg ls de tempertuur n wrmtelevering door de wrmtepomp (4) lger is dn de gewenste nvoertempertuur (w). Voordt de verwrmingsketel ingeschkeld wordt moet eerst CP3 ingeschkeld worden. De verwrmingsketel regelt op sis vn de gewenste nvoertempertuur (w). Het setpoint voor deze regeling dient fgestemd te zijn op de gewenste tempertuur om in de woningen het tpwter te kunnen verwrmen (c. 70 C). Bronnen De ronpomp is ingeschkeld ls de wrmtepomp in edrijf moet komen of ls er koudevrg is (vstgesteld n de hnd vn de meting vn de volumestroom vn het gekoeld wter (F2)). De ronpomp regelt zodnig dt de intredetempertuur vn de wrmtepomp (5) de gewenste wrde heeft. Drnst geldt ook dt de volumestroom vn het grondwter (F3) miniml gelijk moet zijn n de volumestroom vn het gekoeld wter (F2). ISSO-pulictie Hndoek integrl ontwerpen met wrmtepompen in de woningouw

10 BASISINSALLAIE 5: CENRALE INSALLAIE ME LOKALE WARMAPWAERBOILER K5 wrm tpwter koud wter +/- +/- K6 Woning w ketel CP3 4 CP uffer CP4 1 2 CP1 rw F1 k rk F2 CP F3 Af.G.5 Centrle instlltie met lokle wrmtpwteroilers Woninginstlltie Wrmtevrg ruimteverwrming Als één vn de kleppen vn de wrmtefgifte pprten open gestuurd worden (op sis vn de ruimtetempertuur) worden de kleppen en open gestuurd en de pomp ingeschkeld. Deze kleppen ps open sturen ls de kleppen en gesloten zijn. weeweg regelklep K5 regelt de gewenste nvoertempertuur nr de woninginstlltie. Wrmtevrg wrm tpwter Het tpwter wordt verwrmd in de oiler. Dit geeurt s nchts. Vnuit de centrle instlltie wordt dn wrmte op een hoger tempertuurniveu geleverd. Met deze wrmte worden de oilers opgewrmd. De drieweg regelklep K6 zorgt voor toevoer vn wrm wter nr de oiler. Indien nodig wordt de oiler elektrisch nverwrmd. Het is mogelijk dt K6 uiten de oplduren op sis vn de tempertuur in de oiler open gestuurd wordt (ls de oiler leeg is). De oilerregeling dient te voorkomen dt K6 onnodig open lijft stn doordt de gewenste oilertempertuur niet wordt ereikt (doordt de nvoertempertuur vnuit de centrle instlltie uiten de opldtijd lger is (stooklijn). ISSO-pulictie Hndoek integrl ontwerpen met wrmtepompen in de woningouw

