Auteur(s): J. Buningh Titel: De golferselleboog Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-22
|
|
- David Groen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Auteur(s): J. Buningh Titel: De golferselleboog Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-22 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander nietcommercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:
2 DE GOLFERSELLEBOOG Joris Buningh Joris Buningh, Bewegingstechnoloog, Adviseur revalidatiehulpmiddelen Beenhakker Revacore Inleiding en veel voorkomende blessure bij golf is de epicondylitis medialis, ook wel golferselleboog ge- Dit artikel beschrijft, aan de hand van de golfswing, een hypothese over het ontstaan Enoemd. van deze aandoening. Na de klassieke opvatting over de oorzaak volgt een algemene beschrijving van de golfswing en de golfgreep. Hierna wordt verder ingegaan op de constraints tijdens de golfswing en de compensaties die hierdoor nodig zijn. De gevolgen van deze compensaties op de bewegingen van het os pisiforme worden vervolgens beschreven. Als laatste wordt in de discussie beargumenteerd waarom de huidige opvatting niet juist kan zijn en wordt een hypothese geformuleerd over de mogelijke oorzaak van deze aandoening. Hierbij wordt duidelijk dat een beperking van de beweeglijkheid van het os pisiforme naar ulnair toe, klachten kan geven aan de elleboog indien er door een taak ulnair abductie opgelegd wordt. Opvallend genoeg wordt de oorzaak dus gezocht in de pols, in tegenstelling tot wat de locatie van de pijn doet vermoeden. Klassieke opvattingen over epicondilitis medialis Wanneer er een ontsteking is bij de gezamenlijke origopees van de flexor carpi radialis, flexor carpi ulnaris, palmaris longus, pronator teres en de flexor digitorum superficialis dan is er sprake van epicondylitis medialis. Deze ontsteking vindt met name plaats in de rechter elleboog, maar kan ook links optreden. In de literatuur (1,2) wordt beschreven dat de oorzaak hiervan het te vaak herhalen van dezelfde beweging is, of het belasten met te grote krachten. Waarom deze vormen van 'over use' een ontsteking tot gevolg hebben, wordt hierbij niet aangegeven. Eveneens ontbreekt een verklaring waarom de ontsteking juist op deze plek ontstaat en waarom de blessure zowel bij amateurs als professionals voorkomt. De swing Er bestaan verschillende beschrijvingen van een 'goede' swing. Iedere golfleraar (pro) let namelijk weer op andere aspecten en bij elke nieuwe wereldtopper worden aspecten van zijn swing gezien als de nieuwe 'goede' manier. Een uniforme beschrijving van de goede swing is dus niet mogelijk. Daarom zal hier een swing beschreven worden aan de hand van een willekeurig persoon. De beelden hiervan staan in figuur 1. Figuur 1a t/m d. Vier fasen van de swing in frontaal en lateraal aanzicht. De beweging is opgedeeld in vier stappen: a. adresseren (klaar gaan staan met de club tegen de bal), b. moment van het overgaan van de backswing in de downswing, c. moment van impact en d. het einde van de swing. De beweging wordt bekeken vanuit een frontaal aanzicht (abcd) en vanuit een lateraal
3 aanzicht (a b c d ). In figuur 2 zijn nogmaals de twee aanzichten gegeven, met daarin globaal het vlak waarin de club bewogen wordt: het swingvlak. Figuur 2a en b. Frontaal (a) en lateraal (b) aanzicht van het swingvlak. Om een beter inzicht te krijgen in de bewegingen van de betrokken gewrichten is een instructiefilm bekeken. Hieruit zijn globaal de gewrichtsposities gehaald die tijdens de swing plaatsvinden. Deze zijn weergegeven in tabel 1 (zie de Appendix). Om de hoekstanden bij verschillende personen te kunnen vergelijken, zijn de waarden van de bewegingen genormaliseerd. De mate van beweging wordt beschreven op een schaal van 0 tot 4 waarbij 0 de anatomische houding is en 4 de maximale gewrichtsuitslag. Het verschil van de waarden behorend bij twee verschillende posities geeft de mate van beweging aan. Hierdoor wordt duidelijk in welke mate er een beweging plaats heeft gevonden. Wanneer dit een groot getal is, vinden er ook grote hoekuitslagen plaats. Voorbeeld: wanneer er van maximale radiaal abductie (4) naar maximale ulnair abductie (4) bewogen wordt, staat er ulnair abductie 8. In de tabel zijn in de bovenste rij de vier momenten weergegeven waarop de beweging is geanalyseerd. In de bijbehorende kolommen is weergegeven in welke positie het gewricht staat. Deze gewrichten zijn beschreven in de linker kolom. In de kolommen die schuin gedrukt zijn, staat welke beweging er nodig is om van de eerste positie naar de tweede positie te komen. In tabel 1 is te zien dat vooral in de polsen grote bewegingsuitslagen gemaakt worden bij radiaal en ulnair abductie. Daarnaast is in de figuren 3a en b nogmaals te zien dat de houding bij het adresseren niet hetzelfde is als de houding bij het moment van impact. Figuur 3a en b. a. Houding bij het adresseren. b. Houding