Fysiotherapie bij patiënten met COPD in de eerstelijns praktijk. Vergelijking tussen huidige richtlijnen
|
|
- Linda van Wijk
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Fysiotherapie bij patiënten met COPD in de eerstelijns praktijk Vergelijking tussen huidige richtlijnen Uitvoerende: Opdrachtgever: Docentbegeleider: Edwin van Kerkhof Baris Kirik Victor Gielen Martin van der Esch Hogeschool van Amsterdam Opleiding Fysiotherapie Amsterdam, 20 juni 2008
2 Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 2
3 Fysiotherapie bij patiënten met COPD in de eerstelijns praktijk Vergelijking tussen huidige richtlijnen Uitvoerende: Opdrachtgever: Docentbegeleider: Edwin van Kerkhof Baris Kirik Victor Gielen Martin van der Esch Hogeschool van Amsterdam Opleiding Fysiotherapie Amsterdam, 20 juni 2008 Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 3
4 Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksverslag van de beroepsopdracht Fysiotherapie bij patiënten met COPD in de eerstelijns gezondheidszorg. Geschreven door Edwin van Kerkhof en Baris Kirik, derdejaars studenten van de opleiding Fysiotherapie van de Hogeschool van Amsterdam. Het onderzoeksverslag betreft een vergelijking tussen de huidige richtlijnen naar de effecten van fysiotherapie bij patiënten met COPD in de eerstelijns gezondheidszorg. De literatuurstudie is uitgevoerd ten behoeve van Fysiotherapie praktijk Hoep Zuid te Schagen. Via deze weg willen wij onze docentbegeleider, Martin van der Esch, hartelijk bedanken voor zijn begeleiding om dit project tot een goed einde te kunnen brengen. Hij is te allen tijde bereid geweest om onze stukken te bestuderen en te becommentariëren. Ook gaat onze dank uit naar de opdrachtgever, Victor Gielen, Praktijk Hoep Zuid. Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 4
5 Samenvatting De opdrachtgever Praktijk Hoep Zuid heeft de opdracht gegeven om onderzoek te verrichten naar de effecten van oefentherapie in het verbeteren van de functionaliteit van patiënten met COPD. Daarnaast is gekeken of deze effecten te generaliseren zijn naar de eerstelijns gezondheidszorg Praktijk Hoep Zuid. In de afgelopen jaren zijn veel inzichten rond het chronisch obstructief longlijden veranderd. Sinds de eerste richtlijn COPD is er veel wetenschappelijk onderzoek gedaan en zijn er meerdere richtlijnen opgesteld. Vanaf de introductie van deze richtlijnen is er veel veranderd en heeft er veel onderzoek plaatsgevonden naar de interventies bij COPD patiënten. Met deze studie is onderzoek verricht of de huidige richtlijnen nog voldoen aan de laatste ontwikkelingen. Dit onderzoek bestaat uit een vergelijking van de richtlijnen. Bij het vergelijken van de richtlijnen is er gekeken naar interventies uitgevoerd door de fysiotherapeut. De verschillende interventies zijn in een tabel verwerkt. In het geval van overeenkomsten tussen richtlijnen is per interventie een vergelijking gemaakt tussen indicaties. Daarnaast is er gekeken naar de inhoud van de interventie en is de gebruikte literatuur vergeleken. De effecten van oefentherapie in het verbeteren van de functionaliteit van patiënten met COPD is nog niet (voldoende) te verklaren door recent wetenschappelijk onderzoek. De literatuur gebruikt in de richtlijnen zijn veelal verouderd. Echter is er de afgelopen jaren veel nieuw onderzoek verricht naar de effecten van oefentherapie. Het effect van oefentherapie is nog niet te generaliseren naar de eerstelijns gezondheidszorg Praktijk Hoep Zuid. Om deze vragen te beantwoorden zal onderzoek gedaan moeten worden naar recente literatuur. Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 5
6 Inhoudsopgave Voorwoord 4 Samenvatting 5 1. Inleiding 7 2. Methoden/ werkwijze 8 3. Resultaat Tabel Noten Conclusie en discussie 17 Verklarende woordenlijst 19 Literatuurlijst 20 Bijlagen 21 Bijalge I. - Verschillen tussen COPD en Astma 21 Bijalge II. - Beoordeling van de kwaliteit van een Randomized clinical trail (RCT) 22 Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 6
7 1. Inleiding Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) waren in 2003 in Nederland mensen die aan COPD lijden: mannen en vrouwen. Het aantal mensen met COPD stijgt met de leeftijd, COPD komt voornamelijk voor bij mensen van 55 jaar en ouder. Het aantal nieuwe patiënten met COPD wordt in 2003 geschat op personen: mannen en vrouwen. Het aantal mensen met COPD in Nederland ligt op een vergelijkbaar niveau als in de ons omringende landen. In 2004 stierven mannen en vrouwen ten gevolge van COPD: 4,1% van de totale sterfte in Nederland wordt veroorzaakt door COPD. Hiermee behoort COPD tot de ziekten met de hoogste sterfte. Internationaal gezien is de sterfte aan COPD in Nederland relatief hoog. De sterfte aan COPD is voor mannen tussen 1980 en 1998 constant gebleven en vanaf eind jaren negentig gedaald. De sterfte aan COPD voor vrouwen is juist tussen 1980 en 1998 gestegen en daarna ongeveer gelijk gebleven. Uitgaande van alleen demografische ontwikkelingen zal het absoluut aantal personen met COPD tussen 2005 en 2025 met 38% stijgen. Op basis van het rookgedrag in het verleden wordt verwacht dat in de toekomst de prevalentie van COPD zowel onder mannen als onder vrouwen zal afnemen.[1] In de afgelopen jaren zijn veel inzichten rond het chronisch obstructief longlijden veranderd. Sinds de eerste richtlijn COPD (1988) is er veel wetenschappelijk onderzoek gedaan en zijn er meerdere richtlijnen opgesteld. Zo zijn de meest recente richtlijnen de KNGF-richtlijn COPD (2005)[2], CBO Richtlijn COPD (2004)[3] en NHG-Standaard (2007)[4], onderbouwd met een grote mate van evidentie. Vanaf de introductie van deze richtlijnen is er echter veel veranderd en heeft er veel onderzoek plaatsgevonden naar de interventies bij COPD patiënten, die niet zijn opgenomen in de huidige richtlijnen. Het is daarom interessant om te onderzoeken of de huidige richtlijnen nog voldoen aan de laatste ontwikkelingen. Dit onderzoek zal bestaan uit een inventarisatie van de hierboven benoemde richtlijnen, waarbij gelet wordt op de aanwezige overeenkomsten en de aanwezige verschillen op het gebied van interventies bij COPD patiënten. Aan de hand van deze gegevens zal er een inventarisatie gemaakt worden van de huidige literatuur ( ), waarbij gezocht word naar wetenschappelijke evidentie op het gebied van de fysiotherapeutische behandeling bij COPD patiënten en het effect hiervan. Uiteindelijk zal een product gepresenteerd worden waarin een vergelijking wordt getrokken tussen de verschillen en overeenkomsten van de richtlijnen en standaard. Aan de hand van dit product is het mogelijk om in de toekomst een literatuurstudie te doen naar interventies bij COPD patiënten in de eerstelijns gezondheidszorg anno Opdrachtformulering De opdracht was een inventarisatie te maken van de effecten van interventies bij COPD patiënten in de eerstelijns gezondheidszorg. 1. het inventariseren van de interventies volgens de huidige richtlijnen, wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen; en 2. het inventariseren van het effect van oefentherapie door het bestuderen van literatuur die na publicatie van de richtlijnen is verschenen (periode ). De vraagstelling luidt als volgt: Is oefentherapie effectief in het verbeteren van de functionaliteit van patiënten met COPD en is het effect te generaliseren naar de eerstelijns gezondheidszorg Praktijk Hoep Zuid. Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 7
