Verslag Teambijeenkomst Buitenschools leren binnen valideren Dinsdag 14 april 2009

Transcriptie

1 Datum Praktijkbeschrijving: illustratie van wijze van validering van nonformeel en informeel buitenschools leren Verslag Teambijeenkomst Buitenschools leren binnen valideren Dinsdag 14 april 2009 Welke vormen van buitenschools leren worden verbonden met het onderwijs in de school Non-formeel leren Georganiseerd Geregisseerd Gevalideerd A Stages, projecten, etc Niet gevalideerd B Uitstapjes, bezoeken, etc Informeel leren Niet georganiseerd Niet geregisseerd D (EVC) Vrijwilligerswerk, baantjes, etc C Vrijwilligerswerk, baantjes, etc Inventarisatie van de buitenschoolse activiteiten van het team. A. Georganiseerd/geregisseerd en gevalideerd. Stage (vakstage en oriëntatiestage) Zaagdag Ploegdag Koeien en schapen scheren Diverse projecten Excursies naar; - RK kerk -Tuinen Mien Ruis - Nertsenfokkerij Themadagen Rondje kunst Praktijkcentrum Fair Smakelijk Salland Globel Arts Praktijktuinen VCA Organiseren van een excursie

2 Deelname aan beroepenwedstrijden Rondleiden klassen basisschool B. Georganiseerd/geregisseerd en niet gevalideerd Projecten Excursies - Scania Zwolle - Autoraai - Marine - Intergas - Brinks trekhaken - Landbouwbeurs - Thales - Timmerfabriek - Tuincentrum - Techniekmuseum Walibi Introductieprogramma Leerlingenuitwisseling buitenland Meeloopdagen Musical Kenia-project Schaatsmiddag Skywork Rotterdam Externe projecten Klantenverkoop en ruilbeurs Kerstwandeling Keuze sportdagen Debatten op gemeentehuis Verkeerseducatie C. Niet georganiseerd/niet geregisseerd en niet gevalideerd. Staan op de ponymarkt Wagens bouwen voor de carnaval D. Niet georganiseerd/niet geregisseerd en gevalideerd Pagina 2/5 Wat valt op? De school heeft voornamelijk oog voor buitenschoolse activiteiten die door de school zelf worden georganiseerd en geregisseerd. Hiervan is er een rijke schakering. Er is weinig of geen oog voor vrijwilligerswerk (bv. Sportclubs) of de bijbaantjes die veel van

3 de leerlingen hebben. Al pratend komen we tot de conclusie dat leerlingen hiermee dikwijls wel erg veel leren. De school heeft hiervoor geen beleid. Dat zou wel opgenomen kunnen worden in de verdere uitwerking van het loopbaanleren. Minder dan de helft van de buitenschoolse activiteiten die de school organiseert en regisseert worden door de school ook gevalideerd en tellen dus mee voor de leerling. Voor de andere helft is dat niet het geval. Waarom dat zo is, is onduidelijk. Niet door de school georganiseerde en geregisseerde buitenschoolse activiteiten van leerling worden soms meer als hinder en last dan als leerzaam en lust ervaren. Een voorbeeld hiervan is het jaarlijks bouwen van carnavalswagens waaraan in de regel veel leerlingen meedoen. Ze moeten hiervoor een aantal dagen vrij krijgen en dat wordt als vervelend ervaren. Werkwijze om te valideren. Valideren is niets anders dan waarde toekennen aan een bepaalde activiteit. Iets is te valideren als er een doel aangekoppeld is op basis waarvan de uitvoering van de activiteit beoordeeld kan worden en gevalideerd. ` De validering is meer valide als; de waarde door meerdere personen wordt toegekend er beslissingen genomen worden op basis van het waardeoordeel er sprake is van toename van civiel effect Manieren om waarde toe te kenen zijn bijvoorbeeld; reflectiegesprekken, feedback maar ook schriftelijke toetsen. Validering kan plaats vinden op basis van zes vragen; 2. Welke leerdoelen zitten er in de activiteit en worden gevalideerd? 3. Wie is verantwoordelijk voor de validering (binnen de school en buiten de school)? 4. Hoe gebeurt dat? 6. Op welke wijze worden de resultaten vastgelegd (cijfer, portfolio, etc)? Een voorbeeld van een buitenschoolse activiteit die de school valideert. Een lintstage. Leerlingen lopen 6 dagen stage. De stage is gekoppeld aan een bepaalde sector en dient ter voorbereiding op het sector werkstuk dat ze moeten maken. De leerlingen zoeken de stage zelf. Opdrachten staan in het werkboek en stageboek en de uitvoering daarvan wordt ook daarin genoteerd. Er wordt een stagecontract ondertekend. De leerlingen moeten een dagverslag maken op basis waarvan een eindbeoordeling volgt. 2. Welke leerdoelen zitten er in de activiteit en worden gevalideerd? - presentatie - motivatie - werkhouding - leerbaarheid - initiatief - verslag maken - netheid en verzorging verslag - inhoud verslag - planning - proactiviteit Pagina 3/5 3. Wie is verantwoordelijk? Het bedrijf voor; presentatie,motivatie,werkhouding, leerbaarheid en initiatief.

