HET EFFECT VAN KINESTHETISCHE VERBEELDING OP HET ANTICIPATIEVERMOGEN BIJ VOETBALPENALTY S - EEN NIEUW INZICHT VANUIT DE IMPPACT THEORIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET EFFECT VAN KINESTHETISCHE VERBEELDING OP HET ANTICIPATIEVERMOGEN BIJ VOETBALPENALTY S - EEN NIEUW INZICHT VANUIT DE IMPPACT THEORIE"

Transcriptie

1 AUTEUR Naam: Collegekaartnummer: Telefoonnummer: E- mailadres: BEGELEIDERS Programmagroep: Begeleider: 2 de beoordelaar: Onderzoeksinstelling: 2015 Simone Johanna van der Bijl Sjvdbijl@gmail.com Ontwikkelingspsychologie Prof. Dr. Richard Ridderinkhof Wouter Boekel Universiteit van Amsterdam MASTERSCRIPTIE PSYCHOLOGIE SPORT- EN PRESTATIEPSYCHOLOGIE HET EFFECT VAN KINESTHETISCHE VERBEELDING OP HET ANTICIPATIEVERMOGEN BIJ VOETBALPENALTY S - EEN NIEUW INZICHT VANUIT DE IMPPACT THEORIE

2 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING INLEIDING DE GESCHIEDENIS OMTRENT VISUALISATIE DE FUNCTIONAL EQUIVALENCE HYPOTHESE EN HET PETTLEP- MODEL: DE BRUG TUSSEN COGNITIEVE NEUROWETENSCHAPPEN EN SPORTPSYCHOLOGIE HET IMPPACT MODEL: EEN NIEUWE THEORIE OMTRENT VISUALISATIE HET HUIDIGE ONDERZOEK METHODEN EN MATERIALEN DEELNEMERS EN DESIGN VRAGENLIJST APPARATUUR EN METINGEN TRAININGEN MANIPULATIECHECK PROCEDURE DATA VERZAMELING EN STATISTISCHE ANALYSE RESULTATEN DATASCREENING DE VERGELIJKING VAN HET ANTICIPATIEVERMOGEN IN DE VOOR- EN NAMETING DE VERGELIJKING VAN HET ANTICIPATIEVERMOGEN TUSSEN DE PENALTYNEMER CONDITIE EN DE KEEPERCONDITIE HET EFFECT VAN HET VERBEELDINGSVERMOGEN OP KINESTHETISCHE MOTORISCHE VERBEELDING HET EFFECT VAN VOETBALERVARING OP HET ANTICIPATIEVERMOGEN HET EFFECT VAN VERSCHILLENDE MOTORISCHE BEHENDIGHEID EN BEKWAAMHEID OP HET ANTICIPATIEVERMOGEN DE VERGELIJKING VAN HET VERSCHIL IN ANTICIPATIEVERMOGEN OP HOOGTE, HOEKEN EN HOOGTE/HOEK SAMEN IN DE VOOR- EN NAMETING DISCUSSIE KINESTHETISCHE VERBEELDING TRAINING EN HET ANTICIPATIEVERMOGEN KINESTHETISCHE VERBEELDING TRAINING IN DE PENALTYNEMER, HET FORWARD MODEL EN HET ANTICIPATIEVERMOGEN KINESTHETISCHE VERBEELDING TRAINING EN DE ACCURATESSE IN HOOGTE, HOEK EN 2

3 HOOGTE/HOEK SAMEN METHODOLOGISCHE KANTTEKENINGEN BIJ HET HUIDIGE ONDERZOEK CONCLUSIE EN AANBEVELING LITERATUURLIJST BIJLAGEN BIJLAGE A- INFORMATIEFORMULIER ONDERZOEK CREËER EEN PENALTYKILLER 40 BIJLAGE B- TOESTEMMINGSVERKLARING ONDERZOEK CREËER EEN PENALTYKILLER. 43 BIJLAGE C- ALGEMENE VRAGENLIJST 44 BIJLAGE D- BEHENDIGHEIDSVRAGENLIJST. 46 BIJLAGE E- INGEKORTE VERSIE BEWEGINGSVOORSTELLINGEN VRAGENLIJST. 48 BIJLAGE F- TRAININGSINSCTRUCTIES CONDITIES BIJLAGE G1- VRAGENLIJST MANIPULATIECHECK PENALTYNEMER CONDITIE.. 60 BIJLAGE G2- VRAGENLIJST MANIPULATIECHECK KEEPERSCONDITIE

4 SAMENVATTING Op basis van de IMPPACT theorie (Ridderinkhof, 2014) is onderzocht of het anticipatievermogen van voetbalkeepers bij penalty s, verbeterd kan worden door middel van een training in kinesthetische verbeelding. IMPPACT ziet het brein als een voorspellingsmechanisme dat constant voorspellingen doet over de effecten van zowel onze eigen acties (voorwaartse modellen) als de acties van anderen (omgekeerde modellen) in de wereld. Er zijn twee experimentele condities gecreëerd, waarin deelnemers een kinesthetische training ondergaan bestaande uit een filmpje waarbij kinesthetisch ingeleefd moest worden in de ene groep deelnemers (penaltynemer) of in de andere groep (keeper). Op basis van IMPPACT zijn verschillende hypothesen opgesteld, met als belangrijkste verwachting, dat het anticipatievermogen van keepers het meest zou verbeteren bij inbeelding in de penaltynemer (Ridderinkhof & Brass, 2015). Bij inbeelding in de keeper oefen je de vaardigheid van de keeper om snel te reageren, bij inbeelding in de penaltynemer leer je het actierepertoire van de schutter beter kennen, en oefen je de vaardigheid om snel te anticiperen. Het voorspelde effect is gevonden voor de accuratesse van de geanticipeerde hoek en hoogte samen; voor accuratesse van hoek en hoogte apart werd geen effect gevonden. Dit ondersteunt het idee dat kinesthetische verbeelding de ontwikkeling van een volledig forward model tot gevolg heeft waardoor training in het anticipatievermogen bij keepers mogelijk is. SLEUTELWOORDEN: IMPPACT, VISUALISATIE, KINESTHETISCHE VERBEELDING, ANTICIPATIEVERMOGEN, FORWARD MODEL, FUNCTIONAL EQUIVALENCE HYPOTHESE, PETTLEP, KEEPERS, PENALTY S. 4

5 1. INLEIDING Het zal vele Nederlanders nog vers in het geheugen staan, het WK 2015, de kwartfinale tegen Costa Rica. Na 120 minuten staan we op 0-0 en moeten we penalty s gaan nemen. Je hoort iedereen denken oh nee, geen penalty s, wij Nederlanders zijn daar slecht in. Maar dan brengt Louis van Gaal keeper Tim Krul in, in plaats voor Jasper Cillessen en doet Tim Krul wat niemand ooit voor mogelijk had gehouden. Vijf keer dook Krul naar de juiste hoek en twee keer had hij de bal. Nederland is door naar de halve finale. De kans dat Krul vijf keer achter elkaar de juiste hoek kiest, is 1 op 32 (Keulemans, 2014). Het is niet onmogelijk maar wel uniek, toch gebeurde het. Is dit toeval of kunnen penalty killers gecreëerd worden? Met andere woorden is het mogelijk om keepers te trainen in het tegenhouden van penalty s? Verbeelding, ook wel mentaal oefenen, visualisatie of motorische verbeelding genoemd, komt in interviews met Louis van Gaal regelmatig naar voren. De succesvolle coach laat zijn spelers de wedstrijd eerst verbeelden zodat ze goed gefocust en mentaal voorbereid zijn. Als Louis van Gaal gevraagd wordt wat het geheim is van al zijn prijzen zegt hij zelf: Imagineren, imagineren und imagineren (Zwart, 2009). Of het de verbeelding is geweest die Krul zo succesvol heeft gemaakt kan niet met zekerheid gezegd worden. Visualisatie wordt echter ook in andere takken van sport veel en succesvol toegepast. Zo gaf zwemmer Pieter van den Hoogenband na het winnen van Olympisch goud op de 100 meter in Sydney aan Ik visualiseerde mijn race, steeds opnieuw. Ik wilde in 2000 als eerste zwemmer op de 100 meter vrije slag de grens van 48 seconden doorbreken. (uit NRC, 7 juli 2012). En ook turner Epke Zonderland vertelde na het winnen van de gouden medaille op de Olympische Spelen in 2012 dat hij gebruik maakt van verbeelding om zijn sportprestaties te verbeteren (Van der Wouw, 2013). Visualisatie, ofwel verbeelding, betreft een puur cognitieve activiteit (Morris, Spittle & Watt, 2005) en wordt gedefinieerd als een ingebeelde repetitie van een motorische taak met de bedoeling om deze taak te leren of te verbeteren, zonder gelijktijdige sensorische input of openlijke output zoals spierbeweging (Richardson, 1967). Atleten zien motorische verbeelding als een effectieve, waardevolle en leuke techniek die een goede toevoeging is op het fysiek oefenen. Binnen de sportpsychologie is er dan ook veel onderzoek gedaan naar de kracht van visualisatie. Het prestatieverhogend effect van motorische verbeelding is 5

