M.b.t. ingediende zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal en aanverwante besluiten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "M.b.t. ingediende zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal en aanverwante besluiten"

Transcriptie

1 Reactienota M.b.t. ingediende zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal en aanverwante besluiten januari /

2 Hoofdstuk : Zienswijzen. R.C. Essers, Niek Engelschmanlaan, CR Nijmegen. A.A.P. Derksen, Dorpsstraat, AJ Oosterhout. J. Benneker & L.G.M. Gosselink, Steltsestraat, BS Lent. Het College van Bestuur, Radboud Universiteit Nijmegen, Postbus, HC Nijmegen. J.H.M. Evers & G.A.L. Westerlaken, Oosterhoutsedijk, KT Lent. Brunet Advocaten, J.P. Hoegee, namens E.W.A. van Wijck & C.A.M. van Wijck-van Hal, Oosterhoutsedijk, en C.M. Remers & N.G.H. Nabbe, Oosterhoutsedijk, KT Lent. N. Weel, Ganzenheuvel, WD Nijmegen. Gelderse Milieufederatie, Jansbuitensingel, AB Arnhem. Waterschap Rivierenland, Postbus, AN Tiel (x). Nijmeegse Roeivereniging De Waal, Waalkade, XP Nijmegen. Nijmeegse Studenten Roeivereniging Phocas, Postbus, HG Nijmegen. Stichting Watersport Nijmegen, Pr. Wilhelminalaan, AM Berg en Dal. Bewoners Laauwikstraat en Lentse Lus, p/a Ch. Meijers, Laauwikstraat, CM Lent. Geanonimiseerde zienswijze (naam- en adresgegevens bekend bij bevoegd gezag). Lijst Ramon Barends, Onafhankelijke Nijmeegse Partij, Zwanenveld -, RV Nijmegen. F.H.M. Mikx, namens de Werkgroep Nijmegen Noord van het Cultuurhistorisch Platform /

3 Hoofdstuk : Algemeen De mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen betrof de volgende ontwerpbesluiten:. het ontwerpbestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal ; (A). het MER Ruimte voor de Waal Nijmegen ; (B). het ontwerpprojectplan Ruimte voor de Waal Nijmegen op grond van de Waterwet; (C). de ontwerpvergunning op grond van de Ontgrondingenwet; (D). twee ontwerpvergunningen op grond van de Natuurbeschermingswet ; (E van de Minister van EL&I en E van Gedeputeerde Staten van Gelderland). de ontwerpontheffing op grond van de Flora- en faunawet; (F). het ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden op grond van de Wet geluidhinder; (G). het ontwerpbesluit gedeeltelijke herziening structuurvisie Nijmegen, (H) en. het ontwerpbeeldkwaliteitsplan Ruimte voor de Waal Nijmegen. (I) In totaal zijn zienswijzen binnengekomen, ingediend door instanties/particulieren. Het Waterschap Rivierenland heeft in twee aparte zienswijzen zowel op het bestemmingsplan als op de ontgrondingvergunning gereageerd.. Ontvankelijke zienswijzen Alle zienswijzen die schriftelijk en binnen de termijn zijn ingediend zijn samengevat in hoofdstuk en voorzien van een reactie door het bevoegd gezag. De zienswijzen met nummers t/m zijn ontvankelijk.. Niet-ontvankelijke zienswijzen Buiten de termijn (op oktober ) is per een zienswijze ingediend door F.H.M. Mikx, namens de Werkgroep Nijmegen Noord van het Cultuurhistorisch Platform. Voorts heeft de Lijst Ramon Barends (blijkens het poststempel) buiten de termijn gereageerd op het ontwerpbestemmingsplan.. Toelichting tabellen Bij de beantwoording van de zienswijzen is de volgende werkwijze gehanteerd. Per tabel worden de zienswijzen van één indiener behandeld. In de eerste regel is de naam van de indiener vermeld. Vervolgens is in de eerste kolom de zienswijze samengevat. In de tweede kolom is aangegeven op welk ontwerpbesluit (OB) de reactie betrekking heeft; de nummering A t/m I van de ontwerpbesluiten keert hierbij terug. In de derde kolom is de beantwoording van het bevoegd gezag gegeven. In de laatste kolom wordt aangegeven welke gevolgen er zijn voor de besluiten. /

4 Hoofdstuk : Samenvatting zienswijzen en reactie bevoegd gezag. Zienswijze van R.C. Essers Niek Engelschmanlaan, CR Nijmegen Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) Indiener wijst op het door elkaar gebruiken van termen als Nijmegen Ruimte voor de Waal en Ruimte voor de Waal Nijmegen in onder andere het ontwerpbestemmingsplan en het ontwerpprojectplan. A t/m I Hoewel het gebruiken van onderling minimaal verschillende namen voor een aantal (ontwerp)besluiten geen aanbeveling verdient, zijn de bevoegde gezagen van mening dat de benaming van de besluiten niet afdoet aan de inhoud daarvan. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Tevens wordt de begrenzing van het plangebied in verschillende ontwerpbesluiten verschillend beschreven. De begrenzing van het plangebied verschilt in de verschillende ontwerpbesluiten. Zo beslaat bijvoorbeeld het bestemmingsplan een ruimer gebied dan de ontgrondingenvergunning die alleen ziet op de gebieden die ontgrond worden. Het is daarom niet onlogisch dat de beschrijving van het plangebied in de verschillende ontwerpbesluiten varieert. Niet duidelijk is of met de term Nijmegen de gemeente Nijmegen of de plaats Nijmegen wordt bedoeld, en in welke (woon)plaatsen het plangebied ligt. Inderdaad wordt de term Nijmegen nu eens voor de stad Nijmegen en dan weer voor de gemeente Nijmegen gebruikt. In de meeste gevallen volgt uit het zinsverband welke betekenis de term heeft. In het algemeen heeft dit geen gevolgen voor de leesbaarheid van onder andere de toelichting bij het bestemmingsplan en doet dit niet af aan de inhoud daarvan. Voor openbare ruimten worden verschillende namen gebruikt. Bij de vastgestelde namen zou het brondocument in alle gevallen A t/m I Waar namen van straten en gebieden in juridisch nietbindende stukken voorkomen, zoals de toelichting bij het bestemmingsplan, kan een foutieve spelling storend zijn maar zal in het algemeen voor de lezer voldoende In de regels van het bestemmingsplan wordt artikel (Verkeer) als volgt aangepast: In de specifieke gebruiksregels ten /

5 geregistreerd moeten zijn conform de Wet basisregistraties adressen en gebouwen. Bij de Basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) komt een openbare ruimte van het type water met de naam Waal bij de woonplaatsen Nijmegen en Lent niet voor. Kennelijk ontbreekt een brondocument. De gemeente moet er zorg voor dragen dat dit brondocument alsnog wordt opgemaakt. In de regels van het bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal wordt verwezen naar enkele niet bestaande straatnamen. Verder wordt voor een aantal straten, plaatsen, gebieden en kunstwerken een onjuiste naam gebruikt. duidelijk zijn welke straat etc. wordt bedoeld. Dit doet niet af aan de inhoud van de betreffende stukken. In juridisch bindende stukken zoals de regels van een bestemmingsplan dienen begrippen voldoende duidelijk te zijn. De rechtszekerheid vereist dit. Hoewel de gemeente van mening is dat voldoende duidelijk is dat met Zalige straat en Oosterhoutse dijk bedoeld wordt Zaligestraat respectievelijk Oosterhoutsedijk, zal dit in het bestemmingsplan niettemin aangepast worden. Hoewel dit niet tot de procedure van het bestemmingsplan of één van de andere besluiten behoort, zal de gemeente tevens een brondocument voor de Waal in de woonplaatsen Nijmegen en Lent laten opstellen. Verder is het juist dat de Stadsbrugweg niet voorkomt in het raadsbesluit van juni inzake de straatnaamgeving rondom de nieuwe brug over de Waal. Deze naam zal in de regels van het bestemmingsplan worden vervangen door de door indiener aangedragen namen. aanzien van de gronden met de aanduiding Specifieke vorm van verkeer Stadsbrug wordt Energieweg/Stadsbrugweg/Graaf Alardsingel vervangen door Verlengde Energieweg/Nymaplein/De Oversteek/Graaf Alardsingel, wordt Zalige straat vervangen door Zaligestraat en wordt Oosterhoutse dijk telkens vervangen door Oosterhoutsedijk. In de tekst van het projectplan is Oosterhoutse dijk vervangen door Oosterhoutsedijk en Bemmelse dijk door Bemmelsedijk. Voor het overige geeft dit onderdeel van de zienswijze geen aanleiding het bestemmingsplan, het projectplan en de overige besluiten aan te passen. Benadrukt wordt dat met deze wijziging geen inhoudelijke wijziging wordt beoogd van de bestemmingsregeling die met betrekking tot de Oversteek is opgenomen in het bestemmingsplan Stadsbrug en Energieweg tussen Neerbosscheweg en Industrieplein. Deze regeling is éénop-één overgenomen in het bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal, met dien verstande dat nu de straatnaamgeving uit het raadsbesluit van juni is gebruikt. /

6 . Zienswijze van A.A.P. Derksen Dorpsstraat, AJ Oosterhout Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) Volgens indiener ontbreekt zijn naam op de lijst van insprekers. A Indiener heeft geen reactie ingediend op het voorontwerp bestemmingsplan. Dit is de reden dat zijn naam ontbreekt op die lijst van insprekers. Wel heeft indiener in een inspraakreactie ingediend op de Startnotitie MER Ruimte voor de Waal Nijmegen. Op die lijst van insprekers is zijn naam wel terug te vinden. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Indiener wijst op het gebruik van weiland en strand ten behoeve van het evenemententerrein. Tevens wijst hij op het weiden van koeien onder de fiets- en spoorbrug, waarover niets is terug te vinden in de nota. Het beheer vindt plaats door indiener. A Indiener is geen eigenaar van gronden waar hij op doelt, maar mag deze gronden op basis van een door het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf jaarlijks af te geven pachtovereenkomst gebruiken voor het weiden van vee. Het betreft een drietal percelen nabij de spoorbrug met een gezamenlijke oppervlakte van circa, hectare. De gepachte percelen zijn bestemd tot Water en Natuur. In de doeleindenomschrijving voor beide bestemmingen ontbreekt het gebruik agrarische doeleinden. In artikel. van het bestemmingsplan is overgangsrecht voor het gebruik opgenomen. Bestaand (strijdig) gebruik op het moment van inwerkingtreding van het plan mag op basis hiervan worden voortgezet. In het begeleidend schrijven bij de pachtovereenkomst is door het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf aangegeven dat de percelen in voor het laatst zullen worden verpacht. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

7 . Zienswijze van J. Benneker & L.G.M. Gosselink Steltsestraat, BS Lent Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) Indieners zijn van mening dat zij volstrekt niet gehoord zijn. Op de inhoudelijke bezwaren en inhoudelijk constructieve ideeën is niet gereageerd. Indieners zijn met name bang voor het zogenaamde badkuipeffect. Een andere loop van de watersingel levert onmiskenbaar voordelen op, zoals besparing van een kostbaar bruggenstelsel om beide delen (red.: in de Stelt) met elkaar te verbinden. Het plan is voorwaardenscheppend en ook bindend voor de straks te realiseren woningbouw. Het plan houdt al rekening met ophoging van toekomstige woningbouw (in de Stelt). A Teneinde tegemoet te komen aan het bezwaar van indieners dat zij onvoldoende zijn gehoord, zijn zij uitgenodigd voor een overleg om standpunten uit te wisselen. Op november heeft dit overleg plaatsgevonden. Uit dit gesprek bleek onder andere dat indieners vinden dat er, door de Watersingel in aansluiting op hun perceel te projecteren, een betere waterhuishoudkundige situatie ontstaat en dat een bufferzone gecreëerd wordt tussen de toekomstige nieuwbouw en bestaande woningen. De Watersingel wordt aangelegd om ervoor zorg te dragen dat de waterhuishouding gewaarborgd blijft, ook na aanleg van de nevengeul. Zowel in de situatie zoals op de verbeelding van het bestemmingsplan is opgenomen als in de situatie als insprekers voorstellen is daarin goed te voorzien. De zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. De locatie van de watersingel in het gebied de Stelt is zodanig gekozen dat de bestaande woningen worden gerespecteerd terwijl voldoende ruimte overblijft voor toekomstige woningbouw door de GEM. Het bestemmingsplan voorziet, anders dan door indiener wordt gesuggereerd, niet in ophoging van de Stelt. Indien het nieuwbouwplan van De Stelt wel in een ophoging voorziet, zullen extra drainerende voorzieningen moeten worden getroffen om het genoemde badkuipeffect te voorkomen. Het tracé zoals nu is opgenomen in het /

8 bestemmingsplan biedt de GEM naar verwachting meer mogelijkheden voor ruimtelijke inpassing van de te bouwen woningen en kent voorts een korter, vloeiender verloop van de watersingel dan het door indiener voorgestelde tracé. Ook vanuit onderhoudstechnisch oogpunt heeft het tracé zoals nu opgenomen voor het gebied de Stelt de voorkeur boven het voorstel van indiener. In de nieuwbouwplannen van de GEM zal de stedenbouwkundige relatie ten opzichte van de bestaande woningen worden meegenomen. Op dat moment kunnen de belangen concreet worden afgewogen. /

9 . Zienswijze van het College van Bestuur, Radboud Universiteit Nijmegen Postbus, HC Nijmegen Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) Indiener verzoekt in het bestemmingsplan flexibele randvoorwaarden op te nemen opdat zowel het gebruik van het water van de nevengeul ten behoeve van watersport (o.a. zonering van watersportactiviteiten) als de inpassing van watersportvoorzieningen mogelijk is. Met betrekking tot een nieuw botenhuis van de roeivereniging Phocas sluit indiener een voorlopig Programma van Eisen bij. A Er zijn meerdere initiatieven voor het realiseren van watersportvoorzieningen en het gebruik van de nevengeul (zie zienswijzen, en ). Stichting Watersport Nijmegen (WSN) heeft bijvoorbeeld een initiatief voor een watercampus kenbaar gemaakt. Ten tijde van het indienen van de zienswijze was niet duidelijk hoe dat initiatief zich verhoudt tot het initiatief van een botenhuis voor Roeivereniging Phocas. Gelet op het voorlopig Programma van Eisen en de aandachtspunten bij locatiekeuze moet er ook nog het nodige onderzoek verricht worden voordat het initiatief voldoende concreet wordt. Hierbij valt te denken aan onderzoek naar landschappelijke, stedenbouwkundige en milieu- en natuuraspecten alsmede overleg met de grondeigenaars in het gebied. De zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Daarnaast moet deze ontwikkeling mogelijk in samenhang worden bezien met de toekomstige ontwikkelingen ten noorden en zuiden van het gebied (met name Veur Lent, Hoge Bongerd). Zolang geen concrete locatie bekend is, kan hier niet op geanticipeerd worden. Tot slot is de locatiekeuze voor een botenhuis onlosmakelijk verbonden met het gebruik van de nevengeul. Het projectgebied is gelegen in/nabij de Natura- gebieden Uiterwaarden Waal en Gelderse Poort. /

10 Met de betrokken partijen (Radboud Universiteit, Phocas, WSN en Nijmeegse Roeivereniging Waal) is overleg gevoerd over de verschillende initiatieven en gebruikswensen. In een bestuurlijk overleg met de genoemde partijen op december hebben Radboud Universiteit (RU/Phocas) en WSN uitgesproken dat zij meerwaarde zien van samenwerken. In principe gaat men voor de realisering van een watersportcampus. Slechts wanneer de campus niet haalbaar zou zijn, wil RU/Phocas zelfstandig een botenhuis realiseren. Tijdens het overleg is afgesproken dat uit de initiatieven van Phocas en WSN eerst een concreet, gezamenlijk Programma van Eisen wordt opgesteld. Gezamenlijk wordt gekeken naar geschikte locaties voor een sportcampus ten noorden en zuiden van het gebied (met name Veur Lent en Hoge Bongerd). Benodigde aanvullende onderzoeken worden uitgevoerd en, rekening houdend met de eisen van de betrokken bevoegde gezagen en wet- en regelgeving, zal vervolgens bezien worden of inpassing van watersportverenigingen in de nevengeul planologisch haalbaar te maken is. Indien daarvan sprake is, zal een apart RO-traject opgestart worden. Gelet op het feit dat de nevengeul pas vanaf gebruikt zal kunnen worden is voor deze aanpak ook voldoende tijd. /

11 . Zienswijze van J.H.M. Evers & G.A.L. Westerlaken Oosterhoutsedijk, KT Lent Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) Indieners geven aan dat zij doende zijn het gemeentelijk monument aan de Oosterhoutsedijk in Lent te herontwikkelen. Om de realisatie van het bouwprogramma mogelijk te maken, is een dakverhoging van cm nodig. Indieners verzoeken in het ontwerpbestemmingsplan rekening te houden met de dakverhoging om zowel het programma te kunnen realiseren als te voldoen aan het Bouwbesluit. A In de exploitatieovereenkomst waarnaar indieners verwijzen, is inderdaad opgenomen dat zij drie koopappartementen kunnen realiseren in het pand aan de Oosterhoutsedijk. Ook is echter in de exploitatieovereenkomst opgenomen dat deze koopappartementen binnen het bestaande monument gerealiseerd moeten worden. Dit betekent dat uitbreiding van de bebouwing niet tot de mogelijkheden behoort. Ook om bij het realiseren van drie appartementen aan het Bouwbesluit te voldoen, is het niet nodig om het pand op de gewenste wijze uit te breiden. Het verzoek om het bestemmingsplan op dit punt aan te passen, zal om deze redenen dan ook niet worden gehonoreerd. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Op oktober is een aanvulling op de zienswijze ontvangen. Indieners geven aan dat een zestal gemeentelijke monumenten zullen worden gesloopt. Deze panden zijn gelegen in de nabijheid van het pand dat door indieners wordt ontwikkeld. Indieners achten het ongepast en in strijd met het gelijkheidsbeginsel dat de door hen gewenste verhoging van het dak door de Commissie Beeldkwaliteit tegen worden gehouden op grond van aantasting van beeld en kwaliteit, terwijl aanpalende A Indieners zijn het niet eens met het pre-advies van de Commissie Beeldkwaliteit over de aanpassing van het bouwplan. De zienswijze richt zich in zoverre niet tegen het ontwerpbestemmingsplan. Ten aanzien van de sloop van een aantal andere gemeentelijke monumenten in de omgeving, wordt niettemin als volgt overwogen. Het gaat hier om de panden Oosterhoutsedijk,,, en. Het pand Bemmelsedijk is geen monument. Een vergelijking tussen dit pand en het pand Oosterhoutsedijk gaat reeds om die reden mank en zal daarom achterwege blijven. Verder wordt geconstateerd dat er geen sprake is van een ensemble, wat betreft het monument Oosterhoutsedijk en overige gemeentelijke /

12 vergelijkbare panden in het kader van het bestemmingsplan Ruimte voor de Waal worden gesloopt. Gelet daarop verlangen indieners dat het ontwerpbestemmingsplan volledige uitvoering van het ingediende renovatieplan mogelijk maakt, zodat daartoe begin volgend jaar een omgevingsvergunning verstrekt kan worden. monumenten. Het terugleggen van de dijk bij Lent is een maatregel die voortvloeit uit de PKB "Ruimte voor de Rivier". De maatregel heeft als hoofddoelstelling een daling van de waterstand bij hoog water. Om deze doelstelling te behalen moet de dijk bij Lent worden teruggelegd en wordt er een nevengeul gegraven. De gemeente Nijmegen heeft deze maatregel vervolgens uitgewerkt. Het belang van de waterstanddaling is daarbij afgewogen tegen de bestaande belangen in het gebied, waaronder het belang van het behoud van monumenten. De uitkomst van deze belangenafweging is geweest dat de nieuwe dijk en de nevengeul worden aangelegd ter plaatse van een aantal gemeentelijke monumenten. Behoud van deze monumenten is daardoor geen optie. Het belang van de waterstandsdaling weegt derhalve zwaarder dan het belang van het behoud van deze monumenten. Deze omstandigheid doet zich evenwel niet voor bij het monument Oosterhoutsedijk. Dit monument is niet gelegen ter plaatse van de nieuwe dijk of de nevengeul, zodat dit monument behouden kan blijven. Er is bij een vergelijking tussen enerzijds de monumenten Oosterhoutsedijk,,, en en anderzijds het monument Oosterhoutsedijk dan ook geen sprake van gelijke gevallen, zodat een gelijke behandeling niet vereist is. Het monument Oosterhoutsedijk is wel te vergelijken met andere gemeentelijke monumenten in het plangebied /

13 die behouden blijven. Het gaat daarbij om een aantal woonhuizen en andere objecten aan de Oosterhoutsedijk in en om Veur Lent. Voor een overzicht wordt verwezen naar paragraaf. van de toelichting bij het bestemmingsplan. Ten aanzien van deze gemeentelijke monumenten is het niet gewenst om in het bestemmingsplan een verruiming van (ver)bouwmogelijkheden toe te kennen. Dit neemt niet weg dat uitbreiding in enigerlei vorm vanuit cultuurhistorisch oogpunt niet volledig onmogelijk is. Het is daarbij wenselijk om dit per bouwplan te beoordelen waardoor kan worden getoetst of de monumentale waarde van het plan door het concrete bouwplan al dan niet wordt aangetast. Gebleken is overigens dat het ontwerpbestemmingsplan "Nijmegen Ruimte voor de Waal" per abuis wel een verhoging van het dak van het monument Oosterhoutsedijk mogelijk maakt. Dit wordt aangepast conform de bestaande situatie. Voorts wordt, conform de exploitatieovereenkomst, het bestaande koetshuis geschrapt en worden in plaats daarvan parkeervoorzieningen mogelijk gemaakt. Tot slot wordt opgemerkt dat voor de gewenste gebouwde parkeervoorziening een watervergunning benodigd is. Deze kan blijkens informatie van Rijkswaterstaat alleen verleend worden als het huidige pand niet verder wordt vergroot. Het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat de maximaal toegestane bouwhoogte van de bebouwing op het perceel Oosterhoutsedijk, meter bedraagt. Voorts wordt het bouwvlak aangepast en worden parkeervoorzieningen mogelijk gemaakt. Voor het overige geeft dit onderdeel van de zienswijze geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

14 . Zienswijze van Brunet Advocaten, J.P. Hoegee, namens E.W.A. van Wijck & C.A.M. van Wijck-van Hal en C.M. Remers & N.G.H. Nabbe Oosterhoutsedijk resp. Oosterhoutsedijk, KT Lent Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) Indieners zijn en blijven van oordeel dat hun woningen, gezien ook de ligging in het plangebied, behouden kunnen en dus ook moeten blijven. Zij brengen naar voren dat ook elders binnen het plangebied (Café De Zon) een waterkerende voorziening is getroffen zodat dit pand behouden zou kunnen blijven. Ook een dergelijke voorziening kan ter plaatse van de woningen van indieners worden getroffen zodat hun woningen behouden kunnen blijven. Het bestemmingsplan voorziet ten onrechte niet in het realiseren van dergelijke voorzieningen. Verder menen indieners dat de afwijkende situering van hun woningen ten opzichte van de dijk (vergeleken met Café De Zon) niet met zich meebrengt dat een waterkerende voorziening ter plaatse van hun woningen niet mogelijk zou zijn. A Het beroep van indieners op het gelijkheidsbeginsel treft geen doel. De situatie bij indieners is niet vergelijkbaar met de situatie bij café De Zon. Café De Zon staat als het ware in de dijk. Direct achter de dijk (aan de teen van de dijk) wordt een waterkering aangebracht. De overige opstallen op het erf (onder andere de voormalige rundveestal, melkstal en werktuigenberging) worden gesloopt. De woningen van indieners staan tenminste meter uit de teen van de dijk. Ook staan de woningen beduidend lager dan café de Zon en het naastgelegen pand en zijn zij ook op dit punt niet vergelijkbaar. Het treffen van voorzieningen weegt qua investering niet op tegen de waarde van de woningen. Het maken van een apart poldertje is ook technisch niet haalbaar en brengt bovendien een onveilige situatie met zich mee. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Ten onrechte gaat de gemeente ervan uit dat café de Zon een monumentaal pand betreft. A Café De Zon staat abusievelijk als karakteristiek monumentaal pand genoemd in de inspraaknota. Dit is van toepassing op Oosterhoutsedijk. Het pand Café de Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

15 Zon (van vóór ) maakt samen met Oosterhoutsedijk deel uit van een behoudenswaardig ensemble (in combinatie met de oude veerstoep, veerdam etc.). Een beschrijving van Café de Zon en omgeving staat ook in de MER, effectrapport Cultuurhistorie, blz.. Voorts garandeert het bestemmingsplan geenszins dat de gemeente binnen de planperiode tot aankoop van de realisering van de betreffende gronden zal overgaan. Ook om die reden menen indieners dat hun woningen niet wegbestemd hadden mogen worden. A De onderhandelingen tussen indieners en de gemeente over aankoop van hun gronden en opstallen zijn nog steeds gaande. Mochten deze niet tot overeenstemming leiden, dan zal in het uiterste geval tot onteigening worden overgegaan. De gronden van indieners zijn nodig om het bestemmingsplan uit te kunnen voeren. Gelet op de PKBdoelstelling die in dient te zijn behaald, zullen de gronden zeker binnen de planperiode verworven worden. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Tot slot zou ook het bestemmingsplan feitelijk niet aan het handhaven van de woningen van indieners in verband met de aanleg van de promenadebrug in de weg staan. Indieners zien daarvoor geen enkele beperking. A De Promenadebrug ter ontsluiting van het eiland van Lent (met bestemming Verkeer) is diagonaal over het eigendom van indieners geprojecteerd. Van handhaven en/of inpassen van de woningen van indieners kan dus geen sprake zijn. De brug sluit op het eiland Veur Lent aan op de Oosterhoutsedijk omdat: - daarmee een logische route over deze dijk blijft bestaan (wenselijk vanuit cultuurhistorisch oogpunt); - er vanaf de kade Lent een directe zichtlijn op de Stevenskerk ontstaat; - een aanlanding meer naar het oosten vanwege de ligging van het voormalige fort Knodsenburg niet mogelijk is. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

16 . Zienswijze van N. Weel Ganzenheuvel, WD Nijmegen Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) Indiener exploiteert een bedrijf aan de Griftdijk Zuid. De toezegging uit van voormalig burgemeester De Hondt om de tuinbouw schadeloos te stellen en te ontmantelen is nog steeds niet nagekomen. De gemeente moet dit eerst nakomen, alvorens verder zaken uit te werken. A, H, I Allereerst merken wij op dat het perceel Griftdijk Zuid (, hectare groot) van indiener buiten het plangebied is gelegen. De afstand van de gronden van indiener tot de beoogde Watersingel met bestemming Water - bedraagt circa m. De afstand tot overige plandelen zoals de Hoge Kade is nog veel ruimer en bedraagt circa m. Wij interpreteren de zienswijze zodanig dat indiener in feite verzoekt zijn perceel te betrekken in het plangebied. Tussen de voorgenomen ingreep in het kader van Nijmegen Ruimte voor de Waal en de genoemde ontmanteling van zijn bedrijf bestaat evenwel geen (causaal) verband. Er bestaat derhalve geen aanleiding de grond van indiener in het plangebied van Nijmegen Ruimte voor de Waal te betrekken. De zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. In het voorontwerp bestemmingsplan Kern Lent-Visveld (dat van mei tot en met juni ter inzage is gelegd) is het eerder genoemde perceel bestemd tot Agrarisch-Glastuinbouw met bijbehorend bouwvlak. De gemeente heeft in dat plan het bedrijf van indiener niet wegbestemd. Indien dit voor indiener bezwaarlijk is, kan hij in de verdere procedure tegen laatstgenoemd bestemmingsplan in het geweer komen. De beeldkwaliteit moet verder worden uitgediept. Met voortschrijdend inzicht zou het gewenst zijn de plannen te herzien. De beeldkwaliteit is verder uitgediept in het speciaal voor dit project opgestelde beeldkwaliteitsplan Ruimte voor de Waal Nijmegen. De gemeente Nijmegen is van mening dat in dit plan alle relevante beeldkwaliteitsaspecten aan /

17 bod komen, op voldoende detailniveau. Onduidelijk is verder in welke zin indiener de plannen zou willen herzien. /

18 . Zienswijze van de Gelderse Milieufederatie Jansbuitensingel, AB Arnhem Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) A. Gebruik en handhaving Indiener vraagt zich of het extensief recreatief gebruik van de uiterwaarden wel handhaafbaar is, gezien de beperkte gebruiksvoorschriften in de ontheffingen en het bestemmingsplan. A t/m I Intensief recreatief gebruik van de uiterwaarden is niet per definitie schadelijk. Een goed voorbeeld hiervan is de in de omgeving gelegen druk bezochte Millingerwaard. Van belang is een goede inpassing en zonering van de activiteiten. De effecten van recreatie in het gebied worden beperkt door de volgende maatregelen of kenmerken van het plan: Door de vormgeving van de nevengeul en oevergeul is er binnen het gebied een zonering voor recreanten gecreëerd; intensief ten westen van de Waalbrug en extensief ten oosten van de Waalbrug. De toegangsmogelijkheden tot de Lentse waard voor recreanten zijn beperkt en worden niet geïntensiveerd ten opzichte van de huidige situatie. In de huidige situatie wordt deze uiterwaard ook weinig gebruikt als uitloopgebied. Op de landtong kan men alleen komen via de route langs het Wijnfort en dat is een grote omweg. Door aanvullend lokaal paden uit te maaien worden mensen gestimuleerd om een bepaalde route te lopen en andere gedeelten te mijden. Door de ruigere natuur zal het plangebied minder toegankelijk zijn voor een breed publiek. Er is sprake van een natuurlijke zonering. De nieuwe groene dijk is daar ook alleen toegankelijk voor fietsers en niet voor (auto)bestemmingsverkeer. Gemotoriseerd verkeer is niet toegestaan op de westelijke landtong, behalve voor bevoorrading van evenementen op /

19 het westelijke eiland. De meeste soorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen zijn geformuleerd, zijn doortrekkers en wintergasten. In de periode oktober - april zal er minder sprake zijn van recreatief gebruik, zowel op het land als op het water. Er is sprake van bundeling van 'verstorende activiteiten of functies', want de zone met intensievere recreatie is voorzien in het gedeelte van de uiterwaarden waar reeds sprake is van een zekere mate van verstoring: door de spoorbrug, door de Waalbrug, in de toekomst ook door de Oversteek en door de actuele activiteiten in de uiterwaarden in het gebied tussen de spoorbrug en de Waalbrug. De thans niet verstoorde gebieden worden ontzien. Zie p. van de Passende beoordeling. Voor het gebruik van het evenementen- en kampeerterrein zijn handhaafbare voorschriften opgenomen in zowel bestemmingsplan als de Natuurbeschermingswetvergunning van de provincie. Naar aanleiding van onder andere deze zienswijze en nader onderzoek, is een aantal aanvullende regels en voorschriften gesteld. Zie verder bij A en het onderdeel Planregels van deze zienswijze. Zie bij A, H en het onderdeel Planregels. Voor het overige geeft dit onderdeel van de zienswijze geen aanleiding de besluiten aan te passen. A. Gebruik en handhaving De realisatie van de Citadel is onzeker, maar er wordt wel al gesproken over een Citadelbrug die aansluit op de wegenstructuur van de Citadel. De brug kan volgens indiener achterwege A Het gebruik van de werknaam Citadelbrug betekent niet dat deze brug afhankelijk is van de realisatie van het woningbouwplan de Citadel. De brug sluit aan op de bestaande Oosterhoutsedijk en dient ten behoeve van de ontsluiting van dit deel van het gebied voor beheerders, recreanten en hulpdiensten. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

20 blijven. A. Gebruik en handhaving Voor wat betreft het gebruik van de uiterwaarden ten zuiden van de Waal is het onderdeel parkeren niet geregeld en er blijkt vanuit de Nbwetvergunning geen geluidsnormering te zijn. A, E Parkeren Op het onderdeel parkeren tijdens evenementen wordt in het ontwerp bestemmingsplan ingegaan in par.. van de toelichting. Hierin is aangegeven dat er een parkeernorm van, parkeerplaats per bezoeker wordt gehanteerd. Er worden geen mogelijkheden gecreëerd om binnen het projectplangebied zelf (buitendijks) te parkeren en het evenemententerrein is alleen per voet of fiets te bereiken. Parkeren kan buiten het plangebied plaatsvinden op terreinen die deze functie al hebben. De toelichting bij het bestemmingsplan wordt aangevuld op het punt van parkeren ten behoeve van het evenemententerrein. De parkeerplaatsen worden buiten het plangebied gevonden bij P+R Ressen, de Landschapszone (Vlek ) en het Citadelcollege. Ook is in het ontwerp bestemmingsplan aangegeven dat er mogelijkheden zijn om bezoekers van/naar het evenemententerrein te vervoeren. Mede naar aanleiding van deze zienswijze is onderzocht op welke locaties parkeren tijdens evenementen nog meer mogelijk is. In dit onderzoek is uitgegaan van een maximum aantal van. bezoekers per dag met een maximale piekbelasting van. bezoekers. Uitgaande van de hiervoor genoemde parkeernorm en een zekere mate van overlap van komende en gaande bezoekers, is een maximum aantal parkeerplaatsen noodzakelijk van (, x bezoekers plus % overlap). Deze parkeerplaatsen worden gevonden in de hiervoor genoemde locaties ten noorden van de Waal, eventueel uitgebreid met mogelijkheden in het Waalfrontgebied, dat qua parkeerlocatie en aan- en afvoer van bezoekers via In de regels van het bestemmingsplan en de voorschriften van de provinciale Nbwetvergunning is bepaald dat het maximaal aantal bezoekers voor een evenement. personen per dag bedraagt, met dien verstande dat er op enig moment gedurende die dag niet meer dan. bezoekers tegelijkertijd aanwezig mogen zijn. /

21 pendelbusvervoer op de route ligt naar het evenemententerrein, alsmede op de gemeentelijke parkeerterreinen in Winkelsteegh. Het is juridisch mogelijk deze terreinen voor parkeren te gebruiken. Duidelijk mag zijn dat evenementen (en voetbalwedstrijden) in de gemeente Nijmegen altijd op elkaar worden afgestemd via de evenementenkalender. Ook is voor ieder evenement een evenementenvergunning noodzakelijk, waarbij de organisator een verkeer- en vervoersplan moet indienen. Geluidsnormering Uit de zienswijze van indiener over geluid (zie ook bij F. en O.) blijkt dat er onduidelijkheden zijn wat nu precies is toegestaan aan (geluidbelasting vanwege) evenementen (wel of geen geluidversterking) en wat de mogelijke effecten zijn op instandhoudingsdoelen. Ook wordt geadviseerd om een geluidsnorm op te nemen. Zoals indiener aangeeft, is het gebruik van geluidversterking in zowel Nb-wetvergunning van de provincie als bestemmingsplan niet verboden. Dit betekent dat versterking tijdens evenementen (concerten, culturele voorstellingen, openlucht filmvertoningen e.d.) is toegestaan. Ook is het toegestaan de Vierdaagsefeesten te organiseren op het evenemententerrein. Evenementen die een hoog risicoprofiel hebben zoals dance gerelateerde evenementen, zijn niet toegestaan. Hierdoor zijn ook evenementen die veel lage bastonen produceren niet toegestaan. Er is een aanvullend akoestisch prognoseonderzoek uitgevoerd (zie rapport Akoestisch onderzoek Prognose In de regels van het bestemmingsplan wordt de definitie van evenement aangepast, zodanig dat duidelijk is dat versterking alsmede de Vierdaagsefeesten zijn toegestaan en dat dance gerelateerde evenementen zijn verboden. In de Nb-wetvergunning van de provincie wordt verwezen naar deze aangepaste definitie. In de toelichting bij het bestemmingsplan is in hoofdstuk een verwijzing naar het gemeentelijke beleid, gebaseerd op de APV, ten aanzien van geluid bij evenementen in de open lucht en de geldende (geluid)beperkende regels opgenomen. In de tekst van de Nbwetvergunning van de provincie is een zelfde verwijzing naar dit beleid en de geldende (geluid)beperkende regels opgenomen. /

22 onderzoek evenemententerrein Lent, Oranjewoud, projectnr.. d.d. januari ) om te toetsen wat de mogelijke effecten zijn voor broedvogels in de (ruimere) omgeving van het evenemententerrein vanwege (versterkte) evenementen. Het gebied van het evenemententerrein zelf en de directe omgeving ervan is minder geschikt voor broedvogels door de aanwezige verstoring (verkeer, intensievere recreatie op de westelijke landtong). Dit effect is reeds beoordeeld in de Passende beoordeling. Het gebied tussen de grote plassen (Waaiensteinkolk en Verburgtskolk) is geschikt broedgebied voor de kwartelkoning. Dat is de enige broedvogel waarvoor een instandhoudingsdoel is geformuleerd voor het Natura -gebied Uiterwaarden Waal èn waarvan het potentiele broedgebied ook in het invloedsgebied voorkomt. Effecten op de instandhoudingsdoelen voor niet-broedvogels, habitattypen en soorten voor het Natura Uiterwaarden Waal zijn uitgesloten. In het onderzoek is meegenomen het, ook door indiener aangegeven, aspect van verhoogde achtergrondwaarden o.a. ten gevolge van de Oversteek (i.c. gecumuleerde geluidsbelasting). In hoofdstuk van het rapport worden de resultaten en conclusies weergegeven waarbij in paragraaf. conclusies worden getrokken ten aanzien van het instandhoudingsdoel van de kwartelkoning. Uitgangspunt is dat een evenement niet meer geluid mag veroorzaken in het waardevolle broedgebied dan db(a) (oftewel lager dan db(a)). Dan valt het invloedsgebied van het evenement namelijk buiten het waardevolle broedgebied. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat bij In de regels van het bestemmingsplan zijn de uitgangspunten en randvoorwaarden als volgt opgenomen. Aan artikel zijn de volgende begripsbepalingen toegevoegd: Equivalente geluidsniveau: Het energetisch gemiddelde van de fluctuerende geluiddrukniveaus van het ter plaatse gedurende een bepaalde periode optredende geluid. Soundcheck: Het testen van de geluidsinstallatie en het inregelen van de muziekinstrumenten. PA-systeem (P.A.): Afkorting voor de Engelse term Public Adress. Een P.A. is een vakterm waarmee de geluidsinstallatie bedoeld wordt die de muziek (bijvoorbeeld een concert) gaat versterken voor het publiek. Aan de definitie van Evenement is toegevoegd dat evenementen die een hoog risicoprofiel hebben, zoals dance gerelateerde evenementen, niet zijn toegestaan. In artikel komen de specifieke gebruiksregels voor gronden met de /

23 een bronvermogen van het evenemententerrein van db(a) de geluidbelasting van ten hoogste db(a) in het biotoop van de kwartelkoning te garanderen is. Daarbij dient wel aan de randvoorwaarden die ten grondslag liggen aan het akoestisch onderzoek voldaan te zijn, i.c. de richting van het podium en van de geluidsbron. De onzekerheden die blijven bestaan bij de effectvoorspelling ten aanzien van het daadwerkelijke effect op de functie van het gebied als broedgebied van de kwartelkoning en op de kwartelkoning als deze tot broeden komt, zijn omgezet in uitgangspunten en voorwaarden om significante verstoring vanwege geluidrelevante evenementen te voorkomen. De conclusie luidt dat, bij de gestelde randvoorwaarden, er geen sprake is van een significante verstoring van het gebied dat potentieel waardevol is voor de kwartelkoning als gevolg van een (versterkt) evenement op het evenemententerrein. De uitgangspunten en randvoorwaarden worden als aanvullende voorwaarden in zowel bestemmingsplan en Nb-wetvergunning van de provincie opgenomen. Overigens zijn/worden de uitgangspunten en voorwaarden ook vastgelegd in de Beleidsregels geluid bij evenementen in de open lucht (op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening). Tot slot. Wellicht ontstaat de vraag waarom niet is gekozen voor een geluidsnormering van db(a) ter plaatse van het waardevolle gebied. Dit is niet mogelijk aanduiding evenemententerrein als volgt te luiden: Ten aanzien van het evenemententerrein gelden de volgende regels:. Er mogen maximaal evenementen per jaar plaatsvinden alsmede de Vierdaagsefeesten;. Het maximaal aantal bezoekers voor een evenement bedraagt. personen per dag met dien verstande dat er op enig moment gedurende die dag niet meer dan. bezoekers aanwezig mogen zijn;. Evenementen mogen jaarlijks uitsluitend plaatsvinden in de periode van mei tot en met september;. Het totale aantal evenementendagen, exclusief opbouw en afbouw, mag maximaal dagen bedragen, waarbij het aantal evenementendagen ten behoeve van de Vierdaagsefeesten wordt uitgezonderd;. De Vierdaagsefeesten mogen, exclusief opbouw en afbouw en soundcheck, maximaal aaneengesloten evenementendagen bedragen; /

24 juist vanwege de, ook door indiener gesignaleerde, hogere geluidsbelasting van het gebied door overige geluidbronnen als verkeer, spoor en scheepvaart. Een geluidsnorm van db(a) ter plaatse van het waardevolle gebied is daarmee niet handhaafbaar.. Overige evenementen mogen, inclusief opbouw en afbouw en soundcheck, per evenement maximaal aaneengesloten dagen duren;. De Vierdaagsefeesten mogen, inclusief opbouw en afbouw en soundcheck, maximaal aaneengesloten dagen duren;. Een evenement (inclusief opbouw) vindt pas plaats na het verstrijken van een aantal dagen na het voorgaande evenement (inclusief afbouw), waarbij het aantal verstreken dagen minimaal gelijk is aan de duur van het voorgaande evenement (inclusief opbouw en afbouw);. De begintijd van een evenement is per dag : uur of later;. De eindtijd van een evenement is per dag : uur of vroeger, met dien verstande dat een eindtijd van : uur is toegestaan indien de volgende dag een zaterdag, zondag of officieel erkende feestdag is;. In afwijking van het vorige onderdeel gelden voor de Vierdaagsefeesten per dag de volgende eindtijden: /

25 Zaterdag: : uur; Zondag: : uur; Maandag: : uur; Dinsdag: : uur op de daaropvolgende woensdag; Woensdag: : uur op de daaropvolgende donderdag; Donderdag: : uur op de daaropvolgende vrijdag; Vrijdag: : uur op de daaropvolgende zaterdag, In aanvulling op onderdelen tot en met gelden voor evenementen waarbij het oogmerk is om geluid voor een publiek ten gehore te brengen, de volgende regels:. Tussen de begin- en eindtijd zit maximaal uur;. Het equivalent geluidsniveau mag niet meer bedragen dan db(a) ter hoogte van de aanduiding Specifieke vorm van cultuur en ontspanning meetpunt gemeten op, m boven het maaiveld;. Podia en PA-systemen dienen zodanig te worden opgesteld dat de lijn haaks op de publiekzijde van podia en PA-systemen tussen zuid en zuidoosten is gericht. /

26 Dezelfde wijzigingen zijn doorgevoerd in artikel. De voorschriften zijn ook opgenomen in de Nb-wetvergunning van de provincie. Op de verbeelding van het bestemmingsplan is ter hoogte van het evenemententerrein de functieaanduiding Specifieke vorm van cultuur en ontspanning meetpunt aangebracht. B. Noodzaak De noodzaak van de doortrekking van de nevengeul vanaf de spoorbrug naar de Oversteek is niet aangetoond. Een korte nevengeul, die wel de waterstaatkundige doelstelling haalt, is financieel gunstiger. A, C De stelling dat een kortere nevengeul de waterstaatkundige doelstelling kan halen en dat deze financieel gunstiger is, wordt door indiener niet onderbouwd. De noodzaak van de doortrekking van de nevengeul vanaf de Spoorbrug naar de Oversteek blijkt uit het MER. In het MER Ruimte voor de Waal Nijmegen is in het hoofdrapport op pagina ingegaan op alternatieven met een minder ver doorgetrokken nevengeul. Uit oogpunt van robuustheid, ruimtelijke kwaliteit, ontwikkeling van dynamische natuurwaarden en het voorkomen van opstuwing is beargumenteerd waarom dergelijke alternatieven niet nader in beschouwing zijn genomen. Uit het Nationaal Waterplan komt verder naar voren dat waar mogelijk moet worden geanticipeerd op de wateropgave voor de lange termijn. Met de uitwerking van het ruimtelijk plan wordt hieraan voldaan. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

27 B. Noodzaak Indiener pleit voor een meer milieuvriendelijk alternatief, met name t.a.v. de locatie van het evenemententerrein. Indiener wil het evenemententerrein op de huidige locatie ten oosten van de spoorbrug onder vergelijkbare beperkende voorwaarden als in het ontwerpplan handhaven en afzien van een evenemententerrein op het Waalveld in het westelijk plangebied. A, E Het evenemententerrein op het Waalveld komt niet in de plaats van de locatie ten oosten van de spoorbrug maar is een zelfstandig evenemententerrein. In de Passende Beoordeling behorende bij de Nbwetvergunningaanvragen en het bestemmingsplan alsmede in het aanvullende akoestische onderzoek (zie A) is aangetoond dat met inachtneming van de voorwaarden, die zowel in het bestemmingsplan als in de Nb-wetvergunning van Gelderland zijn opgenomen, er geen significante negatieve effecten zijn op de natuurdoelstellingen in de Natura gebieden en dat derhalve de natuurlijke kenmerken van de Natura gebieden niet worden aangetast. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. C. Seizoensrond In de effectbeoordeling is onvoldoende rekening gehouden met waterrecreatie die jaarrond kan plaatsvinden. B, E In de Passende Beoordeling wordt op juiste gronden ervan uitgegaan dat recreatie met name in de zomermaanden zal plaatsvinden. In ieder geval ligt daar de piek van de recreatieve activiteiten zowel op land als op water. Dan zijn ook de tijdelijke horecavoorzieningen aanwezig. In de Passende Beoordeling is rekening gehouden met de aanwezigheid van doortrekkers en wintergasten en recreatief gebruik in de winterperiode. De (water)recreatie die in de winterperiode plaats vindt, zal echter veel beperkter van aard en aantallen mensen zijn (er is bijvoorbeeld geen strandrecreatie, een lager aantal boten) en zal zeker niet leiden tot een significante verstoring. (zie par.. van de Passende Beoordeling). Aanvullend onderzoek is naar het oordeel van de bevoegde gezagen niet nodig. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen /

28 D. Recreatie en Provinciale Structuurvisie De Waalwaard staat in de Provinciale Structuurvisie niet aangeduid als te ontwikkelen concentratiepunt voor de recreatie. De Provinciale Structuurvisie stelt dat verblijfsrecreatie bij voorkeur buiten de EHS moet plaatsvinden. Het plan stelt evenwel geen beperkingen aan het aantal verblijfsrecreanten. Men kan zich afvragen of het uit het oogpunt van veiligheid gewenst is om op een open locatie langs de rivier verblijfsrecreatie in tenten toe te laten. Indiener verwijst naar een tekstpassage op blz. van de Provinciale Structuurvisie en is van mening dat het ruimtebeslag op de EHS niet wordt gecompenseerd in het plan. Het plan is mogelijk in strijd met de Provinciale Structuurvisie en verordening. A Het gebruik van het woord bij voorkeur geeft aan dat de Provinciale Structuurvisie verblijfsrecreatie in de EHS niet uitsluit. Het plan is dan ook niet in strijd met de Provinciale Structuurvisie en verordening. Kamperen in het gebied is beperkt en gekoppeld aan evenementen met bijbehorende vergunning. Aangezien bij deze vergunningverlening ook overleg met de hulpdiensten gevoerd wordt, kunnen onveilige situaties voorkomen worden. Het kampeerterrein is daarnaast niet zodanig groot in oppervlakte (circa hectare) dat er sprake zal zijn van zo grote aantallen kampeerders dat dat vanuit veiligheidsoverwegingen niet aanvaardbaar is. De recreatieve activiteiten vormen een potentiële bron van verstoring maar die wegen niet op tegen de positieve effecten voor natuur/ehs vanwege het gehele project. Door de dijkteruglegging ontstaat een groter areaal aan natuur en de nieuwe ecotopen passen binnen de natuurdoelen die voor de Ecologische Hoofdstructuur zijn geformuleerd. De kernkwaliteiten van het plangebied in de vorm van leefgebied van soorten uit het soortenbeleid worden niet aangetast, maar juist versterkt. De buitendijkse inrichting is gebaseerd op het ruimte geven aan natuurlijke processen (rivierdynamiek en integrale begrazing). Dit vormt een goede invulling voor een robuust riviersysteem. Bovendien vormt de dijkteruglegging een versterking van de ecologische verbinding parallel aan de Waal. De oppervlakte aan EHS wordt fysiek niet aangetast. De stelling dat ruimtebeslag in de EHS gecompenseerd moet Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

29 worden is onjuist. De effecten op de ecotypen binnen de EHS zijn per soort in het MER Ruimte voor de Rivier Nijmegen onderzoek (zie MER, achtergrondrapport Natuur, hoofdstuk..). E. Natuur-Evenementen De tijdsvakken waarin men evenementen wil toestaan zijn in de passende beoordeling en in de ontwerp Nb-wetvergunning (provincie) verschillend. Niet duidelijk is wat nu leidend is, aldus indiener. E Indiener kan niet worden gevolgd in deze stelling. Zowel in het bestemmingsplan (zie art... onder van de regels) als in de Nb-wetvergunning van Gelderland is aangegeven dat in de periode mei - september evenementen kunnen plaatsvinden. Deze periode is ook getoetst in de Passende Beoordeling. In de Passende Beoordeling is in het algemeen toegelicht wat de kwetsbare periodes zijn van de diverse (vogel)soorten. Ook wordt een aantal voorbeeldevenementen genoemd die vooral plaatsvinden vanaf de maand juni. Specifiek voor het evenemententerrein is in paragraaf. van de Passende Beoordeling beschreven dat in de periode mei t/m september verstoring van broedvogels (alleen de kwartelkoning; voor de porseleinhoen en de zwarte stern is er geen geschikt biotoop) kan optreden. Het effect op de kwartelkoning zal echter beperkt zijn, omdat het eiland vooral een vegetatiekundige en verbindende waarde zal hebben, maar geen functie zal vervullen als broedgebied. Het terrein wordt thans al verstoord door recreatie en ligt daarnaast deels in de zone die reeds verstoord wordt door de Oversteek. Verstoring van niet-broedvogels (wintergasten) treedt niet op, omdat de periode dat deze soorten aanwezig zijn (half september - april) niet samenvalt met de periode waarbinnen de evenementen zijn voorzien. Wanneer de eerste wintergasten toch aanwezig zijn (vanaf half september) dan zijn er voldoende Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

30 uitwijkmogelijkheden ten oosten van het evenemententerrein omdat het aantal vogels dan nog beperkt is. E. Natuur-Evenementen Van mei/september is sprake van broedtijd en van trektijd voor verschillende vogelsoorten. De plantoetsing maakt geen gewag van het feit dat bijvoorbeeld kwartelkoning juist in juni actief is en er vanaf juni sprake kan zijn van tweede legsels van diverse soorten. Met andere woorden: er kan sprake zijn van nesten en jonge vogels in het plangebied waar tegelijkertijd allerlei activiteiten met verkeer en betreding wordt toegestaan. E In de Passende Beoordeling is aangegeven dat er broedvogels zijn die gevoelig tot zeer gevoelig zijn voor verstoring, juist in die periode. Ook is bekend dat de kwartelkoning een tweede legsel kan hebben. Geoordeeld is dat er een zeer beperkt effect is omdat (de omgeving van) het evenemententerrein op het Waalveld weinig waarde heeft als broedgebied. Bovendien is er reeds sprake van verstoring (en compensatie) vanwege de Oversteek. Activiteiten met verkeer zijn niet aan de orde, immers het gebied is niet bereikbaar met de auto en bij evenementen wordt er niet binnen het plangebied (Naturagebieden) geparkeerd. Het evenemententerrein op het Waalveld is alleen te voet of per fiets te bereiken. In tabel. van de Passende Beoordeling wordt specifiek ingegaan op de kwartelkoning. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. E. Natuur-Evenementen Indiener vraagt zich ten aanzien van het bezoekersaantal van. op een dag af, of het hierbij gaat om maximaal. geregistreerde bezoekers op een dag of dat over de gehele dag. bezoekers verspreid aanwezig mogen zijn. Dit is een groot verschil en uit zich met name in de verkeersstromen. Het onderdeel veiligheid A, E Vooropgesteld zij dat het regionaal Veiligheidsoverleg heeft aangegeven dat een belasting van. personen per dag vanuit veiligheidsoogpunt aanvaardbaar is, dat wil zeggen dat een dergelijke hoeveelheid mensen zich bij een calamiteit goed uit de voeten kan maken. De piekbelasting tijdens een evenement zal echter naar verwachting lager liggen. Zie ook de reactie op de zienswijze onder A. In het bestemmingsplan staat daarom in artikel.. en...: Het maximaal aantal bezoekers voor een evenement bedraagt. per dag, met dien verstande dat er op enig moment gedurende die Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

31 speelt hier ook een rol nu via het water ongelimiteerd bezoek mogelijk is. dag niet meer dan. bezoekers tegelijkertijd aanwezig mogen zijn. Hetzelfde voorschrift staat ook in de Nb-wetvergunning van de provincie. Door de toevoeging van de woorden per dag is voldoende duidelijk dat het hier gaat om. bezoekers gezien over de dag. Tot slot wordt er nogmaals op gewezen dat het evenemententerrein op het Waalveld niet bereikbaar is per auto behoudens bevoorrading en op- en afbouw van een evenement. Bezoekers van een evenement komen per fiets of te voet naar het evenemententerrein. E. Natuur-Evenementen Onduidelijk in de ontwerpbeschikking Nb-wet (provincie) blijft de inrichting van het Waalveld. Onder 'Effecten van recreatie in het plan' (blz. ) wordt het evenemententerrein (Waalveld) niet vergraven, even verder wordt het evenemententerrein niet verder opgehoogd dan, m boven NAP en onder 'Beoordeling van de aanvraag' (blz. ) wordt een ophoging van het Waalveld met ca. tot, m tot een hoogte van, m boven NAP genoemd. In het Ruimtelijk plan van was nog sprake van handhaven van maaiveld van, m boven NAP. E Het evenemententerrein op het Waalveld wordt opgehoogd met gebiedseigen voedselarm zandig materiaal tot, m. boven NAP. Hiervoor is gekozen omdat het terrein bij een dergelijke hoogte minder vaak zal overstromen. Het gebied blijft daarmee geschikt voor Stroomdalgrasland. In de Passende Beoordeling is als uitgangspunt genomen dat - als het evenemententerrein zou moeten worden opgehoogd - de hoogteligging van het terrein de ontwikkeling van stroomdalgrasland nog mogelijk zou maken (o.b.v. de overstromingsfrequentie bij een bepaalde hoogteligging). Bij de toets aan de instandhoudingsdoelstelling is er echter niet van uitgegaan dat het daar tot ontwikkeling komt in verband met het gebruik als evenemententerrein, maar dat dit habitattype (stroomdalgrasland) elders in het plangebied tot ontwikkeling komt. De Nb-wetvergunning van de provincie wordt aangepast, waarbij duidelijk wordt dat het evenemententerrein Waalveld wordt opgehoogd tot, m boven NAP (o.a. blz., ). /

32 E. Natuur-Evenementen Een geïsoleerde ophoging van het Waalveld werkt negatief voor grazers In perioden van hoogwater. Indiener verzoekt het huidig maaiveld te handhaven, zoals oorspronkelijk voorgenomen. A, C, E Binnen het evenemententerrein op het Waalveld was een hoogwatervluchtplaats voorzien die zou worden opgehoogd tot, m boven NAP. Er is echter onderzoek gedaan naar een alternatief voor deze hoogwatervluchtplaats, juist in verband met de ook door indiener gesignaleerde, ongewenste geïsoleerde ligging. Dit alternatief is inmiddels binnendijks gevonden aan de Oosterhoutsedijk ter hoogte van de Zaligestraat, en hierover zijn afspraken gemaakt tussen de gemeente Nijmegen, de GEM Waalsprong en waterschap Rivierenland. Hierdoor is het niet meer noodzakelijk de op het Waalveld geplande hoogwatervluchtplaats te handhaven. In het bestemmingsplan zijn de aanduidingen specifieke vorm van natuur hoogwatervluchtplaats op het eiland van de verbeelding verwijderd. Ook de Nb-wetvergunning van het ministerie van EL&I en het Projectplan Waterwet zijn tekstueel aangepast. E. Natuur-Evenementen Indiener wenst dat nader wordt bekeken waar hoogwatervluchtplaatsen het beste gerealiseerd kunnen worden in of bij het plangebied. E. Natuur-Evenementen Bij het onverhoopt handhaven en ophogen van het evenemententerrein, verzoeken wij u inzicht te geven in de kwaliteit van het ophoogmateriaal. Planregels..: de tijdelijke periode is niet gedefinieerd en daarom is de planregel niet handhaafbaar. A Zie E. Zie E. A Zie E. Zie E. A..: In artikel. van het Bestemmingsplan wordt tijdelijk als volgt gedefinieerd: een bouwwerk dat uitsluitend aanwezig is in de periode van mei tot en met september...: gelet op het waardevol...: Op het westelijk deel van het eiland, nabij de /

33 landschap van de rivieruiterwaard verzoekt indiener om niet meer dan bouwlaag toe te staan en het bouwoppervlak te beperken. Daarmee wordt ook de verstoring van natuur beperkt. Oversteek, wordt een drietal tijdelijke gebouwen mogelijk gemaakt: één op de westelijke punt van het eiland en twee direct ten oosten van de Oversteek, op het Waalveld. Met deze gebouwen is beoogd in het gebied een plaats te geven aan horeca, kleinschalige seizoensgebonden culturele, sociaal-recreatieve en milieueducatieve functies en een vogelkijkhut. Aan de gebouwen wordt de eis gesteld waterbestendig te zijn. Dat wil zeggen dat ze bij hoog water geen belemmering vormen voor het water. Hier kan voor worden gezorgd door de gebouwen opdrijvend te maken of op palen te bouwen. Met het oog hierop worden twee bouwlagen in plaats van één toegestaan. Het is hierdoor bijvoorbeeld mogelijk om een gebouw als een strandpaviljoen op te richten, waarbij de eigenlijke (horeca)functie op de bovenste bouwlaag is gesitueerd en de onderste bouwlaag wordt gebruikt als toegang en opslagruimte. De gebouwen zijn beperkt van omvang; één gebouw mag een oppervlakte hebben van maximaal m, de andere twee mogen maximaal m beslaan. Zoals hiervoor al aangegeven mogen de gebouwen uit twee bouwlagen bestaan, waarbij een bouwlaag maximaal m hoog mag zijn In verhouding tot de omvang van het gebied en andere in het gebied aanwezige landschappelijke elementen als de Oversteek zullen de gebouwen een geringe landschappelijke impact hebben. In het beeldkwaliteitplan, dat als toevoeging aan de gemeentelijke welstandsnota wordt vastgesteld, zijn voorwaarden opgenomen om een goede landschappelijke inpassing te waarborgen. /

34 Aan de gebouwen is verder nog de eis gesteld dat deze slechts tijdelijk aanwezig zijn. Tijdelijk betekent in dit verband dat de gebouwen in het hoogwaterseizoen, dat wil zeggen van mei tot en met september, verwijderd moeten zijn. Van een verstoring van de natuur zal in deze periode dus geen sprake zijn. Onder deze omstandigheden is in de Nb-wetvergunning van Gedeputeerde Staten van Gelderland geconcludeerd dat de plannen, waaronder de tijdelijke horecavoorzieningen, geen significant negatieve effecten hebben op de nabijgelegen Natura -gebieden. Concluderend is er geen aanleiding de tijdelijke horecavoorzieningen op het eiland in omvang te verkleinen.... het is van belang dat ruigte en struweel aangemerkt worden als uitzondering. Immers deze zijn ook hoger dan cm maar geaccepteerd door Rijkswaterstaat omdat dit in de zogeheten SNIP- beslissing zat. Het moet dus geen probleem zijn die toe te voegen en voorkomt dat de terreinbeheerder hierop wordt aangesproken..: De zogeheten SNIP -beslissing van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu vermeldt op dit punt dat in het bestemmingsplan grenzen moeten worden opgenomen voor de mate van verruiging van de vegetatie. Hoe dit verder ingevuld moet of kan worden, wordt in de SNIP -beslissing niet vermeld. De stelling dat ruigte en struweel hoger dan cm geaccepteerd is in de SNIP -beslissing onderschrijven wij derhalve niet. Om te voldoen aan de hiervoor aangegeven eis is in het bestemmingsplan bepaald dat in bepaalde bestemmingen er een verbod geldt op vegetatie hoger dan cm in de winterperiode. Deze eis sluit aan bij het natuurlijk beeld van grasland in de winter. Dit verbod heeft het /

35 uitgangspunt gevormd bij de berekening van de waterstandsdaling bij hoog water die met het plan gehaald moet worden (i.c. een waterstandsdaling van cm). Er zijn alleen uitzonderingen gemaakt voor plekken waar bos tot ontwikkeling mag komen; immers voor bos zou deze eis betekenen dat deze niet tot ontwikkeling kan komen, zie ook artikel..,..,.. en.. van de regels van het bestemmingsplan in samenhang met bijlage bij de regels. Door ruigte en struweel toe te voegen aan de uitzonderingen op het verbod, bestaat het risico dat de waterstandsdaling in gevaar komt. In de planregels is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen voor het houden van gewassen met een hoogte van meer dan cm in de winterperiode indien de gebruiker vooraf een verklaring van geen bezwaar van de waterbeheerder overlegt (zie artikel.,.,.,. van de planregels). Dit is opgenomen om het zogenaamde cyclisch beheer mogelijk te maken. Het project Ruimte voor de Waal Nijmegen voorziet immers in zogenaamde beheerruimten waarin vegetatieontwikkeling toegestaan wordt totdat de belemmering van waterafvoer te groot wordt (het interventieniveau ). In het MER Ruimte voor de Waal Nijmegen, bijlagenrapport Hydraulica en Morfologie, wordt beschreven en berekend welke beheerruimte er bij de gewenste vegetatiebeelden geraamd moet worden en zijn per MER-variant de effecten beschreven. (Zie hoofdstuk. Achtergrondrapport Hydraulica en Morfologie.) Het interventieniveau is vastgelegd in het projectplan op grond van artikel., eerste lid, van de Waterwet...: In het kader van veiligheid is. mensen, op moment,...: Het regionale Veiligheidsoverleg heeft. /

36 aanwezig mogelijk veel. Is hier rekening mee gehouden?..: de tijdelijke periode is niet gedefinieerd en daarom is de planregel niet handhaafbaar. Ook is niet duidelijk hoeveel mensen er mogen kamperen. bezoekers per dag aangegeven als aanvaardbaar maximum vanuit veiligheidsoverwegingen. Overigens is inmiddels opgenomen in het bestemmingsplan dat er niet meer dan. bezoekers tegelijkertijd aanwezig mogen zijn, zie A...: Zie artikel. voor definitie van tijdelijk. Er is in het ontwerpbestemmingsplan geen maximaal aantal kampeerplaatsen of aantal mensen gedefinieerd. In de opgestelde Passende Beoordeling, welke basis is geweest voor de Nb-wetvergunning van de provincie Gelderland, wordt geen limiet gesteld aan het aantal kampeerplaatsen of mensen, maar worden andere randvoorwaarden gesteld. Daaronder begrepen zijn onder meer het incidenteel gebruik (uitsluitend gekoppeld aan evenementen), geen inrichting als kampeerterrein, maximaal nachten per keer en alleen middels tenten. Wij zijn, gelet op de zienswijze van indiener, van mening dat het maximaal aantal kampeernachten regeling behoeft in het bestemmingsplan. Uitzondering op het maximum aantal van nachten vormt de periode van de Vierdaagsefeesten, met maximaal nachten. De aanduiding kampeerterrein op de verbeelding brengt een begrenzing van het aantal kampeerplaatsen met zich mee; buiten de aanduiding is kamperen verboden. De aanduidingen kampeerterrein hebben een gezamenlijk oppervlak van circa hectare. De RECRON (Vereniging van Recreatieondernemers) hanteert als vuistregel dat op hectare kampeerterrein kampeermiddelen kunnen worden geplaatst. Dit aantal laat ruimte over voor paden en wegen en voor een onderlinge tussenruimte tussen In artikel.. van het bestemmingsplan wordt het aantal nachten dat mag worden gekampeerd opgenomen (, m.u.v. de Vierdaagseperiode) conform de PB en conform de provinciale Nbwetvergunning. /

37 F. Geluid Luidprekers zijn niet verboden. Indiener beveelt aan om regels te stellen t.a.v. toegestaan geluidniveau en/of geen luidsprekers toe te staan. F. Geluid De ontwerpvergunning Nb-wet (provincie) staat evenementen toe vanaf mei. Dat betekent dat midden in de broedtijd de uiterwaarden belangrijk zullen worden belast en vogels zullen worden verstoord. Zeker nu de geluidbelasting meer dan db(a) zal zijn. Dat betekent ook dat de kwaliteit van leefgebieden in de Natura gebied Waalwaarden significant zal verslechteren, de passende beoordeling spreekt van evenementen vanaf eind juni t/m september. Het ontwerpbestemmingsplan en de ontwerp Nb-wetvergunning van mei t/m september. In mei en juni is sprake van broedende vogels, ook van kwartelkoning, tweede nesten, en A, E A, E kampeermiddelen van meter (in verband met brandveiligheid). Op een kampeerterrein van hectare zouden dus maximaal kampeermiddelen mogelijk zijn. Overigens zijn naar de maatstaven van de RECRON campings en kampeerterreinen gemiddeld tot hectare groot. Een kampeerterrein van hectare is verhoudingsgewijs dus als kleinschalig aan te merken. Deze kleinschaligheid is passend bij de natuurfunctie van het eiland. Zie de beantwoording bij A. Zie A. Zie de beantwoording bij A, E en F. De stelling dat bij een geluidbelasting van meer dan of db(a) automatisch significante verslechteringen optreden van leefgebieden in Natura gebied wordt noch in de literatuur noch door onderzoeken aangetoond. Een geluidbelasting van db(a) of meer is niet per definitie significant. Essentieel is in hoeverre deze geluidbelasting het leef- of broedgebied van de desbetreffende (meest gevoelige) soort aantast. Op dit moment kent het broedgebied van de kwartelkoning al een achtergrondniveau van meer dan db(a) i.c. db(a) (zie aanvullend akoestisch onderzoek paragraaf.), echter gelet op de aanwezigheid van de kwartelkoning is het gebied (kennelijk) toch nog geschikt als broedgebied. De evenementen kunnen plaatsvinden zonder significant negatieve effecten op Zie A. /

38 vanaf augustus alweer van doortrek. Zoals vermeld zal er bovendien een cumulatief geluidseffect zijn met te verwachten significante negatieve gevolgen. Bij de Commissie m.e.r. en in de jurisprudentie wordt bij geluid boven de db(a) de kans op verstoring significant geacht. Hier is naar de mening van indiener onvoldoende rekening mee gehouden. Daarbij is ook sprake van externe werking en cumulatieve werking (verkeer, boten, spoor) op de Natura gebieden. De geluidbelasting zal dus aanzienlijk toenemen ook in de avonduren (recreatievaart, waterscooters etc.). instandhoudingsdoelstellingen, zo is in de Passende Beoordeling alsmede het, bij A genoemde, aanvullende akoestische onderzoek aangetoond. Het aanvullende akoestische onderzoek heeft geleid tot het opnemen van een aantal extra voorschriften in zowel de planregels van het bestemmingsplan als de Nb-wetvergunning van de provincie om te garanderen dat er geen geluidbelasting vanwege evenementen plaatsvindt groter dan db(a). Zowel externe werking als cumulatie zijn in de Passende Beoordeling beoordeeld. In het aanvullende akoestische onderzoek is cumulatie van geluid vanwege verkeer, spoor en scheepvaart nader beoordeeld. Zie voor een conclusie hierover bij A.. Overigens heeft de commissie m.e.r. in haar oordeel over effecten op natuur aangegeven: De Commissie is van oordeel dat de effecten op natuur juist en afdoende in beeld zijn gebracht. De Passende beoordeling maakt aannemelijk dat bij de VKV (Voorkeursvariant) aantasting van natuurlijke kenmerken is uit te sluiten. Ook blijkt dat de VKV de kernkwaliteiten van de Natura gebieden versterkt. In de Passende beoordeling zijn de diverse bronnen van verstoring (door de ruimte voor de riviermaatregel of autonoom) meegenomen en is een aantal mitigerende maatregelen opgenomen die aan de Natuurbeschermingswetvergunning zijn gekoppeld als voorschrift. Doordat in het bestemmingsplan de maximale vaarsnelheid op km/uur is gesteld (artikel., onder f) /

39 wordt het gebruik van snelle waterboten en scooters die veel geluid produceren, tegengegaan. Van een aanzienlijke (toename van de) geluidsbelasting is derhalve geen sprake. G. Verlichting Er is geen onderzoek verricht naar effecten als gevolg van verlichting, noch zijn er maatregelen gesteld t.a.v. het gebruik van verlichting en het voorkomen van negatieve effecten op de natuur, zowel in het plangebied zelf als op aangrenzende terreinen die onderdeel zijn van de EHS en Natura A, E, E In het MER, achtergrondrapport Natuur, is verlichting betrokken in de beoordeling, zowel bij de aanleg als bij gebruik van het gebied. Ten aanzien van de aanleg is gesteld dat verlichting van het bouwterrein tijdens de realisatie tijdelijk voor verstoring kan zorgen. In de Passende Beoordeling wordt een aantal maatregelen aangegeven om verstoring vanwege licht tijdens de aanlegfase te voorkomen. Deze maatregelen en een aantal specifieke aanvullingen zijn met name in voorschriften en van de Nb-wetvergunning van de minister van EL&I vastgelegd. Ten aanzien van verstoring in de gebruiksfase wordt in de Passende Beoordeling het effect van geluid en beweging als maatgevend beschouwd en zal verlichting daaraan ondergeschikt zijn. Daarnaast wordt in de regels opgenomen dat evenementen vanaf. uur s-ochtends tot maximaal. of. uur s avonds mogen plaatsvinden (met uitzondering van de Vierdaagsefeesten). In combinatie met het feit dat in de periode dat de meeste evenementen zullen plaatsvinden (zomer) het lang licht is, is er weinig verlichting nodig. Daarnaast zullen de aanwezige bruggen een afschermende werking hebben voor de effecten van verlichting op het intensiever gebruikte deel van het eiland (waaronder het evenemententerrein). Zie bij A, H en het onderdeel Planregels. Voor het overige geeft dit onderdeel van de zienswijze geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

40 H. Recreatiedruk Gelet op de planregels kan over de periode mei/september de helft van de periode benut worden voor evenementen. Indiener betwijfelt of dit wel is meegenomen in de effectbepaling. A, B, E Uitgangspunt in de Passende Beoordeling is dat de vegetatie van het evenemententerrein niet zwaar mag lijden onder evenementen. Aantasting van de vegetatie ontstaat door een combinatie van m.n. betredingsdichtheid, betredings-/bedekkingsduur, natte of droge periode (nat is kwetsbaarder), betreding van langgras of kort gemaaid gras (langgras is gevoeliger voor pletten en 'dichtslaan'). Daarom geldt als uitgangspunt dat gedurende maximaal de helft van de tijd in de periode mei/september een evenement mag plaatsvinden. In het bestemmingsplan en de Nb-wetvergunning van de provincie zijn voorschriften opgenomen voor het gebruik van het evenemententerrein. Overigens is de genoemde periode inclusief op- en afbouw van de evenementen, waardoor het netto aantal evenementendagen lager zal liggen. Onder andere deze zienswijze heeft ertoe geleid dat nader is bezien of een dergelijke periode nodig is vanuit de programmering van evenementen. Ook is de periode getoetst aan (het beleid op grond van) de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) (overlast voor omwonenden). Dit heeft geleid tot de constatering dat een periode van netto evenementendagen dat wil zeggen exclusief op- en afbouw, conform het APV-beleid is. Daarnaast is gebleken dat vanuit programmering van evenementen kan worden volstaan met evenementen in plaats van tien. De periode waarbinnen evenementen kunnen plaatsvinden, inclusief op- en afbouw, wordt hierdoor teruggebracht van dagen naar dagen. Het bestemmingsplan en de Nbwetvergunning van de provincie zijn aangepast zodanig dat sprake is van een maximum van evenementen, waaronder in ieder geval de Vierdaagsefeesten, die op maximaal dagen inclusief op- en afbouw kunnen plaatsvinden (zie bij A.). Aan de Nb-wetvergunning provincie is bovendien het volgende voorschrift toegevoegd: - melden start opbouw evenement bij afdeling Handhaving Provincie Gelderland. Voor het overige geeft dit onderdeel van de zienswijze geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