11 Ruimtekoeling Als er geen wrmtevrg is voor ruimteverwrming is er de mogelijkheid om te koelen. Als er koelvrg is worden de kleppen en dicht gestuurd. Vervolgens worden de kleppen en open gestuurd. De drukverschilregelr zorgt voor een constnt drukverschil over de woningnsluiting. De nvoertempertuur wordt centrl geregeld zodt er geen duwpuntsregeling per woning nodig is. Collectieve distriutie Centrle distriutiepomp verwrming Als er een koppeling is tussen de centrle instlltie en de woninginstllties wordt de distriutiepomp CP1 ingeschkeld ls één of meer woningen wrmte vrgen. Als de koppeling er niet is, is CP1 ltijd ingeschkeld. Voor de minimle volumestroom dient dn n het eind vn het distriutienet een ypss voorzien te worden. CP1 regelt op sis vn een gewenst drukverschil ten opzichte vn een gemeten drukverschil ter pltse vn de centrle instlltie. Het gewenste drukverschil dient zodnig groot te zijn dt zowel ij de minimle volumestroom ls ij de mximle volumestroom de verst gelegen woning het gewenste (ontwerp)drukverschil eschikr heeft (ijvooreeld 20 kp). Centrle distriutiepomp koeling Als er een koppeling is tussen de centrle instlltie en de woninginstllties wordt de distriutiepomp CP2 ingeschkeld ls één of meer woningen koude vrgen. Als de koppeling er niet is, is CP2 ltijd ingeschkeld of eventueel ingeschkeld vnf een epld uitentempertuur. Voor de minimle volumestroom dient dn n het eind vn het distriutienet een ypss voorzien te worden. CP2 regelt op sis vn een gewenst drukverschil ten opzichte vn een gemeten drukverschil ter pltse vn de centrle instlltie. Het gewenste drukverschil dient zodnig groot te zijn dt zowel ij de minimle volumestroom ls ij de mximle volumestroom de verst gelegen woning het gewenste (ontwerp)drukverschil eschikr heeft (ijvooreeld 20 kp). De drieweg regelklep regelt de nvoertempertuur nr de woningen (k). Het setpoint voor deze regeling wordt epld n de hnd vn de uitentempertuur en de luchtvochtigheid. Centrle instlltie Wrmtepomp De wrmtepomp wordt vrijgegeven op sis vn wrmtevrg. De wrmtevrg wordt epld op sis vn de meting vn de volumestroom (F1) en de retourtempertuur (rw). Als de volumestroom groter dn een ingestelde wrde is en de retourtempertuur lger dn de gewenste wrde is, is er wrmtevrg. Drnst kn de wrmtepomp ook ingeschkeld worden om de uffer op tempertuur te rengen. Dit geeurt op sis vn tempertuurmeting in de uffer. De wrmtepomp regelt zodnig dt de gewenste uittredetempertuur gehld wordt. Het setpoint voor deze regeling dient door de ontwerper vstgesteld te worden en dient fgestemd te zijn op de gewenste hoeveelheid wrmte die de wrmtepomp moet leveren. Voordt de wrmtepomp ingeschkeld wordt moeten eerst de pompen CP4, CP5 en CPron ingeschkeld worden. Drieweg regelklep moet zorgen dt de intredetempertuur vn de condensor (1) niet lger dn de gewenste wrde wordt (setpoint voor deze regeling dient door de friknt vn de wrmtepomp opgegeven te worden). De driewegklep heeft ook nog de functie om ij lge retourtempertuur nr de wrmtepomp (2) toch een hoge tempertuur uit de wrmtepomp te reliseren. Dit kn door de ypss (poort ) te openen. Hierdoor zl de intredetempertuur vn de condensor (1) hoger worden en kn de wrmtepomp een hogere uittredetempertuur leveren (3 = 1 + delt vn de condensor). ijdens de zogenmde oplduren dient te zorgen voor een verhoogde uittredetempertuur uit de wrmtepomp (3). Hierdoor zl de wrmtepomp meer ijdrgen n de wrmtelevering ten ehoeve vn het oplden vn de lokle oilers. ISSO-pulictie Hndoek integrl ontwerpen met wrmtepompen in de woningouw

12 Verwrmingsketel De verwrmingsketel wordt vrijgegeven op sis vn wrmtevrg. Er is wrmtevrg ls de tempertuur n wrmtelevering door de wrmtepomp (4) lger is dn de gewenste nvoertempertuur (w). Voordt de verwrmingsketel ingeschkeld wordt moet eerst CP3 ingeschkeld worden. De verwrmingsketel regelt op sis vn de gewenste nvoertempertuur (w). Het setpoint voor deze regeling dient fgestemd te zijn op de gewenste tempertuur om in de woningen het tpwter te kunnen verwrmen (c. 70 C). Bronnen De ronpomp is ingeschkeld ls de wrmtepomp in edrijf moet komen of ls er koudevrg is (vstgesteld n de hnd vn de meting vn de volumestroom vn het gekoeld wter (F2)). De ronpomp regelt zodnig dt de intredetempertuur vn de wrmtepomp (5) de gewenste wrde heeft. Drnst geldt ook dt de volumestroom vn het grondwter (F3) miniml gelijk moet zijn n de volumestroom vn het gekoeld wter (F2). ISSO-pulictie Hndoek integrl ontwerpen met wrmtepompen in de woningouw