6 gebleken in een breed scala aan sporten zoals tennis, darten, golfen, basketbal, skiën, voetbal en hockey (voor de review zie Jones & Stuth, 1997). Verbeelding kan vanuit twee oogpunten ervaren worden, namelijk een eerste persoonsperspectief en een derde persoonsperspectief. Het derde persoonsperspectief wordt ook wel visuele motorische verbeelding genoemd en betreft de verbeelding van een motorische actie alsof men zichzelf ziet zoals in een home video. Bij het eerste persoonsperspectief, ofwel kinesthetische motorische verbeelding, worden ook de gevoelens en bewegingen ervaren die tijdens het inbeelden plaatsvinden (Ridderinkhof en Brass, 2015). Uit onderzoek is gebleken dat visuele- en kinesthetische verbeelding verschillende soorten informatie verschaffen (Morris, Spittle & Watt, 2005, p.136). Fery en Morizot (2000) vergeleken visuele- en kinesthetische verbeelding en modellering bij het leren van een tennis serve. Modellering bevatte een demonstratie van de vaardigheid, zowel visueel (deelnemers keken) als kinesthetisch (deelnemers waren geblinddoekt en werden handmatig gestuurd). Er werden vijf condities vergeleken: kinesthetisch modellering en kinesthetische verbeelding, visuele modellering en visuele verbeelding en geen verbeelding. Uit de resultaten werd geconcludeerd dat verbeelding effectief was. Kinesthetische verbeelding was effectiever op snelheid en vorm van de tennis serve. Er bleek geen verschil in de precisie van leren. Beide vormen van verbeelding lijken belangrijk te zijn in de sport. De effectiviteit van de verschillende vormen van verbeelding hangt af van het doeleinden en van de natuur van de taak die verbeeld wordt (Morris, Spittle & Watt, 2005, p. 136). 1.1 De geschiedenis omtrent visualisatie Dat visualisatie interessant en belangrijk is in onderzoek om de prestatie te verhogen moge duidelijk zijn. Maar hoe werkt visualisatie nu eigenlijk? Om daar antwoord op te krijgen moet er een duik in de geschiedenis genomen worden. Een van de hoofdstromingen omtrent verbeelding in de sportliteratuur is de psychoneuromusculaire theorie, ofwel de motorische uitleg. Deze theorie suggereert dat er gedurende verbeelding, activiteit in de spieren plaatsvindt die identiek is aan het patroon van spieractivatie gedurende de echte fysieke prestatie van een taak. Corbin (1972) stelt dat mentale oefening van een motortaak effectief is omdat er tijdens de verbeelding dezelfde prikkel van de zenuw naar de spier wordt overgebracht (spier innervatie) als tijdens de daadwerkelijke uitvoering van de taak. Er is tijdens mentaal oefenen sprake van feedback van de spieren naar de hersenen. Deze 6

7 feedback zorgt ervoor dat het bestaande motorische gedrag wordt aangepast of dat er meerdere verbindingen in het brein kunnen worden geactiveerd die tijdens de fysieke uitvoering de gewenste motorische gedragingen representeren (MacKay, 1981). Wanneer vaardigheden fysiek worden uitgevoerd, krijgt de uitvoerder zowel visuele (kennis van de resultaten van de uitvoering) als kinesthetische (lichaamspositie, spierspanning, gevoelszin) informatie die hem in staat stelt om de uitvoering te evalueren zodat men zich klaar kan maken voor de volgende prestatie (Hale, 1994). Ondersteuning voor de psychoneuromusculaire theorie werd gevonden door Jacobson (1930) die een aantal studies deed met verschillende denkbeeldige en echte activiteiten, zoals het buigen van de arm, veegbewegingen maken en de bicep curl uitvoeren. Hij concludeerde uit deze studies dat de spieren die gebruikt worden gedurende de inbeelding ook daadwerkelijk activeren binnen het lichaam. Ondanks de vele ondersteuning voor de psychoneuromusculaire theorie hadden andere onderzoekers nog hun bedenkingen. Zo werd er gesuggereerd dat het cognitieve processen zouden zijn, in plaats van de neuromusculaire feedback, die de effectiviteit van mentaal oefenen (mental practice MP) en inbeelden verklaren (Morris, Spittle & Watt, 2005, p. 38). De bioinformationele theorie van Lang (1977) is zo een cognitieve theorie. Lang beargumenteert dat mentale voorstellingen bestaan uit de proposities stimulus en respons. Stimulus proposities beschrijven de inhoud van de scene die ingebeeld moet worden. Deze beschrijven de specifieke kenmerken van een stimuli, bijvoorbeeld een zware, houten honkbalknuppel. Respons proposities beschrijven de reactie op de scène. Dit zijn modaliteitspecifieke beweringen, die gaan over gedrag zoals verbale, open motorische acties en psychologische response, bijvoorbeeld mijn biceps aanspannen (Morris, Spittle & Watt, 2005). Leren en uitvoeren bevatten volgens Lang (1977) gekoppelde en geschikte stimulus responsproposities die door het proces van verbeelding versterkt kunnen worden. Studies naar de theorie van Lang laten verschillende resultaten zien. Zo vond Ziegler (1987) geen significant verschil tussen de groepen waarin vrije schoten in basketbal op een actieve (stimulus en respons proposities) of passieve (stimulus propositie) verbeelding werd toegepast. Een recente studie van Smith, Holmes, Whitemore, Collins en Devonport (2011) bij beginnende hockey-spelers naar een penalty flick liet een significante toename zien in prestatie bij de responspropositie groep vergeleken met de stimuluspropositie groep. Zoals eerder aangegeven is er veel bewijs dat visualisatie het prestatieniveau van 7

8 sporters kan verhogen (voor de review zie Jones & Stuth, 1997). Er is echter nog onduidelijkheid over de onderliggende mechanisme die door visualisatie in werking worden gesteld. De meest recente verklaring, de functional equivalence is voortgekomen uit nieuwe inzichten omtrent de relatie tussen verbeelding en beweging (Morris, Spittle & Watt, 2005, p ). Onderzoek suggereert dat verbeelding en beweging erg op elkaar lijken en dat motorische verbeelding en motorische voorbereiding functioneel gelijkwaardig zijn (Decety, 1996, Jeannerod, 1994). De hypothese van functional equivalence is dat verbeelding en perceptie, en verbeelding en beweging dezelfde structuren of processen gebruiken (Finke, 1985). Verbeelding verhoogt de prestatie omdat verbeelding en prestatie hetzelfde zijn in hun voorbereiding, waarbij gedurende verbeelding (in tegenstelling tot de prestatie) de uitvoering is geblokkeerd. Dit betekent dat het uitoefenen van verbeelding gelijk is aan echt fysiek oefenen. Het enige verschil is dat verbeelding niet de laatste uitvoering van de motorische commando s bevat (die centraal in het brein gegenereerd worden). De aanname is dat beweging en verbeelding wel dezelfde functionele uitkomsten hebben (Morris, Spittle & Watt, 2005, p. 52). Decety en Ingvar (1990) beweerde dat mentaal oefenen een virtuele simulatie is van motorisch gedrag. Een soortgelijke verklaring als deze neuropsychologische verklaring is terug te vinden in de cognitieve sportpsychologie waarin Moran (1996) suggereerde dat mentale verbeelding een doortrapte simulatie is van perceptuele ervaring en dat de consequentie daarvan is dat verbeelding en perceptie dezelfde procesbronnen gebruiken. 1.2 De functional equivalence hypothese en het PETTLEP- model: De brug tussen cognitieve neurowetenschappen en sportpsychologie Gegeven de oorsprong in onderzoek naar motor simulatie, biedt de functional equivalence hypothese een goede brug tussen de cognitieve neurowetenschappen en het verbeeldingsonderzoek in de sportpsychologie (Moran, 2009). Een voorbeeld hiervan is het PETTLEP model van motorische verbeelding. Holmes en Collins (2001), die dit model ontwikkelde, raakten mede geïnspireerd door de bevindingen dat motorische verbeelding en motorische controle dezelfde neurologische representaties en wegen delen (Moran, Guilliot, MacIntyre en Collet, 2012). Het doel van het PETTLEP model is om beoefenaars te helpen met het produceren van een functioneel gelijkwaardige simulatie. PETTLEP staat voor Physical, Environmental, Task, Timing, Learning, Emotional en Perspective. Physical staat voor 8

9 de fysieke respons van de atleet gedurende de sportsituatie, Environmental voor de waargenomen fysieke omgeving waarin de verbeelding normaal gesproken uitgevoerd wordt, Task betreft de ingebeelde taak, Timing staat voor het tempo waarin de verbeelding uitgevoerd wordt, Learning is het leren of de geheugen component van de verbeelding, Emotional gaat om de emoties die bij de verbeelding horen, en Perspective betreft het type visuele verbeelding wat er toegepast wordt. Volgens het PETTLEP model zal de interventie het meest effectief zijn wanneer de mentale inbeeldingsituatie zo gelijk mogelijk is aan de echte situatie, en er zoveel mogelijk aspecten van PETTLEP gebruikt worden (Smith en Wright, 2008). In het geval van voetbal zal de PETTLEP interventie dan ook plaatsvinden op het voetbalveld, in tenue, met de bal en zal de tijd overeenkomen met de oorspronkelijke duur van de taak. Gezien het prestatieverhogende effect en de grote ontwikkeling binnen visualisatie, is het aannemelijk dat keepers getraind kunnen worden in het tegenhouden van penalty s door visualisatie toe te passen. Uit onderzoek is echter gebleken dat naast verbeelding ook het voorspellen van het gedrag van anderen en het anticiperen op dit gedrag de prestaties verhoogt (Aglioti, Cesari, Romani & Urgesi, 2008). Savelsbergh, Van der Kamp en Ward (2002) onderzochten het anticipatievermogen van voetbalkeepers die penalty s tegen hielden. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat succesvolle keepers accurater waren in het voorspellen van de hoogte en de richting van de genomen penalty s in vergelijking met amateurs. Ook bleken expertkeepers efficiëntere zoekmethoden te gebruiken dan amateurs, waarbij deze zich meer richtten op het schietbeen, standbeen en op het moment dat de voet contact maakt met de bal, oftewel ze maakten gebruik van kinesthetische informatie. Ook Williams (2009) stelt dat het gebruik van kinesthetische informatie van groot belang is voor sporters om goed te kunnen anticiperen op situaties in het spel. In een andere studie werd er gekeken of perceptuele- motorische ervaring en kijkervaring bijdraagt aan het anticipatievermogen van volleyballers. Expert beach volleybal spelers, coaches en scheidsrechters, van het hoogste competitieniveau, werden gevraagd om naar een reeks beach volleybalvideo s te kijken en te voorspellen waar de volleybal terecht zou komen. Uit de resultaten kwam naar voren dat deelnemers met zowel motorische als perceptuele expertise beter waren in het voorspellen dan de deelnemers met alleen kijkervaring of geen ervaring (Cañald-Bruland, Mooren en Savelsbergh, 2010). Hieruit kan geconcludeerd worden dat perceptuele- motorische ervaring een bijdrage levert aan een 9