41 I. Waterkwaliteit Er is geen rekening gehouden met de slechte (zwem)waterkwaliteit, aldus indieners. A In het plangebied wordt geen zwemwater gerealiseerd. In de Passende Beoordeling is ingegaan op de (tijdelijke) verandering van de waterkwaliteit ten gevolge van de ingreep (blz. -). In het kader van de milieueffectrapportage is beschreven hoe de waterkwaliteit in de nevengeul zal zijn. Dit is beschreven in het hoofdrapport van de milieueffectrapportage (volledige titel: "Ruimte voor de Waal - Nijmegen. Mllieueffectrapport" met kenmerk W.). In dit rapport wordt geconcludeerd dat het water in de nevengeul permanent ververst zal worden met water uit de Waal. Ook wordt geconcludeerd dat aanleg van de nevengeul een positief effect zal hebben op de soortenrijkdom in het oppervlaktewater In het Projectplan wordt in par.. en.. ingegaan op de effecten van de aanleg van de waterstaatswerken op de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. J. Vogelinventarisatie Uit de passende beoordeling blijkt dat men alleen in heeft gekeken naar broedvogels. Dit is onvoldoende representatief. B, E, E De stelling dat er alleen naar broedvogels is gekeken is niet correct. Er is gebruik gemaakt van gegevens van de SOVON, hierin zijn onder meer ook wintergasten opgenomen. Op maart is het gebied opnieuw bekeken en beoordeeld op de noodzaak van een update van het veldonderzoek uit. De conclusie luidt: Uit de quick scan van maart blijkt dat de situatie in het ingrepengebied vrijwel onveranderd is in vergelijking met die in, zodat zich in het voorkomen van beschermde habitattypen en soorten naar verwachting geen grote wijzigingen hebben voorgedaan. Een uitgebreid Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

42 veldonderzoek in zal in grote lijnen dezelfde resultaten opleveren als het onderzoek in. Een nieuw veldonderzoek in wordt dan ook als niet noodzakelijk beschouwd, omdat alle relevante informatie reeds in is verzameld en nog steeds geldig is. Zie het rapport van Natuurbalans d.d. maart en de Memo Update inventarisatiegegevens van Oranjewoud, die bij de aanvragen Nb-wetvergunningen zijn gevoegd. J. Vogelinventarisatie De effecten op soorten, als wulpen en grutto s zijn volgens indiener onderbelicht. B, E, E In de Passende Beoordeling wordt op blz. t/m en t/m uitgebreid ingegaan op de effecten die de ingreep heeft op wulp, grutto en kievit. Voor zowel wulp, grutto als kievit luidt de conclusie dat de aantasting van het actuele leefgebied met zekerheid niet zal leiden tot een (significant) negatief effect op de instandhouding van deze soorten in de Uiterwaarden Waal. Voor de Gelderse Poort leidt verstoring door recreatie evenmin tot negatieve effecten op de wulp, de grutto en de kievit. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. J. Vogelinventarisatie Onder andere Wulpen en grutto's zijn verstoringsgevoelig. De beoogde locatie van het evenementen terrein zelf, maar ook het aangrenzende gebied zal ongeschikt of minder geschikt worden voor deze genoemde soorten. Geen onderzoek is gedaan wat dit betekent voor de instandhoudingsdoelstellingen van het E De stelling dat geen onderzoek is gedaan naar de effecten op onder andere wulpen en grutto s, is onjuist. Zie het antwoord bij J. Door de voorgenomen ingreep is er onder andere sprake van een toename van het oppervlak aan oevers waardoor de kwaliteit van het foerageergebied van deze soorten toeneemt wat gunstig is voor deze soorten. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

43 Natura gebied Uiterwaarden Waal. Indiener vraagt zich af of het beoogde beheer van het uiterwaard-grasland, hetgeen in de ontwerp-beschikking NB-wet en de Passende Beoordeling wordt genoemd, positief zal uitwerken voor weidevogels als Kieviet, Grutto en Wulp, De kievit bijvoorbeeld heeft behoefte aan intensiever gebruikt grasland. E Ervaringen in andere uiterwaarden waar natuurlijk(er) beheer is doorgevoerd na herinrichting met riviergebonden natuur, leert, dat ook dan nog grote aantallen weidevogels voor kunnen komen; vooral grutto s, tureluurs en kieviten die in het voor- en najaar massaal voedsel zoeken. In het plangebied blijft het aandeel grasland vrij hoog (nodig vanuit de hoogwaterveiligheid) wat positief is voor dit soort vogels. De balans van de positieve en negatieve effecten is dat het effect op deze soorten in de Passende Beoordeling als licht negatief, maar niet significant is beoordeeld. J. Vogelinventarisatie Indiener heeft twijfels of het onderzoek naar het voorkomen van soorten in en in de directe omgeving van het plangebied en het gebruik van het gebied voldoende is uitgevoerd. Zeker ook in relatie tot de externe werking van de beoogde activiteiten. B, E Niet onderbouwd is waarom indiener twijfels heeft over het uitgevoerde onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd door een ervaren onderzoeksbureau (lid van de Vereniging Netwerk Groene Bureau's) conform de gebruikelijke technieken. Wat indiener verstaat onder in relatie tot de externe werking van de activiteiten is niet helemaal duidelijk. In de Passende Beoordeling is een uitgebreide ingreep effectanalyse gedaan van de beoogde ingreep en gebruik van het gebied op het Natura -gebied, inclusief onderzoek naar externe werking en cumulatieve effecten. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. K. Licht Onderzoek naar effecten van kunstlicht is niet uitgevoerd, Er gelden geen voorschriften t.a.v. verlichting en tijdsduur van evenementen per dag (van - uur). A, B, E Zie de beantwoording bij A en G. Er zijn nadere regels gesteld omtrent tijdsduur van evenementen (maximaal uur) en begin- en eindtijden. Zie A en G. /

44 L. Cumulatie Enkele jaren geleden is een NB-wet vergunning verleend voor de bouw van de Oversteek. Onderdeel van de vergunning was dat er natuurcompensatie plaats zou moeten vinden bij Driel en Rheden. Van belang is te weten of deze compensatie is uitgevoerd en ook de beoogde effecten heeft opgeleverd. In ieder geval is het van belang dit te betrekken in de cumulatieve effectbepaling. A, B, E De Oversteek is betrokken in de beschouwingen, zie paragraaf.. van de Passende Beoordeling. Omdat de natuurcompensatie voor dat project al is uitgevoerd, heeft de realisatie van de Oversteek geen cumulatieve effecten. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. M. Watersingel Het plan spreekt over een aan te leggen Watersingel binnendijks. De motivatie en noodzaak voor deze ingreep vindt indiener niet duidelijk onderbouwd. Bovendien wordt niet ingegaan op mogelijke gevolgen voor de omgeving: natuur, landschap, cultuurhistorie en waterstaat rond het fort beneden Lent. Van belang is ook welke waterkwaliteit het gebied inkomt. Een en ander moet zijn meegenomen in een Watertoets. Rond fort beneden Lent komen beschermde en rode lijst soorten voor. Waaronder de ijsvogel. Ook is niet A, F De aanleg van de gehele Watersingel is een onderdeel van het Waterhuishoudkundig Inrichtingsplan Waalsprong (WIW ), dat zowel door het waterschap Rivierenland als de gemeente Nijmegen is vastgesteld. Daarin is het bredere kader zoals waterkwaliteit en natuurontwikkeling - opgenomen waaraan de waterhuishouding in de Waalsprong moet voldoen. De Watersingel is in onderhavig bestemmingsplan opgenomen om een vervroegde aanleg mogelijk te maken; de Watersingel heeft nl. een gunstig effect op de reductie van de kwelproblematiek. In paragraaf. van de toelichting op het bestemmingsplan, wordt uitgebreid ingegaan op de waterhuishouding. In het achtergrondrapport Geohydrologie is dit uitgewerkt in hoofdstuk. Op het aspect waterkwaliteit wordt in de toelichting bij het Een beoordeling van de waterkwaliteit als gevolg van het bestemmingsplan is in de watertoets in par.. van de toelichting bij het bestemmingsplan opgenomen. /

45 duidelijk wat de gevolgen zijn van hoog water voor het fort en de grachten en het daar voorkomende waterniveau en wat er gebeurt als de waterstand in de singel daalt. Daalt het niveau in de gracht dan mee, en welke consequenties heeft dit? Staatsbosbeheer, beheerder van fort Beneden Lent, bleek bij navraag vandaag van dit planonderdeel niet op hoogte te zijn. bestemmingsplan wel ingegaan bij de beschrijving van Europees en rijksbeleid, maar niet in de watertoets zelf. De conclusies op dit punt zullen alsnog aan de watertoets worden toegevoegd. Voor wat betreft de aansluiting van de Watersingel op de slotgracht Fort beneden Lent (i.c. het Citadelgebied) het volgende. In het ontwerpbestemmingsplan was in het Citadelgebied de Watersingel opgenomen met een tracé overeenkomstig het Masterplan Citadel januari van de GEM Waalsprong. De aansluiting van deze singel op de fortgracht veroorzaakt een wijziging in het peilregime van de fortgracht met gevolgen voor de dijkveiligheid (piping). Deze gevolgen waren in het ontwerp onvoldoende uitgewerkt. Gebleken is dat de dammen in de fortgracht, die nodig zijn om het pipingeffect te voorkómen, waarschijnlijk niet realiseerbaar zijn omdat bij navraag blijkt dat daardoor de cultuurhistorische waarde van het fort zodanig wordt aangetast dat de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed negatief zal adviseren waardoor er hoogstwaarschijnlijk geen omgevingsvergunning zal worden verleend. In verband met de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan moet de Watersingel dan ook worden aangepast. Inmiddels heeft de GEM Waalsprong besloten de Citadel niet uit te voeren volgens het masterplan, maar in een later stadium het gebied te gaan herontwikkelen. Mede gelet op bovenstaande problematiek heeft de gemeente Nijmegen met het Waterschap Rivierenland in het kader van de dijkteruglegging overeenstemming bereikt over de /

46 voorlopige waterhuishouding in het Citadelgebied. De waterafvoer zal vooralsnog in westelijke richting blijven plaatsvinden via het bestaande systeem van o.a. de Rietgraaf. In het realisatiestadium van de dijkteruglegging zal de Watersingel onder de spoorlijn door in westelijke richting worden doorgetrokken tot aan de c-watergang. Door het inkorten van de Watersingel zijn er geen ingrepen meer voorzien in de omgeving van het fort Beneden Lent en is er geen effect op de ecologie en het peilregime van de fortgracht. Hiermee wordt er tegemoet gekomen aan de zienswijze van indiener. Zie zienswijze Waterschap Rivierenland, nummer. Zie verder bij de beantwoording zienswijze Waterschap Rivierenland, nummer. N. Conclusie Indiener vat zijn zienswijze samen onder het kopje conclusie : : verzoek tot zonering in het kader van recreatie, hoofdfunctie natuur op het westelijke gedeelte : verzoek niet aanleggen Citadelbrug : verzoek af te zien van verhoging maaiveld op het Waalveld en HVP nader te bezien : evenemententerrein Waalveld op verbeelding verleggen naar locatie huidige evenemententerrein bij spoorbrug : twijfel of er op grond van de E, F Ad.. Zie beantwoording bij A. Het plan voorziet in een zonering voor recreatie, maar niet in de door indiener voorgestelde vorm. De opzet, milieuafwegingen en ontwerpkeuzes die tot dit plan hebben geleid worden verantwoord in het hoofdrapport van het MER Ruimte voor de Waal, met name het hoofdstuk Voorkeursvariant. Ad.. Zie beantwoording bij A Ad.. Zie beantwoording bij E, E Ad.. Zie beantwoording bij B Ad.. Door indiener is niet aangetoond dat er sprake is van significante negatieve effecten. De bevoegde gezagen alsmede de commissie MER zijn van mening dat de effecten op natuur juist en afdoende in beeld zijn gebracht. De Passende Beoordeling maakt aannemelijk dat aantasting van natuurlijke kenmerken is uit te sluiten Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen, behoudens verwijderen van de Hoogwatervluchtplaats Waalveld (zie E), beperking van duur evenementen (zie A) en wijziging ligging Watersingel bij Fort Lent (zie M.) /

47 Passende Beoordeling geen significante negatieve effecten zijn. : onduidelijkheden omtrent parkeren : evenementen van uur zijn mogelijk. onduidelijkheid over hoeveel mensen mogen overnachten. geen voorschriften met betrekking tot monitoring en handhaving. een integrale Nb-wetvergunning om cumulatieve effecten te kunnen beoordelingen. maanden mei en juni niet in de Passende beoordeling betrokken. onderdeel Watersingel vergt nadere aandacht en dat de kernkwaliteiten van de Natura gebieden wordt versterkt. Ad.. Zie beantwoording bij A Ad. Zie beantwoording bij A en G. Ad.. Zie beantwoording bij Planregels Ad..De voorschriften zijn handhaafbaar. Indien gehandeld wordt in afwijking van de voorschriften kan een handhavingsverzoek worden ingediend. Het is nuttig om de ontwikkeling van de habitattypen en soorten binnen het plangebied te volgen. Het instrument voor monitoring is het op te stellen beheerplan. De in de Passende Beoordeling beschreven effecten geven geen aanleiding om aan de provinciale Natuurbeschermingswetvergunning een specifiek voorschrift inzake monitoring te verbinden. Zie ook beantwoording O. Ad.. Het is niet aan de bevoegde gezagen om in afwijking van het Besluit Vergunningen Natuurbeschermingswet tot één integrale Natuurbeschermingswetvergunning te besluiten. Het geheel alsmede de cumulatieve effecten zijn beschreven in de Passende Beoordeling die voor beide Nb-wetvergunningen als onderligger dient. Ad.. Zie beantwoording bij E Ad.. Zie beantwoording bij M. O. Bijlage In een bijlage worden nog de volgende zaken aan de orde gesteld (dit zijn opmerkingen over Passende Beoordeling en Nb-wetvergunning provincie): /

48 .Van belang is een integrale Nbwetvergunning, dit in verband met handhaafbaarheid en ook in verband met cumulatieve toetsing en afweging van effecten op de verschillende algemene doelen en instandhoudingsdoelstellingen voor de betrokken Natura gebieden.met de beoogde ingrepen gaat aangewezen oppervlakte leefgebied van kolgans, grauwe gans, brandgans en smient verloren. Deze afname is in strijd met de instandhoudingsdoelstellingen. Aanleg van een evenemententerrein is niet gericht op een complementair doel E, E Zie beantwoording bij N Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. E De stelling van indiener dat het plan in strijd is met de instandhoudingsdoelstelling van diverse vogelsoorten wordt niet gevolgd. In de Passende Beoordeling wordt uitgebreid ingegaan op het areaalverlies voor ganzen en smienten. De afname aan draagkracht binnen het Natura -gebied Uiterwaarden Waal wordt beoordeeld als negatief, maar niet significant. De argumenten daarvoor staan in de Passende Beoordeling op blz.. De aanleg van het evenemententerrein is inderdaad niet gericht op een complementair doel. In de Passende Beoordeling wordt onderbouwd dat de aanleg en het gebruik van het evenemententerrein met in achtneming van mitigerende maatregelen niet leidt tot significant negatieve effecten. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen..gelet op de ingrepen ten behoeve van de Oversteek, de daartoe verleende vergunning Nb-wet - en de al of niet gerealiseerde compensatie in de vorm van graslandareaal in de Havikerwaard, van slikkige oevers en habitat voor de kwartelkoning bij Drie, is er mogelijk E In de Passende Beoordeling zijn cumulatieve effecten uitvoerig beoordeeld. De voorgenomen activiteiten leiden samen met effecten van andere projecten niet tot significant negatieve effecten. Zie ook beantwoording bij L. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

49 sprake van een cumulatief effect. Dit is niet meegenomen bij de passende beoordeling. Een verdere afname van het areaal beschermd leefgebied is niet wenselijk. Op pagina staat aangegeven dat het plangebied (matig) geschikt is als leefgebied voor de kwartelkoning..op pagina van de ontwerpbeschikking Nb-wet van de provincie Gelderland staat dat het Waalveld wordt opgehoogd tot een hoogte van, m. + NAP. Op pagina over, m. + NAP. Wat is het nu, en op basis van welke hoogte zijn de effecten bepaald en welke hoogte is vergund. Zie beantwoording bij E. Nb-wetvergunning provincie wordt aangepast, zie bij E..Met betrekking tot de wulp is van belang in hoeverre de uiterwaarden een rol spelen als foerageergebied in de broedperiode. Mogelijk broedt hij dan wel niet buitendijks maar wel binnendijks in de omgeving. E, F In de Passende Beoordeling wordt op blz. het plangebied aangeduid; het plangebied heeft voor de wulp onder andere een functie als foerageergebied en slaapplaats. Door de voorgenomen ingreep zal sprake zijn van een tijdelijke verstoring vanwege de werkzaamheden en van verstoring door recreatie. Door de voorgenomen ingreep neemt de kwaliteit van het foerageergebied van de wulp echter ook toe. De conclusie is dat de voorgenomen activiteit geen negatief effect heeft op de instandhoudingsdoelstelling voor de wulp. Zie verder bij J. Vanuit de Flora- en faunawet geredeneerd zijn Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

50 nestlocaties van de wulp en ook het foerageergebied alleen tijdens de nestperiode beschermd. Is het broedseizoen afgelopen - dat is in het geval van de wulp als de jongen zelfstandig zijn - dan is dat foerageergebied niet meer beschermd. Er geldt uiteraard wel een zorgplicht ten aanzien van deze soort, zoals voor alle dier- en plantensoorten in Nederland De zienswijze geeft verder geen onderbouwing waarom het foerageergebied van de wulp essentieel voor de soort zou zijn om de nestlocatie tijdens het broedseizoen in stand te kunnen houden. Naar de mening van de bevoegde gezagen is het plangebied niet essentieel voor de soort omdat er in de omgeving voldoende alternatief foerageergebied aanwezig is..op pagina van de ontwerpbeschikking Nb-wet van de provincie Gelderland staat aangegeven dat er sprake is van seizoensgebonden horecagelegenheden. Niet duidelijk is wat men hieronder verstaat. E In het bestemmingsplan wordt in artikel. seizoensgebonden gedefinieerd: gebruik van gronden of bouwwerken dat plaatsvindt uitsluitend in de periode van mei tot en met september In artikel. wordt horecabedrijf gedefinieerd: een bedrijf of instelling zoals genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten (bijlage ), waar als hoofddoel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, niet zijnde detailhandel en/of ondersteunende horeca. In de Nb-wetvergunning provincie wordt op blz. een verwijzing naar de definitie van artikel. van het bestemmingsplan opgenomen..op pagina wordt ook gesteld dat het evenemententerrein niet wordt vergraven. Echter het wordt wel opgehoogd, het effect is daarmee vergelijkbaar maar niet onderzocht. E Zie beantwoording bij E. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

51 Welk materiaal wordt opgebracht?.gesteld wordt dat evenementen worden afgestemd op het natuurlijke karakter van de uiterwaarden. Echter er gelden geen concrete voorschriften wanneer iets nog is afgestemd op het natuurlijke karakter. Dit bemoeilijkt handhaving. A, E Dit uitgangspunt is zowel in bestemmingsplan als de Nbwetvergunning van de provincie concreet vertaald in het handhaafbare voorschrift dat er beperkingen worden gesteld aan de duur van de evenementen alsmede dat na ieder evenement een rustperiode van hetzelfde aantal dagen moet plaatsvinden. Zie verder ook het antwoord bij H. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen..op pagina van de ontwerpbeschikking Nb-wet van de provincie Gelderland staat dat evenementen bij voorkeur overdag worden uitgevoerd. Dit sluit avondactiviteiten niet uit. Dat betekent dat er meer aan omgevingseffecten kan zijn dan op het eerste gezicht lijkt: lichtverstoring, extra geluidverstoring rekening houdend met het achtergrondgeluidniveau in avond en nacht? E Zie beantwoording bij A en G. Voor wat betreft de geluidverstoring in avond en nacht het volgende. In de passende beoordeling is aangegeven dat geluid in deze situatie ten opzichte van andere potentiële verstoringsbronnen (zoals licht) veruit de maatgevende verstoringbron vanuit evenementen is. Uit het nadere akoestische onderzoek blijkt dat er met de gegeven akoestische randvoorwaarden aan het evenement geen sprake is van extra geluidverstoring en daarmee ook niet van meer omgevingseffecten in avond en nacht bij een geluidsbelasting van ten hoogste db(a) uitgaande van een achtergrondniveau van db (A) vanwege verkeers-, spoor- en scheepvaartlawaai. Door het opnemen van de uitgangspunten en maatregelen in het bestemmingsplan en de Nb-wetvergunning van de provincie Gelderland wordt gewaarborgd dat er geen extra geluidverstoring optreedt en geen sprake is van meer omgevingseffecten in de door indiener genoemde perioden. Zie bij A en G..Pagina van de ontwerpbeschikking gaat over geluid: voor de uiterwaarden Waal zal het E Het betreft hier de verstoring vanwege verkeer, inclusief de Oversteek, op Natura gebied Uiterwaarden Waal zoals weergegeven in de Passende Beoordeling in /

52 aantal hectares met een geluidbelasting boven de db(a) toenemen. Van hectare naar hectare = hectare. Ook zonder autonome ontwikkeling is de toename aanzienlijk. Wij achten deze verslechtering een significant negatief effect te meer daar boven de db(a) sprake is van grote kans op verstoring van broedvogels en daarmee het leefgebied minder geschikt wordt om te voldoen aan de instandhoudingdoelstellingen. paragraaf.. Er is sprake van een toename van geluidbelast oppervlak boven de db(a) ten opzichte van de autonome situatie. Er is hierbij uitgegaan van een worst-case scenario. Van dit oppervlak is slechts een gedeelte geschikt als leefgebied van broedvogels en foerageergebied; hierin zitten bijvoorbeeld ook de plas en de kolken. Ook neemt de kwaliteit geschikt broedbiotoop voor de Kwartelkoning toe door de omvorming naar een meer natuurlijk beheer. Daarnaast ligt het gebied waarin toename van geluidbelasting plaatsvindt in het gebied waarvoor in het kader van de Oversteek reeds voor hectare is gecompenseerd onder andere voor de Kwartelkoning. Naar de mening van het bevoegd gezag is er dan ook geen sprake van een significant negatief effect..met betrekking tot broedvogels pag. (ontwerpbeschikking Nb-wet provincie Gelderland) concluderen wij dat door middel van het verplaatsen van het evenemententerrein en voorzieningen naar de spoorbrug de omstandigheden voor de kwartelkoning zullen verbeteren in het westelijk deel van het plangebied en dus in Natura. E Indiener stelt voor het evenemententerrein te verplaatsen. Zie hierover de inhoudelijke beantwoording bij B. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen.. Er is geen rekening gehouden met het feit dat soorten als slobeend, krakeend, voor groot deel doortrekker zijn. Deze komen vanaf ongeveer E Zie beantwoording bij E. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

53 september al in grotere aantallen naar Nederland. Dus in het recreatieseizoen. De aangehaalde conclusies op onder meer pagina en van de ontwerpbeschikking en de effectbepaling zijn daarom onvoldoende. Het is niet zeker dat in de periode dat een aantal van deze soorten aanwezig is er minder sprake is van recreatief gebruik. Bovendien zal ook in het najaar, de winter en voorjaar recreatief gebruik mogelijk zijn: roeien, zeilen, kanoën etc.. Er is geen rekening gehouden met de ruiperiode van watervogels bij de effectbeoordeling en vergunningverlening. Deze zijn in de zomerperiode extra kwetsbaar voor verstoring. Is dit over het hoofd gezien? E De meeste soorten waarvoor de instandhoudingsdoelstellingen geformuleerd zijn (wateren moerasvogels) ruien een groot deel van hun verenkleed in één keer. Ze kunnen daardoor ongeveer maand niet vliegen. Deze rui vindt plaats meteen na het broedseizoen (juli -augustus). De vogels houden zich in deze periode schuil in dichte vegetatie en zullen het plangebied dan mijden omdat geschikte vegetatie minder aanwezig is. Het plangebied heeft bovendien niet de functie van broedgebied voor de meeste soorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen zijn geformuleerd. Ze zijn dan niet of in kleine aantallen in het Natura -gebied aanwezig. Voor de kwartelkoning is de ruiperiode impliciet meegenomen in de kwetsbare periode omdat de gehele periode dat de soort aanwezig kan zijn in het Natura -gebied, meegenomen is in de effectbeschrijving. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

54 . Op pagina (ontwerpbeschikking Nb-wet provincie Gelderland) lezen wij dat leefgebied minder geschikt wordt voor de wulp als gevolg van verstoring. Gesteld wordt tegelijkertijd dat vanwege het feit dat het gebied geschikter wordt als leefgebied het saldo effect is. Dit kunnen wij niet volgen. Van belang is wat het daadwerkelijke effect is. Het is niet zeker of extensiever beheer in die mate voor een geschikter leefgebied zorgt als verondersteld. E Op dit moment overwinteren slechts enkele individuen in het plangebied en heeft het plangebied voor de wulp een functie als foerageergebied en slaapplaats. In de eindfase (dat wil zeggen als het gebied is ingericht) zal sprake zijn van verstoring door recreatie, omdat grote delen van het gebied toegankelijk worden voor recreanten. Aan de andere kant is sprake van een toename van de kwaliteit van het (foerageer)gebied doordat (nat) grasland wordt aangelegd, er sprake is van uitbreiding van water en oevers en door het dynamisch beheer (zie voor een beschrijving van de Natuurontwikkeling blz. en voor het Beheer en Onderhoud par.. van de Passende Beoordeling). Omdat na inrichting, het gebied derhalve ook geschikter wordt als leefgebied voor weidevogels, waaronder de wulp, is in de Passende Beoordeling geconcludeerd dat de voorgenomen activiteiten geen negatief effect heeft op het instandhoudingsdoel. Zie verder de beantwoording bij J en J. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen.. N.a.v. pagina. Er is sprake van areaalverlies leefgebied voor ganzen en smienten. Wordt dit niet gecompenseerd en zo nee waarom niet? De afname is in strijd met instandhoudingsdoelstellingen. Aanleg van een evenemententerrein is niet gericht op een complementair doel. E, E Zie de beantwoording bij O. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen.. Er is geen rekening gehouden met het feit dat er allerlei voorzieningen A Er worden binnen dit project geen permanente voorzieningen aangelegd. Bij evenementen, en ook bij Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te /

55 moeten worden aangelegd en gebruikt. Denk aan water en sanitair. Gelet de afstand tot bewoning heeft het daarom de voorkeur een evenemententerrein dichter bij een stedelijk gebied te lokaliseren om hierin te voorzien. De omgevingseffecten zullen dan ook geringer zijn. Ook het kamperen kan uit dit oogpunt beter plaatsvinden dichterbij stedelijke voorzieningen. kamperen, dient de organisator van het evenement voorzieningen zoals water en sanitaire voorzieningen te regelen met mobiele installaties. passen.. Uit de passende beoordeling op pagina blijkt dat het aantal van. bezoekers mede gebaseerd is op het uitgangspunt dat snelle evacuatie mogelijk is. Onze vraag is of dat inderdaad het geval is, nu het terrein toch enigszins afgelegen is en slechts bescheiden toegang heeft voor hulpdiensten. A Zie de beantwoording bij het kopje Planregels (planregel..). Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen.. De passende beoordeling gaat bij de effectbepaling uit van de periode eind juni/september, (p en ) Geen negatieve effecten op grasetende watervogels en weidevogels doordat in de periode dat de evenementen worden uitgevoerd het gebied weinig interessant is voor vogelsoorten (eind juni, juli, september)). E Zie de beantwoording bij E en H. Zie bij H. /

56 Dat betekent bijgevolg dat ook moet worden uitgegaan van een minder groot aantal evenementen. Vergunningverlening voor de maand mei kan niet worden verleend nu de passende beoordeling de maanden mei en juni buiten beschouwing laat.. Vanuit het oogpunt van handhaving is het van belang dat de Algemene maatregelen, om tijdelijk ruimtebeslag te beperken en de gewenste vegetatieontwikkeling te bereiken, alsmede het monitoringsplan uit de passende beoordeling, wel op te nemen in de voorschriften van de NBwet vergunning. De handhaafbaarheid is anders te moeilijk. Niet verwacht mag worden dat latere planuitvoerders/handhavers allemaal rapporten en aanvragen gaan doorspitten. De voorschriften en maatregelen moeten bij voorkeur snel en overzichtelijk bij de hand zijn en duidelijk moet zijn aangegeven welke instantie waar voor verantwoordelijk is met aangegeven tijdspad. E, E, F In de Passende Beoordeling staat een aantal algemene maatregelen om tijdelijk ruimtebeslag te beperken en vegetatieontwikkeling mogelijk te maken. In artikel van de Nb-wetvergunning van EL&I staat: De vergunde activiteiten dienen overeenkomstig de ingediende aanvraag en bijbehorende passende beoordeling - voor zover niet strijdig met onderhavige vergunning - te worden uitgevoerd. In de daarop volgende artikelen worden nadere eisen gesteld ook ter optimalisatie van ontwikkelmogelijkheden en beheer. De uitvoerder van het plan zal hieraan moeten voldoen. Zodoende is uitvoering van de algemene maatregelen verzekerd. Niet valt in te zien waarom deze voorschriften niet handhaafbaar zijn en waarom deze voorschriften niet voldoende zouden zijn. In de Passende Beoordeling wordt ook aangegeven hoe monitoring van vegetatieontwikkeling en ecologische monitoring plaats vindt. Er worden beheer- en onderhoudsovereenkomsten afgesloten met toekomstig terreinbeheerders waarbij dit element ook wordt geregeld. Zie verder de beantwoording bij N. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

57 . Zienswijzen van het waterschap Rivierenland Postbus, AN Tiel Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) De afdamming van de watersingel in de zuidelijke gracht van de Citadel is op de verbeelding weergegeven, maar de uitvoerbaarheid op grond van dijkstabiliteit en effecten op de waterhuishouding van dat technisch ontwerp binnen de aangegeven ruimte is niet aangetoond. Er is nog geen overeenstemming met het waterschap over de wijze waarop de watersingel op de verbeelding van het bestemmingsplan en de ontgravingenkaart is weergegeven. A, D Met indiener is inmiddels overeenstemming bereikt over de waterhuishouding in het Citadelgebied. De waterafvoer zal vooralsnog in westelijke richting blijven plaatsvinden via het bestaande systeem van onder andere de Rietgraaf. In het realisatiestadium van de dijkteruglegging zal de Watersingel onder de spoorlijn door in westelijke richting worden doorgetrokken tot aan de c-watergang. Op dat moment is de waterbuffering in de Landschapszone zo ver gevorderd dat de waterafvoer van het Citadelgebied in oostelijke richting kan plaatsvinden. Hiermee wordt zowel tijdens de uitvoering als na realisatie van de dijkteruglegging de waterhuishouding veilig gesteld, zodat het inkorten van de Watersingel niet tot wateroverlast zal leiden. De ligging van de watersingel op de verbeelding van het bestemmingsplan en op de ontgravingenkaart is aangepast, zodanig dat de watersingel (de bestemming Water ) even ten westen van het spoor aansluit op een bestaande, buiten het plangebied gelegen, watergang. Het plangebied is hiermee verkleind. De gemeente stelt thans een ontwerp op voor de pipingberm bij de Bemmelsedijk. Op het moment van indienen van deze zienswijze heeft indiener onvoldoende inzicht of binnen de gereserveerde ruimte een goed functionerende pipingberm kan worden aangelegd. A Indiener is inmiddels akkoord met het ontwerp voor de pipingvoorzieningen bij de bestaande Bemmelsedijk. Door de pipingberm te vervangen door een pipingscherm is het mogelijk binnen de aanwezige ruimte tot een oplossing te komen. De grens van de beschermingszone van de primaire waterkering komt daarmee m binnenwaarts van de buitenkruinlijn te liggen. Deze ligging sluit aan bij de door indiener geaccordeerde ontwerprapportage Dijkteruglegging Lent - Ontwerp binnendijks piping/heavescherm dijksectie G en O, kenmerk W./ N//VVDM/Nijm d.d. oktober. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

58 Er zijn nog oude tekeningen bij het ontwerpbesluit ontgrondingsvergunning gevoegd. D Bij de definitieve beschikking wordt een nieuwe ontgravingenkaart gevoegd. Bij de ontgrondingenvergunning is een definitieve ontgravingenkaart gevoegd waarop alle ontgrondingen juist zijn weergegeven. /

59 . Nijmeegse Roeivereniging De Waal Waalkade, XP Nijmegen Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) Indiener ondersteunt de zienswijzen van de Stichting Watersport Nijmegen en NSRV Phocas voor wat betreft de realisering van een uniek en sportief watersportgebied. A De gemeente heeft hier kennis van genomen. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Indiener vestigt de aandacht op de gevraagde mogelijkheden voor een roeibaan die voldoet aan de (internationale) eisen voor officiële roeiwedstrijden. Om deze roeibaan mogelijk te maken zou de nevengeul met een paar honderd meter in westelijke richting moeten worden verlengd. Indiener dringt er op aan dit nu nog in het bestemmingsplan op te nemen, zodat dit in de toekomst bij de aanleg van de nevengeul niet als gemiste kans wordt gezien. A, C Zoals de zienswijze al impliceert, laten de afmetingen van de nevengeul het realiseren van een officiële wedstrijdroeibaan niet toe. In het milieueffectrapport (MER) Ruimte voor de Waal Nijmegen is op p. ingegaan op de vraag of in de nevengeul (tussen de spoorbrug en de Oversteek) een officiële (inter)nationale wedstrijdroeibaan kan worden ingepast. Deze vraag wordt negatief beantwoord. Als gevolg van verschillende dieptes, schommelende waterstanden en de aanwezigheid van brugpijlers is de nevengeul niet geschikt als officiële (inter)nationale wedstrijdroeibaan. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. De vraag of een wedstrijdroeibaan in het verlengde van de nevengeul kan worden gerealiseerd, dat wil zeggen meer richting de Oosterhoutsewaarden, maakt geen deel uit van het project en is daarom in het MER niet onderzocht. Het planologisch mogelijk maken van een wedstrijdroeibaan op die locatie zal eerst nader onderzocht moeten worden met inachtneming van natuur- en waterwetgeving. /

60 Een dergelijk onderzoek valt buiten het bestek van het project, dat immers gericht is op de maatregel dijkteruglegging Lent en de daarmee samenhangende waterstanddaling bij hoog water en toevoeging van ruimtelijke kwaliteit. De zienswijze geeft dus geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen. /

61 . Nijmeegse Studenten Roeivereniging Phocas Postbus, CB Nijmegen Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) De zienswijze is een aanvulling op de zienswijze van de Radbouduniversiteit Nijmegen. Indiener verzoekt met een aantal zaken rekening te houden en deze aan te passen in het bestemmingsplan. A De zienswijze behelst een beschrijving van het gewenste gebruik van de nevengeul en delen van de oevers van de nevengeul ten behoeve van de roeisport, met als kern een botenhuis als thuishaven. De gemeente Nijmegen stelt zich op het volgende standpunt. Zoals reeds bij zienswijze is aangegeven, zijn er meerdere initiatieven voor het realiseren van watersportvoorzieningen en het gebruik van de nevengeul. Stichting Watersport Nijmegen (WSN) heeft bijvoorbeeld een initiatief voor een watercampus kenbaar gemaakt. Ten tijde van het indienen van de zienswijze was niet duidelijk hoe dit initiatief zich verhoudt tot het initiatief van een botenhuis voor Roeivereniging Phocas. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Met de betrokken partijen (Radboud Universiteit, Phocas, SWN en Nijmeegse Roeivereniging Waal) is overleg gevoerd over de verschillende initiatieven en gebruikswensen. In een bestuurlijk overleg met de genoemde partijen op december hebben Radboud Universiteit (RU/Phocas en WSN uitgesproken dat zij meerwaarde zien van samenwerken. In principe gaat men voor de realisering van een watersportcampus. Slechts wanneer de campus niet haalbaar zou zijn, wil RU/Phocas zelfstandig een botenhuis realiseren. Tijdens het overleg is afgesproken dat uit de initiatieven van Phocas en WSN eerst een concreet, gezamenlijk Programma van Eisen wordt opgesteld en gezamenlijk /

62 wordt gekeken naar geschikte locaties voor een watersportcampus ten noorden en zuiden van het gebied (met name Veur Lent en Hoge Bongerd). Benodigde aanvullende onderzoeken worden uitgevoerd en, rekening houdend met de eisen van de betrokken bevoegde gezagen en wet- en regelgeving, zal vervolgens bezien worden of inpassing van watersportverenigingen in de nevengeul planologisch haalbaar te maken is. Indien daarvan sprake is, zal een apart RO-traject opgestart worden. Gelet op het feit dat de nevengeul pas vanaf gebruikt zal kunnen worden, is voor deze aanpak ook voldoende tijd. De omstandigheid dat een botenhuis op dit moment niet mogelijk wordt gemaakt, betekent tevens dat in het bestemmingsplan geen grotere mogelijkheden voor de roeisport zullen worden opgenomen dan nu al het geval is. Binnen de bestemming Water is extensief recreatief medegebruik toegestaan, onder meer ten behoeve van roeiverenigingen. Het intensieve gebruik, zoals beschreven in de zienswijze, is binnen deze bestemming niet mogelijk. Voor het verruimen van deze mogelijkheden is eerst aanleiding wanneer de locatie van het nieuwe botenhuis bekend is. Immers, (de mate van) het gebruik van de nevengeul hangt samen met de locatiekeuze van het botenhuis. De uiteindelijke locatiekeuze zal in grote mate het gebruik van de nevengeul door watersportverenigingen bepalen. /

63 Zoals bij de beantwoording van zienswijze, Roeivereniging De Waal, is aangegeven is de nevengeul overigens niet geschikt voor het realiseren van een officiële (inter)nationale wedstrijdroeibaan. Zie tenslotte ten aanzien van het eilandje in de nevengeul de beantwoording hieronder. Indiener traint elke dag over de gehele lengte van het water (thans het Maas- Waalkanaal) met ongeveer veertig boten per dag, die elk gedurende anderhalf uur op het water zijn. Coaching gebeurt op twee manieren: ten eerste per fiets, waarbij de coach op een coachpad fietst en per megafoon aanwijzingen geeft; ten tweede per coachboot, waarbij de coach op een motorboot achter de roeiboten aan vaart. Deze motorboot zal nooit sneller gaan dan de roeiboot, circa km/u. De beperkingen aan gemotoriseerd vaarverkeer mogen niet gelden voor deze coachboten. A De zienswijze zal betrokken worden in het kader van nader onderzoek naar de planologische inpasbaarheid van watersportverenigingen. Eerst nadat de omvang van de watersportinitiatieven bekend is, zal door middel van onderzoek kunnen worden vastgesteld op welke wijze de initiatieven inpasbaar zijn. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. De trainingen vinden gedurende het hele jaar bij daglicht plaats. Indiener wil graag van de mogelijkheid gebruik maken om in de winter na zonsondergang door te kunnen trainen. Hiervoor zullen fietslampen aan de boten bevestigd worden en A Zie beantwoording hiervoor. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

64 zullen roeiers reflecterende kleding dragen. Indiener houdt naast de trainingen ook regelmatig wedstrijden. Interne wedstrijden zijn kleinschalig, het gaat daarbij om circa zes activiteiten per jaar met een maximum deelnemersaantal van roeiers. Op de nevengeul heeft indiener ook de mogelijkheid landelijke wedstrijden te organiseren. Deze wedstrijden zijn altijd in het weekend en trekken maximaal een paar duizend deelnemers en toeschouwers, maar meestal minder. Indiener verzoekt in het bestemmingsplan de mogelijkheid voor dit soort wedstrijden open te houden. Het is aan te bevelen tijdens dit soort evenementen een kampeerterrein te kunnen gebruiken. Tijdens deze evenementen zal ook een aantal extra horecapunten bij het botenhuis aanwezig zijn. A Zie beantwoording hiervoor. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. In het ontwerpprojectplan staat een zandbank ingetekend in de nevengeul. Onduidelijk is hoe groot deze zandbank wordt en hoe breed en hoe diep het water daar omheen. Ondiep water is problematisch, niet alleen voor roeiboten maar ook voor de boten van C Het eilandje waar indiener op doelt, bestaat uit zand. Het is in het inrichtingsplan opgenomen met als functies het ontwikkelen van recreatiemogelijkheden en natuur en het vergroten van de landschapswaarde. Het eilandje zal aan de oostkant beschikken over een oeverbescherming die tegengaat dat het eiland (bij hogere afvoerniveaus) in zijn geheel wegspoelt. Aan de andere Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

65 Rijkswaterstaat, de politie of de reddingsbrigade. Daarnaast zijn veel zwemmers te verwachten in de nevengeul. Deze zijn vanuit roeiboten slecht zichtbaar. Een zonering van het water van de nevengeul is gewenst. kanten van het eilandje is aanzanding en afkalving mogelijk zodat het eilandje geleidelijk van vorm verandert. Dit gaat overigens heel langzaam. Om deze reden is een vaste locatie en omvang van dit eilandje niet geheel te geven. De mogelijkheden voor doorstroming van water door de geul worden niet alleen bepaald door de ruimte die dit water heeft (de breedte van de geul), maar ook door de diepte van het water (samen met het doorstroomprofiel). De waterbeheerder zal door onderhoud een minimum doorstroomprofiel in stand houden om aan de taakstelling voor waterstandsdaling te voldoen. Daarmee is ook de doorvaarbaarheid van de geul en derhalve extensieve recreatie gegarandeerd. Zie op dit punt en ten aanzien van zonering van het water van de nevengeul (ook) de beantwoording van zienswijze. Van de Radboud Universiteit Nijmegen en zienswijze. van de Stichting Watersport Nijmegen.. De zienswijze zal betrokken worden bij nader onderzoek naar de planologische inpasbaarheid van watersportverenigingen. Eerst nadat de omvang van de watersportinitiatieven bekend is, zal door middel van onderzoek kunnen worden vastgesteld op welke wijze de initiatieven inpasbaar zijn. In het botenhuis zullen ook feesten plaatsvinden, voor maximaal bezoekers. Het is aan te bevelen de toegangswegen van het centrum van Nijmegen naar het botenhuis kort te houden en niet door woonwijken te laten lopen. Het is ook wenselijk om zowel vanaf de spoorbrug als de huidige Waalbrug met de fiets het eiland op te kunnen. A Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

66 . Stichting Watersport Nijmegen Pr. Wilhelminalaan, AM Berg en Dal Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) Indiener stelt haar zienswijze mede namens een aantal andere in Nijmegen actieve (water)sportverenigingen alsmede de Nijmeegse Reddingsbrigade in te dienen. Indieners willen in Nijmegen diverse activiteiten nastreven en realiseren en hebben daartoe een Programma van Eisen voor een watersportcampus opgesteld en als bijlage bij hun zienswijze gevoegd. Indieners willen Nijmegen mede als Watersportstad van Nederland profileren en hebben het initiatief opgevat een watersportcampus in het plangebied te realiseren. Een locatiestudie hiervoor moet nog plaatsvinden, maar indieners verzoeken in het bestemmingsplan hier al wel rekening mee te houden. Bij de watersportcampus moet een botenhelling worden aangelegd. Deze staat los van de al in het bestemmingsplan opgenomen passantenhaven. A Er zijn meerdere initiatieven voor het realiseren van watersportvoorzieningen en het gebruik van de nevengeul (zie zienswijze, en ). Phocas heeft bijvoorbeeld een initiatief voor een botenloods kenbaar gemaakt. Ten tijde van het indienen van de zienswijze was niet duidelijk hoe dat initiatief zich verhoudt tot het initiatief van een sportcampus voor Stichting Watersport Nijmegen (WSN). Met de betrokken partijen (Radboud Universiteit, Phocas, WSN en Nijmeegse Roeivereniging Waal) is overleg gevoerd over de verschillende initiatieven en gebruikswensen. In een bestuurlijk overleg met de genoemde partijen op december hebben Radboud Universiteit (RU)/Phocas en WSN uitgesproken dat zij meerwaarde zien van samenwerken. In principe gaat men voor de realisering van een watersportcampus. Slechts wanneer de campus niet haalbaar zou zijn, wil RU/Phocas zelfstandig een botenhuis realiseren. Tijdens het overleg is afgesproken dat uit de initiatieven van Phocas en WSN eerst een concreet, gezamenlijk Programma van Eisen wordt opgesteld en gezamenlijk wordt gekeken naar geschikte locaties voor een sportcampus ten noorden en zuiden van het gebied (met name Veur Lent en Hoge Bongerd). Benodigde aanvullende onderzoeken worden uitgevoerd en, rekening houdend met de eisen van de betrokken bevoegde gezagen en wet- en regelgeving, zal vervolgens bezien worden of inpassing van watersportverenigingen in de Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

67 nevengeul planologisch haalbaar te maken is. Indien daarvan sprake is, zal een apart RO-traject opgestart worden. Gelet op het feit dat de nevengeul pas vanaf gebruikt zal kunnen worden, is voor deze aanpak ook voldoende tijd. Indiener verzoekt de maximumsnelheid van gemotoriseerd vaarverkeer op de nevengeul te verlagen naar km/u. Dit in verband met het voorkomen van golfslag die hinderlijk is voor het roeien en kanoën, veiligheid en voorkomen van geluidsoverlast. A De snelheidsbeperking voor gemotoriseerd vaarverkeer op de nevengeul van km/u is opgenomen in artikel. onder f van het bestemmingsplan, met het oog op het tegengaan van overlast van gemotoriseerd vaarverkeer en om zeker te stellen dat de nevengeul uitsluitend door recreatief vaarverkeer onder andere roeien en kanoën - wordt gebruikt. Daarnaast wordt met deze snelheid voorkomen dat de natuurlijke oevers van de nevengeul worden aangetast. Deze snelheid dient voorts ter voorkoming van geluidsoverlast in het nabijgelegen natuurgebied. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Een verdere inperking van de vaarsnelheid in de nevengeul is daarom niet nodig. Het doorlaatwerk aan de oostzijde van de nevengeul biedt mogelijkheden voor wildwaterkanoërs. Voor de veiligheid van recreanten is het beter de verversing van het water van de nevengeul niet te regelen met duikers of andere afgesloten kunstwerken. A, C Het doorlaatwerk ( de drempel ) is zo ontworpen dat hiermee tot een waterstand van, m boven NAP exact wordt voldaan aan de vereiste doorstroming in de nevengeul (,% van het water van de hoofdstroom). Aanpassing van het doorlaatwerk zou tot gevolg hebben dat niet meer aan de normen voor doorstroming voldaan wordt. Dat is niet wenselijk in verband met de morfologische effecten op de Waal. Wijziging van de uitvoering van het doorlaatwerk is daarom niet mogelijk. Het doel waarvoor het projectplan wordt gemaakt (onder Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

68 andere veiligheid en de maatschappelijke functie extensieve recreatie) prevaleert boven het belang van de indieners bij het door hen voorgestane roeien, eveneens behorend tot de maatschappelijke functie van het watersysteem. Het doorlaatwerk bestaat uit een dam waarin op verschillende hoogtes openingen zijn aangebracht. Het water uit de Waal stroomt door deze openingen de nevengeul in. Naarmate het water in de Waal stijgt, stroomt er meer water door het doorlaatwerk. Het doorlaatwerk zal een hoogte hebben van, m boven NAP. Bij waterstanden tot deze hoogte garandeert het doorlaatwerk dat maximaal,% van het water van de hoofdstroom de nevengeul in stroomt. Bij hogere waterstanden dan, m boven NAP overstroomt het doorlaatwerk en komt er meer water in de nevengeul. De openingen in het doorlaatwerk kunnen wellicht als duikers gezien worden maar van afgesloten kunstwerken zal geen sprake zijn. Ook woelkelders worden niet aangebracht. Hoge waterstanden doen zich overigens voornamelijk in de wintermaanden voor en derhalve buiten het recreatieseizoen. Van een gevaarlijke situatie voor recreanten bij het doorlaatwerk, zal daarom geen sprake zijn. Overigens is de feitelijke uitvoering van het doorlaatwerk een aspect dat niet in het bestemmingsplan geregeld kan worden. Het bestemmingsplan beperkt zich ertoe te regelen welk gebruik en welke bebouwing er op de in het bestemmingsplan opgenomen gronden zijn toegestaan en welke randvoorwaarden daar uit oogpunt van een goede /

69 ruimtelijke ordening voor gelden. Uitvoeringsaspecten kunnen binnen de randvoorwaarden van het bestemmingsplan later uitgewerkt worden, waarbij het wellicht mogelijk is om onder het wateroppervlakte achter de inlaat een paar barrières te leggen om de stroming van het water een beetje te sturen Voor het realiseren van het doorlaatwerk zal te zijner tijd een omgevingsvergunning nodig zijn. Eerst bij de aanvraag om een omgevingsvergunning zal de precieze uitvoering van de drempel vaststaan. Tegen een omgevingsvergunning staat rechtsbescherming open. Voor het roeien is een kilometer lange, vrije baan nodig. Op sommige tekeningen is in de nevengeul een klein eilandje of zandbank ingetekend. Deze verhoogt wellicht de recreatieve en natuurwaarde van het gebied maar mag niet in die vrije baan komen. Het is onduidelijk in hoeverre dit middels het bestemmingsplan kan worden afgedwongen. A, C Het eilandje waar indiener op doelt bestaat uit zand. Het is in het inrichtingsplan opgenomen met als functies het ontwikkelen van recreatiemogelijkheden en natuur en het vergroten van de landschapswaarde. Het vergroot de beleving van de natuurlijke processen, de recreatieve mogelijkheden en de potentiële natuurwaarden. Het past daarmee binnen artikel. onder b. van de planregels. Het eilandje zal aan de oostkant beschikken over een oeverbescherming die tegengaat dat het eiland (bij hogere afvoerniveaus) in zijn geheel wegspoelt. Aan de andere kanten van het eilandje is aanzanding en afkalving mogelijk zodat het eilandje geleidelijk van vorm verandert. Dit gaat overigens heel langzaam. Om deze reden is een vaste locatie en omvang van dit eilandje niet geheel te geven. Deze kan door middel van het bestemmingsplan ook niet afgedwongen worden. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Gezien de stroming in de nevengeul is het echter niet de verwachting dat het eiland tot een obstakel voor het /

70 vaarverkeer uitgroeit. Bij hogere afvoerniveaus is het waarschijnlijker dat het eiland in zijn geheel wegspoelt en dat er hooguit een ondiepte in de nevengeul achterblijft, als er geen oeverbescherming wordt aangebracht (zie ook par... van het Achtergrondrapport Morfologie, dat onderdeel uitmaakt van het MER Ruimte voor de Waal Nijmegen), Bij lagere afvoerniveaus is de mate waarin het eiland verandert, gering. Overigens volgt uit het MER dat de omstandigheden van de nevengeul het realiseren van een officiële wedstrijdroeibaan niet toelaten. Dus ook indien het zandeiland niet zou worden aangelegd, is een officiële wedstrijdroeibaan niet mogelijk. Zie ook de beantwoording van de zienswijze van Roeivereniging De Waal op dit punt. Het liefst zien indieners de bestemmingsplannen zodanig aangepast dat het volgende mogelijk wordt: Een watersportcampus, grenzen aan de bestemmingen Water of Natuur. De watersportcampus moet ook wateradaptief of drijvend kunnen worden geconstrueerd. Een fietspad/coachpad langs de gehele lengte van de beoogde roeitrainingslocatie A Ten aanzien van de genoemde onderwerpen: Zie voor het mogelijk maken van de watercampus de beantwoording van de algemene opmerkingen hiervoor en de beantwoording van zienswijze. van de Radboud Universiteit Nijmegen ten aanzien van het nieuwe botenhuis en daarbij behorende voorzieningen van Phocas. In het systeem van het bestemmingsplan zijn (half)verharde paden uitsluitend toegestaan ter hoogte van de aanduiding pad. Buiten die aanduidingen zijn alleen onverharde paden toegestaan. Een Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

71 (west van spoorbrug). Een open parkachtige omgeving die een gelijkmatige overgang van de stad via de watersportcampus naar het evenemententerrein en de natuur mogelijk maakt. Een gecombineerd terrein, te gebruiken als parkeerplaats, kort verblijf voor campers en in de winter als ijsbaan. Het gebruik van kunstlicht in de avonduren op een aantal aangewezen trainingslocaties. onverhard fiets/coachpad is dus mogelijk. Het grootste deel van het plangebied heeft een bestemming Natuur of Water. Binnen deze bestemmingen is een parkachtige inrichting mogelijk. Zie de beantwoording van de algemene opmerkingen hiervoor en de beantwoording van zienswijze. van de Radbouduniversiteit Nijmegen ten aanzien van het nieuwe botenhuis en daarbij behorende voorzieningen van Phocas. Zie de beantwoording van de algemene opmerkingen hiervoor en de beantwoording van zienswijze. van de Radboud Universiteit Nijmegen ten aanzien van het nieuwe botenhuis en daarbij behorende voorzieningen van Phocas. Meer specifiek merken indieners ten aanzien van onderdelen van het bestemmingsplan het volgende op: a. Ter hoogte van het doorlaatwerk moeten voor waterrecreanten onveilige situaties met bijvoorbeeld duikers uitgesloten worden. Bij voorkeur wordt een bestemming Stromend water kanogebied opgenomen. b. Het water van de nevengeul moet worden gezoneerd in A, C, E Ten aanzien van de specifieke opmerkingen stelt de gemeente zich op het volgende standpunt: a. Zie de beantwoording hiervoor. b. Zie ten aanzien van zonering van het water de beantwoording van zienswijze. van de Radboud Universiteit Nijmegen. Eventuele zonering zal eerst aan de orde kunnen zijn in een bestemmingsplan dat watersportinitiatieven mogelijk maakt. Zoals besproken met indieners, zal hiertoe een separaat traject worden opgestart. c. Deze opmerking berust op een onjuiste lezing van het bestemmingsplan. Het begrip Evenementen is alleen van belang voor de aanduidingen Evenemententerrein (bij het nieuwe evenemententerrein nabij de Oversteek) en Specifieke vorm van verkeer Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

72 c. De term sporttoernooien in het begrip Evenementen moet worden gewijzigd in grootschalige sporttoernooien en de mogelijkheden voor dit soort evenementen moeten worden verruimd. d. Bij de sportaccommodaties moeten parkeervoorzieningen kunnen worden gerealiseerd. e. Het is verstandig nabij de watersportcampus een terrein aan te wijzen waar kampeerwagens en campers mogen overnachten, bij voorkeur het hele jaar rond. f. In de passantenhaven is een oppervlakte van m per ligplaats te krap. Beter is het in totaal ligplaatsen van m toe te staan. Anders gezegd, evenementen (zoals omschreven in artikel. van het bestemmingsplan) zijn niet binnen de bestemming Water - toegestaan. Binnen deze bestemming is wel extensief recreatief medegebruik toegestaan, onder andere voor roeiverenigingen. Zie voor wat dit inhoudt de beantwoording van zienswijze. van Phocas. Ten aanzien van het evenemententerrein geldt dat de mogelijkheden in tijd niet verruimd kunnen worden. Tijdens het hoogwaterseizoen kunnen hier geen evenementen plaatsvinden. De vergunning op grond van de Nb-wet is hier ook op afgestemd. Deze kan niet verruimd worden omdat er niet meer kan worden vergund dan er is aangevraagd. d en e De hier gevraagde voorzieningen houden verband met de realisatie van de watersportcampus. Hierover is in het voorgaande al gesteld dat dit initiatief onvoldoende concreet is en daarom niet in het bestemmingsplan opgenomen wordt. Om die reden is er op dit moment ook geen aanleiding de daarmee samenhangende voorzieningen als parkeerplaatsen en een kampeerterrein in het bestemmingsplan op te nemen. Overigens wordt er voor het te water laten van /

73 g. Er moet een doorvaarhoogte voor de bruggen worden opgenomen. Het lijkt verstandig hiervoor een hoogte van à m boven NAP aan te houden. boten in de nevengeul ten oosten van de Verlengde Waalbrug, aan de noordoever van de nevengeul, een voorziening gerealiseerd. In de nabijheid daarvan zal ook geparkeerd kunnen worden. f. Dit berust op een onjuiste lezing van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan verbindt geen maximum aan de oppervlakte van ligplaatsen binnen de passantenhaven. Het maximum oppervlak van m geldt voor de bij die ligplaatsen behorende steigers, niet voor die ligplaatsen zelf. g. In het gebied is in de uiteindelijke situatie sprake van vijf bruggen, te weten van west naar oost: - De Oversteek; - De Citadelbrug; - De Spoorbrug; - De Promenadebrug; - De (Verlengde) Waalbrug. Indieners motiveren niet waarom moet worden vastgehouden aan een doorvaarthoogte van tot m boven NAP. Voor de Oversteek is op april een bouwvergunning verleend. Op basis van deze vergunning kan de Oversteek worden gebouwd met een laagste doorvaarhoogte van circa m boven NAP. Nu de bouw van de Oversteek op basis van de verleende vergunning reeds aangevangen is, is het opnemen van een minimale doorvaarhoogte voor deze brug niet doelmatig. De hoogte van de Citadelbrug is primair /

74 ingegeven vanuit de hoogte van de punten waarop deze aansluit op het land. Dit heeft tot gevolg dat de doorvaarhoogte onder de Citadelbrug, m boven NAP zal bedragen. Dit is lager dan de doorvaarhoogtes die indieners voorstellen, maar naar het oordeel van de gemeente is deze doorvaarhoogte voldoende voor het soort vaartuigen dat van de nevengeul gebruik zal maken, namelijk kleinschalige recreatievaartuigen. De nevengeul is niet bedoeld voor grote zeiljachten, zodat de bruggen daar ook niet op berekend hoeven te zijn. Dat elders langs de Waal en buiten de nevengeul bruggen met een grotere doorvaarhoogte zijn te vinden, maakt dit niet anders. De Spoorbrug is een bestaande brug. Ongeacht of er in het bestemmingsplan een minimale doorvaarhoogte wordt voorgeschreven, kan deze brug op grond van overgangsrecht in zijn huidige vorm blijven staan. Ook hier is het opnemen van een minimale doorvaarhoogte voor deze brug dus niet doelmatig. De hoogte van de Promenadebrug is, net als die van de Citadelbrug, ingegeven vanuit de hoogte van de punten waarop deze aansluit op het land. Bij de Promenadebrug speelt daarnaast dat dit de primaire ontsluiting is van Veur Lent, zodat deze brug altijd boven water moet staan. Deze brug krijgt daarom een doorvaarhoogte van, m boven NAP. Uitgaande van een maatgevend hoog /

75 water van, m boven NAP is dit voldoende. Voor zover dit lager is dan wat indieners hebben voorgesteld, geldt wat op dit punt ten aanzien van de Citadelbrug is gesteld. De hoogte van de Verlengde Waalbrug, tenslotte, wordt ingegeven primair ingegeven door de hoogte van de eigenlijke Waalbrug en de hoogte van het punt waarop de Verlengde Waalbrug op de grond (d.w.z. het punt waar de Prins Mauritssingel vanaf de noordoever van de nevengeul verder noordwaarts loopt) aansluit. Gelet op de constructie die waarschijnlijk zal worden gebruikt voor de Verlangde Waalbrug is één enkele doorvaarhoogte niet te geven, maar deze zal op het laagste punt meer dan m boven NAP zijn. Gelet op het voorgaande is er geen aanleiding een minimale doorvaarhoogte van bruggen van à m boven NAP in het bestemmingsplan op te nemen. /

76 . Zienswijze van de bewoners Laauwikstraat en Lentse Lus p/a Ch. Meijers, Laauwikstraat, CM Lent Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) Indieners vinden het van belang dat er op het vlak van bereikbaarheid en verkeersafwikkeling een goede afstemming komt met andere projecten. A Om de bereikbaarheid van Nijmegen en de directe omgeving te kunnen waarborgen wordt voor het project een faseringsplan voor de bouwperiode opgesteld. Dit betreft een uitwerking van de ontwerpopgave en maakt als zodanig geen deel uit van het bestemmingsplan. Voor de afstemming tussen de afzonderlijke projecten binnen de Waalsprong heeft de gemeente Nijmegen in een bereikbaarheidscoördinator aangesteld. Met deze bereikbaarheidscoördinator wordt de bouwfasering en de effecten van de projecten op de bereikbaarheid besproken en vastgesteld. Juist de bereikbaarheidscoördinator heeft als taak om de effecten van diverse projecten in beeld te brengen zodat daarin keuzes gemaakt kunnen worden. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. In het plan moet een overzicht komen van alle verkeersdoorstromingsmaatregelen, alsmede een overzicht van de mogelijke verkeersroutes. Indieners verzoeken om een actuele kaart met de infrastructuur en het verkeersplan voor de Waalsprong. A In de plantoelichting is aandacht besteed aan de verkeersstructuur in de Waalsprong. Door middel van een kaartje Verkeersstructuur Waalsprong is een indruk gegeven van de totale verkeersstructuur. Voor de terinzagelegging van het onderhavige bestemmingsplan is op juli een raadsbesluit genomen over de Dorpensingel-oost. Met dat raadsbesluit is ook de meest actuele verkeersstructuurkaart voor de toekomstige situatie vastgesteld. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Er ontbreekt duidelijkheid ten aanzien van het regionaal verkeer dat over de Bemmelsedijk gaat. Het ingestelde éénrichtingsverkeer over de Vossen- A Conform de vastgestelde verkeersstructuur wordt de Bemmelsedijk in de toekomst niet meer rechtstreeks aangesloten op de Prins Mauritssingel. Wel wordt de Turennesingel doorgetrokken (vanaf de huidige rotonde Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

77 pelssestraat staat haaks op het verkeersbesluit van om het verkeer om het dorp Lent heen te leiden. Turennesingel Steltsestraat) en via het toekomstige woongebied De Stelt aangesloten op de Prins Mauritssingel, ter hoogte van de zogenaamde aansluiting Prins Mauritssingel Parmasingel. Overigens vindt de doortrekking van de Turennesingel geen regeling in dit bestemmingsplan. Verder wordt conform vastgestelde verkeersstructuur de Dorpensingel-oost aangelegd en de Vossenpelssestraat geknipt. Daardoor zal verkeer tussen Bemmel en Nijmegen via de Dorpensingel-oost gaan rijden. De definitie van. bezoekers per dag voor het evenemententerrein is te ruim. A, E De Vossenpelssestraat tussen Laauwikstraat en Bemmelsedijk is recent al uitgevoerd als eenrichtingsverkeer (van zuid naar noord, dijk-af). Deze verkeersmaatregel staat niet ter discussie in het kader van het voorliggende bestemmingsplan. Zie beantwoording A, zienswijze nummer. Zie A. Het evenemententerrein zal leiden tot parkeeroverlast en de bereikbaarheid komt onder druk te staan. A, E Zie beantwoording A, zienswijze nummer. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. De gemaakte afspraak met het rijk over kwel moet duidelijker in het plan staan, aldus indieners. A De aangehaalde afspraak is opgenomen in een brief uit van de Staatssecretaris V&W (kenmerk VennW/DGW /) waarin is opgenomen: De kwelproblematiek in de Waalsprong als gevolg van rivierverruimende maatregelen dient te worden opgelost. De bestuursovereenkomst strekt ertoe dat Nijmegen een plan (Projectontwerp) opstelt, waarmee ik in de vorm van Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

78 een SNIP beslissing akkoord zal moeten gaan.... Mocht blijken dat het treffen van een aanvullende (fysieke) voorziening geboden is, dan komt ook die voorziening op grond van de overeenkomst Schade Dijkteruglegging Lent (ON ) voor rekening van het Rijk. Deze afspraak is in het plan opgenomen, nl. op blz. van de toelichting op het bestemmingsplan: De dijkteruglegging brengt een aantal ingrepen met zich mee die van invloed kunnen zijn op het grondwatersysteem. Dit betreft vooral de dijkverlegging zelf en de aanleg van de nevengeul. Wanneer geen aanvullende maatregelen zouden worden genomen, zouden deze maatregelen betekenen dat de rivier een sterkere invloed uit zou oefenen op het grondwatersysteem binnendijks; bij hoogwater zouden de grondwaterstanden hoger worden, en bij laagwater lager. Met het rijk is afgesproken dat door de dijkteruglegging de huidige kwelwateroverlast niet groter wordt. Overigens is de toelichting bij het bestemmingsplan er niet voor bedoeld om dit soort afspraken tussen partijen vast te leggen. De berekeningen laten zien dat een waterkerend scherm op dit deel van het tracé niet nodig is. Er is een damwandconstructie nodig in verband met het verzekeren van de stabiliteit van de dijk. Deze constructie is niet minder veilig dan het waterkerend scherm en dit zijn bewezen technieken. Op het nieuwe dijktracé tussen Stelstestraat en Wijnfort zal ten onrechte met een ander type (goedkoper) waterkerend scherm worden gewerkt dan elders. Indieners wensen dat ter plaatse hetzelfde scherm zal worden gebruikt als langs de rest van de dijk. A Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

79 De aanvullende maatregelen ten aanzien van het kwelscherm zijn nu te vrijblijvend geformuleerd (o.a. in de deelstudie Geohydrologie) en moeten volgens indieners nader worden uitgelegd. A, B, D Hoofdconclusie van het rapport Geohydrologie is dat het waterkerend scherm dat over een deel van de lengte van de te graven nevengeul wordt aangelegd een afdoende maatregel is om de grondwatereffecten van de dijkteruglegging te mitigeren. In de genoemde deelstudie wordt geadviseerd te monitoren en is in kaart gebracht wat eventueel aanvullende maatregelen kunnen zijn. De monitoring alsmede wanneer aanvullende maatregelen moeten worden genomen is geborgd in voorschrift van de Ontgrondingenvergunning. Uitwerking van eventueel benodigde aanvullende maatregelen is een uitvoeringsaspect. Naar het oordeel van de bevoegde gezagen is hiermee het belang van een goede waterhuishouding voldoende veilig gesteld. Indien er schade ten gevolge van kweltoename door de dijkverlegging optreedt, dan komt deze schade ten laste van het Rijk. De gemeente heeft reeds in de zogenoemde overeenkomst ON met het Rijk gesloten, waarin is geregeld dat schade van belanghebbenden ten gevolge van de dijkteruglegging door het Rijk vergoed zal worden. Deze overeenkomst geldt nog steeds. Hierbij merken wij op dat wij erop toezien dat bij de behandeling van eventuele schadeclaims die verband houden met deze ingreep deze overeenkomst wordt betrokken. Hierover zijn harde afspraken met het Rijk gemaakt. In dit verband kan ook gewezen worden op de Beleidsregel schadevergoeding Ruimte voor de Rivier. Dit klopt. Daarom is een grondwatermeetnet ingericht waarbij minimaal jaar de ontwikkelingen in de grondwaterstand worden gevolgd. Dit is vastgelegd in voorschrift van de Ontgrondingenvergunning. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Indieners vragen zich af of er keiharde afspraken met het rijk over schade zijn gemaakt. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Kwelschade kan zich ook pas na vele jaren openbaren. D Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

80 In het plan wordt de status van beschermd dorpsgezicht gemist, terwijl in het bestemmingsplan Kern Lent wel gesproken wordt over het belang van een beschermd dorpsgezicht. A Lent heeft geen beschermd dorpsgezicht en het gebied is evenmin in procedure om door het rijk aangewezen te worden als beschermd dorpsgezicht volgens de Monumentenwet. Het bestemmingsplan kern Lent- Visveld waar indieners op doelen verkeert in de fase van voorontwerp en heeft dus (nog) geen status. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Het risico bestaat dat lintbebouwing vóór de bestaande dorpsbebouwing het beschermde dorpsgezicht aan de Waal laat verdwijnen. Bovendien staat in paragraaf... van het voorontwerp: Er is geen beschermd dorpsgezicht in Lent aanwezig. Indiener doelt waarschijnlijk op straten als de Tuinstraat en de Steltsestraat, welke zijn aan te merken als historische linten. Het rekening houden met dergelijke linten zal vooral moeten gebeuren in het kader van ruimtelijke planvorming voor de Stelt. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet althans niet in nieuwe (lint)bebouwing ter hoogte van de genoemde straten. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. Indieners vragen zich af wat de gevolgen zijn van veranderde inzichten ten aanzien van het gebied Citadel voor het plangebied en vragen zich af of het plan niet nader moet worden onderzocht of aangepast. Zoals blijkt uit het Hoofdrapport MER, is de realisatie van de Citadel een autonome ontwikkeling. Werd in het MER nog gesteld dat het bestemmingsplan voor dit gebied in in procedure zou worden gebracht, inmiddels is duidelijk dat de procedure voor het plan Citadel vertraagd is. Ook wordt gedacht over bijstelling van het programma voor de Citadel. Zolang er geen besluit door de raad genomen is voor het plan de Citadel, hoeft de relatie met het bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal niet nader bekeken te worden. Bij de vaststelling van de plannen voor de Citadel zal wel rekening worden gehouden met het bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

81 . Geanonimiseerde zienswijze (naa,- en adresgegevens bekend bij bevoegd gezag) Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) Indiener verzoekt het grondstromenplan, dat deel uitmaakt van de aanvraag voor ontgrondingenvergunning, geen deel te laten uitmaken van de vergunning. D Het grondstromenplan maakt deel uit van de aanvraag voor de ontgrondingenvergunning en is in de belangenafweging in beschouwing genomen (onder het kopje milieu ). Met het grondstromenplan wordt aangetoond dat bij de uitvoering van de ontgronding op een verantwoorde manier met de vrijkomende grond kan worden omgegaan en dat de ontgronding technisch en logistiek uitvoerbaar is. Als de uitvoerende partij een efficiëntere werkwijze kan hanteren dan staat dat die partij vrij. In de vergunning is niet voorgeschreven dat de werkwijze uit het grondstromenplan precies gevolgd moet worden. Het grondstromenplan maakt om die reden geen deel uit van de vergunning. De zienswijze geeft geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

82 . Zienswijze van de Lijst Ramon Barends, de Onafhankelijke Nijmeegse Partij Zwanenveld -, RV Nijmegen Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) Bij brief van mei is een inspraakreactie ingediend met bijlagen. Deze is niet geheel afgewikkeld, met name de bijlagen niet. De eerdere inspraakreactie is ingelast. Met de gemeentelijke reactie op onderdeel. van deze inspraakreactie kan niet worden ingestemd. A De termijn waarbinnen zienswijzen konden worden ingediend, eindigde op oktober. De zienswijze van indiener is gedateerd op oktober, maar is ontvangen op oktober. Indiener heeft niet kunnen aantonen de zienswijze tijdig ter post te hebben bezorgd. Het poststempel is van oktober, daags na sluiting van de zienswijzentermijn. In dit verband wijzen wij op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van oktober, nr. //, voor zover daarin in overweging.. is opgenomen: Terpostbezorging vindt plaats op het moment waarop een poststuk in een brievenbus van PostNL wordt gedeponeerd dan wel op het moment waarop het op een postvestiging van PostNL wordt aangeboden. De datumstempel van PostNL is veelal het enige vaststaande gegeven met betrekking tot het tijdstip van terpostbezorging. In verband daarmee moet in gevallen waarin op de enveloppe een leesbaar poststempel is geplaatst, als bewijsrechtelijk uitgangspunt worden genomen dat terpostbezorging heeft plaatsgevonden op de dag waarop het desbetreffende poststuk door PostNL is afgestempeld. Gezien het voorgaande wordt de zienswijze buiten beschouwing gelaten. De zienswijze wordt buiten beschouwing gelaten en geeft daarom geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

83 . Zienswijze van F.H.M. Mikx, namens de Werkgroep Nijmegen Noord van het Cultuurhistorisch Platform Samenvatting zienswijze OB Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) Er wordt geen rekening gehouden met monumentale en beeldbepalende bomen in het plan. De unieke monumentale bomen langs onder meer de Griftdijk Zuid moeten bewaard blijven. Indiener wijst in dit verband op de bomenverordening gemeente Elst, die bij annexatie destijds door de gemeente Nijmegen zou zijn overgenomen. De kweldammen ten noorden van de dode rivier en de kolk van Van Wijk moeten gespaard blijven en worden hersteld. De kwelsloot achter de nieuwe kade moet niet bij de spoorlijn naar het zuiden afbuigen maar dient de historische loop van de Beneden Zeeg te volgen, dus via de duiker onder de nog altijd aanwezige tunnel (kandidaat WOII monument) de spoordijk kruisen. - De kwelsloot ten westen van de Spoorlijn moet gescheiden blijven van de gracht rond het fort Beneden Lent. Deze gracht is een essentieel onderdeel van dit natuurgebiedje en wordt uitsluitend gevoed door regen en A De zienswijze is per ingediend na oktober, dus buiten de wettelijke termijn. Daarmee kan deze buiten beschouwing blijven. Op het onderdeel De kwelsloot ten westen van de Spoorlijn moet gescheiden blijven van de gracht rond het fort Beneden Lent wordt overigens indirect tegemoetgekomen aan de wens van betrokkene. De zienswijze van het Waterschap leidt immers tot aanpassing van het verloop van de watersingel in het gebied Citadel. Zie verder bij de beantwoording van de zienswijze van waterschap Rivierenland. De zienswijze wordt buiten beschouwing gelaten en geeft daarom geen aanleiding de besluiten aan te passen. /