8 2. Methoden/ werkwijze Uitgangspunt voor het bestuderen van oefentherapie bij COPD patiënten is de huidige richtlijn op het gebied van fysiotherapie bij COPD, namelijk de KNGF-richtlijn (2005). Er is een vergelijking gemaakt tussen de KNGF-richtlijn, de CBO Richtlijn en de NHG-Standaard. Hierbij krijgt men een duidelijk antwoord op de vraag: Wat zijn de overeenkomsten en of verschillen tussen deze richtlijnen. Uiteindelijk is er een antwoord gegeven op de vraag: Is oefentherapie effectief in het verbeteren van de functionaliteit van patiënten met COPD en is het effect te generaliseren naar de eerstelijns gezondheidszorg Praktijk Hoep Zuid?. Bij het vergelijken van de richtlijnen is er gekeken naar interventies uitgevoerd door de fysiotherapeut. De verschillende interventies zijn vervolgens overzichtelijk in een tabel verwerkt. In het geval van overeenkomsten tussen richtlijnen is er per interventie een vergelijking gemaakt tussen indicaties. Daarnaast is er gekeken naar de inhoud van de interventie en uiteindelijk is de gebruikte literatuur vergeleken. De overeenkomsten en verschillen zijn uiteindelijk uitgewerkt in het hoofdstuk resultaat, hierbij is gebruik gemaakt van noten. De noten zijn uitgewerkt volgens de hierboven benoemde systematiek. Het eindresultaat is uiteindelijk opgenomen in de conclusie-discussie. Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 8
9 3. Resultaat Om een overzicht te krijgen van de verschillen en overeenkomsten binnen de huidige richtlijnen, te weten de KNGF richtlijn de CBO richtlijn en de NHG standaard, is de onderstaande tabel ontstaan. De KNGF richtlijn is geschreven in 2005, de CBO richtlijn geschreven in 2004 en de NHG standaard geschreven in In de linker kolom zijn de volgende items opgenomen die vergeleken zijn. Gekeken is naar de patiëntengroepen, interventies, uitkomst en instrumenten. In de middelste drie kolommen staan de specificaties van de verschillende onderdelen uitgewerkt en de hier is terug te lezen wat de verschillen en overeenkomsten zijn. In de rechter kolom zijn noten (=opmerkingen) geplaatst en deze zijn verder uitgewerkt. De noten zijn echter alleen geplaatst bij items die in meer dan één richtlijn voorkomen. 3.1 Tabel Patiënten groepen Interventies KNGF-richtlijn CBO Richtlijn NHG-Standaard COPD - Stoornissen in de mucusklaring - Stoornissen in de mucusklaring - Stoornissen in de mucusklaring Noot 1 - Vermindering van het inspanningsvermogen - Vermindering van het inspanningsvermogen - Vermindering van het inspanningsvermogen - Dyspneu - Dyspneu - Dyspneu Mucusklaring - Hoesten - Expiratoire manoeuvres (hoesten en huffen) - Expiratoire manoeuvres (hoesten en huffen) Noot 2 - Houdingsdrainage - Houdingsdrainage X Noot 3 - Inspanning X X - Percussie en vibratie X X - Positive Expiratory Pressure (PEP) X X - Flutter X X - Autogene Drainage X X X - Active cycle of breathing -techniek X Inspanningstraining - Algemene inspanningstraining - Geïsoleerde inspanningstraining (GOLD III) - Inspanningstraining (GOLD III en IV) Noot 4 - Intervaltraining - Intervaltraining (GOLD III) X Noot 5 - Ademhalingsspiertraining - Ademhalingsspiertraining - Ademhalingsspiertraining Noot 6 - Spierfunctie en spierkracht X X - Snelheid, coördinatie en lenigheid trainen X X X - Weerstandtraining X
10 Uitkomst Instrumenten Dyspneu - Purshed lip breathing - Purshed lip breathing - Purshed lip breathing Noot 7 - Ademhalingsspiertraining - Ademhalingsspiertraining - Training van de ademhalingsspieren Noot 8 X - Algemene inspanningstraining (GOLD III) - Inspanningstraining (GOLD III en IV) Noot 9 - Actieve expiratie - Actieve expiratie - Actieve expiratie Noot 10 - Diafragmaal ademen - Diafragmaal ademen X Noot 11 - Verbeteren kracht/uithoudingsvermogen X X - Verbeteren ergonomie X X X - Interval training (GOLD III) X X X - Ontspanningsoefeningen Bevordering therapie trouw - Gedragsverandering X X Verbetering kwaliteit van leven X - Interval training (GOLD III) X X X - Inspanningstraining (GOLD III en IV) - Bevordering mucusklaring - Bevordering mucusklaring - Verminderen van de klachten - Verbetering Inspanningsvermogen - Verbetering inspanningsvermogen - Verbeteren van het inspanningsvermogen - Vermindering van dyspneu - Vermindering dyspneu - vermindering van dyspneu X X - Normaliseren van de achteruitgang van de longfunctie (FEV1) X X - Voorkómen van exacerbaties X - ADL activiteiten verbeteren X - Bevordering therapie trouw X X X - Verbetering kwaliteit van leven - Verbetering kwaliteit van leven - Chronic Respiratory Disease Questionnaire X X (CRDQ) - St. George s Respiratory Questionnaire X X X X - Medisch Psychologische Vragenlijst voor CARA-patiënten - (MPVC) X X - Peakflow meter (PEF) X X - PImax PImax X - 6 Minuten wandeltest X X Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 10
11 - Shuttle Run Test X X - Saturatiemeter X X - Visual Analogue Scale (VAS) X X - Handheld Dynamometer X X - Borg schaal X X X - Clinical COPD Questionnaire (CCQ) X X - MRC-schaal X Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 11
12 3.2 Noten Hier onder staan de noten (=opmerkingen) die in bovenstaande tabel zijn aangegeven per item. De volgende systematiek is gebruikt bij het uitwerken van de noten. Allereerst wordt er per richtlijn gekeken naar de indicatie. Indien deze beschreven staat wordt gecontroleerd wat de verschillen zijn en de overeenkomsten. Daarnaast is gekeken naar de inhoud van de interventie per richtlijn, de verschillende literatuur en de datering daarvan. Noot 1: COPD Zowel vanuit de KNGF, als CBO en NHG wordt geschreven over Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD). COPD omvat de aandoeningen chronische bronchitis en emfyseem. Er is sprake van chronische bronchitis indien een continue bronchusobstructie en een chronische productieve hoest gedurende minimaal drie maanden in twee opeenvolgende jaren aanwezig zijn. Bij deze diagnose dienen andere oorzaken van chronische hoest te worden uitgesloten. Men spreekt van emfyseem bij de aanwezigheid van een toegenomen longvolume, gepaard gaande met destructie van de alveolaire wanden, zonder dat daarbij sprake is van fibrose. De literatuur welke gebruikt wordt voor de KNGF verschild met dat van het CBO en het NHG. Er bestaat hierdoor een discrepantie tussen KNGF, CBO en NHG. In beide richtlijnen en standaard wordt geschreven over COPD. Echter vanuit de KNGF wordt een onderscheid gemaakt tussen chronische bronchitis en emfyseem. In het CBO en het NHG is dit komen te vervallen door een overlap tussen beide aandoeningen. CBO en NHG werken volgens de GOLD-richtlijn. In de GOLD-richtlijn wordt de ernst van COPD ingedeeld op basis van de FEV1. Noot 2: Hoesten/ geforceerde expiratie Vanuit de KNGF en het CBO wordt aangegeven te hoesten, waardoor met gesloten glottis intrapulmonair een hoge druk opgebouwd wordt, waarna bij het openen van de glottis een hoge expiratoire luchtstroom optreedt. Bij het huffen vindt een geforceerde expiratoire luchtstroom plaats met open glottis: hierdoor is de intrapulmonaire druk veel lager. Tijdens een geforceerde expiratie en hoesten vindt een dynamische compressie van de luchtwegen plaats. Deze dynamische compressie draagt bij aan de ontwikkeling van zeer hoge lokale luchtstroomsnelheden in de luchtwegen. De NHG beroept zich op informatie uit zowel de KNGF als het CBO. De literatuur gebruikt binnen de KNGF komt niet overeen met het CBO. De NHG echter baseert zich op bronnen van zowel de KNGF als het CBO. De literatuur gebruikt door de KNGF is gedateerd van 1967 tot Het CBO maakt gebruik van jonger literatuur, namelijk van 1996 tot In een van de bronnen staat beschreven dat uit een systematisch overzicht werd geconcludeerd dat verschillende fysiotherapeutische technieken enig effect op de mucusklaring lijken te hebben, maar niet op de longfunctie. Gezien de kleine aantallen, de lage kwaliteit en de tegenstrijdige resultaten van de onderzoeken, is echter geen duidelijke uitspraak mogelijk over het effect. Noot 3: Houdingsdrainage In de KNGF wordt beschreven dat wanneer het hoesten/ huffen niet leidt tot mucusexpectoratie men kan proberen het mucustransport te bevorderen met behulp van Forced Expirations Techniques in combinatie met houdingsdrainage. In het CBO staat een soortgelijke omschrijving, namelijk dat houdingsdrainage wordt beschreven als een aanvullende therapie als de geforceerde Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 12