10 succesvol anticipatievermogen. Zoals eerder genoemd stelt de functional equivalence hypothese dat het uitoefenen van verbeelding gelijk is aan fysiek oefenen. Dit wekt de suggestie dat motorische ervaring opgedaan kan worden door kinesthetische verbeelding toe te passen, wat op zijn beurt weer een bijdrage levert aan een succesvol anticipatievermogen. Een goed anticipatievermogen is nodig om te kunnen voorspellen in welke hoek de penalty geplaatst zal worden zodat de keeper de goede kant op kan duiken. De resultaten suggereren daarmee dat, om keepers te trainen in het tegenhouden van penalty s, de keepers getraind kunnen worden door hen kinesthetische verbeelding toe te laten passen. 1.3 Het IMPPACT model: Een nieuwe theorie omtrent visualisatie Dat zowel verbeelding als het voorspellen van gedrag van anderen en het anticiperen op gedrag belangrijk is voor prestaties moge duidelijk zijn maar hoe kan de mens gedrag van anderen voorspellen? Volgens Wolpert, Ghahramani en Jordan (1995) bezitten mensen interne modellen, dit zijn neurocognitieve modellen die voorspellingen doen over actie effecten ten behoeve van motorische controle. De kwaliteit van deze interne modellen wordt volgens Ridderinkhof (2014) bepaalt door de eigen kinesthetische ervaring. Het Impetus, Motivation, & Prediction in Perception- Action Coordination Theory (IMPPACT) van Ridderinkhof (2014) ziet het brein als een voorspellingsmechanisme dat constant voorspellingen doet over zowel onze eigen acties (voorwaartse modellen) als de acties van anderen (omgekeerde modellen) in de wereld. Na het voorspellen van deze acties kiest het brein de optimale handelingsmogelijkheid om zo een intern gesteld doel te bereiken. Terug naar Krul. De keeper wil goed anticiperen op de penaltynemer en de penalty s stoppen. Hij probeert dit doel, het stoppen van de penalty s, te bereiken door de optimale actie te kiezen. Die keuze is gebaseerd op het effect dat hij verwacht van zijn motorische actie. Deze motorische actie is weer gebaseerd op de huidige beschikbare sensorische informatie (op wat hij waarneemt tijdens de voorbereiding) en op de eerdere ervaringen die de keeper heeft. Deze stappen worden gedurende de actie online gesimuleerd, oftewel fysiek. Het herhaaldelijk stoppen van penalty s zou dan ook de keuze van de optimale handelingsmogelijkheid verbeteren. Volgens Ridderinkhof en Brass (2015) kunnen deze fysieke acties ook aangevuld worden met motorische verbeelding. De interne mentale simulatie, waar associaties worden gelegd tussen gesimuleerde voorbereidende 10

11 bewegingsparameters en verwachte sensorische actie effecten, kan ook offline worden geoptimaliseerd door middel van motorische verbeelding. Zoals eerder aangegeven blijkt dat tijdens kinesthetische verbeelding dezelfde patronen van neuronen worden geactiveerd als tijdens de echte uitvoering (Morris, Spittle & Watt, 2005). Dat zou betekenen dat als de keeper kinesthetische verbeelding toepast op een penaltynemer, hij in zijn ervaring in de schoenen van de penaltynemer staat en precies aan voelt wat hij zelf als penaltynemer zou doen. Dit versterkt het voorspellingsmechanisme van het brein waardoor de acties van de echte penaltynemers beter voorspelt kunnen worden door de keeper. Enerzijds zet het brein de voorspelling in gang wat de keeper zelf zou doen als hij de penaltynemer was geweest (op basis van zijn kinesthetische motorische verbeeldingservaring in de penaltynemer) en anderzijds zet het brein de voorspelling in gang naar welke kant hij als keeper zou moeten duiken (op basis van zijn eigen keeperervaring). Op basis van deze theorie moet, teneinde het anticipatievermogen van keepers bij penalty s te verbeteren, het voorspellingsmechanisme van het brein getraind worden door keepers zich kinesthetisch in te laten beelden in de penaltynemer. In dit onderzoek zal deze theorie getest worden. Dit onderzoek zal antwoord geven op de vraag of het anticipatievermogen van keepers bij het tegenhouden van penalty s verbeterd kan worden door middel van kinesthetische verbeelding. 1.4 Het huidige onderzoek Het doel van het huidige onderzoek is om te onderzoeken of het anticipatievermogen van keepers bij penalty s verbeterd kan worden. Op basis van de nieuwe IMPPACT theorie (Ridderinkhof, 2014) is een nieuwe trainingsmethode voor keepers onderzocht met als doel het anticipatievermogen van keepers te vergroten voor het tegenhouden van penalty s, namelijk door kinesthetische motorische verbeelding toe te passen. Het toepassen van kinesthetische motorische verbeelding is in dit onderzoek gecreëerd door deelnemers kinesthetisch te trainen door middel van het zien van en inleven in een zelf ontworpen trainingsfilm. In het huidige onderzoek is onderscheid gemaakt tussen twee experimentele condities, namelijk de kinesthetische penaltynemer conditie en de kinesthetische keepersconditie. In beide condities moesten de deelnemers zowel vooraf als na afloop van de kinesthetische training virtueel penalty s tegenhouden. Tevens moesten in beide condities de deelnemers een kinesthetische trainingsfilm bekijken, waarbij de 11

12 deelnemers in de kinesthetische keepersconditie zich in moest leven in de keeper terwijl de deelnemers in de kinesthetische penaltynemer conditie zich in moest leven in de penaltynemer. Het anticipatievermogen van de deelnemers werd uitgedrukt in een totaalscore die overeenkomt met de afhankelijke variabele uit eerder onderzoek van Van der Pijl (2014) en Savelsbergh et al., (2005). Op basis van onder andere de IMPPACT theorie van Ridderinkhof (2014) zijn verschillende hypothesen opgesteld. De hypothesen die hierop volgen zijn als volgt: 1. Omdat het toepassen van verbeelding een prestatieverhogend effect heeft (Holmes & Collins, 2001) veronderstelt de eerste hypothese dat zowel de deelnemers die zich kinesthetisch ingebeeld hebben in het nemen van penalty s (kinesthetische penaltynemer conditie) als de deelnemers die zich kinesthetisch ingebeeld hebben in het tegenhouden van penalty s (kinesthetische keeperconditie) beter zullen anticiperen op de penalty s na de kinesthetische training. 2. Omdat er volgens de IMPPACT theorie bij de kinesthetische verbeelding in de penaltynemer een forward model ontwikkeld wordt die bij kinesthetische verbeelding in de keeper niet ontwikkeld wordt (Ridderinkhof, 2014) veronderstelt de tweede hypothese dat de deelnemers die zich kinesthetisch ingebeeld hebben in het nemen van penalty s (kinesthetische penaltynemer conditie) beter zullen anticiperen op de penalty s dan de deelnemers die zich ingebeeld hebben in het tegenhouden van penalty s (kinesthetische keepersconditie) 3. Omdat volgens Hall en Martin (1997) mensen verschillen in de capaciteit om beelden te genereren en te gebruiken is de derde hypothese dat het anticipatievermogen bij deelnemers met een relatief groot verbeeldingsvermogen hoger is, in vergelijking met deelnemers met een relatief laag verbeeldingsvermogen. 4. Omdat het aannemelijk is dat voetbalervaring een invloed heeft op het anticipatievermogen, wordt in exploratieve analyses dieper ingegaan op de relatie tussen voetbalervaring en het anticipatievermogen. 5. Het is tevens aannemelijk dat behendigheid en bekwaamheid in motorische activiteiten een invloed hebben op het anticipatievermogen. Daarom wordt in exploratieve analyses dieper ingegaan op de relatie tussen enerzijds behendigheid en 12

13 bekwaamheid in muziek, game, sport, culturele expressie of overige motorische activiteiten en anderzijds het anticipatievermogen. 6. Tot slot, worden er een aantal geplande exploraties besproken. Eerder onderzoek door Savelsbergh et al. (2005) liet zien dat het voorspellen van de juiste hoek (93%) makkelijker is dan het voorspellen van de juiste hoogte (49%). Daarom is het aannemelijk dat het anticiperen op de hoogte van de penalty s lastiger is dan op de hoeken van de penalty s of op zowel de hoogte en de hoeken. In exploratieve analyses wordt dieper in gegaan op de veronderstelling dat de deelnemers beter zullen anticiperen op de hoeken waar de penalty s heen gaan na de kinesthetische training dan op de hoogte waar de penalty s heen gaan, of op zowel de hoeken als de hoogte waar de penalty s heen gaan, na de kinesthetische training. 2. METHODEN EN MATERIALEN 2.1 Deelnemers en design Deelnemers voor het onderzoek zijn geworven onder eerstejaars psychologiestudenten die een beloning kregen van 1.25 proefpersoonpunt voor deelname. De ethische commissie van de Universiteit van Amsterdam zag geen bezwaar in het werven van de deelnemers. Er namen 37 studenten tussen de 18 en 28 jaar (M = 20.9) deel aan het onderzoek, waarvan 25 mannen en 12 vrouwen. Vooraf werd de studenten verteld dat zij deelnamen aan een onderzoek om trainingsmethoden voor keepers te testen. Er werd geen mededeling gedaan over de precieze aard van het onderzoek, de achtergrond van de training, de verschillen tussen de trainingen en de verwachte uitkomsten. Alle deelnemers gaven toestemming voor deelnamen aan het onderzoek door, na het lezen van een informatieformulier (Bijlage A), een actief informed consent (Bijlage B) te ondertekenen. 2.2 Vragenlijst De intakefase van het onderzoek bestond uit in totaal drie vragenlijsten. De eerste vragenlijst was een zelf- ontworpen vragenlijst met als doel het inventariseren van de voetbal- en keeperervaringen van de deelnemers (Bijlage C). De Algemene Vragenlijst (AV) bestond uit 11 verschillende vragen over onder andere hoeveel maanden ervaring de studenten hadden in voetbal en keepen, of ze nu nog steeds voetballen of keepen, hoeveel 13