84 kwel. Het is een gesloten systeem met een biotoop welke niet met stedelijk water mag worden belast. - Het oude cultuurlandschap van de Lotwaard (westelijke landtong) wordt ernstig aangetast door de tracé keuze van de nevengeul, waarbij het natuurlijk reliëf van de in de e eeuw aangelande zandplaat ten onrechte niet wordt gevolgd. /

85 Nota van ambtshalve wijzigingen bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal Onderstaand wordt inzichtelijk gemaakt op welke punten het vast te stellen bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal afwijkt van het ontwerpplan: Verbeelding Wijzigingen aan de bestemmingen en aanduidingen Het betreft de volgende kwesties: De situatie bij de drempel. De aanduiding Specifieke vorm van water - waterkunstwerk op de verbeelding is aan de noordzijde verruimd; Groene Dijk: hieraan is de bestemming Verkeer, aanduiding Specifieke Vorm van Verkeer -Langzaam Verkeer toegekend; De kribben zijn niet langer meer bestemd tot Water, maar onder de bestemmingen Natuur en gebracht; De Verkeers-bestemming voor de bouwweg in de Schans is aangepast; deze is in geringe mate verschoven; De aanduiding tijdelijke bouwwerk voor het Huis van Overvloed is qua situering verplaats alsmede vervangen door de aanduiding Wro zone ontheffingsgebied ; Het brughoofd voor de Waalbrug heeft een ruimere Verkeersbestemming gekregen. Dit gaat ten koste van de bestemming Gemengd ; De hoogwatervluchtplaats (Hwv) op de westelijke landtong binnen de bestemming Natuur is vervallen; binnendijks in de Citadel wordt voorzien in een Hvw. Ter plaatse van de beoogde Citadelbrug is een aantakking verwijderd; De begrenzing van de Natuur bestemming is zoveel als mogelijk afgestemd op hoogwaterlijnen. In dit geval is de m hoogtelijn leidend geweest voor de begrenzing van de Natuur bestemming; Ter hoogte van Veur Lent moet ten behoeve van het aanlanden van de veerboot een verharding worden gerealiseerd. Dit is direct ten noorden van de aanduiding Veerhaven, aansluitend op het Lindepad. Op de verbeelding is

86 een bestemmingsvlak Verkeer toegevoegd worden. Tevens is de bestemming Water iets doorgetrokken. Een pad naar de Veerdam is alsnog opgenomen op de verbeelding middels een aanduiding Pd opgenomen; De aanduiding pd is gelegd op het reeds bestaande (half) verharde Lindepad (tussen Veerdam en Oosterhoutsedijk) Een bestemmingsvlak Groen-grondlichaam is vervallen en heeft een Verkeersbestemming gekregen. Binnen Verkeersbestemming zijn ook groenvoorzieningen mogelijk. De watersingel in de Stelt met bestemming Water is deels verschoven naar het noorden omdat anders de aansluiting naar de Prins Mauritssingel niet gemaakt kan worden; Voorbij de Spoorbrug had de Oosterhoutsedijk een bestemming Natuur. Hier is nu een meer voor de hand liggende Verkeersbestemming toegekend; Bij de Spoorbrug grensden bestemmingsplannen niet goed aan elkaar. Het betrof bestemmingsplan Buitengebied Dorp Lent - (geluidschermen spoorlijn) en het nu aan de orde zijnde ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal. De verkeersbestemming en de Water bestemming lopen door tot aan de begrenzing van bestemmingsplan Buitengebied Dorp Lent -; De zogenoemde compensatiekavels Oosterhoutsedijk - worden enigszins gedraaid, teneind tegemoet te komen aan de wensen van de eigenaren. Tevens is een aanduiding Terras toegevoegd. Qua oppervlakte en volume is geen sprake van een toename ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan; De aansluiting op bestemmingsplan Stadsbrug is verbeterd ten opzichte van het ontwerpplan; De aanduiding lv is op een deel van de Bemmelsedijk ten oosten van de Prins Mauritssingel verwijderd; De nokhoogte voor het pand Oosterhoutsedijk is teruggebracht van, m naar m;

87 Regels Algemeen Artikel Begrippen - Bij de begripsomschrijving is een definitie van co-werken opgenomen - Bij de begripsomschrijving van evenement is de term akoestische vervallen en zijn evenementen met een hoog risicoprofiel, zoals dance gerelateerde evenementen uitgesloten; - Een definitie voor Hoogwaardig openbaar vervoer is alsnog in het bestemmingsplan opgenomen. In de begripsomschrijving is een definitie van Vierdaagsefeesten opgenomen Artikel Groen- Grondlichaam - Om te benadrukken dat op de Hoge Kade ook bomen kunnen komen, is in artikel., lid c, expliciet opgenomen: groenvoorzieningen (waaronder bomen) Artikel Natuur - Een afwijkingsmogelijkheid van de bouw en gebruiksregels voor het Huis van Overvloed is toegevoegd in artikel. en.. In feite betreft het een verplaatsing, aangezien deze mogelijkheid in eerste instantie was opgenomen onder de algemene afwijkingsregels. Het woord tijdelijk is vervallen, omdat in de randvoorwaarden al is opgenomen dat de instandhoudingsduur maximaal jaar mag bedragen. Omdat dit een dubbeling is, zijn tevens de termen binnen de bestemming Natuur vervallen. Artikel Verkeer - In de verkeersbestemming worden MER-plichtige aspecten van Hoogwaardig openbaar vervoer niet toegestaan; Artikel Water - In artikel., onder c, zijn de termen kunstwerken en andere waterstaatkundige werken vervangen door kunstwerken (zoals bruggen en waterstaatkundige werken); Artikel Wonen - In artikel.. onder h is toegevoegd met dien verstande dat deze niet zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding "Tr" (terras) omdat in het bouwplan uitgegaan wordt van een terras op palen en niet van een complete bouwlaag; - onder... onder L, is toegevoegd terrassen met een bouwhoogte van m uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding "Tr" Artikel Algemene afwijkingsregels - De afwijkingsmogelijkheid ten behoeve van het Huis van Overvloed is verplaatst naar artikel. Toelichting - In paragraaf.. is een tekst toegevoegd over het zandeiland in de nevengeul; - Toegevoegd bij afbeelding : compensatiekavels aan de Oosterhoutsedijk - Er is een tekst opgesteld voor de toelichting bij het bestemmingsplan waarin op de parkeermogelijkheden t.b.v. het evenemententerrein nader ingegaan wordt

88 - In de toelichting is in paragraaf.. aangepast i.v.m. compensatie kamsalamander - Paragraaf.. is aangepast i.v.m. het gebruik van het pad Veur Lent Waalveld. In toelichting is een tekst opgenomen met als strekking dat incidenteel ook calamiteiten- en gehandicaptenverkeer over het pad van Veur Lent naar het Waalveld kan. - Paragraaf Akoestiek: er is ingegaan op evenementen met een hoog risicoprofiel, waardoor dance gerelateerde evenementen worden uitgesloten - Effecten van licht en geluid op scheepvaart zijn opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan in paragraaf. - Toelichting bij artikel Natuur : de opppervlakte voor het kampeerterrein is genoemd - paragraaf.. is aangepast. Bij artikel is ook gewezen op de afwijkingsmogelijkheid voor het Huis van Overvloed; - paragraaf.. is aangepast. Bij artikel is de tekst gewijzigd ten aanzien van Oosterhoutsedijk, en meer gewezen op de monumentale status van het pand. De term ondergrondse bij parkeerruimte is geschrapt; - paragraaf... is aangescherpt; - paragraaf... is aangepast

89 Ruimte voor de Waal Nijmegen Milieueffectrapport Gemeente Nijmegen juli Definitief rapport W.

90

91

92

93 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. KUST & RIVIEREN Barbarossastraat Postbus AD Nijmegen () Telefoon () Fax Internet Arnhem KvK Documenttitel Ruimte voor de Waal Nijmegen Milieueffectrapport Verkorte documenttitel Ruimte voor de Waal MER Status Definitief rapport Datum juli Projectnaam Ruimte voor de Waal Nijmegen Projectnummer W. Opdrachtgever Gemeente Nijmegen Referentie W./R//VVDM/Nijm Auteur(s) Collegiale toets Roel van de Laar, Marnix de Vriend David Heikens Datum/paraaf juli Vrijgegeven door Gert-Jan Meulepas Datum/paraaf juli

94

95 SAMENVATTING Aanleiding Bij Nijmegen is sprake van een flessenhals in de Waal. Hier is de ruimte voor de rivier slechts meter breed, tegen gemiddeld meter elders in de Waal. Deze plaatselijke vernauwing kan bij hoogwater grote problemen opleveren. Om het knelpunt bij Nijmegen op te lossen en tegelijkertijd de ruimtelijke kwaliteit van het gebied te versterken, heeft de Staatsecretaris van Verkeer en Waterstaat de gemeente Nijmegen in verzocht de planstudie (voor de uitwerking van de dijkteruglegging) op zich te nemen. Voor een aantal onderdelen van de planstudie is het verplicht om de procedure van een milieueffectrapportage (m.e.r.) te doorlopen. Dit Milieueffectrapport en bijbehorende achtergrondrapport geven inzicht in de te verwachten milieueffecten die kunnen ontstaan bij het project Ruimte voor de Waal Nijmegen. Plangebied Ruimte voor de Waal Nijmegen Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - i - juli

96 Doelstellingen van het project De twee hoofddoelstellingen voor het project Ruimte voor de Waal Nijmegen zijn: Het realiseren van een duurzame rivierkundige oplossing voor de flessenhals in de Waal bij Nijmegen. Door de nu nog beschikbare ruimte te bestemmen voor de rivier moet worden voorkomen dat de flessenhals onomkeerbaar wordt vastgelegd door stedelijke ontwikkeling. Daarbij wordt getoetst: of en over welk traject uiterlijk in minimaal een Rijnafvoer van. m /s veilig verwerkt kan worden, zonder overschrijding van de waterstanden waarop de bestaande dijken zijn ontworpen; of de oplossing binnen het projectgebied een zo groot mogelijke bijdrage levert aan de beveiliging tegen een in de toekomst verder toenemende Rijnafvoer. Het realiseren van een oplossing met een goede ruimtelijke kwaliteit. Daarbij zijn voor de gemeente Nijmegen de uitgangspunten: afstemming met projecten in de omgeving; behouden en versterken identiteit Lent en Nijmegen; Waalsprong gericht op de rivier en de stad; bereikbaarheid; garanties ten aanzien van kwel; kwalitatieve openbare ruimte voor alle bewoners van Nijmegen. Opzet van het MER In het MER wordt onderzocht wat de milieueffecten van de ingreep zijn. Dit wordt gedaan door mogelijke varianten van het project te ontwerpen en de effecten daarvan te vergelijken. Afhankelijk van het te onderzoeken effect wordt ook een vergelijking gemaakt met de bestaande situatie, of de situatie die er zou zijn als het project niet uitgevoerd zou worden. Uit deze varianten is een voorkeursvariant opgesteld. Daarnaast is ook onderzocht hoe een meest milieuvriendelijke variant eruit zou kunnen zien. Dit MER is gemaakt om besluiten af te wegen. Het uiteindelijk uit te voeren ontwerp wordt niet in dit MER, maar in het bestemmingsplan en andere vergunningen vastgelegd. Beoordelingskader Uit wet- en regelgeving, de doelstellingen van het project en de Startnotitie m.e.r. is een -tal criteria afgeleid waarop de voorgenomen activiteit en de varianten zijn getoetst. De criteria zijn ingedeeld in thema s / criteriumgroepen: rivierkunde, natuur, bodem, waterbeheer en -kwaliteit, landschap, cultuurhistorie, archeologie, verkeer en vervoer, scheepvaart en externe veiligheid, hinder, gebruik en beleving en kosten en baten. De waarderingen zijn grotendeels kwalitatief op een zogenaamde zevenpuntsschaal (met plussen en minnen) uitgevoerd, soms gebaseerd op kwantitatieve (model)berekeningen. W./R//VVDM/Nijm juli - ii - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

97 Varianten Voor het project Ruimte voor de Waal zijn drie varianten ontwikkeld die elk voldoen aan de hoofddoelstellingen. Door het combineren van de verschillende ontwerpoplossingen tot varianten, is een denklijn opgezet die recht doet aan de opgaven voor dit gebied (stedelijke opgave, wateropgave, natuuropgave) en past binnen de gestelde doelen. Dit heeft geleid tot verschillende invalshoeken: dynamiek, klassiek en mozaïek. Dynamiek: de drie opgaven zijn geïntegreerd en er is ruimte overgelaten voor nieuwe ontwikkelingen in de toekomst. De grenzen tussen bebouwd en onbebouwd, land en water, hoogwatervrij en overstroomd zijn diffuus en met speciale aandacht voor de dynamiek - in zowel de samenleving, de natuur als de rivier - ingericht. In de bebouwde gebieden is veel ruimte voor de ontwikkeling van tijdelijke functies, die met wisselende frequenties (van seizoenen tot decennia) van plaats en functie kunnen veranderen. Het water krijgt volop de ruimte en een deel van de bebouwde gebieden is ingericht op regelmatige overstromingen. Hoogwater wordt in de nieuwe stad niet ervaren als een last, maar als een met enige regelmaat terugkerend spektakel. Kades en oevers zijn zo ingericht dat ook de kleinere schommelingen in het waterpeil die van dag tot dag optreden al merkbaar zijn. De patronen in de natuurgebieden liggen niet vast, maar wisselen van jaar tot jaar, afhankelijk van de sedimentatie en erosie die tijdens hoogwater op de oevers van de rivier en de nevengeul heeft plaatsgevonden. De natuur is vrij toegankelijk: men kan te voet of varend het gebied in trekken. Klassiek: de rivier, het groen en de stad krijgen de ruimte om zich te ontwikkelen, alle op hun eigen wijze. Bestaande waarden en traditie worden gerespecteerd. De nieuwe stad bevat groen in de vorm van plantsoenen en kleine parken. De overgangen met het water en het groene buitengebied zijn duidelijk afgegrensd. Het nieuwe water heeft als primaire functie het afvoeren van hoogwatergolven en wordt voor die functie ingericht. De inrichting van het buitengebied is gericht op het behouden van de bestaande natuurwaarden en het kenmerkende open uiterwaardenlandschap. Voor recreatie op en aan het water en in de natuur worden specifieke locaties ingericht. Dit is ook de variant waarin een eventuele wedstrijdroeibaan het beste inpasbaar zou zijn. Mozaïek: Er vindt integratie plaats tussen de drie opgaven. Elke ruimte in het plangebied is multifunctioneel. Het groene buitengebied dringt door tot in de randen van de stad en ook de grenzen tussen het water en de stad zijn diffuser door de ontwikkeling van bijvoorbeeld drijvende waterfronten en een minder scherpe waterlijn, met tal van aanlegmogelijkheden voor recreatievaart. Het gebruik van land en water wordt gestimuleerd, wat leidt tot vooral kleinschalige recreatieve ontwikkelingen. De rivierdynamiek en dan met name de peilschommelingen zijn duidelijk beleefbaar in de uiterwaarden. Het gebruik van het buitengebied is gedifferentieerd naar de frequentie van overstromen. Door een goede zonering is er naast de verschillende recreatieve en stedelijke ontwikkelingen (met name in het oosten) nog volop ruimte voor nieuwe natuur (met name in het westen). De natuur is beleefbaar voor het publiek via een uitgebreid net werk van paden. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - iii - juli

98 W./R//VVDM/Nijm juli - iv - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

99 Bepaling voorkeursvariant Voor de bepaling van de voorkeursvariant (VKV) heeft een brede afweging plaatsgevonden. Daarbij zijn drie sporen gevolgd:. Toetsing aan milieueffecten van de drie varianten in het kader van het MER;. Toetsing bij belanghebbenden door een consultatieronde;. Beschouwing vanuit de visie op het gebied en het Ruimtelijk kader. Toetsing bij belanghebbenden De varianten Klassiek, Dynamiek en Mozaïek vormden de basis voor gesprekken met een aantal externe partijen en zijn besproken met betrokken organisaties als Rijkswaterstaat, het waterschap Rivierenland, de provincie Gelderland, Dienst Landelijk Gebied en de programmadirectie Ruimte voor de Rivier (PDR) alsook met enkele belanghebbenden zoals het Platform Waalsprong en watersportverenigingen, Phocas, natuurverenigingen en de ANWB. Samenvattend kunnen de volgende conclusies uit de consultatie worden getrokken: Over het algemeen instemmende reacties en sympathie voor het behouden van vrijheid in de toekomst; Instemming met keuze voor een focus op de leidende elementen (casco) geul, kade, bruggen en waterkering; Op het thema natuur, voorkeur voor uitgangspunten van de variant Dynamiek; Er wordt aandacht gevraagd voor een goede onderbouwing van de balans tussen het verlies aan bestaande en de ontwikkeling van nieuwe natuur; Ontwerp van de dijkteruglegging moet worden bezien in samenhang met andere ruimtelijke ontwikkelingen. Bepaal de gevoeligheid van het plan voor andere ontwikkelingen en zoek overleg en afstemming met de plannen van de GEM; Aandacht voor de scheepvaart (de invloed van de nevengeul op de scheepvaart op de Waal als gevolg van aanzanding); Aandacht voor kwel en bereikbaarheid; Aandacht voor een wedstrijdroeibaan. Bovenstaande inzichten die tijdens de consultatieronden naar voren kwamen zijn bij het opstellen van de Voorkeursvariant ter harte genomen. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - v - juli

100 Toetsing aan milieueffecten In de MER zijn de drie varianten beoordeeld op verschillende milieucriteria. Uit de effectenbeoordeling (tabel. aan het eind van deze samenvatting) blijkt dat alle varianten grotendeels gelijk scoren bij bodem en hinder. De variant Klassiek scoort in de beoordeling relatief minder goed dan de varianten Mozaïek en Dynamiek. Dit komt vooral door de lage score voor de effecten op natuur en gebruik en beleving. De scores van de varianten Mozaïek en Dynamiek liggen dichter bij elkaar. Hoewel de variant Mozaïek relatief het minst slecht scoort bij het effect cultuurhistorie, scoort deze variant over het algemeen slechter op de overige effecten dan de variant Dynamiek. Deze variant Dynamiek scoort namelijk relatief het best op de effecten voor natuur, waterbeheer en kwaliteit (KRW-doelen), landschap en gebruik en beleving. Daarmee behaalt de variant Dynamiek ook de beste score voor de realisatie van een oplossing met een goede ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast voldoet deze variant ruim aan de rivierkundige taakstelling voor de korte termijn en biedt de variant goede kansen om het streefdoel voor de lange termijn te behalen. De effectenbeoordeling van het MER laat hiermee een voorkeur zien voor de variant Dynamiek als basis voor de Voorkeursvariant. Omdat de variant dynamiek ook minder sterke elementen kent, worden de basisuitgangspunten uit Dynamiek aangevuld met sterke elementen uit de andere varianten om te komen tot de Voorkeursvariant. Tijdelijke situatie Voor het project moet een nieuwe waterkering, drie nieuwe bruggen en een nevengeul gerealiseerd worden. Om ervoor te zorgen dat het achterland beschermd blijft door een waterkering moet de nieuwe dijk en de kade gereed zijn, voordat de bestaande waterkering wordt verlaagd c.q. verwijderd. Op dat moment zijn ook de Verlengde Waalbrug en Promenadebrug gereed om de verkeersverbindingen van respectievelijk Nijmegen/Lent en Lent/eiland Veur-Lent in stand te houden. Dat zal gebeuren door oostelijk van en parallel aan de nieuw te maken Verlengde Waalbrug een tijdelijke verkeersdijk aan te leggen. Na gereedkomen van de beide bruggen kan de verkeersdijk worden verwijderd en kan de nevengeul verder worden gegraven. Afsluitend wordt het eiland Veur-Lent definitief ingericht. Om verkeersvrij de Prins Mauritssingel te kunnen verwijderen en de Verlengde Waalbrug te kunnen bouwen, is het noodzakelijk het verkeer om te leiden. Hiervoor wordt een tijdelijke verkeersdijk parallel aan de toekomstige Verlengde Waalbrug aangelegd. Nadat de Verlengde Waalbrug in gebruik is genomen wordt de tijdelijke verkeersdijk weer verwijderd. Om overlast voor de omgeving te minimaliseren wordt als uitgangspunt gehanteerd om maximaal gebruik te maken van aan- en afvoer over water en transport per as binnen en buiten werkterrein zoveel mogelijk te beperken. De grondwatereffecten tijdens uitvoering zijn nihil dankzij de uitvoeringsvolgorde. Oorzaak van de grondwatereffecten is immers de verlegging van de waterkering en de aanleg van de geul; deze effecten worden gemitigeerd door het waterkerend scherm. Op het eiland Veur-Lent zijn geen grondwatereffecten te verwachten; de situatie voor de huidige (buitendijkse) woningen verandert niet en de nieuwe woningen worden gebouwd op een hoogwatervrij opgehoogd terrein. W./R//VVDM/Nijm juli - vi - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

101 Beschouwing vanuit de visie op het gebied De varianten onderscheiden zich door de manier waarop ze de combinatie van de stedelijke, water- en natuuropgave in zich hebben verwerkt. Om tot een variantkeuze te komen, moeten de drie opgaven niet apart bekeken en beoordeeld worden, maar in samenhang, waarbij gestreefd wordt naar een evenwichtige invulling. In het te ontwikkelen gebied is reeds bepaald dat er bebouwing gerealiseerd zal worden direct achter de waterkering en het is zeer wenselijk om geen harde grenzen te creëren tussen stad en rivier (zoals langs de Waalkade min of meer het geval is), maar juist uitnodigende ontmoetingsplekken, waar de rivier daadwerkelijk kan worden beleefd. Voor deze beleving zijn de kenmerken van de geul zelf van bijzonder belang. Bij het streven naar een authentieke beleving van de rivier aan het stadsfront past geen dode rivierarm met stagnant water aan de bovenzijde, maar een geul die aan beide zijden is aangetakt aan de Waal en waarin het water stroomt, zoals in de variant Dynamiek. Naast de verwevenheid van de stedelijke en wateropgave, geldt hetzelfde voor de natuurlijke opgave aangezien de natuur in het gebied zich op loopafstand bevindt van de huidige en nieuwe bewoners van Lent. Het is de nadrukkelijke wens van de Gemeente Nijmegen om ook de natuuropgave met de andere opgaven met elkaar te verweven, en geen harde scheidingen aan te brengen. Deze verweving van functies is het duidelijkst aanwezig in de variant Dynamiek. Variantenkeuze De visie op het gebied en aandachtspunten zijn voornamelijk terug te vinden in de variant Dynamiek. Dit in de wetenschap dat verzet tegen de natuurlijke systemen afbreuk zal doen aan de bijzondere kwaliteiten en potenties van dit gebied. Dit komt, in tegenstelling tot de andere twee varianten, voornamelijk tot stand door de doorstroming en peilfluctuaties zoveel mogelijk toe te laten in de nevengeul en de ruimte vervolgens zodanig in te richten dat de dynamische kwaliteiten van de Waal en de verweving van de functies volop tot hun recht komen. De variant Dynamiek leidt ertoe dat de drie opgaven optimaal gebalanceerd worden en integreert in sterke mate de processen die door de natuur opgang gebracht worden dan wel die door mensen opgang gebracht worden. Verder zijn de grenzen tussen bebouwd en onbebouwd, land en water, hoogwatervrij en overstroomd diffuus en met speciale aandacht voor de dynamiek - in zowel de samenleving, de natuur als de rivier - ingericht. De keuze voor deze variant is ook een keuze in de tijd. De ruimte wordt opengelaten aan toekomstige generaties om de betekenis van dit gebied gaandeweg te ontdekken en in te vullen. Onomkeerbare ingrepen worden beperkt. Het ontwerp biedt ruimte aan bijzondere activiteiten en (tijdelijke) evenementen. Bij de bepaling van de uiteindelijke Voorkeursvariant zijn een aantal elementen uit de andere varianten toegevoegd om de variant Dynamiek te optimaliseren. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - vii - juli

102 Korte beschrijving Voorkeursvariant Het raamwerk van de voorkeursvariant bestaat uit de nevengeul, de (nieuwe) waterkering (dijk en kade), de landtong (eiland Veur-Lent en westelijke landtong) en de bruggen. Deze elementen vormen de structurerende elementen van het project. De keuze voor de voorkeursvariant betreft vooral een keuze over de vorm, ligging en functies van deze hoofdelementen. Overige onderwerpen, zoals de uitwerking van de kade, de vormgeving van de bruggen en de ligging van paden en wegen worden bij de uitwerking van deze voorkeursvariant tot inrichtingsplan ingevuld. Ruimtelijk raamwerk Kenmerken Voorkeursvariant Nevengeul Circa meter breed. Oost- en westflanken: Gevarieerde en flauwe oevers en eilanden. Tussen spoor- en Waalbrug: meer stedelijke oevers en kades. Permanente waterdynamiek door inlaat/drempel die water doorlaat. Nieuwe waterkering Aansluiting op Waalsprong staat centraal. Tussen spoor- en waalbruggen een kade met niveaus. Ten oosten en westen: een traditionele en autoluwe dijk. Landtong Ophoging Eiland Veur-Lent met ca. hectare ten behoeve van woningen en stedelijke functies. Landtong West ophogen tot NAP+m t.b.v. gebruik voor evenementen, horeca, recreatie, cultuur en sport. Bruggen Verlengde Waalbrug op hoogte en locatie huidige Parmasingel. Locatie Brug Veur-Lent gelegen tussen spoor en Waalbrug. Brug Veur-Lent vormt eenheid met de kade. Een brug naar de Landtong west over de geul. W./R//VVDM/Nijm juli - viii - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

103 Stadsbrug Oosterhoutse dijk Waalveld Citadelbrug Groene dijk Westelijke landtong Geul Snelbinderplein Kade Promenade Prins Mauritsplein Verlengde Drempel Waalbrug Spoorbrug met Snelbinder Baai Brug Veur Lent Veur Lent Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - ix - juli

104 W./R//VVDM/Nijm juli - x - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

105 Milieueffecten van de varianten In de onderstaande tabel treft u het totaaloverzicht aan van de effectbeoordeling van de drie varianten en de VKV. Een positieve score (+) is toegekend wanneer het effect van een variant positief scoort ten opzichte van de referentiesituatie. Deze referentiesituatie bestaat uit de huidige situatie van het plangebied met daarin de autonome ontwikkeling. In deze MER is voor de autonome ontwikkelingen uitgegaan van: ontwikkeling van de Waalsprong (o.a. woningbouw, bedrijventerrein, infrastructuur, recreatie) tot aan de begrenzing van het plangebied; aanleg van de tweede stadsbrug; ontwikkeling van de Waalkade en Waalfront. In de tabel zijn de criteria waarbij sprake is van verschillende effecten tussen de varianten met een kleur aangegeven. Thema s waar geen onderscheid is tussen de effectbeoordeling, zijn in het wit aangegeven. Uit de tabel is te zien dat er in de VKV een verbetering is voor de thema s rivierkunde, natuur, bodem, waterbeheer- en kwaliteit en gebruik en beleving. Daarnaast leidt de VKV ook tot onvermijdelijke negatieve effecten op het gebied van cultuurhistorie, archeologie, scheepvaart en hinder. Om deze negatieve effecten te verkleinen zijn aanvullende maatregelen opgenomen in de meest milieuvriendelijke variant en in de vorm van mitigerende maatregelen. Tabel.: Totaaloverzicht effectscores varianten Beoordelingscriteria Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Rivier en veiligheid R Waterstandsdaling R Opstuwing benedenstrooms: R Morfologie + -- R Robuustheid Natuur N Verandering areaal natuur per ecotooptype Robuustheid natuur/dynamische processen +/- +/- +/- +/- N Instandhoudingsdoelstellingen N Behoud en versterking beschermde en zeldzame soorten N Verstoring natuurwaarden /-- N Ontwikkeling waardevolle gradiënten + +/ Bodem B Verandering bodemkwaliteit bij grondverzet B Verandering blootstelling verontreinigde grond B Grondbalans Waterbeheer en kwaliteit W Grondwater W Oppervlaktewater Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - xi - juli

106 Landschap L Effecten op grote schaal: landschapstypes - en ruimten L Effecten op grote schaal: relaties en herkenningspunten L Effecten op de kleine schaal: landschapselementen L Effecten op identiteit en leesbaarheid van het landschap Cultuurhistorie C Waterstaat; strijd tegen het water C Verdediging en oorlog C Verbindingen; patronen van nederzettingen C Economie; leven van het land Archeologie A Aantasting archeologische waarden Verkeer en vervoer V Leefbaarheid en veiligheid verkeer V Bereikbaarheid voor gemotoriseerd verkeer V Bereikbaarheid voor fiets, OV en minder validen Scheepvaart en externe veiligheid S Scheepvaart S Externe veiligheid transportassen Hinder H Geluidbelasting geluidgevoelige bestemmingen (aanlegfase) Ha Geluidbelaste woningen, wegverkeer -- Hb Geluidbelaste woningen, railverkeer Hc Geluidbelaste woningen, scheepvaart H Geluidbelaste natuurgebieden H Trillingen H Luchtkwaliteit Gebruik en beleving G G G G G Aantasting dan wel versterking stedelijke verbinding Nijmegen en Waalsprong Versterking van de beleefbaarheid van het gebied Mate waarin de dynamische kwaliteiten van de rivier in het projectgebied beleefbaar zijn Stedelijke ontwikkeling functieaantasting/ versterking ruimtelijke kwaliteit Mate van combinaties van functies (multifunctionaliteit) W./R//VVDM/Nijm juli - xii - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

107 Gebruik en beleving G Mate van versterking identiteit van het projectgebied G Mate van robuustheid/ toekomstvastheid van het ontwerp G Veranderingen bereikbaarheid/ + verplaatsingen in relatie tot veranderingen van de infrastructuur G Recreatie op het land G Recreatie op het water Kosten K Project uitvoeringskosten (mlj. euro) Meest Milieuvriendelijke variant De Meest Milieuvriendelijke Variant (MMV) is de variant, waarbij de nadelige gevolgen voor het milieu worden voorkomen, dan wel, voor zover dat niet mogelijk is, deze met gebruikmaking van de beste bestaande mogelijkheden ter bescherming van het milieu zoveel mogelijk worden beperkt. In de richtlijnen voor het MER (augustus ) wordt gevraagd om bij het opstellen van de MMV uit te gaan van een invulling gericht op het ontwikkelen van de potenties van het gebied voor natuur, bijvoorbeeld door ontwikkeling van natuurvriendelijke oevers en dijken en, mede daardoor, versterking van natuurlijke rivierprocessen. Belangrijk is daarbij ook aandacht voor de mogelijkheden om de cultuurhistorische en landschappelijke waarden te versterken. Door de keuze voor de variant Dynamiek als basis en de verdere optimalisaties binnen de VKV, is reeds een belangrijke invulling gegeven aan de vereisten voor de MMV. De VKV is gericht op het ontwikkelen van de potenties van het gebied voor natuur door te kiezen voor een dynamisch ontwerp dat optimaal ruimte biedt aan karakteristieke riviernatuur. Effecten op huidige landschappelijke en historische waarden, die onontkoombaar zijn doordat woningen zullen verdwijnen en een geul aangelegd wordt, zijn gemitigeerd binnen de VKV. Daarom kunnen de hoofdlijnen van de VKV gelijk worden gesteld aan de MMV. Op kleinere schaal zijn er echter wel nog optimalisatiemogelijkheden. Deze onderdelen maken deel uit van de MMV: verplaatsing instroomopening Lentse Waard: De VKV voldoet niet aan de rivierkundige taakstelling voor de lange termijn. Daarom is in de MVV gezocht naar mogelijkheden om meer waterstandsdaling te creëren. Door verplaatsing van de instroomopening naar het noorden en deze meer in richting van stroming van de Waal te plaatsen, is er minder weerstand bij hoogwater en wordt er een groter rivierkundige winst behaald; aangepaste hoogte westelijk eiland: Het westelijke deel van het eiland, het Waalveld genoemd, wordt circa, meter verlaagd tot een hoogte van, m +NAP ( meter hoger dan in de VKV). De bodem van het terrein bestaat uit bestaande ondergrond ter plaatse, zodat zich er een natuurlijke vegetatie kan ontwikkelen. Het eiland overstroomt eens in de tot jaar en het beheer is hetzelfde als de omliggende uiterwaard. De omstandigheden zijn verbeterd voor de ontwikkeling van stroomdalvegetaties; Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - xiii - juli

108 herstel en inpassing van historische elementen haventje: Op de noordelijke Waaloever wordt de stenen oever in het centrale kribvak verwijderd, zodat zich hier ook een zandstrandje kan ontwikkelen. Hiermee komt ook de weg vrij naar de oude havenkom van het veertje dat hier vroeger heeft gevaren. Deze kom kan uitgegraven worden en weer dienst gaan doen als aanlegplaats voor een nieuwe veerverbinding. Wel zal de haven zodanig moeten worden hersteld dat het groene karakter van de uiterwaard op deze plaats niet teveel wordt onderbroken. Café de Zon, ooit verbonden met de levendigheid rondom de veerstoep, blijft tevens behouden en wordt ingepast in het eiland. Dat geldt ook voor het naastgelegen pand. De ophoging van het eiland wordt zoveel mogelijk beperkt gehouden om de Oosterhoutse dijk duidelijk zichtbaar te houden en bouwvormen die inspelen op de nabijheid van de rivier mogelijk te maken. Vervolg van het project Na de planstudiefase zal het bestemmingsplan in procedure gebracht worden en zullen de benodigde vergunningen aangevraagd worden. Dit MER vormt een van de documenten, die ten grondslag liggen aan die vergunningen. Vervolgens vindt de aanbesteding van het werk plaats. Medio zal met de uitvoering worden gestart. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft als doel gesteld alle Ruimte voor de Rivier-projecten gereed te hebben in. Naar aanleiding van de publicatie van deze MER kan tot zes weken na de publicatiedatum een zienswijze worden ingediend op het onderstaande adres: Gemeente Nijmegen De Gemeenteraad T.a.v. Projectorganisatie Ruimte voor de Waal (P) Postbus HG NIJMEGEN W./R//VVDM/Nijm juli - xiv - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

109 INHOUDSOPGAVE Blz. INLEIDING. Ruimte voor de Waal - Nijmegen. Historie planvorming. Milieueffectrapportage. Opzet van het milieueffectrapport DOELSTELLINGEN EN Visie. Inleiding. Hoofddoelstellingen BEOORDELINGSKADER. Criteria. De referentie: huidige situatie en autonome ontwikkelingen. Wijze van beoordelen VOORGENOMEN ACTIVITEIT EN VARIANTEN. Inleiding. Het Ruimtelijk Plan en het ontwerpproces varianten. De integrale inrichtingsvarianten. Tijdelijke situatie Milieueffecten varianten. Rivierkunde. Natuur. Bodem. Waterbeheer en - kwaliteit. Landschap. Cultuurhistorie. Archeologie. Verkeer en bereikbaarheid. Scheepvaart en externe veiligheid. Hinder. Gebruik en beleving. Kosten en baten. Overzicht effectbeoordelingen en analyse Voorkeursvariant. Afweging varianten. Variantenkeuze. Hoofdlijn van de VKV. Het casco Milieueffecten VKV. Rivierkunde. Natuur. Bodem. Waterbeheer en -kwaliteit. Landschap. Cultuurhistorie Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - xv - juli

110 . Archeologie. Verkeer en bereikbaarheid. Scheepvaart en externe veiligheid. Hinder. Gebruik en beleving. Kosten en baten. Overzicht effectbeoordeling VKV. Mitigerende maatregelen Meest Milieuvriendelijke variant Leemte in kennis, mitigatie en evaluatieprogramma BIJLAGEN. Verklarende woordenlijst met begrippen, definities en afkortingen. Bronnenlijst. Enkele uitgangspunten m.b.t. het waterkerend scherm en het aspect grondwater. Beschrijving waterkering W./R//VVDM/Nijm juli - xvi - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

111 INLEIDING. Ruimte voor de Waal - Nijmegen In, maar vooral in heeft het Nederlandse rivierengebied te kampen gehad met zeer hoge waterstanden op de rivieren. Omdat de dijken op veel plaatsen niet op sterkte waren, bestond de vrees dat zij zouden bezwijken. De veiligheid in het riviergebied stond onder zware druk. Al snel werd duidelijk dat deze extreme hoogwaters geen uitzondering meer vormen, maar dat ons land in de (nabije) toekomst steeds meer water te verwerken krijgt. Bij Nijmegen-Lent bevindt zich één van de smalste bochten in het Nederlandse rivierenstelsel. De breedte van het winterbed van de Waal bovenstrooms en benedenstrooms van Nijmegen is sterk wisselend maar meestal meter of meer. In de Waalbocht bij Nijmegen is het winterbed van de rivier plaatselijk maar meter breed. Een duidelijke vernauwing dus. Een flessenhals waar het rivierwater doorheen moet. Tijdens hoogwater belemmert deze flessenhals de afvoer van water en veroorzaakt opstuwing op de Waal. Het rijksbeleid is gericht op het geven van ruimte aan de rivier in tegenstelling tot het verhogen van de dijken. Om deze ruimte bij Nijmegen te nemen heeft de Staatsecretaris van Verkeer en Waterstaat na de hoogwaters van en verzocht of Nijmegen de voorbereiding en uitvoering van de Waalsprong zoals die gepland was direct achter de Waaldijk op te schorten. Nijmegen, zag zich geconfronteerd met het Rijksproject Dijkteruglegging Lent en stelt zich op het standpunt dat de ruimtelijke kwaliteit van Nijmegen aan de Waal moet profiteren van het oplossen van het knelpunt rondom de flessenhals. Oftewel: Als het moet dan moet het ook goed! Figuur.: Veur-Lent bij stijgende waterstanden in het winterbed van de Waal Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

112 Figuur.: Toponiemen Ruimte voor de Waal Nijmegen W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

113 . Historie planvorming Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is in het kader van Ruimte voor de rivier in in overleg getreden met de Gemeente Nijmegen om een oplossing te vinden voor de vernauwing ( flessenhals ) in de rivier de Waal bij Nijmegen. Quick scan Als eerste stap is in een quickscan-onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om in de toekomst hogere rivierafvoeren veilig langs Nijmegen te leiden. Daarbij zijn drie varianten onderzocht: de aanleg van een bypass (ook wel groene rivier genoemd) ten noorden van de Waalsprong, een bypass door de Waalsprong en een landwaartse verlegging van de aan de rechteroever (noordoever) van de Waal gelegen primaire waterkering (dijkteruglegging Veur-Lent ). Uit deze drie varianten heeft de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat in september een keuze gemaakt en deze in december als voornemen laten opnemen in het kabinetsbesluit over het waterbeleid in de e eeuw. Met het oog op de veiligheid, de kosten en de consequenties voor de bouwplannen in de Waalsprong heeft zij besloten de dijkteruglegging als voorkeursvariant nader te verkennen. MER -: Dijk terugleggen of dijk handhaven Vooruitlopend op de PKB Ruimte voor de Rivier startte het Rijk in een studie naar de beste oplossing voor de flessenhalsproblematiek bij Nijmegen. Het onderzoek naar de mogelijke maatregelen bij Nijmegen voorzag in het opstellen van een milieueffectrapport (MER). Het MER beschrijft de milieueffecten van het terugleggen van de dijk (Plan Brokx) en van het handhaven van de dijk (Lentse Warande). Besluitvorming PKB Ruimte voor de Rivier Het MER dijk terugleggen of dijk handhaven was opgestart in de vooronderstelling dat de beslissing over de flessenhals bij Nijmegen genomen zou worden vóór de vaststelling van de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (verder te noemen: PKB Ruimte voor de Rivier). Uiteindelijk is de dijkverlegging bij Lent echter opgenomen als maatregel in de PKB Ruimte voor de rivier en heeft daarmee de MER voor de maatregel bij Nijmegen ( dijkterugleggen of dijk handhaven ) ingehaald. Voor de PKB is ook een MER opgesteld en de resultaten uit het concept MER dijk terugleggen of dijk handhaven zijn hierbij betrokken. En daarmee zijn zij betrokken ook bij de besluitvorming over de PKB in de Tweede en Eerste Kamer daaromtrent. In de PKB is door het kabinet voor de flessenhals bij Nijmegen de dijkteruglegging als maatregel opgenomen: Om een hoogwatergeul van ruim meter breed bij Nijmegen aan te leggen wordt de primaire waterkering over een afstand van meter in noordwaartse richting verplaatst. Een deel van de huidige primaire waterkering kan worden gespaard en verbreed, dit vormt een eiland tussen de hoogwatergeul en de Waal. Hiermee wordt de beoogde cm. waterstandsdaling gerealiseerd. Op juli heeft de Tweede Kamer ingestemd met deze PKB. De Eerste Kamer volgde op december. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

114 Start planstudie Na vaststelling van de PKB heeft de Staatssecretaris de gemeente Nijmegen in gevraagd de planstudie (voor de uitwerking van de dijkteruglegging) op zich te nemen. In de zomer van heeft de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat een overeenkomst gesloten met de gemeente Nijmegen. In deze overeenkomst is geregeld dat Nijmegen in opdracht van het Rijk de planstudie gaat afronden. Deze overeenkomst is een uitwerking van de wens van het Rijk om de inpassing van de PKB-maatregelen vorm te laten geven door decentrale overheden. Uitgangspunten planstudie Aan deze overeenkomst ligt het Ruimtelijk Plan Dijkteruglegging van december ten grondslag. De gemeente Nijmegen stelt als harde eis aan het planontwerp, dat de kwelsituatie in het gebied ten noorden van het plangebied als gevolg van de maatregel niet mag verslechteren. Dit houdt in dat in alle varianten die worden onderzocht bovenstaand uitgangspunt de basis vormt. Bij de planontwikkeling vormen de effecten op de bereikbaarheid van de stad Nijmegen en Nijmegen-Noord eveneens een belangrijk criterium. Figuur.: Leven met hoogwater in een tuin langs de Oosterhoutse dijk met zicht op de spoorbrug W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

115 . Milieueffectrapportage Een m.e.r.-procedure wordt doorlopen bij ingrijpende projecten om de milieueffecten een volwaardige plek te geven in de besluitvorming. In het op de Wet Milieubeheer gebaseerde Besluit milieueffectrapportage () is vastgelegd bij welke besluiten en plannen het opstellen van een milieueffectrapport (MER) verplicht is. Onderstaand is toegelicht welke activiteiten m.e.r.-plichtig zijn. M.e.r. voor plannen Het realiseren van de dijkteruglegging kan positieve en negatieve gevolgen hebben voor het milieu. De geul wordt immers aangelegd in kwetsbaar gebied, het oostelijk deel van het natuurgebied Oosterhoutse Waarden. Het verlagen van de rivierdijk tot drempel leidt mogelijk tot aanpassingen in de Lentse Waard. Dit leidt mogelijk tot negatieve effecten op beschermde habitats en soorten die zijn aangewezen voor de Natura-gebieden Uiterwaarden Waal (Vogelrichtlijngebied) en Gelderse Poort (Vogel- en habitatrichtlijngebied). De aanleg van de geul kan echter ook gunstig zijn voor habitats en soorten, bijvoorbeeld als doortrekgebied voor de vissen (o.a. Rivierprik, Elft). Omdat er mogelijk sprake is van een kans op significant negatieve gevolgen, dient er op grond van de Natuurbeschermingswet (verder te noemen: NB-wet) een Passende Beoordeling te worden opgesteld. Dit heeft ook tot gevolg dat het nog op te stellen bestemmingsplan en Structuurvisie plan-m.e.r-plichtig zijn. De Passende Beoordeling is onderdeel van dit MER en als afzonderlijk document in de bijlagen opgenomen. Ten behoeve van het project Ruimte voor de Waal wordt een gemeentelijk bestemmingsplan vastgesteld dat kaderstellend is voor het dijkverleggingsplan en de ontgrondingenvergunning, waardoor dit plan ook om deze reden plan-m.e.r.-plichtig is. M.e.r. voor besluiten Het project dijkteruglegging omvat ondermeer de aanleg van een nieuwe primaire waterkering, een recreatiehaven, alsmede de aanleg van recreatieve voorzieningen. Dit zijn activiteiten die conform het Besluit m.e.r. m.e.r.-plichtig kunnen zijn. De milieueffectrapportage brengt mogelijke nadelige gevolgen voor het milieu in kaart bij het eerste (ruimtelijke) besluit, in dit geval zijnde het bestemmingsplan (gemeente Nijmegen). Het bestemmingsplan maakt een aantal m.e.r.-plichtige activiteiten (Besluit m.e.r. onderdeel C) mogelijk. Cursief is de relatie met het ruimtelijk plan aangegeven: de aanleg van een primaire waterkering (Besluit m.e.r., onderdeel C, categorie.); de aanleg van de kade en de groene dijk als primaire waterkering is onderdeel van het plan; de winning van oppervlaktedelfstoffen met een winplaats van hectare of meer (Besluit m.e.r., onderdeel C, categorie.); De delfstoffen die bij aanleg van de geul vrijkomen, zullen deels in het gebied zelf verwerkt worden en deels elders afgezet worden. In afwijking met hetgeen wat in de Startnotitie m.e.r. is vermeld, behoren de aanleg van een haven voor civiel gebruik voor de binnenscheepvaart, de aanleg van één of meer recreatieve of toeristische voorzieningen die een oppervlakte beslaat van hectare of meer in een gevoelig gebied, de aanleg van een jachthaven met ligplaatsen of meer, én bronbemalingen bij bouwputten met een hoeveelheid water van miljoen m³ of meer per jaar, niet de voorgenomen activiteiten binnen het project Ruimte voor de Waal. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

116 Gecombineerd besluitmer / planmer Nu zowel een besluitmer als een planmer moeten worden opgesteld hebben de betrokken bevoegde gezagen besloten om één plan/besluitmer te laten opstellen, waarvoor een gecombineerde plan/besluitm.e.r.procedure te doorlopen. Hierbij wordt de procedure voor de besluit-m.e.r. compleet met startnotitie en inspraak doorlopen. De gecombineerde procedure moet voldoen aan de eisen van zowel de planmer-procedure als de besluitmer-procedure. De besluitmer-procedure kent meer stappen en voorschriften dan de planmer-procedure en is daarmee maatgevend. Met het doorlopen van de besluitmer-procedure wordt op twee punten nog niet voldaan aan de vereisten van de planmer-procedure: Bij de planmer-procedure moeten in het plan-mer de gevolgen voor andere plannen in beeld worden gebracht. Bij de besluitmer-procedure zijn dat de gevolgen voor andere besluiten. Bij de planmer-procedure worden bij de te beschouwen gevolgen biodiversiteit en de gezondheid voor de mens expliciet genoemd en bij de besluitmer-procedure niet. Bij de gecombineerde procedure moet de initiatiefnemer aanvullend op de besluitmer-procedure aan deze punten voldoen. De gevolgen voor biodiversiteit worden beschreven bij het thema natuur. Middels de hinderonderzoeken en de onderzoeken naar veiligheid, bodem- en waterkwaliteit is aandacht besteed aan de gezondheidsaspecten. Wegens het ontbreken van een eenduidige methodiek, zijn deze aspecten niet in een hoofdgroep gezondheid samengenomen. Wie, wat en wanneer? In de m.e.r.-procedure voor het project Ruimte voor de Waal Nijmegen spelen verschillende partijen een rol. De belangrijkste zijn de initiatiefnemers (de partijen die het project willen uitvoeren) en de bevoegde gezagen (de overheidsinstanties die bevoegd zijn om de besluiten te nemen waarvoor het MER wordt opgesteld). De rollen van de bevoegde gezagen zijn gekoppeld aan de vaststelling van het bestemmingsplan (art. Wro) en de verlening van de ontgrondingenvergunning (art. Ontgrondingenwet). Voor het project wordt de rijkscoördinatieregeling als gevolg van de Wro toegepast. Dit betekent dat de bevoegdheid van het algemeen bestuur van het waterschap om een dijkverleggingsplan te kunnen vaststellen van rechtswege en de goedkeuringsbevoegdheid ervan door GS komt te vervallen. De ruimtelijke relevante onderdelen van het dijkverleggingsplan dienen in de voorschriften van het bestemmingsplan te worden opgenomen en de overige onderdelen van het dijkverleggingsplan in de toelichting van het bestemmingsplan. Het College van Burgemeester en Wethouders (B&W) van de gemeente Nijmegen treedt op als initiatiefnemer voor het bestemmingsplan, de ontgrondingenvergunning en de vergunning in het kader van Natuurbeschermingswetvergunning. Alle betrokken bevoegde gezagen hebben besloten om de gemeenteraad van Nijmegen conform de Wet milieubeheer, Besluit m.e.r. aan te wijzen als het coördinerend bevoegd gezag. Het bevoegd gezag voor het verlenen van de ontgrondingenvergunning is het College van Gedeputeerde Staten van Gelderland. Het bevoegd gezag voor het verlenen van de vergunning in het kader van Natuurbeschermingswetvergunning zijn het College van Gedeputeerde Staten van Gelderland en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

117 De Commissie voor de milieueffectrapportage (hierna Cie-m.e.r.) is een onafhankelijke commissie van deskundigen, die het Bevoegd gezag over de inhoud van het MER adviseert. Aan het begin van het m.e.r.-traject geeft deze Cie-m.e.r. een advies voor de richtlijnen voor de inhoud van het MER. Nadat het MER is gepubliceerd stelt de Commissie-m.e.r. een toetsingsadvies op aan de hand van de definitieve richtlijnen, die door het Bevoegd gezag de Raad van de gemeente Nijmegen op september zijn vastgesteld.. Opzet van het milieueffectrapport In het MER wordt onderzocht wat de milieueffecten van de ingreep zijn. Dit wordt gedaan door mogelijke varianten van het project te ontwerpen en de effecten daarvan te vergelijken. Afhankelijk van het te onderzoeken effect wordt ook een vergelijking gemaakt met de bestaande situatie, of de situatie die er zou zijn als het project niet uitgevoerd zou worden. Uit deze varianten is een voorkeursvariant opgesteld. Daarnaast is ook onderzocht hoe een meest milieuvriendelijke variant eruit zou kunnen zien. Per thema zijn achtergrondrapporten opgesteld die gedetailleerde informatie geven over ondermeer de huidige situatie, relevante wetgeving en beleid, de methodiek voor beoordeling van de effecten en de resultaten van de effectbeoordeling per variant. Voor meer informatie wordt verwezen naar de diverse achtergrondrapportages (zie ook bijlage, bronnenlijst). Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

118 W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

119 DOELSTELLINGEN EN VISIE. Inleiding De doelstellingen (wat moet vanuit wet- en regelgeving worden behaald?) en de visie (wat willen de initiatiefnemer en andere belanghebbenden met het gebied?) vormen het vertrekpunt voor de ontwikkeling van varianten binnen deze MER. Daarnaast kunnen de doelstellingen en visie, nadat varianten zijn ontworpen en de milieueffecten van de varianten zijn bepaald, doorslaggevend zijn bij de keuze voor een voorkeursvariant.. Hoofddoelstellingen De twee hoofddoelstellingen voor het project Ruimte voor de Waal Nijmegen zijn: Het realiseren van een duurzame rivierkundige oplossing voor de flessenhals in de Waal bij Nijmegen. Door de nu nog beschikbare ruimte te bestemmen voor de rivier moet worden voorkomen dat de flessenhals onomkeerbaar wordt vastgelegd door stedelijke ontwikkeling. Daarbij wordt getoetst: of en over welk traject uiterlijk in minimaal een Rijnafvoer van. m /s veilig verwerkt kan worden, zonder overschrijding van de waterstanden waarop de bestaande dijken zijn ontworpen; of de oplossing binnen het projectgebied een zo groot mogelijke bijdrage levert aan de beveiliging tegen een in de toekomst verder toenemende Rijnafvoer. Het realiseren van een oplossing met een goede ruimtelijke kwaliteit. Daarbij zijn voor de gemeente Nijmegen de uitgangspunten: afstemming met projecten in de omgeving; behouden en versterken identiteit Lent en Nijmegen; Waalsprong gericht op de rivier en de stad; bereikbaarheid; garanties ten aanzien van kwel; kwalitatieve openbare ruimte voor alle bewoners van Nijmegen. Figuur.: Kolk te Lent juist ten oosten van de Waalbrug Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

120 .. Veiligheidsdoelstelling De rivierverruiming in het kader van Ruimte voor de Rivier (RvR) moet er voor zorgen dat de waterstanden in de rivieren niet stijgen als de maatgevende afvoer (waarbij een waterstand ontstaat die nog net voldoet aan de veiligheidsnormering van / jaar) van de Rijn bij Lobith toeneemt van. m/s naar. m/s. Zoals hierboven eerder is aangegeven hebben zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer in ingestemd met het maatregelenpakket dat beschreven is in de Planologische Kernbeslissing (PKB) RvR deel (Kabinetsstandpunt). Van dit maatregelenpakket is Ruimte voor de Waal Nijmegen een onderdeel. Alle elementen van het RvR pakket moeten worden gerealiseerd wil voldaan worden aan het uitgangspunt dat de dijken in het Rijnstroomgebied niet hoeven te worden verhoogd ondanks de verhoogde MHW. In feite gaat het om de kralen in één snoer waarbij iedere kraal telt en zij alleen samen het gewenste resultaat kunnen bereiken. Korte termijn - taakstelling De maatregel heeft als primair doel de zogenaamde rivierkundige taakstelling te halen. Dat is een daling van de maatgevende hoogwaterstand (MHW) met centimeter tussen de rivierkilometers, en,. De maatregel is in de PKB RvR opgenomen in het Basispakket voor de korte termijn, dat wil zeggen dat de maatregel voor dient te zijn uitgevoerd. Lange termijn - streven Het Rijk is zich bewust van het belang om ook in de toekomst voldoende ruimte voor de rivier open te houden. Dit geldt zeker voor het gebied waarin de dijkteruglegging is voorzien. In de komende jaren worden grote investeringen in bebouwing en infrastructuur rondom te teruggelegde dijk en de nevengeul voorzien, deels als autonome ontwikkeling, en deels samenhangend met de dijkteruglegging. Zo zal het binnendijkse gebied bebouwd worden in het kader van de Waalsprong; ruimte voor toekomstige dijkverleggingen is er dan niet meer. De aanleg van een nevengeul vraagt om aanpassing van bestaande bruggen, en daarnaast worden nieuwe bruggen over deze geul voorzien, waaronder ook de Tweede Stadsbrug. Het eiland dat ontstaat tussen de nevengeul en de rivier leent zich voor diverse functies, waaronder ook bebouwing. Kortom: de ruimte rondom de teruggelegde dijk en de nevengeul zal worden opgevuld en vastgelegd met bebouwing en infrastructuur. Mogelijk zijn ook op lange termijn mogelijk nieuwe maatregelen nodig om de effecten van klimaatverandering het hoofd te bieden (zie het advies van de Deltacommissie). Het is niet de bedoeling dat door de invulling van het gebied een nieuw afvoerprobleem voor de rivier wordt gecreëerd; de afvoercapaciteit van de hoogwatergeul moet blijven gehandhaafd. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

121 Het advies van de Deltacommissie De Deltacommissie (onder leiding van oud-minister Cees Veerman) presenteerde in september haar advies (Samen werken met water, ) dat inmiddels is overgenomen als kabinetsstandpunt. Daarin staat dat ook voor de periode na extra maatregelen nodig zullen zijn om Nederland veilig te houden tegen overstromingen. Voor het project Ruimte voor de Waal Nijmegen heeft dit nu geen gevolgen. De Ruimte voor de Rivierprojecten moeten conform de planning in PKB RvR vóór het eind van worden uitgevoerd. Daarmee kan de voor verwachte verhoging van de maatgevende hoogwaterstand (MHW) worden opgevangen zonder de dijken te hoeven verhogen. Voor de periode daarna zal Nederland zich mogelijk opnieuw moeten wapenen tegen heviger regenval, grotere droogte, hogere rivierafvoeren, een stijgende zeespiegel en een verhoogde golfaanval. Maatregelen die anticiperen op een mogelijk verdere toename van de MHW tussen en (gesproken wordt over een stijging van. naar. m/s op de Rijntakken) zijn niet verplicht maar worden waar mogelijk wel warm door de Cie aanbevolen. Daarnaast adviseert de Deltacommissie de veiligheidsniveaus met een factor te verbeteren ook langs de rivieren. Op termijn kan dit zeker leiden tot verdere maatregelen in het riviersysteem. Het Kabinet werkt aan de verankering van het advies en de aanbevelingen van de Deltacommissie in een Waterwet. Het doel van het project is daarom een robuuste rivierverruiming, waarmee het betreffende stadsdeel ook na geen knelpunt wordt in de afvoer van hoogwater door de Waal. Het Ruimtelijk Plan zoals hierboven genoemd, heeft dit ontwerpprincipe als belangrijk uitgangspunt. Daarom is als de eerste doelstelling in het Ruimtelijk Plan opgenomen: Het realiseren van een duurzame rivierkundige oplossing voor de flessenhals in de Waal bij Nijmegen. Door de nu nog beschikbare ruimte te bestemmen voor de rivier moet worden voorkomen dat de flessenhals onomkeerbaar wordt vastgelegd door stedelijke ontwikkeling. Daarbij wordt getoetst: of en over welk traject uiterlijk in minimaal een Rijnafvoer van. m /s veilig verwerkt kan worden, zonder overschrijding van de waterstanden waarop de bestaande dijken zijn ontworpen; of de oplossing binnen het projectgebied een zo groot mogelijke bijdrage levert aan de beveiliging tegen een in de toekomst verder toenemende Rijnafvoer, dan wel hier op aan te passen is. In het kader van het Ruimtelijk Plan zijn ook de rivierverruimingsmaatregelen tegen het licht gehouden en waar nodig aangepast, vanuit bovenstaande rivierkundige doelstelling voor de korte en lange termijn. De rivierverruimingsmaatregelen zijn vervolgens doorgerekend op hun effecten bij een hoogwater van. m/s, en bleken een waterstandsverlaging bij dit Maatgevend Hoogwater te geven van ca. cm, significant meer dus dan de taakstelling van cm. voor de korte termijn, zoals opgenomen in de PKB Ruimte voor de Rivier. Ten behoeve van de uitwerking van de maatregel Dijkteruglegging Lent heeft de Gemeente Nijmegen een contract gesloten met de Programmadirectie Ruimte voor de Rivier. Daarin is onder meer opgenomen dat het Ruimtelijk Plan uitgangspunt is voor de uitwerking. De PKB-taakstelling van cm. wordt daarom beschouwd als een minimumniveau voor de te bereiken waterstandsverlaging, en de cm die mogelijk blijkt, is het streven. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

122 In het MER zal onderscheid worden gemaakt tussen deze drie criteria: een minimum-waterstandsverlaging die een harde randvoorwaarde vormt, een grotere waterstandsverlaging tot cm. (bij. m /s) en de mogelijkheid het plan in de toekomst op nog grotere waterstandsdalingen aan te passen als streven. Figuur.: Zicht op spoorburg vanuit Veur-Lent in een situatie met overstroomd winterbed.. Ruimtelijk kader Kwaliteit voor het rivierengebied Door de nieuwe aanpak van de veiligheidsproblematiek in het rivierengebied is meer dan voorheen een koppeling ontstaan met de ruimtelijke ordening. Het treffen van rivierverruimende (en dus ruimtelijke) maatregelen maakt een gedeeltelijke herinrichting van het rivierengebied onontkoombaar en daarop richt zich de tweede doelstelling van de PKB Ruimte voor de Rivier: het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. Het rivierengebied is één van de meest karakteristieke landschappen die ons land kent. Het lijkt vanzelfsprekend dat we daar zuinig op zijn, maar in de praktijk blijkt dit vaak een hele opgave. Oude riviersteden hebben zich met de rug naar de rivier gekeerd. Meerdere plekken vertonen een rommelig beeld. Er zijn ook in dit gebied belangrijke landschappelijke, archeologische en cultuurhistorisch waarden die dreigen te worden aangetast. Kortom, de ruimtelijke kwaliteit van het gebied is op een aantal plaatsen in het geding. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

123 Bij de nadere uitwerking van de Ruimte voor de Rivier maatregelen wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de ruimtelijke kwaliteit van de projectgebieden te behouden, maar liefst nog te verbeteren in combinatie met veiligheidsmaatregelen. Bij het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in het rivierengebied gaat het om: het vergroten van de ruimtelijke diversiteit tussen de riviertakken; het handhaven en versterken van het open karakter van het rivierengebied met de karakteristieke waterfronten; behoud en ontwikkeling van de landschappelijke, ecologische, aardkundige, archeologische en cultuurhistorische waarden; verbetering van de milieukwaliteit; versterking van het gebruik van de vaarwegen door de beroeps- en pleziervaart. In is door de provincie Gelderland in samenwerking met Rijkswaterstaat de handreiking Ruimtelijke Kwaliteit voor de rivier de Waal opgesteld. Deze handreiking is bij het opstellen van het MER een belangrijke richtlijn geweest bij de toetsing op Ruimtelijk Kwaliteit (zie thema gebruik en beleving ). Figuur.: Behoud van het open karakter van de rivier is een van de ruimtelijke opgaven Nijmeegse koers De Nijmeegse koers is er op gericht een sterk profiel te bouwen en te houden op juist die onderscheidende kwaliteiten die er bij de concurrentiestrijd tussen de regio s toe doen: bereikbaarheid, kwaliteit van de arbeidsmarkt en van de kennis- en onderwijsinstellingen, groene ruimte, cultureel aanbod, goed wonen en andere good-life voorzieningen. Dat het ruimtelijk beleid op hoge kwaliteit gericht is blijkt uit de plannen rondom de Waal. Het Kansenboek Het ruimtelijk ordeningsbeleid van Nijmegen is vastgesteld in het Kansenboek. In het Kansenboek wordt veel aandacht geschonken aan Nijmegen omarmt de Waal. Hieronder vallen de projecten: Waalkade-Ooijpoort, het Waalfront, de Stadsbrug, de Citadel, de Dijkteruglegging, de Schans en de Stelt. De dijkteruglegging komt aan bod bij Stad aan het water. Nijmegen omarmt de Waal is een kans om de zuidelijke stad te verbinden met de noordelijke stad. Het kan een prachtig gebied worden met wonen, werken, toerisme, groen en historie waar Nijmegenaren graag vertoeven. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

124 Ontwerp Structuurvisie Nijmegen De structuurvisie Nijmegen is de opvolger van het Kansenboek en is in juni vastgesteld. Het beschrijft de gewenste ruimtelijke hoofdstructuur van Nijmegen. De Structuurvisie maakt duidelijk waar de stad op aan koerst. Het is een toetsings- en onderbouwingskader voor ruimtelijke (bestemmings)plannen, maar ook een kompas, inspiratie- en ontwikkelingskader voor investeringen door gemeente en andere overheden, bedrijven, organisaties en inwoners. Voor de Structuurvisie is geen nieuw beleid ontwikkeld. Alleen de ruimtelijke gevolgen van vaststaand beleid zijn er in samengebracht. Er wordt gewerkt aan zes ambities: Nijmegen omarmt de Waal; goede bereikbaarheid met duurzame vervoerswijzen; multifunctionele knopen met een eigen identiteit; meer ruimte voor groen en water; wonen in sterke en ongedeelde wijken; vitale werkgebieden, kansen voor bedrijvigheid. Het Ontwikkelingsbeeld Waalsprong van In mei heeft het college het Ontwikkelingsbeeld Waalsprong vastgesteld. De nieuwe woongebieden in Nijmegen-Noord zijn gevarieerd, van stedelijk tot meer landelijk gelegen. Behalve woningen komen er kantoren, winkels, onderwijs-, sport- en cultuurvoorzieningen en mogelijkheden voor recreatie. Om de concrete plannen hiervoor verder uit te werken biedt het ontwikkelingsbeeld een kader, maar het is geen blauwdruk. Het ontwikkelingsbeeld laat zien hoe bij de nieuwe invulling van het gebied gebruik wordt gemaakt van bestaande elementen als water, cultuurhistorie, natuur en landschap. Uit het MER blijkt dat de hoofdstructuren voor verkeer en landschap (water en groen) een belangrijke bijdrage kunnen leveren om samenhang in de plannen te creëren. Ze vormen tezamen het zogenaamde robuuste raamwerk van de Waalsprong. De Waalsprong ontwikkelt zich langs de bestaande structuren die noord-zuid zijn gericht. Zodoende ontstaat er een radiale structuur gericht op de rivier, het centrumgebied en de historische stad. De Waalsprong krijgt op deze wijze vorm in de Nijmeegse traditie waarbij de radiale uitvalswegen beeldbepalend zijn voor het karakter van de stad. Aan de rivier manifesteert de Waalsprong zich op een andere manier dan de bestaande stad. Daar is sprake van een waterfront met een strakke stenige kade. Aan de waalsprongzijde ontvouwt zich een archipel, waarbij groen-blauwe structuren worden afgewisseld met compacte eilanden. Bestaande structuren en kwaliteiten van het gebied bepalen nadrukkelijk de planuitwerking. Zoals de uiterwaarden, oude waterlopen en veldwegen. De Waalsprong wordt niet langer gezien als een wijk achter de dijk, maar richt zich op de rivier. Een keuze die vanuit deze gedachte gemaakt is, is het verplaatsen van het centrumgebied, aan de rivier. Het zwaartepunt van de bebouwing schuift daarmee op naar het westen van de spoorlijn. Aan de oostzijde ontstaat een relatie met het Betuws landschap. Belangrijk is ook de keuze om de Landschapszone veel sterker te verbinden met het regionale park en landschapsstructuren. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

125 Nijmegen omarmt de Waal De Waalsprong, de Dijkteruglegging en de Stadsbrug plaatsen de Waal midden in de stad wat ruimte schept voor unieke deelprojecten die aantrekkelijke en bijzondere woonmilieus in een stedelijke setting mogelijk maken, vlakbij het water. Historische kenmerken en kwaliteiten, zoals de binnenstad, het vestingverleden, visualisaties en de monumentale parken, worden gecombineerd met werken, culturele en maatschappelijke voorzieningen, een betere bereikbaarheid en meer kansen voor toerisme en recreatie. Meer ruimte voor groen en water De combinatie van stad, groen en water maakt Nijmegen bijzonder en dat wordt de komende jaren versterkt. De komende jaren staan in het teken van nieuwe regionale en stadsparken, de Waal krijgt meer ruimte, versterking van de groene stadsranden en de sprong naar 'watersensitieve wijken' om de leefomgeving aantrekkelijker te maken. De gemeente en Rijkswaterstaat hebben voorts het basisniveau voor de ruimtelijke kwaliteit van het gebied beschreven in het Ruimtelijk Plan (zie figuur..). In de voor u liggende MER worden varianten ontwikkeld die steeds aan het basisniveau vastgelegd in het ruimtelijk plan moeten voldoen. Figuur.: Ruimtelijk plan Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

126 W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

127 BEOORDELINGSKADER. Criteria De effectbeoordeling in het voorliggende MER is uitgevoerd aan de hand van de in onderstaande tabel vermelde beoordelingsmethodieken en de voorgenomen activiteit en varianten (zie hoofdstuk ). De tabel geeft een overzicht van de wijze van beoordeling en de gebruikte meeteenheid voor de toetsing. In de diverse thematische achtergrondrapporten is een verder verdieping van de beoordelingsmethodieken beschreven. Het beoordelingskader is afgeleid uit de doelstellingen, de randvoorwaarden, de wet- en regelgeving, het vigerende (door overheden vastgestelde) beleid en de richtlijnen voor het MER. Het vormt de basis voor de beoordeling van de milieueffecten. Voor elke van de vermelde disciplines zijn de criteria bepaald op grond waarvan de beoordeling kan worden uitgevoerd. Beoordelingscriteria milieu. De genoemde criteria zijn geformuleerd op basis van de Richtlijnen voor het MER. Beoordelingscriterium kosten. De alternatieven kunnen qua kosten sterk verschillen en deze verschillen kunnen in de uiteindelijke afweging een belangrijke rol kunnen spelen. Daarom zijn de kosten in dit MER reeds globaal in beeld gebracht. De lezer c.q. besluitvormer is daarmee vollediger geïnformeerd. Beoordelingscriteria doelstellingen. Naast beoordelingscriteria die betrekking hebben op het milieu en de kosten is er ook een aantal criteria dat direct gerelateerd wordt aan de doelstellingen van het project (veiligheid en ruimtelijk kwaliteit). Het veiligheidscriterium treft u aan in de criteriumgroep Rivierkunde (hydraulica en morfologie). De Ruimtelijke kwaliteit treft u vooral aan in de criteriumgroepen Natuur, Landschap, Cultuurhistorie, Archeologie en Ruimtelijke beleving/beleving. Figuur.: Uitzicht op de Waal en de Ooijpolder vanaf de Waalbrug Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

128 Tabel.: Beoordelingcriteria MER Ruimte voor de Waal Nijmegen Code Te onderzoeken effecten Methode Rivier en veiligheid R Waterstandsdaling (cm) Berekeningen met -dimensionaal model (Waqua) R Opstuwing benedenstrooms (cm) Berekeningen met -dimensionaal model (Waqua) R Aanzanding hoofdgeul Berekeningen met -dimensionaal model (DelfD) R Robuustheid rivierverruiming lange termijn Kwalitatieve analyse van robuustheid bij een afvoer. m bij Lobith Natuur N Verandering areaal natuur per Oppervlakte (ha) incl. toetsing (geen weging) aan EHS doelen ecotooptype (aanwezigheid stapstenen, corridors, wezenlijke kenmerken). Robuustheid natuur en dynamische processen Kwalitatieve toets o.b.v. veranderingen in ecotooptypen en aandachtspunten uit het RKK N Instandhoudingdoelstellingen incl. Kwalitatieve toets ondermeer o.b.v. veranderingen in verbeteropgave (Nb-wet, Natura ) ecotooptypen/leefgebieden (tijdelijk en permanent). (foerageergebied, broedbiotoop). N N N Bodem Behoud en versterking beschermde en zeldzame soorten (FFW, Rode lijst) Verstoring natuurwaarden Ontwikkeling waardevolle gradiënten Kwalitatieve toets ondermeer o.b.v. veranderingen in ecotooptypen/leefgebieden (tijdelijk en permanent) op basis van de huidige situatie. Kwalitatieve toets o.b.v. geluidhinder en menselijke activiteit (inclusief recreatie) Kwalitatieve toets o.b.v. overgangen nat- droog, reliëf, kleinschaligheid B Verandering kwaliteit bodem in gebieden waar grondverzet is voorzien Oppervlakte (m) en volume (m) grond, ingedeeld naar kwaliteitsklassen B Verandering blootstelling aan verontreinigde grond Kwalitatieve beschrijving o.b.v. oppervlaktes, diepteligging en kwaliteitsklassen B Grondbalans Mate waarin sprake is van een gesloten grondbalans in samenhang met te realiseren werken (geen afvoer van buiten en hergebruik van materiaal binnen het plangebied) Waterbeheer en kwaliteit W Grondwater Berekeningen voor verschillende situaties in de rivier: GLG, GHG; gecombineerd met verschillend neerslag situatie W Oppervlaktewater Kwantitatieve beoordeling o.b.v. bijdrage aan KRW-doelen Landschap L Effecten op grote schaal: landschapstypes en ruimten Mate waarin landschapstypes met hun kenmerken (ruimten, sfeer, maat, vorm) verstoord of versterkt worden L Effecten op grote schaal: relaties Mate waarin de landschappelijke relaties tussen de landschapstypes (zichtlijnen, herkenningspunten) verstoord of versterkt worden L Effecten op de kleine schaal: landschapselementen Mate waarin bestaande objecten met aardkundige waarde, kleinschalige landschapselementen en bebouwingsstructuren verloren gaan/verstoord worden/beter beleefbaar worden L Effecten op de identiteit en leesbaarheid van het landschap Mate waarin verandering optreedt in de afleesbaarheid van het historisch gegroeide landschapspatroon Cultuurhistorie C Waterstaat; strijd tegen het water Kwalitatieve beschrijving van de effecten op monumenten, historische C Verdediging en oorlog relicten en structuren passend bij het thema. C Verbindingen; patronen van nederzettingen C Economie; leven van het land Archeologie A Archeologische waarden Kwalitatieve beschrijving van de effecten op vindplaatsen W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