13 expiratietechniek onvoldoende effect heeft én bij gelokaliseerde sputumretentie. Echter vergen deze technieken erg veel tijd. Zowel in de KNGF als in het CBO wordt bij houdingsdrainage gebruik gemaakt van de zwaartekracht ter bevordering van het mucustransport. Echter in de KNGF staat dat de patiënt minimaal 20 minuten een houding inneemt waarbij de desbetreffende bronchus zich in een verticale stand bevindt. In het CBO varieert de tijdsduur van 3 tot 15 minuten met het aantal variabelen zoals de taaiheid van het sputum. Een juiste lokalisatie van de mucus is dus essentieel voor de in te nemen houding. Er zijn negen houdingen voor drainage van de grote bronchi beschreven. In de NHG wordt niets beschreven over houdingsdrainage. De literatuur gebruikt binnen de KNGF verschilt met de literatuur van het CBO. De KNGF (1996) geeft aan dat het gebruik van alleen houdingsdrainage, percussie, vibratie of positive expirative pressure niet eenduidig wordt onderbouwd, toch staat beschreven dat deze technieken mogelijk bij een individuele patiënt in verschillende combinaties effect kan sorteren. Zodra de effectiviteit van deze verrichtingen bij een patiënt na zes zittingen niet duidelijk is, is het niet zinvol om deze interventies nog langer toe te passen. In het CBO (2002) wordt aangegeven dat houdingsdrainage, mits op de juiste wijze toegepast, effectief kan zijn bij patiënten met COPD die grote hoeveelheden sputum produceren. Noot 4: Inspanningstraining Vanuit de KNGF wordt inspanningstraining geadviseerd bij patiënten met een vermindert inspanningsvermogen, dit wordt bij de KNGF gemeten aan de hand van een ergometrietest met maximale belasting (waarbij ook bloedgassen zijn gemeten). Bij het CBO wordt inspanningstraining geadviseerd bij patiënten met alle ernst stadia en met inspanningsgerelateerde participatieproblemen of klachten. Er wordt bij het CBO niet gesproken over mogelijke testen en/of meetinstrumenten. Volgens de NHG wordt er gesproken over een positief effect op het inspanningsvermogen, maar wanneer er indicatie voor is wordt niet vernoemd. Volgens de KNGF moet een training met als doel het inspanningsvermogen te verbeteren minimaal zes weken en maximaal zes maanden duren met een trainingsfrequentie van tenminste drie keer per week gedurende minuten, op 60-80% van de maximale belasting. In de CBO is niet terug te vinden hoe de inspanningstraining uitgevoerd dient te worden. Ook in de NHG staat de inhoud van de inspanningstraining niet vermeld. Er is vanuit de KNGF veel evidentie voor het positieve effect van inspanningstraining op het inspanningsvermogen. Er wordt hierbij echter wel gebruik gemaakt van verouderde literatuur. De literatuur die gebruikt is dateert uit 1985 tot Ook bij het CBO bestaat er veel evidentie voor het positieve effect van inspanningstraining. Minder evidentie bestaat er voor de frequentie en de duur en de intensiteit van de interventie. Bij het CBO wordt er alleen literatuur gebruikt op het gebied van oudere met een gemiddelde leeftijd van 65 jaar, met gemiddeld GOLD III, FEV1 1,06 L 44% van voorspelt. Dit maakt de toepasbaarheid bij patiënten met andere waarden niet mogelijk. In de CBO richtlijn wordt ook gebruik gemaakt van verouderde literatuur (1977 tot 2002). Er zijn geen overeenkomsten te vinden in de gebruikte literatuur. De NHG baseert zijn bevindingen op de CBO richtlijn. Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 13
14 Noot 5: Intervaltraining Vanuit de KNGF wordt aangeraden met interval belasting te gaan trainen als de saturatie van de patiënt met de duurtraining onder de 90% (hypoxemie) komt, of als er sprake is van ernstige hypercapnie (PaCO2 > 55 mm Hg). Ook kan er met interval belasting getraind worden bij patiënten bij wie inspanning tot toename van de obstructie leidt. Vanuit het CBO is intervaltraining te overwegen ter verbetering van het inspanningsvermogen als duurtraining niet haalbaar blijkt. Binnen het CBO wordt(en) er (gesproken over een positief effect bij een interval belasting gedurende 8 weken bij een gemiddelde FEV1 van 37% en bij een intervalbelasting van 12 weken met een gemiddelde FEV1 van 45%, hierbij dient men een hoge intensiteit te gebruiken (100%) met een halvering van de inspanningstijd)geen waarden benoemd zoals in de KNGF. In de NHG wordt er niet gesproken over het trainen met een interval belasting. Vanuit de KNGF wordt geadviseerd te trainen met intervallen van twee minuten belasting en twee minuten rust, met een totale duur van minimaal 20 min. De belasting wordt hierbij vastgesteld aan de hand van een fietsergometrie test. Het CBO geeft geen duidelijk advies over de trainingsduur. De literatuur gebruikt binnen de KNGF is niet terug te vinden, dit maakt het onmogelijk de kwaliteit te beoordelen. Het CBO maakt gebruik van drie bronnen ( ), die ieder hun conclusie trekken bij een trainingsprogramma met een verschillende duur en verschillende FEV1 waarden. De waarschijnlijkheid dat interval training tot een positief effect leidt op het gebied van inspanningsvermogen is groot. Echter het bewijs voor de duur en de inhoud van de intervaltraining is onvoldoende. Meetinstrumenten die gebuikt worden bij de KNGF zijn de PImax en de fietsergometrietest, Bij het CBO wordt enkel gebruik gemaakt van de PImax. Noot 6: Ademhalings(spier)training Vanuit de KNGF wordt geadviseerd de ademhalingsspieren te trainen als er sprake is van een afgenomen ademhalingsspierkracht of uithoudingsvermogen, dit gemeten aan de hand van de PImax. Ook bij het CBO wordt er aangeraden ademhalingstraining te gebruiken bij patiënten met een duidelijke afgenomen kracht van de ademhalingsspieren en bij patiënten die klachten hebben van dyspneu, meetinstrument gebruikt bij het vaststellen van verminderde kracht in de ademhalingsspieren is de PImax. In de NHG wordt er gesproken over het positieve effect van het trainen van de ademhalingsspieren, hierbij word het CBO als bron gebruikt. De training beschreven bij de KNGF bestaat uit, 2-3x per week 2 x 15 minuten te trainen met een belastingsniveau van minimaal 30-40% van de PImax. Bij de KNGF wordt dan ook gebruik gemaakt van één algemeen trainingsschema. Bij het CBO wordt er een onderscheid gemaakt in drie verschillende trainingen: normocapische hyperpneu, 15 tot 20 minuten op 60% van de maximale vrijwillige ventilatie. Inspiratoire weerstandstraining, inademen via een mondstuk met een regelbare diameter: inspiratory resistive training. Inademen via een apparaat met een inspiratoire klep, waarbij de druk overwonnen moet worden die vooraf via een veer is ingesteld threshold loading. 30% van de PImax, gedurende 30 min per dag, minimaal 5 dagen per week. Expiratoire weerstandstraining, expiratoire belasting zoals het threshold loading. De literatuur die gebruikt wordt in de KNGF is terug te vinden, maar is verouderd. De literatuur die gebruikt is loopt tot 1997, de meest verouderde bron dateert uit Dit maakt de kwaliteit Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 14
15 van het bewijs minder goed. Binnen de CBO wordt literatuur gebruikt, daterend van 2000 tot In het CBO wordt er niet besproken wanneer er met welke training begonnen kan worden. Dat er bij een afgenomen ademhalingsspierkracht getraind moet worden op het gebied van ademhalingsspier training wordt vastgesteld aan de hand van de PImax, maar hoe vastgesteld word wanneer iemand normocapische hyperpneu, inspiratoire weerstandstraining of expiratoire weerstandstraining. Noot 7: Pursed lips breathing Pursed lips breathing wordt binnen de KNGF geadviseerd om toe te passen bij patiënten met dyspneu die aangeven er baat bij te hebben. Volgens het CBO lijkt pursed lips breathing effectief bij dyspneupatiënten en bij patiënten met verlies aan elastische retractiekracht en trachiobronchiale collaps. Ook bij het CBO wordt geadviseerd per persoon te worden kijken of pursed lips breathing effectief is. In de NHG wordt aangeraden pursed lips breathing toe te passen, hiervoor verwijzen zei naar het CBO. In de KNGF en het CBO bestaat pursed lips breathing uit een techniek waarbij rustig ingeademd wordt door de neus en vervolgens rustig uit word uitgeademd tegen een lichte weerstand middels getuite lippen. Op het gebied van pursed lips breathing bestaat veel overeenkomst tussen de drie verschillende richtlijnen. De literatuur die gebruikt is komt dan ook overeen. Twee bronnen zijn in zowel de KNGF en het CBO gebruikt, alleen het CBO maakt gebruik van nog drie bronnen. De uitspraken die