14 training de voetballende/ keepende studenten kregen in voetbal en keepen en bij hoeveel penalty s deze studenten betrokken zijn geweest het afgelopen seizoen. Het is aannemelijk dat de variabelen waarnaar gevraagd werd met de Algemene Vragenlijst invloed hebben op de effectiviteit van de verschillende trainingen van de deelnemers. De vragen werden gedeeltelijk meegenomen in de nadere covariatieanalyses. Het tweede deel van de intake bestond uit een vragenlijst om de behendigheid en bekwaamheid in verschillende activiteiten te inventariseren (Bijlage D). De Behendigheidsvragenlijst bestond uit zes vragen naar de hoeveelheid uren die gemiddeld per week besteed werden aan en de ervaring met het bespelen van een muziekinstrument, computerspellen, sporten, culturele expressie en andere motorische activiteiten. De behendigheidsvragenlijst is overgenomen uit een bachelorprojectonderzoek van Stephanie Weerdenburg (2014). Omdat het aannemelijk is dat behendigheid en bekwaamheid in verschillende activiteiten invloed hebben op de effectiviteit van de verschillende trainingen, werden de vragen meegenomen in de nadere covariatieanalyses. Het derde en laatste deel van de intake bestond uit een vragenlijst om het verbeeldingsvermogen van de deelnemers te meten. Er werd gebruik gemaakt van de ingekorte versie van de BewegingsVoorstellingenVragenlijst (BVV; Bakker, 1995), dit is een Nederlands vertaling van de Movement Imagery Questionnaire (MIQ; Hall & Prognac, 1983) en op dit moment de enige Nederlandse verbeeldingsvragenlijst die het vermogen van verbeelden kan meten (maakt onderscheid tussen motorische en visuele verbeelding). De scores van de BVV- schalen zullen meegenomen worden als covariaten. Bij de originele vragenlijst is er sprake van verschillende bewegingen die door een experimentleider worden voorgelezen aan de deelnemer. De deelnemer dient vervolgens de beweging eerst langzaam fysiek uit te voeren en daarna mentaal te verbeelden. In de originele BVV moeten zes verschillende bewegingen twee keer denkbeeldig uitgevoerd worden, eenmaal kinesthetisch (motorisch) en eenmaal visueel. Nadat de bewegingen zijn verbeeld dient de deelnemer op een 7-punts Likertschaal de ervaren moeilijkheidsgraad aan te geven waarbij één erg moeilijk aan te voelen betekent en zeven erg makkelijk aan te voelen. Voor het kinesthetische en visuele voorstellingsvermogen worden aparte scores berekend. De afnameduur van deze BVV is ongeveer 25 minuten. De betrouwbaarheid van de originele BVV subschalen zijn goed ( =.90 of hoger). Over de validiteit bestaan twijfels. Er is echter gebleken dat deelnemers die naar eigen zeggen veel gebruik maken van 14

15 bewegingsvoorstellingen, ook hoger scoren op de BVV (Bakker, 1995). Omdat de afnameduur van de originele BVV relatief lang is werd deze ingekort, overeenkomstig met de Movement Questionnaire Revised (MIQ-R) zoals samengesteld door Hall en Martin (1997). Deze test bestond uit vier in plaats van negen verschillende bewegingen waardoor de test in kortere tijd afgenomen kan worden. De MIQ-R heeft eveneens een goede betrouwbaarheid met =.84 voor de visuele subschaal en =.88 voor de kinesthetische subschaal. Ook de validiteit voor de MIQ-R is goed (Williams, 2012). De ingekorte versie is overgenomen uit de pilot studie van Thomas van der Pijl (2014) en terug te vinden in Bijlage E. 2.3 Apparatuur en metingen Zowel in de voor- als nameting is gebruik gemaakt van een aangepaste experimentele opstelling als in eerder onderzoek van Savelsbergh et al. (2002; 2005; 2010). In deze opstelling wordt een deelnemer 1,5 meter voor een groot scherm geplaatst. De deelnemers krijgen op het scherm filmpjes te zien van voetballers die penalty s schieten richting één van de zes vooraf bepaalde vakken van een voetbaldoel (figuur 1). In het huidige onderzoek werden de deelnemers eveneens 1,5 meter voor een muur geplaatst waarop de filmpjes werden geprojecteerd door middel van een beamer. De deelnemers namen direct achter de beamer plaats, die zich op de grond bevond. De afstand van 1,5 meter aangehouden om de beleving zo realistisch mogelijk te houden. Er is voor een muur, in plaats van een scherm, gekozen omdat het onderzoek op de VU niet meer door kon gaan. Hierdoor waren de vooraf bepaalde materialen niet meer beschikbaar. De filmpjes van de penalty s betroffen een ingekorte versie van eerder gebruikte filmpjes door Savelsbergh (2002; 2005; 2010). In het huidige onderzoek werden de filmpjes stopgezet nog voor het moment dat de penaltynemer de bal raakt, op dit moment kwam er een groen scherm in beeld waar de verschillende filmpjes tevens mee gescheiden werden. Op deze manier konden de deelnemers niet zien in welke richting de penalty s geschoten werden. De 41 film clips bestonden uit penalty s die gericht werden op één van de zes vooraf bepaalde vakken van een voetbaldoel. De filmpjes waren vanuit het midden van het doel gefilmd, zodanig dat je naar de penaltynemer kijkt die de bal vanaf de elf- meter stip neemt. De penaltynemers betroffen in totaal vier verschillende jongens die vaker terug kwamen in de filmpjes. De penaltynemers waren zowel links- als rechtsbenige en de filmpjes waren zo verdeeld dat zowel links- als rechtsbenige, als de verschillende hoogtes en hoeken, even vaak 15

16 voor kwamen. De voor- en nameting bestonden uit dezelfde filmpjes, maar in verschillende volgorde. Alle deelnemers voerden eerst 3 oefentrials om uit zodat zij wisten wat zij moesten verwachten. De filmclips uit de oefentrials zaten niet in de filmreeks voor de voor- en nameting. Het aantal van 41 filmpjes is uitgekozen omdat een minimum van 30 filmpjes in eerder onderzoek van Savelsbergh (2002; 2005; 2010) genoeg bleek voor een effect. In plaats van gebruik te maken van een joystick, zoals in eerder onderzoek van Savelsbergh et al. (2002; 2005; 2010) werd de deelnemers gevraagd om met de armen een reikbeweging te maken naar de hoek waarvan zij dachten dat de bal heen zal gaan. Het voordeel van deze opstelling, ten opzichte van de opstelling van Savelsbergh (2002; 2005; 2010), is dat de deelnemers zich vrij konden bewegen, waardoor de nieuwe situatie meer overeenkomt met de ware penaltysituatie. Om het anticipatievermogen te meten werd met de hand genoteerd waar de deelnemer heen reikte. De voorspelling leverde punten op, op het moment dat de deelnemer naar de hoek, hoogte of de hoek en hoogte samen reikte die overeenkwam met de geschoten penalty in het filmpje. Er is gekozen om de scores, die het anticipatievermogen meten, met de hand te noteren omdat er wegens logistieke problemen geen gebruik gemaakt kon worden van het Kinect sensorapparaat. Het Kinect sensorapparaat maakt gebruik van bewegingsherkenning en is ontwikkeld voor de XBOX spelcomputer. Door middel van een specifiek infrarood puntenpatroon en een infrarood camera worden de dieptegegevens van de deelnemer die voor de sensor staat berekend. Op deze manier kunnen alle lichaamsbewegingen van de deelnemer gevolgd en gemeten worden. Het anticipatievermogen van de deelnemers werd gemeten aan de hand van een totaalscore. De totaalscores van de deelnemers werden bepaald door middel van een puntentelling. Er werden, per trial, 5 punten toegekend op het moment dat de deelnemers zowel de goede hoek (rechts of links) als hoogte (laag, midden, hoog) hadden voorspeld; 3 punten als alleen de juiste hoogte werd voorspeld; 1 punt voor het voorspellen van de juiste hoek en 0 punten voor het onjuist voorspellen van zowel de hoogte als de hoek. Deze puntenverdeling is mede bepaald op basis van een pilot studie naar het anticipatievermogen bij voetbalpenalty s (van der Pijl, 2014). Daarnaast liet eerder onderzoek door Savelsbergh et al. (2005) zien dat het voorspellen van de juiste hoek (93%) makkelijker is dan het voorspellen van de juiste hoogte (49%). Om de invloed van voetbalervaring op het anticipatievermogen te meten is er gebruik 16

17 gemaakt van een zelf- gegenereerde composietscore. Hiervoor zijn vraag één tot en met vijf uit de Algemene vragenlijst (AV; bijlage C) gebruikt omdat dit vragen over voetbalervaring betroffen. Op de vijf vragen konden verschillende punten behaald worden (zie tabel 1 voor de puntenverdeling). De totaalscore hiervan werd gedeeld door het aantal vragen, namelijk vijf. Omdat er tijd nodig is om bekend te worden met de vaardigheid is er voor 1 t/m 11 maanden voetbalervaring een score van één toegekend. Omdat er naar bekendheid met de sport meer op technisch niveau getraind zal worden is er voor 12 tot 18 maanden voetbalervaring een score van twee toegekend. Er vanuit gaande dat er na 1,5 jaar een goede basis is bereikt en er verder gespecialiseerd wordt is er vanaf 18 maanden een score van drie toegekend. Voor het spelen in de 2 e klasse of lager werd een score van één toegekend, dit omdat deze klasse een duidelijke amateurklasse betreft waar matige vaardigheid voor nodig is. Voor het spelen in de eerste klasse werd de score van twee toegekend, aangezien er hier sprake is van een amateurklasse die tegen de top aan zit en hier bovengemiddelde vaardigheid nodig is. Omdat er vanaf de hoofd- en topklasse sprake is van voetbal tegen betaling en een hoge vaardigheid aanwezig is word er hier de score van drie toegekend. Om de invloed van behendigheid en bekwaamheid in motorische activiteiten te meten is er wederom een eigen composietscore gegenereerd voor zowel muziek, game, sport, culturele expressie als voor eigen geloof in bekwaamheid. Hiervoor zijn voor de eerste vier subvragen uit de Behendigheidsvragenlijst (bijlage D) scores toegekend. Deze vragen samen leverden een totaalscore op per vraag (1 t/m 4). Deze totaalscore werd opgeteld bij de eigen score op behendigheid en bekwaamheid in algemene motorische activiteiten (vraag 6), wat een nieuwe totaalscore opleverde die gedeeld werd door het aantal vragen, namelijk vijf. De uitkomst van deze rekensom werd gezien als de totaalscore in behendigheid. 17