bij het moment van impact. De hoek tussen de armen en de club is tijdens het moment van impact (figuur 3b) beduidend groter dan bij het adresseren (figuur 3a). Opvallend is dat juist bij het adresseren de golfer door zijn pro in de goede houding geplaatst wordt. Het doel van adresseren lijkt hierdoor vooral psychisch. Het functioneert als een soort rustpunt voordat aan de swing begonnen wordt. Positie van de handen De club wordt met twee handen vastgehouden, waarbij de greep van de linkerhand het belangrijkst is. Met deze hand wordt de club aan de bovenkant het eerst vastgepakt, waarna de rechterhand eroverheen wordt gepositioneerd. Voor de golfpro's is er slechts één manier hoe de handen op een goede manier zijn gepositioneerd. Volgens hen kan slechts op deze manier de beweging gemaakt worden die nodig is zoals beschreven in de voorgaande paragraaf. Hoe de juiste grip op een 'goede' manier wordt bereikt wordt als volgt beschreven (3) : Linkerhand: Grip ligt tegen de scheiding tussen palm van de linker hand en linker pink en tegen het eerste kootje van de linker wijsvinger. De "V" tussen de linker duim en de linker wijsvinger wijst naar de rechter wang. Van bovenaf zijn er twee knokkels zichtbaar op de linkerhand (zie figuur 4a). Rechterhand: Grip ligt in de 2e kootjes van de rechter ring en middelvinger. De rechter duimmuis bedekt de linkerduim. De "V" tussen de rechter duim en rechter wijsvinger wijst naar de linkerschouder (zie
4 figuur 4b). Figuur 4a en b. a. De greep van de linkerhand. b. De greep van de rechterhand. Constraints op het moment van impact Een van de redenen waarom de club op deze manier wordt vastgehouden, is dat dit de mogelijkheid geeft de club in het verlengde van de onderarm te brengen. Dit is niet mogelijk wanneer de club zo stevig mogelijk vast gehouden moet worden (met behulp van de powergreep, zie figuur 5a). Figuur 5a t/m d. a. De powergreep. b. De powergreep met maximale ulnairab abduc ductie. c. De cilindergreep. d. De cilindergreep met maximale ulnair nairab abduc ductie. De hoek die de club dan maakt met de onderarm is ongeveer 90. Wanneer vervolgens in de pols maximaal ulnairabductie plaats vindt, wordt deze hoek 45 groter (figuur 5b). Dit is niet voldoende om de club in het verlengde van de arm te krijgen. Dit kan wel bereikt worden met de hierboven beschreven greep (cilindergreep). De hoek tussen de club en de armen is nu bij een neutrale positie in de pols al 135 (figuur 5c). Wanneer nu nog maximale ulnairabductie plaats vindt, komt de club (bijna) in het verlengde van de arm te liggen (figuur 5d). De grootte van de hoek tussen hand en club hangt dus onder andere af van de maximale ulnairabductie van de persoon. Deze is bij mensen met een golferselleboog significant minder ( 33 bij mensen met klachten (4) en 43 bij mensen zonder klachten). Dit verschil van lenigheid van 10 zorgt ervoor dat wanneer niets gecompenseerd wordt de club (van een gemiddelde lengte van 120 cm) 12 centimeter boven de bal langs gaat en 17 centimeter teveel van het lichaam af de bal passeert. Dit is modelmatig weergegeven in figuur 6.
5 Figuur 6. Wanneer de 10 verschil in lenigheid niet worden gecompen penseerd, zal de club de bal volledig missen. Compensaties Personen met klachten kunnen dus gemiddeld 33 ulnair abduceren, tegen 43 ulnairabductie bij personen zonder klachten. Dit is een verschil van 23%. Dit verschil moet gecompenseerd worden wanneer getracht wordt de club in het verlengde van de arm te brengen. Dit verschil kan op twee manieren gecompenseerd worden. Naast de standaard greep (figuur 7a) kan als eerste compensatie de club met de pink vastgehouden worden en de club bij de wijsvinger meer ruimte geven (figuur 7b). te geven bij de pink (P). Figuur 7a t/m c. a. Standaard greep. b. Compensatie door meer ruimte te geven bij de wijsvinger (W). c. Compensatie door meer ruimte Een tweede optie is de club met de wijsvinger vast te houden en bij de pink meer ruimte te geven (figuur7c). Bij beide varianten is te zien dat de hoek tussen de hand en de club groter is dan bij de standaard cilindergreep. Een probleem bij de variant in figuur 7c is dat de club alleen nog maar geklemd kan worden door de vingers en enigszins kan afsteunen op de duimmuis. Dit komt doordat de vingers niet ver genoeg kunnen reiken om de club te omvatten. Bij de variant in figuur 7b kunnen de pink en ringvinger de club wel min of meer omvatten. Hierbij wordt de club tegengehouden door de pinkmuis. De vorm van de grip is hierbij echter nadelig. Het dikste gedeelte van de grip ligt immers bij de kortste vingers. Hierdoor komt er extra druk op het os pisiforme waardoor deze beperkt wordt in zijn beweging. Dit zal straks verduidelijkt worden. Ongestoord bewegingsgedrag egingsgedrag van het os pisiforme Tijdens ulnair abductie bewegen het os triquetrum en het os pisiforme ten opzichte van elkaar. Dit is te zien in figuur 8 (a en b) (5).