129 Code Te onderzoeken effecten Methode Verkeer en vervoer V Leefbaarheid en veiligheid verkeer Kwalitatieve toets o.b.v. intensiteiten, netwerkstructuur en wegkenmerken per wegcategorie V Bereikbaarheid voor gemotoriseerd verkeer tijdens en na uitvoering I/C verhoudingen op het toekomstige wegennet, Filevorming en doorstroming, Parkeerbehoefte V Bereikbaarheid voor fiets, OV en minder validen tijdens en na uitvoering Voorzieningen, oversteekbaarheid Scheepvaart en externe veiligheid S Veiligheid voor de beroeps- en recreatievaart (tijdens aanleg en eindsituatie) Kwalitatieve toets o.b.v. termen van externe veiligheid (risicocontouren), verkeersafwikkeling en beperking vlotheid en veiligheid door (extra) baggeroperaties. S Externe veiligheid Beoordeling kans van - per jaar o.b.v. wijziging in vaarroute, installatie van objecten nabij de vaarroute etc. Hinder tijdens uitvoering H Geluidbelasting geluidgevoelige Modelberekening (GeoNoise) bestemmingen (aanlegfase) Ha Geluidbelaste woningen, wegverkeer Modelberekening (GeoNoise) Hb Geluidbelaste woningen, railverkeer Modelberekening (GeoNoise) Hc Geluidbelaste woningen, scheepvaart Modelberekening (GeoNoise) H Geluidbelaste natuurgebieden Modelberekening (GeoNoise) van het oppervlak (ha) aan geluidbelast natuurgebied H Trillingen Kwalitatieve beschrijving van potentiële trillingshinder op trillingsgevoelige objecten H Luchtkwaliteit Kwalitatieve beschrijving middels modelberekening Gebruik en beleving G Aantasting danwel versterking stedelijke Kwalitatief verbinding Nijmegen en Waalsprong G Versterking van de beleefbaarheid van Kwalitatief het gebied G Mate waarin de dynamische kwaliteiten Kwalitatief van de rivier in het plangebied beleefbaar zijn G Stedelijke ontwikkeling Kwalitatief functieaantasting/versterking ruimtelijke kwaliteit G Mate van combinaties van functies Kwalitatief G Mate van versterking identiteit van het Kwalitatief plangebied G Mate van robuustheid/ toekomstvastheid van het ontwerp Kwalitatief, met daarbij per variant een kwantitatieve beoordeling van de fysieke ruimte die beschikbaar blijft voor toekomstige ingrepen G Veranderingen bereikbaarheid/ verplaatsingen in relatie tot Kwalitatief voor verschillende gebruikersgroepen met onderscheid voor bezoekers en zich via het plangebied verplaatsende groepen veranderingen van de infrastructuur G Recreatie op het land Kwalitatief G Recreatie op het water Kwalitatief Kosten en baten K Kosten en baten Kwantitatief, middels een MKBA. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

130 . De referentie: huidige situatie en autonome ontwikkelingen Het plangebied van de Dijkteruglegging Lent ligt aan de noordoever van de Waal ter hoogte van Nijmegen. Aan de oostzijde loopt het plangebied voorbij Wijnfort Lent over in de Lentse Waard, aan de westzijde in de Oosterhoutse Waarden, aan de zuidzijde vormt de Waal de projectgrens en aan de noordzijde de (nieuwe) dijk. In de onderstaande figuur. is de begrenzing van het plangebied aangegeven. De planbegrenzing is licht gewijzigd ten opzichte van de begrenzing in de Startnotitie. In de noordwesthoek is het plangebied vergroot ter plaatse van de plas, omdat het gehele perceel waarschijnlijk onteigend moet worden. Ook is de uitstroomopening van de toekomstige geul volledig opgenomen in het plangebied, waar in de begrenzing uit de Startnotitie slechts de helft van de opening was opgenomen. In de noordoosthoek valt het Wijnfort buiten de nieuwe begrenzing. Het studiegebied voor de (milieu)effecten is ruimer en verschilt per (milieu)aspect, afhankelijk van de mate waarin een effect buiten het plangebied kan optreden. De invloed op de omliggende (woon)gebieden is bijvoorbeeld van belang bij de beoordeling van de invloed van het plan, maar ook de afstemming van de ruimtelijke keuzes tussen het project en de omliggende projecten. Daarnaast hebben bijvoorbeeld de verkeersbewegingen die als gevolg van het project (zowel tijdens als na de uitvoering) ontstaan invloed tot buiten het plangebied. Figuur.: Begrenzing plangebied Dijkteruglegging Lent W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

131 Referentie In de PKB Ruimte voor de Rivier is onder meer bepaald dat de dijkteruglegging Lent vóór eind gerealiseerd moet zijn. Het kabinet heeft gekozen voor de dijkteruglegging. Deze maatregel is genomen in het basispakket. Dit is een maatregel met een groot oplossend vermogen voor zowel de korte als de lange termijn (PKB deel Ruimte voor de Rivier). Om de te verwachten (milieu-)effecten van deze dijkteruglegging te kunnen beschrijven, is het noodzakelijk om een referentiesituatie te beschrijven. In die situatie zal ervan uitgegaan worden dat de dijkteruglegging niet wordt uitgevoerd. Voor de ontwikkeling van de Waalsprong is het Structuurplan Land over de Waal, dat op basis van de Wro in is vastgesteld leidend. Op basis van dit Structuurplan zijn vanaf voor verschillende deelgebieden in de Waalsprong masterplannen, bestemmingsplannen en stedenbouwkundige plannen opgesteld. De meest recente overall planuitwerking in deze reeks is het Ontwikkelingsbeeld Waalsprong, dat in is vastgesteld door het College van B&W. Het Ontwikkelingsbeeld vormt daarom de basis voor de referentie in dit MER. Gebiedsontwikkelingsplannen tot aan de grens van het plangebied (waaronder de Hof van Holland, de Schans en de Stelt), zijn meegenomen in de referentie als autonome ontwikkeling. Daarnaast zijn de aanleg van de tweede stadsbrug en de ontwikkeling van het Waalfront opgenomen in de referentie. Voor beide zijn bestemmingsplannen reeds vastgesteld en van kracht geworden. Buitendijks vindt natuurontwikkeling plaats in het kader van NURG (nadere uitwerking rivierengebied) in de Oosterhoutse Waarden en Natura. In zullen de Oosterhoutse Waarden in hun geheel als natuurgebied zijn verworven en door inrichtingsmaatregelen en beheer volledig functioneren. Samenvattend worden in dit MER voor alle beoordelingscriteria de volgende onderdelen meegenomen in de referentie (zie ook figuur.): ontwikkeling van de Waalsprong (o.a. woningbouw, aanleg Singel, bedrijventerrein, infrastructuur, recreatie) tot aan de begrenzing van het plangebied (bestemmingsplannen in ontwikkeling); aanleg van de tweede stadsbrug (bestemmingsplan vastgesteld); ontwikkeling van de Waalkade en Waalfront (bestemmingsplan vastgesteld). De autonome ontwikkelingen zijn onderstaand in detail beschreven. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

132 Figuur.: Luchtfoto met referentie voor dit MER, relevante autonome ontwikkelingen zijn hier transparant in opgenomen W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

133 Autonome ontwikkelingen Het projectgebied zal ook zonder het project Ruimte voor de Waal - Nijmegen veranderen in de toekomst. Enkele projecten die in dezelfde periode worden uitgevoerd in of in de nabijheid van het projectgebied, zijn hieronder weergegeven. Deze autonome ontwikkelingen vormen het referentiekader voor de effectbeschrijving van de verschillende alternatieven in het MER. Waalsprong In mei heeft het college B&W Nijmegen het Ontwikkelingsbeeld Waalsprong vastgesteld. De nieuwe woongebieden in Nijmegen-Noord zijn gevarieerd, van stedelijk tot meer landelijk gelegen. Behalve woningen komen er kantoren, winkels, onderwijs-, sport- en cultuurvoorzieningen en mogelijkheden voor recreatie. Het ontwikkelingsbeeld laat zien hoe bij de nieuwe invulling van het gebied gebruik wordt gemaakt van bestaande elementen als water, cultuurhistorie, natuur en landschap. In de nadere uitwerking is onderzocht op welke wijze de samenhang in de Waalsprongplannen verder versterkt kan worden, zonder dat de flexibiliteit ten aanzien van toekomstige ontwikkelingen/inzichten in het geding komt. Aan het plangebied voor de grenzen Hof van Holland (voorheen Citadel), de Stelt en de Schans, en de Landschapszone. Hof van Holland (voorheen Citadel): in wordt het bestemmingsplan voor dit gebied in procedure gebracht. Het is daarmee een autonome ontwikkeling; stelt en Schans: de bestemmingsplannen worden niet vastgesteld voordat het MER in procedure gaat. Het stedelijk ontwikkelingsprogramma van de Stelt en de Schans is niet afhankelijk van het al dan niet doorgaan van de dijkteruglegging; landschapszone: Het ontwerp bestemmingsplan voor de Landschapszone is door het college vastgesteld en gepubliceerd in november. De Gemeenteraad heeft op december het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld en ligt momenteel bij de Raad van State. Het plan landschapszone voorziet in de aanleg van waterberging, een groengebied, recreatievoorzieningen en woningbouw. Voor de waterhuishouding is verder relevant dat de Waalsprong voorziet in aanleg van een Singel en een daarop aansluitend watersysteem. Waalkade en Waalfront Voor de Waalkade is recent een dijkverleggingsplan opgesteld en voor het Waalfront is een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Beide plannen zijn be-merd en worden onafhankelijk van het realiseren van de dijkteruglegging uitgevoerd. De Waalkade nabij het historische centrum was ooit een onaantrekkelijke rivierkade en nu een verbindende schakel tussen de herstructurering in Nijmegen-west en de toeristisch-recreatief interessante Waalstranden en Ooijpolder aan de oostzijde van de stad. Het Waalfront is onderdeel van Koers West aan de zuidzijde van de rivier. Koers West is de grootste Nijmeegse herstructureringsoperatie ooit met verplaatsing van actieve bedrijven, het bouwen van. woningen en. m commerciële voorzieningen. Tweede stadsbrug Eind stelden de Provinciale Staten van Gelderland, de Stadsregio Arnhem Nijmegen en de gemeenteraden van Arnhem en Nijmegen een koepelnotitie vast waarin een aanpak van de verkeersproblematiek in de regio wordt beschreven. De voornaamste maatregelen zijn een verbreding van de A en de bouw van een nieuwe stadsbrug over de Waal. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

134 Het bestemmingsplan Stadsbrug, dat is gebaseerd op het MER Stadsbrug en het MER Stadsbrug, is op april vastgesteld door de raad van Nijmegen. Op eind hebben de GS van Gelderland een besluit genomen omtrent de goedkeuring. Start van de bouw is voorzien eind en oplevering november.. Wijze van beoordelen Voor kwantitatieve effecten (bijvoorbeeld kosten, aantal woningen of cm s waterstanddaling) geldt dat de getalsmatige waardering ten opzichte van de referentiesituatie in de tabel wordt aangegeven. Waar het de besluitvorming ondersteunt, wordt de ernst van dit getal ook voorzien van een relatieve waardering. Andere effecten kunnen alleen kwalitatief worden gewaardeerd. Voor alle kwalitatief gewaardeerde criteria geldt dat de effectbeschrijving in feite een relatieve beoordeling is van een variant ten opzichte van de referentiesituatie. Daarbij wordt steeds uitgegaan van een zevenpunts-beoordelingsschaal. De kwalitatieve beoordeling op de zevenpuntsschaal gebeurt als volgt: +++ sterke verbetering t.o.v. referentiesituatie; ++ verbetering t.o.v. referentiesituatie; + lichte verbetering t.o.v. referentiesituatie; gelijk aan, niet afwijkend van referentiesituatie; - lichte verslechtering t.o.v. referentiesituatie; - - verslechtering t.o.v. referentiesituatie; sterke verslechtering t.o.v. referentiesituatie. Er is bewust voor gekozen om bij de beoordeling op basis van de zevenpuntsschaal tevens de ernst van de effecten mee te nemen (dus geen als het feitelijke effect relatief klein is). Dit komt neer op het benadrukken van de beoordeling van de mate en ernst van effecten en minder op het aanbrengen van (een kunstmatig) onderscheid tussen de alternatieven. De motivatie voor de beoordeling (waarom wordt iets positief of negatief beoordeeld) wordt per criterium beschreven in hoofdstuk. Hierbij speelt ook de mate van strijdigheid met vastgestelde beleidsdoelen een belangrijke rol. Strijdig met vigerend beleid en beleidsdoelen wordt negatief beoordeeld. Er wordt in de effectbeschrijvingen nadrukkelijk geen oordeel gegeven (vanuit het perspectief van beleidsdoelen) van de referentiesituatie. Voor kwalitatieve criteria kan de range van de beoordeling op manieren worden gehanteerd. Mogelijkheden zijn: - alternatief met maximale/grootste effect altijd beoordelen met +++ of - - -; nadeel daarvan is dat dit suggereert dat effecten erg groot zijn terwijl ze feitelijk klein (kunnen) zijn; voordeel is dat maximaal gebruik wordt gemaakt van de schaalverdeling - per criterium vooraf aangeven wanneer een effect een bepaald oordeel krijgt (dus nader beschrijven wat met (bijvoorbeeld) sterke verslechtering wordt bedoeld. Voordeel hiervan is dat aan de hand van de beoordelingstabellen direct blijkt of een effect groot of klein is; nadeel is dat er (wellicht) weinig onderscheid bestaat tussen de alternatieven. Er is gekozen voor de tweede mogelijkheid. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

135 VOORGENOMEN ACTIVITEIT EN VARIANTEN. Inleiding Bij ieder MER gaat het om de ontwikkeling van alternatieven of zoals dat in deze MER over de dijkteruglegging Lent heet: de varianten. In normaal Nederlands: je bent iets van plan, je gaat nadenken over de effecten ervan, probeert de positieve effecten te bevorderen, de negatieve effecten te vermijden of te verminderen, praat over je plan en bekijkt het goed van alle kanten, past je plan vervolgens fundamenteel of een beetje aan en viola: je voornemen verbetert zonder dat je je doelstellingen of het draagvlak van je plannen geweld aan hoeft te doen... In MER terminologie: in een variantenstudie doorloop je een iteratief proces om vanuit bouwstenen via varianten uiteindelijk te komen tot een voorkeursvariant dat zo dicht mogelijk bij de meest milieuvriendelijk variant ligt om zo de besluitvorming zo goed mogelijk te faciliteren. Daarin is het basisniveau zoals vastgelegd in het Ruimtelijk Plan een heel cruciale. Samen met de Startnotitie m.e.r. vorm het Ruimtelijk Plan het vertrekpunt voor de ontwikkelde varianten. Figuur.: Ontwerpproces Planstudie Ruimte voor de Waal Nijmegen. Het Ruimtelijk Plan en het ontwerpproces varianten Ruimtelijk plan () en voorgeschiedenis In de periode is in een MER uitgebreid onderzoek gedaan naar de Dijkteruglegging Lent (Plan Brokx) en de mogelijke alternatieven daarvoor (Lentse Warande). Dat leidde uiteindelijk tot de ontwikkeling van drie alternatieven DT (Dijk Terugleggen, conform Brokx), DTg (met kleinere geul doorlopend naar de Oosterhoutse Waarden) en DL (Dijk Lentse warande van bewonersgroep zonder dijkteruglegging maar met reservering en tijdelijke inrichting binnendijks gebied). De Tweede Kamer koos voor dijkterugleggen volgens het eerste concept. Daarna is door Rijkswaterstaat een alternatief (ontwerp op hoofdlijnen) verder uitgewerkt dat lijkt op DTg, maar dan met een extra uitstroomlob aan de westzijde. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

136 Het ontwerp op hoofdlijnen is verder uitgewerkt en resulteerde in in het Ruimtelijk Plan (RP) waarin de rivierkundige taakstelling is gecombineerd met de ruimtelijke plannen en de uitgangspunten van de gemeente (voor gebiedsontwikkeling conform het Ruimtelijk Plan wordt verwezen naar figuur.). Rivierkundig bleek het RP effectiever dan het ontwerp op hoofdlijnen van Rijkswaterstaat. Door de westwaarts doorgetrokken geul bedroeg de waterstandsdaling van het plan cm in plaats van de benodigde centimeter. Qua ruimtelijke kwaliteit spreekt het RP zich uit over behoud van het groene karakter met uiterwaardenlandschap en water aan de Lentse zijde, behoud van de Kolk van Wijk, de buitendijkse woningen, de bunkers en het Wijnfort en het weer zichtbaar maken van de oude schans Knodsenburg, waarvoor een passende visualisatie moet worden ontworpen. Het verleden moet ook op andere plekken weer zichtbaar en beleefbaar worden gemaakt. Veur-Lent moet een stapsteen worden tussen noord en zuid Nijmegen en de nevengeul een gebied dat de enorme oeverlengte uitnut voor een aantrekkelijk woon- en leefklimaat (ca. ha bebouwd), een kade op het zuiden met verschillende niveaus horeca en recreatie en de mogelijkheid voor het aanmeren van pleziervaartuigen. Direct ten oosten van de Kolk van Wijk moet volgens het RP een tweede prominente verblijfsplek op het eiland worden gerealiseerd, die meer de hoogte in gaat op een plaats met spectaculaire uitzichten en zeker in tijden van hoogwater een magische aantrekkingskracht, aldus het Ruimtelijk Plan. De Landtong-West kan een meer extensieve, recreatieve op de stad gerichte invulling krijgen (zie ook figuur.) met een groene uitstraling tussen Waalfront en Hof van Holland, natuur en hoogwaterneutrale activiteiten zoals een evenemententerrein. In het RP wordt uitgegaan van een eenzijdig aangetakte nevengeul met een drempel in de Lentse Waard van +.m NAP waardoor het water ca. dagen per jaar meestroomt met de Waal. De nevengeul krijgt een geheel eigen op de stad gerichte meer lokale functie met een tweetal lage bruggen. De brug naar Landtong-West is een lage drijvende pontonbrug, aldus het RP. Startnotitie m.e.r. (voorjaar ) In de startnotitie m.e.r. staat in een zogenaamde bouwstenenkaart aangegeven welke elementen uit het RP een vast uitgangspunt zijn en op welke bouwstenen nog kan worden gevarieerd. Voor een negental bouwstenen zijn vervolgens ontwerpvarianten bedacht. Dit waren: de vormgeving van de groene dijk (oostzijde Waalbrug), de kade, de kwelvoorziening in de Oosterhoutse dijk en van de bruggen naar Veur-Lent en Landtong West en voorts de inrichting en het gebruik van de Lentse Waard, het eiland Veur-Lent, de nevengeul en de Landtong-West. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

137 Figuur.: De bouwstenenkaart uit de startnotitie MER () Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

138 Ontwerp varianten voor deze MER (najaar ) In het kader van de MER voor het project Ruimte voor de Waal zijn varianten ontwikkeld. Voor het combineren van de verschillende ontwerpoplossingen tot varianten is een denklijn opgezet die recht doet aan de opgave voor dit gebied en past binnen de gestelde doelen. Deze opgave is als volgt te karakteriseren: stedelijke opgave: de stad Nijmegen heeft zijn vleugels uitgeslagen tot over de Waal en is sinds enkele jaren bezig met een groot stadsuitbreidingprogramma op de noordelijke rivieroever. Met slogans als Nijmegen omarmt de Waal is duidelijk dat de stad de ambitie heeft om de rivier en de nieuwe nevengeul deel uit te laten maken van de stedelijke kern. Met de aanleg van nieuwe stadsbrug zal de stad al op korte termijn haar tweede arm uitstrekken over de rivier; wateropgave: de Waal is de grootste rivier van Nederland, met de grootste dynamiek. Door de aanleg van de ca. m brede nevengeul zal de rivierveiligheid toenemen en het water een nog prominentere plaats in gaan nemen in het hart van de stad. Water in de stad sluit aan bij nieuwe tendensen in de samenleving om het water weer meer op te zoeken. Tot in de jaren lag de stad met de rug naar de rivier, maar de stadsbewoners hebben de rivier herontdekt. We komen weer naar het water om er te wonen, te recreëren en te genieten; natuuropgave: een belangrijk onderdeel van het Waalsysteem zijn de uiterwaarden. Als een meer dan km lang, ononderbroken lint van vrijwel onbebouwde, groene gebieden nemen ze een prominente plaats in het Nederlandse landschap in. De laatste jaren heeft de natuur in veel uiterwaarden langs de Waal een krachtig herstel laten zien, vooral dankzij de ruimte die er wordt geboden aan de rivierdynamiek. Ook de recreant heeft deze natuurgebieden ontdekt en komt er graag op bezoek. Achter de dijken liggen uitgestrekte landbouw- en natuurgebieden. Dit uitgestrekte groene landschap vernauwt zich ter hoogte van Nijmegen. Er is voor gekozen de bovenstaande opgaven gelijkwaardig aan elkaar te behandelen, zodat ze in alle varianten een plek krijgen. Een stad die zich over twee rivieroevers uitstrekt kan immers niet zonder verbinding en terwijl er overal hard gewerkt wordt om natuurgebieden met elkaar te verbinden kan het niet zo zijn dat hier een knip wordt gezet in een nog intact uiterwaardenlint van meer dan km lang. De wijze waarop de stedelijke ambities, de wateropgave en de inrichting van de natuur hier gestalte krijgen kan echter wel verschillend worden ingevuld. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

139 Typering varianten Er zijn drie verschillende invalshoeken onderscheiden: dynamiek, klassiek en mozaïek: Dynamiek: de drie opgaven zijn geïntegreerd en er is ruimte overgelaten voor nieuwe ontwikkelingen in de toekomst. De grenzen tussen bebouwd en onbebouwd, land en water, hoogwatervrij en overstroomd zijn diffuus en met speciale aandacht voor de dynamiek - in zowel de samenleving, de natuur als de rivier - ingericht. In de bebouwde gebieden is veel ruimte voor de ontwikkeling van tijdelijke functies, die met wisselende frequenties (van seizoenen tot decennia) van plaats en functie kunnen veranderen. Het water krijgt volop de ruimte en een deel van de bebouwde gebieden is ingericht op regelmatige overstromingen. Hoogwater wordt in de nieuwe stad niet ervaren als een last, maar als een met enige regelmaat terugkerend spektakel. Kades en oevers zijn zo ingericht dat ook de kleinere schommelingen in het waterpeil die van dag tot dag optreden al merkbaar zijn. De patronen in de natuurgebieden liggen niet vast, maar wisselen van jaar tot jaar, afhankelijk van de sedimentatie en erosie die tijdens hoogwater op de oevers van de rivier en de nevengeul heeft plaatsgevonden. De natuur is vrij toegankelijk: men kan te voet of varend het gebied in trekken. Klassiek: de rivier, het groen en de stad krijgen de ruimte om zich te ontwikkelen, alle op hun eigen wijze. Bestaande waarden en traditie worden gerespecteerd. De nieuwe stad bevat groen in de vorm van plantsoenen en kleine parken. De overgangen met het water en het groene buitengebied zijn duidelijk afgegrensd. Het nieuwe water heeft als primaire functie het afvoeren van hoogwatergolven en wordt voor die functie ingericht. De inrichting van het buitengebied is gericht op het behouden van de bestaande natuurwaarden en het kenmerkende open uiterwaardenlandschap. Voor recreatie op en aan het water en in de natuur worden specifieke locaties ingericht. Dit is ook de variant waarin een eventuele wedstrijdroeibaan het beste inpasbaar zou zijn. Mozaïek: Er vindt integratie plaats tussen de drie opgaven. Elke ruimte in het plangebied is multifunctioneel. Het groene buitengebied dringt door tot in de randen van de stad en ook de grenzen tussen het water en de stad zijn diffuser door de ontwikkeling van bijvoorbeeld drijvende waterfronten en een minder scherpe waterlijn, met tal van aanlegmogelijkheden voor de recreatievaart. Het gebruik van land en water wordt gestimuleerd, wat leidt tot vooral kleinschalige recreatieve ontwikkelingen. De rivierdynamiek en dan met name de peilschommelingen zijn duidelijk beleefbaar in de uiterwaarden. Het gebruik van het buitengebied is gedifferentieerd naar de frequentie van overstromen. Door een goede zonering is er naast de verschillende recreatieve en stedelijke ontwikkelingen (met name in het oosten) nog volop ruimte voor nieuwe natuur (met name in het westen). De natuur is beleefbaar voor het publiek via een uitgebreid net werk van paden. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

140 Dynamiek en klassiek zijn de twee uitersten van het spectrum dat in beschouwing is genomen, hiermee is tegelijk de bandbreedte van de varianten opgespannen. Mozaïek is meer een tussenvorm, die tussen de uitersten in ligt. Voor een gedetailleerde beschrijving van de bouwstenen en varianten wordt verwezen naar het rapport Varianten voor het MER (maart, ). Het toedelen van ontwerpoplossingen aan varianten Aan de hand van de drie invalshoeken zijn de verschillende ontwerpoplossingen, die voor iedere bouwsteen zijn ontwikkeld, aan de varianten toegedeeld (zie tabel.). Om bij het samenstellen van de voorkeursvariant (later in het ontwerpproces) nog voldoende keuze te hebben, is het van belang dat zoveel mogelijk oplossingen zijn getoetst in het MER. Daarom is een mogelijke oplossing altijd maar aan één variant worden toebedeeld. Omdat voor sommige bouwstenen meer dan ontwerpoplossingen zijn bedacht en er slechts varianten zijn, konden sommige ontwerpoplossingen niet worden geplaatst. Indien deze situatie zich voordeed is gekozen voor het niet plaatsen van intermediaire ontwerpoplossingen (het is immers van belang dat in het MER vooral de extremen worden getoetst) en ontwerpoplossingen die minder goed passen op de ruimtelijke opgaven waarmee de varianten zijn samengesteld. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

141 Tabel.: Toedeling ontwerpoplossingen aan de varianten Bouwsteen M.e.r.-plichtige Ontwerpoplossing Opgenomen in variant activiteit Klassiek Mozaïek Dynamiek Nevengeul Lent Winning van Doorstroming x oppervlaktedelfstoffen opp. > hectare Lentse waarden x (cat. C.) Eenvoud x Stadseiland - Parkeiland x Stadseiland x Watereiland x Dorpseiland Functies geul - Singeleiland Extensief, trainingsroeibaan x Intensief, trainingsroeibaan x Intensief, wedstrijdroeibaan x Profiel geul west Winning van Zandeilanden x oppervlaktedelfstoffen opp. > hectare Smal x (cat. C.) Lagunes x Functies nieuwe kade Functies Groene Dijk Functies eiland west Functies buitendijks Aanleg van een Getrapte kade x primaire waterkering Groene kade x (cat. C.); Terrassenkade x Aanleg van een Cultuurdijk x primaire waterkering Verkeersdijk x (cat. C.); Klimaatdijk x Oeverwal - Strandeiland x Grote evenementen x Kleine evenementen x - Processen x Patronen x Park x Bruggen Waalbrug - Boog x Tui x Grote overspanning x Brug Veur Lent - Massief x Dun wegdek x Grote overspanning x Aansluiting - Hoog en slank x westtong Minimaal x Drijvend, tijdelijk x Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

142 . De integrale inrichtingsvarianten De bouwstenen (ontwerpvarianten) zijn ontwikkeld, getoetst, vergeleken, bijgesteld en gebundeld tot een drietal integrale inrichtingsvarianten die tezamen de set aan relevante keuzes, die nog gemaakt moeten worden weerspiegelen. Met deze drie varianten zijn redelijkerwijs alle mogelijke variaties opgenomen. De definitie van de bouwstenen en de samenstelling van de varianten is uitgebreid beschreven in de rapporten "Bouwstenen MER" (juli ) en "Varianten voor het MER" (oktober ). Op de navolgende pagina s treft u de beschrijvingen en visualisaties van deze varianten, te weten Klassiek, Mozaïek en Dynamiek aan. Varianten: De verkorte nevengeul en lobvariant In alle varianten is uitgegaan van een nevengeul die doorgetrokken is tot aan de voormalige zandwinplassen in de Oosterhoutse waarden. In eerdere MER-studies zijn diverse alternatieven aangedragen met een verkorte nevengeul, die vóór de genoemde plassen al aansluit op de Waal, of een zogenaamde lobvariant, waarbij de nevengeul midden in de uiterwaarden eindigt. Er zijn een aantal redenen waarom in deze planstudie bij alle varianten is uitgegaan van een doorgetrokken nevengeul. Robuustheid: Onder robuust verstaat het Rijk: het zoveel mogelijk voorkomen dat in één gebied opeenvolgende maatregelen nodig zijn. Vanuit het oogpunt van robuustheid is om die reden de keuze voor een doorgetrokken nevengeul logisch. De doorgetrokken nevengeul kan binnen de doelstellingen van Ruimte voor de Rivier een grotere bijdrage leveren aan het afvangen van afvoerpieken dan een lobvariant of een verkorte nevengeul. Een lobvariant of een verkorte nevengeul zullen op de langere termijn leiden tot de noodzaak voor nieuwe ingrepen; de doorgetrokken nevengeul kan worden aangemerkt als een no-regret maatregel en voldoet daarmee volledig aan het kabinetsstandpunt inzake robuustheid. Ruimtelijke kwaliteit: In de keuze voor een doorgetrokken nevengeul zijn nadrukkelijk de aanvullende mogelijkheden voor de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit meegenomen. Ten opzichte van een lobvariant of een verkorte nevengeul kan de doorgetrokken nevengeul volstaan met een smaller doorstroomprofiel. Hierdoor blijft aan de noord en zuidzijde van het toekomstige eiland Veur-Lent meer ruimte over voor andere functies, zoals natuur, recreatie, of stedelijke functies. Ontwikkeling van dynamische natuurwaarden: Met de realisatie van de doorgetrokken nevengeul ontstaan bijzondere kansen om dynamische rivierprocessen te introduceren in de Oosterhoutse Waarden. Mogelijkheden voor aanzanding en afslibbing van sediment zijn natuurlijke processen die in Nederland zeldzaam zijn geworden. Ook in de Oosterhoutse waarden hebben deze natuurlijke processen al lange tijd niet meer kunnen plaatsvinden door het landbouwkundige gebruik van het gebied. Het doortrekken van de nevengeul kan hier verandering in brengen. Opstuwing benedenstrooms: De verkorte nevengeul zou leiden tot een ongewenste opstuwing (lokale verhoging van de waterstand) vlak bij de huidige spoorbrug, waardoor mogelijk maatregelen genomen moeten worden ter bescherming van de brugpijlers. Door de geul te verlengen komt het punt waar het opstuwend effect optreedt verder benedenstrooms te liggen. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

143 .. Variant Klassiek Nevengeul De nevengeul is zodanig vormgegeven, dat de ingreep in het gebied zo klein mogelijk is en er een maximale oppervlakte land overblijft. De Lentse waard wordt in het geheel niet vergraven en de Lentse strang behoudt zijn huidige vorm en diepte. De drempel tussen de strang en de nieuwe nevengeul is vormgegeven als een gedeelte van de uiterwaard, die ter plaatse nu al een hoogte van ca., m, wat overeenkomt met de gewenste hoogte van de drempel. De overstromingsfrequentie is gemiddeld dagen per jaar. Een drempelconstructie wordt wel aangelegd, met : taluds en verharding, maar daarna afgedekt en onder de uiterwaardbodem verborgen. De nevengeul is westelijk van de spoorbrug ongeveer de helft smaller (ca. m) dan in het Ruimtelijk plan; ook is de bodemhoogte verhoogd tot m + NAP. De aanleg van de smallere hoogwatergeul betekent dat er meer hooggelegen gebied overblijft na de aanleg, waar zich landmilieus kunnen ontwikkelen. De oevers lopen flauw op en als gevolg van de grote peildynamiek valt er s zomer een breed gedeelte droog. Waterkering De nieuwe waterkering op de noordoever is uitgevoerd als een traditionele dijk en kade. Het dijkprofiel is breed aan de basis, met een smalle kruin en heeft het kenmerkende getailleerde profiel van Waalbandijken. De kade ten westen van de Waalbrug is uitgevoerd als een getrapte kade, met niveaus: het laagste net boven de gemiddelde waterlijn (, m NAP), het middelste net boven gemiddeld winterhoogwater (, m NAP) en het bovenste op waterkeringniveau (, m NAP). De kade is circa meter breed. Op de hoge kade is voldoende ruimte om, aan weerszijden van de weg, terrassen te exploiteren. In de plint van de kadewand is ruimte om bedrijvigheid onder te brengen. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

144 Op de lage kade is het prettig wandelen, er is voldoende ruimte om te zitten, te vissen en passanten kunnen moeiteloos hun bootje langs de kade aanmeren om op de hoge kade een terras te bezoeken. Landoppervlak Het landoppervlak buiten de nevengeul en de oeverzone blijft grotendeels onvergraven. Behalve de brede zandige oeverwal van de Waal blijft ook een gedeelte van het lager gelegen gebied achter de oeverwal bewaard. Op de Waalzijde zal hier zand neerslaan en liggen uitgestrekte zandstranden. Bij hoogwater slaat ook zand neer op de top van de oeverwal, waardoor zich hier stroomdalvegetaties kunnen ontwikkelen. Aan de geulzijde van de oeverwal is het milieu rustiger en hier zal over een groter oppervlak klei neerslaan. Het westelijke deel van het schiereiland, onder de nieuwe stadsbrug, wordt opgehoogd tot ca. m + NAP, wat overeenkomt met de huidige hoogte van de waalkade. Het oostelijke eiland (Veur Lent) wordt hoogwatervrij opgehoogd (, m + NAP). Tussen de beide eilanden ligt een lage kade op m + NAP. Bruggen Voor de invulling van de bruggen in de variant Klassiek is in twee gevallen teruggegrepen op de ontwerpen uit het Ruimtelijk plan. Dit is gedaan omdat deze ontwerpen reeds bewezen hebben dat zij zich goed in laten passen in een historische en stedelijke context. Verlengde Waalbrug: Het ontwerp voor de verlengde Waalbrug uit het Ruimtelijk Plan is opgenomen in de variant Klassiek omdat zij een meer letterlijke afspiegeling van de huidige Waalbrug vormt; Brug naar Veur Lent. Het ontwerp voor de brug naar Veur Lent uit het Ruimtelijk Plan is opgenomen in de variant Klassiek omdat zij met relatief kleine overspanningen en een traditionele detaillering goed aansluit bij het klassieke beeld van een (binnen-) stadsbrug; Brug naar Landtong West. Deze brug naar het westelijke eiland gaat hoog boven de uiterwaard en de geul en sluit aan op dijkniveau. Hiermee beantwoord het van alle varianten het meest aan het klassieke beeld van een brug. Door kleine overspanningen wordt het dek zo slank mogelijk gehouden. Hierdoor wordt de concurrentie met de spoorbrug en de e stadsbrug zoveel mogelijk voorkomen. Functies nevengeul Het oostelijke deel van de nevengeul ligt tussen twee hoogstedelijke deelkernen van Nijmegen en zal het meest intensief gebruikt worden. Er is ruimte voor woonboten die via drijvende pontons met de verschillende hoogtes van het waterniveau kunnen stijgen/dalen. Dit geldt ook voor de aanlegplaatsen aan de oostkant van het fort. Hier kunnen boten aanleggen en is er drijvend horeca aanwezig. De roeivereniging ten westen van de kade heeft een wedstrijdbaan, clubhuis en botenhuis. In het westelijke gedeelte van de nevengeul is er aan beide kanten van de geul ruimte voor vis en zwemsteigers. Functies stadseiland Veur Lent Het accent ligt op het stedelijk wonen. De hoogteligging van het eiland is zodanig dat deze altijd watervrij is,. + NAP. Het stadseiland bevat gesloten bouwblokken in vijf lagen op een parkeergarage. In totaal wordt plaats geboden aan circa appartementen, kantoren aan huis en kleinschalige bedrijvigheid c.q. horeca. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

145 Het café tegenover de voormalige veerweg blijft behouden en wordt zodanig aangepast dat het geheel op maaiveldhoogte komt te liggen (+. NAP). Fort Knodsenburg wordt in het water zichtbaar gemaakt door middel van steigers met horeca. Op land wordt Fort Knodsenburg door een bouwblok geaccentueerd. De kolk behoud zijn huidige verschijningsvorm en fungeert als punt van ontspanning en rust. De geul biedt plaats aan enkele aanlegplaatsen waardoor het contact met het water optimaal vorm gegeven wordt. Functies westelijk eiland In deze variant is er tijdelijke en permanente bebouwing op het westelijke eiland. Deze bebouwing is sterk gekoppeld aan het zomerseizoen recreatie. De tijdelijke recreatie voorziening bestaat uit een strip welke is opgebouwd uit twee strandtenten /restaurants aan weerszijde van de strip en tussenliggende vakantie strandhuisjes. De permanente bebouwing bestaat uit woningen op palen... Variant Mozaïek Nevengeul De strang in de Lentse waard is aangetakt aan de nevengeul waardoor één lange doorgaande geul ontstaat. Dit levert een rustig ruimtelijk beeld op, waarbij er nog maar twee eenduidige wateren zijn, de Waal, die altijd stroomt, en de nevengeul, die bij hoogwater mee stroomt. De strang in de Lentse Waard houdt in grote lijnen de huidige vorm, maar zal worden verdiept tot ca., m +NAP om droogvallen te voorkomen. De gemiddelde waterdiepte in de zomer bedraagt dan ca., m. In zeer droge jaren valt de geul dan net niet droog. De drempel is verlegd naar de oeverwal tussen de rivier en de nevengeul. De stenen constructie, die moet voorkomen dat de rivier door de oeverwal heen breekt, is in de bodem verborgen. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

146 De hoogte van de drempel ligt op, m, wat overeen komt met de huidige hoogte van de oeverwal in de Lentse waard, en zal gemiddeld dagen per jaar overstromen. Bij een lagere drempel neemt de overstromingsfrequentie toe, maar zal ook de invloed op de morfologie van de rivierbodem (aanzanding) toenemen. De nevengeul is westelijk van de spoorbrug over de gehele lengte ongeveer m breed. De bodem ligt op m + NAP zodat er ook bij de laagste waterstanden nog voldoende water staat voor schepen met een vaardiepte tot meter. De oevers van het westelijke deel van de geul zijn natuurlijk ingericht met een groot aantal lagunes. Deze zijn zo vormgegeven, dat er bij gemiddelde waterdiepte (ca. m) veel randlengte is. De bodem van de lagunes ligt op ca. m + NAP, zodat er gemiddeld ca. m water staat. De lagunes bieden rustige watermilieus, waar de golfslag van schepen niet in door kan dringen en er is volop ruimte voor de ontwikkeling van waterplanten en oevervegetaties. Waterkering De dijk vormt ook een belangrijke verbinding voor het autoverkeer naar en van het oostelijke deel van de Waalsprong, waaronder de nieuwe woonwijk De Stelt die meteen aan de voet van de dijk ligt. Het dijkprofiel is breder, met name ook de kruin en geschikt voor een tweebaansweg voor gemotoriseerd verkeer met een fietsstrook aan weerszijden. De dijk is robuust en versterkt met steen, die het water moeten keren en de golfslag tijdens hoogwater moeten breken. De grazige delen van de dijk worden beheerd, door schapenbegrazing. Voor wandelaars is aan de voet van de dijk een wandelpad aangelegd. Ook de kade tussen de Waalbrug en de spoorbrug krijgt een groen karakter, zodat samen met de dijken aan weerszijden een vloeiend en genuanceerd geheel ontstaat. De ruimte tussen de rooilijn en de kruin van de groene kade bedraagt ca. m, maar biedt nog voldoende ruimte aan terrassen plus een rijbaan en een fietspad. Intensieve gebruiksvoorzieningen passen niet op de kade, maar op het eiland, waar het eenvoudiger is om met een flauwe glooiing de verbinding te leggen tussen het water en een hoogwatervrije hoogte. Op de koppen van de kade zijn er wel mogelijkheden om ruimte te bieden aan watergebonden functies. Landoppervlak Het landoppervlak buiten de nevengeul en de oeverzone blijft grotendeels onvergraven. De brede zandige oeverwal van de Waal vormt zodoende de basis voor het nieuwe schiereiland. Het westelijke deel van het schiereiland, onder de nieuwe stadsbrug, wordt opgehoogd tot ca. m + NAP, wat overeenkomt met de hoogte van de huidige Waalkade. Het oostelijke eiland (Veur Lent) wordt niet opgehoogd en de huidige hoogte tussen de, en, m + NAP betekent dat het geheel binnen het overstromingsbereik van de rivier komen te liggen. Bruggen De brugkeuze voor de variant mozaïek is gebaseerd op de veelvormigheid van het gebied en brengt een gedifferentieerde brugkeuze met zich mee. Verlengde Waalbrug: De gedrongen tuibrug is opgenomen in de variant Mozaïek, omdat het met zijn lage pylonen een nieuwe en zeldzame bouwsteen toevoegt aan het gebied, zonder de huidige Waalbrug naar de kroon te steken; W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

147 Brug naar Veur Lent: De brug is uitgevoerd als slanke rechte brug. De brug loopt vanaf het kruispunt in de Schans in een rechte lijn naar het eiland. Door de overspanningen klein te houden kan het dek slank en elegant worden gehouden. De pijlers bevinden zich op circa m afstand van elkaar; Brug naar Landtong West: De brug bestaat uit een vaste en lage brug in de uiterwaarden die alleen de nevengeul oversteekt. Wanneer de uiterwaard (ca. m NAP) overstroomt hoeft de brug ook niet meer toegankelijk te zijn. De brug wordt ondersteund door een enkele rij ronde betonnen pijlers in het hart van de brug. Deze pijlers staan op meter afstand om een goede waterdoorlaat te garanderen. Het dek is meter smal en ingesteld op langzaam verkeer. Functies nevengeul In de variant mozaïek is er plaats voor een veelheid aan functies op de nevengeul. De grote lengte maakt van de nevengeul extra interessant voor de watersport. De meeste functies zijn geconcentreerd rondom de kade en de noordelijke oever van het eiland Veur-Lent. Het eiland wordt bij de stedelijke sfeer betrokken door drijvende woningen. Horeca in het fort zorgt samen met de horeca aan het water aan de kade voor intensieve beleving van de geul. De ligplaatsen ten oosten van de kade bieden mogelijkheden voor aanleggen van boten en recreatie (drijvend horeca). Ten westen van de kade ligt de roeivereniging met alleen trainingsmogelijkheden (geen wedstrijdbaan). De lagunes in het westelijke deel van de nevengeul zijn ook interessant voor waterrecreanten die er kunnen baden en als ligplaats voor bootjes. Voor vissers bieden de lagunes veel geschikte visplekken. Functies stadseiland Veur Lent Het stadseiland wordt niet opgehoogd en het eiland biedt ruimte aan functies die gecombineerd kunnen worden met de fluctuaties van het water. De bebouwing bestaat uit een combinatie van drijvende woningen en woonboten (ongeveer stuks), vrijstaande woningen op palen(circa stuks) en eventueel in appartementen complexjes (urban villa s) tot hoog (circa stuks). Parkeren ten behoeve van de woningen geschiedt onder de paalwoningen of langs de dijk (hoogwatervrij). Onder de Waalbrug ligt een parkeerplaats voor passanten en bezoekers. De woningen zijn bereikbaar via doodlopende wegen die op de hoofdontsluiting, de dijk, (op. m + NAP) aansluiten. De wegen lopen af naar de hoogwatergeul tot op een hoogte van ca.. m +NAP. In het verlengde van enkele wegen staan paalwoningen. Bij hoog water zijn de paalwoningen en drijvende woningen door steigerpaden verbonden. Parallel aan de Waalbrug komt de calamiteitentoegang tot het eiland. Naast het wonen worden geen functies op het eiland gerealiseerd. Het bestaande café aan het einde van de Veerweg wordt in het plan ingepast. Het fort Knodsenburg wordt als haventje in de planvorming opgenomen en refereert naar een verbeelding van het verzonken fort. Op de oostelijke kop van het eiland komt een markant, klein gebouw te staan dat als hoogteaccent functioneert. De Kolk is evenals de rest van het sterk landschappelijke eiland dynamisch. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

148 Functies westelijk eiland Het westelijke eiland is door de geïsoleerde ligging uitermate geschikt voor het houden van middelgrote evenementen (bijv. concerten, kleinschalige muziek festivals). Het wordt ingericht op dat het houden van een middelgroot evenement tot. bezoekers mogelijk is. Aan de zuidzijde van het terrein zijn in het zomerseizoen twee strandtenten gevestigd. Deze voorziening gecombineerd met het naastgelegen (evenementen) terrein biedt een goede mogelijkheid om het terrein, buiten de evenementen, gedurende het gehele zomerseizoen als bijvoorbeeld vliegerveld, ligweide, voetbalveld en dergelijke te gebruiken. Een deel van het terrein zal daarom vlak moeten zijn en regelmatig gemaaid moeten worden. Voor het overige bestaat het (evenementen) terrein uit natuurlijke graslanden en op de oevers van de geul en de rivier (zand)stranden. Op de meest westelijke punt wordt een restaurant / theehuis ontwikkeld. Op deze locatie is het scherpe contrast tussen het natuurlijke eiland en de zware industrie aan de overzijde van de Waal goed beleefbaar. Daarnaast bied deze plek een weids uitzicht over de Waal. Het restaurant is alleen per voet of fiets toegankelijk... Variant Dynamiek Nevengeul Doorstroming en peilfluctuaties worden zoveel mogelijk toegelaten in de nevengeul om de dynamische kwaliteiten van de Waal volop tot hun recht kunnen komen. De drempel is voorzien van een aantal kanaaltjes, met verschillende hoogtes (tussen en m NAP), die een voor een bij toenemende waterstanden gaan meestromen. Door tot ca. % van de Waalafvoer af te leiden, stroomt er al tot m/sec door de kanaaltjes. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

149 Vanwege het peilverschil tussen de rivier en de Waal ( cm) zal er altijd een forse stroming optreden. De kruin van de drempel ligt op, m en gemiddeld dagen per jaar overstroomt de rivier de drempel geheel. Stroomafwaarts van de spoorbrug is een ondiepe verbinding gemaakt (op m NAP) tussen de nevengeul en de rivier, die bij hogere waterstanden gaat meestromen en de beide eilanden ca. dagen per jaar van elkaar scheidt. Ook de Lentse waard is verbonden met de Waal en de rivierdynamiek is er dagelijks merkbaar. Bovenstrooms ligt een smalle doorgang (op m NAP) en benedenstrooms ligt een diepe doorgang (op m NAP). Vrijwel het hele jaar stroomt er een kleine hoeveelheid water door de ondiepe strang, waardoor de omstandigheden hier sterk verbeteren voor stroomminnende vissoorten. Door de voorgestelde inrichting wordt de Lentse waard een volwaardig onderdeel van het projectgebied. De bodem van de nevengeul ligt op m NAP en heeft afwisselende oevers. De oeverinrichting van de nevengeul is geïnspireerd op de waarnemingen aan historische nevengeulen, die vanouds veel langs de Waal te vinden waren. De buitenbochten zijn steil, met lokaal kleiige steilranden, de binnenbochten bestaan uit zandbanken en lopen flauw op. Inhammen liggen na de binnenbochten. In een breed gedeelte van de nevengeul ligt een laag zandig eiland. Als gevolg van de grote peildynamiek vallen de flauw oplopende oevers bij laag water droog. Waterkering De nieuwe waterkering op de noordoever is aan de binnenzijde verbreed met een factor tot (klimaatdijk) en daardoor onbreekbaar. Door de breedte kan de kering voor meerdere functies gebruikt worden; ook kan er veel (schone) grond in verwerkt worden, die bij het graven van de hoogwatergeul vrij komt. Ten oosten van de Waalbrug is de waterkering als (groene) dijk uitgevoerd, ten westen als een kade. Het profiel van de kade is terrasvormig gesplitst, zodat drie niveaus met eigen mogelijkheden ontstaan. De hoge kade ligt op ca.. m NAP en biedt ruimte aan verkeer en terrassen onder de bomen. De tussenkade ligt op. m + NAP en biedt ruimte aan strandtenten en terrassen. De lage kade ligt op circa m NAP, net boven de gemiddelde zomerwaterstand, en is geschikt om te wandelen, boten aan te leggen, te vissen enzovoort. Tussen de lage kade en de tussenkade liggen trappen over de gehele lengte. Ook die trappen bieden een gevarieerd gebruik. De kade is circa meter breed. Landoppervlak Het landoppervlak buiten de nevengeul en de oeverzone blijft grotendeels onvergraven. De brede zandige oeverwal van de Waal vormt zodoende de basis voor het nieuwe schiereiland. Net voorbij de spoorbrug is een gedeelte van ca. m breed verlaagd tot m +NAP. Ongeveer de helft van het jaar zijn rivier en nevengeul hier verbonden. Het westelijke deel van het schiereiland, onder de nieuwe stadsbrug, wordt opgehoogd tot ca. m + NAP, wat maar weinig hoger is dan het huidige maaiveld. Zo wordt optimaal ruimte geboden aan natuur en water. Het oostelijke eiland (Veur Lent) wordt hoogwatervrij opgehoogd ( m + NAP). Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

150 Bruggen De brugkeuze voor de variant Dynamiek is gebaseerd op de belevenis van het uitgestrekte landschap. Daarin passen bruggen die zich soepel en bescheiden voegen in de natuur, die het water zo min mogelijk hinderen en die de vergezichten in het gebied zo min mogelijk belemmeren. Verlengde Waalbrug. De kokerliggerbrug is opgenomen in de variant dynamiek omdat de dynamiek van het geulgebied als één doorlopend gebied van oost naar west het beste tot zijn recht komt bij een rustig en transparant brugontwerp. Grote overspanningen, weinige pijlers, een zeer transparante beleving onder de brug. Allemaal eigenschappen die de waarneming van het geulgebied als één dynamisch geheel ondersteunen. Brug naar Veur Lent: De brug is verplaatst naar de oostkant van de Waalbrug en verbindt de nieuwe dijk bij Lent en de kop van het eiland. Door de brug hier te plaatsen ontstaat er tussen de kade en het eiland een groot watervlak. Voor de brug naar het eiland Veur Lent is ook de kokerliggerbrug opgenomen. De argumentatie voor een slanke brug met grote overspanningen is deels gelijk aan die voor de keuze van de verlengde Waalbrug. Brug naar Landtong West: De brug wordt in deze variant uitgevoerd als een drijvende brug. De drijvende brug speelt optimaal in op de verschillende waterstanden van de rivier. De afstand tot aan het water blijft zowel bij lage als hoge waterstanden gelijk waardoor de brug zich nooit opdringerig manifesteert in het geulgebied. Functies nevengeul De variant gaat uit van functies verspreid over Veur Lent en het Westelijk Eiland waardoor natuur en stedelijkheid elkaar afwisselen. De stromingsdynamiek rondom de drempel vormt een belangrijke attractie. Op het snelstromende water achter de drempel kan gekanood worden. De nevengeul is het gehele jaar door bevaarbaar voor recreatievaart. De doorvaarbaarheid van de bruggen is hierop aangepast en in de oostelijke drempel ligt een sluisje. De verbinding tussen de Lentse strang en de Waal is ook diep genoeg voor doorvaart. Het oostelijke deel van de nevengeul is het meest intensief in gebruik. Onder de Waalbrug is ruimte voor een steiger, waar bootjes kunnen aanmeren en ook voor de kade kan aangemeerd worden. Het westelijke deel van de nevengeul is extensiever in gebruik. Voor roeien is een trainingsbaan beschikbaar. Verder is er ruimte voor drijvende horeca, kleine evenementen, vis- en zwemsteigers. De Lentse strang is niet toegankelijk voor de watersport. Functies stadseiland Veur Lent Het stadseiland is het meest intensief ingerichte en gebruikte deel van het nieuwe schiereiland. Het publieke karakter van het gebied staat voorop en er is slechts ruimte voor een bescheiden woningbouwopgave. Door middel van woonbebouwing wordt Fort Knodsenburg geaccentueerd. De geconcentreerde bebouwing bestaat uit vijf lagen. De locatie biedt plaats aan ongeveer appartementen op een parkeergarage met ca. parkeerplaatsen. In het water liggen steigers waaraan boten aangelegd kunnen worden in de vorm van het voormalige fort. Het eiland wordt bij opgehoogd tot een hoogwatervrije hoogte. Naast de verlengde Waalbrug komt een calamiteitenontsluiting. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

151 Functies westelijk eiland Bij de invulling van het eiland ligt het accent op tijdelijke (seizoensgebonden) functies met een kleinschalig karakter. Er staat een -tal recreatiewoningen die in het voorjaar, mei worden opgebouwd en in oktober weer worden afgebroken. Op het eiland zijn in het zomerseizoen ook twee horecalocaties aanwezig. Centraal op het eiland is er ruimte voor een klein evenemententerrein voor maximaal bezoekers. Naar gelang het type kan op het eiland gezocht worden naar de meest ideale locatie. Wel moet het terrein altijd gelegen zijn langs de hoofd ontsluiting; dit in verband met de aan en afvoer van het benodigde materiaal en bezoekers.. Tijdelijke situatie Hierboven is tot dusverre stilgestaan bij de eindsituatie: het beeld dat ontstaat na afronding van de werkzaamheden. Daarnaast is voor het MER ook van groot belang de hinder die ontstaat tijdens de tijdelijke situatie gedurende de aanleg. Die zal zich immers gelet op het omvangrijke grondverzet en de aanleg van bruggen en infrastructuur over meerdere jaren uitstrekken en leiden tot ondermeer effecten op de geluidshinder, de luchtkwaliteit, de (verkeers)veiligheid en mogelijk ook de bereikbaarheid van de stad. Onderstaand wordt de tijdelijke situatie op hoofdlijnen beschreven. Uitgangspunten bij deze beschrijving zijn: een efficiënte planning van de werkzaamheden met een eindtermijn van en het minimaliseren van de overlast. Hoe de uitvoering in detail zal gaan is nog niet te zeggen, dit zal pas na aanbesteding van het werk en aanvragen van de vergunningen duidelijk worden. Deze vergunningen zullen door de bevoegde gezagen (ook) op milieuaspecten getoetst worden. Hiervoor zal te zijner tijd gedetailleerder onderzoek verricht moeten worden. Uitvoering op hoofdlijnen Het zwaartepunt van het werk ligt in het huidige binnendijkse gebied. Hier moeten de nieuwe waterkering (de kade en de nieuwe, groene dijk aan de oostzijde van de Waalbrug), twee nieuwe bruggen (de verlengde Waalbrug en de Promenadebrug) en een deel van de nevengeul gerealiseerd worden. Belangrijk bij het graven van de nevengeul is dat de kwel binnendijks ten gevolge van deze werkzaamheden niet toeneemt. Daarom moeten de kwelvoorzieningen onder de kade en de groene dijk gereed zijn alvorens de nevengeul gegraven kan worden. Om ervoor te zorgen dat het achterland beschermd blijft door een waterkering moet de nieuwe groene dijk en de kade gereed zijn voordat de bestaande waterkering verwijderd c.q. verlaagd kan worden. Op dat moment moeten ook de Verlengde Waalbrug en Promenadebrug gereed zijn om de verkeersverbindingen van respectievelijk Nijmegen/Lent en Lent/eiland Veur-Lent in stand te houden. Dat zal gebeuren door oostelijk van en parallel aan de nieuw te maken Verlengde Waalbrug een tijdelijke verkeersdijk aan te leggen. Na gereedkomen van de beide bruggen kan de verkeersdijk worden verwijderd en kan de nevengeul hier ter plaatse verder worden gegraven. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

152 De belangrijkste werkzaamheden in het huidige buitendijkse gebied zijn het graven van de nevengeul west, de bouw van de Citadelbrug naar westelijke landtong, het aanbrengen van het waterkerend scherm in Oosterhoutse dijk en het graven van twee openingen naar de huidige Lentse strang. Deze werkzaamheden gebeuren gelijktijdig met de binnendijkse werkzaamheden. Afsluitend kan het eiland Veur-Lent definitief worden ingericht. De grondwatereffecten tijdens uitvoering zijn nihil dankzij de uitvoeringsvolgorde. Oorzaak van de grondwatereffecten is immers de verlegging van de waterkering en de aanleg van de geul; deze effecten worden gemitigeerd door het waterkerend scherm. Op het eiland Veur-Lent zijn geen grondwatereffecten te verwachten; de situatie voor de huidige (buitendijkse) woningen verandert niet en de nieuwe woningen worden gebouwd op een hoogwatervrij opgehoogd terrein. Kade De kadeconstructie bestaat uit een betonnen L-wand (lengte ca. m) op een paalfundering. Aan de voorzijde bevindt zich een waterkerend scherm. De werkzaamheden leiden tot tijdelijke verhoging van het geluidniveau. Hiervoor worden maatregelen genomen om het geluid te mitigeren. Dat geldt ook voor een eventuele beton- of cementbentonietcentrale. Tijdelijke verkeersvoorzieningen Om verkeersvrij de Prins Mauritssingel te kunnen verwijderen en de Verlengde Waalbrug te kunnen bouwen is het noodzakelijk het verkeer om te leiden. Hiervoor wordt een tijdelijke verkeersdijk parallel aan de toekomstige Verlengde Waalbrug aangelegd. Om het bestemmingverkeer Veur-Lent via de Griftdijk-zuid in stand te kunnen houden, is deze verkeersdijk oostelijk van de toekomstige Verlengde Waalbrug gepositioneerd. Op de verkeersdijk wordt een profiel aangebracht van x rijstroken, een busbaan en fietsvoorziening (conform de huidige situatie). Nadat de Verlengde Waalbrug in gebruik is genomen wordt de tijdelijke verkeersdijk weer verwijderd. De toegang tot de woningen langs de huidige dijk op het toekomstige eiland vindt tijdens de uitvoering plaats via de Griftdijk en de bestaande dijk. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

153 Inrichting werkterrein Om overlast voor de omgeving te minimaliseren wordt als uitgangspunt gehanteerd om maximaal gebruik te maken van aan- en afvoer over water en transport per as binnen en buiten werkterrein zoveel mogelijk te beperken. Voor transport over water wordt een tijdelijk laad- en losponton aangelegd ter plaatse van de oostelijke instroomopening. Direct nadat een deel van de oostelijke geul is ontgraven wordt deze voorziening aangebracht. Ook wordt een laad- en losponton noodzakelijk geacht in de westelijke nevengeul aan de zuidoever. Deze wordt vooral gebruikt voor overslag van in den droge ontgraven bovenlaag van klei vanuit dumpers in bakken. Om deze vervoersafstand te minimaliseren en overlast voor de omgeving te minimaliseren wordt dit ponton tijdens dit werk een aantal malen in oostelijke richting verplaatst. Figuur.: Inrichting werkterrein Voor het transport binnen het werkterrein worden werkwegen aangelegd c.q. bestaande wegen gebruikt, gericht op de verbinding van laad- en lospontons met de locaties van de aan te leggen bruggen en nieuwe waterkering. Dit werkwegennet vindt via het openbare wegennet aansluiting op de Oosterhoutse dijk en de N. Voor het transport van zand/grind ten behoeve realisatie van tijdelijke verkeersdijk en nieuwe harde kade en dijk wordt een persleiding voorzien. Grondverzet Het zwaartepunt van het grondverzet ligt op het graven van de nevengeul. Om een goede scheiding te kunnen maken tussen de kleilaag en de onderliggende lagen zand/grind met bijmenging van klei wordt uitgegaan van het in den droge ontgraven van deze kleideklaag, vervoer per dumper naar het losponton binnen werkterrein en transport per schip over water. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

154 Onder de toplaag komen zand, grind, klei in diverse mengvormen voor in dunne lagen. De lagen zijn overwegend te dun om deze laagsgewijs te kunnen ontgraven en als primaire grondstof aan te kunnen bieden aan de markt. Met een totaal volume te ontgraven grond van tot miljoen m grond en de aanwezigheid van dunne lage rechtvaardigen de inzet van een of meerdere zuiger(s). Om de nevengeul nauwkeurig onder profiel af te kunnen graven en om afkalving van oevers tot een minimum te beperken is uitgegaan van de cutter- of snijkopzuiger. De vrijkomende grond kan direct achter de zuiger worden geklasseerd in een drijvende unit of tijdelijk worden opgeslagen in depots binnen het werkterrein en worden geklasseerd in een unit op de wal. De volumes die vrijkomen bij een ontgravingsduur van circa, jaar (ca.. tot. m/week) zijn te groot voor de beschikbare klasseerunits. Mede om de geluidsoverlast te beperken, wordt de grond daarom afhankelijk van de kwaliteit afgevoerd naar in gebruik zijnde zandwinputten. Effecten tijdelijke situatie De effecten van de tijdelijke situatie als gevolg van de verschillende varianten zijn in dit MER beschreven in hoofdstuk en. Effectbeoordeling zijn vooral gebaseerd op worstcase benaderingen. Door middel van duurzaam aanbesteden en de inzet van de Best Beschikbare Technieken (BBT) kan de uitvoering geoptimaliseerd worden, wat tevens kan leiden tot een beperking van de overlast voor omwonenden. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar het achtergronddocument Innovatie, Duurzaamheid en Klimaat. Onderstaand is per criterium aangegeven waar de tijdelijke effecten zijn beschreven: Verstoring natuurwaarden (criterium N), par... en..; Bereikbaarheid verkeer (criterium V en V), par...,..,.. en..; Veiligheid beroeps- en scheepvaart (criterium S), par... en..; Geluidbelasting geluidgevoelige bestemmingen (criterium H), par... en.; Trillingen (criterium H), par... en.; Luchtkwaliteit (criterium H), par... en.. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

155 MILIEUEFFECTEN VARIANTEN. Rivierkunde.. Inleiding en methode Het aspect rivierkunde neemt binnen het MER een bijzondere plaats in. In de PKB Ruimte voor de Rivier is vastgesteld dat het project Dijkteruglegging Lent moet leiden tot een waterstandsdaling van cm in de as van de rivier tussen rivierkilometer (kmr), en, bij een maatgevend hoogwater (MHW). Hiermee vormt het aspect rivierkunde een randvoorwaarde voor het project. In de effectbeschrijving op rivierkunde en veiligheid is beoordeeld in welke mate de drie varianten voldoen aan de gestelde taakstelling en is beoordeeld welk effect de ingrepen hebben op de veiligheid en morfologie. De effectbeoordeling is uitgevoerd volgens de door PDR gestelde eisen en richtlijnen en modellen. Voor een gedetailleerde beschrijving hiervan wordt verwezen naar het achtergronddocument Hydraulica en het achtergronddocument Morfologie. In deze documenten zijn ook de effecten van de drie varianten op de overige beoordeelde aspecten, zoals inundatiefrequentie en stroombeeld, nader uitgewerkt. Met modellen is het mogelijk om de hydraulische en morfologische effecten te beoordelen voor de drie varianten. In tabel.. zijn de gehanteerde rivierkundige randvoorwaarden en beoordelingscriteria voor de beoordeling van de diverse criteria opgesomd. Vrijwel alle criteria zijn kwantitatief beoordeeld. Het criteria robuustheid rivierverruiming lange termijn (R) is zowel kwantitatief als kwalitatief beoordeeld. De kwantitatieve beoordeling is een maat voor de waterstandverlaging bij een afvoer van. m /s te Lobith, de kwalitatieve beoordeling is gedaan op basis van de benodigde ingreep om te komen tot de lange termijn doelstelling. Tabel..: Randvoorwaarden beoordeling criteria rivierkunde Criterium Afvoer te Lobith (m /s) Opmerking Beoordeling R Waterstandsdaling. In de as van de rivier kwantitatief R Lokale waterstandsverhoging. - Langs de bandijk kwantitatief benedenstrooms (opstuwing) - In de as van de rivier R Aanzanding hoofdgeul Variabele afvoerreeks R Robuustheid rivierverruiming lange termijn. - Waterstandsdaling in de as van de rivier - Benodigde ingreep voor behalen doelstelling kwantitatief en kwalitatief Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

156 .. Huidige situatie en referentie Bij Nijmegen bevindt zich één van de smalste punten in de rivierbedding van de Waal, waardoor tijdens extreem hoge afvoeren het water opstuwt in deze flessenhals. Bij een afvoer van. m /s is de huidige waterstand ca. NAP+, m op kmr. Bij een gemiddelde afvoer (. m /s) is de waterstand op kmr ca. NAP+, (zie tabel..). Bij een verdere toename van de rivierafvoer worden de sprong in de waterstand bij Nijmegen en daarmee het effect op de waterstanden bovenstrooms steeds groter. De stroomsnelheden in de bocht bij Nijmegen kunnen oplopen tot ca. m/s bij deze afvoer. In de buitenbocht ligt een breukstenen bodembescherming. Daarnaast staan in het zomerbed pijlers van zowel de Waalbrug als de Spoorbrug. Tabel..: Waterstanden in de as van de rivier bij verschillende afvoerniveaus te Lobith op locaties in het projectgebied voor de huidige situatie kmr Locatie Maaiveldhoogte Afvoer te Lobith (m /s) Wijnfort NAP+ m,,,,,.,, Waalkade NAP+ m,,,,,.,, Oosterhoutse Waard NAP+ m,,,,,.,, Herhalingstijd (jaren) Mate van voorkomen (dagen/jaar) Voor de meeste rivierkundige criteria is volgens de eisen en richtlijnen van Rijkswaterstaat Oost-Nederland de PKB Ruimte voor de Rivier doelstelling met realisatie van cm waterstandsdaling (Ontwerp op Hoofdlijnen) als de referentie gehanteerd. Daarmee wijkt de gehanteerde referentie af van de referentie zoals beschreven in hoofdstuk. De huidige situatie wordt hier net als de varianten vergeleken met de toestand die zich bij uitvoering van de PKB variant zou voordoen... R - Waterstandsdaling in de rivieras Alle drie de varianten zijn op de taakstelling gedimensioneerd en voldoen dus ook aan deze randvoorwaarde van cm waterstandsdaling op traject tussen rivierkilometer, tot,. De maximale waterstandsverlaging wordt bepaald in de as van de rivier bij een afvoer van. m /s (MHW). Lokaal kan er echter een grotere waterstandsverlaging plaatsvinden. De beoordeling van het effect wordt beschouwd ten opzichte van de taakstelling. Voor de effectbeoordeling is de PKB taakstelling de referentie waaraan de alternatieven moeten voldoen. De maximale verlaging van de waterstand in de as van de rivier is samengevat in tabel.. en in figuur... Tabel..: Waterstandeffecten in de as van de rivier bij MHW voor de varianten Beoordelingcriterium Huidige situatie Waterstandsdaling --- in de as (kmr,) (- cm) * = Voldaan aan taakstelling PKB. Ref. = Varianten PKB Klassiek Mozaïek Dynamiek ( cm) (+, cm) (+, cm) (+, cm) W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

157 waterstandsverschil t.o.v. referentie (cm) brug A Taakstelling kmr, -, spoorbrug Waalbrug Pannerdensche kop - - rivierkilometer (km) Klassiek Mozaiek Dynamiek Figuur..: Effect op de waterstand (cm) t.g.v. variant Klassiek (paarse lijn), variant Mozaïek (blauwe lijn) en variant Dynamiek (rode lijn) bij. m /s De belangrijkste verschillen tussen de drie varianten zijn te verklaren uit het feit dat: bij variant Klassiek neemt benedenstrooms van de spoorbrug de breedte van geul af tot ca. m en de bodemdiepte tot NAP+ m. Hiermee is het doorstroomprofiel van het benedenstroomse gedeelte van de geul kleiner dan het bovenstroomse gedeelte. Bij variant Mozaïek en Dynamiek blijft de geulbreedte ca. tot m en de diepte van de geul op NAP+ m. Om een waterstandsdaling van meer dan cm te halen is de dimensie van de geul door de Oosterhoutse waarden een belangrijke bouwsteen. In variant Mozaïek is het benedenstroomse gedeelte van de geul het breedst, dit draagt bij aan de hogere waterstandsdaling van deze variant; bij Variant Klassiek en in mindere mate bij variant Dynamiek wordt de hoeveelheid water die de geul instroomt beperkt door de breedte van de drempel. De breedte van de drempel bij Klassiek is ca. m gemeten van het hoogwatervrije eiland tot de bandijk. In Mozaïek is de drempel groter en kan er meer water de geul in stromen; er een verschil is in de vegetatieontwikkeling. Variant Klassiek bestaat voornamelijk uit natuurlijk gras- en hooiland, en heeft daarmee het minst ruwe (stroombelemmerende) vegetatiebeeld van de drie varianten. In variant Dynamiek is het vegetatiebeeld, met voornamelijk ruw grasland, het ruwst. Variant Mozaïek bestaat vooral uit gebieden met natuurlijk gras- en hooiland, strandjes in de lagunes, gebieden met glad grasland en gebieden met zachthoutooibos. Echter de gebieden met ruwe (stroombelemmerende) vegetatie bevinden zich in de stromingsluwe zones van het plangebied. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

158 .. R - Lokale waterstandsverhoging benedenstrooms Waterstandsverlaging (R) bovenstrooms van het plangebied is altijd gekoppeld aan een waterstandsverhoging (opstuwing) benedenstrooms van het plangebied. Door de ingreep neemt de waterstand benedenstrooms van de ingreep lokaal toe. Dit kan resulteren in mogelijke afname van het veiligheidsniveau van het dijktracé. De maximale opstuwing is voor elke variant beoordeeld ter plaatse van de bandijk, de Oosterhoutsedijk en de Waalkade, en in de as van de rivier (zie tabel..). Doordat de referentie (= PKB) een hogere opstuwing heeft ten opzichte van de varianten, scoren de varianten positief. Tabel..: Opstuwing bij MHW voor de VKV Figuur..: meetschaal uiterwaard Lent bij hoogwater Beoordelingcriterium HS Ref. = Variant PKB Klassiek Mozaïek Dynamiek Maximale opstuwing in de as (kmr ) ++ (-, cm) ( cm) + (-, cm) + (-, cm) + (-, cm) Maximale opstuwing langs de Oosterhoutsedijk ++ (-, cm) ( cm) + (-, cm) + (-, cm) + (-, cm) Maximale opstuwing langs de Waalkade ++ (-, cm) ( cm) + (-, cm) + (-, cm) + (-, cm) R Waterstandverhoging benedenstrooms De verschillen tussen de drie varianten zijn te verklaren uit het feit dat: in algemene zin geldt dat als een grote waterstandsdaling wordt gehaald, dus veel water wordt onttrokken aan het zomerbed, dan zal op het benedenstroomse punt, waar het water weer terug het zomerbed instroomt, een opstuwingspiek zal voorkomen. Door het water geleidelijk, over een grote lengte, terug te laten stromen naar het zomerbed kan de opstuwingspiek worden gereduceerd; de opstuwing in de as van de rivier is voor alle varianten nagenoeg gelijk, ondanks dat Mozaïek een veel grotere waterstandsdaling veroorzaakt dan Klassiek. Dit komt doordat in Mozaïek het water over een grotere lengte terug kan stromen vanuit de brede nevengeul naar het zomerbed, terwijl in Klassiek het water nabij de spoorbrug opstuwt doordat de geul smaller wordt. Een brede geul, met een vergelijkbare capaciteit als het bovenstroomse gedeelte van de nevengeul, draagt bij aan het reduceren van de benedenstroomse opstuwingspiek; de opstuwing langs de bandijk is in variant Mozaïek het grootste, vooral het verschil met klassiek is groot, ca., cm. Dit wordt veroorzaakt door grotere hoeveelheid water die door de Oosterhoutse waard stroomt en het feit dat de ligging van de nevengeul dichter naar de bandijk toe is. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