worden gedaan op het gebied van pursed lips breathing zijn erg voorzichtig en beide richtlijnen geven dan ook aan dat de evidentie op dit gebied niet groot is. De literatuur die gebruikt is dateert dan ook uit de jaren 1966 tot De literatuur die voor pursed lips breathing gebruikt word is dus verouderd, wat de kwaliteit van de uitspraken erg discutabel maken. Noot 8: Training van de ademhalingsspieren bij dyspneu Bij het trainen van de ademhalingsspieren bij dyspneu gaat het om precies dezelfde training als het trainen van de ademhalingsspieren bij verminderd inspanningsvermogen (Noot 6). Voor de verschillen en overeenkomsten binnen deze interventie wordt er dan ook verwezen naar noot 6. De resultaten bij training van de ademhalingsspieren worden binnen de KNGF en het CBO ook besproken op het gebied van dyspneu. Zo word er door beide richtlijnen geadviseerd ademhalingsspiertraining toe te passen bij dyspneupatiënten. Vanuit de NHG wordt ook aangeraden deze interventie toe te passen en hierbij richt de NHG zich vooral op de CBO Richtlijn. De literatuur die gebruikt is bij de KNGF is sterk verouderd en dateert uit de jaren 1989 tot en met het jaar De literatuur die gebruikt wordt bij het CBO dateert uit het jaar Echter, op het gebied van training van ademhalingspieren bij dyspneu is er bij het CBO gebruik gemaakt van één bron. De NHG standaard baseert zich op de CBO richtlijn. In de KNGF-richtlijn staan als voorwaarden beschreven voor ademhalingsspiertraining dat er een afgenomen ademhalingsspierkracht of uithoudingsvermogen moet zijn. Om dit te bepalen dient door een fysiotherapeut de PImax gemeten worden. In de NHG standaard staat training van ademhalingsspieren wel vernoemd, maar inhoudelijk wordt dit niet beschreven. Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 15
16 Noot 9: Inspanningstraining bij dyspneu Inspanningstraining bij dypneupatiënten wordt vanuit de CBO richtlijn aangeraden toe te passen. Vanuit het CBO blijkt er waarschijnlijkheid te zijn dat inspanningstraining een positief effect heeft op dyspneu klachten. Bij de KNGF is dit effect niet in de richtlijn opgenomen. De NHG geeft net als het CBO aan dat er waarschijnlijk een positief effect is. De inhoud van de interventie is hetzelfde als eerder vernoemd in noot 4. Voor de inhoud wordt dan ook verwezen naar deze noot. Bij het CBO is er gebruik gemaakt van bronnen die dateren van 1977 tot Er is dus gebruik gemaakt van verouderde bronnen. De literatuur binnen het CBO richt zich ook op een specifieke groep (gemiddeld 65 jaar, met gemiddeld GOLD III, FEV1 1,06 L 44% van voorspeld) en is hierdoor minder goed toe te passen bij patiënten met andere waarden. Het NHG baseert zich op de bevindingen van het CBO. Noot 10: Actieve expiratie Zowel binnen de KNGF als het CBO wordt actieve expiratie beschreven als het licht aanspannen van de buikspieren tijdens het uitademen zonder daarbij de thorax naar de inspiratiestand te bewegen, zowel in rust als bij inspanning. In beide richtlijnen is het beoogde effect het optimaliseren van het diafragma. Door aanspannen van voornamelijk de m. obliquus abdominalis internus en externus en de m. transversus abdominalis wordt de intra-abdominale druk tijdens de expiratie verhoogd en wordt het diafragma verlengd. In de NHG wordt actieve expiratie benoemd als interventie van dyspneu, echter wordt hier verder niet over uitgeweid. De literatuur gebruikt binnen de KNGF en het CBO heeft overeenkomst en verschillen. De KNGF maakt gebruik van 3 bronnen (1987, 1991, 1992), het CBO echter maar van twee (1984, 1987). Literatuur uit 1987 van Reybrouck et al. komt overeen. Reybrouck et al. onderzochten de effecten van actieve expiratie met myofeedback van de buikspieren vergeleken met actieve expiratie zonder feedback. De groep met myofeedback toonde daarbij een significant grotere afname van het FRC en een toename van de PImax. Noot 11: Diafragmaal ademhalen Binnen de KNGF en het CBO staat beschreven dat diafragmaal ademen onterecht geassocieerd wordt met een effectieve wijze van ademen. Gosselink et al. concluderen dat bij ernstige COPDpatiënten tijdens diafragmaal ademen de coördinatie van de adembeweging vermindert en de mechanische efficiëntie van het diafragma afneemt. Er is een tendens dat dyspneu daarbij toeneemt. De gebruikte literatuur voor zowel de KNGF als het CBO is gelijk aan elkaar. Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 16
17 4. Conclusie en discussie De vraagstelling van deze opdracht luidde: Is oefentherapie effectief in het verbeteren van de functionaliteit van patiënten met COPD en is het effect te generaliseren naar de eerstelijns gezondheidszorg Praktijk Hoep Zuid. De opdracht is in twee delen te verdelen, namelijk: 1. het inventariseren van de interventies volgens de huidige richtlijnen, wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen; en 2. het inventariseren van het effect van oefentherapie door het bestuderen van literatuur die na publicatie van de richtlijnen is verschenen (periode ). Om antwoord te geven op de vraagstelling is de opdracht opgesplitst in twee delen. Een vereiste voor het starten van een literatuurstudie is een goede vergelijking tussen de richtlijnen. Echter wegens tijdsoverwegingen is het niet mogelijk geweest om een volledige studie uit te voeren. Hierdoor is er gekozen om alleen de vergelijking tussen de verschillende richtlijnen te maken en te benoemen en is de literatuurstudie komen te vervallen. Binnen de eerstelijns zorg wordt er gebruik gemaakt van zowel de KNGF richtlijn, de CBO richtlijn en de NHG standaard. Maar welke van deze drie kan men het beste gebruiken of welke informatie kan men het beste uit welke richtlijn halen. Dit zijn vragen die je kunt stellen bij het lezen van verschillende richtlijnen. Zo ook bij het onderdeel oefentherapie. Uit dit onderzoek is gebleken dat de literatuur gebruikt in de richtlijnen van verouderde kwaliteit is, dit wil overigens niet direct zeggen dat de kwaliteit slecht is. Het KNGF maakt gebruik van onder andere bronnen uit het jaar 1985, het CBO uit 1977 en de NHG richt zich, net als bij vele andere interventies, op de CBO richtlijn. Sinds kort wordt COPD niet meer als CARA gezien en wordt Astma niet meer tot COPD gerekend. Dit heeft veel invloed op het interpreteren van de literatuur. De verschillen tussen Astma en COPD zijn beschreven [Bijlage I]. Het mag dan ook duidelijk zijn dat nieuw onderzoek hiernaar vereist is. Voor de opdrachtgever houdt de studie in dat er op dit moment nog geen volledig antwoord kan worden gegeven op de vraagstelling. De verschillen en overeenkomsten tussen de bestaande richtlijnen zijn door middel van een inventarisatie van de interventies volgens de huidige richtlijnen transparant geworden. Na inventarisatie van de richtlijnen is al wel gebleken dat er veelal gebruik wordt gemaakt van gedateerde literatuur ( ). Echter een vervolgstudie naar het effect van oefentherapie, door het bestuderen van huidige literatuur ( ), wordt aanbevolen. Reflecterend op de studie dient er als eerste gekeken te worden naar het projectplan. De vraagstelling opgenomen in het projectplan is bij aanvang van het project meerdere malen veranderd. Dit mede doordat de vraag vanuit de opdrachtgever te groot was. In de tweede week van de uitvoeringsfase is de huidige vraagstelling vastgesteld. Vanaf dit moment kon er gericht gewerkt worden aan de studie. Bij aanvang van de studie is er dus enige vertraging opgetreden met betrekking tot het vergelijken van de verschillende richtlijnen. Het vergelijken van de richtlijnen heeft ongeveer vijf weken in beslag genomen. De eerste twee weken van deze periode hebben voornamelijk in het teken gestaan van het globaal op papier zetten van de verschillen en overeenkomsten. Het overzichtelijk beschrijven van deze verschillen Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 17