4 De school voor; verslag, netheid, inhoud, planning en proactiviteit. 4. Hoe wordt gevalideerd? Het bedrijf waar de leerling stage loopt geeft haar mening over de elementen die zij beoordeelt. De school op haar beurt doet dat over de elementen m.b.t. het verslag. Uiteindelijk rolt daar een eindbeoordeling uit van de school. - de leerling krijgt vooraf duidelijke informatie over wat van hem wordt verwacht en waarop hij wordt beoordeeld.. - Tussen de stagedagen vindt regelmatige terugkoppeling plaats. - Het verslag en de beoordeling daarvan wordt met de leerling besproken. 6. Op welke wijze worden de resultaten vastgelegd? - Het verslag vormt onderdeel van het portfolio - De eindbeoordeling met sectorwerkstuk wordt uitgedrukt in een punt - De leerling krijgt een certificaat. Een aanzet tot de validering van een buitenschoolse activiteit die de school op dit moment nog niet valideert. Het bouwen van Carnavalswagens. Leerlingen helpen mee met het bouwen van carnavalswagens. Elk jaar besteden ze hieraan dagen. 2. Welke leerdoelen zitten er in de activiteit en kunnen worden gevalideerd? - materialen inkopen - werken met de materialen - organiseren en plannen - samen werken - evalueren - distributie 3. Wie is verantwoordelijk voor de validering (binnen de school en buiten de school)? - Projectleiders bij het bouwen van de carnavalswagen: benoemen van leerdoelen waaraan door de leerling gewerkt is en waarde toekennen aan de manier waarop de leerling dat gedaan heeft. - De school in overleg met de leerling: bepalen welke leerdoelen bereikt zijn 4. Hoe gebeurt dat? - de Projectleider bij het bouwen van de carnavalswagen geeft zijn/ haar mening over de leerdoelen die aan bod zijn gekomen. De school bespreekt dit met de leerling en bepaalt aan de hand daarvan welke leerdoelen bereikt zijn en welke eindbeoordeling hieraan kan worden toegekend. Pagina 4/5 - Met de leerling wordt eerst besproken welke leerdoelen mogelijk behaald kunnen worden bij het werken aan de carnavalswagen. De leerling krijgt vooraf duidelijke informatie over de wijze van beoordeling en de indicatoren die per leerdoel van belang zijn. - Na het afronden van de werkzaamheden aan de carnavalswagen wordt het beeld van de projectleider met de leerling besproken en wordt de eindbeoordeling bepaald.

5 6. Op welke wijze worden de resultaten vastgelegd (cijfer, portfolio, etc)? Met de leerling wordt bekeken op welke manier hij het geleerde kan laten zien in zijn/haar portfolio. Met de leerling wordt afgesproken op welke manier de leerervaring wordt meegenomen in zijn curriculum en hoe dit meegewogen wordt in de eindbeoordeling voor een bepaald vak of onderdeel van het curriculum. Pagina 5/5