18 TABEL 1. OVERZICHT VAN TOEGEKENDE PUNTEN OP DE VRIJF VRAGEN OVER VOETBALERVARING UIT DE ALGEMENE VRAGENLIJST EN OP DE A,BC VRAGEN EN VRAAG ZES UIT DE BEHENDIGHEIDSVRAGENLIJST. Vragen voetbalervaring Puntentelling Vragen Behendigheid Puntentelling Vraag 1 Nee = 0 Ja = 1 Vraag 2 0 maanden = 0 1 t/m 11 = 1 12 tot 18 = = 3 Vraag A 0 uur = 0 1 t/m 3 = 1 4 t/m 8 = 2 9+ = 3 Vraag B 0 jaar = 0 < 1 = 1 1 tot 2 = 2 3+ = 3 Vraag 3 Nee = 0 Ja = 1 Vraag C 0 7; zelf toegekend Vraag 4 < 2e klasse = 1 1e klasse = 2 Hoofd- of Topklasse = 3 Vraag 6 0 7; zelf toegekend Vraag 5 0 penalty s = 0 1 tot 10 = 1 10 tot 20 = = Trainingen De manipulatie van dit onderzoek bestond uit een kinesthetische training speciaal ontwikkeld voor dit onderzoek. De deelnemers in beide condities (Bijlage F) kregen dezelfde training te zien waarbij zij zich kinesthetisch moesten inleven in de penaltynemer (penaltynemer conditie) of de keeper (keepersconditie). In de training werd er een reeks van genomen penalty s afgespeeld. Eén reeks penalty s bestond uit een penalty die twee keer herhaald werd, zodat het invoelen in de penalty gemakkelijker werd. Elke penalty werd gevolgd door een groen scherm van 0,200 seconden zodat de deelnemer zich klaar kon maken voor de inleving in de volgende penalty. Eén reeks penalty s duurde ongeveer 5 minuten, gevolgd door één minuut pauze. Om de 15 seconden werd er in het filmpje 18

19 aangegeven hoeveel seconden er nog over waren voordat de volgende penaltyreeks begon. In de minuut pauze werd de minuut, 45 seconden, 30 seconden en 15 seconden aangegeven. Vanaf de laatste 10 seconden werd er per seconden afgeteld naar nul, gevolgd door een GO en groen scherm van 0,200 seconden. Hierna begon de nieuwe penaltyreeks van ongeveer 5 minuten. De penalty reeksen bestonden uit vier verschillende penalty shoot-outs die van youtube waren afgehaald. De shoot- outs bestonden uit beelden van reguliere televisie registraties en betroffen verschillende professionele wedstrijden afkomstig uit de champions leaque, professionele competities en interlands. Om de situatie zo realistisch mogelijk te maken is er gekozen voor volledige en onaangepaste penalty shoot- outs. Op deze manier worden op random wijze zowel links- als rechtsbenige penalty s genomen, wordt zowel geraakt als gemist en worden eveneens alle hoeken en hoogtes van het doel gebruikt. De vier verschillende penalty shoot- outs werden in random volgorde herhaald tot de 22 minuten vol waren. Hier is voor gekozen om het invoelen in de penalty s makkelijker te maken. Na een testfase van een eerste training, is er in de uiteindelijke training gekozen voor filmpjes waarbij de penaltynemer vanachter gefilmd werd. Op deze manier is zowel de keeper als de penaltynemer goed te zien en kan er in beide individuen goed ingeleefd worden. Dit was zowel noodzakelijk voor het gelijk houden van de twee condities als voor het creëren van een zo reëel mogelijke penaltysituatie. Het filmpje eindigt met de woorden Einde training. Ga naar de onderzoeker. In het eerste 30 minuten durende filmpje werd er gebruik gemaakt van meerdere verschillende reeksen penalty shoot- outs waarbij er, naast gefilmd vanachter, ook gefilmd werd vanaf de zijkant. In de testfasen van het filmpje zijn verschillende mensen met keeperservaring gevraagd of zij zich kinesthetisch konden inleven in het filmpje. Het grootste gedeelte van de deelnemers gaf aan dat de filmpjes, waarbij vanachter gefilmd werd, realistischer en duidelijker waren. In dezelfde testfasen kwam naar voren dat 30 minuten als veel te lang werd ervaren. De deelnemers gaven aan het filmpje saai te vinden en de concentratie niet vast te kunnen houden. De uiteindelijke training duurde 22 minuten, dit werd als acceptabel ervaren door de deelnemers en is de minimale tijd om een meetbaar trainingseffect te kunnen vinden (Savelsbergh et al., 2002; 2005; 2010). 19

20 2.5 Manipulatiecheck Om te controleren of de kinesthetische manipulatie geslaagd was moesten de deelnemers na het kijken van het trainingsfilmpje een manipulatiecheck (MC; Bijlage G1, G2) invullen. Deze bestond uit vijf vragen over zowel kinesthetische- als visuele verbeelding zodat er gecontroleerd kon worden of de deelnemers in staat waren tot verbeelding en of het gevoel, dan wel het zien, tijdens de training overheerste. 2.6 Procedure Deelnemers die zich hadden aangemeld voor het onderzoek werden op basis van proefpersoonnummer ingedeeld in één van beide condities. De deelnemers die een oneven proefpersoonnummer hadden werden ingedeeld in de penaltynemerconditie en de deelnemers die een even proefpersoonnummer hadden werden ingedeeld in de keeperconditie zodat de deelnemers over beide condities gelijk verdeeld bleven. Alle deelnemers doorliepen vier fasen (Tabel 2). De eerste fase bestond uit het doorlezen van het informatieformulier (Bijlage A), het invullen van een toestemmingsverklaring (Bijlage B), de algemene vragenlijst (AV; Bijlage C), de behendigheidsvragenlijst (Bijlage D) en de ingekorte versie van de BVV (Bijlage E). Vervolgens vond er een voormeting plaats waarin het anticipatievermogen op voetbalpenalty s van de deelnemers gemeten werd. In de derde fase vond de manipulatie plaats die bestond uit een trainingsfilmpje waarbij de deelnemers genomen penalty s te zien kregen. De eerste conditie, de penaltynemer conditie, bestond uit in totaal 19 deelnemers die zich tijdens de training kinesthetisch moesten inbeelden in de penaltynemer. De tweede, keepersconditie, bestond uit in totaal 18 deelnemers die zich tijdens de training kinesthetisch moesten inbeelden in de keeper. Tot slot werd, in fase 4, nogmaals het anticipatievermogen op voetbalpenalty s van de deelnemers gemeten. Het hele onderzoek duurde circa 65 minuten per deelnemer. 20

21 TABEL 2. OVERZICHT VAN HET GECONTROLEERDE TWEEGROEPEN SEMI- GERANDOMISEERDE PRE-TEST, POST- TEST DESIGN. Fase Conditie 1 (N = 19) Conditie 2 (N = 18) Intake Voormeting Kinesthetische training Nameting Informatieformulier Toestemmingsverklaring Algemene vragenlijst Ingekorte versie BVV Totaalscore Anticipatietijd Penaltynemer Totaalscore Anticipatietijd Informatieformulier Toestemmingsverkl aring Algemene vragenlijst Ingekorte versie BVV Totaalscore Anticipatietijd Keeper Totaalscore Anticipatietijd 2.7 Data verzameling en Statistische analyse In het huidige onderzoek is het anticipatievermogen als afhankelijke variabelen vergeleken tussen de beide groepen. Het anticipatievermogen van de deelnemers werd uitgedrukt in een totaalscore die overeenkomt met de afhankelijke variabele uit eerder onderzoek van Van der Pijl (2014) en Savelsbergh et al., (2005), namelijk de totaalscore op de voor- en nameting. Op basis van onder andere de IMPPACT theorie van Ridderinkhof (2014) zijn er verschillende hypothesen opgesteld. Volgens de eerste hypothese zullen zowel de deelnemers uit de kinesthetische penaltynemer conditie als de deelnemers uit de kinesthetische keeperconditie, een voortuitgang in het anticipatievermogen laten zien, oftewel op de nameting een hogere voorspellingsscore hebben dan op de voormeting. Om deze hypothesen te onderzoeken werden, aan de hand van de Paired sample t- test, de verschilscores berekend van het aantal goed voorspelde penalty s op de voormeting en het aantal goed voorspelde penalty s op de nameting. Volgens de tweede hypothese zullen deelnemers die kinesthetische training krijgen in de penaltynemer (kinesthetische 21

22 penaltynemer conditie) beter anticiperen op penalty s dan de deelnemers die kinesthetische training krijgen in de keeper (kinesthetische keeperconditie). De hypothese werd onderzocht met behulp van een Mixed ANOVA waarbij Tijd de within- subjects factor was en Conditie de between- subjects factor. Tijd verwijst naar de voor- of nameting en Conditie verwijst naar kinesthetische verbeelding in de penaltynemer of in de keeper. De derde hypothese veronderstelde dat het effect van kinesthetische motorische verbeelding sterker zal zijn wanneer deelnemers een relatief groot verbeeldingsvermogen hebben in vergelijking met deelnemers die minder goed in staat zijn tot verbeelding. Deze hypothese werd onderzocht door de verschilscores te berekenen van de verschillende maten voor anticipatievermogen, met andere woorden het aantal goed voorspelde penalty s, op de voor- en nameting. De verschilscores worden gecorreleerd met de gemiddelde scores op de BewegingsVoorstellingVragenlijst. Daarnaast werd er in exploratieve analyses dieper in gegaan op de eventuele invloed van voetbalervaring op het anticipatievermogen. Voetbalervaring werd uiteindelijk meegenomen in een correlatieanalyse. Er werd eveneens in exploratieve analyses dieper ingegaan op de eventuele invloed van behendigheid en bekwaamheid in muziek, game, sport, culturele expressie of overige motorische activiteiten op het anticipatievermogen. Alle variabelen van de exploratieve analyses worden, bij het vinden van een significante correlatie, in de eerdere mixed ANOVA meegenomen als covariaat. Dit om toetsen of de eventueel gevonden interventie- effecten wellicht (mede) verklaard worden door individuele verschillen in de betreffende variabelen. Als laatst werd er in exploratieve analyses in gegaan op het verschil in het beter anticiperen op de hoogte, hoek of hoek/hoogte samen van de penalty s na het volgen van de kinesthetische training. De geplande exploratieve analyses werden onderzocht met behulp van drie onafhankelijke Mixed ANOVA S waarbij Tijd de within- subject factor was en Conditie de between- subject factor. Tijd wordt opgedeeld in Tijd1, Tijd3 of Tijd5 waarbij Tijd1 verwijst naar de voor- of nameting van de voorspelde hoeken, Tijd3 verwijst naar de voor- of nameting van de voorspelde hoogte en Tijd5 verwijst naar de voor- of nameting van de voorspelde hoek en hoogte samen. Conditie verwijst naar de kinesthetische verbeelding in de penaltynemer of keeper. 22