6 De hoekverandering tussen beide botten is bijna 90. Wanneer door een functiestoring in het gewricht tussen het os pisiforme en het os triquetrum deze bewegingsmogelijkheid niet meer mogelijk is, zullen het os triquetrum en het os pisiforme vanuit neutrale stand naar ulnairabductie als één blok roteren. Dit is te zien in figuur 8c. Hier heeft vanuit de neutrale stand naar ulnairabductie geen beweging meer plaats gevonden tussen beide botten. De positie van het os pisiforme is weergegeven met een zwart gestreepte lijn. Figuur 8a t/m c. a. De pols in neutrale stand. P = os piriforme. b. De pols in maximale ulnairabductie. Let op de verplaatsing van het os piriforme ten opzichte van het onderlig ligge gende os triquetrum. c. De pols in maximale ulnairabductie, zonder beweging tussen het os pisiforme en het os triquetrum. De dan inge geno nomen positie van het os piriforme wordt gestippeld weergegeven. In figuur 8 valt bovendien op dat het os pisiforme ten opzichte van de ulna niet van horizontale positie verandert bij de beweging van neutraal (a) naar ulnairabductie (b). De pees van de m. flexor carpi ulnaris die insereert op het os pisiforme verplaatst dus ook niet ten opzichte van de ulna. Wanneer er een functiestoring is tussen het os triquetrum en het os pisiforme verplaatst het os pisiforme wel ten opzichte van de ulna. Dit is te zien in figuur 8c. Hierdoor komt ook de pees van de m. flexor carpi ulnaris anders te liggen ten opzichte van de ulna. Dit is in figuur 9 weergegeven. In deze figuur geeft de zwarte streepjes lijn het os pisiforme weer bij een gestoord gewricht. Figuur 9. Door de beperking zal de pees van de flexor carpi ulnaris naar radiaal verschui schuiven. Po = richting van de pees bij een ongestoord functionerend os pisi sifor forme. Pf = richting van de pees bij een functiestoring (bewegingsbeperking) van het os piriforme. Aan de twee posities van het os pisiforme zijn twee lijnen getekend die de ligging van de m. flexor carpi ulnaris weergeven. Hierbij is duidelijk te zien dat er een verschuiving optreedt naar radiaal. Belemmeringen van het os pisiforme bij de golfgreep Wanneer deze beperking van de translatie en de rotatie van het os pisiforme niet aanwezig is, kan dit toch optreden tijdens het golfen. Dit gebeurt dan doordat de club, zoals eerder beschreven, anders wordt vast gehouden waardoor deze tegen het os pisiforme aan gaat duwen. Dit is weergegeven in figuur 10.
7 Figuur 10. Doordat de club tegen het os pisiforme drukt, kan deze tijdens ulnairab abduc ductie niet naar zijn normale positie (doorgetrokken lijn) roteren en blijft dus staan in de positie als aangegeven door de gestippelde lijn (overeenkomstig met de positie in figuur 9). R = rotatie punt gevormd door de vingers. Fz = zwaartekracht. Fd = kracht waarmee de club tegen de pols duwt. Het grijze vlak is de club waar de zwaartekracht op werkt. Doordat de vingers (gestippelde lijnen) de club vast hebben wordt dit het rotatie"punt" en zal de bovenkant van de club tegen het os pisiforme (gestreepte lijnen) drukken. Hierdoor kan het pisiforme niet roteren naar de plaats die het in ongestoorde situatie zou innemen. Hierdoor zal dus de pees van de m. flexor carpi ulnaris verplaatsen. Discussie In de literatuur (1,2) wordt overbelasting gezien als de oorzaak van de ontsteking. Deze overbelasting zou bestaan uit te grote krachten op de pees of het te vaak herhalen van de beweging. Dat dit veel genuanceerder ligt, is al eerder beschreven in dit tijdschrift (6). In het kort komt het neer op het volgende: Te grote krachten Een spier bestaat uit drie delen: een spierbuik met aan beide zijden een pees. De krachten die hierop werken zijn overal dezelfde. Wanneer een te grote kracht een ontsteking zou kunnen veroorzaken, zou dit dus bij beide pezen het geval moeten zijn. Daarnaast zijn pezen acht maal zo sterk als de spier (i.v.m. de verhouding van kracht en verlenging van de pees), de pezen worden dus nooit maximaal belast, daar is de spier niet sterk genoeg voor. Ook is het zo dat de ontsteking voor komt bij mensen die nooit zwaar werk doen. Te vaak herhalen Een beweging vaak herhalen hoeft helemaal geen problemen te geven. Het is immers niet zo dat elke professional last heeft van een golferselleboog. Meestal zullen de betrokken structuren juist sterker, groter en gezonder worden wanneer een beweging vaak herhaald wordt. Wat wel een oorzaak kan zijn van een peesontsteking is dat een pees in een andere richting belast wordt. Dit leidt ertoe dat slechts een (klein) gedeelte van de pees belast wordt. Ofwel alle kracht komt op een klein deel te staan. Deze belasting kan gezien worden als overbelasting. Deze vorm van overbelasting kan optreden bij een functiestoring in een gewricht. Door deze functiestoring beweegt het gewricht namelijk niet zoals in een ongestoorde situatie. Botten zullen hierdoor in andere verhoudingen transleren en roteren ten opzichte van elkaar met als gevolg dat origo s en inserties ruimtelijk gezien kunnen verplaatsen. Hierdoor verandert de richting van de kracht op de origo en insertiepees. Deze verschuiving heeft als gevolg dat een pees slechts op een klein deel belast wordt. In figuur 11 wordt dit verduidelijkt. Figuur 11. Door een kleine verschuiving van de richting van de kracht op een pees (onderste figuur) komt alle spanning op slechts een klein gedeelte van de beschikbare vezels. Verge gelijk met de situatie in de bovenste figuur waarbij de kracht verdeeld wordt over alle le vezels. In de bovenste situatie worden de vezels goed (in het verlengde van de vezels) belast. Hierdoor worden alle vezels even zwaar belast. In de onderste figuur worden de vezels onder een kleine hoek belast.