159 .. R Morfologie De variant Dynamiek heeft het grootste effect op stroming en morfologie in de Waal. In de verbindingsgeul tussen Waal en hoogwatergeul ter hoogte van de inlaat is sedimentatie te verwachten, alsook in het bovenstroomse stuk van de hoogwatergeul. Het eiland in de hoogwatergeul ligt in een traject van de geul waar dynamische geulen en eilanden kunnen ontstaan. De variant Klassiek resulteert in de minste sedimentatie en baggerhinder in de Waal. In geval de oever tussen Waal en Lentse strang kan eroderen wordt in de Lentse strang en de hoogwatergeul grote sedimentatie verwacht met bijbehorende baggerinspanning. Als de oever erosiebestendig wordt verondersteld, wordt de aanzanding in de Lentse strang en hoogwatergeul sterk gereduceerd en vergelijkbaar met de variant Mozaïek. De variant Mozaïek leidt tot licht grotere morfologische veranderingen dan de variant Klassiek. Voor alle varianten geldt, dat in het kribvak van de uitstroomopening van de hoogwatergeul naar de Waal ter hoogte van rkm. erosie tot ca. m diepte te verwachten is. In de extra opening in de variant Dynamiek, net benedenstrooms van de spoorbrug, wordt erosie tot ca. m verwacht. De erosie in beide geulen ontwikkelt zich grotendeels al in de eerste jaren. Het geërodeerde materiaal slaat in de hoofdgeul neer. Voor de bevaarbaarheid in de Waal zijn een minimale vaardiepte van, m en gemiddelde vaardiepte van, m onder laagwateromstandigheden (OLR=Overeengekomen Lage Rivierwaterstand) in de vaargeul belangrijke criteria. De aanzanding in de varianten Klassiek en Mozaïek is zodanig, dat bovenstaande vaardieptecriteria niet negatief worden beïnvloed. De variant Dynamiek leidt op kritische punten in de vaarbaan (net benedenstrooms van de vaste laag) tot een vermindering van de vaardiepte met ca. cm. Tabel..: effectbeoordeling Morfologie Beoordelingscriteria HS Ref. = Variant PKB Klassiek Mozaïek Dynamiek Aanzanding hoofdgeul Vaardiepte -- Beheer hoogwatergeul/strang R - Morfologie R - Robuustheid rivierverruiming lange termijn In de toekomst kan het zijn dat voor het handhaven van het beschermingsniveau de MHW-afvoer wijzigt van. m /s naar bijvoorbeeld. m /s of hoger. Voor het project Dijkteruglegging Lent is een lange termijn doelstelling genoemd door de PDR van tot cm waterstandsdaling op kmr, tot, bij een afvoer van. m /s. Voor de varianten is beoordeeld in welke mate de varianten voldoen aan deze lange termijn doelstelling. Daarnaast is beoordeeld welke optimalisatie mogelijkheden er zijn in het ontwerp of welke lange termijn maatregelen er mogelijk zijn om deze doelstelling alsnog te bereiken. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

160 Bij een afvoer van. m /s zijn de effecten op de waterstandverlaging nagenoeg gelijk aan de waterstandsdaling bij. m /s. De berekeningsresultaten (zie tabel..) tonen dat voor alle varianten dat de waterstandsdaling bij. m /s nog niet voldoet aan de lange termijn doelstelling, maar wel leiden tot een verbetering ten opzichte van de PKB. Tabel..: Maximale waterstanddaling in de rivieras bij. m /s en. m /s voor de varianten Afvoer bij Lobith HS PKB Lange termijn -- (. m /s) (- cm) (- cm) Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek (-, cm) (-, cm) (-, cm ) Om de lange termijn doelstelling te halen zijn aanvullende maatregelen nodig. De maatregelen waar aangedacht kan worden zijn opgesplitst in grootschalige en kleinschalige maatregelen. Voor variant Mozaïek geldt dat mogelijk met kleinschalige aanpassing, in de vorm van aanpassing van het vegetatiebeeld door aangepast beheer of verlaging van de drempel, de lange termijn doelstelling reeds kan worden behaald. Voor Klassiek zal het waarschijnlijk onmogelijk zijn om zonder meerdere grootschalige maatregelen deze doelstelling te bereiken. Hierbij kan gedacht worden aan aanvullende uiterwaardverlagingen tussen zomerbed en eiland, het vervangen van de kribben tegenover de Waalkade door een langskrib of eilandkrib, het verder verdiepen of verbreden van het benedenstroomse gedeelte van de nevengeul, het verplaatsen van de drempel naar een benedenstroomse locatie. Bij Dynamiek zal één grootschalige maatregel mogelijk voldoende zijn... Samenvatting De beoordeling van de drie varianten is samengevat in tabel.. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Rivier en veiligheid Beoordelingscriteria HS Ref. = Variant Rivier en veiligheid PKB Klassiek Mozaïek Dynamiek R Waterstandsdaling --- R Opstuwing benedenstrooms: R Morfologie R Robuustheid = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

161 . Natuur.. Inleiding en methode In deze paragraaf worden de effecten van de voorgenomen ingreep op natuur belicht. Hierbij wordt aandacht besteed aan (mogelijke) effecten van de herinrichting, zowel in de aanlegfase als daarna op de natuur. Voor een gedetailleerde beschrijving van de huidige situatie en de effecten wordt verwezen naar het achtergronddocument Natuur. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de instandhoudingsdoelen van de Natura -gebieden, de Flora- en faunawet en Ecologische Hoofdstructuur. Anderzijds worden de potenties voor natuurontwikkeling in beeld gebracht. Tot slot worden andere kenmerken van de varianten die onderscheidend zijn ten aanzien van natuur (effecten van recreatie en beheerinspanning) meegenomen. De motivatie voor de beoordeling (waarom wordt iets positief of negatief beoordeeld) wordt per criterium uitgebreid toegelicht in het achtergronddocument. VR VR + HR VR + HR + NB Figuur..: Ligging Natura -gebieden Uiterwaarden Waal (links) en Gelderse Poort (rechts) met EU-Vogelrichtlijn (VR), EU Habitatrichtlijn (HR) en beschermde natuurmonumenten NB) aanwijzingen in kleur De Ecologische Hoofdstructuur is een samenhangend netwerk dat bestaat uit bestaande natuurgebieden, verwevingsgebieden (waardevolle agrarische gebieden) en ecologische verbindingszones die deze gebieden met elkaar verbinden. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

162 Tabel..: Beoordelingscriteria Natuur Code Criterium Beoordeling Meeteenheid Wet- en Toelichting regelgeving N Ecologische hoofdstructuur aantasting / Kwantitatief/ kwalitatief Opp. ha EHS Oppervlakte (ha) verandering areaal natuur per ecotooptype incl. toetsing (geen weging) aan EHS doelen doelbereik robuustheid Kwalitatief - EHS Versterking van het rivierecosysteem. Ecologische verbindingen met aangrenzende uiterwaarden en binnendijkse gebieden N Instandhoudings doelstellingen Kwantitatief/ kwalitatief Opp ha ecotopen Nb-wet Toets ondermeer o.b.v. veranderingen in ecotooptypen/leefgebieden (tijdelijk en permanent). Potentieel geschikt leefgebied grasetende vogels. N Beschermde en zeldzame soorten Kwantitatief/ kwalitatief verandering in ecotooptypen FF-wet, Rode Lijst Kwalitatieve toets ondermeer o.b.v. veranderingen in ecotooptypen/ leefgebieden (tijdelijk en permanent) N Verstoring natuurwaarden Kwalitatief geluidshinder en menselijke activiteit EHS, FFwet, Nb-wet Kwalitatieve toets o.b.v. geluidhinder en menselijke activiteit (recreatie, verkeer, projecten, aanleg) N Waardevolle gradiënten Kwalitatief - - Kwalitatieve toets o.b.v. overgangen nat- droog, reliëf, kleinschaligheid = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect.. Huidige situatie en referentie Huidige situatie Ecotooptypen In de uiterwaard ten westen van de spoorbrug komt (ecologisch waardevol) stroomdalgrasland voor. Het overgrote deel van deze uiterwaard bestaat echter uit natuurlijk- of productiegrasland (agrarisch) met in de kribvakken zandige oevers. In de uiterwaard ten oosten van de Waalbrug komen slikkige rivieroevers voor in combinatie met ruigte. Ook hier bestaat een groot deel van de uiterwaard uit grasland. De uiterwaard bij Veur-Lent (tussen de bruggen) bevat tevens een zone met struweel langs de dijk. Op de zuidelijke dijkhelling van de Waaldijk komt in het gehele plangebied (behalve bij Veur-Lent) glanshaverhooiland voor. Instandhoudingsdoelstelling en verbeteropgave Als onderdeel van de Uiterwaarden Waal en de Gelderse Poort zijn de uiterwaarden van het projectgebied aangewezen als Natura gebied. Vanuit Europese wetgeving betekent dit dat er voor een aantal habitattypen en plant- en diersoorten instandhoudingsdoelen en uitbreidingsdoelstellingen zijn vastgesteld. Hieronder worden de relevante habitattypen en soorten toegelicht (in het achtergrondrapport Natuur is een uitgebreid overzicht aanwezig). W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

163 Habitattypen: behoud en uitbreiding van Slikkige rivieroevers; behoud en uitbreiding areaal van plas-dras situaties en ondiep water voor eenden, Kwartelkoning, Porseleinhoen en steltlopers; kwaliteitsverbetering en uitbreiding van stroomdalgraslanden, Glanshaver- en Vossenstaarthooilanden. Habitatsoorten: Voor de Zeeprik, Rivierprik, Kamsalamander en Grote modderkruiper bestaat de doelstelling tot uitbreiding van het oppervlak geschikte habitat. De doelstelling tot behoud van het oppervlak habitat bestaat voor de soorten: Elft, Zalm, Bittervoorn, Kleine modderkruiper, Rivierdonderpad, Meervleermuis en Bever. Broedvogels: Een opgave voor toename van de populatie broedvogels bestaat voor de volgende soorten: Roerdomp, Woudaapje, Porseleinhoen, Kwartelkoning, Zwarte stern en Grote karekiet. Opgave voor behoud van de populatie bestaat voor: Dodaars, IJsvogel, Oeverzwaluw en Blauwborst. Figuur..: Ligging habitattypen in het plangebied (huidige situatie) Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

164 Niet-broedvogels: Fuut, Aalscholver, Kleine zwaan, Wilde zwaan, Brandgans, Wilde zwaan, Kolgans, Grauwe gans, Smient, Krakeend, Wintertaling, Pijlstaart, Slobeend, Tafeleend, Kuifeend, Nonnetje, Meerkoet, Kievit, Grutto en Wulp. Uit telgegevens van SOVON komt naar voren dat de dikgedrukte soorten in het plangebied voorkomen. Van de Niet-broedvogels zijn alle bovenstaande soorten in ieder geval in de nabije omgeving van het projectgebied aangetroffen. Behoud en versterking beschermde en zeldzame soorten Dit jaar () is er een ecologische veldinventarisatie uitgevoerd, in het bijzonder gericht op het eventuele vóórkomen van beschermde soorten uit de Flora- en faunawet binnen het plangebied. In het Wolfsgat en de kolk bij het monument aan de Oosterhoutse dijk zijn de bittervoorn (rode lijst & tabel FFW) en de kleine modderkruiper aangetroffen. Er zijn twee populaties van de kamsalamander in het plangebied aanwezig (in een poel in Veur-Lent en in de kleine kolk). Er zijn vijf vleermuissoorten waargenomen; rosse vleermuis, gewone dwergvleermuis, watervleermuis, laatvlieger en ruige dwergvleermuis. In het overwegend open landschap van het plangebied zijn op veel locaties foeragerende vleermuizen aanwezig. Nabij het plangebied zijn tijdens de inventarisatie twee waarnemingen gedaan van larvenhuidjes van de rivierrombout. De rivierrombout is zwaar beschermd en staat tevens vermeld op de Habitat- en Vogelrichtlijn en de Rode Lijst (categorie 'verdwenen'). De Rivierrombout is een uitgesproken soort van schone zandige rivieren. Verstoring natuurwaarden In het studiegebied kan onderscheid gemaakt worden tussen de uiterwaarden met overwegend weiland en het binnendijkse gebied met een afwisseling van woningbouw, (kleinschalig) landbouwgebied, boomgaarden en poeltjes. In de Lentse uiterwaard is een strang aanwezig en in de Oosterhoutse uiterwaard (buiten het plangebied) een diepe plas en diverse kolken. De natuurwaarden zijn beperkt. Redenen hiervoor zijn de aanwezige verstoring door de Waalbrug, de spoorbrug en door betreding. Tevens is het (agrarische) beheer niet gericht op natuurontwikkeling, hierdoor is er weinig diversiteit aan ecotopen. Robuustheid natuur en dynamische processen Vanwege het grote oppervlak aan (agrarisch) grasland dat in de uiterwaarden voorkomt, is er niet veel ruimte voor dynamische rivierprocessen (die in een natuurlijke uiterwaard wel verwacht worden). In de huidige situatie vindt er intensief beheer van het gebied plaats (Mogelijk vanwege de flessenhals in de Waal waardoor ruwe (hoog opgaande) vegetatie snel voor opstuwing kan zorgen). Dit is niet erg robuust. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

165 Vanuit de Ecologische hoofdstructuur bestaan de volgende ontwikkelingsopgaven voor het projectgebied: het ontwikkelen van het buitendijkse rivierengebied tot een samenhangend, gevarieerd en dynamisch natuurterrein met behoud van actuele natuur- en cultuurwaarden; het uitbreiden van laagdynamische natuur (Hardhoutooibos, stroomdalgrasland, moeras); het uitbreiden van hoogdynamische natuur (nevengeulen, opzandingen, zachthoutooibos) langs de Waal; het realiseren van grootschalig natuurbeheer met ruimte voor (periodiek terug te zetten) sedimentatie en vegetatieontwikkeling langs de Midden-Waal. Gradiënten Zoals beschreven is er in de huidige situatie niet veel ruimte voor dynamische rivierprocessen in het projectgebied aanwezig. De gradiënten in onder andere vegetatietypen en plas dras situaties die hiermee samenhangen, komen niet op grote schaal voor in het gebied. Figuur..: Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in studiegebied Dijkteruglegging Lent Referentie De ontwikkeling van de tweede Stadsbrug wordt meegenomen in de referentie. Dit houdt in dat de verstoring, het ruimtebeslag en de te compenseren natuurgebieden als reeds aanwezig worden beschouwd. In de Passende Beoordeling voor de Stadsbrug (Tauw, juli ) wordt aangegeven dat door de komst van de Stadsbrug, ha grasland,, ha ondiepe oeverzone,, ha moeras/rietruigte/ en, ha slikken en zandbanken gecompenseerd dient te worden. De oppervlakte onder de toekomstige tweede stadsbrug en het gebied met een grote geluidstoename wordt volledig gecompenseerd. De overige oppervlakte wordt voor % gecompenseerd omdat het een gedeeltelijk waardeverlies betreft. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

166 Figuur..: Overzicht van te compenseren gebied (akoestisch) voor de aanleg van de tweede stadsbrug.. N - Doelbereik ecologische hoofdstructuur en robuustheid natuur Voordat getoetst kan worden in hoeverre de varianten de kernkwaliteiten van de EHS aantasten c.q. de doelen van de EHS realiseren wordt eerst ingegaan op de te ontwikkelen ecotopen in het plangebied. In de uiterwaarden maakt landbouw plaats voor nieuwe natuur. Er is weer ruimte voor de kenmerkende dynamische processen van het rivierengebied zoals: hydrodynamiek (peilschommelingen en stromend water), morfodynamiek (sedimentatie en erosie) en begrazing. Ervaring met ander natuurontwikkelingsprojecten leert dat het herstel van de riviergebonden natuur in de uiterwaarden verrassend snel verloopt. Met hoogwater werden zaden aangevoerd van bovenstrooms en tientallen verdwenen soorten vestigden zich er weer, zelfs zachthout- en hardhoutboomsoorten. Toch zijn er verschillen tussen de varianten. In de onderstaande tabel zijn de oppervlaktes per ecotooptype gekwantificeerd aan de hand van de opgestelde ecotopenkaarten. In de tabel worden de oppervlaktes weergegeven die op de langere termijn in het plangebied tot ontwikkeling kunnen komen. De ecotopenkaarten zijn gebaseerd op de actuele waarde, hoogteligging en overstromingsfrequenties (Rijkswaterstaat ecotopen stelsel) van de verschillende varianten. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

167 Tabel..: Oppervlaktes per ecotooptype per variant Ecotooptype Oppervlakte (ha) HS Klassiek Mozaïek Dynamiek ondiep water nevengeul diep water nevengeul water Waal binnen plangebied nat grasland half natuurlijk grasland natuurlijk grasland (glad) grasland ruigte zandig oever/kribvak natuurlijk bos bebouwd gebied/ te bebouwen (hoogwatervrij) binnendijks overig Totaal Door de dijkteruglegging komt er meer areaal natuur, echter de combinatie met andere functies (woningbouw, recreatie) zorgt ervoor dat de areaaltoename beperkt tot gewoon positief worden beoordeeld (en niet zeer positief) omdat de kwaliteit niet altijd optimaal zal zijn. Binnen de variant Dynamiek worden de kansen voor natuurontwikkeling het meest optimaal benut en is het doelbereik vanuit de EHS het grootst. Bij alle varianten is er sprake van verlies aan ganzenfoerageergebied. Bij alle drie de varianten ontbreekt een robuuste verbinding tussen de Gelderse Poort en de uiterwaarden van de Waal benedenstrooms van Nijmegen. De uiterwaard blijft smal en beïnvloed door de (nieuwe) bebouwing. Ook wordt de ecologische verbinding door de bebouwing en de kade gedeeltelijk onderbroken. Door de verstoring zal de ecologische verbinding in de lengterichting van de Waal evenmin functioneel functioneren. Vanuit natuurlijk oogpunt zou het beter zijn als de uiterwaarden bij Nijmegen een groene brug vormen langs Nijmegen. Door de voorgenomen ingreep ontstaat er een meer robuuste verbinding in de uiterwaarden. Dit wordt veroorzaakt door een toename aan riviergebonden natuurwaarden. De relatie tussen het binnendijks en buitendijksgebied blijft beperkt... N - Instandhoudingsdoelstellingen en verbeteropgave De varianten leiden voor veel habitats en soorten tot een sterke verbetering. Voor enkele instandhoudingsdoelen van zowel het Natura -gebied Uiterwaarden Waal als het Natura -gebied Gelderse Poort ontstaan er ook (tijdelijke) negatieve effecten. In de variant Klassiek ligt een opgehoogd fietspad gepland over het stroomdalgrasland (zie figuur..). Dit betekent dat het stroomdalgrasland verdwijnt door ophoging en minder vaak overstroomt (iets minder dan eens in de jaar). Hierdoor treedt een negatief effect op door verdroging en ruimtebeslag. Bij variant Mozaïek loopt, net als in de variant klassiek, een fietspad door het stroomdalgrasland. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

168 Bij variant Dynamiek wordt de oppervlakte stroomdalgrasland vergraven voor de (kleine) open verbinding met de Waal. Hierdoor gaat er oppervlakte stroomdalgrasland verloren. Het oppervlakte verlies in alle varianten is tijdelijk, doordat het plangebied over een groot oppervlak potenties heeft voor de ontwikkeling van nieuwe stroomdalgraslanden. Binnen de contouren van het plangebied heeft de voorgenomen ingreep alleen invloed op de slikkige rivieroevers in de Lentse waarden. Bij variant Klassiek gaat er geen oppervlakte verloren. Hierdoor is er geen sprake van een negatief effect. Bij de varianten Mozaïek en Dynamiek gaat er ongeveer % verloren (, hectare). Bij de variant Mozaïek is het water in de Lentse waard via een hoogwatergeul verbonden met de Waal en onderhevig aan peilfluctuaties. Hierdoor zal het areaal slikkige oevers met pioniervegetaties ook weer worden vergroot. Ook zal de waterkwaliteit verbeteren, en in het heldere water zullen sneller waterplantenvegetaties ontstaan. Bij de variant Dynamiek neemt de peildynamiek toe in de Lentse waard door de open verbinding. Hierdoor zal het areaal slikkige rivieroevers ook weer toenemen. Ook hier vind een verbetering van de waterkwaliteit plaats. Klassiek Mozaïek Dynamiek Figuur..: Stroomdalgrasland (boven) en slikkige rivieroevers (beneden) uit de huidige situatie geprojecteerd op de drie varianten Door de voorgenomen ingreep is er geen permanent negatief effect op de aanwezige glanshaverhooilanden in het plangebied. De glanshaverhooilanden zijn, goed ontwikkeld, aanwezig op de dijk. Wel is er sprake zijn van een tijdelijk negatief effect door de werkzaamheden. Bij de varianten Mozaïek en Dynamiek zijn de kansen voor Glanshaverhooilanden het grootste doordat er een brede dijk wordt aangelegd (oeverwal en klimaatdijk). W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

169 Een groot deel van de Oosterhoutse waarden is door de provincie Gelderland aangewezen als ganzenfoerageergebied. Door de aanleg van de geul gaat er in alle drie de varianten oppervlakte ganzenfoerageergebied verloren. De afname aan draagkracht wordt beoordeeld als negatief, maar niet significant. Hierbij zijn de volgende argumenten van toepassing: Tweederde deel van het geschikt foerageergebied ligt binnen het compensatiegebied van de tweede Stadsbrug. Het verlies aan draagkracht van dit gebied wordt % gecompenseerd. Het aantal aanwezige ganzen in de uiterwaarden van de Waal heeft een positieve trend en overschrijdt het instandhoudingsdoel. Naast het negatieve effect van de afname van het ganzenfoerageergebied ontstaat er nieuw oppervlak aan rust- en slaapgebieden (ondiep water). Het verlies aan draagkracht is beperkt als naar de resterende graslanden in de Oosterhoutse waarden wordt gekeken en stroomafwaarts in het Natura -gebied. Tijdelijke verstoring en door het vergraven van de geul neemt de oppervlakte geschikt foerageergebied (grasland) voor weidevogels (Kievit, Grutto, Wulp) af. Daar staat tegenover dat de zandbanken, slikkige rivieroevers en de vernatting van het aanwezige grasland een verbetering van de kwaliteit van het rust- en foerageergebied betekent. In alle drie de varianten verdwijnen twee leefgebieden van de Kamsalamander. Hierdoor is sprake van een negatief effect. Het effect is niet als significant beoordeeld omdat de kamsalamander in de nabije omgeving nog in aantal gebieden voorkomt. De poelen zijn bovendien geen voortplantingswater (in tegenstelling tot de andere gebieden waar de soort ook is waargenomen) en worden daardoor van minder belang geacht voor het instandhoudingsdoel voor het Natura -gebied Waal (en ook voor de Gelderse Poort). Door de varianten ontstaan goede mogelijkheden om de oppervlakte van sommige habitattypen en van leefgebieden van kwalificerende soorten uit te breiden, vooral bij Dynamisch. Vandaar dat de variant Dynamisch als positief (++) worden beoordeeld en de andere varianten licht positief (+). Klassiek biedt de optie tot een wedstrijdroeibaan waarbij de natuurlijkheid van de geul afneemt en mogelijk sprake is van significante verstoring. Ook hierbij zal de variant de ADC-toets niet kunnen doorstaan. Echter omdat de roeibaan niet opgenomen zal worden in het bestemmingsplan is dit effect niet meegenomen in de beoordeling. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

170 .. N - Behoud en versterking beschermde en zeldzame soorten Per soortgroep zijn de effecten beoordeeld. Tabel.. geeft de beoordeling per soortgroep weer. In onderstaande paragrafen wordt de beoordeling van de drie varianten per soortgroep nader toegelicht. Tabel..: Effectbeoordeling op beschermde soorten Klassiek Mozaïek Dynamiek Flora Beschermde plantensoorten Stroomdalgraslanden /+ /+ /+ Vissen Kleine modderkruiper Bittervoorn Libellen Rivierrombout + +(+) ++ Amfibieën Kamsalamander Vogels Broedvogels Zoogdieren Vleermuizen Overige zoogdieren Voor de drie varianten dient een ontheffing Flora- en faunawet aangevraagd te worden voor de kamsalamander en mogelijk voor de kleine modderkruiper (indien in de kolk aan de Bemmelsedijk toch gegraven gaat worden). Door de varianten ontstaan ook mogelijkheden om het leefgebied van soorten uit te breiden, vooral bij Dynamisch. Vandaar dat de varianten als positief (++) worden beoordeeld. Het effect is niet als zeer positief beoordeeld omdat er sprake is van negatieve effecten op beschermde en rode lijst soorten. Deze effecten zijn te mitigeren. Voor de kamsalamander dient een zware toetsing (vergelijkbaar met de ADC-toets te worden doorlopen). Andere beschermde soorten ondervinden geen negatieve effecten (planten) of gaan er zelfs op vooruit doordat er meer geschikt biotoop ontstaat (rivierrombout). Voor de vleermuizen verandert alleen het foerageergebied (tijdelijk ongeschikt tijdens de aanlegwerkzaamheden) maar het foerageergebied is niet van wezenlijk belang voor de verblijfplaatsen en daarom is het niet beschermd. Voor de aantasting hoeft geen ontheffing aangevraagd te worden... N - Verstoring natuurwaarden De aanlegwerkzaamheden veroorzaken een tijdelijke verstoring in het plangebied en directe omgeving. Deze wordt veroorzaakt door het materieel en door de tijd die de natuur nodig heeft om zich te herstellen en te ontwikkelen tot de gewenste ecotopen. Voor de beoordeling van het aspect verstoring zijn alle verstorende elementen van de voorgenomen activiteit in onderstaande tabel samengevat. De score voor de verstoring is bepaald op basis van het aantal verstorende aspecten binnen de varianten en de ernst van de verstoring. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

171 Tabel..: Overzicht verstorende elementen Klassiek Mozaïek Dynamisch Aanlegwerkzaamheden (tijdelijk) ja (minst gegraven) ja ja Toename geluid door verkeer ja ja ja Zonering (water) recreatie neen neen ja Horeca (effecten makkelijk te beperken) ja (beperkt) ja (veel) ja (veel) en andere voorzieningen Evenemententerrein (tijdelijk maar geen groot klein effecten moeilijk te beperken) Totaalscore verstoring De varianten variëren vooral door de intensiteit van de recreatie (zonering, horeca, evenemententerrein). Dit effect is maatgevend voor de beoordeling van de mate van verstoring van de varianten: klassiek (-), Mozaïek (- - -) en Dynamiek (- -)... N Ontwikkeling waardevolle gradiënten Waardevolle gradiënten zijn nat-droog, reliëf en kleinschaligheid. Daarin verschillen de varianten. De grootste toename van waardevolle gradiënten vindt plaats bij de variant Dynamiek en Mozaïek. In deze variant ontstaan de gradiënten door de aanleg van de geul met flauwe oevers meer gradiënten, zowel nat-droog als in reliëf. Ook de aanleg van het eiland zorgt voor nieuwe gradiënten water-land. Ook ontstaan er door de lagunes en de stroomversnellingen geleidelijke, maar dynamische, overgangen zoals moeras en plas-dras. Deze vorm kent in het algemeen een grotere ecologische variatie. Door de begrazing die in de varianten Klassiek en Dynamiek aanwezig is zal op termijn een mozaïeklandschap ontstaan in het plangebied. Wat een positieve bijdrage levert aan de kleinschaligheid. De variant Klassiek kent de minste variatie in waardevolle gradiënten. Figuur..: De enkele jaren terug gegraven geul in de Lentse-uiterwaard Ruimte voor de Waal MER W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

172 Alle varianten leiden tot een toename van de ontwikkeling van waardevolle gradiënten. De variant Dynamiek scoort hierbij het hoogst (++) door de aanwezigheid van de grootste oppervlakte ondiep water, flauwe oevers, lagunes en kleine stroomversnellingen. Bij Mozaïek is ook veel rivierdynamiek maar ook sprake van een parklandschap met minder ruimte voor natuurlijke gradiënten (+/++). Variant Klassiek wordt ook positief beoordeeld doordat er sprake is van een toename van waardevolle gradiënten en de aanwezigheid van begrazing (+), echter minder rivierdynamiek... Samenvatting De beoordeling van de drie varianten is samengevat in tabel... Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Natuur Beoordelingscriteria Referentie Variant Natuur Klassiek Mozaïek Dynamiek N Verandering areaal natuur per ecotooptype Robuustheid natuur en dynamische +/- +/- +/- processen N Instandhoudingsdoelstellingen N Behoud en versterking beschermde en zeldzame soorten N Verstoring natuurwaarden N Ontwikkeling waardevolle gradiënten + +/ = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect.. Biodiversiteit ten behoeve van planmer toets Vanuit de planmer worden er eisen gesteld aan de toets op biodiversiteit. De biodiversiteit in het plangebied verbeterd in alle varianten. Er komt een hoogwatervrije zone, zachthoutooibos en ondiep water in de uiterwaard welke in de huidige situatie niet aanwezig zijn. Het areaal natuurlijk grasland en slikkige oevers (wat in de huidige situatie slechts in kleine mate in het gebied aanwezig is) gaat er sterk op vooruit. Tevens komt er meer dynamiek in het gebied waardoor er meer dynamische overgangen ontstaan met plas-dras situaties. Deze overgangsvormen kennen over het algemeen een grotere ecologische variatie. In alle varianten ontstaat nieuwe natuur. Alle varianten bieden grote kansen voor de vestiging van zeldzame en beschermde plantsoorten. Door een uitbreiding van het aantal ecotopen zal er tevens een grotere diversiteit aan diersoorten in het gebied huisvesten. W./R//VVDM/Nijm Ruimte voor de Waal MER juli - - Definitief rapport

173 . Bodem.. Inleiding en methode Bij de uitvoering van de dijkverlegging Lent komen grote hoeveelheden grond vrij. De vrijkomende grond kan deels weer worden hergebruikt binnen het plangebied, het overschot moet afgevoerd te worden voor verwerking elders. De kwaliteit van de vrijkomende grond, zowel milieuhygiënisch als civieltechnisch, is bepalend voor de toepassingmogelijkheden binnen het plangebied en de hergebruikmogelijkheden en/of verwerkingmogelijkheden elders. Ter plaatse van het plangebied kan de bodemkwaliteit veranderen door het roeren van de grond of door blootstelling aan verontreinigingen. Ook kan de bodemkwaliteit worden beïnvloed door veranderingen in de grondwatersituatie. In het plangebied wordt de grondwaterstand direct beïnvloed door de rivierstanden op de Waal (zie ook Geohydrologie). Tabel..: Toetsingscriteria Code Te onderzoeken effecten Methode B Verandering kwaliteit bodem in gebieden waar grondverzet is voorzien Oppervlakte (m) en volume (m) grond, ingedeeld naar kwaliteitsklassen B Verandering blootstelling verontreinigde grond Kwal. beschrijving o.b.v. opp., diepteligging en kwaliteitsklassen B Grondbalans Mate waarin sprake is van een gesloten grondbalans in samenhang met te realiseren werken (geen afvoer van buiten en hergebruik van materiaal binnen het plangebied) = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect De grondbalans is bepaald door middel van een GIS-analyse (ontgravingmodel), waarin de huidige situatie en de voorziene ophogingen en ontgravingen zijn opgenomen. Voor deze beoordeling van de varianten is gebruik gemaakt van de volgende informatiebronnen: inventarisatie bodemkwaliteit en boor- en analyseplan MER Dijkteruglegging Lent, december, Oranjewoud en Royal Haskoning; aanvullend milieukundig onderzoek (deelovereenkomst ON--) MER Dijkteruglegging Lent, maart, Oranjewoud en Royal Haskoning; inventarisatie, boor- en analyseplan, september, Oranjewoud en Royal Haskoning; voorlopige resultaten van het aanvullend bodemonderzoek (Oranjewoud, ). Voor een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar het achtergronddocument Bodem. Ruimte voor de Waal MER W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

174 .. Huidige situatie en referentie Bodemopbouw De bodemopbouw kenmerkt zich door haar grillige karakter. De bovengrond in zowel het binnendijkse als het buitendijkse gedeelte (uiterwaarden) bestaat uit kleiafzettingen met een dikte variërend van tot meter. Onder deze kleilaag komen afwisselend zandlagen met grindlagen voor. Deze zand- en grindlagen vormen onderdeel van het eerste watervoerende pakket (Formaties van Kreftenheye en Drente). De totale dikte van deze formaties varieert tussen de en meter. Hieronder bevindt zich een scheidende laag van lokaal tot meter dik. Onder deze laag bevindt zich het tweede watervoerende pakket. Bodemkwaliteit binnendijks gedeelte Van het binnendijkse gedeelte is de bodemkwaliteit eerder vastgesteld in het kader van de MER Waalsprong. Op basis hiervan kan worden afgeleid dat de bovengrond ( tot, m onder maaiveld) diffuus licht verontreinigd is met zware metalen, PAK en bestrijdingsmiddelen. Plaatselijk is ook asbesthoudend materiaal in de bodem aangetroffen. Ter plaatse van de erven langs de Griftdijk Zuid en de Oosterhoutsedijk komen plekken voor waar in meer of minder mate sprake is van heterogene verontreiniging met vooral zware metalen en PAK in samenhang met de aanwezigheid van bodemvreemd materiaal. Ter plaatse van resterende delen van grachten van het voormalige fort Knodsenburg is eveneens plaatselijk sprake van sterke verontreiniging. Ter plaatse van de terreinen Oosterhoutsedijk / is een stortlocatie aanwezig. Het stortmateriaal is deels sterk verontreinigd met vooral zware metalen en PAK. In de diepere ondergrond zijn overschrijdingen van de achtergrondwaarden aangetoond van met name nikkel in zowel het binnendijkse als het buitendijkse gebied. Door de aanwezigheid van de licht verhoogde gehalten in zowel het binnendijks als buitendijks gebied in de ondergrond kan er op wijzen dat het nikkel in de ondergrond geen bodemverontreiniging betreft (veroorzaakt door menselijk handelen) maar samenhangt met de van nature 'verhoogde' aanwezigheid van nikkel in deze grondslag. Ook de afwezigheid van duidelijk sterker verhoogde gehalten aan nikkel in de bovengrond (bron aan verontreiniging) wijzen op het natuurlijk voorkomen. Het grondwater is vrijwel niet verontreinigd. Plaatselijk komen lichte verontreinigingen voor. Nikkel is ook lokaal in sterk verhoogde mate in het grondwater aangetoond. Het slib in de sloten is overwegend licht verontreinigd; lokaal is sprake van sterke verontreinigingen met onder andere zware metalen. Figuur..: Kassen in studiegebied (hier aan Weverstraat) W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

175 Bodemkwaliteit buitendijks gedeelte In het buitendijkse gebied is in het algemeen sprake van een kleilaag vanaf maaiveld. De dikte varieert van, tot meter. De kleilaag is in de eerste meter matig tot sterk verontreinigd. De matige tot sterke verontreiniging neemt met de diepte af. Vanaf ca. m mv. is sprake van zeer lokale verontreinigingen. De zandlaag onder de kleilaag is niet of licht verontreinigd. Tussen de kribben is nauwelijks slibachtig materiaal aangetroffen. Het bodemmateriaal tussen de kribben is in de eerste halve meter niet tot licht verontreinigd. Plaatselijk is ook sterk verontreinigd materiaal aangetroffen... B - Verandering bodemkwaliteit bij grondverzet Bij alle drie de varianten wordt door vergraving een deel van de aanwezige verontreiniging verwijderd. Bij gebruik van relatief schone grond voor ophoging van terreindelen buiten de geul wordt de kwaliteit van de contactzone (bovengrond) verbeterd. Bij de variant Mozaïek wordt binnendijks het minste grond opgebracht (zie tabel..). Bij de varianten Klassiek en Mozaïek wordt buitendijks meer grond opgebracht dan bij de variant Dynamiek. Bij alle drie de varianten worden de aanwezige (sterke) verontreinigingen in het binnendijkse gebied min of meer in dezelfde mate verwijderd. Bij alle drie de varianten is sprake van een lichte verbetering ten opzichte van de huidige referentiesituatie (score +)... B - Verandering blootstelling verontreinigde grond In de huidige situatie leveren de aanwezige verontreinigingen geen actuele humane, ecologische en verspreidingrisico's met zich mee. Op korte termijn zal de kwaliteit van het buitendijkse gebied niet veranderen als gevolg van autonome ontwikkelingen. Op langere termijn zal de bodemkwaliteit in de bovengrond autonoom door de sedimentatie van minder verontreinigd materiaal in enige mate verbeteren. Als gevolg van de dijkteruglegging zal het contactoppervlak met verontreiniging afnemen. Bij de varianten Dynamiek en Mozaïek wordt het meeste contactoppervlak aan verontreiniging weggenomen. Daarentegen is bij de variant Klassiek duidelijk meer ophoging voorzien in het buitendijkse gebied. Indien hiervoor schonere grond wordt gebruikt dan thans aanwezig is neemt het contactoppervlak ook af. Bij alle drie de varianten is sprake van een lichte verbetering van de blootstellingrisico's (score +), waarbij geen significant onderling verschil is aan te geven... B - Grondbalans en hergebruik grond De grondbalans is bepaald op basis van de volgende uitgangspunten: variant Klassiek: cultuurdijk (hoogte m, breedte bovenzijde m, talud rivierzijde : en talud binnendijks :); variant Mozaïek: verkeersdijk (hoogte m, breedte bovenzijde m en talud aan weerszijden :); variant Dynamiek: klimaatdijk (hoogte m, breedte bovenzijde m, talud rivierzijde : en talud binnendijks :,). De onderstaande tabel toont de grondbalans voor de drie varianten. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

176 Tabel..: Vergelijking grondstromen Variant Ontgraven Ophogen Overschot Klassiek -.. m +. m (%) -.. m Mozaïek -.. m +. m (%) -.. m Dynamiek -.. m +. m (%) -.. m Uit tabel.. blijkt dat de hoeveelheid te ontgraven grond bij de variant Dynamiek iets beperkter is dan bij de variant Mozaïek. De hoeveelheid grond die voor de variant Klassiek ontgraven moet worden is duidelijk lager dan bij de overige twee varianten. Op basis van de huidige onderzoeksresultaten blijkt dat de bovengrond van het binnendijkse gebied tot circa, m -mv min of meer diffuus in lichte mate verontreinigd is. Deze grond is mogelijk herbruikbaar in het plangebied. Op de volgende locaties worden sterkere verontreinigingen aangetroffen. Deze grond is niet herbruikbaar en moet worden afgevoerd. Ter plaatse van de erven langs de Oosterhoutsedijk en met name de Griftdijk Zuid is sprake van een meer heterogene verontreinigingsituatie (vooral zware metalen en PAK), in samenhang met de aanwezigheid van bodemvreemd materiaal. Hier zal deels ook sterk verontreinigde grond vrijkomen; Ter plaatse van de voormalige gracht van het fort Knodsenburg en ter plaatse van de stortplaats op de terreinen Oosterhoutsedijk en zal verontreinigd materiaal vrijkomen; Ter plaatse van het binnendijkse gebied zal circa m met asbest verontreinigde grond vrijkomen. Daarnaast zal grofweg. m (deels zand/deels klei) materiaal vrijkomen die niet voor het gebruik in aanmerking zal komen; Ter plaatse van het buitendijkse gebied betreft de laag tot circa m -mv. overwegend klasse B specie. In de laag van circa - m -mv. is grofweg de helft van het materiaal nog klasse specie. De overige helft in deze laag betreft grofweg klasse A en vrij toepasbaar materiaal; In de laag van - m -mv. betreft de specie grofweg voor de helft klasse A en voor de helft vrij toepasbaar materiaal. Beneden m -mv. is grofweg sprake van vrij toepasbaar materiaal. Het zand dat in de diepere ondergrond vrijkomt, zal materiaal opleveren dat na classificatie goed te vermarkten is. De bovengrond bestaande uit klei is hier naar alle waarschijnlijkheid alleen geschikt voor ophoging en niet voor dijkenklei en/of de keramische industrie. Uit de grondbalans komt naar voren dat bij de variant Klassiek het minste grond vrijkomt en bovendien het meeste volume aanwezig is voor het hergebruik van vrijkomend materiaal. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

177 .. Samenvatting De beoordeling van de drie varianten is samengevat in tabel.. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Bodem Beoordelingscriteria Referentie Variant Bodem Klassiek Mozaïek Dynamiek B Verandering bodemkwaliteit bij grondverzet B Verandering blootstelling verontreinigde grond B Grondbalans en hergebruik = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

178 . Waterbeheer en - kwaliteit.. Inleiding De dijkteruglegging brengt een aantal ingrepen met zich mee die van invloed kunnen zijn op het grondwatersysteem: door de dijkteruglegging schuift de rivier feitelijk een stukje op in binnendijkse richting, en daarmee schuift de invloed van de rivier ook op; de dijkteruglegging maakt ruimte voor een hoogwatergeul, die net als het huidige zomerbed van de Waal de deklaag doorsnijdt en direct contact maakt met het watervoerende zandpakket eronder. Het contactoppervlak tussen de rivier en het zandpakket neemt dus toe, en daarmee ook de potentiële invloed van de rivier. Tegelijkertijd neemt het bebouwd areaal binnendijks toe in het kader van de Waalsprong; de rivier komt dus dichter bij een toegenomen aantal woningen. In geohydrologisch opzicht is het relevante verschil tussen de drie varianten met name gelegen in de begrenzing van de geul en de ontgraving van de deklaag. De deklaag, bestaande uit veelal kleiig sediment, heeft immers een belangrijke hydraulische weerstand en daarmee een grote invloed op de werking van het hydrologisch systeem. Om te voorkomen dat de grondwateroverlast ten opzichte van de referentie-situatie toeneemt (hetgeen een randvoorwaarde is voor de voorgenomen activiteit) is in het Ontwerp op hoofdlijnen (OOH) gekozen voor het construeren van een waterkerend scherm langs de dijk tot à meter diepte (zie figuur..). Het waterkerend scherm wordt gefundeerd op een leemlaag van wisselende dikte. Voor de ligging van het scherm wordt bij alle varianten uitgegaan van het voorstel zoals uitgewerkt in het OOH (december ). De aanwezigheid van een doorlopende leemlaag met geringe doorlatendheid is van belang om het waterkerend scherm goed te laten functioneren. Als er onvoldoende leem aanwezig zou zijn, kan het water te gemakkelijk onder het scherm doorstromen en zou de invloed van de rivier onvoldoende worden ingeperkt. Figuur..: Ligging waterkerend scherm (OOH, december ) W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

179 In dit project is het uitgangspunt dat een waterkerend scherm toegepast zal worden. Bij een volledig dicht scherm worden geen negatieve effecten verwacht op de ontwateringdiepte. Er is gekozen voor een maximaal dichte variant, namelijk een cementbentonietscherm. Er is echter geen garantie dat dit volledig dicht zal zijn, daarom zullen de effecten gemonitord worden. Indien er toch nog ongewenste effecten optreden worden er maatregelen achter de hand gehouden (zie paragraaf.). Voor het bepalen van de hydrologische effecten van de dijkterugleggging zijn berekeningen uitgevoerd met een simulatiemodel voor de grondwaterstroming. Dit model (gebouwd met het softwarepakket TRIWACO) bouwt voort op het model dat gemaakt is voor MER Waalsprong en is op verschillende punten geactualiseerd en verbeterd. Nieuwe gegevens over de bodemopbouw, afkomstig van boringen en sonderingen zijn in het model verwerkt, alsmede actuele inzichten over de werking en inrichting van het waterhuishoudkundig systeem van de Waalsprong. Met het grondwatermodel zijn de effecten van de varianten voor dijkteruglegging berekend onder diverse hydrologische omstandigheden (hoogwater, gemiddelde wintersituatie, gemiddelde zomersituatie en laagwater). Voor een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar het achtergronddocument Geohydrologie. Enkele belangrijke uitgangspunten (w.o. een nadere toelichting op het waterkerend scherm) zijn opgenomen in bijlage bij dit hoofdrapport MER... Huidige situatie en referentie Grondwatersysteem De Waal heeft een sterke invloed op het grondwatersysteem langs de rivier. Dicht bij de Waal is de invloed op dit systeem het sterkst merkbaar, maar hoe groter de afstand tot de rivier, hoe kleiner deze invloed wordt. De grondwaterstanden bewegen mee met de Waal, zij het gedempt, en met enige vertraging. In een gemiddelde situatie en tijdens een situatie met laag water (zomersituatie) is het peil van de Waal lager dan de grondwaterstand in de omgeving en heeft de Waal een drainerende werking (zie figuur..). Tijdens perioden met hogere waterstanden (wintersituatie) is het peil van de Waal hoger dan de grondwaterstand in de omgeving en heeft de Waal een infiltrerende werking. Tijdens deze situaties stroomt grondwater naar binnendijks gebied waar afhankelijk van het peilbeheer en de opbouw van de ondergrond het water opkwelt. Figuur..: Geohydrologisch dwarsprofiel, zomer- en wintersituatie Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

180 De sterke invloed van de Waal op het grondwatersysteem komt omdat het water in het zomerbed van de Waal in directe verbinding staat met het grondwater in het zandpakket waarin de Waal zich heeft ingesneden. In de uiterwaarden langs de rivier is dit contact minder direct. De bovenste meters van de bodem, de zogenaamde deklaag zijn kleiig en matig waterdoorlatend. Als er tijdens hoogwater dus water in de uiterwaarden staat, zal de druk van dit water minder sterk doorwerken op het grondwater eronder, dan in het zomerbed. Bodemopbouw Het eerste watervoerend pakket bestaat uit grofzandige en grindige afzettingen van de Formatie van Drenthe en Kreftenheye (zie tabel..). De dikte van dit pakket varieert van tot meter. Het eerste watervoerende pakket wordt aan de onderkant begrensd door een gestuwde laag (laag a) die deels bestaat uit lemige afzettingen. Onder de gestuwde laag bevindt zich een goeddoorlatende uitloper van de formatie van Veghel/ Sterksel. De eerste scheidende laag (tussen laag b en ) eronder wordt gevormd door klei en leem van de Formatie van Waalre, met een dikte van lokaal meter tot meter. De dikte neemt in zuidelijke richting af en wordt in het aandachtsgebied alleen in de noordoostelijke hoek noch aangetroffen. Het tweede watervoerend pakket met zanden van de Formatie van Waalre heeft een dikte van tot meer dan meter. Hieronder treft men een tweede scheidende laag (zandige klei van de Formatie van Waalre en Maassluis) en een derde watervoerend pakket (Formatie van Maassluis) aan. De basis van het geohydrologisch systeem wordt gevormd door de fijne slibhoudende zanden van de Formatie van Breda. Tabel..: Geohydrologische parameterisatie Geohydrologie Formatie Dikte doorlatendheid (k), doorlaatvermogen (kd), weerstand (c) Deklaag Watervoerend pakket () Betuwe Formatie Formatie Kreftenheye /.- m - m k = - m/dag; c = - dagen kd = - m /dag Drenthe Leemlaag (a) Gestuwde afzettingen - m c = dagen Formatie van Drenthe Watervoerend pakket (b) Veghel/Sterksel - m kd = - m /dag e Scheidende laag Waalre - m c = - dagen Watervoerend pakket () Waalre - m kd = - m /dag e Scheidende laag Waalre - m c = - dagen Watervoerend pakket () Maassluis - m KD = - m /dag Basis Formatie van Breda De gestuwde laag (laag a), bestaande uit lemige afzettingen van de Formatie van Drenthe, aan de basis van het eerste watervoerend pakket is een belangrijke laag voor het te plaatsen waterkerend scherm. De aanwezigheid en dikte van deze leemlaag is immers van belang voor de omvang van de effecten van maatregelen die in het kader van het project Ruimte voor de Waal Nijmegen worden overwogen. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

181 Gezien het belang van informatie over deze laag is besloten om in het kader van het MER (in en in ) een serie extra sonderingen uit te laten voeren. Uit de geohydrologische interpretatie van de boringen en sonderingen is gebleken dat de gestuwde leemlaag in een groot deel van het gebied aanwezig is, maar dat er wel zwakke plekken in deze leemlaag voor kunnen komen die een geringe weerstand bieden tegen verticale grondwaterstroming. In figuur.. is de inschatting van de weerstand van de leemlaag gepresenteerd. Figuur..: Weerstand gestuwde leemlaag [dag]. Grondwaterstanden In figuur.. is een overzicht van de berekende grondwaterstand voor een hydrologisch gemiddelde situatie (representatief voor periode -) periode weergegeven. In figuur.. is de berekende stijghoogte gepresenteerd. In regionale zin is het stijghoogtepatroon evenwijdig aan de rivier; van oost naar west. Uit de figuren blijkt dat de grondwaterstroming wel wordt afgebogen richting de Waal door de drainerende werking van de rivier tijdens een hydrologische gemiddelde situatie. De grondwaterstanden vertonen een meer grillig beeld dan het stijghoogte in het eerste watervoerend pakket. Dit komt omdat de grondwaterstand meer wordt beïnvloed door lokale factoren en de inrichting van het watersysteem. De grondwaterstanden zijn weergegeven voor een periode waarin de winning van Vitens ten oosten van Lent actief is. Duidelijk is te zien dat de grondwaterstand hier tot maximaal circa cm wordt verlaagd. Inmiddels is deze winning niet meer actief en in de autonome situatie is de winning ook uitgezet. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

182 Figuur..: Berekende freatische grondwaterstand, hydrologisch gemiddelde situatie [NAP m] Figuur..: Berekende stijghoogte WVP, hydrologisch gemiddelde situatie [NAP m] W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

183 Grondwateroverlast Om de huidige situatie met betrekking tot grondwateroverlast bij woningen in beeld te brengen zijn de bij de gemeente bekende klachten van grondwateroverlast geïnventariseerd. Daarnaast is op basis van luchtfoto s van de hoogwatersituatie in bepaald waar zichtbaar water op het maaiveld stond en zijn de gebieden waarvan bekend is dat deze kwelgevoelig zijn aangegeven. Het resultaat van deze inventarisatie van Waterschap Rivierenland en gemeente Nijmegen is gepresenteerd in figuur... Uit de figuur blijkt dat in de huidige situatie op enkele locaties langs de dijk sprake is van grondwateroverlast bij woningen tijdens hoogwater. Op deze locaties is de weerstand van de deklaag gering maar dat geldt feitelijk voor de gehele zone achter de dijk. Er zijn ook verschillende plekken waar grondwater aan maaiveld komt tijdens hoogwater. Figuur..: Zones binnendijks met wateroverlast of water aan maaiveld, hoogwater Oppervlaktewatersysteem Lent maakt onderdeel uit van het afwateringsgebied Over-Betuwe. Dit afwateringsgebied watert af op de Linge. In het gebied kunnen twee deelgebieden worden onderscheiden met aparte streefpeilen. De scheiding tussen deze gebieden wordt gevormd door de Prins Mauritssingel. De afwatering van de westzijde van het gebied vindt plaats in noordwestelijke richting naar de Linge, via een stelsel van waterlopen en stuwen. De afwatering van de oostzijde is naar het noorden, via Ressen eveneens op de Linge. In de zomer is op beperkte schaal inlaat van water mogelijk vanuit de Linge. Langs de Waaldijk is dit niet mogelijk; daar worden de streefpeilen niet altijd gehandhaafd en kunnen watergangen droog vallen. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

184 Momenteel is het streefpeil in het gebied ten oosten van de Prins Mauritssingel NAP +, m en ten westen NAP +, m. In de zomerperiode worden deze streefpeilen momenteel vaak niet gehaald, mede door een beperkte wateraanvoercapaciteit en zakt het peil met de grondwaterstand. Daarom is bij de doorrekening van de huidige situatie uitgegaan van een zomerpeil dat cm lager ligt dan het streefpeil. Referentie Ook voor het aspect grondwater worden de effecten bepaald ten opzichte van de referentiesituatie, zoals beschreven in par... Voor geohydrologie is met name de ontwikkeling van de Waalsprong relevant omdat het leidt tot een geheel nieuw oppervlaktewatersysteem (w.o. de aanleg van een Singel en een wateraanvoersysteem t.b.v. een stabieler peilbeheer) en ophoging van het oorspronkelijke maaiveld. Deze hebben immers consequenties voor de grondwaterstanden en afvoeren in het gebied. Het is in dit verband tevens van belang besef te hebben van het faseverschil in uitvoering van de verschillende projecten. De dijkteruglegging wordt gerealiseerd in terwijl de ontwikkeling van de Waalspong en de verschillende waterhuishoudkundige aspecten hiervan over een langere periode zijn uitgesmeerd (tot circa ). In de uitwerking van deze studie is uitgaan van een volledige uitwerking van de verschillende projecten. Op basis van het minimaal aanlegniveau voor de te ontwikkelen gebieden (WIW, Royal Haskoning, november ) zijn de ophogingen voor de referentie in beeld gebracht (zie figuur..). In de referentiesituatie, na realisatie van de Waalsprong, worden de streefpeilen wél gehaald. Zie voor enkele uitgangspunten van de Singel bijlage bij dit MER W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

185 Figuur..: Maaiveldhoogte referentie Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

186 .. W Grondwater Bij de beschrijving van grondwatereffecten is de situatie na uitvoering van het project Ruimte voor de Waal als uitgangspunt genomen. De effecten tijdens uitvoering zullen altijd kleiner uitvallen dankzij de uitvoeringsvolgorde. Oorzaak van de grondwatereffecten is immers de verlegging van de waterkering en de aanleg van de geul; deze effecten worden gemitigeerd door het waterkerend scherm. Volgens planning (zie uitvoeringsplan) wordt eerst de nieuwe waterkering inclusief het waterkerend scherm aangelegd en vervolgens de huidige dijk verwijderd en de geul gegraven. Op het eiland Veur-Lent zijn geen grondwatereffecten te verwachten; de situatie voor de huidige (buitendijkse) woningen verandert niet en de nieuwe woningen worden gebouwd op een hoogwatervrij opgehoogd terrein. Het beoordelingscriterium W is omwille van eenduidigheid en navolgbaarheid in relatie tot de doelstelling van het geohydrologisch onderzoek verdeeld in de volgende subcriteria:. grondwateroverlast voor bebouwing; Voor de toetsing van dit subcriterium wordt de verandering van de grondwaterstand ten opzichte van maaiveld in bebouwd gebied beoordeeld tijdens hoogwatersituaties ;. verandering afvoer tijdens hoogwater: Voor de toetsing van dit criterium wordt de verandering van de totale afvoer uit het binnendijks gebied beoordeeld. Met name tijdens hoogwater heeft het gebied als gevolg van kwel veel water te verwerken;. verandering wegzijging tijdens laagwater: Voor de toetsing van dit criterium wordt de verandering van de totale wegzijging uit het binnendijks gebied beoordeeld. In het watersysteem van de Waalsprong worden de waterlopen in droge perioden op peil gehouden met behulp van wateraanvoer. Er zou een tekort aan water kunnen ontstaan;. verandering grondwaterstand in bebouwd gebied tijdens laagwater: Een verandering van de grondwaterstand kan in bepaalde gevallen leiden tot zetting van de ondergrond waardoor er schade aan bestaande bebouwing kan ontstaan. De grondwatermodellen van de varianten zijn tijdsafhankelijk doorgerekend met de waterstanden en klimatologische gegevens over de periode -. Vervolgens zijn de effecten ten opzichte van de referentie in beeld gebracht. Het verschil tussen de drie varianten is gelegen in de begrenzing van de geul en de ontgraving van de deklaag. Uit de rekenresultaten blijkt dat tijdens hoogwater (winter) er een verlaging van de grondwaterstand optreedt direct achter het waterkerend scherm. Aan de oost- en westzijde van het waterkerend scherm is een lichte verhoging van de grondwaterstand te zien. De verhoging van de grondwaterstand in deze zones is een direct gevolg van de toenemende invloed van de Waal als gevolg van de dijkteruglegging. De Waal heeft tijdens deze situatie immers een infiltrerende werking. De aanleg van het waterkerend scherm zorgt tijdens deze situatie, waarbij de Waal infiltreert, voor de verlaging van de grondwaterstand direct achter het scherm. Zonder het scherm zou de grondwaterstand in dit gebied significant toenemen. Een uitzondering hierop betreft de eventueel noodzakelijke tijdelijke bronbemalingen voor de aanleg van kunstwerken. In deze fase van het project is hier nog geen zicht op. De effecten van deze eventuele bemalingen vormen een aandachtspunt voor het vervolg. Als maatgevend is genomen een hoogwatersituatie die x per jaar voorkomt. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

187 Tijdens laagwater (zomer) is precies het tegenovergestelde te zien. In deze periode heeft de Waai een drainerende werking en deze invloed neemt toe door de dijkteruglegging. Het gevolg is een verlaging van de grondwaterstand aan de beide uiteinden van het scherm. Achter het waterkerend scherm neemt de drainerende invloed van de rivier juist af waardoor hier de grondwaterstanden minder ver uitzakken dan in de referentiesituatie. Er is hier dus sprake van een toename van de grondwaterstand. De effecten van de drie varianten zijn volgens de vier subcriteria van het beoordelingskader gekwantificeerd. In tabel.. zijn de resultaten van deze beoordeling samengevat. Tabel..: Effectbeoordeling grondwater Areaal potentiële grondwateroverlast bebouwd gebied [ha], Areaal met zettingsrisico [ha] afvoer hoogwater [m /dag] wegzijging laagwater [m /dag] Zone Zone Referentie,,,.., Variant klassiek,,,.., Variant mozaïek,,,.., Variant dynamiek,,,.., ) Grondwateroverlast kan ontstaan bij een grondwaterstand die zich op minder dan cm onder maaiveld bevindt in verband met kruipruimtes en optrekkend vocht of als de waterdruk onder eventuele kelders te hoog wordt. Uit het overzicht blijkt dat het areaal met wateroverlast tijdens hoogwatersituaties bij alle drie de varianten in geringe mate afneemt ten opzichte van de referentiesituatie. Dit komt in belangrijke mate door de aanleg van het waterkerend scherm. Hierbij is onderscheid gemaakt in nog te ontwikkelen gebied (zone ) en bestaand gebied (zone ). Omdat het waterkerend scherm bij alle drie de varianten aanwezig is met dezelfde dimensies zijn de verschillen tussen de varianten onderling gering. De berekende afvoer tijdens een hoogwatersituatie blijkt eveneens bij alle drie de varianten af te nemen ten opzichte van de referentiesituatie. Hier ligt dezelfde verklaring aan ten grondslag als bij het areaal wateroverlast. Zonder het waterkerend scherm zou de afvoer echter significant toenemen De berekende wegzijging tijdens een laagwatersituatie blijkt bij alle drie de varianten iets toe te nemen ten opzichte van de referentiesituatie. Hoewel het areaal met een verhoogd zettingsrisico licht toeneemt voor alle drie de varianten toe ten opzichte van de referentiesituatie, is dit met name in de zones waar geen bebouwing staat. Het werkelijke zettingrisico is daarmee vrijwel nihil. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

188 Figuur..: Zonering van gebieden voor het berekenen van de beoordelingscriteria Conclusie Gelet op het bovenstaande worden de varianten als volgt beoordeeld. (zie tabel..). Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Grondwater Beoordelingscriterium Referentie Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek Areaal met grondwateroverlast bebouwd gebied [m] afvoer hoogwater [m/dag], wegzijging laagwater[m/dag], Areaal met zettingsrisico [m] W - totaal.. W Oppervlaktewater Voor de toetsing van het criterium oppervlaktewater is er vooral gekeken naar de doelen vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Het actief invulling geven aan de doelstellingen van de KRW is geen primair doel van de dijkteruglegging Lent. Wel ligt er een opgave vanuit de KRW voor de dijkteruglegging (zie tabel..). Daarom wordt binnen dit criterium beoordeeld of de varianten binnen deze opgave van de Kaderrichtlijn Water passen of dat de variant mogelijk tot knelpunten ten opzichte van deze opgave leidt. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

189 Tabel..: Opgave KRW voor dijkteruglegging Lent Maatregel Thema - Na Eenheid Dijkteruglegging Lent () RvR project met positief effect op KRW-doelstellingen, betreft nevengeul leefgebied km Vanuit de KRW gaat het om de verbetering van de situatie voor vissen, macrofauna en waterplanten. Meer concreet betekent dit: voldoende variatie in stroomsnelheid in de geulen, door het aanbrengen van inhammen, verbredingen, versmallingen; noodzakelijke verdediging van oevers van geulen zoveel mogelijk natuurvriendelijk aanleggen; zorgen voor voldoende flauwe oevers en gedeeltes met ondiep water; moeras- biezen- en rietvegetaties aanbrengen langs delen van de oevers van de nieuwe geul; mogelijkheden zoeken voor deels in het water gelegen dood hout als habitat voor macrofauna. In de varianten is aan verschillende van de bovengenoemde aspecten invulling gegeven. Alle varianten leveren dan ook een positieve bijdrage aan de KRW-doelen. Door het realiseren van meer dynamiek in het rivierecosysteem, het aanpassen van de hydromorfologie, in de vorm van een nevengeul, verlaagde uiterwaarden en zandige flauwe oevers ontstaat meer diversiteit in geschikte habitats voor rivierecosysteem kenmerkende macrofaunasoorten. Door de nevengeul ontstaan paai- en opgroeiplaatsen voor vissen, wat een positief effect is. Geïsoleerde plassen (kolken) binnen het plangebied en in de omgeving van het plangebied blijven bestaan, waar een minder riviergebonden (rheofiele) visfauna zich kan ontwikkelen, zoals limnofiele (plantminnende vissoorten van stilstaand water). Bij regelmatig buiten de oevers treden van de Waal vindt uitwisseling plaats met andere vispopulaties. Figuur..: De Lentse Strang krijgt in alle varianten een dynamischer karakter Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

190 De geplande maatregelen in de varianten zullen de bedekking door macrofyten (submers en emers) positief beïnvloeden. Door het realiseren van oppervlaktewater en oevers nemen de vestigings- en ontwikkelingsmogelijkheden voor waterplanten toe, en zal de soortenrijkdom toenemen. Alle drie de varianten dragen bij aan het ontwikkelen van het percentage bedekking waterplanten en oeverplanten. Ook voldoen de varianten aan de opgave voor de KRW met minstens km natuurlijke oevers. Om de varianten in kwantitatieve zin te vergelijken, zijn op basis van de ecotopenkaart de oppervlakte relevante ecotopen berekend. Voor de criteria hydrologie, structuren, macrofauna, vissen en macrofyten (submers) is de totale oppervlakte aan diep water, ondiep water, slikken en zandige oevers als maat genomen (zie tabel..). Voor macrofyten (emers) is de oppervlakte ondiep water (oevers) als maat genomen. Fytobenthos is niet meegenomen omdat van deze biologische parameter onvoldoende bekend is. De invloed van de dijkteruglegging op de chemische doelstellingen is beperkt. De chemische toestand wordt vooral door het aangevoerde rivierwater en is afhankelijk van bovenstroomse factoren. Verder ontstaan er met de ingreep geen nieuwe bronnen van prioritaire stoffen. Tussen de varianten zijn er weinig verschillen. Tabel..: Effectbeoordeling oppervlaktewater, gerelateerd aan bijdrage aan de KRW-doelen Beoordelingscriteria Ref. Klassiek Mozaïek Dynamiek Oppervlakte ecotopen dat kan bijdragen aan KRW-doelen; ha ha ha ha dynamische processen, natuurlijke structuren, leefgebied voor macrofauna, vissen en macrofyten (submers) Macrofyten (emers), ha ha ha ha Lengte meestromende nevengeul km km km, km Lengte aangetakte strang km, km, km km W Oppervlaktewater Alle varianten scoren positief met betrekking tot de KRW. Dit wordt veroorzaakt door de toegevoegde nevengeul, met de daaraan gekoppelde rivierdynamische processen. De variant dynamiek biedt de meeste ruimte aan natuurlijke processen en heeft het hoogste aandeel aan natte ecotopen die bijdragen aan de KRW-doelen. De variant Dynamiek scoort het meest positief met betrekking tot de KRW (+++). De variant Klassiek heeft het laagste doelbereik met de minste natte ecotopen (+). Het doelbereik van de variant Mozaïek zit tussen beide andere varianten in (++). Omdat de noordzijde van de nevengeul voor een deel ook een kade-uitvoering kent waarbij de natuurlijke oeverzone wordt onderbroken, wordt ook de variant Dynamiek niet als zeer positief beoordeeld. Aandachtspunt bij de varianten is nog wel de verversing van het water in de nevengeul, o.a. vanwege de nutriëntenhuishouding. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

191 .. Samenvatting De beoordeling van de drie varianten is samengevat in tabel.. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling externe veiligheid t.o.v. referentie Beoordelingscriteria Referentie Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek W Grondwater W Oppervlaktewater Landschap.. Inleiding en methode Grootschalige ruimtelijke ingrepen hebben invloed op het landschap. Voor het beoordelen van de effecten van de dijkteruglegging Lent is een groter gebied bekeken dan het projectgebied. Grotere eenheden zijn bepalend voor de landschappelijke context van het gebied. Dit zijn de stuwwal met daarop Nijmegen aan de zuidzijde, de bocht in de rivier waar het projectgebied zich in bevindt, de uiterwaarden en de oeverwal aan de noordzijde. Voor een gedetailleerde beschrijving van de huidige situatie en de effecten wordt verwezen naar het achtergronddocument Landschap. Voor het aspect landschap is door middel van een veldbezoek en het bestuderen van kaarten en literatuur gewaardeerd in welke mate de varianten voor de Dijkteruglegging Lent een verstoring of verbetering vormen ten opzichte van de referentiesituatie. Voor alle beoordelingscriteria geldt, dat zowel is gekeken naar de mate waarin verstoring van huidige waarden optreedt als naar de mate waarin de nieuwe ontwikkeling een verbetering is. De te onderzoeken effecten voor landschap zijn als volgt onderverdeeld: Tabel..: Beoordelingscriteria Landschap Code Te onderzoeken effecten Methode L Effecten op de grote schaal: landschapstypes en ruimten Mate waarin landschapstypes met hun kenmerken (ruimten, sfeer, maat, vorm) verstoord of versterkt worden door de toekomstige ontwikkeling, L Effecten op de grote schaal: relaties en herkenningspunten Mate waarin de landschappelijke relaties tussen de landschapstypes (zichtlijnen, herkenningspunten) verstoord of versterkt worden door de toekomstige ontwikkeling L Effecten op de kleine schaal: landschapselementen Mate waarin bestaande objecten met aardkundige waarde, kleinschalige landschapselementen en bebouwingsstructuren verloren gaan/verstoord worden/beter beleefbaar worden L Effecten op identiteit en leesbaarheid van het landschap Mate waarin verandering optreedt in de identiteit en de afleesbaarheid van het historisch gegroeide landschapspatroon Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

192 .. Huidige situatie De grote schaal: landschapstypes en relaties Landschapstypes Het landschap van Lent en omgeving bestaat uit het stuwwallandschap, het rivierenlandschap (rivier en oeverwal) en het stadslandschap. Ter hoogte van het projectgebied bevindt zich het enige contactpunt van de stuwwal met de rivier. De stuwwal kenmerkt zich door verdichting met de bebouwing van de stad en bossen, en door de hoge ligging. Het rivierenlandschap bestaat uit de huidige Waal met uiterwaarden en dijk(zone) en het oeverwallandschap dat zich ten noorden daarvan bevindt. Het oeverwallandschap ten noorden van de Waal is een agrarisch halfopen coulisselandschap en daarmee duidelijk verschillend van het buitendijkse landschap en het landschap op de stuwwal. Het stadslandschap kenmerkt zich door de historische kern van Nijmegen op de stuwwal en de uitbreidingen in een radiale structuur. Deze radiale structuur strekt zich uit tot in het plangebied, door de Prins Mauritssingel en het spoor en de nieuwste ontwikkelingen in de omgeving van Lent. Relaties en herkenningspunten De belangrijkste ruimtelijke relatie in het projectgebied is de relatie van de stuwwal (en de stad) met de rivier en het daarachter gelegen binnendijkse gebied. Lent en omgeving liggen als het ware in de schaduw van de stad. De belangrijkste beeldbepalende elementen op het hoogste schaalniveau zijn de twee bruggen, de kerken van Lent, de St. Stevenskerk, het restaurant Belvédère en het Valkhof bij het centrum van Nijmegen, de elektriciteitscentrale en de hoogspanningsleiding. De kleine schaal: landschapselementen Aardkunde en de vormende kracht van de rivier In het plangebied bevinden zich enkele aardkundige waarden die landschappelijk waardevol zijn: het reliëf van zandplaat en natuurlijke laagten in de uiterwaarden ten westen van Veur-Lent, en de dijk met de restanten van wielen (zie figuur..). W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

193 Figuur..: Aardkundige waarden Elementen van het cultuurlandschap De belangrijkste landschapselementen in het plangebied zijn gekoppeld aan de noordzuid verbindingen en de dijk. Van de noord-zuid verbindingen zijn de bruggen met kazematten, de defensiedijk, het voormalige tracé van de Grift en de restanten van de veerdam en veerstoep het meest waardevol. Daarnaast is de dijk zelf één van de meest waardevolle landschapselementen, samen met beeldbepalende beplantingen die de dijkstructuur benadrukken en de verdedigingswerken met regionale betekenis. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

194 Figuur..: Waardevolle landschapselementen Elementen van het woonlandschap Het dijklint langs de Oosterhoutsedijk en het lint langs de Griftdijk Zuid zijn als structuur landschappelijk waardevol vanwege de continuïteit en de verschillende perioden van de geschiedenis die naast elkaar aanwezig en afleesbaar zijn. Verder zijn de monumentale en overige cultuurhistorisch waardevolle woningen waardevolle elementen voor het landschap. De stad Nijmegen heeft van oudsher een steeds wisselende invloed op het plangebied gehad. De identiteit en afleesbaarheid van het historisch gegroeide landschapspatroon Het landschap van het projectgebied en omgeving kenmerkt zich door een grote diversiteit en sterke contrasten, in openheid, stedelijkheid en rivierdynamiek: het contrast tussen open buitendijks en besloten binnendijks, het contrast tussen de stedelijkheid van Nijmegen en het landelijke gebied rond Lent en in de uiterwaarden, en het contrast tussen nat en droog. Deze kenmerken en contrasten zijn het gevolg van de manier waarop het landschap door de eeuwen heen is gevormd en gegroeid. Daarbij zijn vier vormende krachten te herkennen: rivierdynamiek, bewerking van het land, bewoning en defensie. De rivier verbindt het projectgebied met de ruimere omgeving, als een kraal aan een ketting die van oost naar west in het land ligt. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

195 Referentie De ontwikkelingen rond Waalkade en Waalfront hebben invloed op de ruimtelijke relaties op de grotere schaal: het zicht vanuit het projectgebied op de stad. Als gevolg van de autonome ontwikkelingen zullen nieuwe herkenningspunten worden toegevoegd: het opnieuw zichtbaar gemaakte fort Krayenhoff in het front van Nijmegen en nieuwe hoogbouw langs de kade. Ook de tweede stadsbrug zal een nieuw herkenningspunt worden. De Waalsprong heeft invloed op landschapstypes en relaties op de grote schaal: de huidige dorpse omgeving van Lent zal veranderen in een stedelijk landschap... L - Effecten op de grote schaal: Landschapstypes en ruimten De varianten hebben geen effect op het stuwwallandschap. Het oeverwallandschap binnen het plangebied verdwijnt in alle varianten, een sterk negatief effect. In alle varianten worden delen toegevoegd aan het rivierenlandschap, wat positief is. De positieve effecten zijn het grootst in de variant Dynamiek, doordat de nieuwe delen het beste aansluiten bij het dynamische karakter van de Waal. De positieve effecten in Mozaïek zijn iets minder, en Klassiek heeft de minste positieve effecten op het rivierenlandschap. In alle varianten worden nieuwe delen toegevoegd aan het stadslandschap, wat positief is. In Klassiek zijn deze positieve effecten het grootst, omdat de bebouwing op het eiland sterk lijkt op de stedelijke bebouwing van het huidige Nijmegen en de Waalsprong. Maar ook in Mozaïek en Dynamiek wordt het stadslandschap versterkt. De diversiteit in landschapstypes en bebouwingskarakteristieken neemt in alle varianten af. In de variant Mozaïek zijn de negatieve effecten op de diversiteit het kleinst, omdat de invulling van het eiland duidelijk onderscheidend is van de rest van het stadslandschap. In Klassiek zijn deze effecten het grootst. De effecten op de oost-west gerichte open ruimte zijn in alle varianten positief, omdat de openheid versterkt wordt. De positieve effecten zijn het grootst in Dynamiek en Mozaïek, door de visueel relatief open verbinding van nevengeul met Waal en door de zo transparant mogelijke vormgeving van de bruggen. Per saldo scoren Dynamiek en Mozaïek vrijwel neutraal () op landschapstypes en ruimten: de positieve en negatieve effecten wegen tegen elkaar op. Klassiek scoort licht negatief (-). Tabel..: Effecten op de grote schaal: Landschapstypes en ruimten Beoordelingcriteria Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek Stuwwallandschap Oeverwallandschap Rivierenlandschap Stadslandschap Diversiteit in landschapstypes en bebouwingskarakteristieken Oost-west gerichte ruimte L - totaal = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