23 3. Resultaten 3.1 Datascreening Het huidige onderzoek is op negen verschillende dagen uitgevoerd door twee verschillende onderzoekers. De eerst twee deelnemers zijn door de onderzoekers samen gescoord om vast te kunnen stellen of de scores overeenkwamen en de situatie door beide onderzoekers gelijk beoordeeld werd. Tijdens het onderzoek werden de gegevens met de hand genoteerd, deze werden later via Excel, in SPSS gezet, waarna er een controle plaatsvond op eventueel ontbrekende waardes. Alle vragenlijsten bleken door alle 37 deelnemers volledig ingevuld, er zijn dan ook geen vragen verwijderd uit de analyse. Ondanks de volledige invulling van de vragenlijsten werden er wel andere onregelmatigheden geconstateerd. Zo bleken de voor- en nameting drie filmpjes van penalty s te bevatten die dusdanig snel gingen dat deze moeilijk te zien waren. Tijdens het analyseren van de data bleek echter dat bijna iedereen wel een hoek had gekozen. Omdat de fouten penalty s zowel in de voor- als nameting, op random wijze, aanwezig waren en de deelnemers wel een hoek gekozen hadden, was het moeilijk om de fouten penalty s er in beide metingen uit te halen. Er is dan ook voor gekozen om alle data uit de voor- en nameting mee te nemen. Daarnaast liet een eerste blik op de MC zien dat in meer dan de helft van de gevallen (56,8%) het zien van de beweging bij de penalty s sterker werd ervaren ten opzichten van het voelen van de beweging bij de penalty s (43,2%). De kinesthetische training, en daarmee ook de manipulatie, bestond echter uit het voelen van de beweging bij de penalty s. De manipulatie lijkt daarmee op het eerste gezicht in de meeste gevallen niet volledig geslaagd. De antwoorden wezen echter ook uit dat het inbeelden, in een door hen gekozen penalty, bijna alle deelnemers lukte (94,6%) en dat in iets meer dan de helft van de gevallen de beweging in gedachten redelijk duidelijk tot duidelijk (51,4%) was. Een derde punt bleek het aantal deelnemers (N = 37). Voorafgaand aan het onderzoek werd er, aan de hand van de power primer van Jacob Cohen (1992), gestreefd naar 64 deelnemers per conditie om een medium effect te vinden met een significantie waarde van α=.05 (Zie tabel 2, Cohen, 1992). Uiteindelijk is het aantal deelnemers aanzienlijk lager uitgevallen, dit door tijdgebrek voor afname van het onderzoek. Gezien de power primer van Jacob Cohen (1992), zijn er voor een large effect, met een significantie waarde 23

24 van α=.05 (Zie tabel 2, Cohen, 1992), minstens 26 deelnemers per conditie nodig. Het aantal deelnemers in zowel de kinesthetische penaltynemer conditie (N = 19) als in de keeperconditie (N = 18) voldeed hier niet aan. Het is echter wel interessant om te kijken of er verschillen gevonden worden tussen de condities. Indien dit het geval is, kan verder onderzoek met genoeg deelnemers uitwijzen of dit ook daadwerkelijk significant is en niet op toeval berust. 3.2 De vergelijking van het anticipatievermogen in de voor- en nameting Om te toetsen of het anticipatievermogen voor zowel de penaltynemer- als de keeperconditie vooruit is gegaan is er gebruik gemaakt van de paired sample t- test. De afhankelijke variabele betroffen de totaalscore van de deelnemers op de voormeting, en de totaalscore van de deelnemers op de nameting. Voor het uitvoeren van deze t- test, is eerst gecontroleerd voor verschillende assumpties. Er kwamen geen outliers voor en de normaliteitstoetsen (Kolmogorov - Smirnov) bleken niet significant. De normaliteitschending van de verdelingen van de verschillende variabelen bleek minimaal waardoor er parametrisch getoetst kon worden (Field, 2009). Bij bestudering van de paired sample t- test, bleken de deelnemers in de nameting beter te hebben gepresteerd (M = 70.22, SD = 12.15) in vergelijking met de voormeting (M = 67, SD = 10.24). Het verschil tussen het gemiddeld aantal goed voorspelde penalty s in de voormeting en in de nameting, bleek echter niet significant, t(36) = -1.07, p =.294, wat inhoudt dat de toename in het anticipatievermogen mogelijk toegewezen kan worden aan toeval. 3.3 De vergelijking van het anticipatievermogen tussen de penaltynemer conditie en de keeperconditie De tweede hypothese is door middel van een mixed ANOVA getoetst, waarbij Tijd de within- subjects factor was en Conditie de between- subjects factor. Voor het uitvoeren van de mixed ANOVA werd er wederom gecontroleerd voor verschillende assumpties. Er bleken geen outliers voor te komen. De Q-Q plots lieten lichte afwijkende waarden zien in hun symmetrie. De normaliteitstoetsen bleken echter niet significant. De homogeniteit van de varianties (Levene s) bleken niet significant, wat inhoud dat de varianties van beide steekproeven ongeveer gelijk zijn. Omdat de sfericiteit pas relevant is bij een within- subject factor met drie of meer niveaus, is Mauchly s Sphericity Test niet uitgevoerd (Field, 2009). Bij 24

25 bestudering van de mixed ANOVA, bleken de deelnemers in de penaltynemer conditie beter te hebben gepresteerd in de nameting (M = 72.11, SD = 12.98) in vergelijking met de voormeting (M = 65.58, SD = 8.23), terwijl de deelnemers in de keeperconditie nagenoeg hetzelfde gepresteerd bleken te hebben in de nameting (M = 68.22, SD = 11.21) en voormeting (M = 68.50, SD = 12.10), zie figuur 1. Er bleek geen significant hoofdeffect voor Tijd, F(1,35) = 1.08, p = 0.31, ƞ² = 0.03, wat inhoudt dat als de verschillende kinesthetische trainingen genegeerd worden, de tijd geen significant effect zou hebben op de prestaties. Met andere woorden, er is geen sprake van een overall leereffect. Er bleek geen significant interactie- effect te zijn tussen Tijd en Conditie, F(1,35) = 1.28, p = 0.27, ƞ² = 0.04, wat inhoud dat er geen significante verschillen zijn binnen beide trainingen op de voor- en de nameting. Ook bleek er geen significant hoofdeffect voor Conditie, F(1,35) = 0.50, p = 0.83, ƞ² = FIGUUR 1. INTERACTIE-EFFECT TIJD X CONDITIE 3.4 Het effect van het verbeeldingsvermogen op kinesthetische motorische verbeelding Om te toetsen of het effect van kinesthetische motorische verbeelding sterker zal zijn wanneer deelnemers een relatief groot verbeeldingsvermogen hebben (Martin et al., 1999), 25

26 is er gebruik gemaakt van een correlatieanalyse. Voor het uitvoeren van de correlatieanalyse werd er gecontroleerd voor verschillende assumpties. Omdat het hier variabelen op interval/ratio niveau betreft is er gebruik gemaakt van pearson correlation. Er bleek een lineaire relatie te zijn tussen de variabelen, geen sprake te zijn van outliers en de distributie was normaal verdeeld. Bij bestudering van pearson correlation, bleek de BVV niet gerelateerd te zijn aan de verschilscores r =.156, p =.356, wat inhoud dat het vermogen tot verbeelding geen invloed lijkt te hebben gehad op het anticipatievermogen. Omdat er geen significante effecten zijn gevonden is de ANCOVA analyse niet meer uitgevoerd. 3.5 Het effect van voetbalervaring op het anticipatievermogen Om te toetsen of voetbalervaring van invloed is op het anticipatievermogen, is voetbalervaring mee genomen in een correlatieanalyse (zie tabel 3). Omdat het hier variabelen op interval/ratio niveau betreft is er gebruik gemaakt van pearson correlation. Er werd aan alle assumpties voldaan om de correlatieanalyse uit te voeren. Voetbalervaring bleek niet gerelateerd aan de verschilscores, r = -.216, p =.199, wat inhoud dat het aantal maanden voetbalervaring geen invloed lijkt te hebben gehad op het anticipatievermogen. Omdat er geen significante effecten zijn gevonden is de ANCOVA analyse niet meer uitgevoerd. 3.6 Het effect van verschillende motorische behendigheid en bekwaamheid op het anticipatievermogen Voor het toetsen van de vijfde hypothesen, zijn de verschillende motorische behendigheid en bekwaamheid in muziek, game, sport, culturele expressie en de totale score voor behendigheid onafhankelijk van elkaar mee genomen in een correlatieanalyse (zie tabel 3). Alle correlaties bleken niet gerelateerd te zijn aan de verschilscores, met voor muziek, r =.137, p =.418, game, r =.303, p =.068, sport, r = -.156, p =.358, culturele expressie, r = -.061, p =.719, en als laatste de totale score voor behendigheid, r = -.170, p =.314. Dit houdt in dat de mate van behendigheid en bekwaamheid in één of allen van deze motorische vaardigheden geen invloed lijkt te hebben gehad op het anticipatievermogen. Omdat er geen significante effecten zijn gevonden zijn de ANCOVA s wederom niet uitgevoerd. 26

27 TABEL 3. OVERZICHT CORRELATIES BVV, VOETBALERVARING EN DE VERSCHILLENDE SOORTEN BEHENDIGHEID EN BEKWAAMHEID VARIABELEN Verschilscore BVV Voetbalervaring Muzie k Game Sport Culturele Expressie Totaalscore Behendighed Verschilscore BVV Voetbalervaring Muziek * Game ** Sport ** Culturele Expressie Totaalscore Behendigheid *. Correlatie is significant bij p < 0.05 (2- tailed). *. Correlatie is significant bij p < 0.01 (2- tailed). 27