8 Hierdoor wordt slechts de bovenste vezel belast en liggen de andere vezels er slap bij. Dit is te zien aan de welving aan de onderkant. Dit gedeeltelijk belasten van een pees zal eerder optreden bij brede platte pezen dan bij dunne ronde pezen. Bij platte pezen zijn het sneller alleen de buitenste vezels die belast worden. Dit komt doordat bij ronde pezen in vergelijking met platte pezen de afstand tussen de neutrale lijn en de uiterste vezels veel kleiner is. Dit is te zien in figuur 12. Figuur 12a en b. Door het verschil in uiterste vezelafstand treedt de ongelijkmatige spanningsver verde deling zoals voorgesteld in figuur 11 eerder op bij brede platte pezen (a) dan bij dunne ronde pezen (b). Dit fenomeen gebruikt u zelf ook bij het afscheuren van een pagina uit een schrift. Door de kracht zo te richten dat de pagina in een hoek begint te scheuren kost het weinig kracht deze af te scheuren. Dit verklaart waarom wel de platte, dunne, brede origo pezen ontsteken (de pezen bij de elleboog) en niet de dunne ronde insertiepezen (de pezen bij de pols). Wanneer door de verschuiving van de spier klachten optreden, zal het lichaam proberen deze spier minder te belasten. De effecten van deze spier zullen dan overgenomen moeten worden door andere spieren. In dit geval gaat het om de m. flexor carpi ulnaris die als effecten ulnairabductie en flexie in de pols heeft. Om deze functie over te nemen zijn de volgende spieren geschikt (tabel 2): Ulnairabductie Flexie Pols m. Extensor carpi ulnaris m. Palmaris Longus m. Flexor digitorum superficialis (gedeelte) m. Flexor carpi radialis m. Pronator teres m. Flexor digitorum profundus (gedeelte) m. Flexor digitorum profundus m. Flexor digitorum superficialis Tabel 2. Gewrichtsposities tijdens de swing. In figuur 13 is de houding te zien op het moment van impact. Figuur 13. Positie van de polsen tijdens het moment van impact. Hierbij is ook te zien dat tijdens de swing in de linkerhand ulnairabductie en extensie nodig zijn. In de rechterhand zijn ulnairabductie en flexie nodig. Dit is ook duidelijk te zien in figuur 14 (4). Figuur 14. Positie van de polsen tijdens het moment van impact. E = extensie (dorsaalflexie). F = flexie (palmair flexie). R = radiaalabductie. U = ulnairabductie. Voor de linkerhand is het dus heel logisch dat voor de ulnairabductie
9 de extensor carpi ulnaris gebruikt wordt bij een gestoorde beweging van het os pisiforme. Deze heeft immers ook een extenderend moment over het polsgewricht. Voor de rechterhand is dit absoluut niet gewenst aangezien juist flexie heel hard nodig is. Hierdoor is het waarschijnlijk dat de functies voor de rechterhand (gedeeltelijk) opgevangen worden door de m. Flexor digitorum superficialis (gedeelte) en de m. Flexor digitorum profundus (gedeelte). Dit zijn namelijk de enige spieren die deze functie over kunnen nemen. Deze spieren zijn samen echter niet sterk genoeg, wat verklaart waarom vooral rechts een golferselleboog optreedt (7). De reden dat de klacht vaak gerelateerd wordt aan te grote krachten door het raken van de grond kan hierdoor ook verklaard worden. Door de plotseling optredende grote kracht kan het zo zijn dat de compensatoire spieren de bewegingen niet goed meer aankunnen. Bij het uitvoeren van een 'perfecte' swing zijn de optredende krachten relatief klein, waardoor de beweging dus met minder spierkacht gemaakt kan worden. Dit kan dan dus eventueel gedaan worden door de spieren die de flexor carpi ulnaris moeten compenseren. Om toch te voorkomen dat deze spier aanspant, zou er onbewust ook voor gekozen kunnen worden om de ulnairabductie te voorkomen door de onderarm anders te positioneren ten opzichte van de club. Wanneer deze foute houding door de pro wordt gecorrigeerd kunnen klachten optreden. Het is dus maar de vraag of de klachten komen door slechte techniek, of dat door een andere techniek te gebruiken (die gezien wordt als slecht) het lichaam zichzelf beschermt en pijn probeert te vermijden. Het is dus aan te bevelen om bij lichamelijke klachten, die optreden bij het uitvoeren van een door een taak opgelegde bewegingen, te kijken of de persoon fysiek in staat is deze beweging te maken. APPENDIX Positie Adresseren Beweging Top Beweging Impact Beweging Top Club stil versnellen/ stil versnellen Maximale Vertragen stil snelheid vertragen snelheid Linker pols uln ab 3 pro 2 rad ab 7 pro 1 rad ab 4 pro 3 uln ab 8 sup 2 uln ab 4 pro rad ab 5 ext 2 pro 2 rad ab 1 ext 3 pro 3 Linker elleboog fle 1 fle 1 fle 2 fle 1 fle 2 fle 3 Linker schouder Rechter pols Rechter elleboog Rechter schouder Tabel 1. endo 3 ante fl 1 add 1 uln ab 3 pro 2 add 3 endo 3 ante fl 1 add 4 rad ab 6 pro 1 rad ab 3 pro 3 ext 2 ante fl 1 endo 3 ante fl 2 add 2 uln ab 7 fle 1 uln ab 4 pro 3 exo 2 retro fl 3 abd 5 rad ab 2 endo 1 neut abd 3 neut pro 3 fle 1 fle 3 fle 4 ext 2 fle 2 fle 2 fle 4 ante fl 1 add 1 ante fl 1 abd 2 ante fl 2 abd 1 retro fl 1 add 1 endo 1 ante fl 1 neut endo 1 ante 2 add 2 ante 3 add 2 endo 1 LITERATUUR 1. Cardone, D.A., Tallia, A.F. Diagnostic and Therapeutic Injection of the Elbow Region. American Familiy Physician, 66 (2002) Gosheger G, Liem D, Ludwig K, Greshake O, Winkelmann W. Injuries and Overuse Syndromes in Golf. The American Journal Of Sports Medicine, 31 (3)(2003)
10 4. Cahalan, T.D.,., et al. Biomechanics of the golf swing in players with pathologic conditions of the forearm, wrist and hand. The American Journal Of Sports Medicine, 19 (3)(1991), Moojen, M.T., et al. Pisiforme Kinematics In Vivo. The Journal Of Hand Surgery, 26 A (2001) Faber, H. Overbelasting van pezen. Versus, tijdschrift voor fysiotherapie (1994) Pienimaki T.T., Siira P.T., Vanharanta H. Chronic medial and lateral epicondylitis: A comparison of pain, disability and function. Arch Phys Med Rehabil 83 (2002)
** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd.
Checklist LO: Onderzoek van de pols en hand Algemene instructies Stelt u zich voor aan patiënt. Vertel welk onderzoek u gaat verrichten en instrueer de proefpersoon in begrijpelijk Nederlands. Zorg ervoor
Nadere informatieDE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE
DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE Prof.dr. P.M.N. Werker, plastisch chirurg, Universitair Medisch Centrum Groningen 1. Inleiding Intrinsieke musculatuur van de hand betreft die
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )
Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieGesloten vragen Functionele Anatomie II
Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )
Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatieElleboog, onderarm en hand
pijngids Vetgedrukte tekst geeft een primair pijnpatroon aan. Niet-vetgedrukte tekst verwijst naar een minder vaak voorkomend patroon of een satelliet-triggerpoint-patroon. Spieren staan in volgorde van
Nadere informatie* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.
BOVENSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam Aanhechtingsplaats proximaal Aanhechtingsplaats distaal Innervatie Functie Extensoren bovenarm * m. biceps brachii * short head: eind van coracoid van scapula
Nadere informatieAuteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15
Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp )
Auteur(s): H. Faber Titel: Immobilisatie en contracturen: stijve gewrichten, een slap verhaal Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 287-292 Deze online uitgave mag, onder
Nadere informatieTabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit
Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit n. radialis n. axillaris C5-Th1 C5,C6 ALLE dorsale boven- en onderarmspieren Extensoren van de schouder, elleboog, pols, Abductie,
Nadere informatieAuteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 100-113 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieSkillslab handleiding
Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2012-2013 Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van den Abbeele Met
Nadere informatieAuteur(s): S. Bos, R. Bosch Titel: M. Palmaris longus, vorm en functie Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74
Auteur(s): S. Bos, R. Bosch Titel: M. Palmaris longus, vorm en functie Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieAuteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)
Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze
Nadere informatieAuteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift
Nadere informatieKNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K
KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K K.3.5 Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (Aanbevolen generiek meetinstrument) Het Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (BFM) is een test, waarmee de
Nadere informatieFUNCTIESTORING VAN GEWRICHTEN
Functiestoring van gewrichten RSI: een pronatieprobleem FUNCTIESTORING VAN GEWRICHTEN EEN KWANTITATIEF VOORBEELD: DE ELLEBOOG MRC Ulna-Humerus MRC Radius-Humerus T = 330 U = 190 Hoek- uitslag 140 C = 180
Nadere informatieInstructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies
Instructie Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H. 1985 3 Scoring De therapeut scoort ieder motorische vaardigheid op een schaal van o tot 6. De test moet in een rustige ruimte worden uitgevoerd. De patiënt
Nadere informatiePerifere zenuwletsels van hand en arm
18 D O S S I E R H A N D / P O L S Overzicht symptomen en testen Perifere zenuwletsels van hand en arm Doel van dit artikel is inzicht te geven in de gevolgen van de perifere zenuwletsels van de hand en
Nadere informatieRegistratie-richtlijnen D001 WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT
WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT (Inclusief 506.21: Ontstekingen door overmatige inspanning van peesscheden; 506.22: Ontstekingen door overmatige inspanning van het weefsel van
Nadere informatieDe schouder. Anatomie De schouder bestaat uit 3 botstukken: - het schouderblad met de schouderkom - de bovenarm met schouderkop - het sleutelbeen
De schouder De schouder is een relatief complex gewricht. De vorm van het gewricht laat het toe om onze arm in alle richtingen te bewegen. Zolang alle componenten normaal functioneren kan de schouder perfect
Nadere informatieAuteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding
De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis
Nadere informatieM. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm
M. supraspinatus Fossa supraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Abductie arm M. infraspinatus Fossa infraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Exorotatie arm M. teres maior Dorsale zijde
Nadere informatieI. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S
I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een
Nadere informatieSichido: de zeven posities met tekeningen van Dominique Zaugg
Sichido: de zeven posities met tekeningen van Dominique Zaugg Voorbereiding Stap 1: Yo-I Stap 2: Yumidaoshi Het oproepen van de juiste geestesgesteldheid Het neerlaten van de Yumi De linkerhand houdt de
Nadere informatieTennis en elleboog. Babette Pluim, sportarts Samen de elleboog omarmen
Tennis en elleboog Babette Pluim, sportarts Samen de elleboog omarmen Tennisblessures 3,5 blessure/1000 uur tennis C&V, 2010 Elleboog: 2 tot 10% van alle tennisblessures Pluim & Staal, 2009 Casus # 1 13-jarige
Nadere informatieTenniselleboog. Laterale epicondylitis
Tenniselleboog Laterale epicondylitis Inhoudsopgave Wat houdt het in?... 1 Waardoor ontstaat het?... 1 Symptomen... 2 Behandeling... 2 Wat houdt het in? Een laterale epicondylitis, beter bekend onder
Nadere informatieoorspronkelijke stukken F.F.A.IJpma, R.C.van de Graaf, J-P.A.Nicolai en M.F.Meek