196 .. L - Effecten op de grote schaal: relaties en herkenningspunten De varianten zijn niet onderscheidend voor wat betreft de ruimtelijke relatie tussen stuwwal en rivierenlandschap. De relatie tussen het Nijmegen op de zuidoever van de Waal en het Nijmegen op de noordoever wordt in de varianten slechts zeer beperkt versterkt ten opzichte van de referentiesituatie, omdat de bebouwing niet boven de bomen uitkomt en dus maar beperkt zichtbaar is. Daarom scoren alle varianten hierop neutraal. De relatie van Veur-Lent met de rivier en Nijmegen op de zuidoever wordt het meest versterkt in Klassiek en Dynamiek. In variant Klassiek sluit de bebouwing op het eiland het beste aan bij het Nijmegen op de zuidoever en is de versterking van deze relatie dus het grootst. In variant Mozaïek komt de relatie tussen Veur-Lent en de open ruimte ten noorden daarvan (het huidige agrarische landschap, de toekomstige geul) juist beter uit de verf dan in de andere varianten. De relatie van het dorp Lent met deze open ruimte verandert niet ten opzichte van de referentiesituatie. Dynamiek scoort het beste op de relatie van de Waalsprong met de rivier, die aan beide zijden van de brug versterkt wordt. Dynamiek en Mozaïek scoren het beste op de zichtlijnen vanaf de Prins Mauritssingel. In de varianten worden nieuwe herkenningspunten en bruggen toegevoegd, wat past bij de stad en daarom positief wordt gewaardeerd. Dynamiek scoort hierop het beste. Per saldo heeft Dynamiek de meeste positieve effecten en scoort daardoor sterk positief (+++). Mozaïek en Klassiek scoren positief (++). Tabel..: Effecten op de grote schaal: relaties en herkenningspunten Beoordelingcriteria Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek Relatie stuwwal/nijmegen - rivier/waalsprong Relatie Veur-Lent - rivier / Nijmegen ++ + Relatie Veur-Lent open ruimte noordzijde + Relatie Lent open ruimte zuidzijde Relatie Waalsprong - rivier Zichtlijnen vanaf Pr.Mauritssingel / brug Herkenningspunten L - totaal = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect.. L - Effecten op de kleine schaal: landschapselementen In alle varianten wordt door vergraving het grootste deel van de aardkundige waarden in de referentiesituatie aangetast. In de varianten Klassiek en Dynamiek verdwijnt het grootste deel van de landschapselementen in de referentiesituatie. In de variant Mozaïek blijft het relict van de huidige dijk het beste bewaard en herkenbaar. Omdat de dijk één van de belangrijkste landschapselementen in het gebied is, scoort Mozaïek minder negatief op aantasting van landschapselementen. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

197 In alle varianten verdwijnt een groot deel van de elementen van het woonlandschap in de referentiesituatie. In de variant Dynamiek worden twee cultuurhistorisch waardevolle woningen extra gespaard. Dit is echter slechts een beperkt verschil, gezien het grote aantal woningen dat wel zal moeten worden gesloopt. Dit verschil komt daarom niet tot uiting in de score. Nieuwe landschapselementen of waarden die passen bij deze plek worden positief gewaardeerd. De variant Dynamiek biedt de meeste kansen tot het vormen van nieuwe aardkunde door de processen van de rivier. In Mozaïek en Klassiek scoort de nieuwe dijk het best. De nieuwe vorm die refereert aan de schans Knodsenburg is in de varianten nog niet overtuigend, maar is het sterkst in Mozaïek en Dynamiek. In alle varianten komen er nieuwe elementen van het woonlandschap van de stad bij, wat een positief effect kan zijn, mits deze elementen goed worden ingepast. Omdat het grootste deel van de landschapselementen verdwijnt of wordt verstoord, scoren Klassiek en Dynamiek per saldo sterk negatief (---). Omdat in Mozaïek het relict van de huidige dijk, één van de belangrijkste landschapselementen, wordt behouden, scoort deze variant minder negatief (--). Tabel..: Effecten op de kleine schaal: landschapselementen Beoordelingcriteria Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek Aardkundige waarden Landschapselementen Elementen van het woonlandschap Nieuwe elementen en waarden L - totaal = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect.. L - Effecten op identiteit en leesbaarheid van het landschap De diversiteit en contrasten worden in de varianten versterkt; de variant met de meeste diversiteit ( Mozaïek ) heeft de minste contrasten en andersom: Klassiek heeft de sterkste contrasten, maar de minste diversiteit in bebouwingskarakteristieken. De afleesbaarheid van de vormende kracht van de rivier wordt het meest versterkt in de varianten Dynamiek vanwege de toename van rivierdynamiek, en in Mozaïek vanwege de herkenbaarheid van de geul als onderdeel van de rivier, en vanwege de dijk als structuurbepalend element. In de varianten verdwijnen ook elementen die met deze vormende kracht te maken hebben, maar de positieve effecten zijn groter dan de negatieve. De afleesbaarheid van de vormende kracht van de historisch gegroeide bewerking van het land neemt in alle varianten sterk af. Wat betreft de vormende kracht van de bewoning sluit Mozaïek het beste aan op de opbouw van het gebied in de referentiesituatie, maar Klassiek beantwoordt het meest aan het concept van de omarming van de Waal door de stad. In alle varianten neemt de invloed van de stad toe, maar verdwijnt een groot aandeel van de historische woonstructuren. Deze positieve en negatieve effecten wegen tegen elkaar op, waardoor de score voor dit onderdeel voor alle varianten (vrijwel) neutraal is. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

198 De vormende kracht van de defensie wordt in de varianten minder goed zichtbaar: sommige elementen verdwijnen en het beter zichtbaar maken van elementen zoals de schans Knodsenburg komt nog niet goed uit de verf. Voor alle varianten geldt, dat de identiteit van de bijzondere plek van het plangebied aan de rivier wordt versterkt doordat de inrichting vorm geeft aan de ontmoeting tussen stad en rivier, zonder dat de continuïteit van de rivier wordt verstoord. Daarom scoren alle varianten positief op identiteit. In Klassiek ligt de nadruk van de nieuwe identiteit op de stad, in Dynamiek en Mozaïek op de rivier. De scores van de verschillende varianten ontlopen elkaar weinig, waardoor ze samengevat op dit criterium allemaal gelijk (+) scoren. Tabel..: Effecten op identiteit en leesbaarheid van het landschap Beoordelingscriteria Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek Diversiteit en contrasten Afleesbaarheid vormende kracht rivier Afleesbaarheid historisch gegroeide bewerking van het land Afleesbaarheid vormende kracht bewoning Afleesbaarheid vormende kracht defensie Identiteit L- totaal = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect.. Samenvatting De beoordeling van de drie varianten is samengevat in tabel.. Tabel..: Beoordeling landschap Beoordelingscriteria Referentie Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek L Effecten op grote schaal: landschapstypes en - ruimten L Effecten op grote schaal: relaties en herkenningspunten L Effecten op de kleine schaal: landschapselementen L Effecten op identiteit en leesbaarheid van het landschap = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

199 . Cultuurhistorie.. Inleiding en methode Dijkteruglegging Lent heeft invloed op de cultuurhistorische waarden van het plangebied. Daarom is er een cultuurhistorische analyse van het plangebied en (samenhangende) omgeving gemaakt. Voor een gedetailleerde beschrijving van de huidige situatie en de effecten wordt verwezen naar het achtergronddocument Cultuurhistorie. Er zijn diverse dragers van de historie van het gebied, cultuurhistorische structuren, te onderscheiden. De huidige situatie en de effecten zijn daarom beschreven aan de hand van vier thema s: Waterstaat, Verdediging & oorlog, Verbindingen en Economie. De effecten van de varianten zijn door middel van onderstaande beoordelingscriteria getoetst aan de vier thema s. Tabel..: Beoordelingscriteria Cultuurhistorie Code Te onderzoeken effecten Methode C Waterstaat; strijd tegen het water Kwalitatieve beschrijving van de effecten op C Verdediging en oorlog monumenten, historische relicten en structuren passend C Verbindingen; patronen van nederzettingen bij het thema. C Economie; leven van het land.. Huidige situatie en referentie Waterstaat; strijd tegen het water De structuur waterstaat bestaat uit de dijk, de cultuurhistorie van de dijk en zijn directe omgeving het dijklandschap met zijn sporen van watergeweld en dijkonderhoud -, de dorpspolder met de elementen die herinneren aan het functioneren van de dorpspolder Lent, eeuwenlang belast met de plaatselijke waterbeheersing, en de uiterwaarden met de relicten van landwinning, riviernormalisering (bekribbing) en cultivering van het land. Verdediging en oorlog Ook voor dit thema speelt de dijk een sleutelrol. Langs de dijk kon een basis worden geschapen voor controle over de rivier en de accessen. Daarnaast ontstond de kans om de dijk door te steken en de waterwolf op de oprukkende vijand los te laten. In de jaren van de Opstand tegen de Spanjaarden kreeg een landelijke verdediging gestalte langs de rivieren. Nijmegen en Lent werden hoekstenen in de nationale verdediging. Symbolisch voor de strategische betekenis van het huidige plangebied zijn de relicten van Knodsenburg. Maar ook de resten van verdediging uit latere tijd, waaronder die van een Koude-Oorlog-linie. Fort Knodsenburg heeft grote betekenis gehad voor de historie van Nijmegen, als hoeksteen van de verdediging van de Waalstad en van het Oostelijk Frontier. De schans heeft ook grote invloed gehad op de geschiedenis van Lent. De bouw, de uitleg maar ook de ontmanteling van het fort hebben geleid tot meerdere metamorfoses van een groot deel van het dorp. Het schansgebied is door de eeuwen heen ook toneel geweest van veldslagen, deel uitmakend van de illustere feiten van de nationale geschiedenis. Het terrein van Knodsenburg vormt daardoor een site of memory van de eerste orde. Een plek waar je nadrukkelijk moet stilstaan bij de achtergronden ervan. Een plek ook, die het plangebied in de beleving van toekomstige bewoners uniek kan maken. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

200 Verbindingen; patronen van nederzettingen Grote invloed op deze structuur had de behoefte om vanuit Nijmegen verbindingen noordwaarts te realiseren, via veer, grift, griftdijk, spoor en verkeersweg. De Waaldijk, de griftdijken en de dorpskaden boden hierbij de kans om met droge voeten te reizen en te wonen. Gaandeweg ontstond een samenbundeling van afgedankte en nieuwe verbindingen. Ook de bebouwing paste zich steeds aan, mede door het geweld van dijkbreuken en oorlog. Wateroverlast noopte al vroeg tot ophoging van erven. Zo ontstond rond de Waaldijk en de Grift(dijk) een clustering van deels zeer oude verbindingen en hooggelegen oude woonerven; een sfeer waarmee een rijke cultuurhistorie is verbonden. Woning in dijklint Woning langs Griftdijk Boerderij in agrarisch gebied Figuur..: Woningen Economie; leven van het land Het thema economie zoomt in op de cultuurhistorie van het agrarische bedrijf, de relicten van het leven van het land door de eeuwen heen. Ook dit thema is nauw verbonden met de ligging en het functioneren van de dijk. Een groot deel van het plangebied onderscheidt zich door aanwezigheid van een goeddeels eeuwenoude verkaveling, relicten verwijzend naar gebruik van land voor boerderij en tuinderij en een reeks van oude boerenerven en boerenwoningen vaak gelegen op terpen langs de dijken en kaden. Deze structuur vormt een belangrijke identiteitsdrager van Lent; met name de tuinbouw had een geweldige ruimtelijke maar ook sociale en culturele invloed. De rijke historie van de plaatselijke tuinbouw leeft nog op-en-top en wordt op boeiende wijze uitgedragen in de Historische Tuin Lent... C - Waterstaat; strijd tegen het water De varianten scoren negatief, in het bijzonder door afgraving van dijklichamen en huisterpen en aantasting van kwelkommen. Terreinophogingen van de varianten Klassiek (- -) en Dynamiek (- -) verergeren het effect nog eens, vooral doordat de kostbare structuren van huisterpen schade kunnen oplopen door grondverzet en -druk. Gespeend van grote terreinophogingen, veroorzaakt Mozaïek (-) relatief gezien de minste fysieke schade. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

201 .. C - Verdediging en oorlog De variant doen afbreuk aan de structuur van Verdediging en oorlog, met name doordat delen van de ruimtelijk nog complete schans Knodsenburg in het water verdwijnen. Extra schade berokkenen Klassiek (- -) en Dynamiek (- -), bovenal als gevolg van terreinophogingen en het niet inpassen van de meeste brugkazematten. Mozaïek (-) gaat behoedzamer om met de kazematten en dankzij afwezigheid van massale terreinophoging ook met Knodsenburg, al verdwijnt dit voordeel voor een groot deel in de haven die in het hartje van de schans is geprojecteerd. Figuur..: Kazemat en schans relict.. C - Verbindingen; patronen van nederzettingen Alle varianten pakken negatief uit voor de structuur van verbindingen en nederzettingen, van reizen en wonen, rond de navelstreng die al eeuwenlang Veur-Lent met het moederdorp Lent verbindt. De hoogwatergeul steekt als een wig in deze belangrijke cultuurhistorische structuur. Terreinophogingen en stedenbouwkundige druk van Klassiek (- -) en Dynamiek (- -) verergeren het effect. Terwijl Mozaïek (-) met zijn Watereiland veel meer kans ziet structuren van oude woonerven en verbindingen in te passen en te benutten als uitgangspunt voor vernieuwing... C - Economie; leven van het land Alle varianten brengen nadeel toe aan de voor een deel nog gave structuur van het eeuwenlange leven van het land. In Klassiek (- -) en Dynamiek (- - -) worden de nadelen van de terreinophogingen verergerd door de effecten van de eenzijdige stedenbouw, waarbij de klimaatdijk van Dynamiek extra schade berokkent aan de historische verkaveling en een zeer oud boerenerf. Het uitblijven van grote terreinophogingen maakt dat in model Mozaïek (-) een aantal oude woonerven, huizen en resten van boerenland beter kunnen worden geïntegreerd. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

202 .. Samenvatting Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Cultuurhistorie t.o.v. referentie Beoordelingscriteria Referentie Varianten Cultuurhistorie Klassiek Mozaïek Dynamiek C Waterstaat; strijd tegen het water C Verdediging en oorlog C Verbindingen; patronen van nederzettingen C Economie; leven van het land = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect Figuur..: Boerderij, uiterwaard en monumentale bomen langs de Oosterhoutsedijk W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

203 . Archeologie.. Inleiding en methode De waardering van archeologische vindplaatsen geschiedt aan de hand van een aantal criteria zoals vastgelegd in de KNA.. In dit proces zijn een aantal stadia te onderscheiden die aan de hand van verschillende criteria doorlopen moeten worden. Beleving De criteria 'schoonheid' en 'herinneringswaarde' hebben betrekking op nog zichtbare relicten in het landschap en een associatie van de vindplaats met een historische gebeurtenis. Fysieke kwaliteit Wanneer het belevingsaspect niet kan worden bepaald, dient ook de fysieke kwaliteit van de vindplaats meegenomen te worden. De fysieke kwaliteit wordt vastgesteld aan de hand van twee criteria: 'gaafheid' en 'conservering', waarbij het eerste betrekking heeft op de vindplaats als geheel en het tweede op de conserveringstoestand van het vondstmateriaal. Inhoudelijke kwaliteit Hieronder valt in de eerste plaats het criterium 'zeldzaamheid'. Het criterium 'Informatiewaarde' doelt op de betekenis van de vindplaats als bron van kennis over het verleden. In welke zin zal de opgraving van de vindplaats kennislacunes opvullen? Ensemblewaarde gaat over de samenhang van de betreffende vindplaats met andere vindplaatsen in landschappelijk context. Omdat een KNA-conforme waardering op dit moment ofwel nog niet mogelijk is, omdat nog geen waarderend onderzoek is uitgevoerd, ofwel niet meer nodig omdat de vindplaats al is opgegraven of door de gemeente Nijmegen als bevoegd gezag reeds als behoudenswaardig is aangemerkt, wordt in onderstaande per bekende vindplaats een korte karakterisering gegeven om tot een voor deze MER bruikbare waardering te komen... Huidige situatie Onderstaan wordt per vindplaats de huidige situatie beschreven. Een overzicht van de locatie van de vindplaatsen is weergegeven in figuur... Voor een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar het achtergronddocument Archeologie. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

204 Figuur..: Bekende archeologische vindplaatsen en ARCHIS-waarnemingen binnen of in onmiddellijke omgeving van het plangebied W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

205 Vindplaats B Het betreft een nog niet volledig opgegraven grafveld uit de Vroege IJzertijd. Grafvelden uit deze periode in het rivierengebied zijn zeldzaam. Daarbij komt dat in enkele graven sierraden zijn meegegeven; een uitzonderlijk fenomeen in deze periode. De vindplaats is als behoudenswaardig aangemerkt. Vindplaats en / Beide vindplaatsen worden hier samen genomen, omdat zij beide het nederzettingssysteem in de oostelijke Betuwe vertegenwoordigen. Het zijn beide rurale nederzettingen die een continuïteit kennen van de IJzertijd tot in de Romeinse tijd. Nederzettingsterreinen in de Waalsprong hebben in het verleden reeds veel nieuwe inzichten verschaft over de Vroege IJzertijd, een periode waarover in het rivierengebied nog niet veel bekend is. Met name de diverse importen uit het huidige Frankrijke en Duitsland bieden talrijke aanknopingspunten voor nader onderzoek. Voor het onderzoek van de Romeinse tijd zijn deze nederzettingsterreinen interessant vanwege de interactie tussen het bestuurlijke en economische (en militaire) centrum van de Bataafse civitas enerzijds en het rurale achterland anderzijds. In de Romeinse tijd blijkt er bovendien enige differentiatie op te treden tussen beide nederzettingen. Vindplaats ligt in de periferie van een nederzettingsterrein waar resten van steenbouw zijn aangetroffen mogelijk een vicus of villa, terwijl Vindplaats /, ofschoon onder het vondstmateriaal veel Romeinse importen zijn vertegenwoordigd, als een gewone rurale nederzetting blijft functioneren. Vindplaats Tijdens een karterend booronderzoek van RAAP zijn hier enkele indicatoren aangetroffen. Het waarderende booronderzoek heeft echter geen aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van een vindplaats. Hoewel officieel nog wel sprake is van een vindplaats, kan deze als niet behoudenswaardig worden afgevoerd. Vindplaats Het fort Knodsenburg is een voor Nijmegen en Lent belangrijk verdedigingswerk geweest, dat in diverse oorlogen en belegeringen (-,, -) een grote rol heeft gespeeld. De globale structuur en periodisering van het fort zijn weliswaar bekend, maar een verfijning hiervan zal een welkome bijdrage leveren aan de militaire geschiedenis over het algemeen en die van Nijmegen in het bijzonder. Dat geldt zeker ook voor het waarschijnlijk in grote hoeveelheden aanwezige en goed geconserveerde vondstmateriaal. Naast Fysieke en Inhoudelijke kwaliteit, speelt in het geval van fort Knodsenburg ook het aspect Beleving in de vorm van het criterium herinneringswaarde een rol. De locatie is sterk verbonden met historische bekende gebeurtenissen, zoals het voor de Nijmeegse geschiedenis belangwekkende beleg door Turenne. De vindplaats is bovendien nog zij het in beperkte mate zichtbaar in het landschap, of kan in elk geval relatief eenvoudig door bijvoorbeeld het uitgraven van de grachten en opnieuw opwerpen van de wallen beter zichtbaar gemaakt worden. Het fort scoort hierdoor ook op het criterium zichtbaarheid. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

206 Vindplaats OW- Deze tijdens het veldonderzoek aangetroffen vindplaats betreft een huisplaats die in elk geval ca. gedateerd moet worden, maar waarschijnlijk al van eerder. Op de kaart van Turenne () is de huisplaats in elk geval niet meer aangeduid. De vindplaats zal nog door middel van een proefsleuvenonderzoek gewaardeerd moeten worden. De aanwezigheid van huisplaatsen in de uiterwaarden is een niet frequent voorkomend, zij het niet uitzonderlijke fenomeen. Omdat dergelijke locaties nog niet veel zijn onderzocht, zou het interessant zijn functie, periodisering en landschappelijke situering van deze huisplaats nader te onderzoeken. Overige vindplaatsen Er kunnen nog diverse nog niet bekende archeologische waarden binnen het plangebied aanwezig zijn. Hier dient mogelijk nog verder onderzoek naar gedaan te worden. Uiteraard is het onmogelijk nu al een waardering hierover uit te spreken. Wel kan in algemene zin de potentie en het belang van enkele verwachte archeologische fenomenen worden aangeduid. Wanneer deze ligt ter plaatse van het latere Huis Lent en nog gedeeltelijk intact is, kan Kasteel Lent zondermeer als behoudenswaardig worden aangemerkt. De ligging, bouwwijze, periodisering en het vondstmateriaal van dit middeleeuwse kasteel zullen een belangrijke bijdrage leveren aan de geschiedenis van Lent en Nijmegen. Bij aanwezigheid van een Romeinse brug en/of weg zullen deze eveneens als behoudenswaardig aangemerkt worden. Er moet een Romeinse Waalbrug zijn geweest maar deze is nog steeds niet onomstotelijk aangetoond. Dit zelfde geldt voor een Romeinse weg. De datering, ligging en lay-out van beide zullen het inzicht in de Romeinse infrastructuur, de plaats van Romeins Nijmegen hierbinnen en de relatie tussen Nijmegen als militair en bestuurlijk centrum en de vele in de Waalsprong liggende rurale nederzettingen aanzienlijk vergroten. Tot slot kunnen in de westelijke uiterwaarden aangetroffen restgeul scheepswrakken liggen. Nieuwetijdse scheepswrakken uit Nijmegen zijn al bekend, maar gezien de datering van de geul voor en mogelijk zelfs Romeins, zijn Middeleeuwse en Romeinse schepen niet uitgesloten. Deze nog niet met zekerheid vastgestelde vindplaatsen zullen bij de effectbepaling evenwel niet worden meegenomen. Hierbij moet ook opgemerkt worden dat delen van het plangebied alleen middels booronderzoek zijn onderzocht. Hiermee kunnen over het algemeen nederzettingsterreinen goed worden opgespoord, maar bestaat de kans dat vindplaatstypen als cultusplaatsen en grafvelden zijn gemist. De al als behoudenswaardig gekwalificeerde vindplaatsen (Vindplaatsen B, en /) worden conform de waardering uit de Startnotitie een waarderingsscore toegekend. De nog niet (conform KNA) gewaardeerde vindplaatsen en OW- wordt een waarderingsscore van toegekend, omdat van de locaties met name de fysieke kwaliteit nog niet vast staat. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

207 Figuur..: Vogelvlucht op Lent en Knodsenburg (gravure van Blaeu uit ), vanuit noorden.. A - Aantasting archeologische waarden De effecten op de binnen of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied gelegen archeologische waarden variëren per variant en per vindplaats. Alle effecten zijn in eerste instantie negatief en hebben een verstorende werking op de archeologische waarden. De grootste en meest in het oog springende verstoringfactor komt voort uit de diverse afgravingen die zullen plaatsvinden, met name uiteraard in het kader van de aan te leggen nevengeul. Of een vindplaats hierdoor wordt verstoord hangt naast de ligging van de geul ook af van het talud, de ontgravingsdiepte en de diepteligging van de vindplaats. Ook bij afgraven van recentere ophogingen zoals de doorritten naar de Prins Mauritssingel kunnen archeologische waarden in het geding zijn, omdat het voormalige reliëf niet altijd bekend is. Andere negatieve effecten op de archeologische waarden kunnen worden veroorzaakt door grondwaterverlaging, aanbrengen van nieuwe beplanting en nieuwe bebouwing. Voor zover (in dit stadium) mogelijk zullen ook deze effecten worden meegenomen. Vindplaats /B Beide vindplaatsen vallen in alle drie de varianten buiten het gebied waar ingrepen zullen plaatsvinden. Bovendien zijn beide vindplaatsen al (grotendeels) onderzocht, hoewel ze beide nog met name richting noorden kunnen doorlopen. Dit is evenwel niet van invloed op de effecten van de varianten. Vindplaats / In alle varianten wordt deze vindplaats gedeeltelijk tot grotendeels verstoord. De verstoring bestaat in de eerste plaats uit het graven van de nevengeul. De drie varianten laten hier grote verschillen zien. Variant Klassiek voorziet in een verstoring van ca. eenderde van de vindplaats: in het oosten zal ter hoogte van ongeveer eenderde van deze vindplaats grond worden afgegraven. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

208 De afgraving bedraagt tussen de en m, waarbij binnendijks de vondstlaag zeker volledig zal worden verwijderd, terwijl ook buitendijks bij m afgraving in elk geval oude oeverafzettingen kunnen worden geraakt. Bij variant Mozaïek zal eveneens circa eenderde van de vindplaats worden afgegraven, waarbij het buitendijkse deel grotendeels tussen de en m. Ook in het geval van variant Dynamiek zal de vindplaats gedeeltelijk, maar slechts voor circa een kwart, worden afgegraven tot een diepte van maximaal tot m. Naast afgraving voor de aanleg van de nevengeul, zal de nieuw aan te leggen dijk dwars over het westelijke deel van de nederzetting verstoring met zich meebrengen, deels direct omdat hierbij eerste grond wordt afgegraven, deels ook sluipenderwijs door de druk van het dijklichaam. Dit effect is bij alle varianten hetzelfde. Vindplaats Deze vindplaats is eerder al als niet behoudenswaardig aangemerkt en valt bovendien buiten het plangebied. Vindplaats Nog in de bodem aanwezige resten van het voormalige fort Knodsenburg zullen bij alle varianten grotendeels worden vernietigd bij de aanleg van de geul. Het volledige grachtenstelsel en de noordelijke twee bastions van en de resten van bebouwing in het redoute zullen hierbij worden vergraven. De varianten Klassiek en Dynamiek zijn in dit effect gelijkwaardig. In het geval van variant Mozaïek is ter plekke van het redoute een haven voorzien, waarbij ook het zuidelijk deel hiervan zal worden afgegraven. In de beide andere varianten wordt dit deel juist opgehoogd. Ophoging kan echter ook verstoring van een vindplaats veroorzaken (door zetting, verandering van grondwaterspiegel en bodemprocessen, aantasting archeologische (sporen) zichtbaarheid e.d.). Vindplaats OW- Deze nieuwe vindplaats, die tijdens het in de uiterwaarden, als onderdeel van dit onderzoek uitgevoerde karterend booronderzoek is aangetroffen, zal bij uitvoering van variant Klassiek niet worden verstoord, voor zover de begrenzing met het booronderzoek juist vastgesteld is kunnen worden. Dat is wel het geval bij de beide andere varianten, waarbij de gehele vindplaats voor zover de begrenzing op dit moment vast staat zal worden afgegraven. Overige (zoek)locaties Zoals eerder gesteld zijn er binnen het plangebied zeker nog andere archeologische vindplaatsen te verwachten. Deze zijn echter nog niet toegankelijk, moeilijk opspoorbaar, of gelegen waar nog karterend onderzoek moet plaatsvinden, zoals ter plekke van de bij onderhavig onderzoek aangetoonde restgeul in de westelijke uiterwaarden. In het binnendijks gebied kunnen mogelijk onbekende vindplaatsen worden aangetroffen na het proefsleuvenonderzoek. De huidige gegevens zijn echter voldoende voor een adequate beoordeling in dit MER. De vermoedde locatie van Huis Lent en daarmee mogelijk ook Kasteel Lent, ligt hoogstwaarschijnlijk ter hoogte van de westelijk op-/afrit naar de Prins Mauritssingel. Deze locatie komt pas voor onderzoek beschikbaar wanneer deze weer wordt afgegraven. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

209 De locatie waar volgens de kaart van Van Deventer een galgenveld (met mogelijk bijbehorend grafveld) heeft gelegen is mogelijk grotendeels verstoord (zie paragraaf..). Alleen het noordelijke deel is mogelijk nog intact. Bij de varianten Klassiek en Mozaïek blijft de locatie waarbinnen het galgenveld gelegen zal hebben echter vrijwel intact. Alleen bij variant Dynamiek zal door de aanleg van de geul een deel van de locatie worden verstoord. Let wel: het gaat hier om een deel van de zoeklocatie waarbinnen het galgenveld kan hebben gelegen, niet de locatie van het galgenveld zelf. Min of meer ten zuiden van het gebied waar het galgenveld kan worden verwacht, is de kans het grootst - vanwege de locatie van een Romeinse brugpijler aan de overkant van de Waal - dat daar de Romeinse brug is aangeland. Anders dan het geval is bij het galgenveld, zullen, indien inderdaad hier te lokaliseren, eventuele brugpijlers en/of het bruggenhoofd niet door de hoofdstroom van de Waal of een strang volledig zijn weggespoeld, maar bestaat de reële kans dat deze nog in situ aanwezig zijn. Omdat de locatie hiervan vooralsnog onbekend is, is niet te bepalen of en welke van de varianten echter een negatief effect zal hebben op deze vermoede vindplaats. Wat betreft de Romeinse weg, die vanaf de brug naar het oosten en/of noorden moet hebben gelopen, geldt dat het tracé ergens in de zone aan weerszijden van de huidige spoorbrug door de nieuw aan te leggen nevengeul zal worden doorkruist, en dus vergraven. Dit effect is, gezien de nagenoeg gelijke breedte van de geul in alle varianten binnen deze zone, voor alle varianten dan ook gelijkaardig negatief. Tot slot zal in alle varianten de nieuw aangetroffen oude restgeul worden vergraven. De restgeul zelf zal geen archeologische waarde worden toebedeeld, maar de eventueel hierin aanwezige scheepswrakken (Middeleeuws, mogelijk ook Romeins) zeker wel. Omdat op dit moment niet duidelijk of, waar en in welke conditie scheepswrakken zullen worden aangetroffen, is bij de effectbepaling uitgegaan van de (relatieve) mate waarin de oude geul door de nieuwe geul zal worden vergraven. Bij zowel de varianten Mozaïek als Dynamiek is dat bijna volledig het geval; bij de variant Klassiek in veel mindere mate... Samenvatting De effectwaardering kent twee variabelen. In de eerste plaats de waardering van de vindplaatsen. Daarnaast is het effect van de verschillende varianten op deze archeologische waarden gekwalificeerd, waarbij staat voor geen effect te voorzien en --- voor volledige verstoring. Beide variabelen zijn vermenigvuldigd om te komen tot een effectbepaling per vindplaats en per variant. Deze uitkomsten zijn vervolgens opgeteld om te komen tot de effectbepaling per variant op de bekende archeologische waarden. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

210 Tabel..: Effectbepaling Archeologie Vindplaatsen (van oost naar west) Waardering Variant Ref. Klassiek Mozaïek Dynamiek Vindplaats B Vindplaats Vindplaats / Vindplaats Vindplaats (Knodsenburg) * Vindplaats OW- * Zoeklocatie Huis Lent Grift Zoeklocatie galgenveld - Zoeklocatie bebouwing westelijk van galgenveld Zoeklocatie Romeinse weg/brug Evt. scheepswrakken in geul Totaal score in cursief zijn vindplaatsen aangeduid waarvan de aanwezigheid, locatie en waardering (nog) niet vaststaat, maar waarvan wel aangenomen mag worden dat indien aanwezig ze bij uitvoering van de plannen verstoord worden. Aan deze locaties is vooralsnog geen waardering gekoppeld en ze zijn niet meegewogen in de eindbeoordeling van de varianten; de asterisk bij een waardering geeft aan dat deze vindplaatsen nog niet afdoende d.w.z. met een proefsleuvenonderzoek zijn gewaardeerd. In de eindscore voor criterium A zijn de vindplaatsen die buiten het plangebied vallen niet meegenomen (vindplaats B, en ). Vervolgens is het gemiddelde bepaald van de resterende bekende vindplaatsen. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Archeologie t.o.v. referentie Beoordelingscriteria Referentie Variant Archeologie Klassiek Mozaïek Dynamiek A Aantasting archeologische waarden = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

211 . Verkeer en bereikbaarheid.. Inleiding en methode Ten aanzien van verkeer en vervoer zijn de drie varianten getoetst op verschillende criteria, zoals in onderstaande tabel weergegeven. Hiervoor zijn de methodieken gehanteerd als beschreven in de laatste kolom van de tabel. Tabel..: Beoordelingscriteria verkeer en vervoer Verkeer en vervoer V Leefbaarheid en veiligheid verkeer Kwalitatieve toets o.b.v. intensiteiten, netwerkstructuur en wegkenmerken per wegcategorie V Bereikbaarheid voor gemotoriseerd verkeer I/C (intensiteit/capaciteit) verhoudingen op het toekomstige wegennet tijdens en na uitvoering, Filevorming en doorstroming, Parkeerbehoefte V Bereikbaarheid voor fiets, OV en minder validen Voorzieningen, oversteekbaarheid tijdens en na uitvoering = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect Voor een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar het achtergronddocument Verkeer... Huidige situatie en referentie Netwerk autoverkeer Het plangebied van de Dijkteruglegging wordt in de huidige situatie ontsloten via de Oosterhoutse- en Bemmelsedijk. Via de dijken is er door middel van de aansluiting Veur-Lent (de oortjes) rechtstreeks toegang tot de Prins Mauritssingel. Deze weg biedt via de Waalbrug toegang tot Nijmegen en via knooppunt Ressen toegang tot het nationale hoofdwegennet. Het gebied is via de Griftdijk-zuid, de Parallelweg en de Zaligestraat verbonden met Lent. Vanwege de congestie op de Waalbrug worden de wegen in het gebied veelvuldig gebruikt als sluiproute. Voor de ochtend en de avondspits is de aansluiting Veur-Lent daarom niet toegankelijk voor verkeer komend uit de richting Oosterhoutsedijk. Intensiteiten en bereikbaarheid De intensiteiten op het netwerk zijn in de huidige situatie gering, de bereikbaarheid van de locatie zelf is goed. De congestie op de brug zorgt er echter voor dat er vrijwel dagelijks, in zowel ochtend- als avondspits sprake is van wachtrijen op de Bemmelsedijk. De toegang tot de hoofdstructuur Prins Mauritssingel (de enige toegangsweg tot Nijmegen) is hiermee slecht. Voorzieningen langzaam verkeer en oversteekbaarheid Het netwerk voor het langzaam verkeer is gelijk aan dat van het autoverkeer. Het wordt echter nog aangevuld met de snelbinder. Deze fietsverbinding ligt direct langs de spoorbrug en is vanuit het gebied (Oosterhoutsedijk) toegankelijk via een trap met fietsgoot. De oversteekbaarheid is overal in het gebied goed. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

212 Figuur..: Huidige situatie (links) en referentiesituatie (links) Referentie Als referentiesituatie wordt de huidige situatie inclusief autonome ontwikkeling genomen. Hierbij wordt uitgegaan van planjaar, omdat dit ook gehanteerd wordt in het toegepaste verkeersmodel. Netwerk De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie zijn de aanleg van de tweede stadsbrug, de Hof van Holland (het nieuwe stadsdeelcentrum van de Waalsprong) en de Parmasingel inclusief een ontsluiting op de Prins Mauritssingel (A). De bouw van de Waalsprong zorgt voor een autonome groei van het autoverkeer. Ondanks de aanleg van de Stadsbrug blijft de belasting op de Waalbrug ongewijzigd. Doordat de intensiteit op de Waalbrug niet afneemt zal ook de congestie blijven. De Op juli heeft de Raad definitief besloten de Dorpensingel Oost aan te leggen. Deze verbindingsweg tussen de Vossenpelsestraat en de Prins Mauritssingel (Ovatonde) ten noorden van Lent is als witte weg zichtbaar in de noordoosthoek van fig... Hierdoor zullen in het onderzoeksgebied de verkeersintensiteiten op de toekomstige Parmasingel dalen. De weg wordt na aangelegd. Het gepresenteerde onderzoek is daarmee voor de Parmasingel een worst-case benadering. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

213 bereikbaarheid van de locatie zelf, het netwerk voor langzaam verkeer en de oversteekbaarheid blijven gelijk aan de huidige situatie... V - Leefbaarheid en veiligheid verkeer Intensiteiten Door het bouwprogramma van de verschillende varianten neemt de intensiteit toe. Die toename wordt het best waargenomen op de brug naar Veur-Lent. Als het verkeer zich vermengt met het overige verkeer op de Parmasingel zijn de afwijkingen ten opzichte van de autonome belasting op het hoofdnet echter verwaarloosbaar. De onderlinge verschillen tussen de varianten is gering. Netwerk De netwerken van de drie varianten wijken weinig of niet af van de autonome situatie. Het belangrijkste verschil is dat de Griftdijk Zuid over het laatste deel vervangen is door een brug. Deze ligt in twee van de drie modellen (Klassiek en Mozaïek) ten westen van de Waalbrug en in één geval (Dynamisch) ten oosten van de Waalbrug. Voor de bereikbaarheid heeft dit geen consequenties. In alle drie de gevallen zijn er bruggen voorzien als hoogvrije calamiteiten- en evacuatieroute. Wegencategorisering en wegkenmerken Alle varianten respecteren de vastgestelde wegcategorisering. De voorstellen voor de inrichting van het eiland passen binnen de mogelijkheden zoals die voor verblijfsgebieden kunnen worden gehanteerd... V - Bereikbaarheid voor gemotoriseerd verkeer Intensiteit/capaciteit verhoudingen De verschillen tussen de varianten onderling zijn te gering om significant genoemd te kunnen worden. De aanleg van de dijkteruglegging is niet van invloed op de bereikbaarheid van het gebied. Voor de tijdelijke situatie loopt de I/C waarde op de Waalbrug nog verder op (alle varianten scoren - -). Dit ondanks het feit dat de stadsbrug beschikbaar is en de I/C waarde daar ver beneden de kritische waarde blijft. Voor veel verkeer is de stadsbrug zonder file blijkbaar geen alternatief voor de Waalbrug met file. Ook hier geld dat de situatie slechter lijkt dan de autonome situatie. Rekening houdend met onderhoud van de Waalbrug is daar echter geen sprake van. De gezamenlijke I/C waalkruisend is in ieder geval beter dan die in de huidige situatie. Parkeerbehoefte autoverkeer Eén van de beoordelingscriteria is de parkeerbehoefte. Deze is voor klassiek het grootst omdat hierin het grootste bouwprogramma is opgenomen. Die behoefte wordt conform de normstelling op eigen en openbaar terrein opgelost. De tijdelijke parkeerbehoefte voor het grote evenementen terrein in de variant Mozaïek daarentegen is niet opgelost. De oplossing moet worden gezocht in het stimuleren van fiets en openbaar vervoer, een tijdelijke parkeerplek met pendelbussen naar het evenemententerrein en parkeren in de parkeergarages in de stad. Parkeren bij het evenemententerrein is gegeven de kwaliteit van de auto-ontsluiting geen optie (mozaïek scoort hiermee - - -). In de variant Dynamiek wordt niet voorzien in parkeergelegenheid (Dynamiek scoort hiermee -). Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

214 .. V - Bereikbaarheid fiets, OV en minder validen Netwerk Utilitair is er slechts één verschil namelijk de ligging van de brug naar Veur-Lent. In de variant dynamiek is deze ten oosten van de Waalbrug gelegen. De bereikbaarheid tussen eiland en vasteland komt daarmee meer perifeer te liggen. De gekozen locatie zal als minder comfortabel worden ervaren. De verschillen in het recreatieve netwerk hebben vooral betrekking op de soort en de kwaliteit van de verbinding. Met name in de variant Dynamiek ontstaan daardoor netwerken die voor heel verschillende vormen van recreatie geschikt zijn. Dit betekent overigens ook dat delen van het netwerk minder geschikt zijn voor minder validen. Verder geldt voor Mozaïek dat de groene dijk ook voor auto s wordt gebruikt. Hiermee staat de kwaliteit van deze route als recreatieve route onder druk. Tijdens de bouw zal een deel van het netwerk niet of slechts beperkt toegankelijk zijn. Het betreft hier vooral de dijken. De toegankelijkheid zal hier veelal beperkt zijn tot bestemmingsverkeer. Omdat dit door fietsers en wandelaars veel gebruikte routes zijn, zal dit als negatief worden ervaren. Oversteekbaarheid De oversteekbaarheid wordt niet beïnvloed door de aanleg van de Dijkteruglegging. Matig oversteekbare wegen blijven matig oversteekbaar, goed oversteekbare wegen blijven goed oversteekbaar. Figuur..: Fietstunneltje bij Lent-West W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

215 .. Samenvatting Ten aanzien van Leefbaarheid en veiligheid zijn de effecten tussen de referentie situatie en de varianten onderling verwaarloosbaar en daarom als gewaardeerd. Bij netwerk fiets is een mindere beoordeling gegeven aan de variant dynamiek vanwege de perifere ligging van de brug. Omdat de wat minder toegankelijke delen van het netwerk in de varianten Dynamiek en Mozaïek vooral toevoegingen zijn hebben deze niet geleid tot een negatieve waardering. Bij bereikbaarheid voor gemotoriseerd verkeer is Mozaïek negatief beoordeeld vanwege de aanwezigheid van het grote evenemententerrein. Daarbij wordt opgemerkt dat de scores voor de verbindingen voor langzaam verkeer nog sterk afhankelijk zijn van de gekozen eindoplossingen. De bijbehorende parkeervraag is niet opgelost en kan tot grote overlast leiden rondom het gebied. Tabel.-: Beoordeling verkeer en vervoer Verkeer en vervoer Referentie Klassiek Mozaïek Dynamiek V Leefbaarheid en veiligheid verkeer Intensiteiten Netwerk auto Wegcategorisering Totaal V V Bereikbaarheid voor gemotoriseerd verkeer I/C verhouding filevorming eindsituatie I/C verhouding filevorming tijdens uitvoering Parkeerbehoefte Totaal V V Bereikbaarheid voor fiets, OV en minder validen Netwerk fiets eindsituatie Netwerk fiets tijdelijk oversteekbaarheid Totaal V = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

216 . Scheepvaart en externe veiligheid.. Inleiding en methode De Waal bij Nijmegen behoort tot de belangrijkste scheepvaartwegen van Europa en een vlotte en veilige afwikkeling van de scheepvaart is daarom van belang. De Waalbocht bij Nijmegen is voor de scheepvaart, ondanks goede bebakening en radarinstallaties een relatief lastig punt om te passeren. De krappe bocht en de verschillende bruggen beperken het overzicht voor de schipper. Een goed overzicht en vrije zichtlijnen zijn voor de beroepsvaart van wezenlijk belang om de veiligheid te kunnen garanderen. Hierbij moet men ook bedenken dat via deze transport-as relatief veel gevaarlijke stoffen vervoerd worden. Opgemerkt wordt dat de effectbeschrijving scheepvaart voornamelijk geschreven is vanuit de invalshoek beroepsvaart. Daarbij speelt de interferentie met de recreatievaart uiteraard een belangrijke rol. Ten aanzien van ongevallen is echter het gevolg van een mogelijk ongeval voor de beroepsscheepvaart zelf (en de daarmee gepaard gaande effecten op de externe veiligheid) maatgevend. Aangezien over de Waal gevaarlijke stoffen per schip worden getransporteerd, per spoor tussen Arnhem en Nijmegen transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt en via de N over de weg gevaarlijke stoffen worden vervoerd is het noodzakelijk om de externe veiligheid in kaart te brengen. Binnen het beleidskader voor externe veiligheid staan twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico (PR) geeft de kans op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de gehele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergegeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de - / jaar contour (welke als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen kwetsbare objecten bestemd worden. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de - / jaar contour niet als grenswaarde, maar als richtwaarde. Figuur..: Scheepvaart onder de Waalbrug W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

217 Het groepsrisico (GR) is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting bij een calamiteit. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied wordt begrensd door de zogenaamde %-letaliteitgrens. Dit zijn de afstanden waarop een bepaald percentage van de daar aanwezige personen komt te overlijden ten gevolge van een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Voor een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar de achtergronddocumenten Scheepvaart en Externe veiligheid... Huidige situatie en referentie Uit tellingen blijkt dat Nijmegen elk jaar ruim. maal door beroepsscheepvaart wordt gepasseerd met een tonnage van meer dan miljoen ton. Hiervan bestaat ca. % uit gevaarlijke stoffen (licht ontvlambaar, ammoniak of explosieve stoffen), vervoert door ca.. schepen. Daarnaast passeren elk jaar ongeveer. recreatievaartuigen de sluis bij Weurt. Ongeveer % daarvan vaart richting Pannerdensche Kop, of komt daar vandaan. Het aantal recreatievaartuigen dat op de Waal vaart en langs Nijmegen komt wordt geschat op ongeveer. per jaar. In de autonome situatie wordt een toename van het aantal scheepsbewegingen, tonnage, schaalgrootte en dus van de veiligheidsrisico s verwacht ten opzichte van de huidige situatie. Afhankelijk van het zich te voltrekken scenario kan dit per oplopen. De bepaling van de risico s met betrekking tot de externe veiligheid is vooralsnog gebaseerd op het huidige landelijke beleid voor transportmodaliteiten welke beschreven staat in de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (crvgs). In de Nieuwe Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen heeft de overheid het zogenaamde Landelijke Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen aangekondigd. Dit Basisnet met daaraan gekoppeld gebruiksruimtes en veiligheidszones, moet de spanning verminderen tussen vervoersbelangen en ruimtelijke ordening. Het Basisnet Water is nog niet formeel is vastgesteld. De Waal bij Nijmegen behoort daar binnen tot de categorie Binnenvaart met frequent vervoer van gevaarlijke stoffen. Daaraan wordt de eis gesteld dat binnen de zogenaamde - plaatsgebonden risico contour (kans op overlijden als gevolg van een ongeluk met gevaarlijke stoffen maximaal op de miljoen per jaar) die maximaal tot aan de oever-/waterlijn (overschrijdingsfrequentie van dagen/jaar) mag komen geen kwetsbare objecten worden gebouwd zoals kantoorgebouwen, woonwijken, ziekenhuizen, scholen en bejaardenwoningen. Bij nieuwbouw moet in een zone tot meter buiten de oeverlijn en in de gehele uiterwaard rekening worden gehouden met de zogenaamde plasbrand-aandachtsgebieden (zie figuur.-). Figuur..: Uitleg van eisen externe veiligheid uit Basisnet Water Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

218 Voor veiligheid en vlotheid van de scheepvaart (transportcapaciteit) geldt dat de breedte in relatie tot de diepte bij de waalbocht in Nijmegen in de huidige situatie onvoldoende is waardoor baggeren nodig is. Daarbij moet rekening worden gehouden met de kielspeling (marge bodemdiepte t.o.v. onderkant schip), dwarsstroming, het vermijden van stremming en het niet meer dan maximaal dagen per jaar hinderen door de aanwezigheid van baggermaterieel, het instandhouden van de breedte van de vaarweg en het voorkomen dat bij de aanleg van een nevengeul teveel sedimentatie plaatsvindt in de vaarweg. In de jaren en - hebben zich in de Waal bovenstrooms van Nijmegen, bij Nijmegen en bij Weurt respectievelijk, en ongevallen voorgedaan... S - Veiligheid voor de beroeps- en recreatievaart De veiligheid voor de beroeps- en recreatievaart wordt door middel van een kwalitatieve beoordeling voor de realisatie- en eindsituatie getoetst. Realisatiefase Van directe belemmering is bij de variant Klassiek en Mozaïek geen sprake. Alle werkzaamheden vinden plaats in de geul, dit betekent geen fysieke belemmering op de vaargeul. Bij variant Dynamiek vindt ontgraving plaats van diverse geulopeningen, dit heeft een beperkte negatieve invloed op het vaarwegverkeer. Vandaar in tabel.- voor de directe belemmeringen resp., en -. De indirecte belemmering wordt gemeten aan de hoeveelheid te ontgraven grond, welke afgevoerd worden per schip. In de variant met de grootste hoeveelheid, betekent dit per werkdag schepen die leeg aankomen en vol afvaren. In verhouding tot het totaal van op- en afvaart (orde schepen per dag) is dit aantal relatief beperkt. Er is in dat perspectief geen groot verschil aanwezig tussen de varianten. Alle drie de varianten scoren - in tabel.- t.o.v. referentie. Eindsituatie Hydraulische situatie Bij het beschouwen van de hydraulische situatie is vastgesteld dat de stroomsnelheden dwars op de vaargeul gemeten bij de varianten Klassiek en Mozaïek binnen de beoordelingseis (uit Rivierkundig beoordelingskader voor ingrepen in de grote rivieren versie., september RWS) vallen (in tabel.. neutraal voor beide varianten). Bij de variant Dynamiek worden deze stroomsnelheden overschreden bij de benedenstroomse in- uitgang van de nevengeul. Vanuit een praktisch perspectief bekeken is het negatieve effect van de dwarsstroming minder sterk dan de richtlijn suggereert. In de tabel is dit weergegeven als -, een lichte verslechtering voor Dynamiek. Door juiste vormgeving van de geulen in kribben zijn deze effecten mogelijk te verkleinen. Overzicht en oriëntatie Bij gemiddelde omstandigheden zullen bij variant Dynamiek door het vergraven van de oeverlijn op meerdere locaties storingen/blinde vlekken ontstaan in het radarsysteem. Daarnaast heeft het ontgraven een enigszins negatief effect op de oriëntatie. De zichtlijnen verslechteren niet t.o.v. het referentiemodel, enkel brugpeilers belemmeren gedeelte het zicht. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

219 Bij extreme omstandigheden ontstaat een beeld (zowel voor oog als radar) waarbij een zekere verwarring kan ontstaan over de te kiezen route als de bocht van bovenstroomse kant wordt benaderd. Het is dan mogelijk dat bij slecht zicht de schipper zich een verkeerd beeld vormt van de situatie en geul invaart. Een dergelijk scenario kan desastreuze gevolgen hebben en is bij alle varianten mogelijk. Hoewel de kans dat een dergelijk scenario voorkomt zeer klein is, is gezien de ernst van de gevolgen een negatief effect toegekend. In tabel.- is dit ook tot uiting gebracht in een negatief oordeel, - -, voor alle drie de varianten. Interactie beroeps- recreatievaart Met betrekking tot de interactie recreatievaart-beroepsvaart wordt de veiligheid in vergelijking met de huidige situatie in alle varianten negatief beïnvloed. Door de aanleg van de nevengeul met diverse recreatieve functies zal het aantal recreatievaartuigen dat de Waal bevaart, al dan niet kruisend, behoorlijk toenemen. Het aantal ontmoetingen met de beroepsvaart neemt toe en daarmee de kans op ongevallen. Ook de vlotheid op de Waal neemt af doordat de kans groter is dat de beroepsvaart moet anticiperen op de toegenomen recreatievaart. Een extra verbinding stroomopwaarts van de verkeersbrug (het sluisje in variant Dynamiek) helpt niet in het wegnemen van enkele negatieve effecten, het is zelfs mogelijk dat dit de situatie verslechtert. De beroepsvaart dient dan op een derde (Maas Waalkanaal e en e in- uitgang nevengeul) locatie, die relatief dicht bij elkaar gelegen zijn rondom een relatief scherpe bocht, rekening te houden met overstekende en in- en uitvarende recreanten. De variant Mozaïek zal voor de meeste toenamen van recreatievaart zorgen. In alle varianten zal de recreatievaart toenemen en zullen er vele kruisingen plaatsvinden op de Waal en rondom de bocht bij Lent. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties. In tabel.- is voor de varianten Klassiek en Mozaïek een verslechtering opgenomen -- en voor dynamiek een sterke verslechtering ---. Ten aanzien van de beoordeelde varianten is een nieuwe ontwikkeling aangegeven door RWS-ON (zie onderstaand kader). Deze ontwikkeling is verder in de beoordeling van de varianten niet meegenomen. Recreatievaargeul Het watersportverbond heeft aangegeven dat er, indien de nevengeul niet gebruikt kan worden door de recreatievaart om het onveilige punt bij Nijmegen te passeren en er geen sluisje en doorlopende geul komt, een oplossing gevonden moet worden om de veiligheid te verbeteren. In overleg met RWSON wordt gezocht naar een alternatief, waarbij bijvoorbeeld op de Waal (net achter de rode boeienlijn) aan de noordzijde een soort fietspad wordt gecreëerd met zogenaamde recreatiebetonning. Doordat successievelijk de rivier overgestoken kan worden en ingevoegd in de recreatiegeul, geeft dit alternatief een verbetering in de veiligheid. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

220 Samenvatting Geconcludeerd kan worden dat de veiligheid voor de beroeps- en recreatievaart tijdens de aanleg over het algemeen neutraal is en tijdens eindsituatie verslechtert t.o.v. de huidige situatie met autonome ontwikkeling. Mitigerende maatregelen zijn ook vereist om de veiligheid en vlotheid te kunnen waarborgen. Tabel..: Beoordeling varianten op nautische aspecten Beoordelingscriteria Referentie Variant Scheepvaart Klassiek Mozaïek Dynamiek Realisatiefase Directe belemmering - Indirecte belemmering Eindfase Hydraulische situatie - Overzicht en oriëntatie Interactie beroepsrecreatievaart S Veiligheid voor de beroeps- en recreatievaart = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect.. S - Externe veiligheid transportassen Er zijn twee variabelen (plaatsgebonden risico en groepsrisico), waarop de onderlinge waardering van alternatieven, wordt gebaseerd. De toetsing zal plaatsvinden aan de hand van onderstaand criterium. Tabel..: beoordelingscriteria externe veiligheid Code Te onderzoeken effecten Methode S Externe veiligheid Berekeningen van het plaatsgebonden (kans van - per jaar) en groepsrisico o.b.v. wijzigingen in vaarroute, installatie van objecten nabij de vaarroute, weg- en railverkeer De daarbij behorende achtergrond informatie is: Tabel..: Achtergrondinformatie beoordelingscriteria Functie Water Spoor Wegtransport Gebruikte gegevens Risicoatlas vervoer gevaarlijke stoffen: water, uitgegeven door de Dienst Verkeer en Scheepvaart van Rijkswaterstaat. Beleidsvrije marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor voor de middellange termijn, actualisatie prognose (ProRail document, juli ) Verkeerstellingen met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen over de N ter hoogte van het plangebied uitgevoerd door de DVS (RWS) in het kader van de actualisatie slag van het DVS in / ten behoeve van het Basisnet. Van alle varianten is het berekende groepsrisico voor het watertransport nihil. Dit betekent dan ook dat het groepsrisico van het watertransport niet verandert als gevolg van de realisatie van één van de varianten. Het berekende groepsrisico van het spoor is voor de huidige situatie beneden de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

221 Figuur..: Trein bij Lent Voor de autonome situatie (referentie situatie) en de verschillende varianten wordt de oriëntatiewaarde van het groepsrisico overschreden. Het groepsrisico bij wegtransport neemt licht toe als gevolg van de realisatie van één van de varianten. Het berekende groepsrisico van alle wegvarianten is meer dan een factor lager dan de oriëntatiewaarde. Het berekende groepsrisico van de modaliteit weg neemt toe als gevolg van de realisatie van een van de varianten. Voor het wegtransport neemt het groepsrisico het meest toe met de variant Klassiek (% groei in overschrijdingsfactor). Tabel..: Beoordeling externe veiligheid Beoordelingscriteria Referentie Variant Externe veiligheid Klassiek Mozaïek Dynamiek Weg PR = - GR Water PR = - GR Spoor PR = - GR S - Externe veiligheid transportassen = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect.. Samenvatting De beoordeling van de drie varianten is samengevat in tabel.. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling externe veiligheid t.o.v. referentie Beoordelingscriteria Referentie Variant Scheepvaart en externe veiligheid Klassiek Mozaïek Dynamiek S Veiligheid voor de beroeps- en recreatievaart S Externe veiligheid transportassen = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

222 . Hinder.. Inleiding Onder het aspect hinder worden in dit MER twee typen milieueffecten behandeld: geluidhinder en luchtkwaliteit. Daarbij wordt steeds onderscheid gemaakt in de aanlegfase en de eindfase na aanleg van alle werken. Door de dijkteruglegging kunnen de volgende effecten optreden: Eindfase Door de dijkteruglegging en de nevengeul wordt de weginfrastructuur gewijzigd (wegen, bruggen), en daarmee ook de verkeersstromen (zie ook par..). Dit brengt een wijziging van de geluidhinder door het wegverkeer met zich mee. Ook wordt bij verschillende varianten voorzien in locaties waar evenementen kunnen worden gehouden. De eventuele hinder die dit kan opleveren is kwalitatief beoordeeld. De dijkteruglegging kan ook zorgen voor een verandering in de intensiteit van het verkeer (zie ook par..), bijv. bestemmingsverkeer naar nieuwe bebouwing op het stadseiland, of incidenteel naar het evenemententerrein op de westelijke landtong. Dit kan consequenties hebben voor geluidhinder en voor de luchtkwaliteit. In het kader van de herinrichting van het gebied rond de nevengeul worden ook nieuwe woningen gepland, namelijk op het stadseiland Veur-Lent. Vanuit het milieuaspect geluid is voor de volledigheid ook nagegaan met welke geluidsbelasting deze nieuwe woningen te maken krijgen, zowel vanuit de bestaande geluidsbronnen (wegverkeer, railverkeer en scheepvaart) als vanuit evt. nieuwe bronnen (extra wegverkeer, verkeer op nieuwe routes). Aanlegfase De verlegging van de dijk, de aanleg van de nevengeul en alle infrastructuur en bebouwing er omheen kan ook geluidhinder met zich meebrengen. Hoewel de precieze wijze van uitvoeren van de werkzaamheden nog niet bekend is (mede afhankelijk van de werkwijze van de aannemer), is toch de mogelijke hinder voor dit MER reeds in kaart gebracht. Ook voor het aspect luchtkwaliteit wordt aandacht besteed aan de effecten tijdens uitvoering. De bovengenoemde effecten worden beschreven in de navolgende paragrafen, na een uiteenzetting over de huidige situatie en de methodiek van effectbepaling. Voor een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar het achtergronddocumenten Geluid en Lucht... Methodiek effectbepaling geluid Voor de effectbepaling in de gebruiksfase zijn berekeningen uitgevoerd van de huidige situatie (met als peiljaar), de autonome ontwikkeling (), en de eindfase (na autonome ontwikkeling en na uitvoering van het gehele project Dijkteruglegging Lent). De geluidsproductie in de gebruiksfase wordt vergeleken met de situatie na autonome ontwikkeling; het verschil daartussen is het effect van het project Dijkteruglegging Lent. Als geluidsbronnen zijn beschouwd: het wegverkeer, railverkeer en de scheepvaart. Ook is kort aandacht besteed aan de potentiële geluidhinder door evenementen, vanaf de westelijke landtong. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

223 Geluidhinder kan optreden bij mensen en dieren (hier m.n. vogels in de uiterwaarden). Daarom is de hinder vertaald naar aantal geluidgehinderden (mensen) en het oppervlak geluidsbelast natuurgebied. De aanlegfase betreft een tijdelijke situatie zoals die gedurende enige tijd (aanlegtijd ca. jaar) in het plangebied zal optreden. Daar het hier om een tijdelijke situatie gaat is de beoordeling in het MER op een andere wijze uitgevoerd dan bij de gebruiksfase waar sprake is van permanente effecten. De geluidbelasting van een aantal bouwfases in de aanlegfase is per waarneempunt van een aantal in de omgeving gelegen woonbestemmingen berekend en beoordeeld. Bij de berekeningen is gebruik gemaakt van voorlopige aannamen van het materieel dat bij de uitvoering zal worden ingezet (zandzuiger, vrachtauto s, kraan/graafmachine). Verder is nog aandacht besteed aan de mogelijke trillingshinder door werkzaamheden in de aanlegfase (bijv. vrachtverkeer of plaatsen van damwanden). Trillingshinder laat zich lastig voorspellen. Daarom is er voor gekozen na te gaan hoeveel trillingsgevoelige objecten er gelegen zijn binnen meter van trillingsbronnen; dit is een maat voor de mogelijke omvang van de trillinghinder. Laagfrequente geluiden en piekgeluiden zijn niet gemodelleerd aangezien het materieel kan voldoen aan de normen binnen de te stellen randvoorwaarden van de vergunningen. (bron: project Grensmaas en Zandmaas te Limburg, uitspraak Raad van State). Piekgeluid wordt in beschouwing genomen bij het aanvragen van een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer. Laagfrequente geluiden worden niet meegenomen aangezien hier geen uitspraak over te doen is. Deze zijn te sterk afhankelijk van het specifieke materiaal en de specifieke situatie. Cumulatie Er is ervoor gekozen om de cumulatieve geluidbelasting van alle geluidbronnen niet in beeld te brengen. De resulterende geluidcontouren geven met een dergelijke hoeveelheid informatie van verschillende bronnen geen helder beeld van de optredende cumulatieve geluidhinder. Met betrekking tot cumulatie is daarom voor het MER onderzocht waar zich mogelijk probleemlocaties voordoen in relatie tot nieuw te bouwen geluidgevoelige bestemmingen in het plangebied. In de volgende fase van het onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan zal cumulatie apart onderzocht worden. Bij de beschrijving van de effecten is nu alleen volstaan met het aangeven van locaties waar potentieel cumulatie een rol van betekenis kan spelen in de latere bestemmingsplanfase. Bij het beoordelen van de effecten van geluid tijdens de aanlegfase gaat het met name om een toets op de effecten van de relevante activiteiten die tijdens de aanlegfase plaatsvinden. Cumulatie met andere geluidsbronnen voor de aanlegfase zou een afzonderlijke beoordeling van deze effecten niet goed mogelijk maken. Bij een latere vergunningverlening zullen mogelijke andere geluidbronnen wel een rol kunnen spelen; dan wordt de cumulatie opnieuw bekeken. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

224 .. Methodiek effectbepaling luchtkwaliteit Door de dijkteruglegging bij Lent wordt er een nieuwe verbindingsroute gerealiseerd van en naar 'het eiland Lent'. Deze ontwikkelingen hebben effect op de concentraties luchtverontreinigende stoffen langs de ontsluitingswegen. De (Europese) grenswaarden voor de concentraties van luchtverontreinigende stoffen in de buitenlucht zijn vastgelegd in Bijlage van de Wet milieubeheer. Deze grenswaarden zijn gericht op de bescherming van de gezondheid van mensen en dienen op voorgeschreven data te zijn bereikt. Voor de beoordeling van de luchtkwaliteit bij wegen zijn stikstofdioxide (NO ) en fijn stof (PM ) het meest kritisch. Bij deze stoffen is de kans het grootst dat een grenswaarde wordt overschreden. Daarom wordt voor luchtverontreiniging naar deze twee stoffen gekeken. Verkeertoename gebruiksfase De mogelijke invloed van verkeer in de drie varianten (Klassiek, Mozaïek en Dynamiek) is onderzocht zowel langs de directe ontsluitingswegen van de planontwikkeling als langs de grotere, verder gelegen, aan- en afvoerroutes. Overeenkomstig de Regeling beoordeling luchtkwaliteit heeft de beoordeling van de luchtkwaliteit langs deze wegen plaatsgevonden op (maximaal) meter van de wegrand (tenzij er bebouwing aanwezig was). Voor het jaar is de autonome situatie in beeld gebracht. Tevens is voor de jaren, en de autonome ontwikkeling in beeld gebracht. Dit is de ontwikkeling zoals die naar verwachting zou plaatsvinden zonder de planontwikkeling. Vervolgens is voor de jaren, en zijn van elk van de planvarianten de gevolgen voor de luchtkwaliteit in beeld gebracht. Verkeertoename/werkzaamheden aanlegfase Naast een beoordeling van de effecten van de (varianten op de) planontwikkeling als deze zou zijn voltooid, is tevens ingegaan op de mogelijke gevolgen voor de luchtkwaliteit van de tijdelijke situatie gedurende de realisatie van de planontwikkeling. In de aanlegfase zullen binnen het gebied van de planontwikkeling en in de directe omgeving daarvan diverse werkzaamheden plaatsvinden die een mogelijke invloed hebben op de luchtkwaliteit. Te denken valt daarbij aan graafmachines, bulldozers, zandzuigers, compressoren, schepen en vrachtwagens. In alle gevallen gaat het daarbij om verbrandingsmotoren die, net als het wegverkeer, een emissie van NO en PM naar de lucht hebben. De aanlegfase is voorzien gedurende jaren in de periode -. Om een beeld te krijgen van de luchtkwaliteit ter plaatse van de planontwikkeling Dijkteruglegging Lent zijn de achtergrondconcentraties voor de stoffen NO en PM voor de jaren en inzichtelijk gemaakt. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

225 Figuur..: Prins Mauritssingel (voorheen A) en Griftdijk-Zuid te Lent, tracé van de eerste autoweg van Nederland () en de trekvaart, de voormalige Grift uit de e en e eeuw.. Huidige situatie en autonome ontwikkeling In de huidige situatie worden geluidhinder en luchtkwaliteit in het plangebied hoofdzakelijk bepaald door het wegverkeer, het railverkeer en de scheepvaart op de Waal. Deze invloed is meegenomen in de effectberekeningen voor geluid en luchtkwaliteit, en wordt in de navolgende paragrafen steeds vermeld. De autonome ontwikkeling betreft m.n. de wijziging van de weginfrastructuur door de realisatie van de Waalsprong (zie par..). Daarnaast is rekening gehouden met een gepland geluidsscherm langs een traject van de spoorlijn in het plangebied... H - Geluidbelasting geluidgevoelige bestemmingen, aanlegfase In paragraaf. is een uitgebreide beschrijving opgenomen van de uit te voeren werkzaamheden tijdens de aanlegfase en de inzet van materieel. In de onderstaande tabel zijn de in het geluidberekeningsmodel gehanteerde bronvermogens van het in te zetten materieel opgenomen. Tabel..: Bronvermogens materieel aanlegfase Geluidbron Geluidbronvermogen (db(a)) Inzet Zandzuiger* x uur alleen in dagperiode Classificeerinstallatie* uur in de dagperiode Vrachtauto Aantallen vanuit kubering per variant, snelheid op route km/uur. Alleen in dagperiode. Kraan/Graafmachine x uur alleen in dagperiode * Bronvermogen afkomstig uit MER Oosterweilanden, door Taken landschapsarchitectuur & ecologie d.d. maart De werkzaamheden van de diverse varianten wijken niet veel van elkaar af. Om de totale geluidbelasting inzichtelijk te maken zijn de bronnen van dezelfde positie gecumuleerd en samengenomen met de transportroutes. In de navolgende grafiek is deze cumulatie voor de verschillende varianten weergegeven. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

226 Bij vergunningverlening wordt een geluidsbelasting van db(a) als toetsniveau gehanteerd. Een hogere geluidbelasting in dit onderzoek geeft aan dat de uitvoering aangepast moet worden, bijvoorbeeld door het materieel in tijd of plaats te scheiden, zodat minder cumulatie optreedt, of door tijdelijke geluidswerende maatregelen te nemen. Tot een geluidbelasting van db(a) kan het binnenniveau van de bewoners worden gewaarborgd (uitgaande van een geluidwering van de gevel van db(a). Derhalve wordt tot een geluidniveau van db(a) een score van één min gegeven. Voor de geluidbelasting boven de db(a) geldt een score van dubbel min. Zoals uit de grafiek kan worden afgeleid is de afwijking in geluidbelasting op de waarneempunten tussen de verschillende varianten nihil. De geluidbelasting bedraagt bij het gros van de woningen rond de db(a) etmaalwaarde en bij enkele woningen maximaal db(a) etmaalwaarde, waarbij de activiteiten alleen in de dagperiode plaatsvinden. Hierdoor scoort dit aspect voor alle varianten negatief (score --). Aanlegfase-geluidbelasting cumulatief [db(a)]-worstcase LAeq [db(a)] ontvanger BD_A gdz_a gdz_a gdz_a gdz_a gdz_a gdz_a gdz_a OHD_A OHD_A OHD_A OHD_A OHD_A OHD_A OHD_A Ontvanger Dynamiek zuid: kraan +zuiger +blauwe vrachtroute Mozaïk zuid: kraan +zuiger +blauwe vrachtroute Klassiek zuid: kraan +zuiger +blauwe vrachtroute Figuur..: Aanlegfase geluidbelasting cumulatief OHD_A OHD_A OHD_A OHD_A OHD_A OHD_A OHD_A OHD_A OHD_A OHDa_A OHD_A OHD_A OHD_A OHD_A OHD_A Dynamiek noord: kraan +zuiger + gele vrachtroute Mozaïk noord: kraan +zuiger + gele vrachtroute Klassiek noord: kraan +zuiger + gele vrachtroute.. H Geluidbelaste woningen, eindfase Wegverkeer De alternatieven zijn met elkaar vergeleken op basis van het aantal geluidbelaste woningen boven de db. In verband met het niet toepassen van de correctie volgens artikel g Wet geluidhinder (Wgh) komt de waarde van db in het onderzoeksgebied overeen met de voorkeursgrenswaarde van db van de Wgh. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

227 Tabel..: Geluidbelaste woningen wegverkeer Geluidbelasting (db) Huidige situatie (aantal) Referentie (aantal) Klassiek (aantal) Mozaïek (aantal) Dynamiek (aantal) < > Totaal Totaal > Het totaal aantal geluidbelaste woningen voor wegverkeer is bij de varianten Dynamiek en Mozaïek nagenoeg gelijk (toename van %). Bij de variant Klassiek treedt een verslechtering (ca. %) op ten opzichte van de referentie (score --). De verklaring hiervoor moet vooral worden gezocht in het vrij intensief bebouwen van het gebied op het eiland naast de bestaande stadsbrug met geluidgevoelige bestemmingen. De overige varianten scoren nagenoeg gelijk aan de referentie (score ). Railverkeer Het totaal aantal geluidbelaste woningen boven db voor railverkeer is bij alle varianten lager dan bij de referentie. Er is derhalve bij alle varianten sprake van een verbetering (score ++). Deze verbetering is te verklaren in het feit dat een aantal los verspreid liggende woningen als gevolg van de geplande ontwikkeling komt te vervallen. Ten opzichte van de huidige situatie is in de referentie en varianten uitgegaan van het toepassen van een geluidscherm van, meter hoogte ten oosten en westen van de spoorbrug. Tabel..: Geluidbelaste woningen railverkeer Geluidbelasting (db) Huidige situatie (aantal) Referentie (aantal) Klassiek (aantal) Mozaïek (aantal) Dynamiek (aantal) < > Totaal Totaal > Scheepvaart Het totaal aantal geluidbelaste woningen voor scheepvaart is het grootst bij de variant Klassiek. Deze is % slechter vergeleken met de referentie als gevolg van een hogere bebouwingsdichtheid in de nieuwe woongebieden. Voor de varianten Dynamiek/VKV en Mozaïek is er ten opzichte van de referentie sprake van een toename van respectievelijk % en %. In deze varianten is er in de nieuwe woongebieden sprake van een lagere bebouwingsdichtheid in vergelijking met de variant Klassiek. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

228 Tabel..: Geluidbelaste woningen scheepvaart Geluidbelasting Huidige situatie Referentie Klassiek Mozaïek Dynamiek (db) (aantal) (aantal) (aantal) (aantal) (aantal) < > Totaal Totaal > W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

229 .. H - Geluidbelaste natuurgebieden, gebruiksfase Om inzicht te krijgen of er sprake is van geluidsverstoring op de EHS en de twee Natura -gebieden zijn de geluidscontouren over de grenzen van de beschermde natuurgebieden heen gelegd. Op deze wijze wordt inzichtelijk gemaakt of er sprake is van een toename van het geluid en of er verschillen tussen de verschillende varianten zijn. In onderstaande tabellen wordt per beschermd natuurgebied de oppervlakte toe- en afname van de gevoelige geluidscontouren bepaald. Dit is berekend voor het invloedsgebied en is hierdoor ruimer dan het plangebied. Tabel..: Verstoring door geluid EHS Geluidbelasting (db(a)) Huidige situatie (ha) Referentie (ha) Klassiek (ha) Mozaïek (ha) Dynamiek (ha) < - > Totaal Totaal > Door de voorgenomen ingreep is er bij de varianten sprake van een toename van het geluidbelast oppervlak boven de db(a) ten opzichte van de referentie met %. De verschillende varianten zijn niet onderscheidend. Tabel..: Verstoring door geluid N-gebied Waal (Uiterwaarden Waal) Geluidbelasting (db(a)) Huidige situatie (ha) Referentie (ha) Klassiek (ha) Mozaïek (ha) Dynamiek (ha) < - > Totaal Totaal > Door de voorgenomen ingreep is er bij de varianten sprake van een toename van het geluidbelast oppervlak boven de db(a) ten opzichte van de referentie met %. De verschillende varianten zijn niet onderscheidend. Tabel..: Verstoring door geluid N-gebied Gelderse Poort Geluidbelasting (db(a)) Huidige situatie (ha) Referentie (ha) Klassiek (ha) Mozaïek (ha) Dynamiek (ha) < - > Totaal Totaal > Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