28 3.7 De vergelijking van het verschil in anticipatievermogen op hoogte, hoeken en gecombineerde hoogte/hoek in de voor- en nameting Voor het toetsen van de laatste geplande exploratieve analyses is gebruik gemaakt van meerdere mixed ANOVA S, waarbij Tijd1, Tijd3 of Tijd5 de within- subjects factor was en Conditie de between- subjects factor. Voor het uitvoeren van de mixed ANOVA werd er wederom gecontroleerd voor verschillende assumpties. Er bleken geen outliers voor te komen. De Q-Q plots lieten lichte afwijkende waarden zien in hun symmetrie. De normaliteitstoetsen bleken echter niet significant. De homogeniteit van de varianties (Levene s) bleken niet significant. Bij bestudering van de mixed ANOVA Tijd1, bleken de deelnemers in de penaltynemerconditie minder goed gepresteerd te hebben in de nameting (M = 12.42, SD = 2.89), in vergelijking met de voormeting (M = 13.05, SD = 2.32), terwijl de deelnemers in de keeperconditie beter presteerden in de nameting (M = 13.72, SD = 3.44), in vergelijking met de voormeting (M = 12.89, SD = 2.56). Deze resultaten suggereren dat de deelnemers die zich kinesthetisch inbeeldden in de penaltynemer, slechter werden in het voorspellen van de hoeken van de penalty s, terwijl de deelnemers die zich kinesthetisch inbeeldden in de keeper, beter werden in het voorspellen van de hoeken van de penalty s. Voor Tijd3 bleken de deelnemers in de penaltynemerconditie nagenoeg gelijk te presteren in de nameting (M = 6.74, SD = 1.99) als in de voormeting (M = 6.79, SD = 2.62), terwijl de deelnemers in de keeperconditie wederom beter presteerden in de nameting (M = 5.94, SD = 1.26), in vergelijking met de voormeting (M = 7.11, SD = 2.25). Deze resultaten suggereren dat de deelnemers die zich kinesthetisch inbeeldden in de penaltynemer gelijk bleven in het voorspellen van de hoogte van de penalty s, terwijl de deelnemers die zich kinesthetisch inbeeldden in de keeper, beter werden in het voorspellen van de hoogte van de penalty s. Voor Tijd5 bleken de deelnemers in de penaltynemerconditie beter te presteren in de nameting (M = 7.89, SD = 2.73) in vergelijking met de voormeting (M = 6.42, SD = 1.80), terwijl de deelnemers in de keeperconditie slechter presteerden in de nameting (M = 6.33, SD = 1.82), in vergelijking met de voormeting (M = 7.56, SD = 2.59). Deze resultaten suggereren dat de deelnemers die zich kinesthetisch inbeeldden in de penaltynemer beter werden in het voorspellen van de penalty s als geheel (hoogte/hoek samen), terwijl de deelnemers die zich kinesthetisch inbeeldden in de keeper, slechter werden in het 28

29 voorspellen van de penalty s als geheel. Interessant is te zien dat het gemiddelde voor het anticipatievermogen in Tijd1 hoger ligt dan in Tijd3 en Tijd5, wat inhoudt dat de deelnemers beter waren in het anticiperen op de hoeken alleen, in vergelijking met de hoogte en hoogte/hoek samen. Er bleek echter geen significant hoofdeffect voor Tijd1,, F(1,35) = 0.03, p = 0.87, ƞ² = 0.001, Tijd3, F(1,35) = 1.25, p = 027, ƞ² = 0.03 en Tijd5, F(1,35) = 0.05, p = 0.82, ƞ² = 0.001, wat inhoudt dat als de verschillende kinesthetische trainingen genegeerd worden, de tijd geen significant effect zou hebben op de prestaties in het voorspellen van hoeken, hoogte of hoogte/hoek samen. Met andere woorden, er is geen sprake van een overall leereffect. Er bleek eveneens geen significant hoofdeffect voor Conditie1,, F(1,35) = 0.63, p = 0.43, ƞ² = 0.02, Conditie3, F(1,35) = 0.24, p = 0.62, ƞ² = en Conditie5, F(1,35) = 0.18, p = 0.67, ƞ² = Er bleek tevens geen significant interactie- effect voor te zijn tussen Tijd1 X Conditie, F(3,25) = 1.53, p = 0.22, ƞ² = 0.04 en Tijd3 X Conditie, F(3,25) = 1.50, p = 0.23, ƞ² = 0.04, wat inhoud dat er geen significante verschillen zijn binnen beide trainingen op de vooren nameting. Het anticipatievermogen in de hoeken of hoogte lijken niet gevoelig te zijn voor de kinesthetische training. Het laatste, en meest opvallende en interessante punt, is dat er een significant interactie- effect bleek te zijn voor Tijd5 X Conditie, F(3,25) = 5.82, p = 0.02, ƞ² = 0.14, wat inhoudt dat de deelnemers die zich kinesthetisch ingebeeld hebben in de penaltynemer beter presteerden in het anticiperen op de penalty s als geheel (gecombineerde hoogte/hoek), in de nameting (M = 7.89, SD = 2.73) in vergelijking met de voormeting (M = 6.42, SD = 1.80), terwijl de deelnemers die zich kinesthetisch ingebeeld hebben in de keeper, slechter presteerden in het anticiperen op de penalty s als geheel (gecombineerde hoogte/hoek), in de nameting (M = 6.33, SD = 1.82) in vergelijking met de voormeting (M = 7.56, SD = 2.59). Deze resultaten laten zien dat, conform de hypothese, volledige accuratesse in het anticipatievermogen gevoelig lijkt te zijn voor de kinesthetische training. 29

30 FIGUUR 2. INTERACTIE-EFFECT TIJD5 X CONDITIE 4. Discussie 4.1 Kinesthetische verbeelding training en het anticipatievermogen Voor het huidige onderzoek zijn aan de hand van onder andere de IMPPACT theorie (Ridderinkhof, 2014) verschillende hypothesen getoetst. De IMPPACT theorie ziet het brein als een voorspellingsmechanisme dat constant voorspellingen doet over zowel onze eigen acties (voorwaartse modellen) als de acties van anderen (omgekeerde modellen) in de wereld. Na het voorspellen van deze acties kiest het brein de optimale handelingsmogelijkheid om zo een intern gesteld doel te bereiken. Volgens Ridderinkhof en Brass (2015) kunnen deze fysieke acties ook aangevuld worden met motorische verbeelding. De interne mentale simulatie, waar associaties worden gelegd tussen gesimuleerde voorbereidende bewegingsparameters en verwachte sensorische actie effecten, kan ook offline worden geoptimaliseerd door middel van motorische verbeelding. In het huidige 30

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk:

Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk: 13. Factor ANOVA De theorie achter factor ANOVA (tussengroep) Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk: 1. Onafhankelijke

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?!

Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?! Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?! Integrale aanpak vroegsignalering alcoholgebruik bij ouderen in de eerstelijn Drs. Myrna Keurhorst Dr. Miranda Laurant Dr. Rob Bovens

Nadere informatie

Coach aan de keukentafel

Coach aan de keukentafel Coerver Coaching Workshop met coachtips voor ouders Coach aan de keukentafel 5 oktober 2014 Maren Broekens van Maren Broekens Sport-& Prestatiepsychologie In opdracht van Coerver Coaching Noord Nederland

Nadere informatie

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top Bij talentontwikkeling gaat het om kwaliteiten en mogelijkheden van jonge sporters, zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven. Maar

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2-5 Hoofd- stuk 2 en 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2-5 Hoofd- stuk 2 en 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5 Patella tendinopathie (ook wel jumper s knee of springersknie genoemd) is een veel voorkomende blessure in sporten waarin veel wordt gesprongen, zoals basketbal en volleybal. In top- en recreatieve basketballers

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C. klok. www. bio. .nl

BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C. klok. www. bio. .nl BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C www. bio klok.nl EN DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE PRAKTIJK Ready Set Go! galmt het door de stadions tijdens sportwedstrijden, zoals de Olympische Spelen. Olympische

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens Onderzoek naar niewe medicijnen duurt jaren en doorloopt een aantal verschillende stadia. Tenslotte worden de medicijnen op mensen getest in klinische trials. Bij stap 1 wordt de veiligheid getest op gezonde

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary 1 Dutch summary * - nederlandse samenvatting Alhoewel cerebrale parese (CP) wordt gezien als een non-progressieve aandoening treden er wel degelijk secundaire complicaties op zoals afname van beweeglijkheid,

Nadere informatie

Het effect van doelstellingen

Het effect van doelstellingen Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Proefschrift_LVerburgh211214.indd 171 21-12-2014 16:46:37 172 Samenvatting ACHTERGROND DEEL A: DE RELATIE TUSSEN BEWEGING EN NEUROCOGNITIEF FUNCTIONEREN Ondanks bewezen gezondheidseffecten

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld. 155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van

Nadere informatie

Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches. Tamara GoudenKansen.eu

Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches. Tamara GoudenKansen.eu Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches Tamara Kramer Tamara.Kramer@han.nl @Tamara_Kramer GoudenKansen.eu Voorstellen Tamara Onderzoeker/promovendus Talentidentificatie tennis Coaches Veel

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch)

Samenvatting (Dutch) Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Meten van ziekteprogressie in MS: komen de perspectieven van

Meten van ziekteprogressie in MS: komen de perspectieven van Samenvatting proefschrift Jolijn Kragt Meten van ziekteprogressie in MS: komen de perspectieven van patiënten en dokters met elkaar overeen? Multipele sclerose (MS) is een chronische progressieve neurologische

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Aanpassingen takenboek! Statistische toetsen. Deze persoon in een verdeling. Iedereen in een verdeling

Aanpassingen takenboek! Statistische toetsen. Deze persoon in een verdeling. Iedereen in een verdeling Kwantitatieve Data Analyse (KDA) Onderzoekspracticum Sessie 2 11 Aanpassingen takenboek! Check studienet om eventuele verbeteringen te downloaden! Huidige versie takenboek: 09 Gjalt-Jorn Peters gjp@ou.nl

Nadere informatie

Een effectiviteitsanalyse van de

Een effectiviteitsanalyse van de Verzuimende werknemers Een effectiviteitsanalyse van de verzuimbegeleiding door Top-Care Onderzoek naar de effectiviteit van de verzuimspecifieke aanpak van Top-Care Esther Hilbers 1 In deze rapportage