18 en overeenkomsten heeft nog ongeveer twee tot drie weken in beslag genomen. Deze zijn uiteindelijk in een overzichtelijke tabel verwerkt. De laatste twee weken is het product aangescherpt en zijn de noten (=opmerkingen) gemaakt. Voor deze studie is er gebruik gemaakt van drie richtlijnen, terwijl er meerdere richtlijnen bestaan op het gebied van COPD. Hiervoor is gekozen vanwege de grote van het onderzoek. Zou er gebruik gemaakt zijn van meerdere richtlijnen zou het project te groot worden. In de vergelijking tussen de richtlijnen is er een inventarisatie gemaakt gericht op alle interventies die uitgevoerd worden door de fysiotherapeut in plaats van alleen oefentherapie, zoals de vraagstelling doet denken. Het trekken van deze vergelijkingen heeft de nodige tijd in beslag genomen waardoor uiteindelijk geen tijd meer is geweest voor de literatuurstudie. De literatuur die bij de verschillende richtlijnen gebruikt is, is niet daardoor niet voldoende gecontroleerd op kwaliteit. Hiervoor zou elk artikel beoordeeld moeten worden [Bijlage II]. De effecten van oefentherapie in het verbeteren van de functionaliteit van patiënten met COPD is op dit moment nog niet te verklaren door goed, recent, wetenschappelijk onderzoek. Echter in het werkveld worden er vaak goede resultaten behaald bij het behandelen. Zoals vermeld blijkt de literatuur gebruikt in de richtlijnen veelal verouderd. Dit staat in contrast met het geen er veel nieuw onderzoek is verricht de afgelopen jaren naar de effecten van oefentherapie. Het effect van oefentherapie is nog niet te generaliseren naar de eerstelijns gezondheidszorg Praktijk Hoep Zuid. Om deze vragen te beantwoorden zal er eerst onderzoek gedaan moeten worden naar recente literatuur. Het is daarom aanbevolen verder onderzoek te verrichten in het bestuderen van literatuur ( ) naar de effecten van oefentherapie. Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 18
19 Verklarende woordenlijst COPD = continue bronchusobstructie en een chronische productieve hoest gedurende minimaal drie maanden in twee opeenvolgende jaren aanwezig is. FEV1 = geforceerd expiratoir volume in 1 seconde GOLD = Global initiative for chronic Obstructive Lung Disease, classificatie van de ernst van COPD Hypoxemie = zuurstoftekort in het bloed Hypercapnie = verhoogd CO2-gehalte van het bloed PImax = maximale inspiratoire monddruk FRC = functionele residuale capaciteit CARA = chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen Ergometrietest = maximale inspanningstest onder leiding van een longarts waarbij verschillende parameters worden gemeten. Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 19
20 Literatuurlijst KNGF-richtlijn COPD 3. CBO Richtlijn Ketenzorg COPD 4. NHG-Standaard COPD Het Dutch cochrane center Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 20
21 Bijlagen Bijalge I. - Verschillen tussen COPD en Astma[5] Oorzaken Klachten Leeftijd Verloop Behandeling Astma Een astma-aanval ontstaat door allergie of overgevoeligheid voor specifieke prikkels. Meestal erfelijk bepaald. Aanvallen van kortademigheid na blootstelling aan prikkels waarvoor iemand overgevoelig is. Moeite met lichamelijke inspanningen. Voornamelijk op jongere leeftijd. Over het algemeen een gunstig verloop. Alleen bij een aanval vernauwen de luchtwegen. In het algemeen goed behandelbaar. Conditie van de luchtwegen herstelt zich na een aanval. COPD Langdurige blootstelling aan irriterende stoffen, vooral sigarettenrook. Vaak hoesten, meer of minder ernstige vormen van benauwdheid. Vaak terugkerende luchtweginfecties. Slijm opgeven. Op oudere leeftijd, vanaf 40 jaar. Chronische, steeds erger wordende aandoening. De luchtwegen beschadigen onherstelbaar. Alle behandelingen zijn erop gericht de klachten zo veel mogelijk te controleren, verergering te vertragen en daarmee de kwaliteit van leven te verbeteren. Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 21
22 Bijalge II. - Beoordeling van de kwaliteit van een Randomized clinical trail (RCT)[6] Naam beoordeleraar: Datum: Titel: Auteurs: Korte beschrijving interventie: Korte beschrijving controle behandeling: Item + -? 1. Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten gerandomiseerd? 2. Degene die patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn van de randomisatievolgorde. Was dat hier het geval? 3. Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? 4. Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? 5. Waren de effectbeoordelaars geblindeerd voor de behandeling? 6. Waren de groepen aan het begin van de trail vergelijkbaar? Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7. Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up voldoende uitgesloten? 8. Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren gerandomiseerd? 9. Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam 22
Overzicht Airway Clearance Technieken. Dr Lianne van der Giessen
Overzicht Airway Clearance Technieken Dr Lianne van der Giessen Behandeling voor sputumevacuatie Verneveling Airway Clearance Techniques (ACT) Sport Airway Clearance Technieken (ACT) 90% van de patienten
Nadere informatieKinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF. L. van der Giessen, kinderfysiotherapeute
Kinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF L. van der Giessen, kinderfysiotherapeute Kinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF Dr Lianne van der Giessen
Nadere informatieFYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD
FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD Wat is COPD? COPD is een ongeneeslijke chronische aandoening aan de luchtwegen (Chronic Obstructive Pulmonary Diseases). Deze longaandoening kan
Nadere informatie29 en 30 januari 2015 te Papendal
IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK 29 en 30 januari 2015 te Papendal KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieAdemhalingsoefeningen bij een longaandoening. Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis
Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Wat kan de fysiotherapeut voor u betekenen? Fysiotherapie kan u helpen uw conditie op peil te brengen door inspanningstraining
Nadere informatieKNGF-RICHTLIJN. COPD (chronische obstructieve longaandoeningen) Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, 1998, vol. 108, nr.
KNGF-RICHTLIJN COPD Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, 1998, vol. 108, nr. 5 KNGF-Richtlijn COPD G.E. Bekkering 1, R.V.M. Chadwick-Straver 2, R. Gosselink 3, H.J.M. Hendriks
Nadere informatieKNGF-richtlijn COPD COPD. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. Jaargang 115 / nummer 1 / 2005
Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Jaargang 115 / nummer 1 / 2005 KNGF-richtlijn COPD COPD Inhoudsopgave Praktijkrichtlijn 3 Inleiding 3 I Diagnostisch proces 4 I.I Verwijzing
Nadere informatieadviezen hernia-operatie COPD ZorgSaam
adviezen Bewegen na een bij hernia-operatie COPD ZorgSaam 1 RECONDITIONERING bij COPD Inleiding In deze folder informeren wij u over de klachten en behandeling door de fysiotherapeut bij COPD. Het is goed
Nadere informatieTussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30
Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03 Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Faculteit Biomedische Technologie BSc opleiding Medische Wetenschappen en Technologie Verantwoordelijk docent: C. Bouten Coördinator
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieLiteratuurstudie naar de interventies bij klinische longrevalidanten
Literatuurstudie naar de interventies bij klinische longrevalidanten Marc de Groen Kars Bakker Mark Lammertse Coach: Pauline de Bakker Opdrachtgevers: Flevoziekenhuis Almere; Giliano Niamut, Froukje Moonen
Nadere informatieWat is nieuw in longfunctie? Jan Willem van den Berg Longarts
Wat is nieuw in longfunctie? Jan Willem van den Berg Longarts Oude situatie Referenties dateren uit de jaren 50-60 Groep mijnwerkers en staalarbeiders (ECCS) Vrouwen niet als referentie geïncludeerd (globaal
Nadere informatieLongziekten en respiratoire revalidatie. Prof Dr W. Janssens
Longziekten en respiratoire revalidatie Prof Dr W. Janssens Definitie Respiratoire revalidatie is gericht op patienten met chronische longaandoeningen met klachten en gereduceerde activiteiten van het
Nadere informatieObesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD.