230 Door de voorgenomen ingreep is er bij de varianten sprake van een toename van het geluidbelast oppervlak boven de db(a) ten opzichte van de referentie met %. De verschillende varianten zijn niet onderscheidend. Bij de varianten is in alle gevallen sprake van een toename (score --). In het kader van de aanleg van de tweede stadsbrug is er voorzien in een compensatie van ha natuurgebied... H - Trillingen aanlegfase De transportroutes in de aanlegfase komen het dichtst in de buurt van de bestaande bebouwing. Met name de route gelegen dicht bij bestaande bebouwing aan de westzijde van het spoor kan daarbij potentieel trillingshinder opleveren gelet op de ligging. Deze routering is in alle varianten gelijk en alle varianten scoren daar licht negatief ten opzichte van de referentiesituatie (score -). Het verleggen van deze route kan dit negatieve effect wegnemen. De overige bronnen blijven relatief ver verwijderd van de bebouwing zodat daardoor geen potentiële trillingshinder ontstaat. Indien het intrillen of heien van damwanden noodzakelijk is dan zal dit zodanig worden uitgevoerd dat trillingshinder en of schade zoveel mogelijk wordt voorkomen. De exacte invulling hiervan zal bij het bouwproces in beeld dienen te worden gebracht... H - Luchtkwaliteit Onderstaand zijn de berekende concentraties stikstofdioxide en fijn stof weergegeven en beoordeeld. Alle gedetailleerde berekeningsresultaten zijn opgenomen in het achtergrondrapport Luchtkwaliteit. Stikstofdioxide De hoogst berekende jaargemiddelde concentraties NO zijn voor elke variant opgenomen in tabel... De jaargemiddelde concentraties NO zijn berekend voor de jaren, en. De grenswaarde van μg/m geldt vanaf het jaar. Tot die tijd geldt een tijdelijk verhoogde grenswaarde van μg/m. Aangezien het niet de verwachting is dat in Nederland deze verhoogde grenswaarde wordt overschreden, heeft de beoordeling daarom voor de jaren en plaatsgevonden. Tabel..: Hoogst berekende jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide per variant in μg/m variant pnt. waarde pnt. waarde pnt. waarde Referentie,,, Klassiek - -,, Mozaïek - -,, Dynamiek - -,, De berekende jaargemiddelde concentraties liggen ruim onder de in en geldende grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie NO. De voor elke variant berekende jaargemiddelde concentraties geven het beeld dat er weinig verschillen in resultaten tussen de varianten onderling zijn. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

231 Per jaar mag de uurgemiddelde concentratie NO vanaf het jaar niet meer dan keer hoger zijn dan µg/m. Uit de in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit vastgelegde relaties blijkt dat het toegestane aantal overschrijdingen van de grenswaarde voor de uurgemiddelde concentratie NO van µg/m niet wordt overschreden indien de berekende jaargemiddelde concentratie NO lager is dan µg/m. Dit is hier ruimschoots het geval. De uurgemiddelde grenswaarde voor NO zal derhalve niet meer dan keer per jaar worden overschreden. Fijn stof De hoogst berekende jaargemiddelde concentraties PM zijn voor elke variant opgenomen in tabel... De jaargemiddelde concentraties PM zijn berekend voor de jaren, en. De getoonde concentraties zijn reeds gecorrigeerd voor zeezout met µg/m. Tabel..: Hoogst berekende jaargemiddelde concentraties fijn stof per variant in μg/m variant pnt. waarde pnt. waarde pnt. waarde Referentie,,, Dynamiek - -,, Klassiek - -,, Mozaïek - -,, De berekende jaargemiddelde concentraties PM liggen ruim onder de in en geldende grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie PM. De voor elke variant berekende jaargemiddelde concentraties geven het beeld dat er weinig verschillen in resultaten tussen de varianten onderling zijn. Per jaar mag de mag de -uursgemiddelde concentratie PM vanaf het jaar niet meer dan keer hoger zijn dan µg/m. Uit de in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit vastgelegde relaties blijkt dat het toegestane aantal overschrijdingen van de grenswaarde voor de -uursgemiddelde concentratie PM van µg/m niet wordt overschreden, indien de jaargemiddelde concentratie PM (zonder de correctie voor zeezout) niet hoger is dan, µg/m. Dit komt overeen met een toetswaarde van, µg/m indien de zeezoutcorrectie wordt toegepast. Aangezien de hoogst berekende jaargemiddelde concentratie PM (, ug/m ) in lager ligt dan, µg/m, zal de grenswaarde voor de -uursgemiddelde concentratie PM op geen enkel beoordelingspunt meer dan keer per jaar worden overschreden. Conclusie Op basis van onderhavig luchtkwaliteitonderzoek kan worden geconcludeerd dat op alle beoordelingspunten (in elk jaar en in elke variant) wordt voldaan aan de op betreffend punt te toetsen grenswaarden zoals opgenomen in bijlage van de Wet milieubeheer. Derhalve kan worden geconcludeerd dat Titel. van de Wet milieubeheer geen belemmering vormt voor verdere besluitvorming. De onderlinge verschillen tussen de varianten zijn qua berekende concentraties dermate klein dat niet gesproken kan worden van een relevant verschil tussen de varianten. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

232 Voor alle drie de varianten zal er in de aanlegfase nagenoeg geen verschil ontstaan qua emissies en concentraties. De aan- en afvoer van materiaal en capaciteit om de werkzaamheden uit te voeren, wijken nagenoeg niet af voor de varianten. De concentraties stoffen in de lucht zijn geen onderscheidende factor voor de varianten in de aanleg- of realisatiefase... Samenvatting De effecten van de varianten op geluid en luchtkwaliteit zijn uiteindelijk vertaald naar een score. Een samenvatting van de scores is in onderstaande tabel aangegeven. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Hinder Beoordelingscriteria Referentie Variant Hinder Klassiek Mozaïek Dynamiek H Geluidbelasting geluidgevoelige bestemmingen (aanlegfase) Ha Geluidbelaste woningen, wegverkeer -- Hb Geluidbelaste woningen, railverkeer Hc Geluidbelaste woningen, scheepvaart H Geluidbelaste natuurgebieden H Trillingen H Luchtkwaliteit = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

233 . Gebruik en beleving.. Inleiding en methode De veranderingen in ruimtelijke beleving en gebruik van het gebied als gevolg van de rivierkundige ingreep worden in deze paragraaf in kwalitatieve zin in beeld gebracht. De beoordeling van deze ruimtelijke beleving vindt kwalitatief plaats aan de hand van een tiental criteria. Tabel..: criteria voor de beoordeling van de varianten Gebruik en beleving G Aantasting danwel versterking stedelijke verbinding Kwalitatief Nijmegen en Waalsprong G Versterking van de beleefbaarheid van het gebied Kwalitatief G Mate waarin de dynamische kwaliteiten van de Kwalitatief rivier in het projectgebied beleefbaar zijn G Stedelijke ontwikkeling Kwalitatief functieaantasting/versterking ruimtelijke kwaliteit G Mate van combinaties van functies Kwalitatief (multifunctionaliteit) G Mate van versterking identiteit Kwalitatief G Mate van robuustheid/ toekomstvastheid van het ontwerp Kwalitatief, met daarbij per variant een kwantitatieve beoordeling van de fysieke ruimte die beschikbaar blijft voor toekomstige ingrepen G Veranderingen bereikbaarheid/ verplaatsingen in relatie tot veranderingen van de infrastructuur Kwalitatief voor verschillende gebruikersgroepen met onderscheid voor bezoekers en zich via het projectgebied verplaatsende groepen G Recreatie op het land Kwalitatief G Recreatie op het water Kwalitatief = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect Voor een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar het achtergronddocument Ruimtelijke beleving... Huidige situatie en referentie Nijmegen is door de sprong over de Waal verdeeld in twee stedelijke gebieden. De rivier moet hier een scherpe bocht maken langs de stuwwal op. Daardoor zit de rivier vooral aan de zuidkant in een nauw keurslijf. Lent houdt een grotere afstand tot de Waal. De Lentse Waaloever vóór de stad is een gebied waar relatief weinig mensen komen, dit hangt nauw samen met de sfeer van ontoegankelijkheid welke gekoppeld is aan het traditionele agrarische gebruik. Dit gebied wordt voornamelijk vanaf de dijk beleefd. De Waal wordt tevens vanaf de tijd maar ook vanaf de beide bruggen en de Waalkade beleefd. De Waal biedt in het smalle gedeelte van het zomerbed, tussen de bruggen, fysiek weinig ruimte voor beleving van dynamische ecologische processen, zoals zandafzetting en rivierduinvorming. Er is de altijd stromende rivier, met zijn periodieke hoog waters, die zeker als de veiligheidsdreiging afneemt, op beleefd of ervaren kunnen worden als een elementaire en authentieke gebeurtenis in het rivierengebied. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

234 Een veelheid van functies komt in het studiegebied bijeen, van scheepvaart en rivierveiligheid tot wonen, landbouw en natuur. De recreatieve functie maakt een sterke opmars door. De agrarische functie is vooral aanwezig in het binnendijkse gebied. De landelijke sfeer en de dijk als doorgaande drager van de ruimtelijke ontwikkeling zijn eigenschappen die het gebied identiteit geven; de identiteit van een landelijk gebied met het wonen met een dorps karakter. Vanuit deze identiteit hebben Veur-Lent en de kern Lent zich na de bouw van de Waalbrug in steeds meer afgekeerd van de stedelijke ontwikkeling, maar heeft de kern tegelijkertijd haar middenstand zien teruglopen, haar agrarische bedrijvigheid zien verdwijnen en de drukte op de verkeersaders zien toenemen. Figuur..: Luchtfoto Lent (linkerzijde) en Nijmegen (rechterzijde) huidige situatie Het gebied is nu al goed bereikbaar voor de huidige bewoners en huidige bezoekers zoals wandelaars en fietsers; deze worden in dit MER rapport de huidige gebruikersgroepen genoemd. De Waal bij Lent is echter niet erg toegankelijk voor de recreatievaart. Dit geldt tevens voor de uiterwaarden en het binnendijkse gebied welke voor voetgangers/wandelaars minder goed bereikbaar zijn... G - Aantasting/versterking stedelijke verbinding De neutrale tot positieve scores in de drie varianten ontstaan door de toenemende mogelijkheden voor de stad Nijmegen om de rivier te omarmen, te beleven, te bezoeken, te bewonen (in meer of mindere mate) en te doorkruisen. De langere routes over via de bruggen over het water beschouwen wij daarbij als een neutraal tot positief punt, in elk geval niet negatief. Nadelig zou kunnen zijn dat de bewoners in de Waalsprong fysiek verder van de oude rivier en de oude stad af komen te zitten en er een minder sterk Nijmegen-gevoel ontstaat. Daartegenover staat echter dat de dijkteruglegging méér oppervlak Waal genereert, en de rivier dus naar de Waalsprongbewoners toekomt in plaats van andersom. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

235 Het sterkst manifesteert zich dit in klassiek, door de dichte bebouwing die een brug slaat tussen de stadsdelen, en in dynamiek door de vrije toegankelijkheid van het projectgebied voor de stedelingen en de toekomstige, aan de bijzondere ligging gerelateerde stedelijke functies op het stadseiland (score +++). Mozaïek scoort neutraal (score ) omdat hier de nieuwe woningbouw leidt tot een besloten domein, waar de stad verder weinig mee heeft... G - Versterking en beleefbaarheid van het gebied Geen van de varianten scoort negatief, omdat het huidige gebied weinig toegankelijk is en op dit moment alleen vanaf de dijken beleefd kan worden. Alle varianten voegen hier wat aan toe. Er bestaat onderscheid tussen de varianten: variant klassiek scoort licht positief (score +), omdat de beleefbaarheid wel iets toeneemt t.o.v., de referentie, maar de toegankelijkheid van de nieuwe rivieroevers toch zeer beperkt blijft door het voortzetten van het op agrarische patronen gerichte beheer en de beperkte recreatieve mogelijkheden. Het eiland is sterk stedelijk ingericht. De verlengde Waalbrug is uitgevoerd als een onderdeel van de bestaande Waalbrug, onderschikt daaraan en voegt daarom weinig toe aan de beleving van het gebied. De nieuwe bruggen naar het stadseiland en het strandeiland zijn sober. Gebouwen, architectuur en recreatieftoeristische evenementen/activiteiten dragen eveneens bij aan een grotere beleefbaarheid, de mogelijkheden van ontmoetingen van het gebied. Variant mozaïek scoort positief (score ++) omdat de toegankelijkheid vergroot wordt t.o.v. de huidige situatie, er komen meer paden en meer attracties. De elementen die aan het gebied worden toegevoegd, zijn echter niet altijd karakteristiek voor het rivierengebied, waardoor er een mengelmoes kan ontstaan van verschillende zaken; waardoor de belevingswaarde weer vermindert Ook is het stadseiland in de variant mozaïek ingericht als een privaat domein, waar voor nietbewoners weinig te beleven valt. Variant dynamiek levert de meeste mogelijkheden op voor beleving van het gehele gebied (score +++): het stadseiland wordt een publiek domein, de dynamische oevers van de nevengeul en de rivier worden vrij toegankelijk en beleefbaar. De nevengeul zelf wordt permanent stromend en is levert voor de recreatievaart en de watersport vanwege de bevaarbaarheid een schitterende route op... G - Beleefbaarheid dynamische kwaliteiten rivier De drie varianten zijn allen positief voor de beleefbaarheid van de dynamische kwaliteiten van het gebied ten opzichte van de referentie. De rivier krijgt er fors meer overstromingsgebied bij en de grotere toegankelijkheid waarborgt dat daar ook van genoten kan worden. De variant dynamiek scoort daarbinnen beter dan de andere twee (score +++), door de keuze om de dynamische kwaliteiten van de rivier, zoals zo lang mogelijk vrije afstroming, erosie en sedimentatieprocessen, natuurlijke begrazing en spontane vegetatieontwikkeling de vrije loop te geven. Met name de dynamische hoogwaterdrempel is in de variant dynamiek een sterk pluspunt en kan een publiekstrekker van formaat worden voor het gebied. De oplossingen die in de variant dynamiek voor de beide eilanden zijn gekozen sluiten goed aan bij het dynamische karakter van het rivierengebied en verklaart daarom de betere score ten opzichte van mozaïek (score ++) en klassiek (score +). Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

236 .. G - Stedelijke ontwikkeling In alle varianten is sprake van een positieve stedelijke ontwikkeling, mits uitgegaan mag worden van de tendensen wereldwijd om stedelijke rivierfronten te herontwikkelen, ruimte te maken voor recreatie en riviernatuur te herstellen. Veur Lent is -hoewel lokaal en regionaal een tijd lang omstreden- een spectaculaire uitdaging in de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. Het hoeft daarom verder geen betoog dat de varianten allen een versterking van het stedelijke gebied betekenen en daarmee positief scoren. Vanuit het criterium functieaantasting of versterking ruimtelijke kwaliteit stedelijke ontwikkeling is een voordeel van de variant klassiek (score +) de hoogstedelijke invulling op het stadseiland, en het behoud van traditionele uiterwaardengebruik. Daarentegen bieden de twee andere varianten evenzeer uitdagingen (score ++): voor de toekomst door de ruimtelijke reservering (in dynamiek), waarmee ook de mogelijkheid ontstaat dat het Stadseiland helemaal als landschappelijk park wordt bestemd en door de watergerelateerde en dus iets aan de stad toevoegende woningen in de variant mozaïek... G - Combinatie van functies De variant klassiek kiest voor een traditionele inpassing van de maatregelen t.b.v. de rivierveiligheid, het intensief benutten van de bebouwingspotenties op het toekomstige stadseiland en het op historische leest gestoelde extensieve agrarische gebruik van de resterende ruimte. Hoewel daarmee al drie functies met elkaar worden gecombineerd en de variant niet negatief scoort, ontstaat hier relatief weinig ruimtelijke interactie tussen de functies (score +). Ook voor nieuwe gebruiksfuncties, bijvoorbeeld initiatieven op het vlak van de vrijetijdseconomie biedt de relatief traditionele invulling van de intensieve stedelijke ontwikkeling niet per definitie ruimte voor andere, bijvoorbeeld meer creatieve functies. De varianten mozaïek en dynamiek bieden aan combinaties van functies méér ruimte, ieder op hun eigen manier, en scoren daarom positief respectievelijk zeer positief. Mozaïek biedt een aantrekkelijke en meer toegankelijke hoogwatergeul waarin allerlei recreatieve functies een plek kunnen krijgen, met name op het vlak van de waterrecreatie (score ++). De hoogwatergeul met zijn beoogde natuurlijke drempelconstructie en waterstandsverschil biedt ruimte voor beleving van het stromende water. De robuuste inrichting en de relatief grote schaal en uitgestrektheid maakt ook intensievere vormen van waterrecreatie mogelijk, zoals dat bij een rivierstad past. Ook de oevers worden toegankelijker waardoor er meer gebruiksmogelijkheden ontstaan zoals horeca, vissen, picknicken en strandvertier. Zeker als ook aangrenzende gebieden nog beter in het project worden betrokken. Dynamiek biedt door de invulling met robuuste natuur naast de gebruiksmogelijkheden van mozaïek, dus inclusief de waterrecreatie, ook veel ruimte aan natuurgerelateerde functies op het vlak van struinen, speelnatuur en avontuurlijke buitenschoolse activiteiten (score +++). W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

237 .. G - Versterking identiteit plangebied De drie varianten geven allen een positief effect t.a.v. de versterking van de identiteit van het plangebied. Daarbij moet gezegd dat het gebied nu niet identiteitsloos is, integendeel. De landelijke sfeer en de dijk als cultuurhistorisch belangrijke drager van de ruimtelijke ontwikkeling zijn op dit moment zeker eigenschappen die het gebied identiteit geven; de identiteit van een landelijk gebied met woningen in een dorps karakter. Wanneer uitgegaan wordt van de identiteit van de Waal, zoals in de handreiking ruimtelijke kwaliteit voor de Waal is beschreven, doet dynamiek het meest recht aan de unieke eigenschappen van de dynamische rivier en scoort daarmee het meest positief (score ++), variant klassiek scoort het minst (score +). Minpunt vanuit de beleving van de identiteit is de ophoging van delen van het Stadseiland, waarmee het karakter van de overblijvende dijk wordt aangetast. Figuur..: Impressie combinatie van functies.. G - Robuustheid/toekomstvastheid ontwerp Dit criterium behandelt de eventuele verschillen in de mate van robuustheid en duurzaamheid van de drie varianten ontwerp. De scores geven aan dat klassiek negatief wordt beoordeeld (score -): De keuze voor voortzetting van het agrarische beheer leidt tot weinig functiecombinaties en zal daarmee maatschappelijk het snelst onder druk komen te staan. Daarnaast heeft agrarisch beheer in de uiterwaarden weinig toekomstperspectief vanwege de toenemende hoog waterinvloed en waterkwaliteitsdoelstellingen, waardoor verdere intensivering niet mogelijk is en de geringe ecologische winst. Qua toekomstvastheid is de intensieve bebouwing op het stadseiland in deze variant op zich een pluspunt omdat het een courante, en aantrekkelijke woonlocatie zal zijn. Anderzijds beperkt de intensiteit van de bebouwing mogelijk ruimte om op langere termijn extra ruimte voor de rivier te creëren. Vanuit de veiligheidsdoelstelling van de PKB moet de keuze voor een intensief bebouwingsprogramma daarom leiden tot een negatieve score op de toekomstvastheid. De variant dynamiek scoort zowel op het vlak van robuustheid als toekomstvastheid positief (score ++). De mate van flexibiliteit is groot, zowel in het ruimtelijke ontwerp van de groenblauwe onderdelen. Voorbeelden zijn dat de begroeiing op basis van ecologische processen en met begrazingsbeheer zullen worden ingevuld. Deze situatie kan vrij eenvoudig worden aangepast aan gewijzigde rivierkundige eisen, met behoud van doelen op het vlak van dynamische riviernatuur in het kader van Natura. Tot de robuustheid en de toekomstvastheid is daarnaast positief beoordeeld dat de stedenbouwkundige streefsituatie niet volledig wordt vastgelegd in deze planperiode. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

238 Variant mozaïek scoort licht positief (score +), maar minder positief dan dynamiek. Dit schuilt vooral in de patroongestuurde groenblauwe inrichting, die minder robuust is dan bij dynamiek en meer bijsturing zal vergen in het beheer, maar ook weer robuuster dan de agrarische aanpak in de variant klassiek. De toekomstvastheid is eveneens positief, omdat er minder ingrijpend dan in variant klassiek is om herzieningen van het ontwerp door te voeren op langere termijn... G -Veranderingen bereikbaarheid De nieuwe nevengeul doorsnijdt de huidige Waalbandijk, waardoor er veel verandert in de bereikbaarheid van het gebied. In alle drie de varianten worden deze veranderingen op tal van manieren opgevangen. Zo komen er altijd twee bruggen over de nevengeul die het Waalspronggebied verbindt met het westelijke (landelijke) en oostelijke (stedelijke) deel van het nieuwe eiland. Ook de drempel is in alle gevallen berijdbaar en vanaf de tweede stadsbrug, de snelbinder en de Waalbrug komen er voorzieningen voor voetgangers en fietsers om het eiland te bereiken. Bij de beoordeling van de varianten is onderscheid gemaakt tussen bewoners en bezoekers en is de wijze van vervoer in beschouwing genomen (zie tabel..). De variant klassiek scoort neutraal. Zowel bezoekers als bewoners per auto moeten in de nieuwe situatie verder rijden om het eiland te bereiken, maar hebben wel betere aansluiting op de Prins Mauritssingel. Voor bezoekers op de fiets neemt het aantal mogelijkheden echter sterk toe, door de rondweg op het stadseiland, het fietspad naar de westkant van het eiland en de nieuwe op- en afritten op de bruggen. De variant dynamiek scoort neutr omdat bewoners per auto alleen via de oostzijde, via een nog langere weg hun woning op het eiland kunnen komen. Ook bewoners per fiets zijn nu langer onderweg. Voor bezoekers op de fiets nemen de mogelijkheden wel toe, maar minder dan in klassiek. Wandelaars profiteren het meest door de vrije toegang in het gehele buitengebied. De variant mozaïek en dynamiek scoren het best omdat de Groene dijk nu toegankelijk is voor autoverkeer, waardoor De Stelt en het oostelijke deel van het Waalspronggebied een extra verbinding krijgen. Fietsers kunnen in deze variant via een half verharde weg het westelijk deel van het eiland bereiken en ook voor wandelaars zijn er tal van paden waarlangs zij zich door het gebied kunnen verplaatsen. Tabel..: Het criterium G voor de drie varianten. Beoordelingcriteria Klassiek Mozaïek Dynamiek Bewoners Fiets - Bewoners auto - -- Bezoekers fiets Bezoekers auto Bezoekers wandelen + ++ Totaal G + W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

239 .. G - Recreatie op het land De drie varianten voegen positieve elementen toe aan het recreatieve gebruik (zie ook G en G). Dit is bij Klassiek minder uitbundig dan bij Dynamiek en Mozaïek omdat de ruimtelijke invulling meer beperkt blijft tot de wegen- en padenstructuur en de stranden, er vanuit gaande dat het agrarische beheer zich niet verenigt met vrije toegankelijkheid. In mozaïek is door de mengelmoes van patronen en processen weinig houvast voor het recreatieve product, ook op het vlak van recreatie dreigt een allegaartje van functies te ontstaan. Bovendien is het stadseiland privaat ontwikkeld en is daarbinnen geen plaats voor recreatieve bestemmingen. Dynamiek scoort het beste omdat in deze variant de als grootschalige riviernatuur te beheren ruimte allerlei mogelijkheden biedt voor het publiek om in het gebied te komen en verblijven, met name langs de oevers. Daarnaast legt de publieke invulling van het Stadseiland in de andere varianten beperkingen op aan de intensiteit van het recreatieve gebruik, en dit is bij variant Dynamiek nog het minste het geval... G - Recreatie op het water Het leidt geen twijfel dat de dijkteruglegging met de forse hoogwatergeul nieuwe kansen biedt voor de waterrecreatie. In alle varianten is een positieve score opgetekend, met een onderscheid in de extra voorzieningen die in sommige varianten zijn opgenomen, zoals een doorvaarbare drempel (variant Dynamiek), een recreatiehaven (Mozaïek en Klassiek) en de roeibaan (Klassiek en Mozaïek). Het onderscheid in de scores is gemaakt op basis van de totale ruimte die in de varianten aan watersport wordt geboden, waarbij de extra oeverlengte bij Mozaïek de doorslag heeft gegeven... Samenvatting Er is gekeken naar de eindsituatie, niet naar de tijdelijke situatie zoals die tijdens de planperiode zal voordoen. Tabel..: Beoordelingscriteria ruimtelijke beleving en gebruik Beoordelingscriteria Ruimtelijke beleving en gebruik G Aantasting dan wel versterking stedelijke verbinding Nijmegen en Waalsprong G Versterking van de beleefbaarheid van het gebied G Mate waarin de dynamische kwaliteiten van de rivier in het projectgebied beleefbaar zijn G Stedelijke ontwikkeling functieaantasting/versterking ruimtelijke kwaliteit G Mate van combinaties van functies (multifunctionaliteit) G Mate van versterking identiteit van het projectgebied G Mate van robuustheid/ toekomstvastheid van het ontwerp Referentie Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

240 Beoordelingscriteria Ruimtelijke beleving en gebruik Referentie Variant G Veranderingen bereikbaarheid/ + verplaatsingen in relatie tot veranderingen van de infrastructuur G Recreatie op het land G Recreatie op het water = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect. Kosten en baten.. Inleiding Voor het project is een Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA) uitgevoerd (zie achtergrondrapportage MKBA), die dient als beleidsondersteunend instrument. In de MKBA zijn investeringen en economische, maatschappelijke en ecologische kosten en baten van de verschillende varianten op een overzichtelijke manier met elkaar vergeleken. Hierbij worden de effecten zoveel als mogelijk in geld uitgedrukt, wat een monetaire maat geeft van de effecten op het welzijn van de bevolking. Het doel is om inzichtelijk te maken wat de verschillen zijn in maatschappelijk rendement tussen de verschillende varianten om tevens een inschatting te geven over de onzekerheid van de schattingen... K Kosten en baten Aan de hand van de gekozen ontwerpoplossingen is een inschatting gemaakt van de effecten die zullen optreden in het projectgebied ten gevolge van de uitvoering van de varianten. Eerst is een kwalitatieve beschrijving gegeven van de effecten waarna er een kwantitatieve beoordeling van de verschillende gevonden effecten is gegeven. Deze kwantitatieve beoordeling wordt gebruikt voor de berekening van het maatschappelijk rendement van de varianten. De MKBA tabel laat zien dat de investeringskosten voor de varianten liggen tussen de miljoen en miljoen voor de varianten Klassiek, Mozaïek en Dynamiek. De uiteindelijke score hangt sterk af van de soort en het moment van het te ontwikkelen vastgoed (de baten). Het vastgoed valt buiten de scope van dit project en daarom zijn de baten niet in de beoordeling betrokken. Tabel..: Samenvatting MKBA (excl. baten) Beoordelingscriteria Ref. Variant Maatschappelijke kosten en baten analyse in miljoen (excl. BTW) Klassiek Mozaïek Dynamiek K Project uitvoeringskosten W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

241 . Overzicht effectbeoordelingen en analyse In de voorgaande paragraven zijn alle effecten beschreven voor de verschillende varianten. In de onderstaande tabel treft u het totaaloverzicht aan van de effectbeoordeling. De variant Klassiek (met de smalste nevengeul, ophoging van het eiland en optie tot aanleg van een roeibaan), Mozaïek (met een bredere geul met flauwe oevers en het eiland dat niet opgehoogd wordt) en Dynamiek (met zandbanken in de geul, bovenstrooms een inlaat en een opgehoogd eiland) worden hierin vergeleken. De effecten van de varianten zijn afgezet tegen de referentie, die op nul gesteld is om een relatieve vergelijking tussen de varianten mogelijk te maken. In de tabel zijn de criteria waarbij sprake is van verschillende effecten tussen de varianten met een kleur aangegeven. Thema s waar geen onderscheid is tussen de effectbeoordeling, zijn in het wit aangegeven. Dit geldt ondermeer voor het thema kwel (onderdeel van criteria W). Het is een uiterst belangrijk onderwerp, maar omdat alle varianten als uitgangspunt hebben dat de kwelsituatie in Lent als gevolg van de dijkteruglegging niet mag verslechteren, is het thema niet onderscheidend in de keuze. Hetzelfde geldt voor het onderwerp bereikbaarheid. Ook hierover zijn randvoorwaarden geformuleerd, waar alle varianten na beoordeling in dit MER aan voldoen. Uit tabel.. blijkt dat de variant klassiek relatief het slechtst scoort, dit komt vooral door de lage score voor de effecten op natuur en gebruik en beleving. Dynamiek scoort relatief het best bij de effecten natuur, waterbeheer en kwaliteit, landschap en gebruik en beleving. Mozaïek scoort relatief het best bij het effect cultuurhistorie. Alle alternatieven scoren grotendeels gelijk bij bodem en hinder. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

242 Tabel..: Totaaloverzicht effectscores varianten (afgeleid uit hoofdstuk ) met grijsgetint aangegeven de criteria/ effectscores waarbij sprake is van verschillen tussen de drie varianten Beoordelingscriteria Rivier en veiligheid Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek R Waterstandsdaling R Opstuwing benedenstrooms: R Morfologie + -- R Robuustheid Natuur N Verandering areaal natuur per ecotooptype Robuustheid natuur/dynamische processen +/- +/- +/- N Instandhoudingsdoelstellingen N Behoud en versterking beschermde en zeldzame soorten N Verstoring natuurwaarden N Ontwikkeling waardevolle gradiënten + +/++ ++ Bodem B Verandering bodemkwaliteit bij grondverzet B Verandering blootstelling verontreinigde grond B Grondbalans Waterbeheer en kwaliteit W Grondwater W Oppervlaktewater Landschap L Effecten op grote schaal: landschapstypes en ruimten - L Effecten op grote schaal: relaties en herkenningspunten L Effecten op de kleine schaal: landschapselementen L Effecten op identiteit en leesbaarheid van het landschap Cultuurhistorie C Waterstaat; strijd tegen het water C Verdediging en oorlog C Verbindingen; patronen van nederzettingen C Economie; leven van het land Archeologie A Aantasting archeologische waarden Verkeer en vervoer V Leefbaarheid en veiligheid verkeer V Bereikbaarheid voor gemotoriseerd verkeer V Bereikbaarheid voor fiets, OV en minder validen Scheepvaart en externe veiligheid S Scheepvaart S Externe veiligheid transportassen W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

243 Beoordelingscriteria Hinder Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek H Geluidbelasting geluidgevoelige bestemmingen (aanlegfase) Ha Geluidbelaste woningen, wegverkeer -- Hb Geluidbelaste woningen, railverkeer Hc Geluidbelaste woningen, scheepvaart H Geluidbelaste natuurgebieden H Trillingen H Luchtkwaliteit Gebruik en beleving G Aantasting dan wel versterking stedelijke verbinding Nijmegen en Waalsprong G Versterking van de beleefbaarheid van het gebied G Mate waarin de dynamische kwaliteiten van de rivier in het projectgebied beleefbaar zijn G Stedelijke ontwikkeling functieaantasting/ versterking ruimtelijke kwaliteit G Mate van combinaties van functies (multifunctionaliteit) G Mate van versterking identiteit van het projectgebied G Mate van robuustheid/ toekomstvastheid van het ontwerp G Veranderingen bereikbaarheid/ verplaatsingen in + relatie tot veranderingen van de infrastructuur G Recreatie op het land G Recreatie op het water Kosten K Project uitvoeringskosten (mlj. euro) Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

244 W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

245 VOORKEURSVARIANT. Afweging varianten Na de beoordeling van de drie varianten heeft een brede afweging plaatsgevonden. Daarbij zijn drie sporen gevolgd:. Toetsing aan milieueffecten in het kader van het MER;. Toetsing bij belanghebbenden middels een consultatieronde;. Beschouwing vanuit de visie op het gebied en het Ruimtelijk kader. Figuur.: Afwegingskader Voorkeursvariant De belangrijkste bevindingen van de drie sporen worden hieronder achtereenvolgens toegelicht. Toetsing bij belanghebbenden De varianten Klassiek, Dynamiek en Mozaïek vormden de basis voor gesprekken met een aantal externe partijen en zijn besproken met betrokken organisaties als Rijkswaterstaat, het waterschap Rivierenland, de provincie Gelderland, Dienst Landelijk Gebied en de programmadirectie Ruimte voor de Rivier (PDR) alsook met enkele belanghebbenden zoals het Platform Waalsprong en watersportverenigingen, Phocas, natuurverenigingen en de ANWB. Samenvattend kunnen de volgende conclusies uit de consultatie worden getrokken: over het algemeen instemmende reacties en sympathie voor het plan en de ruimte die het op plekken laat voor toekomstige initiatieven; instemming met keuze voor een focus op de leidende elementen (casco) geul, kade, bruggen en waterkering; op het thema natuur, voorkeur voor uitgangspunten van de variant Dynamiek; er wordt aandacht gevraagd voor een goede onderbouwing van de balans tussen het verlies aan bestaande en de ontwikkeling van nieuwe natuur; ontwerp van de dijkteruglegging moet worden bezien in samenhang met andere ruimtelijke ontwikkelingen. Bepaal de gevoeligheid van het plan voor andere ontwikkelingen en zoek overleg en afstemming met de plannen van o.a. de GEM; aandacht voor de scheepvaart (de invloed van de nevengeul op de scheepvaart op de Waal als gevolg van aanzanding); aandacht voor kwel en bereikbaarheid; aandacht voor een wedstrijdroeibaan. Bovenstaande inzichten die tijdens de consultatieronden naar voren kwamen zijn bij het opstellen van de Voorkeursvariant ter harte zijn genomen. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

246 Toetsing aan milieueffecten In hoofdstuk van deze MER zijn de drie varianten beoordeeld op verschillende milieucriteria. Uit de effectenbeoordeling blijkt dat alle varianten grotendeels gelijk scoren bij bodem en hinder. De variant Klassiek scoort in de beoordeling relatief minder goed dan de varianten Mozaïek en Dynamiek. Dit komt vooral door de lage score voor de effecten op natuur en gebruik en beleving. De scores van de varianten Mozaïek en Dynamiek liggen dichter bij elkaar. Hoewel de variant Mozaïek relatief het minst slecht scoort bij het effect cultuurhistorie, scoort deze variant over het algemeen slechter op de overige effecten dan de variant Dynamiek. Deze variant Dynamiek scoort namelijk relatief het best op de effecten voor natuur, waterbeheer en kwaliteit (KRW-doelen), landschap en gebruik en beleving. Daarmee behaalt de variant Dynamiek ook de beste score voor de realisatie van een oplossing met een goede ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast voldoet deze variant ruim aan de rivierkundige taakstelling voor de korte termijn en biedt de variant goede kansen om het streefdoel voor de lange termijn te behalen. De effectenbeoordeling van het MER laat hiermee een voorkeur zien voor de variant Dynamiek als basis voor de Voorkeursvariant. Omdat de variant dynamiek ook minder sterke elementen kent, worden de basisuitgangspunten uit Dynamiek aangevuld met sterke elementen uit de andere varianten om te komen tot de Voorkeursvariant. Beschouwing vanuit de visie op het gebied De varianten onderscheiden zich door de manier waarop ze de combinatie van de stedelijke, water- en natuuropgave in zich hebben verwerkt. Om tot een variantkeuze te komen, moeten de drie opgaven niet apart bekeken en beoordeeld worden, maar in samenhang, waarbij gestreefd wordt naar een evenwichtige invulling. Eén van de bijzonderheden van het project Ruimte voor de Waal is de combinatie van de wateropgave en de stedelijke opgave voor het gebied. In eerste instantie wordt de stadsuitbreiding Waalsprong beperkt door de noodzaak om ruimte te scheppen voor de rivier. Dit ogenschijnlijke conflict kan echter worden omgedraaid in een unieke kans om de stad en de rivier op verschillende fronten dichter bij elkaar te brengen. In het te ontwikkelen gebied is reeds bepaald dat er bebouwing gerealiseerd zal worden direct achter de waterkering en het is zeer wenselijk om geen harde grenzen te creëren tussen stad en rivier (zoals langs de Waalkade min of meer het geval is), maar juist uitnodigende ontmoetingsplekken, waar de rivier daadwerkelijk kan worden beleefd. Voor deze beleving zijn de kenmerken van de geul zelf van bijzonder belang. Bij het streven naar een authentieke beleving van de rivier aan het stadsfront past geen dode rivierarm met stagnant water aan de bovenzijde, maar een geul die aan beide zijden is aangetakt aan de Waal en waarin het water stroomt, zoals in de variant Dynamiek. De aanwezigheid van deze open rivierarm zal zorgen voor een natuurlijke variatie en een wisselend beeld dat maar weinig stadsparken kunnen bieden. De Gemeente Nijmegen heeft daarom ook duidelijk in het Ruimtelijk Plan de wens geuit om een Dynamisch Rivierpark te realiseren. Een fascinerend natuur- en recreatiegebied binnen loopafstand van het centrum van Nijmegen. In dit rivierpark zal namelijk niet de natuur reageren op de natuurlijke wisselingen, maar ook de bewoners, ondernemers en bezoekers zullen in alles rekening houden met de wisselende waterstanden, met name als deze zichtbaar en voelbaar in alles wordt ervaren. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

247 Naast de verwevenheid van de stedelijke en wateropgave, geldt hetzelfde voor de natuurlijke opgave aangezien de natuur in het gebied zich op loopafstand bevindt van de huidige en nieuwe bewoners van Lent. Het is de nadrukkelijke wens van de Gemeente Nijmegen om ook de natuuropgave met de andere opgaven met elkaar te verweven, en geen harde scheidingen aan te brengen. Dit betekent onder meer dat het gehele gebied toegankelijk moet zijn voor recreanten, met eerder een natuurlijke zonering dan fysieke scheidingen, en dat gestreefd moet worden naar een type natuur dat zich met recreatie goed verdraagt. Ook de geul kent tegelijkertijd verschillende functies (waterafvoer, natuur en recreatie) met een zekere zonering van het drukke centrum tot de rustiger delen langs de uiterwaarden in het westelijk en oostelijk deel van het gebied. Deze verweving van functies is het duidelijkst aanwezig in de variant Dynamiek. De hierboven beschreven functieverweving van de drie verschillende opgaven zal zorgen voor een metamorfose van het gebied aan de noordzijde van de Waal. Niemand kan precies voorspellen wat er in het volledig heringerichte gebied zal gaan gebeuren of waar op termijn behoefte aan zal ontstaan. Dit vraagt om een inrichting op hoofdlijnen met een grote mate aan vrijheid voor toekomstige invulling van het gebied. Er moet ruimte gelaten worden voor toekomstige generaties om de betekenis van dit gebied gaandeweg te ontdekken en in te vullen. Irreversibele ingrepen willen we dus beperken en voor zover we ze doen is dat vooral om in te kunnen spelen op ontwikkelingen en trends die nu al zichtbaar zijn: individueel sporten, informele feesten en partijen, een sterk groeiende belangstelling voor de rivier en de ruimtelijke kwaliteit van het rivierenlandschap. Deze invulling kan de mens als individu geven door bijvoorbeeld te recreëren of festivals te organiseren in het nieuwe gebied. Bovenstaande kwaliteiten van het gebied moeten dus in het ontwerp zoveel mogelijk de ruimte te krijgen.. Variantenkeuze De hierboven beschreven visie op het gebied en aandachtspunten zijn voornamelijk terug te vinden in de variant Dynamiek, die inzet op het maximaal benutten van de kracht van dit gebied. Dit in de wetenschap dat verzet tegen de natuurlijke systemen afbreuk zal doen aan de bijzondere kwaliteiten en potenties van dit gebied. Dit komt, in tegenstelling tot de andere twee varianten, voornamelijk tot stand door de doorstroming en peilfluctuaties zoveel mogelijk toe te laten in de nevengeul en de ruimte vervolgens zodanig in te richten dat de dynamische kwaliteiten van de Waal en de verweving van de functies volop tot hun recht komen. De variant Dynamiek leidt ertoe dat de drie opgaven optimaal gebalanceerd worden en integreert in sterke mate de processen die door de natuur opgang gebracht worden (laag en hoogwater, ijs, verzanding, eilandvorming e.d.) dan wel die door mensen opgang gebracht worden (spontane activiteiten, kleinschalige zomer evenementen e.d.). Verder zijn de grenzen tussen bebouwd en onbebouwd, land en water, hoogwatervrij en overstroomd diffuus en met speciale aandacht voor de dynamiek - in zowel de samenleving, de natuur als de rivier - ingericht. De keuze voor deze variant is ook een keuze in de tijd. De ruimte wordt opengelaten aan toekomstige generaties om de betekenis van dit gebied gaandeweg te ontdekken en in te vullen. Onomkeerbare ingrepen worden beperkt. Het ontwerp biedt ruimte aan bijzondere activiteiten en (tijdelijke) evenementen. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

248 Bij de bepaling van de uiteindelijke Voorkeursvariant zijn er een aantal aanpassingen die doorgevoerd zullen worden om deze variant te optimaliseren door elementen uit de andere varianten toe te voegen. De keuze voor de uiteindelijke Voorkeursvariant betreft vooral een keuze over de vorm, ligging en functies van de hoofdelementen de nevengeul, de (nieuwe) waterkering (dijk en kade), de landtong (eiland Veur-Lent en westelijke landtong) en de bruggen.. Hoofdlijn van de VKV De Voorkeursvariant bestaat uit weloverwogen keuzen voor het gehele gebied en de elementen daarbinnen en is gebaseerd op een maximale functieverweving van de opgaven in het gebied waarbij toekomstige generaties de gelegenheid krijgen om dit gebied te ontdekken en in te vullen. Met de Voorkeursvariant wordt de ruimte zodanig ingericht dat de dynamische kwaliteiten van de Waal en de verweving van de functies volop tot hun recht komen. De ruwe geul, robuuste natuur, het stedelijke eiland met recreatiemogelijkheden, de natuurlijke inpasbaarheid in het gebied en uitstekende bereikbaarheid met de directe omgeving zijn hierbij kenmerkende elementen. De VKV sluit op veel aspecten aan bij de variant Dynamiek, maar kent ook enkele duidelijke afwijkingen. Dit betreft: hoogte Stadseiland (opgehoogd en stedelijk van karakter, vanwege afspraken tussen het Rijk, de gemeente Nijmegen en GEM om een hoogwatervrij bebouwbaar oppervlak te creëren), brug naar westelijk eiland (niet drijvend, vanwege wens Gemeente Nijmegen om de mogelijkheid van grote evenementen op het Waalveld voor te toekomst open te houden en dus een brug te maken waar hulpdiensten ongehinderd overheen kunnen), en tenslotte de Groene dijk (een klassieke dijk, vanwege het ruimtebeslag versus de wens voor bebouwing aan de binnenzijde).de hoofdlijn van het VKV wordt hieronder besproken. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

249 Stadsbrug Oosterhoutse dijk Waalveld Citadelbrug Groene dijk Westelijke landtong Geul Snelbinderplein Kade Promenade Prins Mauritsplein Verlengde Drempel Waalbrug Spoorbrug met Snelbinder Baai Brug Veur Lent Veur Lent Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

250 W./R//VVDM/Nijm Ruimte voor de Waal MER juli - - Definitief rapport

251 Het nieuwe gebied tussen Nijmegen en Lent zal bestaan uit een verlegde dijk en een geul die water bergt en doorvoert, die zowel beneden- als bovenstrooms met de Waal verbonden is en daardoor jaarlijks maximaal ruimte biedt voor de wisselende waterstanden en die bovendien een grote recreatieve functie gaat vervullen voor de stedeling. De geul zal bieden wat de Waal niet biedt, variatie in diepten en oevers gericht op recreatie(vaart), stedelijk vertier, ruimte voor natuurlijke processen. Door manifeste aanwezigheid van de Spoorburg valt de ruim vier kilometer lange geul ruimtelijk uiteen in twee delen, te weten een deel waar de natuur het beeld bepaalt en een gedeelte waar vooral stedelijke activiteiten op en om gaan plaatsvinden (De Baai). Bij de zuidwestpunt van het eiland is een voor de pleziervaart natuurlijke toegang tot de geul. Daar varen de wat grotere schepen merkbaar een natuurgebied binnen, zichtbaar aan de oevers en de aanpalende uiterwaarden. Ten oosten van de spoorbrug begint De Baai. Daar biedt de waterpartij maximaal ruimte aan alle soorten van pleziervaart. Hier wordt zo veel mogelijk gelopen langs de waterkant om vanaf die routes vergezichten over De Baai en de meer oostelijk gelegen natuurgebieden te hebben. Met de dijkteruglegging komt dus ook voor planten en dieren meer ruimte beschikbaar in de nieuw gecreëerde uiterwaarden en ook in kwalitatieve zin zal de natuur hier met sprongen vooruit gaan. De nieuw ontstane natuur zal tegen een stootje kunnen en verweven zijn met recreatie in het gebied. Evenals bij de geul is ook wat betreft het eiland sprake van een verschil tussen het oostelijke en westelijke deel, met de spoorbrug als overgang. In het westelijke deel van het eiland is de natuur sterk aanwezig, terwijl het oostelijke deel wordt stadseiland genoemd wordt aangezien op en om dit eiland vooral stedelijke activiteiten zullen spelen. Het stadseiland wordt met een brug gekoppeld aan de kade op Lentse zijde en is daardoor ook met de auto bereikbaar voor de eilandbewoners. In het oosten is het eiland met een deels doorlaatbare dam (de instroom van de geul) gekoppeld aan de Bemmelsedijk. Ter hoogte van de geplande wijk Citadel is over de geul een oeververbinding geslagen, die primair bedoeld is voor recreanten en voor bezoekers van een evenementenplek, de Waalveld, waarop festivals gehouden worden. Voor deze evenementen is de bereikbaarheid van het Waalveld noodzakelijk. Vandaar dat over de oeververbinding naar het westelijke eiland autoverkeer mogelijk is (primair bedoeld voor hulpdiensten en evt. bevoorrading bij evenementen) hoewel het eiland primair bedoeld is voor voetgangers en fietsers. Deze laatste groep kan overigens het plangebied ook op andere plaatsen in en uitkomen aangezien er vanaf de drie grote stadsbruggen voet- en fietsroutes met trappen en hellingen worden gecreëerd die direct gekoppeld zijn aan de hoofdroutes voor het langzaam verkeer binnen het plangebied. Ongeveer de helft van de waterkering langs het projectgebied wordt vernieuwd, waarbij de doorgaande lijn van de waterkering herkenbaar blijft door overal een kruin te handhaven op dezelfde hoogte. Deze mengeling van oude en nieuwe dijken aangevuld wellicht met een eigentijds bouwwerk geïnspireerd door Knodsenburg op het eiland en het mogelijke herstel van de veerstoep dragen tevens bij aan de aandacht voor het cultuurhistorische verleden van het gebied. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

252 Voor de groene dijk is gekozen voor een voortzetting van het bestaande, klassieke profiel, dat in de verschillende gebiedsdelen wel steeds een ander karakter krijgt, aansluitende bij de ontwikkelingen achter de dijk. Daarbij wordt de hele dijk, van Citadel tot Stelt, een autovrije fiets- en wandelboulevard. In dit groene dijkenlint vormt de kade een verharde landschappelijke schakel dat in vorm en functie primair ingericht is op de waterdoelstellingen. De kademuur met wisselende niveaus is wezenlijk anders dan de Waalkade. Het hele plangebied wordt uiteindelijk ontsloten via de grote stadsbruggen; De Waalbrug, Spoorbrug en de toekomstige Stadsbrug. Aan deze bruggen zitten voor de voetganger en fietser uitwisselpunten op het eiland en op de nieuwe kade. De bruggen zelf zullen de oost - west relaties op het eiland en langs de oevers zo min mogelijk verstoren. Om het water optimaal te kunnen gebruiken voor de pleziervaart gaat de Voorkeursvariant uit van hoge bruggen met weinig pijlers. Die dragen bij aan de maximale gebruiksmogelijkheden van het recreatiewater. Bovendien ontstaat daarmee onder de bruggen blijvend uitzicht en vergezichten, zowel op, als vanonder de bruggen. Aanpassingen in de VKV Rivierkunde De aanzanding in de Waal in de variant Dynamiek (zie tabel..) is aanleiding geweest om in de VKV dit onderdeel aan te passen. De extra opening voorbij de spoorbrug is vervallen, de configuratie van de drempel is gewijzigd zodat er bij lage rivierafvoer niet meer dan maximaal,% van de Waalafvoer doorheen stroomt, de sluis is vervallen en de diepte van de stroomafwaartse opening tussen de Lentse strang geul en de Waal is verkleind tot m+nap. Natuur De EHS doelen zijn versterkt door in de VKV de oever langs de Waal natuurlijk in te richten en passeerbaar te maken voor grote grazers. Zo kunnen vrij levende kuddes straks vanuit de Bemmelse waard en de Lentse Waard via het projectgebied de Oosterhoutse waard bereiken. De brug naar het Westelijk eiland is ook geschikt voor passage. Ook is de zuidelijke oever van de nevengeul ter hoogte van het stadseiland als groen gebied ingericht. De kolk komt buitendijks te liggen en de daar levende kamsalamander wordt bedreigd door de veranderde omstandigheden. Dit is binnen het plangebied niet op te lossen, omdat het hele gebied buitendijks komt te liggen. Het verlies aan stroomdalgrasland in Dynamiek kan worden beperkt door het minder te vergraven en het fietspad te verplaatsen. Deze suggestie is meegenomen in de VKV en in de aanpassing van de variant. Landschap en cultuurhistorie In de VKV is de huidige dijk beter ingepast en herkenbaar gemaakt. In de Lentse waard heeft dit ondermeer geleid tot het aanpassen van het tracé van het fietspad en de drempel. Deze volgen nu beter het tracé van de te vergraven dijk. Tevens is er een flauwe overgang van dijk naar uiterwaard. Op het stadseiland blijft de dijk als hoogste element duidelijk zichtbaar en sluit de nieuwe brug aan op het oude dijklichaam. Vanaf het eiland ervaart men dan de dijk door het oplopende talud van de weg naar de brug. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

253 Archeologie De vergraving op de westoever van de Lentse strang is in de VKV iets verlegd, zodat de daar aangetoonde vindplaats minder wordt verstoord. De ligging en de breedte van de nevengeul is in de VKV niet aangepast, omdat dit ten koste zou gaan van de extra behaalde waterstanddaling. Daarbij is de vormgeving van de nevengeul met name gebaseerd op kennis over historische geullopen en kan het als een kans worden gezien om het historische landschap van één hoofdrivier met nevengeulen weer in beeld te brengen. Verkeer In de VKV is de brug naar het eiland gelegen tussen de Verlengde Waalbrug en de Spoorbrug. Hiermee vervalt het bezwaar van het fietsnetwerk in Dynamiek. Met het parkeervraagstuk wordt omgegaan zoals dat ook nu al bij grote evenementen in Nijmegen plaats vindt: stimuleren van fiets en openbaar vervoer; een tijdelijke parkeerplek met pendelbussen naar het evenemententerrein en parkeren in de parkeergarages in de stad. Scheepvaart In de VKV zijn de openingen aangepast en is vastgelegd dat het ontwerp van de drempel zodanig wordt dat bij laagwater maximaal,% van de Waalafvoer via de geul wordt afgeleid. Daarmee neemt de veiligheid en vlotheid toe in de VKV. De sluis is verwijderd uit de VKV, mede na overleg met de georganiseerde watersporters. In de volgende paragraaf wordt de Voorkeursvariant verder uiteengezet.. Het casco Het landschap van het projectgebied kent vier ruimtelijke dragers, ofwel het casco: de geul; het eiland met uiterwaarden; de waterkering; de bruggen. Deze vier samen maken het gebied uniek, delen de ruimte in, bepalen de sfeer, zetten de toon voor de beleving en het gebruik. Het zijn ook juist deze vier dragers waarin als eerste geïnvesteerd wordt. Deze vier ruimtelijke dragers krijgen in de Voorkeursvariant om die reden veel aandacht. De geul De geul is de enige drager die volledig nieuw wordt aangelegd. Ten westen van de spoorbrug is de geul in de eerste plaats een uniek natuurgebied niet in het laatst omdat alles inspeelt op de wisselende waterstand. Hier is de bezoeker gast temidden van struinnatuur, ruige groene oevers, informele zwemgebieden en strandjes zonder voorzieningen. Ten oosten van de spoorbrug is de geul bedoeld voor stedelijke activiteiten en wordt het water De Baai genoemd. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

254 De nieuw te graven geul wordt aangesloten op de bestaande strang in de Lentse Waard en op de langgerekte zandplassen in de Oosterhoutse Waard. In de Lentse Waard blijft de geul smal om vergraving van het natuurgebied zoveel mogelijk te beperken, maar ook omdat natuurlijke geulen altijd een verloop hebben van smal naar breed. Een smalle instroom sluit dus goed aan op de vorm die de rivier zelf zou meegeven aan de geul. De inrichting van de gehele geul is gericht op het toelaten en beleefbaar maken van de rivierdynamiek. Wat verder benedenstrooms krijgt de geul daarom forse dimensies mee, in breedte variërend tussen en meter, met stranden en een zandeiland die onder invloed van de rivier steeds van vorm veranderen (het is zelfs mogelijk dat het zandeiland op lange termijn geheel weg erodeert). De buitenbochten van de geul zijn steil met lokaal tot, m hoge steilranden, de binnenbochten lopen flauw op met zandbanken die bij laag water droogvallen. Het eiland ligt op een relatief breed deel van de geul: het bevindt zich net als de stranden op een plek waar rivieren ook van nature hun zand neerleggen. Ervaringen leren dat een dergelijk natuurlijke ligging ervoor zorgt dat eilanden en stranden niet verdwijnen. De rivier zelf boetseert de oevers op zodanige wijze dat ze in (dynamisch) evenwicht zijn met de lokale situatie. Vastleggen van oevers is dan ook niet nodig en zou daarnaast haaks staan op het principe om zoveel mogelijk dynamiek toe te laten. Het zandeiland ligt op, NAP, overstroomt daardoor meer dan dagen per jaar en accentueert zo de overstromingsdynamiek van de Waal. Het zal vrijwel onbegroeid blijven. Het eiland ligt ook vlak bij de Citadel en is een aantrekkelijk visueel en recreatiedoel bij deze grote nieuwe woonkern (zie figuur. voor een referentiebeeld). Stranden langs geul worden enigszins slikkig: ze blijven hard en goed begaanbaar maar hebben een ander karakter dan de zandstrandjes langs de Waal. De bodem van de geul ligt in de oeverzone gemiddeld op m+nap maar naar het midden toe is de geul dieper ( m+nap). Diep genoeg om de geul permanent bereikbaar te laten zijn voor schepen met een diepgang tot, a meter. De ondiepe delen van de geul zullen in de zomer een gemiddelde waterstand hebben van, meter wat geschikt is voor de ontwikkeling van waterplanten. Figuur.: Dynamisch zandeiland in de nevengeul van Gameren W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

255 Waar de winterdijk in de Lentse Waard wordt doorgraven, krijgt de geul een drempel. Het historische dijktracé blijft zo herkenbaar en omdat de drempel doorlaatbaar is wordt toch de lange lijn van de geul bewaard. De hoogte van de drempel is hetzelfde als in het RP en bedraagt, m +NAP. Met deze hoogte wordt de hoeveelheid water die de nevengeul in stroomt geregeld. Deze hoogte wordt ca. dagen per jaar overschreden. De drempel heeft een aantal inlaatopeningen, elk met een andere hoogteligging. Er stroomt zo altijd een bepaalde hoeveelheid water door de drempel, bij laag water weinig door opening bij stijgend water steeds meer. Om aanzanding in het zomerbed van de rivier te voorkomen volgt uit een richtlijn van RWS dan er nooit meer dan % van de afvoer van de Waal door de drempel mag stromen. Uit de morfologische berekeningen is gebleken dat dat voor deze bijzondere locatie (scherpe bocht met vaste bodemlaag) te veel is. Bij de nadere uitwerking van de VKV wordt bepaald welk percentage onttrekking mogelijk is. Bij een waterstand net onder de kruin van de drempel stroomt er maximaal zo n tot m/sec door de openingen. Door de instroom wordt het water in de geul steeds ververst. Door de smalle openingen ontstaan kleine stroomversnellingen achter de drempel. Daardoor wordt dit een attractieve plek, waar men altijd het stromende water kan bekijken. De toegangsroute tot het gebied voor voetgangers en fietsers loopt over de drempel. Ook is er ruimte voor kinderen om met het water te spelen en kanoërs kunnen er met hun bootjes op de golven spelevaren. De Lentse strang wordt aan beide zijde verbonden met de Waal. Aan de noordzijde, nabij het Wijnfort, ligt een kleine opening op ca. m boven NAP. Via deze opening stroomt een relatief kleine hoeveelheid water de Lentse strang in, waardoor deze strang gaat functioneren als een stromende nevengeul. De strang wordt daarmee een geschikt leefgebied voor typische riviersoorten en stroomminnende vissoorten. De tweede opening ligt aan de zuidzijde van de Lentse waard. Deze is breder en ligt lager ( m NAP) dan de noordelijke ingang en zorgt voor de belangrijkste toestroom van water naar de inlaat in de drempel. Deze zuidelijke opening zorgt bij hoogwater ook voor een betere toestroming van water naar de drempel en dus naar de nevengeul. De brede opening zorgt er verder ook nog voor dat de Waal en daarmee de relatie met de rivier goed zichtbaar is vanaf de drempel. Om de dynamiek van de wisselende waterstand in het plangebied optimaal zichtbaar en voelbaar te maken zijn de voetpaden langs de natuurgeul en zeker rondom De Baai zoveel mogelijk langs de oevers gelegd. Elke route kan qua hoogteligging mee variëren met de waterstand. De Baai wordt duidelijk begrensd door oevers die over grote lengten een zelfde beeld zullen vertonen (samenhang). Inpassing van een wedstrijdroeibaan in de nevengeul vormt geen onderdeel van de VKV. De redenering hierachter is toegelicht in het onderstaande kader. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

256 Inpassing wedstrijdroeibaan Een internationale wedstrijdroeibaan is niet mogelijk binnen de VKV. Dit heeft vooral te maken met het feit dat de internationale reglementen geen waterstandschommelingen in de baan toestaan. Dit is niet te voorkomen, omdat de rivier nu eenmaal wisselende waterstanden heeft en de geul in verbinding staat met de rivier. Ook is er bij de in- en uitlaat van de geul altijd sprake van stroming doordat de drempel water doorlaat. De zuiging van passerende schepen zorgt voor stuwing bij de uitlaatopening benedenstrooms. Door de dynamiek van de rivier is het voorts onmogelijk om een baan aan te leggen waarbij de diepte van de roeibaan overal gelijk is. Als het al mogelijk is de geul zo aan te leggen, dan zal deze situatie na verloop van enkele jaren al dusdanig zijn veranderd dat van gelijke diepte geen sprake meer is. Tot slot staat een internationale baan geen brugpijlers in de baan toe. Voor een nationale wedstrijdbaan spelen uiteraard dezelfde obstakels als hierboven genoemd, maar door de minder strenge eisen die de nationale bond stelt lijken deze op het eerste oog een wedstrijdbaan van nationaal niveau niet onmogelijk te maken. In de Nijmeegse situatie is echter sprake van een bijkomend obstakel, dat wordt gevormd door de pijlers van de tweede stadsbrug en de brug naar de westelijke landtong. De aanwezigheid van pijlers in de nevengeul noodzaken tot een verbreding van de roeibaan. Doordat de roeibaan als gevolg hiervan tussen de en meter breder wordt, is het effect op de vormgeving van de nevengeul zeer fors. Bijkomend gevolg is dat een groter deel van de uiterwaarden water wordt, waardoor er onvoldoende ruimte is tussen de voet van hoogspanningsmasten (zuidzijde geul) en de beschermingszone van de primaire waterkering (noordzijde geul). Conclusie van bovenstaande is dat de inpassing van een wedstrijdroeibaan tussen de nieuwe stadsbrug en de spoorbrug niet mogelijk is. Mogelijk kan de roeibaan wel worden ingepast als de baan verder naar het westen wordt verplaatst, richting de Oosterhoutse Waarden. Aangezien deze optie alleen binnen het plangebied is onderzocht, en niet erbuiten, kan op dit moment nog niet worden gesteld of een wedstrijdroeibaan wettelijk gezien haalbaar is. Antwoord op deze vraag moet worden verkregen via een aanvullende planologische procedure en wordt verder niet behandeld binnen deze MER. Het eiland met uiterwaarden De uiterwaarden van het gebied liggen op een cruciale plek. Niet alleen voor rivierwater is nu bij Nijmegen sprake van een flessenhals, ook voor riviernatuur is dat het geval. Met de dijkteruglegging komt dus ook voor planten en dieren meer ruimte beschikbaar (meer hectares). Ook in kwalitatieve zin zal de natuur hier met sprongen vooruit gaan. Inzetten op natuurlijke processen op grote schaal biedt niet alleen de beste kansen voor de karakteristieke riviernatuur. Het levert ook natuur op die tegen een stootje kan. Recreatie in dit soort gebieden zal geen probleem opleveren. Sterker nog, de betrokkenheid die op die manier wordt opgebouwd tussen mensen en het gebied is een van de beste waarborgen voor het behoud ervan. Op het westelijk deel van het eiland zal een plek worden vrijgelaten voor het houden voor seizoensgebonden evenementen, het Waalveld. Op het oostelijk deel van het eiland ( Veur-Lent ) zal de bebouwing domineren. Invulling van dit deel van het gebied behoort niet tot het project Ruimte voor de Waal; hier wordt alleen hectare (hoogwatervrij) bebouwbaar areaal opgeleverd (conform de overeenkomst met het rijk); de planning en realisatie van bebouwing en infrastructuur is een taak van de GEM. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

257 De waterkering Ongeveer de helft van de waterkering langs het projectgebied wordt vernieuwd: voor het overige blijft de historische dijk zoals hij is. De doorgaande lijn van de waterkering maken we herkenbaar door overal een kruin te handhaven op dezelfde hoogte. De waterkering krijgt in de verschillende gebiedsdelen wel steeds een ander karakter, aansluitende bij de ontwikkelingen achter de dijk. De hele dijk wordt, van Citadel tot Stelt, een autovrije fiets- en wandelboulevard. De groene dijk Ter hoogte van de Stelt, in het gedeelte van de doorsnijding van de bestaande dijk tot aan de Waalbrug, is een volledig nieuwe dijk nodig. Gekozen is voor een voortzetting van het bestaande, klassieke profiel van de dijk. Hiermee wordt de continuïteit en lange lijn van de winterdijk in het oostelijke deel van het rivierengebied doorgezet. Het nieuwe tracé is in vergelijking met de bestaande dijk, te kort voor een geheel nieuwe invulling. Deze inrichting houdt de mogelijkheid open dat bij de aanleg van de aangrenzende nieuwbouwwijk, de Stelt, toch een deel van het bestaande maaiveld wordt opgehoogd, waarmee de binnenzijde van de winterdijk nog verder wordt versterkt, als bij een Klimaatdijk. De inrichting van de Stelt valt echter buiten de scope van de dijkteruglegging Lent en is hier niet verder uitgewerkt. De dijk is alleen toegankelijk voor fietsers en wandelaars; de woningen worden vanaf het noorden ontsloten. De oude dijk Waar de oude dijk wordt doorsneden door de geul laten we nieuwe infrastructuur net iets eerder van de dijk aftakken dan het punt waar de dijk is afgekapt. De lijn van het oude dijktracé blijft zo beter herkenbaar. Dit doen we zowel bij Lentse Waard (aftakking fietspad over de geul) als bij de aansluiting van de Brug Lent op het oude dijktracé op het eiland. De kade Ter hoogte van de Schans wordt het groene dijktracé doorbroken met een harde kade die het stedelijke karakter van het achterliggende gebied markeert. De kade wordt getrapt vormgegeven waarbij verschillende niveaus via trappen met elkaar verbonden worden. In het inrichtingsplan wordt de kade verder ontworpen en uitgewerkt. Op de kade is autoverkeer ten behoeve van bevoorrading en nood/hulpdiensten mogelijk maar er is geen doorgaand autoverkeer. Dit is het domein voor voetgangers en fietsers. In het midden van de kade komt een plein: een verblijfsplek waar ook ruimte is voor openluchtconcerten of festivals. Het plein vormt de overgang van de Schans naar de kade. De mogelijkheid voor vertier, activiteiten en rust- en wandelmogelijkheden dicht bij het water moet zo goed mogelijk benut worden. Het laagste niveau ligt op, m + NAP, slechts, m boven de gemiddelde waterstand. Dit deel van de kade overstroomt nog relatief vaak, dagen per jaar (waarvan in de perioden april t/m september). Het middelste niveau ligt op, meter en overstroomt maar eens in de jaar een aantal dagen. Het hoogste niveau ligt op, m en is hoogwatervrij. Er is gekozen voor een rustige vormgeving die de gebogen kadelijn het best tot zijn recht laat komen. Iedere niveau heeft ook zijn eigen sfeer: de lage kade heeft een vaste breedte van m en wordt vooral gebruikt als wandelboulevard dicht langs het water. Hier leggen ook de bootjes aan, direct aan de kade. De middelste kade is breed in het midden ( m) en loopt smaller uit naar de uiteinden ( m). Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

258 Met name in het midden is er ruimte voor terrassen en kleine evenementen. De hoge kade is tot m breed; een dubbele rij bomen accentueert de gebogen kadelijn en brengt een lommerrijke sfeer. Op de hoge kade is ruimte voor een fiets- en wandelzone, terrassen, een markt en andere evenementen. Een samenvatting van de technische uitgangspunten van het ontwerp van de waterkering is opgenomen in bijlage bij dit MER. Bruggen Algemeen De nieuw te creëren bruggen spelen bij de opgave om beide stadsdelen te verbinden en het Stedelijk Rivierpark vorm te geven een cruciale rol. De bruggen dienen in hun functie maar ook zeker in hun beeld letterlijk enerzijds de stad te verbinden anderzijds zijn de bruggen zelf de doorgaande routes én verblijfsplekken in het stedelijk park. De bestaande Waalbrug en de Spoorbrug overbruggen de Waal met hun hoofdconstructie en maken een tussenlanding op de landtong Veur Lent om vervolgens met een laatste overspanning over de nevengeul definitief te landen op de noordoever. Over de nevengeul loopt straks de verlenging van de Waalbrug, de aanbrug van de Spoorbrug, de aanbrug van de Stadsbrug en twee meer lokaal gerichte bruggen van een andere orde verbinden de landtong Veur Lent met de Waalsprong. Deze meer lokaal gerichte bruggen lenen zich bij uitstek om de noordoever een eigen karakter te geven. Het zijn de iconen van het Stedelijk Rivierpark en de nieuwe Noordoever. Gekozen is om het primaat met betrekking tot de verlengde Waalbrug om de brugconstructie voor te behouden aan de oversteek over de Waal. Dat betekent voor de vormgeving heel concreet dat de hoofdoverspanningen/hoofdmomenten zich bevinden boven de Waal en dat de meer ingetogen constructies van de aanbruggen zich voegen naar de uiterwaarden en de nevengeul. De aanbruggen worden gekenmerkt door hun slanke minder opvallende vormgeving, waarbij de beeldkwaliteit meer zit in de onderconstructie, de detaillering en verblijfskwaliteit. De bruggen over de nevengeul kunnen ieder een eigen expressie krijgen naar gelang de functionele betekenis en situering in de stedelijke context (verlengde Waalbrug en de promenadebrug Veur Lent) of meer landelijke context (citadelbrug naar de Westelijke landtong). Op deze wijze voegen de bestaande en toekomstige bruggen zich naar de hiërarchie van de blauwe verkeersader; het water. De hoofdoverspanningen van de Waalbrug en de Spoorbrug en nieuwe stadsbrug gedragen zich als beeldmerken en zijn prominent aanwezig, de aanbruggen over de geul respecteren het landschap en de binnenwereld rondom de geul. Verlengde Waalbrug De verlengde Waalbrug is een opmaat naar de landelijke bekende Waalbrug. Zoals de Waalbrug een staaltje technisch vernuft was in zijn tijd, moet de verlengde Waalbrug dat zijn voor deze tijd zonder te concurreren met the Grand old Lady. De techniek ervan moet dienstbaar zijn aan de beeldkwaliteit waarbij Less is More centraal staat. Een grote overspanning met weinig pijlers en een zo groot mogelijke doorvaarthoogte moeten daarvan het resultaat zijn. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

259 Gezien het verwachte intensieve gebruik van het water en de oevers is het van belang dat ook de onderzijde van de brug gezien mag worden. Schoonheid gevormd door techniek en natuurlijke materialen moet het algehele beeld bepalen. Vanaf de voet- en fietspaden op de brug moeten de paden op het eiland goed bereikbaar zijn. Omgekeerd moeten voetgangers en fietsers die het eiland Veur Lent willen verlaten zonder te veel inspanning op de brug kunnen komen. Waar de brug en het eiland bij elkaar komen is aan weerszijden van de weg te weinig ruimte beschikbaar voor een luie fietshelling met trap. Brug naar Veur-Lent De brug Veur Lent dient primair als verbinding voor langzaam verkeer van en naar het eiland Veur Lent, en dient tevens vanuit Lent als een recreatieve ontsluiting naar het westelijk eiland (of Landtong west) en het bijbehorende Waalveld. Om ook optimaal aan deze laatste functie te voldoen, ligt de brug naar Veur-Lent in variant Dynamiek te ver naar het oosten. In de Voorkeursvariant wordt de brug als daarom verschoven naar de centrale locatie tussen de verlengde Waalbrug en de Spoorbrug. De brug naar Veur Lent koppelt een laag gelegen natuurlijk eiland met een verleden met cultuurlijke nieuwbouw op grote hoogte. Auto s mogen er gebruik van maken, maar de brug is in de eerste plaats een verlengstuk van de hoge kade met de voetgangersen fietsroutes op het eiland. De aanlanding van de brug op het eiland Veur Lent vindt ook naadloos plaats en wel op de Oosterhoutseweg. De aansluiting bevindt zich op het punt waar de weg en onderliggend dijklichaam worden doorgesneden. Om cultuurhistorische reden is het van belang dat deze coupure zichtbaar wordt gemaakt. Naast een directe aansluiting op de Oosterhoutseweg ligt in de nabijheid van de brug ook de aansluiting van het pad dat leidt naar het westelijke eiland met het Waalveld, het festivalterrein. Brug naar westelijk eiland de Citadelbrug Een oeververbinding naar het westelijke eiland ligt midden in de natuurgeul. De natuurbrug is noodzakelijk om het mogelijk maken de uiterwaarden blijvend te gebruiken als uitloopgebied voor de toekomstige bewoners van de Waalsprong. Kenmerk van de Waalsprong is haar compacte karakter en de mogelijkheid om de groene omgeving (waaronder de uiterwaarden) als uitloopgebied te gebruiken. Door de aanleg van de nevengeul wordt dit uitloopgebied fors verkleind. Om het gebruik van de strook langs de Waal toch nog mogelijk te maken is een brug noodzakelijk. Daar komt bij dat dit deel van de uiterwaarden is gelegen in de voortuin van het centrum van de Waalsprong (De Citadel). Een hoogstedelijk gebied met veel bewoners, die de uiterwaarden gebruiken als hun stadspark. Daarnaast is een brug nodig om de bereikbaarheid van het westelijke eiland te garanderen tijdens festivals op het waalveld en om te voldoen aan de noodzakelijke veiligheidseisen (die een zijdige ontsluiting vraagt). De brug is bedoeld voor voetgangers, fietsers en hulpdiensten. Uitwisselpunten van de Snelbinder op de kade en het eiland De snelbinder, die parallel loopt aan de spoorbrug, is de belangrijkste verbinding voor langzaam verkeer tussen de twee stadsdelen aan weerszijden van de Waal. Om de voetganger en fietser zowel op de promenade als op het eiland eenvoudig aansluiting kunnen laten vinden op de routes in het plangebied, zijn trappen en hellingen nodig die het hoogteverschil overwinnen tussen snelbinder en het onderliggende niveau. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

260 Daarbij is de aanhaking op de promenade ruimtelijk een interessante plek, omdat hier sprake is van een omslagpunt tussen het deel ten westen en het deel ten oosten van de spoorbrug. Aan de snelbinder is op de plek van de promenade een stalen trap geconstrueerd als schakel tussen boven en beneden. Hierdoor kan het plangebied ter plaatse uitsluitend met de fiets aan de hand betreden worden. Tussen de snelbinder en het toekomstige eiland is een uitwisselpunt nodig voor het langzame (recreatieve) verkeer. Dit uitwisselpunt hoort bij de snelbinder en zal als familie daarvan worden ontworpen. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