oorspronkelijke stukken De anatomische les van dr. Nicolaes Tulp door Rembrandt (1632) en de bevindingen bij de dissectie van de onderarm van een kadaver: anatomische discrepanties* F.F.A.IJpma, R.C.van
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184
Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieAuteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, O. Halsema Titel: De Tennispols Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, O. Halsema Titel: De Tennispols Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 228-243 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieHandchirurgische technieken
Handchirurgische technieken bij patiënten met spastische CP Johan Vehof Plastisch chirurg, European board certified handchirurg Vrijdag 6 oktober 2017 Inventarisatie Stap 1: Inventarisatie Stap 2: Doel
Nadere informatieAuteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij
Nadere informatieInleiding. Anatomie. Humerus
Inleiding Koos van Nugteren De elleboog verbindt de bovenarm met de onderarm. Buiging van de arm zorgt ervoor dat we de hand in de richting van het hoofd en de schouder kunnen bewegen. Activiteiten als
Nadere informatieP. van der Tas & J.M. Klomp-Jacobs
Naam: Datum: 15-8-2009 Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie en EMG Stadtlohnallee 2 7595 BP WEERSELO Telefoon 0541-661590 Molemansstraat 52 7561
Nadere informatierekken. Tel tot acht of tien en breng het hoofd weer in de uitgangspositie terug.
Rekoefeningen Hypermobiele mensen mogen de volgende oefeningen niet doen. Hypermobiliteit is (aangeboren) overmatige beweeglijkheid van banden en ligamenten rondom gewrichten. Het is nodig hypermobiele
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp )
Auteur(s): F. van de Beld Titel: De validiteit van de m. rectus femoris lengtetest Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 146-157 Deze online uitgave mag, onder duidelijke
Nadere informatiePOLS- EN VINGEROEFENINGEN NA VERWIJDERING VAN GIPS
POLS- EN VINGEROEFENINGEN NA VERWIJDERING VAN GIPS Inleiding Nadat uw gips is verwijderd, mag u van uw behandelend arts uw pols en/of vingers weer bewegen. De gewrichten van de pols en vingers kunnen nog
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp )
Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Bewegen is relatief Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieHenny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar
Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht
Nadere informatieOPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15
OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE 2016 FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 WERKING KNIEGEWRICHT (beschouwingen uit de literatuur) PATELLA: - beschermt kniegewricht - is katrol voor pees
Nadere informatieSkillslab handleiding
Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2011-2012 Skillslabteam : Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van
Nadere informatieTRAININGSPLAN XCO-TRAINER
TRAININGSPLAN XCO-TRAINER HET PRINCIPE VAN XCO-TRAINING. Nieuw explosieve training met maximaal resultaat. Door actieve bewegingsvormen kan de mechanische belastbaarheid van spieren, het bindweefsel in
Nadere informatieIngeklemde zenuw in de pols. Carpal tunnel syndroom
Ingeklemde zenuw in de pols Carpal tunnel syndroom Inhoudsopgave Wat is het carpal tunnel syndroom... 1 Waardoor wordt het veroorzaakt... 2 Klachten... 2 Diagnose... 3 Behandeling... 3 Tot slot... 5 Wat
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )
Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,
Nadere informatie2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg
Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en
Nadere informatieOnderzoek en behandeling van middenhand en vingers
ORTHOPEDISCHE CASUÏSTIEK REDACTIE: Dos Winkel MET BIJDRAGEN VAN: Frederik Verstreken Mascha Friderichs Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Bohn Sta eu van Loghum Orthopedische casuïstiek
Nadere informatieD6 = Dynamisch; 6 keer vloeiende ontspannen beweging S6 = Statisch; 6 tellen aanhoudend lichte rek in de uiterste stand van het gewricht.
INLEIDING Naarmate men ouder wordt, zal de te behalen afstand bij het golfen minder worden. Afnemende flexibiliteit en mobiliteit door verminderde spierkracht is onvermijdelijk. Door oefening doen we ons
Nadere informatiewww.fisiokinesiterapia.biz
Epicondylitis lateralis Ontsteking van de buitenkant van de elleboog Ook bekend als tenniselleboog/tennisarm In de literatuur: RSI of CANS www.fisiokinesiterapia.biz 1 Articulatio cubiti Elleboog Art.cubiti
Nadere informatieVoorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP
Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Oefening 1: Armen horizontaal (schouders, m. Deltoidius en m. Biceps) Werkwijze Endo- en exorotatie van de schouders gelijkmatig trainen Materiaal
Nadere informatieDingeman Coumou www.coumou.nl
Inleidende oefeningen voor klassiek gitaar Methode om in de eerste gitaarlessen de juiste houding van de linker en rechter hand te leren. Samengesteld door Dingeman Coumou www.coumou.nl Ga er maar zo bij
Nadere informatieVERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17)
Auteur(s): Henk van Holstein; Paul van der Meer Titel: Mobiliteit en Mobilisatie van het Art. Acromioclavicularis Jaargang:20 Jaartal:2002 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag,
Nadere informatieBewegingsleer DeelIDebovensteextremiteit
Bewegingsleer DeelIDebovensteextremiteit Bewegingsleer Deel I De bovenste extremiteit I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
Nadere informatieTips voor het omgaan met artrose van de hand
Tips voor het omgaan met artrose van de hand 10 praktische tips om een eerste stap te zetten naar beter omgaan met beschadigde gewrichten Tips bij artrose Inleiding Artrose is een aandoening van de gewrichten
Nadere informatiePlastische Chirurgie. Oefeninstructies na buigpeesletsel. Nabehandeling geschiedt met behulp van een zogenaamde dynamische spalk (Kleinertspalk).