Robbert Kerseboom Kaderhuisarts astma-copd De prevalentie van obesitas (BMI > 30 kg/m 2 ): (in 2012) 11 % bij mannen 14 % bij vrouwen. De prevalentie van COPD is 20/1000 Nederlanders KADERHUISARTS SCHAKEL
Nadere informatieCOPD en longproblematiek. Angst voor inspanning Noodzaak voor inspanning
COPD en longproblematiek Angst voor inspanning Noodzaak voor inspanning De luchtwegen Hogere luchtwegen (Mond, keel, neus) Slijmvlies zorgt voor bevochtiging v/d lucht en het binden van stofdeeltjes Lagere
Nadere informatieAdviesrapport Evidentie Vaardigheden COPD
Adviesrapport Evidentie Vaardigheden COPD Opdrachtgever: Alexander 20-06- Reeuwijk Docent begeleider: Wypke de Boer Coach: Simone Andriessen Opdrachtgever: Opleiding Fysiotherapie, Projectgroep evidentie
Nadere informatieOefeningen en adviezen bij COPD
Oefeningen en adviezen bij COPD U bent opgenomen bij Rijnstate omdat u COPD heeft. COPD is de Engelse afkorting voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease oftewel chronische obstructieve longziekte. U
Nadere informatiestatus meting in Ketenzorgproject COPD regio Dordrecht
http://www.torito.nl/agenda/http://www.torito.nl/agenda/health status meting in Ketenzorgproject COPD regio Dordrecht Artikel Caravisie / augustus N. de Graaf, verpleegkundig specialist longziekten; R.
Nadere informatieFysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten
Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,
Nadere informatieMyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk
MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk K. Cové BDM Ventilation & Respiratory Care Agenda COPD in het kort MyAivo
Nadere informatieFysieke training bij. COPD-patiënten
4 RICHTLIJNEN Fysieke training bij COPD-patiënten Richtlijn van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie Cees P. van der Schans lector Transparante Zorgverlening, Hanzehogeschool Groningen,
Nadere informatieFactsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2007
Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 27 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (M. Heijmans, NIVEL, Oktober 27). LEVEN MET COPD VRAAGT OM LEF
Nadere informatiePraktijk voor Fysiotherapie. Altijd in beweging
Praktijk voor Fysiotherapie Altijd in beweging In samenwerking met. Viola Gijzen, diëtist Mieke Verschuren/Marijke Sligchers, fysiotherapeuten Inhoud Inleiding Wat is COPD? COPD en dan? COPD en voeding
Nadere informatieVijf gedragsthema s lopen als een rode draad door de begeleiding van de patiënt met astma/copd:
Praktijkondersteuning bij COPD en astma Doel van praktijkondersteuning is het ophogen en/of verdieping van kennis bij de patiënt en het daaraan verbonden zelfmanagement 1. De begeleiding richt zich in
Nadere informatieSamenvatting COPD zorgprogramma 2019
Samenvatting COPD zorgprogramma 2019 Prestatie-indicatoren landelijke benchmark 1) % COPD patiënten in zorgprogramma met inhalatiemedicatie bij wie inhalatietechniek is gecontroleerd; 2) % COPD patiënten
Nadere informatieHet meten van ziektespecifieke kwaliteit van leven
Het meten van ziektespecifieke kwaliteit van leven Meetproblemen bij Tukkers Job van der Palen Universiteit Twente, Faculteit Gedragswetenschappen Vakgroep Onderzoeksmethodologie, meetmethoden en dataanalyse
Nadere informatieFysiotherapie bij COPD
FYSIOTHERAPIE Fysiotherapie bij COPD het longrevalidatieprogramma ADVIES Fysiotherapie bij COPD het longrevalidatieprogramma Bij u is COPD vastgesteld. Uw longarts heeft u verwezen naar de afdeling Fysiotherapie
Nadere informatieFysiotherapie & Longfibrose. Bert Strookappe MSc Fysiotherapeut Ziekenhuis Gelderse Vallei, Ede 19 november 2014
Fysiotherapie & Longfibrose Bert Strookappe MSc Fysiotherapeut Ziekenhuis Gelderse Vallei, Ede 19 november 2014 Inhoud presentatie Belang van bewegen (algemeen) Bewegen bij acute en chronische ziekte Literatuur
Nadere informatieDe longverpleegkundige
De longverpleegkundige De longverpleegkundige Van uw longarts heeft u de eerste informatie gekregen over uw aandoening en de klachten die daarmee gepaard gaan. Vervolgens heeft de longarts u verwezen naar
Nadere informatieVallei (V)Lucht, thema: Samen in de Lucht september 2012 Ellen Toet Fysiotherapeut / Docent COPD NPI
Vallei (V)Lucht, thema: Samen in de Lucht september 2012 Ellen Toet Fysiotherapeut / Docent COPD NPI Fysiotherapie en Astma/COPD Leerdoelen : 1. Inzicht fysiotherapeutische behandelmogelijkheden 2. Principes
Nadere informatieTrainingsprogramma COPD
Trainingsprogramma COPD Informatie voor patiënten F0947-3064 januari 2011 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070
Nadere informatieLongrevalidatie. Albert Schweitzer ziekenhuis afdeling Longziekten augustus 2012 pavo 0178
Longrevalidatie Albert Schweitzer ziekenhuis afdeling Longziekten augustus 2012 pavo 0178 COPD Onder COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) vallen de ziekten chronische bronchitis en longemfyseem.
Nadere informatieVoorwoord. Eindhoven, 19 Juni, 2003 Anton van den Bosch Jorden Oerlemans Stefan Veltrop
Naam auteurs: Jorden Oerlemans Stefan Veltrop Anton van den Bosch Docentbegeleider: Olav Braunbach-Bakhuys Methodologische begeleidster: Monica Veeger Onderzoeksverslag Fontys Paramedische Hogelschool
Nadere informatieCOPD anno 2018/(2019) Eef Vanderhelst Universitair Ziekenhuis Brussel
COPD anno 2018/(2019) Eef Vanderhelst Universitair Ziekenhuis Brussel Inhoud Definities Etiologie en impact Diagnose Behandeling Definitie van COPD COPD, een ziekte die voorkomen en behandeld kan worden,
Nadere informatieDe longverpleegkundige
De longverpleegkundige Algemeen U bent door uw longarts verwezen naar de longverpleegkundige. Een longverpleegkundige is een verpleegkundige, die zich heeft gespecialiseerd in astma en COPD (chronische
Nadere informatieVereniging Bewegingsleer Cesar RICHTLIJN Cesar & COPD
Vereniging Bewegingsleer Cesar RICHTLIJ Cesar & COPD juni 2004 / VP-20017 2COLOFO UITGAVE VBC 2004 Vereniging Bewegingsleer Cesar beroepsvereniging van Oefentherapeuten Cesar Per 1 juli 2004 opgegaan
Nadere informatieKNGF-richtlijn Chronisch obstructieve longziekten. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Jaargang 118 Nummer 4 2008
KNGF-richtlijn Chronisch obstructieve longziekten Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Jaargang 118 Nummer 4 2008 KNGF-richtlijn Chronisch obstructieve longziekten Praktijkrichtlijn
Nadere informatieKNGF-richtlijn. Chronisch obstructieve longziekten. Praktijkrichtlijn. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie
Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Volume 118 / Issue 4 / 2008 KNGF-richtlijn Chronisch obstructieve longziekten Chronisch obstructieve longziekten Praktijkrichtlijn KNGF-richtlijn
Nadere informatieNederlandse samenvatting
147 Nederlands samenvatting Wat is COPD? Chronic obstructive pulmonary disease (COPD) is een ziekte waarbij er een blijvende vernauwing van de luchtwegen in de long optreedt, die voornamelijk veroorzaakt
Nadere informatiebehandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.
Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan
Nadere informatieMeervoudig toepasbare ademhalingstraining
Meervoudig toepasbare ademhalingstraining Ademhalingstherapie wordt eenvoudig, effectief en meetbaar Eén interface, meerdere opties Pep/Rmt biedt een eenvoudige en bewezen ademhalingstrainingsmethode die,
Nadere informatieHET ADEMHALINGSSTELSEL
HET ADEMHALINGSSTELSEL ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Functies van het ademhalingsstelsel De functies van het ademhalings-stelsel Gasuitwisseling tussen bloed en lucht Verplaatsen van lucht van en naar de uitwisselingsoppervlakken
Nadere informatieAstma / COPD-dienst Geldrop
Astma / COPD-dienst Geldrop Wat is astma en COPD Astma is een ontsteking aan de luchtwegen. De luchtwegen reageren overgevoelig op (allergische of niet-allergische) prikkels door het samentrekken van luchtwegspiertjes,
Nadere informatieFysiotherapie en Voeding bij Astma en COPD NETWERK EERSTELIJNS DIETISTEN AMSTERDAM
Fysiotherapie en Voeding bij Astma en COPD NETWERK EERSTELIJNS DIETISTEN AMSTERDAM Anouck Hoenderkamp Fysiotherapie Amsterdam Oost 0646074824 www.ftao.nl LoRNa www.lornamsterdam.nl www.lornamsterdam.nl
Nadere informatieOpname en ontslag bij COPD
Opname en ontslag bij COPD Inleiding U bent opgenomen op de afdeling Longziekten met COPD-gerelateerde klachten. In deze brochure krijgt u informatie over de aandoening maar ook over de behandeling tijdens
Nadere informatieHet meten van beperkende factoren bij COPD een praktische kennismaking
Het meten van beperkende factoren bij COPD een praktische kennismaking Peter Willemsen Ziekenhuis Rivierenland Tiel De Lage Korn, Buren Inhoud Huiswerkopdracht Beperkende factoren bij gezonden Beperkende
Nadere informatieAstma/COPD Dienst Geldrop
Astma/COPD Dienst Geldrop Wat is astma en COPD? Astma is een ontsteking aan de luchtwegen. Wanneer de luchtwegen overgevoelig op (allergische of niet-allergische) prikkels reageren door het samentrekken
Nadere informatieVoor COPD-patiënten. Beroepsopdracht Hogeschool van Amsterdam Opleiding fysiotherapie. Namen:
Voor COPD-patiënten Beroepsopdracht Hogeschool van Amsterdam Opleiding fysiotherapie Namen: Anna Keijsers Suzanne Poelgeest Paola Ramirez Bedoya Datum: 24 januari 2008 Periode BO: 5 november 2007 24 januari
Nadere informatieAstma / COPD-dienst Geldrop
Astma / COPD-dienst Geldrop Wat is astma en COPD Astma is een ontsteking aan de luchtwegen. De luchtwegen reageren overgevoelig op (allergische of niet-allergische) prikkels door het samentrekken van luchtwegspiertjes,
Nadere informatieErgotherapie voor mensen met COPD. Afdeling Ergotherapie
Ergotherapie voor mensen met COPD Afdeling Ergotherapie Uw huisarts of behandelend arts heeft u doorverwezen naar de afdeling Ergotherapie omdat u door COPD problemen ondervindt bij het uitvoeren van dagelijkse
Nadere informatiePROTOCOL. Chronisch Hartfalen
PROTOCOL Chronisch Hartfalen Waaruit bestaat een trainingsprogramma voor Inspiratoire Spierkrachttraining (IMT) voor patiënten met Chronisch Hartfalen? Waarbij het trainingsprogramma de volgende trainingsvariabelen
Nadere informatieAdemhalingsoefeningen Longgeneeskunde
Ademhalingsoefeningen Longgeneeskunde Locatie Hoorn/Enkhuizen Ademhalingsoefeningen Er zijn twee soorten oefeningen voor longpatiënten: oefeningen om benauwdheid te verminderen oefeningen om vastzittend
Nadere informatieEven Voorstellen. 22-3-2010. COPD en longrevalidatie / longreactivatie. Fonny Heijerman Fysiotherapeut, (sport)fysiotherapeut
COPD en longrevalidatie / longreactivatie. Even Voorstellen. Fonny Heijerman Fysiotherapeut, (sport)fysiotherapeut Hoe werkt het in de praktijk - Aanmelding - Intake/nulmeting/baseline meeting - Longrevalidatie
Nadere informatieLongziekten. COPD of astma? Evean helpt u omgaan met uw longziekte. Evean. Midden in het leven.
Longziekten COPD of astma? Evean helpt u omgaan met uw longziekte Evean. Midden in het leven. COPD of astma? Evean helpt u Een longziekte als COPD of astma kan het leven ingrijpend veranderen. Dan is het
Nadere informatieAntwoordvel Longquiz. Dat geldt zowel iedereen (ongeachte je gezondheid of conditie voor je met oefenen begon)
Antwoordvel Longquiz 1. Uit welke onderdelen bestaan de luchtwegen? a. Neus, mond, luchtpijp, bronchiën, luchtblaasjes b. neus, mond, luchtpijp, bronchiën, luchtblaartjes c. neus, mond, luchtpijp, bronchiën,
Nadere informatieBRONCHIËCTASIE POLIKLINIEK. In deze folder leest u meer over bronchiëctasieën en de bronchiëctasie polikliniek van het UCCZ Dekkerswald.
BRONCHIËCTASIE POLIKLINIEK In deze folder leest u meer over bronchiëctasieën en de bronchiëctasie polikliniek van het UCCZ Dekkerswald. Het ziektebeeld Wat zijn bronchiëctasieën? Bronchiëctasieën zijn
Nadere informatieCOPD Chronic Obstructive Pulmonary Disease
COPD Chronic Obstructive Pulmonary Disease Beroepsopdracht 2003/2004 Mirjam Bulthuis, Monique Duffels en Cynthia Visser Hogeschool van Amsterdam Instituut Fysiotherapie Amsterdam 3 maart 2003 Inhoudsopgave
Nadere informatieHoe vaak kan het bronchiaal toilet uitgevoerd te worden?
Hand-out longrevalidatie Fysiotherapie: Het bronchiaal toilet Deze informatie is bedoeld voor mensen met COPD. Tevens kan op aanwijzing van de fysiotherapeut deze informatie gebruikt worden voor mensen
Nadere informatieMogelijkheden voor kinderen met astma
1 EB 0 ogelijkheden voor kinderen met astma De kinderfysiotherapeut helpt uw kind met astma om vrij en met plezier te bewegen Wat is astma? Uw kind heeft astma. Dat heeft invloed op het dagelijkse leven
Nadere informatieFysiotherapie Longrevalidatie
Fysiotherapie Longrevalidatie 2 COPD en conditie De longaandoening die u heeft wordt COPD genoemd. Dit is een Engelse afkorting die staat voor Chronic (chronische) Obstructive (de uitademing beperkende)
Nadere informatieLongrevalidatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Longrevalidatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. COPD Onder COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) vallen de ziekten chronische bronchitis en longemfyseem. Voor
Nadere informatieLonggeneeskunde De longverpleegkundige
Longgeneeskunde De longverpleegkundige 2 Inleiding U bent door de longarts doorverwezen naar de longverpleegkundige. In deze folder leest u meer informatie over astma/copd en wat de longverpleegkundige
Nadere informatieNiet-specifieke prikkels. Virale infecties; griep en verkoudheid. Verflucht
Ouderinformatiebrief Astma & kinderfysiotherapie Wat is Astma? Astma is een chronische (blijvende) ontsteking van de longen. Deze ontsteking bestaat uit zwelling en roodheid van de binnenwand van de luchtwegen
Nadere informatieIndeling presentatie
Gho-Go COPD ketenzorg avond 10 september 2013 Norbert IJkelenstam Kaderhuisarts astma/copd 1 Indeling presentatie Aandachtspunten vanuit spiegelinformatie 2013 Het begrip ziektelast en de COPD ziektelastmeter
Nadere informatieLongziekten. Behandeling van COPD / COPD pad. Afdeling: Onderwerp:
Afdeling: Onderwerp: Longziekten / COPD pad 1 De behandeling van COPD Inleiding Deze folder geeft u informatie over het ziektebeeld en de behandeling van COPD en geeft stapsgewijs weer wat u de komende
Nadere informatieWorkshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007
Workshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007 Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen l en inleiding idi Presentatie van regionale voorschrijfcijfers
Nadere informatieCover Page. Author: Kruis, Annemarije Title: The effectiveness of integrated disease management in COPD patients Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29980 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Kruis, Annemarije Title: The effectiveness of integrated disease management in
Nadere informatieChronische beademing in NL ALS en CTB Groningen
Programma Inleiding (Peter Wijkstra, longarts) Chronische beademing in NL ALS en CTB Groningen Zorgtraject ALS (Hans van der Aa, Verpleegkundig specialist) Poliklinische intake, opname en ontslag Long
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor
Nadere informatieWat is COPD? 1 van
Wat is COPD? COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease. Het is een verzamelnaam voor de ziektes chronische bronchitis en longemfyseem. Artsen maken tegenwoordig geen onderscheid meer tussen
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieCOPD-revalidatie. Revalidatieprogramma voor longpatiënten
COPD-revalidatie Revalidatieprogramma voor longpatiënten COPD is een verzamelnaam voor een chronische aandoening van de ademhalingsorganen, namelijk chronische bronchitis en longemfyseem. Symptomen van
Nadere informatieWaarom was het onderzoek nodig?