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Doelstelling en protocol

Doelstelling en protocol STUDIE OVER DE INVLOED VAN CURREX SOLES OP DE VOETBELASTING EN OP SPRONGTESTEN BIJ VOLLEYBALLERS Door Sportmedisch Testcenter RUNNING AND MORE Uit enquêtes bij onze huidige gebruikers van de Currex-zolen

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Intermanuele transfereffecten in volwassenen

HOOFDSTUK 2 Intermanuele transfereffecten in volwassenen Samenvatting 166 HOOFDSTUK 1 Introductie Na een armamputatie wordt vaak, om functionaliteit te behouden, een prothese voorgeschreven. Echter, 30% van de voorgeschreven protheses wordt niet gebruikt. 1-4

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting SAMENVATTING

Nederlandse samenvatting SAMENVATTING Samenvatting Nederlandse samenvatting SAMENVATTING De inleiding, de achtergronden en de doelstellingen van dit proefschrift worden beschreven in hoofdstuk 1. Evenals in andere landen neemt het aantal

Nadere informatie

8 Samenvatting Samenvatting Het is alom bekend dat te weinig bewegen schadelijk is voor de gezondheid van zowel kinderen als volwassenen. Ondanks dat de positieve effecten van een actieve jeugd talrijk

Nadere informatie

Sport en Innovatie. Wetenschappers en innovatie

Sport en Innovatie. Wetenschappers en innovatie Wetenschappers en innovatie Sport en Innovatie Deelnemers rondetafelgesprek: Nico Delleman Hidde Haisma Marnix ten Kortenaar Koen Lemmink Hanno van der Loo Nando Timmer Huub Toussaint Bij innovatie speelt

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING Introductie Dit proefschrift geeft het theoretische en experimentele werk weer rondom de auditieve en cognitieve mechanismen van het top-down herstel van gedegradeerde spraak. In het dagelijks

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

Nederland heeft een lange hockeyhistorie en is één van de toonaangevende landen als het om tophockey gaat. De meeste tophockeyers zijn begonnen met

Nederland heeft een lange hockeyhistorie en is één van de toonaangevende landen als het om tophockey gaat. De meeste tophockeyers zijn begonnen met Samenvatting Nederland heeft een lange hockeyhistorie en is één van de toonaangevende landen als het om tophockey gaat. De meeste tophockeyers zijn begonnen met hun sport toen ze 7 jaar oud waren en allemaal

Nadere informatie

DE ROL VAN TRAINER EN COACH BIJ MOTORISCH LEREN

DE ROL VAN TRAINER EN COACH BIJ MOTORISCH LEREN DE ROL VAN TRAINER EN COACH BIJ MOTORISCH LEREN Een relatief duurzame verandering in perceptueel-motorische vaardigheden als gevolg van oefening. (Beek, 2010) 3 FEBRUARI 2016 SJOERD HOEK 333203, SIMONE

Nadere informatie

Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme?

Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme? Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme? Mirjam Kouijzer, MSc Radboud Universiteit Nijmegen Het programma Controversiële behandelingen Wat is biofeedback? Mijn onderzoek naar de effecten

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

SAMENVATTING. Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat

SAMENVATTING. Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat SAMENVATTING Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat beschreven wordt in de hoofdstukken 2 tot en met 6, heeft betrekking op de prestaties van leerlingen

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009 EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I 30 januari 2009 - Dit tentamen bestaat uit vier opgaven onderverdeeld in totaal 2 subvragen. - Geef bij het beantwoorden van de vragen een zo volledig mogelijk antwoord.

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Samenvatting. Waarom bewegen we op de manier waarop we bewegen?

Samenvatting. Waarom bewegen we op de manier waarop we bewegen? amenvatting 112 Dit proefschrift gaat over bewegingen en de manier waarop deze gecodeerd zijn in het brein. De bewegingen die we bekeken hebben zijn natuurlijke armbewegingen naar specifieke doelen. Ondanks

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

College 3 Meervoudige Lineaire Regressie

College 3 Meervoudige Lineaire Regressie College 3 Meervoudige Lineaire Regressie - Leary: Hoofdstuk 8 p. 165-169 - MM&C: Hoofdstuk 11 - Aanvullende tekst 3 (alinea 2) Jolien Pas ECO 2012-2013 'Computerprogramma voorspelt Top 40-hits Bron: http://www.nu.nl/internet/2696133/computerprogramma-voorspelt-top-40-hits.html

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

hoofdstuk 4 & 7 hoofdstuk 3 & 6 hoofdstuk 2 hoofdstuk 5 Hoofdstuk 2 tot en met 5 hoofdstuk 6 en 7 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 hoofdstuk

hoofdstuk 4 & 7 hoofdstuk 3 & 6 hoofdstuk 2 hoofdstuk 5 Hoofdstuk 2 tot en met 5 hoofdstuk 6 en 7 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 hoofdstuk Samenvatting De Lokomat is een apparaat dat bestaat uit een tredmolen, een harnas voor lichaamsgewichtondersteuning en twee robot armen die de benen van neurologische patiënten kunnen begeleiden tijdens

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

11. Multipele Regressie en Correlatie

11. Multipele Regressie en Correlatie 11. Multipele Regressie en Correlatie Meervoudig regressie model Nu gaan we kijken naar een relatie tussen een responsvariabele en meerdere verklarende variabelen. Een bivariate regressielijn ziet er in

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen 3.1 Schatten: Er moet een verbinding worden gelegd tussen de steekproefgrootheden en populatieparameters, willen we op basis van de een iets kunnen zeggen over de ander.

Nadere informatie

Networks of Action Control S. Jahfari

Networks of Action Control S. Jahfari Networks of Action Control S. Jahfari . Networks of Action Control Sara Jahfari NEDERLANDSE SAMENVATTING Dagelijks stappen velen van ons op de fiets of in de auto, om in de drukke ochtendspits op weg te

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Toepassingen van digitale middelen in het bewegingsonderwijs

Toepassingen van digitale middelen in het bewegingsonderwijs Toepassingen van digitale middelen in het bewegingsonderwijs Een interview van John van der Kamp met prof. Diane Ste-Marie Om te beginnen, Ste-Marie, hoe spreek je dat eigenlijk uit, op zijn Frans? Inderdaad,

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel. FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel. INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische

Nadere informatie

Essay Interactieve Multimedia. Richard de Bock im Juni

Essay Interactieve Multimedia. Richard de Bock im Juni Essay Interactieve Multimedia Richard de Bock im0915 23 Juni 2009 http://www.few.vu.nl/~im0915 Inhoudsopgave Inleiding...4 Titel...4 Concept...4 Scenario...5 Maken van de film...6 XIMPEL...7 Documentatie...7

Nadere informatie

Kleiduiven fun wedstrijd

Kleiduiven fun wedstrijd Kleiduiven fun wedstrijd 18-7-2015 Op zaterdag 18 juli was er weer de jaarlijkse kleiduiven fun wedstrijd welke was georganiseerd door Nico Storm. Zoals altijd gaf dat veel werk met zich mee. O.a. het

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport CRE-W Instrument over creatief denken in organisaties HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Basisrapport INLEIDING CRE-W 2/7 Inleiding De CRE-W is een vragenlijst die de mate van creatief denken van

Nadere informatie

Controle van de romp bij lagerugpijnpatiënten

Controle van de romp bij lagerugpijnpatiënten Controle van de romp bij lagerugpijnpatiënten In hoofdstuk 1 worden de achtergrond en de doelen van mijn onderzoek beschreven. Lage rugpijn is een belangrijk maatschappelijk probleem, zowel op het gebied

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Families First Deelcommissie: 1 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 11 april 2014 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie De commissie

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Bijlage 2: 3.2 onderzoek

Bijlage 2: 3.2 onderzoek Bijlage : 3. onderzoek Ik heb een onderzoek gedaan naar de fitheid van de kinderen van groep 7 en 8 van de Sint Lambertus school in Asten. Ik heb eerst een enquête afgenomen, en heb daarna testjes afgenomen

Nadere informatie

Samenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s

Samenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s Samenvatting Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s 166 Het doel van dit proefschrift was inzicht te krijgen in de vroege ontwikkeling van het gebruik van visuele informatie voor

Nadere informatie

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Geert Savelsbergh Hoogleraar op Desmond Tutu leerstoel Jeugd, Sport en Verzoening Vrije Universiteit Amsterdam

Geert Savelsbergh Hoogleraar op Desmond Tutu leerstoel Jeugd, Sport en Verzoening Vrije Universiteit Amsterdam Geert Savelsbergh Hoogleraar op Desmond Tutu leerstoel Jeugd, Sport en Verzoening Vrije Universiteit Amsterdam Bijna iedereen kent die verwarrende tekening van de twee even lange lijnen. Bij de een zijn

Nadere informatie

Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst

Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Samenvatting en Conclusies Samenvatting van het onderzoeksproject De studies die in dit proefschrift worden

Nadere informatie

Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007

Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007 Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007 Evaluatie van de spelonderdelen AUTEUR(S) VANMEDEGAEL STEVEN,

Nadere informatie

MARKTONDERZOEKVERSLAG. Goldensports, juni 2016

MARKTONDERZOEKVERSLAG. Goldensports, juni 2016 MARKTONDERZOEKVERSLAG Goldensports, juni 2016 Marktonderzoek Golden sports juni 2016 Inleiding In juni 2016 hebben 63 deelnemers van GoldenSports de vragenlijst ingevuld (zie bijlage 1). De vragenlijsten

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) In dit proefschrift worden een aantal psychometrische methoden beschreven waarmee de accuratesse en efficientie van psychodiagnostiek in de klinische praktijk verbeterd kan worden. Psychodiagnostiek wordt

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Inhoud. Raamwerk VoetbalPsychologie 13. Waar let ik op als ik voetbal? 19 - Oefenvorm 1: waar let ik op? 25

Inhoud. Raamwerk VoetbalPsychologie 13. Waar let ik op als ik voetbal? 19 - Oefenvorm 1: waar let ik op? 25 Inhoud Raamwerk VoetbalPsychologie 13 Waar let ik op als ik voetbal? 19 - Oefenvorm 1: waar let ik op? 25 Wedstrijdspanning 29 - Oefenvorm 2: hij móet tegen het netje aan 33 Handelingssnelheid en aandacht

Nadere informatie

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de Rick Helmich Cerebral Reorganization in Parkinson s disease (proefschrift) Nederlandse Samenvatting De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

Nadere informatie