Plastische Chirurgie Oefeninstructies na buigpeesletsel U bent geopereerd aan buigpeesletsel aan uw hand. Deze folder geeft u informatie over het verloop van de revalidatieperiode en de oefeningen. Om
Nadere informatie1 Buikplank (2 benen) Oefentherapie bekken en romp Pagina 1 van 5
Pagina 1 van 5 Welke spieren zijn van belang bij deze oefentherapie? De spieren rondom het bekken en de romp kunnen grofweg worden verdeeld in 2 groepen: de globale en de lokale spieren. De globale spieren
Nadere informatieOefenschema voor sclerodermie patiënten. Huiswerkoefenprogramma voor de hand en mond voor patiënten met sclerodermie
Oefenschema voor sclerodermie patiënten Huiswerkoefenprogramma voor de hand en mond voor patiënten met sclerodermie Inleiding Veel mensen ervaren ten gevolge van sclerodermie problemen met de handfunctie
Nadere informatieVGN immobilisatieprotocollen
VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen INLEIDING De VGN immobilisatieprotocollen bevatten de richtlijnen die bepalen waar een correct aangelegd gipsverband aan hoort te voldoen. De immobilisatieprotocollen
Nadere informatieVerdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur
Schoudersklachten: 1. Toelichting Deze verdiepingsmodule is gebaseerd op de NHG Standaard van oktober 2008 (tweede herziening). De anatomie van de schouder is globaal wel bekend bij de huisarts. Veelal
Nadere informatiePlekken waar je extra aan gaat spannen kunnen zijn: andere kant, je nek, je rug en je buik.
Oefeningen fase 1 In de eerste fase ga je aan de slag om de spieren te activeren. Dit betekent dat je heel selectief 1 spier aanspant voor 5-10 seconden. Het is geen krachtwedstrijd, het is activeren.
Nadere informatieMobiliserende oefeningen voor thuis
Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van
Nadere informatieOrthopedische casuïstiek
Orthopedische casuïstiek Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Redactie: Dos Winkel Met bijdragen van: Frederik Verstreken Mascha Friderichs Bohn Stafleu van Loghum Houten 2010 Ó 2010 Bohn
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 8e jrg 1990, no. 6 (pp )
Auteur(s): S. Leseman, H. Faber Titel: De effekten van lenigheidstraining op gewrichten Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 301-314 Deze online uitgave mag, onder duidelijke
Nadere informatieLichamelijk onderzoek
Hoofdstuk 3 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat de volgende onderdelen: -- inspectie in rust -- passief en actief uitgevoerd onderzoek naar de beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom,
Nadere informatieDe polsfractuur. Fysiotherapie. Beter voor elkaar
De polsfractuur Fysiotherapie Beter voor elkaar 2 Wat is een polsfractuur? Bij een polsfractuur, of wel een gebroken pols, is er een breuk van het spaakbeen of de ellepijp. Een spaakbeen breuk wordt ook
Nadere informatieNascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand. Donderdag 22 januari 2015
Nascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand Donderdag 22 januari 2015 Introductie Onderzoek van pols en hand Inspectie Bewegingsonderzoek Palpatie Neurologisch onderzoek Specifieke
Nadere informatieIs het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016
Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven
Nadere informatieHANDLEIDING DE HOOGSTRAAT MOTRICITY INDEX
HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT SAMENGESTELD DOOR: K de Jong, T Sanderink, I Heesbeen MOTRICITY INDEX DOEL TEST: GERELATEERDE ITEMS BEHANDELPROGRAMMA: Het meten (in procenten) van de mate van hemiplegie, gesplitst
Nadere informatieCore Stability - serie 1
Inleiding Schaatsers zijn vaak zeer eenzijdig ontwikkeld, omdat veel trainingen die we voor het schaatsen doen, vooral gericht zijn op het verbeteren van de beenspieren. Met Core Stability train je je
Nadere informatieAuteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76
Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieAikido Nail Art. A Tutorial by Kim
Aikido Nail Art A Tutorial by Kim Ik ga je leren hoe je een Aikido Design op je nagels maakt, hier is mijn uiteindelijke resultaat: Om te beginnen moet je deze spullen hebben om het design te maken: -
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire
Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Nadere informatiebij Epicondalgie lateralis en medialis of tennis en werperelleboog
Naam: Datum: 23-1-2011 Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie en EMG Stadtlohnallee 2 7595 BP WEERSELO Telefoon 0541-661590 Molemansstraat 52 7561
Nadere informatieAuteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009
Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatieHoe kies je de juiste muis?
Work Smart - Feel Good Hoe kies je de juiste muis? Een praktisch overzicht van de gezondheidsvoordelen Inleiding Het meest gebruikte accessoire bij het werken met een werksetting wordt een muis veel gebruikt
Nadere informatieVersus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )
Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,
Nadere informatiePECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren
PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende
Nadere informatieHandboek voor de scheve grote teen
Voetentraining Handboek voor de scheve grote teen Yvonne Bontekoning Cocky Hoogeveen Colofon ISBN 978-90-5472-402-5 NUR 871 Uitgave Arko Sports Media Wiersedreef 7 3433 ZX Nieuwegein T. 030 707 30 00 E.