Helpt het toevoegen van olodaterol aan tiotropium kortademigheid te verlichten bij patiënten met COPD? Dit is een samenvatting van een klinisch onderzoek bij patiënten met chronische obstructieve longziekte
Nadere informatieLongverpleegkundige. Longgeneeskunde
Longverpleegkundige Longgeneeskunde Astma en COPD Astma en COPD (chronische bronchitis en longemfyseem) zijn chronische aandoeningen van de ademhlingsorganen. Bij deze aandoeningen kan er sprake zijn van
Nadere informatieMinutenschema zorgprogramma COPD (excl. Astma) 2015-2016
Minutenschema zorgprogramma COPD (excl. Astma) 2015-2016 Inleiding Het minutenschema voor ketenzorg COPD is gebaseerd op het zorgprofiel voor ketenzorg COPD van de Stichting Ketenkwaliteit COPD uit juni
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal
Nadere informatieRevalidatie/Longziekten Longrevalidatie
Revalidatie/Longziekten Longrevalidatie COPD en conditie De longaandoening die u heeft wordt COPD genoemd. Dit is een Engelse afkorting die staat voor Chronic (chronische) Obstructive (de uitademing beperkende)
Nadere informatieCasusschetsen astma/copd
Casusschetsen astma/copd 7 augustus 2000 Casusschets 1 Mevr. N, is een 26 jarige adipeuze Surinaamse vrouw die sinds 1994 in Nederland woonachtig is. Sinds haar komst naar Nederland heeft zij in wisselende
Nadere informatieLongaandoeningen. Sportief bewegen met een chronische longaandoening
Longaandoeningen Sportief bewegen met een chronische longaandoening Sportief bewegen met een chronische longaandoening...................................... Bewegen: gezond en nog leuk ook! Regelmatig
Nadere informatieAppendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary)
Appendix Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) 93 87 Inleiding Diabetes mellitus, kortweg diabetes, is een ziekte waar wereldwijd ongeveer 400 miljoen mensen aan lijden. Ook in Nederland komt de
Nadere informatieWerkafspraken huisartsen longartsen Maasziekenhuis januari 2016
Werkafspraken huisartsen longartsen Maasziekenhuis januari 2016 Inleiding: Deze regionale afspraak is een vernieuwde versie van de afspraken uit het handboek COPD gebaseerd op de zorgstandaard COPD 2013,
Nadere informatieAchtergronden casusschetsen astma/ copd
Achtergronden casusschetsen astma/ copd 7 augustus 2000 Inleiding Dit Interline programma is gemaakt voor groepen die (meer dan) een jaar geleden het longproject hebben gevolgd. Het is gedeeltelijk een
Nadere informatiePreoperatieve fysiotherapie. Ademhalingsspiertraining en ademhalingstechnieken bij buik- of longoperatie
Preoperatieve fysiotherapie Ademhalingsspiertraining en ademhalingstechnieken bij buik- of longoperatie U heeft van uw medisch specialist gehoord dat u een operatie moet ondergaan en in aanmerking komt
Nadere informatieCOPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??
COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? Bij een patiënt kunnen verschillende longfunctie testen worden gedaan om te kijken of er sprake is van COPD. Je kunt met de testen de ernst van de COPD bepalen.
Nadere informatieCOPD Pneumologie. Patiënteninformatie
COPD Pneumologie Patiënteninformatie Inhoudstafel 1. Inleiding... 3 1.1. Definitie... 3 1.2. Klachten bij COPD... 3 1.3. Onderzoeken... 4 1.4. Behandeling... 4 2. Contact... 6 3. Notities... 7 Deze publicatie
Nadere informatieIn het kader van uw chronische longaandoening (COPD) komt u in aanmerking voor longrevalidatie.
Longrevalidatie 1 In het kader van uw chronische longaandoening (COPD) komt u in aanmerking voor longrevalidatie. Inleiding Wat is een chronische longaandoening? Een chronische longaandoening is een aandoening
Nadere informatieMETEN VAN LONGVOLUMES. klinisch belang. Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012
METEN VAN LONGVOLUMES klinisch belang Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012 LONGVOLUMES IC TLC VC VT ERV FRC RV FLOW-VOLUME LOOP: Normaal TLC IC VC VT ERV FRC Flow RV Sec. 0 Volume
Nadere informatieWerkwijze Interpretatie van spirometrie
Werkwijze Interpretatie van spirometrie Document ID NVLA 160620 ww IntSpir Document titel Interpretatie van spirometrie Publicatiedatum Juni 2016 Versie 1.0 Herzieningsdatum Juni 2021 Doel Het standaardiseren
Nadere informatieSamenvatting (Dutch summary)
De SMOKE studie Achtergrond Chronisch obstructief longlijden, ook wel Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) genoemd, word gezien als een wereldwijd gezondheidsprobleem. Ten gevolge van onder andere
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 3 (pp )
Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos, E. Koes Titel: Verzamelde reacties, emfyseem en ademarbeid Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 176-185 Deze online uitgave mag, onder
Nadere informatieBijlage Leefstijl Gezond bewegen bij COPD en astma
Bijlage Leefstijl Gezond bewegen bij COPD en astma In dit hoofdstuk vindt u informatie over: 1. Algemeen beweegadvies toegespitst op COPD en astma 2. Bewegen en astma 3. Bewegen en COPD 4. Belang van samenwerking
Nadere informatieData: deze 6-daagse cursus vindt plaats op: 31 mei en 1, 2, 26, 27 en 28 juni 2017
Pagina 1 van 6 Programma cursus Fysiotherapie bij patiënten met COPD Data: deze 6-daagse cursus vindt plaats op: 31 mei en 1, 2, 26, 27 en 28 juni 2017 Dag 1 Woensdag 31 mei 2017 Deel 1. Introductie van
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Chapter 8 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 151 Achtergrond Wat is COPD? COPD is een Engelse afkorting van chronic obstructive pulmonary disease, in het Nederlands chronisch obstructieve
Nadere informatieNederlandse samenvatting SAMENVATTING
Samenvatting Nederlandse samenvatting SAMENVATTING De inleiding, de achtergronden en de doelstellingen van dit proefschrift worden beschreven in hoofdstuk 1. Evenals in andere landen neemt het aantal
Nadere informatieIk ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker
Ik ben zo benauwd Titia Klemmeier/Josien Bleeker dyspneu ademnood kortademigheid benauwdheid Bemoeilijkte ademhaling Programma Inventarisatie leerdoelen Kennis over de praktijk? Alarmsymptomen Achtergrond
Nadere informatieHandleiding bij DVD. een Parkinson patiënt
Handleiding bij DVD een Parkinson patiënt Beroepsopdracht van Hidde de Hoog en Alieke Katoele Hogeschool van Amsterdam, ASHP, opleiding Fysiotherapie Amsterdam 10-04-2009 Inleiding Deze DVD is ontwikkeld
Nadere informatieLongrevalidatie kan ook zinvol zijn voor patiënten die zich voorbereiden op een longoperatie of daarvan herstellen.
Longrevalidatie Ongeveer één miljoen Nederlanders krijgen te maken met een longziekte. Bij patiënten met een longaandoening is vaak meer aan de hand dan alleen een longziekte. De aandoening beïnvloedt
Nadere informatieSensire Astma en COPD
Sensire Astma en COPD is onderdeel van Sensire. Astma en COPD Omgaan met veranderingen Astma en COPD. In veel opzichten lijken deze ziekten op elkaar. In beide gevallen kan er sprake zijn van benauwdheid
Nadere informatie