Nadere informatieEpicondylitis lateralis en medialis of tennis en werperselleboog
Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie Kerkweg 45a 4102 KR Zijderveld Telefoon 0345-642618 Fax 0345-641004 E-mail vriesfysio@planet.nl Internet www.fysiodevries.nl/ Epicondylitis
Nadere informatieOefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding
Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding Verkeerde lichaamshoudingen veroorzaken klachten. Eén van de meest voorkomende verkeerde houdingen, wordt veroorzaakt door een naar vorend hangend hoofd,
Nadere informatieWaarom meten Podologen zoveel?
Waarom meten Podologen zoveel? Borgions Paul MsC Pod Secretaris Belgische Vereniging der podologen Podoloog Podologisch Centrum Rotselaar (met focus naar Topsporters en kinderen) Biomechanicus voor KRC
Nadere informatiePeesaandoeningen I Inleiding
Peesaandoeningen I Inleiding Wat is een pees? Pezen zorgen voor de aanhechting van een spier op een vast punt in het lichaam. Meestal betreft dit een botstuk. De overgang van de spier naar de pees is geleidelijk
Nadere informatieWaarom de meeste hardlopers klachten krijgen!
Waarom de meeste hardlopers klachten krijgen! Waarom de meeste hardlopers klachten krijgen! In nederland hebben hebben we ongeveer 1,2 miljoen mensen die hardlopen. Hiervan komen er ongeveer 720.000 per
Nadere informatieBrede rugspier verleggen met operatie i.v.m. gescheurde pezen in schouder. Latissiumus Dorsi transpositie
Brede rugspier verleggen met operatie i.v.m. gescheurde pezen in schouder Latissiumus Dorsi transpositie Inhoud Inleiding 3 Schoudergewricht 3 Normaal schoudergewricht 3 Afwijkend schoudergewricht 3 De
Nadere informatieAuteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: RSI: een pronatieprobleem Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 16-40
Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: RSI: een pronatieprobleem Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 16-40 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieBoulestechniek Keuze van boules
Boulestechniek Keuze van boules Om voor u de juiste diameter van de boules te bepalen, wordt door de Franse Jeu de Boules Bond de volgende meetmethode geadviseerd: Meet de afstand van het topje van de
Nadere informatieOefenprogramma elleboog bij aspecifiele RSI klachten
Oefenprogramma elleboog bij aspecifiele RSI klachten Dit oefenprogramma is bedoeld ter secundaire preventie van aspecifieke RSI klachten aan de elleboog. Het doel van de oefentherapie is de vicieuze cirkel
Nadere informatieTrainingsprogramma Spierkrachtversterking
Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Ook zonder blessures kun je bepaalde spieren of spiergroepen te versterken. Als spierversterkende oefeningen deel uitmaken van een trainingsprogramma met als einddoel
Nadere informatieMIDCARPALE INSTABILITEIT
MIDCARPALE INSTABILITEIT carpus = pols MIDCARPALE INSTABILITEIT Wat is het? De pols (carpus) is een zeer ingewikkeld gewricht dat bestaat uit acht polsbotjes, 26 gewrichtsbanden (ligamenten) en 23 pezen.
Nadere informatieOefeningen bij schouderklachten
Oefeningen bij schouderklachten Uw behandelend arts heeft u geadviseerd oefeningen te doen om uw schouderklachten te helpen verminderen. Het is, in eerste instantie, niet nodig om de oefeningen onder begeleiding
Nadere informatieLage rugpijn. Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl
Lage rugpijn Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl Inleiding Lage rugpijn Rugklachten komen veel voor. 4 van de 5 mensen heeft weleens te maken met rugpijn. In veel gevallen
Nadere informatieYoga & Astrologie. Aardetekens: Stier, Maagd & Steenbok.
Yoga & Astrologie Aardetekens: Stier, Maagd & Steenbok Stier 21 april - 20 mei Tijdens drukke periodes spelen bij een stier vaak klachten op aan keel, nek, hals, oren, tanden, schildklier en schouders.
Nadere informatieRSI. Lijdt U reeds aan of bestaat er een risico op musculoskeletale. Repetitive Strain Injuries? Ga bij uzelf na of U: Inspanning. Houding.
Ga bij uzelf na of U: al problemen of klachten heeft gehad in de nek, de schouders, de ellebogen of de polsen ten gevolge van de arbeidsomstandigheden. moet werken in oncomfortabele houdingen: torsies,
Nadere informatieBasisoefeningen. Shaolin Kung Fu Instituut Shizi Hou
Basisoefeningen Nu de standen bekend zijn, moeten de overgangen van de één naar de andere stand getraind worden. Hiervoor zijn 8 basisoefeningen bedacht die bijna elke overgang omvangt. Bij sommige oefeningen
Nadere informatieSamenvatting. Kunnen hoge precisie-eisen in het werk leiden tot RSI? ... ...
... Kunnen hoge precisie-eisen in het werk leiden tot RSI?... S Kunnen hoge precisie-eisen in het werk leiden tot RSI? Samenvatting Er zijn aanwijzingen dat het uitvoeren van fijn-motorische hand-arm taken,
Nadere informatieTenniselleboog (Epicondylitis Lateralis)
Tenniselleboog (Epicondylitis Lateralis) TENNISELLEBOOG (EPICONDYLITIS LATERALIS) WAT IS EEN TENNISELLEBOOG? Een tenniselleboog is een veel voorkomende aandoening. Een tenniselleboog is een degeneratieve
Nadere informatie