261 MILIEUEFFECTEN VKV. Rivierkunde De rivierkundige effecten van de VKV worden in deze paragraaf beschreven. Voor een beschrijving van de huidige situatie en de methodiek van effectvoorspelling wordt verwezen naar hoofdstuk. Voor een gedetailleerde beschrijving van de effecten wordt verwezen naar de achtergrondrapporten Hydraulica en Morfologie... R - Waterstandsdaling in de rivieras De VKV is op de taakstelling gedimensioneerd en voldoet dus ook aan de randvoorwaarde van cm waterstandsdaling op traject tussen rivierkilometer, tot,. De maximale waterstandsverlaging wordt bepaald in de as van de rivier bij een afvoer van. m /s (MHW). Lokaal kan er echter een grotere waterstandsverlaging plaatsvinden. Voor de effectbeoordeling is de PKB taakstelling de referentie waaraan de VKV moet voldoen. De maximale verlaging van de waterstand in de as van de rivier is weergegeven in figuur... Tabel..: Waterstanddaling in de as van de rivier bij MHW voor de VKV Beoordelingcriterium Huidige situatie Waterstandsdaling --- in de as (kmr,) (- cm) * = Voldaan aan taakstelling PKB. Ref. = Varianten PKB Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV ( cm) (+, cm) (+, cm) (+, cm) (+, cm) waterstandsverschil t.o.v. referentie (cm) brug A Taakstelling kmr, -, spoorbrug Waalbrug Pannerdensche kop - - rivierkilometer (km) Figuur..: Effect op de waterstand (cm) t.g.v. de VKV bij. m /s Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

262 Van de varianten die in het kader van de MER zijn ontwikkeld, sluit de VKV het meest aan op variant Dynamiek. Het verschil in waterstandsdaling tussen de VKV en Dynamiek komt voort uit een combinatie van de volgende verschillen: bij de drempel is de breedte van de nevengeul gereduceerd met maximaal m. Ook de rotatie van de drempel is gewijzigd, deze komt nu overeen met het voormalige dijktraject; de dimensies van de openingen in de drempel zijn verder gereduceerd t.b.v. de morfologische effecten. De inlaatconstructie wordt zo ontworpen dat, tot een geulvullende afvoer, maximaal,% van de Waalafvoer door de nevengeul stroomt; het oppervlak van het evenementeneiland is vergroot; de getrapte kade bij Lent ligt gemiddeld genomen hoger dan de terrassenkade in Dynamiek. Dit zorgt nabij de spoorbrug voor een afname in het kritische stroomprofiel van de nevengeul... R - Lokale waterstandsverhoging benedenstrooms Waterstandsverlaging (R) bovenstrooms van het plangebied is altijd gekoppeld aan een waterstandsverhoging (opstuwing) benedenstrooms van het plangebied. Door de ingreep neemt de waterstand benedenstrooms van de ingreep lokaal toe in de rivieras, in de uiterwaarden en langs de bandijk. Dit kan resulteren in mogelijke afname van het veiligheidsniveau van het dijktracé. De benedenstroomse maximale opstuwing is voor de VKV beoordeeld ter plaatse van de Oosterhoutsedijk, de Waalkade, en in de as van de rivier. De lokale waterstandsverhoging is beoordeeld ten opzichte van de referentie (zie tabel..). Doordat de referentie (= PKB) een hogere opstuwing heeft ten opzichte van de varianten, scoren de varianten positief. Tabel..: Opstuwing bij MHW voor de VKV Beoordelingcriterium HS Ref. = Variant PKB Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Maximale opstuwing in de as (kmr ) ++ (-, cm) ( cm) + (-, cm) + (-, cm) + (-, cm) + (-, cm) Maximale opstuwing langs de Oosterhoutsedijk ++ (-, cm) ( cm) + (-, cm) + (-, cm) + (-, cm) + (-, cm) Maximale opstuwing langs de Waalkade* ++ (-, cm) ( cm) + (-, cm) + (-, cm) + (-, cm) + (-, cm) R Waterstandverhoging benedenstrooms Variant Dynamiek resulteerde in een hogere benedenstroomse opstuwingspiek ten opzichte van de VKV. Dit verschil met de VKV is lastig te verklaren. Waarschijnlijk komt dit verschil voort doordat: het toegenomen oppervlak van het evenemententerrein zorgt dat de stromingspatronen tussen zomer- en winterbed veranderen; er in de VKV minder water door de geul stroomt dan in Dynamiek bij MHW. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

263 .. R Morfologie In de VKV zijn verbeteringen doorgevoerd ten opzichte van de variant dynamiek om de negatieve effecten van erosie en sedimentatie te mitigeren, maar wel nog voldoende ruimte te bieden aan de gewenste dynamische processen. Dit heeft ondermeer geleid tot het dichten van de opening tussen het westelijk eiland en het stadseiland en het verlagen van de doorlaatbaarheid van de inlaatconstructie. Door de optimalisatie scoort de VKV aanmerkelijk beter als de variant Dynamiek (zie tabel..). Tabel..: Effectbeoordeling Morfologie Beoordelingscriteria HS Ref. = Variant PKB Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Aanzanding hoofdgeul Vaardiepte -- Beheer hoogwatergeul/strang R - Morfologie Voor de VKV kan het volgende worden geconcludeerd: door reductie van de afvoer door de hoogwatergeul neemt de aanzanding in de Waal af, waardoor de extra baggerinspanning meer dan gehalveerd wordt ten opzichte van de variant Dynamiek. In de VKV is de toename (in het tiende jaar) in baggervolume ongeveer. m tussen kmr en. In procenten is dit een toename van ca. % ten opzichte van de referentie. Het baggerwerk zal afnemen als de vaarbaan ter hoogte van de nieuwe stadsbrug in zuidelijke richting wordt verschoven; de stroombeelden en berekende erosie geven aanleiding tot erosiebestendige maatregelen bij de landtong tussen Waal en Lentse Strang, de inlaatconstructie naar de Lentse Strang, de kop van het eiland en in de hoogwatergeul (noordoever) ter plaatse van de bestaande bruggen. Eventueel moet de linkeroever nabij de nieuwe stadsbrug verdedigd worden als de erosie onacceptabel blijkt; verdere beschermingsmaatregelen langs de bandijk zijn vanwege de geringe stroomsnelheden niet nodig; zandafzettingen op de uiterwaarden zullen minder worden, omdat scherp uittredende stroombanen in de VKV minder dan in de referentiesituatie voorkomen. Figuur..: Panorama van het uitzicht op de Waal en Waalkade Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

264 .. R - Robuustheid rivierverruiming lange termijn Bij een afvoer van. m /s zijn de effecten op de waterstandsverlaging nagenoeg gelijk aan de waterstandsdaling bij. m /s. De effecten ten opzichte van de huidige situatie (zie tabel..) tonen een extra waterstandsverlaging van, cm extra ten opzichte van de daling bij. m /s. Deze waterstandsdaling voldoet nog niet aan de lange termijn doelstelling. Echter door de behaalde extra waterstandsdaling van de VKV ten opzichte van de taakstelling, is de VKV al een flinke stap op weg naar deze lange termijn doelstelling. Het behalen van de lange termijn doelstelling is hiermee makkelijker geworden in vergelijking met het PKB-ontwerp. Tabel..: Maximale waterstanddaling in de rivieras bij. m /s en. m /s voor de varianten Afvoer bij Lobith HS Ref. = Variant PKB Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Lange termijn (. m /s) -- (- cm) (- cm) + (-, cm) ++ (-, cm) ++ (-, cm ) ++ (-, cm ) Om de lange termijn doelstelling te halen zijn aanvullende maatregelen nodig. De maatregelen waar aangedacht kan worden zijn opgesplitst in grootschalige en kleinschalige maatregelen. Voor de VKV geldt dat er waarschijnlijk één tot twee grootschalige maatregelen nodig zijn om de lange termijn doelstelling te halen. Hierbij kan gedacht worden aan aanvullende uiterwaardverlagingen tussen zomerbed en het Stadseiland, het vervangen van de kribben tegenover de Waalkade door een langskrib of eilandkrib, het verder verruimen van het doorstroomprofiel nabij de drempel, nabij de spoorbrug en het gedeelte direct benedenstrooms van de spoorbrug, of het intensiveren van het vegetatiebeheer in het gebied... Samenvatting De beoordeling van de VKV is samengevat in tabel.. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Rivier en veiligheid Beoordelingscriteria HS Ref. = Variant Rivier en veiligheid PKB Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV R Waterstandsdaling --- R Opstuwing R Morfologie R Robuustheid = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

265 . Natuur De effecten van de VKV op de beoordelingscriteria voor natuur worden in deze paragraaf beschreven. Voor een beschrijving van de huidige situatie en de methodiek van effectvoorspelling, zie hoofdstuk.. Voor een gedetailleerde beschrijving van de effecten wordt verwezen naar het achtergrondrapport Natuur... N - Doelbereik ecologische hoofdstructuur en robuustheid natuur Voordat getoetst kan worden in hoeverre de varianten de kernkwaliteiten van de EHS aantasten c.q. de doelen van de EHS realiseren wordt eerst ingegaan op de ecotopen in het plangebied. In tabel.. worden de oppervlaktes weergegeven die op de langere termijn in het plangebied tot ontwikkeling kunnen komen. De herinrichting leidt tot een toename van het areaal natuur omdat de huidige (agrarische) graslanden worden omgezet in rivierbegeleidende natuurtypen. Tabel..: Oppervlaktes per ecotooptype Ecotooptype Oppervlakte (ha) Referentie VKV ondiep water nevengeul diep water nevengeul water Waal binnen plangebied nat grasland half natuurlijk grasland natuurlijk grasland (glad) grasland ruigte zandig oever/kribvak natuurlijk bos. bebouwd gebied/ te bebouwen (hoogwatervrij),, binnendijks Habitattype Zachthoutooibos,, Glanshaverhooiland Slikkige rivieroevers Stroomdalgrasland hardhoutooibos Totaal Ecologische hoofdstructuur In de VKV is de variatie in ecotooptypen groot, evenals in variant dynamiek. De nieuwe ecotopen passen binnen de natuurdoelen die voor de Ecologische Hoofdstructuur zijn geformuleerd. De kernkwaliteiten van het plangebied in de vorm van leefgebied van soorten uit het soortenbeleid wordt niet aangetast, maar versterkt. Alleen het ganzenfoerageergebied wordt deels vergraven in alle varianten en het resterende grasland heeft minder draagkracht voor ganzen. Dit zal gecompenseerd moeten worden. Door de versterking van kernkwaliteiten van het plangebied scoort de VKV positief (score ++). Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

266 Robuustheid natuur Een goede verbinding tussen de westelijke- en oostelijke uiterwaarden maakt natuurontwikkeling in het riviersysteem robuuster. Deze verbinding wordt echter amper versterkt door de combinatie van natuur met andere functies (wonen en recreëren). In tegenstelling tot de drie voorgaande varianten wordt in de VKV de zuidelijke oever van de nevengeul bij stadseiland groen. Een andere factor die de robuustheid bepaalt, is de toename van riviergebonden ecotopen en de beheerbaarheid. De buitendijkse inrichting van Dynamiek en de VKV is gebaseerd op het ruimte geven aan natuurlijke processen (rivierdynamiek en integrale begrazing). Dit vormt een goede invulling voor een robuust riviersysteem. De VKV scoort nog zeer beperkt negatief ten aanzien van de robuustheid (verbinding en beheerbaarheid), maar wel beter dan de dynamische variant door de natuurlijkere zuidoever... N - Instandhoudingsdoelstellingen en verbeteropgave De VKV veroorzaakt negatieve effecten voor enkele instandhoudingsdoelen van de Natura -gebieden. Met het verdwijnen van grassige delen van de Oosterhoutse waard (in open water) verdwijnt er foerageergebied van de Kolgans, Grauwe gans, Brandgans en Smient. Ook verdwijnt er grasland in de Lentse waard. De draagkracht voor ganzen van het resterende grasland neemt af omdat natuurlijker graslanden kwalitatief minder geschikt zijn als foerageergebied dan intensievere productiegraslanden. Voor de Kievit, Grutto en Wulp verandert het foerageergebied van gras in plas-dras (waarbij sprake is van een beperkte afname in oppervlakte, maar een toename in kwaliteit van het foerageergebied). Met name verstoring door recreatie zal een negatief effect hebben. Voor de kamsalamander verdwijnt leefgebied ter plaatse van de geul. Het aanwezige stroomdalgrasland verdwijnt deels door ophoging van het westelijk eiland. Het habitattype kan zich terug ontwikkelen omdat het nog steeds overstroomt, zij het zeer beperkt (de overstromingsfrequentie ligt aan de bovengrens wat nog voldoet aan de standplaatseisen), Waarschijnlijk is er ook nog een zaadbank aanwezig. Ter plaatse van het fietspad zal het stroomdalgrasland niet tot ontwikkeling kunnen komen. Bij de VKV komt het fietspad ten noorden van het stroomdalgrasland te liggen zodat deze de potentie tot herontwikkeling van stroomdalgraslanden niet belemmert. Er vinden ook positieve effecten op instandhoudingsdoelen en de verbeteropgave plaats omdat er meer open water ontstaat. Dit is een geschikt habitattype als leef- en / of foerageergebied voor de Fuut, Aalscholver, Krakeend, Pijlstaart, Slobeend, Tafeleend, Kuifeend, Nonnetje en de Meerkoet. De ruigere terreindelen zijn geschikt leefgebied voor de kwartelkoning, met name in de extensievere terreindelen (zoals Lentse waard). Door de robuustere dijk en het natuurlijk beheer van de graslanden neemt ook de oppervlakte glanshaverhooiland toe en de oppervlakte stroomdalgrasland zal ook toenemen. Door de permanente verbetering voor kwalificerende soorten en habitats in combinatie met tijdelijke negatieve effecten wordt de VKV als positief beoordeeld (++). De effecten op de instandhoudingsdoelen van de VKV zijn nagenoeg gelijk aan de variant Dynamisch, alleen is er nu geen sprake meer van vergraving van het stroomdalgrasland voor een verbinding van de Waal en de geul en is de verstoring beperkter (zie ook N). W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

267 .. N - Behoud en versterking beschermde en zeldzame soorten Per soortgroep zijn de effecten beoordeeld. Tabel.. geeft de beoordeling per soortgroep weer. In onderstaande paragrafen wordt de beoordeling van de drie varianten per soortgroep nader toegelicht. Tabel..: Effectbeoordeling op beschermde soorten Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Flora Beschermde plantensoorten Stroomdalgraslanden /+ /+ /+ ++ Vissen Kleine modderkruiper /- Bittervoorn Libellen Rivierrombout + +(+) Amfibieën Kamsalamander Vogels Broedvogels Zoogdieren Vleermuizen Overige zoogdieren In de VKV wordt het habitat van de kamsalamander aangetast door vergraven van de twee poelen. Ook verdwijnt een groeiplaats van een beschermde plantensoort (wilde marjolein) en wordt een andere soort ongeschikt door de hogere overstromingsfrequentie (steenbreekvaren). Er verdwijnt tevens een territorium van de steenuil (vogel met een vaste verblijfplaats). Hiervoor zal compensatie gezocht worden aansluitend op het compensatieplan voor steenuilen voor de Waalsprong. Andere beschermde soorten ondervinden geen negatieve effecten (een aantal vogels met vaste verblijfplaatsen omdat ze buiten het plangebied broeden en er ook niet foerageren of omdat het foerageergebied in kwaliteit toeneemt) of gaan er zelfs op vooruit doordat er meer geschikt biotoop ontstaat (zoals voor de rivierrombout). Voor de vleermuizen verandert alleen het foerageergebied (tijdelijk ongeschikt tijdens de aanlegwerkzaamheden) maar het foerageergebied is niet van wezenlijk belang voor de verblijfplaatsen (en daarom is het niet beschermd). In alle varianten ontstaat nieuwe natuur. Dit zal in dat alle varianten grote kansen bieden voor de vestiging van zeldzame en beschermde planten- en diersoorten. De VKV wordt hiermee positief beoordeeld (score ++). De nieuwe natuur zal worden opgenomen in het Bestemmingsplan en kan tevens worden opgenomen in de relevante beschermingsregimes (Natura, EHS)... N - Verstoring natuurwaarden Een aantal aanpassingen dragen ertoe bij dat de verstoring in de VKV beperkter is t.o.v. de variant Dynamiek: in de VKV wordt nog meer uitgegaan van een natuurlijke zonering zodat er rustigere delen zullen ontstaan; de belangrijkste toegangsbrug voor het eiland ligt niet meer in de Gelderse Poort maar tussen de spoorbrug en de Waalbrug (vergelijkbaar met Klassiek en Mozaïek); Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

268 de horecavoorziening is ten oosten van de Tweede stadsbrug gesitueerd i.p.v. op de westpunt van het eiland; de VKV voorziet wel in een groter evenemententerrein ten westen van de Spoorbrug. Zonering wordt niet alleen bepaald door nat en droog, maar ook door de ruigheid van het terrein (distels) en het al dan niet aanwezig zijn van paden. Omdat de stranden langs de Waal erg goed toegankelijk zijn zie je langs de rivier dat mensen vrijwel altijd over de strandjes lopen en het begroeide deel van de uiterwaard mijden. Door het slim aanleggen van enkele paden in de begroeide zone kun je de mensen zonder dat je ze er speciaal op wijst goed door het gebied heen manoeuvreren. In de Millingerwaard zie je ook dat er, ondanks de. bezoekers per jaar, veel bijzondere vegetaties voorkomen. Wat de Lentse Waard betreft zullen er niet veel mensen komen. Het gebied is nu al vrij toegankelijk is. Bezoekers worden er op gewezen dat ze buiten de paden mogen. Voor de toekomst verandert daar niets aan. Echter, op de landtong kan men alleen komen via de Wijnfort en dat is een grote omweg. De VKV voorziet echter wel in een groot evenemententerrein (vergelijkbaar met Mozaïek). De intensiteit van de recreatie is maatgevend voor de beoordeling van de mate van verstoring. De voorkeursvariant wordt als licht negatief beoordeeld (-/'- -), met name op basis van de drie aanpassingen die zullen leiden tot rustigere zones... N - Ontwikkeling waardevolle gradiënten Bij de VKV betekent net als de variant Dynamiek de grootste toename van waardevolle gradiënten. In deze varianten ontstaan de gradiënten door de aanleg van de geul met flauwe oevers meer gradiënten, zowel nat-droog als in reliëf. Ook de aanleg van het eiland zorgt voor nieuwe gradiënten waterland. Ook ontstaan er door de lagunes en de stroomversnellingen geleidelijke, maar dynamische overgangen zoals moeras en plas-dras. Deze vorm kent in het algemeen een grotere ecologische variatie. Door de begrazing zal op termijn een mozaïeklandschap ontstaan. Door de belangrijke toename scoort de VKV positief (++)... Samenvatting De beoordeling van de VKV is samengevat in tabel.. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Natuur t.o.v. referentie Beoordelingscriteria Referentie Variant Natuur Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV N EHS Aantasting/Doelbereik EHS Robuustheid natuur +/- +/- +/- +/- N Instandhoudingsdoelstellingen N Beschermde en zeldzame soorten N Verstoring natuurwaarden /-- N Ontwikkeling waardevolle gradiënten + +/ = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

269 . Bodem De effecten van de VKV worden in deze paragraaf beschreven. Voor een beschrijving van de huidige situatie en de methodiek van effectvoorspelling wordt verwezen naar hoofdstuk. Voor een gedetailleerde beschrijving van de effecten wordt verwezen naar het achtergrondrapport Bodem... B - Verandering van de bodemkwaliteit na realisatie Tijdens de realisatie wordt grond ontgraven en hoofdzakelijk afgevoerd naar buiten het plangebied. Een deel van de af te voeren grond is verontreinigd. Na realisatie is in het plangebied minder bodemverontreiniging aanwezig. Dit wordt als een verbetering beschouwd. Het positieve effect is echter beperkt omdat de verontreinigingen geen risico's tot gevolg hebben en dus ook geen noodzaak tot sanering hebben. Daarnaast geeft de gemeente Nijmegen als uitgangspunt dat alle bekende binnendijkse gevallen van ernstige bodemverontreiniging voorafgaand aan de realisatie, worden gesaneerd. Dus ook op locaties waar volgens het plantekeningen geen grondverzet is gepland. Ter verduidelijking, dit betreffen vooral de gevallen op de percelen ten noorden van de Oosterhoutse dijk. Deze locaties worden gesaneerd en zonodig aangevuld tot het gewenste maaiveldniveau. Bij de VKV wordt de verontreinigde bovengrond geheel verwijderd en scoort daarom positief (score +)... B - Verandering van de blootstellingrisico's aan verontreinigde grond na realisatie Blootstelling aan bodemverontreiniging wordt in beginsel als negatief beschouwd. Zoals bij B is genoemd, zal veel verontreiniging uit het plangebied worden verwijderd. Hierdoor is minder kans op blootstelling aan verontreiniging, wat als positief wordt beoordeeld. Ook worden in de VKV gebieden opgehoogd. Hierdoor wordt de huidige bodemverontreiniging afgedekt waardoor minder blootstelling aan bodemverontreiniging mogelijk is (positief effect). Uitgangspunt is dat de grond die gebruikt wordt voor de ophoging uiteraard voldoet aan de kwaliteiteisen voor het nieuwe gebruik zodat geen 'nieuwe' blootstellingrisico's ontstaan. De grootte van de blootstellingrisico's worden gering geschat. Reden hiervoor is de relatief lage gehalten en de beperkte kans voor opname. De verontreinigingsituatie en de bijbehorende risico's hebben bij de bevoegde gezagen niet tot saneringsnoodzaak of gebruiksbeperkingen geleid. Gezien het voorgaande worden de genoemde effecten van de maatregelen bij de VKV als licht positief beoordeeld voor het criterium blootstelling (score +). Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

270 .. B - Grondbalans en hergebruik Voor het grondverzet is veel en langdurig inzet van machines noodzakelijk. Deze inzet leidt tot een groot verbruik van fossiele brandstoffen. Deze effecten worden vanuit het oogpunt van duurzaamheid en klimaatverandering (CO -uitstoot) als negatief beoordeeld. Hergebruik van grond scoort positief doordat dit minder transportbewegingen met ongewenste effecten veroorzaakt en een beter gebruik van grondstoffen oplevert. Door middel van GIS-modellen is het grondverzet berekend. In de onderstaande tabel is de omvang van het grondverzet van de VKV weergegeven. Ter vergelijking zijn ook de hoeveelheden van de overige varianten weergegeven. Tabel..: Vergelijking grondstromen Variant Ontgraven Ophogen Overschot Klassiek -.. m +. m (%) -.. m Mozaïek -.. m +. m (%) -.. m Dynamiek -.. m +. m (%) -.. m Voorkeursvariant -.. m +. m (%) -.. m De VKV heeft een ruim overschot aan afvoer van grond buiten het plangebied en scoort daardoor negatief (score --)... Samenvatting In de onderstaande tabel zijn de effectbeoordelingen uit de voorgaande paragraven samengevat. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Bodem t.o.v. referentie Beoordelingscriteria Referentie Variant Bodem Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV B Verandering bodemkwaliteit bij grondverzet B Verandering blootstelling verontreinigde grond B Grondbalans en hergebruik = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

271 . Waterbeheer en -kwaliteit De effecten van de VKV worden in deze paragraaf beschreven. Voor een beschrijving van de huidige situatie en de methodiek van effectvoorspelling wordt verwezen naar hoofdstuk. Voor een gedetailleerde beschrijving van de effecten wordt verwezen naar het achtergrondrapport Geohydrologie... W - Grondwater Het model is met de kenmerken van de VKV tijdsafhankelijk doorgerekend met de waterstanden en klimatologische gegevens over de periode -. Vervolgens zijn de effecten ten opzichte van de referentie ruimtelijk in beeld gebracht. Uit rekenresultaten blijkt een vergelijkbaar beeld met die van de drie varianten gepresenteerd in hoofdstuk. In de wintersituatie is een verlaging van de grondwaterstand te zien direct achter het waterkerend scherm. Tijdens deze situatie heeft de Waal een infiltrerende werking en zonder aanleg van het scherm zou de grondwaterstand achter de dijk toenemen. Het waterkerend scherm zorgt nu echter voor een verlaging van de grondwaterstand. Tijdens laagwater (zomer) is precies een tegenovergesteld effect te zien. Tijdens deze hydrologische situatie heeft de Waal een drainerende werking en zorgt het waterkerend scherm voor een afname van de drainerende werking van de rivier. Hierdoor zakt de grondwaterstand direct achter het waterkerend scherm minder ver uit. Ten opzichte van de referentiesituatie neemt de grondwaterstand hier dus toe. Aan de beide uiteinden van het scherm is juist, als gevolg van de dijkteruglegging en ontgraving van de deklaag, een verlaging van de grondwaterstand te zien. De effecten van de VKV zijn volgens de vier subcriteria van het beoordelingskader gekwantificeerd. In tabel.. zijn de resultaten van deze beoordeling samengevat. Tabel..: Effectbeoordeling grondwater Areaal potentiële grondwateroverlast bebouwd gebied [ha], Areaal met zettingsrisico [ha] afvoer hoogwater [m /dag] wegzijging laagwater [m /dag] Zone Zone Referentie,,,.., Variant klassiek,,,.., Variant mozaïek,,,.., Variant dynamiek,,,.., Voorkeursvariant,,,.., ) Grondwateroverlast kan ontstaan bij een grondwaterstand die zich op minder dan cm onder maaiveld bevindt in verband met kruipruimtes en optrekkend vocht of als de waterdruk onder eventuele kelders te hoog wordt. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

272 Uit de tabel blijkt dat er weinig verschillen zijn ten opzichte van de referentie voor het areaal met potentiële grondwaterlast. In de zone achter de dijk direct ten westen van het spoor is een gebied waar de ontwateringsdiepte iets is toegenomen. Voor het zettingsrisico wordt ten opzichte van de referentie, in absolute zin, een geringe afname berekend. Uit de rekenresultaten blijkt dat deze toename in areaal zettingsrisico vooral zit in het gebied ten noordwesten van het waterkerend scherm. Hier zit echter geen bestaande bebouwing en het zettingsrisico is dan ook uiterst gering. De berekende afvoer tijdens een hoogwatersituatie neemt bij de VKV af ten opzichte van de referentiesituatie. Dit wordt enerzijds veroorzaakt doordat in het plangebied voor de dijkteruglegging nu geen water meer afgevoerd wordt en anderzijds doordat het waterkerend scherm nu aanwezig is. De berekende wegzijging neemt iets toe ( m /dag) tijdens een laagwatersituatie. Deze toename is marginaal. Conclusie Gelet op het bovenstaande worden de VKV als volgt beoordeeld. (zie tabel..). Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Grondwater Beoordelingscriterium Ref. Varianten Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Areaal met grondwateroverlast bebouwd gebied [m] afvoer hoogwater [m/dag], wegzijging laagwater[m/dag], Areaal met zettingsrisico [m] W - totaal.. W - Oppervlaktewater In de voorkeursvariant wordt een groot areaal aan water gerealiseerd. De open verbinding aan de noordzijde zorgt voor een stromende nevengeul. Doorstroming en peilfluctuaties worden zo veel mogelijk toegelaten in de nevengeul. De drempel is voorzien van een aantal doorstroomopeningen, met verschillende hoogtes (tussen en m NAP), die een voor een bij toenemende waterstanden gaan meestromen. Door tot ca. % van de Waalafvoer af te leiden, stroomt er tot m /s door de kanaaltjes. Vanwege het peilverschil tussen de geul en de Waal ( cm) zal er altijd een continue stroming optreden. Samen met de in- en uitstroom van scheepvaartgolven aan de benedenstroomse zijde zorgt dit voor een permanente verversing van het water in de nevengeul. Op basis van de kenmerken samengevat in tabel.. wordt het KRW-doelbereik van de voorkeursvariant hetzelfde beoordeeld als de variant Dynamiek (+++). In de richtlijnen voor het MER was voorzien in een analyse van de nutriëntenbelasting van de nevengeul, omdat de geul in de plannen destijds niet meestromend was uitgevoerd. Bij het opstellen van het VKV is er voor gekozen om de nevengeul via de doorlaatbare drempel mee te laten stromen met de Waal. Daarmee vervalt de noodzaak tot de bovengenoemde analyse; de nevengeul krijgt een eenzelfde waterkwaliteit als de Waal. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

273 Tabel..: Effectbeoordeling oppervlaktewater, gerelateerd aan bijdrage aan de KRW-doelen Beoordelingscriteria Ref. Varianten Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Oppervlakte ecotopen dat kan bijdragen aan KRWdoelen ha ha ha ha ha Macrofyten (emers), ha ha ha ha ha Lengte meestromende nevengeul km km km, km, km Lengte aangetakte strang km, km, km km km W Oppervlaktewater Samenvatting De beoordeling van de VKV is samengevat in tabel.. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling externe veiligheid t.o.v. referentie Beoordelingscriteria Referentie Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV W Grondwater W Oppervlaktewater = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

274 . Landschap De effecten van de VKV op de beoordelingscriteria voor landschap worden in deze paragraaf beschreven. Voor een beschrijving van de huidige situatie en de methodiek van effectvoorspelling, zie hoofdstuk. Voor een gedetailleerde beschrijving van de effecten wordt verwezen naar het achtergrondrapport Landschap... L- Effecten op de grote schaal: landschapstypes en ruimten Stuwwallandschap De VKV heeft geen effecten op het stuwwallandschap. Oeverwallandschap Het oeverwallandschap binnen het plangebied verdwijnt in de VKV, een sterk negatief effect. Rivierenlandschap De VKV heeft een sterk positief effect op het rivierenlandschap. De positieve effecten zijn in grote lijnen gelijk aan variant Dynamiek door de vergelijkbare invulling van geul en uiterwaarden. Er zijn wel een paar verschillen: het ophogen van het westelijke eiland is een verschil in negatieve zin ten opzichte van Dynamiek, omdat dit minder goed aansluit bij de ondergrond. De groene noordoever van het stadseiland is een verschil in positieve zin: hierdoor is de geul ter plekke van het stadseiland beter herkenbaar als onderdeel van het rivierenlandschap. Figuur..: Panorama met uitzicht op Waalbrug en Waalkade Stadslandschap De VKV heeft een positief effect op het stadslandschap, omdat het westelijke eiland en het stadseiland stedelijke (grotendeels publieke) functies krijgen en daardoor een ruimtelijke relatie met Nijmegen en de Waalsprong. Positief is ook dat de exacte ontwikkeling van deze planonderdelen deels wordt overgelaten aan de dynamiek van de stad zelf. Daarbij is wel van belang dat de toekomstige ontwikkelingen voldoende gestuurd worden, zodat ze aansluiten bij het (stads)landschap in de omgeving. Hiervoor zouden spelregels of uitgangspunten kunnen worden vastgelegd. De exacte score voor dit subcriterium hangt onder andere af van het bebouwingstype en de mate waarin dit past bij de stad Nijmegen, de Waalsprongen het landschap. Deze aspecten zijn in de VKV niet vastgelegd, waardoor voor de VKV deze score niet exact te bepalen is. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

275 Diversiteit in landschapstypes en bebouwingskarakteristieken Door het verdwijnen van het oeverwallandschap neemt in de VKV de diversiteit in landschapstypes af ten opzichte van de referentiesituatie. Het dorpse karakter van Veur-Lent verdwijnt, maar er komen nieuwe bebouwingskarakteristieken van het stadslandschap bij. De precieze effecten voor dit subcriterium zijn pas te bepalen wanneer duidelijk is welke invulling het stadseiland krijgt en in hoeverre die invulling aansluit bij het onderliggende landschap en de functie van stadspark. Oost-west gerichte ruimte De VKV heeft een positief effect op de oost-west gerichte open ruimte, door versterking van de openheid, een relatief open verbinding met de Waal en het zo transparant mogelijk vormgeven van de bruggen. Tabel..: Effecten op de grote schaal: landschapstypes en ruimten Beoordelingscriteria Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Stuwwallandschap Oeverwallandschap Rivierenlandschap Stadslandschap X Diversiteit in landschapstypes en X bebouwings-karakteristieken Oost-west gerichte ruimte L - totaal = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect.. L - Effecten op de grote schaal: relaties en herkenningspunten Relatie stuwwal/nijmegen met rivier en Waalsprong De VKV heeft een (vrijwel) neutraal effect op de ruimtelijke relatie tussen de stuwwal/de stad Nijmegen enerzijds en de rivier/de Waalsprong anderzijds. Relatie Veur-Lent met rivier/nijmegen en open ruimte noordzijde De relatie van Veur-Lent met de rivier en Nijmegen wordt in de VKV versterkt door de ontwikkeling van bebouwing en stedelijke functies op het stadseiland. De mate waarin deze relatie wordt versterkt is niet te beoordelen, omdat de vormgeving en ligging van de bebouwing in de VKV nog onduidelijk zijn. Hetzelfde geldt voor de relatie van Veur-Lent met de open ruimte ten noorden van het eiland. Deze scores zijn daarom nog niet ingevuld. Het ligt echter voor de hand dat óf de relatie met de Waal, óf de relatie met de open ruimte aan de noordzijde versterkt zal worden, of mogelijk zelfs beide. Relatie Lent met open ruimte zuidzijde De relatie van het dorp Lent met de open ruimte aan de zuidzijde (huidig agrarisch landschap, toekomstige geul) verandert niet ten opzichte van de referentiesituatie. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

276 Relatie Waalsprong-rivier en Waalsprong Veur-Lent De VKV scoort positief op de relatie van de Waalsprong met de rivier, door vormgeving van de kade als terrassenkade en door recreatief gebruik van de nevengeul. Omdat de invulling van de klimaatdijk buiten het project valt, scoort de VKV op dit punt minder sterk positief dan variant Dynamiek. Zichtlijnen vanaf Prins Mauritssingel en Waalbrug De VKV scoort positief op zichtlijnen vanaf de Prins Mauritssingel en de brug. Herkenningspunten De nieuwe herkenningspunten en bruggen zijn in de VKV in grote lijnen vergelijkbaar met de variant Dynamiek. In de VKV is sprake van extra (bescheiden) herkenningspunten op het westelijke eiland. De ligging en vormgeving van de bruggen past goed in het landschap. Hierdoor scoort de VKV sterk positief op herkenningspunten. Tabel..: Effecten op de grote schaal: relaties en herkenningspunten Beoordelingscriteria Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Relatie stuwwal/nijmegen rivier/waalsprong Relatie Veur-Lent - rivier / ++ + X Nijmegen Relatie Veur-Lent open ruimte + X noordzijde Relatie Lent open ruimte zuidzijde Relatie Waalsprong - geul Zichtlijnen vanaf Pr. Mauritssingel en brug Herkenningspunten L - totaal = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect.. L - Effecten op de kleine schaal: landschapselementen Effecten op aardkundige waarden In de VKV wordt het grootste deel van de aardkundige waarden aangetast. Effecten op landschapselementen In de VKV verdwijnt het grootste deel van de landschapselementen. De kazemat Lent Oost wordt, in tegenstelling tot de varianten wel behouden. Dit is echter slechts een klein verschil ten opzichte van het totaaleffect. Effecten op elementen woonlandschap In de VKV verdwijnt een groot deel van de elementen van het woonlandschap. Voor één of twee panden ten noorden van de Oosterhoutsedijk is nog onbekend of ze in de VKV zullen worden behouden. Omdat echter het grootste deel van de woningen in het plangebied zullen worden gesloopt, scoort de VKV sterk negatief op dit onderdeel. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

277 Nieuwe elementen en waarden Nieuwe landschapselementen of waarden die passen bij deze plek worden positief gewaardeerd. De VKV scoort positief vanwege de kansen voor nieuwe aardkunde en omdat de nieuwe dijk zoveel mogelijk als eenheid is vormgegeven: ten oosten van de Waalbrug heeft deze het aanzicht van een traditionele groene dijk. De aansluitingen van de kade op de groene dijk zijn vrij abrupt en doen wel enigszins afbreuk aan deze eenheid. Niet te beoordelen in de VKV is de mate waarin de toekomstige bebouwing op het stadseiland en de accentuering van het voormalige Knodsenburg worden vormgegeven. Daarom is niet te beoordelen hoe positief deze effecten zijn, en wordt deze score daarom nog niet ingevuld. Tabel..: Effecten op de kleine schaal: landschapselementen Beoordelingscriteria Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Aardkundige waarden Landschapselementen Elementen van het woonlandschap Nieuwe elementen en waarden X L - totaal = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect.. L - Effecten op de identiteit en afleesbaarheid van het landschap Diversiteit en contrasten De contrasten zullen in de VKV toenemen doordat de rivier en de natuur dichter bij de stad komen te liggen dan in de referentiesituatie. Diversiteit is in de VKV aanwezig door het verschil in gebruiksfuncties (evenementen, park met wonen, hoogstedelijke kade), maar de precieze effecten op diversiteit zijn niet te beoordelen omdat de exacte invulling van sommige planonderdelen nog niet bekend is. Omdat wel zeker is dat de contrasten toenemen, scoort de VKV positief op dit subcriterium. Rivier als vormende kracht De vormende kracht van de rivier krijgt in de VKV de ruimte. De afleesbaarheid van deze vormende kracht zal toenemen door toename van de rivierdynamiek in de geul en langs de oevers. De VKV scoort positief op dit subcriterium. Historisch gegroeide bewerking van het land als vormende kracht De afleesbaarheid van de vormende kracht van de historisch gegroeide bewerking van het land neemt in de VKV sterk af. Bewoning als vormende kracht Wat betreft de vormende kracht van de bewoning zijn de effecten van de VKV niet te bepalen, omdat onduidelijk is hoe de bebouwing op het eiland wordt vormgegeven. Voor dit onderdeel wordt daarom nog geen score toegekend. In de VKV zullen, net als in de overige varianten, zowel negatieve effecten op historische bewoningsstructuren als positieve effecten ten gevolge van nieuwe woonstructuren aanwezig zijn. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

278 Defensie als vormende kracht De vormende kracht van de defensie wordt in de VKV minder goed zichtbaar: sommige elementen verdwijnen en het beter zichtbaar maken van elementen zoals de schans Knodsenburg komt nog niet goed uit de verf. Identiteit De identiteit van de voorkeursvariant is gebaseerd op de dynamiek van de rivier en de dynamiek van de stad, waarbij de elementen en structuren van de stad alleen daar zijn ingevuld waar dat nu al nodig is. Daarmee wordt in de voorkeursvariant invulling gegeven aan de nieuwe identiteit van het gebied: de ontmoeting van de Waal met de stad Nijmegen. Dit wordt als positief beoordeeld. Tabel..: Effecten op identiteit en leesbaarheid van het landschap Beoordelingscriteria Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Diversiteit en contrasten Afleesbaarheid vormende kracht rivier Afleesbaarheid historisch gegroeide bewerking van het land Afleesbaarheid vormende kracht X bewoning Afleesbaarheid vormende kracht defensie Identiteit L - totaal = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect.. Samenvatting In de onderstaande tabel zijn de effectbeoordelingen uit de voorgaande paragraven samengevat. Tabel..: Samenvatting effecten op landschap Beoordelingscriteria Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV L Effecten op de grote schaal: - landschapstypes en ruimten L Effecten op de grote schaal: relaties en herkenningspunten L Effecten op de kleine schaal: landschapselementen L Effecten op identiteit en leesbaarheid van het landschap = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

279 . Cultuurhistorie De effecten van de VKV op de beoordelingscriteria voor cultuurhistorie worden in deze paragraaf beschreven. Voor een beschrijving van de huidige situatie en de methodiek van effectvoorspelling, zie hoofdstuk. Voor een gedetailleerde beschrijving van de effecten wordt verwezen naar het achtergrondrapport Cultuurhistorie... C- Waterstaat; strijd tegen het water In de VKV wordt de continuïteit van de dijk aangetast door coupures en grote terreinophogingen (score -). De inpassing van de relatie tussen wiel en dijk en het markeren van het oude dijkbeloop met fietspad scoren licht positief. Ook positief zijn ook het herstel van oude rivierlopen en de grotere beleefbaarheid van het rivierlandschap van voor de normalisatie rond twee kribbeneilanden. De kans gaat zich voordoen om op unieke wijze het relatieve van maatregelen voor veiligheid ten opzichte van de rivier te ervaren. Figuur..: Ondergelopen hofstede in Veur-Lent, vermoedelijk in de winter van -. Mensen gingen vroeger heel praktisch om met hoogwater.. C - Verdediging en oorlog De geulaanleg en terreinophogingen in de VKV zijn negatief voor de cultuurhistorie van verdediging en oorlog (score --). De fysieke aantasting blijkt groot door de verdwijning van Knodsenburg en van een kazemat, de afgraving van aardwerken van het landhoofd en de misleidende inpassing van de nevengeul als acces. Omstandigheden, die ook nadelig uitpakken voor de beleving van die cultuurhistorie. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

280 De beleving lijdt trouwens vooral onder de terreinophogingen; ze vergroten de fysieke en emotionele afstand tot de relicten van verdediging en tonelen van grimmige strijd, maken deze laatste daardoor beduidend minder boeiend als verhaal- of herinneringsplek... C - Verbindingen; patronen van nederzettingen De VKV veroorzaakt schade aan de oude structuur van wonen en reizen, vooral aan de verbindingen en bebouwing die de kapstok vormt van de historische relatie tussen Nijmegen en het tegenovergelegen dorp (score --). Feitelijk verdwijnt die structuur en is door het massale ophogen van terrein het bewogen verhaal over het eeuwenlange wonen en reizen maar lastig te vertellen... C - Economie; leven van het land De VKV gunt weinig ruimte aan inpassing en beleving van de cultuurhistorie van leven van het land. Hoogwatergeul, forse terreinophogingen en eenzijdige stedenbouw doen afbreuk aan de bestaande structuur en aan de mogelijkheid tot beleving ervan (score --). Licht positief zijn het afzien van terreinophoging rond het wiel en de buitendijkse inpassing van een oude woonplek. Hierdoor ontstaan kansen om langs de buitenteen van de dijk een eeuwenoud boerenerf te profileren als het nieuwe oudhoevige land. Cruciaal daarbij is dat binnendijks wordt voortgeborduurd op de patronen van het bijbehorende oude boerenland... Samenvatting In de onderstaande tabel zijn de effectbeoordelingen uit de voorgaande paragraven samengevat. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Cultuurhistorie t.o.v. referentie Beoordelingscriteria Referentie Variant Cultuurhistorie Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV C Waterstaat; strijd tegen het water C Verdediging en oorlog C Verbindingen; patronen van nederzettingen C Economie; leven van het land = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

281 . Archeologie De effecten van de VKV op de beoordelingscriteria voor archeologie worden in deze paragraaf beschreven. Voor een beschrijving van de huidige situatie en de methodiek van effectvoorspelling, zie hoofdstuk. Voor een gedetailleerde beschrijving van de effecten wordt verwezen naar het achtergrondrapport Archeologie... A Aantasting archeologische waarden Onderstaand zijn de effecten van de VKV beschreven per vindplaats. In figuur.. zijn deze vindplaatsen weergegeven. Vindplaats /B Beide vindplaatsen vallen in de VKV buiten het gebied waar ingrepen zullen plaatsvinden. Bovendien zijn beide vindplaatsen al (grotendeels) onderzocht, hoewel ze beide nog met name richting noorden kunnen doorlopen. Vindplaats / Vindplaats / (voormalige nederzetting van de IJzertijd tot in de Romeinse tijd) zal bij uitvoering van de VKV gedeeltelijk worden verstoord. De verstoring bestaat in de eerste plaats uit het graven van de nevengeul. De VKV voorziet in het afgraven van alleen het uiterste zuidoosten van het buitendijks gelegen deel van de vindplaats. Hierbij moet opgemerkt worden dat de begrenzing van het nu buitendijkse deel van deze vindplaats nog niet voldoende is vastgesteld. Naast afgraving voor de aanleg van de nevengeul, zal de nieuw aan te leggen dijk dwars over het westelijke deel van de nederzetting verstoring met zich meebrengen, deels direct omdat hierbij eerste grond wordt afgegraven, deels ook sluipenderwijs door de druk van het dijklichaam. Vindplaats Deze vindplaats is als niet behoudenswaardig aangemerkt en valt bovendien buiten het plangebied. Vindplaats Nog in de bodem aanwezige resten van het voormalige fort Knodsenburg zullen bij de VKV grotendeels worden vernietigd door de aanleg van de geul. Het volledige grachtenstelsel en de noordelijke twee bastions van en de resten van bebouwing in het redoute zullen hierbij worden vergraven. De ophoging van het centrale deel zal verstoring van een vindplaats veroorzaken (door de toename van gronddruk, verandering van grondwaterspiegel e.d.). Ter plaatse van de westelijke en oostelijke voormalige binnenomwalling tenslotte zullen twee inhammen worden gegraven. Vindplaats OW- Deze nieuwe vindplaats, die tijdens het in de uiterwaarden uitgevoerde karterend booronderzoek is aangetroffen, zal bij uitvoering gedeeltelijk of geheel worden vergraven, afhankelijk van de exacte, nog te bepalen begrenzing van deze vindplaats. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

282 Overige (zoek)locaties Zoals eerder gesteld zijn er binnen het plangebied zeker nog andere archeologische vindplaatsen te verwachten. Hier dient mogelijk nog verder onderzoek naar gedaan te worden. Deze zijn echter nog niet toegankelijk, moeilijk opspoorbaar, of gelegen waar nog karterend onderzoek moet plaatsvinden, zoals ter plekke van de bij onderhavig onderzoek aangetoonde restgeul in de westelijke uiterwaarden. De vermoede locatie van Huis Lent en daarmee mogelijk ook Kasteel Lent, ligt hoogstwaarschijnlijk ter hoogte van de westelijk op-/afrit naar de Prins Mauritssingel. Deze locatie komt pas voor onderzoek beschikbaar wanneer deze weer wordt afgegraven. De locatie waar volgens de kaart van Van Deventer een galgenveld (met mogelijk bijbehorend grafveld) heeft gelegen is mogelijk grotendeels verstoord. Alleen het noordelijke deel is mogelijk nog intact. Bij de VKV blijft de locatie waarbinnen het galgenveld gelegen zal hebben echter vrijwel intact. Let wel: het gaat hier om een deel van de zoeklocatie waarbinnen het galgenveld kan hebben gelegen, niet de locatie van het galgenveld zelf. De ten westen van de galgenveld gelegen bebouwde locatie zoals aangegeven op de kaart van Van Deventer, zal bij uitvoering van de VKV gedeeltelijk worden vergraven. Ook voor deze vindplaats geldt echter dat de exacte locatie en intactheid ervan nog niet vaststaat. Min of meer ten zuiden van het gebied waar het galgenveld kan worden verwacht, is de kans het grootst - vanwege de locatie van een Romeinse brugpijler aan de overkant van de Waal - dat daar de Romeinse brug is aangeland. Anders dan het geval is bij het galgenveld, zullen, indien inderdaad hier te lokaliseren, eventuele brugpijlers en/of het bruggenhoofd niet door de hoofdstroom van de Waal of een strang volledig zijn weggespoeld, maar bestaat de reële kans dat deze nog in situ aanwezig zijn. Verstoring als gevolg van de uitvoering van de VKV is dan echter niet aan de orde. Omdat de locatie vooralsnog onbekend is, en de eventuele brugpijlers en/of het bruggenhoofd ook meer noordelijk kan liggen, is niet met zekerheid te bepalen of de VKV geen effect of juist een negatief effect zal hebben op deze vermoede vindplaats. Wat betreft de Romeinse weg, die vanaf de brug naar het oosten en/of noorden moet hebben gelopen, geldt dat het tracé ergens in de zone aan weerszijden van de huidige spoorbrug door de nieuw aan te leggen nevengeul zal worden doorkruist, en dus vergraven bij uitvoering van de VKV. Tot slot zal bij uitvoering van de VKV de oude restgeul grotendeels worden vergraven. De restgeul zelf zal geen archeologische waarde worden toebedeeld, maar de eventueel hierin aanwezige scheepswrakken (Middeleeuws, mogelijk ook Romeins) zeker wel. Omdat op dit moment niet duidelijk of, waar en in welke conditie scheepswrakken zullen worden aangetroffen, is bij de effectbepaling uitgegaan van de (relatieve) mate waarin de oude geul door de nieuwe geul zal worden vergraven. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

283 .. Samenvatting De effectwaardering kent twee variabelen. In de eerste plaats de waardering van de vindplaatsen. Daarnaast is het effect van de verschillende varianten op deze archeologische waarden gekwalificeerd, waarbij staat voor geen effect te voorzien en --- voor volledige verstoring. Beide variabelen zijn vermenigvuldigd om te komen tot een effectbepaling per vindplaats en per variant. Deze uitkomsten zijn vervolgens opgeteld om te komen tot de effectbepaling per variant op de bekende archeologische waarden. Tabel..: Effectbepaling Archeologie Vindplaatsen (van oost naar Waardering Variant west) Ref. Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Vindplaats B Vindplaats Vindplaats / Vindplaats Vindplaats (Knodsenburg) * Vindplaats OW- * Zoeklocatie Huis Lent Grift Zoeklocatie galgenveld - - Zoeklocatie bebouwing westelijk van galgenveld Zoeklocatie Romeinse weg/brug Evt. scheepswrakken in geul Totaal score in cursief zijn vindplaatsen aangeduid waarvan de aanwezigheid, locatie en waardering (nog) niet vaststaat, maar waarvan wel aangenomen mag worden dat indien aanwezig ze bij uitvoering van de plannen verstoord worden. Aan deze locaties is vooralsnog geen waardering gekoppeld en ze zijn niet meegewogen in de eindbeoordeling van de varianten; de asterisk bij een waardering geeft aan dat deze vindplaatsen nog niet afdoende d.w.z. met een proefsleuvenonderzoek zijn gewaardeerd. In de eindscore voor criterium A zijn de vindplaatsen die buiten het plangebied vallen niet meegenomen (vindplaats B, en ). Vervolgens is het gemiddelde bepaald van de resterende bekende vindplaatsen. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Archeologie t.o.v. referentie Beoordelingscriteria Referentie Variant Cultuurhistorie Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV A Aantasting archeologische waarden = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

284 . Verkeer en bereikbaarheid De effecten van de VKV op de beoordelingscriteria voor verkeer en veiligheid worden in deze paragraaf beschreven. Voor een beschrijving van de huidige situatie en de methodiek van effectvoorspelling, zie hoofdstuk.. Voor een gedetailleerde beschrijving van de effecten wordt verwezen naar het achtergrondrapport Verkeer... V - Leefbaarheid en veiligheid verkeer Intensiteiten Door het bouwprogramma van de VKV neemt de intensiteit toe. Die toename wordt het best waargenomen op de brug naar Veur-Lent. Als het verkeer zich vermengt met het overige verkeer op de Parmasingel is de afwijking ten opzichte van de autonome belasting op het hoofdnet verwaarloosbaar. Netwerk auto Het autonetwerk wijkt weinig af van de referentie. Het belangrijkste verschil is dat de Griftdijk Zuid over het laatste deel vervangen is door een brug. Het eiland beschikt voor de ontruiming bij hoog water over een calamiteitenaansluiting richting Waalbrug. Bij andere calamiteiten kan ook de brug naar de landtong worden gebruikt. Wegcategorisering De VKV respecteert de vastgestelde wegcategorisering. De voorstellen voor de inrichting van het eiland passen binnen de mogelijkheden zoals die voor verblijfsgebieden kunnen worden gehanteerd... V - Bereikbaarheid voor gemotoriseerd verkeer I/C verhouding filevorming eindsituatie De IC (Intensiteit Capaciteit) waarden op het wegennet rondom de dijkteruglegging wijzigen nauwelijks, omdat het probleem op de Waalbrug blijft. De aanleg van de dijkteruglegging is niet van invloed op de bereikbaarheid van het gebied. I/C verhouding filevorming tijdens uitvoering Voor de tijdelijke situatie loopt de I/C waarde op de Waalbrug nog verder op. Dit ondanks het feit dat de stadsbrug beschikbaar is en de I/C waarde daar ver beneden de kritische waarde blijft. Voor veel verkeer is de stadsbrug zonder file blijkbaar geen alternatief voor de Waalbrug met file. Ook hier geld dat de situatie slechter lijkt dan de autonome situatie. Rekening houdend met onderhoud van de Waalbrug is daar echter geen sprake van. De gezamenlijke I/C waalkruisend is in ieder geval beter dan die in de huidige situatie. Parkeerbehoefte De parkeerbehoefte wordt conform de normstelling in de VKV op eigen en openbaar terrein opgelost. Het ruimtelijk programma voor het eiland Veur-Lent is zodanig dat voldoende ruimte beschikbaar is voor het parkeren. De lage intensiteiten op de brug naar het eiland illustreren die geringe behoefte. De tijdelijke parkeerbehoefte voor de evenementen op de landtong zal via maatwerk voor ieder afzonderlijk evenement worden opgelost. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

285 De oplossing moet worden gezocht in het stimuleren van fiets en openbaar vervoer, een tijdelijke parkeerplek met pendelbussen naar het evenemententerrein en parkeren in de parkeergarages in de stad. Gezien de in de VKV voorgestelde omvang van de voorziening mag dit niet tot problemen leiden. De te houden evenementen zijn afhankelijk gesteld van de oplosbaarheid van het eventuele parkeerprobleem. Figuur..: Weg op de Oosterhoutsedijk.. V - Bereikbaarheid voor fiets, OV en minder validen Netwerk Het netwerk voor langzaam verkeer bestaat vooral uit een recreatief netwerk. Daarbij zijn vooral de uitwisselingen rond de bruggen van groot belang. Deze zijn daarom nadrukkelijk opgenomen in de VKV. Deze uitwisselpunten zorgen ervoor dat er een veelheid aan routes in, door en langs het gebied lopen. De routes hebben verschillende doelgroepen en kwaliteiten. Niet alle routes zullen geschikt zijn voor minder validen. De brug Veur-Lent is in de VKV tussen Waalbrug en spoorbrug geplaatst. Het opnemen van de uitwisselpunten heeft geleid tot een positieve waardering voor het netwerk. Tijdens de bouw zal een deel van het netwerk niet of slechts beperkt toegankelijk zijn. Het betreft hier vooral de dijken. De toegankelijkheid zal hier veelal beperkt zijn tot bestemmingsverkeer. Omdat dit door fietsers en wandelaars veel gebruikte routes zijn, zal dit als negatief worden ervaren. Oversteekbaarheid De oversteekbaarheid wordt niet beïnvloed door de aanleg van de Dijkteruglegging. Matig oversteekbare wegen blijven matig oversteekbaar, goed oversteekbare wegen blijven goed oversteekbaar. De toename van het verkeer is geen belemmering voor de leefbaarheid en veiligheid. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

286 .. Samenvatting In de onderstaande tabel zijn de effectbeoordelingen uit de voorgaande paragraven samengevat. Tabel..: Beoordeling verkeer en vervoer Verkeer en vervoer V Leefbaarheid en veiligheid verkeer Kwalitatieve toets o.b.v. intensiteiten, netwerkstructuur en wegkenmerken per wegcategorie Ref Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Intensiteiten Netwerk auto Wegcategorisering Totaal V V Bereikbaarheid voor gemotoriseerd verkeer I/C verhoudingen op het toekomstige wegennet, Filevorming en doorstroming, Parkeerbehoefte Ref Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV I/C verhouding filevorming eindsituatie I/C verhouding filevorming tijdens uitvoering Parkeerbehoefte Totaal V V Bereikbaarheid voor fiets, OV en minder Voorzieningen, oversteekbaarheid validen Ref Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Netwerk fiets Netwerk fiets tijdelijke situatie Oversteekbaarheid Totaal V = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

287 . Scheepvaart en externe veiligheid In dit hoofdstuk worden de effecten beschreven die de VKV voor de dijkteruglegging bij Lent op de scheepvaart heeft. Voor een beschrijving van de huidige situatie en de methodiek van effectvoorspelling wordt verwezen naar hoofdstuk.. Voor een gedetailleerde beschrijving van de effecten wordt verwezen naar de achtergrondrapporten Scheepvaart en Externe Veiligheid... S - Veiligheid voor de beroeps- en recreatievaart Realisatiefase Directe belemmering Directe belemmering voor de scheepvaart valt te verwachten gezien er twee geulopeningen moeten worden gegraven. Een baggerschip zal de bodem op diepte moeten brengen. Afhankelijk van de wijze van uitvoering (ontgraven vanuit de nevengeul of vaargeul) zal dit in min of meerdere mate de scheepvaart hinderen op de vaargeul. Doordat de werkzaamheden grotendeels buiten de vaarbaan kunnen blijven, is het effect beperkt negatief. Indirecte hinder Enige indirecte hinder wordt echter wel veroorzaakt door het laden en afvoeren van grond. Het afvoeren van de grond zal voor een groot gedeelte over de Waal gaan. De vlotheid is mogelijk in het geding, doordat de doorgaande scheepvaart rekening zal houden met in- en uitvarende schepen uit de te ontgraven nevengeul. Dit heeft een beperkt negatief effect op de vlotheid en de veiligheid. Eindsituatie Hydraulische situatie Bij het beschouwen van de hydraulische situatie is vastgesteld dat de stroomsnelheden dwars op de vaargeul gemeten bij de VKV binnen de beoordelingseis (Rivierkundig beoordelingskader voor ingrepen in de grote rivieren, ) valt. Overzicht en oriëntatie De zichtlijnen verslechteren niet ten opzichte van de referentie, enkel (nieuwe) brugpeilers belemmeren gedeelte het zicht. Bij extreem hoogwater ontstaat een beeld (zowel voor oog als radar) waarbij een zekere verwarring kan ontstaan over de te kiezen route als de bocht van bovenstroomse kant wordt benaderd. Het is dan mogelijk dat bij slecht zicht de schipper zich een verkeerd beeld vormt van de situatie en geul invaart. Het schip kan vastlopen op de drempel en dwars gaan liggen of gaan lekken, of hij vaart zich klem onder een brug. Een dergelijk scenario kan desastreuze gevolgen hebben. Bovendien zijn schepen in de afvaart over het algemeen minder vaak beladen dan de opvaart (afzet in Roergebied). Door de beperkte diepgang wordt de kans op invaren vergroot. De drempel- en het maaiveldhoogte bepaald of het schip (ongeladen) bij een oriëntatiefout zich daadwerkelijk vastvaart op drempel of onder brug. De overschrijdingsfrequenties van de waterstand die hoort bij een diepgang van, meter (ongeladen schip op de drempel) geven aan dat er eens per jaar een waterstand kan voorkomen waarbij een situatie kan ontstaan met slecht zicht voor de schipper. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

288 Hoewel de kans dat een schip daadwerkelijk verkeerd vaart klein is, wordt gezien de ernst van de gevolgen het negatieve effect zwaar gewogen en is dit ook tot uiting gebracht in een negatief oordeel, --. Het effect kan gemitigeerd worden door toepassing van de maatregelen zoals vermeld in paragraaf.. Figuur..: De scheepvaart voegt veel spektakel toe aan dé rivierbocht van Nederland Interactie beroepsvaart-recreatievaart Met betrekking tot de interactie recreatievaartberoepsvaart wordt de veiligheid in de VKV negatief beïnvloed (score - -). Door de aanleg van de nevengeul met diverse recreatieve functies zal het aantal recreatievaartuigen dat de Waal bevaart, al dan niet kruisend, behoorlijk toenemen. Het aantal ontmoetingen met de beroepsvaart neemt toe, en daarmee de kans op ongevallen. Ook de vlotheid op de Waal neemt af doordat de kans groter is dat de beroepsvaart moet anticiperen op de toegenomen recreatievaart. Samenvatting Geconcludeerd kan worden dat voor de VKV de veiligheid voor de beroeps- en recreatievaart tijdens de aanleg over het algemeen neutraal is en tijdens eindsituatie verslechterd t.o.v. de huidige situatie met autonome ontwikkeling. Mitigerende maatregelen zijn ook vereist om de veiligheid en vlotheid te kunnen waarborgen (zie paragraaf.). Tabel..: Beoordeling VKV op nautische aspecten Beoordelingscriteria Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Realisatiefase Directe belemmering - - Indirecte belemmering Eindfase Hydraulische situatie - Overzicht en oriëntatie Interactie beroepsrecreatievaart S Veiligheid voor de beroeps- en recreatievaart = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

289 .. S - Externe veiligheid transportassen Plaatsgebonden risico Binnen de - /jaarcontour mogen geen nieuwe kwetsbare objecten bestemd worden. Voor zowel het water, het spoor als de weg is het berekende plaatsgebonden risico lager dan - /jaar. Uit toetsing aan de normstelling, zoals beschreven in de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, blijkt dat het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Waal, de N en de spoorlijn Nijmegen-Arnhem geen belemmering vormt voor het mogelijk maken van een van de varianten binnen het plan 'Ruimte voor de Waal'. Groepsrisico Het hoogste groepsrisico is voor elke modaliteit berekend. Er is gekeken of het groepsrisico toeneemt voor de varianten ten opzichte van de autonome situatie en/of het groepsrisico boven de oriëntatiewaarde ligt. Het groepsrisico is voor de VKV per modaliteit berekend. Weg Het berekende hoogste groepsrisico van de modaliteit weg voor de VKV blijft gelijk in vergelijking tot de referentie. Water Het berekende hoogste groepsrisico voor het watertransport in de VKV is nihil. Gesteld kan worden dat het groepsrisico en de verandering hiervan niet relevant is. Spoor Het berekende hoogste groepsrisico van de modaliteit spoor neemt, in vergelijking tot de referentie, toe als gevolg van de realisatie van de VKV. Tevens ligt het hoogste groepsrisico voor de VKV boven de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. Een groepsrisico boven de oriëntatiewaarde dient conform de circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen te worden verantwoord. Samenvatting Samengevat kan gezegd worden dat de VKV geen grote verandering met zich mee brengt op het gebied van externe veiligheid: Tabel..: Beoordelingscriteria Externe veiligheid Beoordelingscriteria Ref. Variant Externe veiligheid Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV WEG PR = - GR - + WATER PR = - GR SPOOR PR = - GR S - Externe veiligheid transportassen = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

290 . Hinder De effecten van de VKV op hinder worden in deze paragraaf beschreven. Voor een beschrijving van de huidige situatie en de methodiek van effectvoorspelling wordt verwezen naar hoofdstuk.. Voor een gedetailleerde beschrijving van de effecten wordt verwezen naar de achtergrondrapporten Geluid en Lucht. Geluid De bronnen voor geluidhinder in de VKV zijn gelijk aan die van de variant Dynamiek. Voor de nieuwe bebouwing bij de VKV zijn eveneens dezelfde aantallen aangehouden als bij Dynamiek. Wanneer uit voortschrijdend inzicht over de bebouwing andere aantallen of locaties resulteren, dan kan dit worden meegenomen in de geluidhinderberekeningen voor het Bestemmingsplan. De geluidhindereffecten van de VKV zijn dus gelijk aan die van Dynamiek, zoals beschreven in paragraaf.. Uit paragraaf.. blijkt dat voor een deel van het eiland de voorkeursgrenswaarde van db wordt overschreden als gevolg van het verkeer op de Prins Mauritssingel. Het toepassen van geluidschermen kan het gebied waar de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden verkleinen. Voor de voorkeursvariant zijn een aantal schermvarianten doorgerekend waarbij de effectiviteit inzichtelijk wordt gemaakt. De resultaten bieden een afwegingskader om te kiezen voor het toepassen van schermen langs de Prins Mauritssingel. Uit de rekenresultaten (zie paragraaf.) kan worden afgeleid dat de "winst" die het scherm heeft het meest effectief is bij de realisatie van, meter hoogte namelijk %. Bij de ophoging naar een meter hoog scherm bedraagt de "winst" %. Een verdere ophoging naar een scherm met een hoogte van meter levert nog eens een "winst" op van %. Figuur.,: Voorbereiding voor sondering onder het wegdek van de Prins Mauritssingel ten behoeve van project Ruimte voor de Waal W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

291 Luchtkwaliteit De Voorkeursvariant is geanalyseerd op elementen die relevant zijn voor de effectbepaling op luchtkwaliteit. Vervolgens is nagegaan in hoeverre de VKV bij deze elementen afwijkt van de drie eerder beoordeelde varianten Klassiek, Mozaïek en Dynamiek. Op basis daarvan zijn de effecten van de VKV bepaald. In de VKV is een tijdelijk (seizoensgebonden) evenemententerrein opgenomen met tijdelijke horeca (en een range aan andere activiteiten) gepland aan de westkant van het eiland. Eveneens wordt in het oostelijk deel van het plangebied een mogelijkheid gecreëerd om evenementen op water te laten plaats vinden. Dit komt overeen met de verkeersaantrekkende werking van een klein evenemententerrein met horeca, zoals opgenomen in de variant Dynamiek. In de Voorkeursvariant wordt net als in de overige varianten een strand gerealiseerd. De verkeersproductie ten behoeve van het strand in de voorkeursvariant wordt geschat op motorvoertuigen/etmaal, omdat veel gebruikers uit de omgeving van het plangebied zullen komen en gebruik zullen maken van bijvoorbeeld een fiets. Dit komt overeen met de verkeersproductie die is ingeschat voor de varianten Dynamiek en Klassiek. Conclusie De voorkeursvariant lijkt qua voor de luchtkwaliteit van belang zijnde ontwikkelingen die in het plangebied plaatsvinden en de daarbij behorende verkeersaantrekkende werking het meest op de variant Dynamiek. De verkeersaantrekkende werking vanuit het plangebied is gelijk aan de variant Dynamiek. De afwikkeling van het verkeer verschilt op de verder van de planontwikkeling gelegen wegen niet van de variant Dynamiek. Direct nabij de planontwikkelingen is de exacte locatie van de beoordelingspunten (ligging van en langs de wegen e.d.) niet precies gelijk, maar gezien de berekende concentraties voor de variant Dynamiek zal de realisatie van de voorkeursvariant niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Hinder Beoordelingscriteria Ref. Variant Hinder Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV H Geluidbelasting geluidgevoelige bestemmingen (aanlegfase) Ha Geluidbelaste woningen, wegverkeer -- Hb Geluidbelaste woningen, railverkeer Hc Geluidbelaste woningen, scheepvaart H Geluidbelaste natuurgebieden H Trillingen H Luchtkwaliteit = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

292 . Gebruik en beleving De effecten van de VKV op de beoordelingscriteria voor gebruik en beleving worden in deze paragraaf beschreven. Voor een beschrijving van de huidige situatie en de methodiek van effectvoorspelling, zie hoofdstuk. Voor een gedetailleerde beschrijving van de effecten wordt verwezen naar het achtergrondrapport Ruimtelijke beleving... G - Aantasting dan wel versterking stedelijke verbinding Nijmegen en Waalsprong De vraag is in welke mate de VKV een aantasting of een versterking vormt van de verbindingen tussen Nijmegen en de Waalsprong. Er ontstaan ten opzichte van de referentie toenemende mogelijkheden voor de stad Nijmegen om de rivier te omarmen, te beleven, te bezoeken, te bewonen en te doorkruisen. De ontwikkeling van een rivierpark betekent dat het buitendijkse gebied als een duidelijk deel van Nijmegen zal worden beschouwd door de bewoners; parken horen immers bij de stad. De langere routes via de bruggen over het water mogen ook in de VKV als een neutraal tot positief punt worden beschouwd, in elk geval niet negatief. Bewoners in de Waalsprong komen fysiek dan wel verder van de oude rivier en de oude stad af te zitten, maar omdat het rivierpark wordt ontwikkeld als een verbindende schakel zal dit niet ten koste gaan van het Nijmegen-gevoel. Daartegenover staat echter dat de dijkteruglegging méér oppervlak Waal en uiterwaard genereert en de rivier dus naar de bewoners van de Waalsprong toekomt in plaats van andersom. In de VKV is voor de invulling van het Stadseiland gekozen voor een ontwikkeling op langere termijn, waarmee dit gebiedsdeel tot geen opvallend positieve, maar ook geen opvallend negatieve rol speelt bij de verbinding tussen Nijmegen en de Waalsprong. Figuur..: Het tijdelijke kampement in de uiterwaarden illustreert dat de Waal en de Waalsprong al deel uitmaken van de identiteit van de stad W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

293 .. G - Versterking van de beleefbaarheid van het gebied De VKV scoort positief omdat de beleefbaarheid ten opzichte van de referentie flink verbetert. De toegankelijkheid neemt sterk toe, er is ruimte voor evenementen op het land en op het water, de beleving vanaf de slanke, boulevardachtige bruggen en de bijzondere kade voegt een positieve dimensie toe aan het plangebied. Voor de beleving vanuit Lent en Veur Lent is een positieve score neutraal: betere toegankelijkheid staat tegenover het verlies aan het dorpse karakter. De VKV is vanuit de variant dynamiek ontsproten en levert de meeste mogelijkheden op voor beleving van het gehele gebied: de uiterwaarden en dynamische oevers van de nevengeul en de rivier worden vrij toegankelijk en beleefbaar. Negatief ten opzichte van de variant dynamiek scoort het aspect van de doorvaarbaarheid voor de recreatietoervaart, door het niet verbinden aan de bovenstroomse kant is er geen nieuwe vaarroute tussen Maas en Rijn. Vanuit de beleving van het rivierpark is het mooiste als bij de verdere ontwikkeling van het Stadseiland voor een publieke functie wordt gekozen. Publieke bebouwing, passend bij de dynamische kwaliteiten van de rivier en het park, kan daar zeker een plaats in krijgen. Om de band met het water zo sterk mogelijk te houden is een ophoging van het eiland tot boven de MHW-lijn (dit is bijna m boven de hoogste waterstand die hier ooit is opgetreden) niet gewenst. De beleefbaarheid van het gebied voor de huidige bewoners verandert in de VKV sterk van karakter. Er ontstaat een andere situatie, waarin de beleving van de rivier meer gedeeld moet worden met anderen en de landelijke woonomgeving plaatsmaakt voor een meer stedelijke. Of dit positief of negatief uitpakt hangt samen met aspecten zoals overlast, openheid in de communicatie, voorlichting en daarnaast persoonlijke omstandigheden... G - Mate waarin de dynamische kwaliteiten van de rivier beleefbaar zijn De VKV scoort zeer positief voor de beleefbaarheid van de dynamische kwaliteiten van het gebied ten opzichte van de referentie. De rivier krijgt er fors meer overstromingsgebied bij en de grotere toegankelijkheid waarborgt dat dit gebied ook beter beleefd kan worden, zowel op het water als op het land. De VKV maakt de keuze voor de dynamische kwaliteiten van de rivier, zoals vrije afstroming, erosie en sedimentatieprocessen, natuurlijke begrazing en spontane vegetatieontwikkeling de vrije loop te geven. Het enige minpunt is de geplande ophoging van delen van het Stadseiland, waarmee het rivierkarakter in dit gebied verloren gaat... G - Stedelijke ontwikkeling functieaantasting/versterking ruimtelijke kwaliteit In dit criterium wordt besproken in welke mate de varianten negatieve of positieve invloed uitoefenen op de functionele verbindingen. Daarbij wordt gekeken naar de schaal van de stad Nijmegen, en de schaal van het plangebied. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

294 Waren de drie ontwerpvarianten op dit punt al positief, de VKV is met de benoemde ambitie van het Rivierpark als top drie van de Nederlandse parken een aanwinst voor Nijmegen en de stadsregio. De score is dan ook positief, ondanks dat er ten opzichte van de referentie veel meer aanhechtingspunten ontstaan voor het functionele gebruik zoals recreatie, wonen en beleven. Het wordt een veel stedelijker groengebied en de banden met de rivier nemen fors toe. Belangrijk pluspunt voor dit criterium is tenslotte de ruimte die geboden wordt voor toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van het gebied, niet alles wordt in één generatie ingevuld, zeker als de geplande ophoging vooralsnog wordt uitgesteld. Dit komt zowel de ruimtelijke kwaliteit als de functieontwikkeling voor de stad en de regio ten goede. Een voorbeeld daarvan is de ontwikkeling van het Hof van Holland dat als een toekomstige woonwijk vlak aan het water een aantrekkelijker voorland zal krijgen dan wanneer de ruimtelijke ontwikkeling in de uiterwaarden beperkt zou blijven tot voornamelijk natuur (in casu het project Oosterhoutse uiterwaarden)... G - Mate van combinatie van functies De VKV honoreert afgezien van de doorgaande vaarroute een breed spectrum aan functiecombinaties en scoort zeer positief ten opzichte van de referentie. De nieuwe gebruiksfuncties, bijvoorbeeld initiatieven op het vlak van de vrijetijdsbesteding zijn in de VKV goed ondergebracht, binnen een landschappelijke setting van dynamische riviernatuur. Er ontstaan door de robuuste natuur in de VKV mogelijkheden om de stevige natuurdoelstellingen te integreren met recreatieve functies. De riviergebonden woonfunctie krijgt in de VKV op de locatie Stadseiland helaas minder plek op de korte termijn, daartegenover staat dat de groene dijk veel nieuwe perspectieven biedt voor een bijzondere invulling. Figuur..: De bruggen vormen een belangrijke verbinding tussen noord en zuid.. G - De mate van versterking van de identiteit van het plangebied De VKV is doortrokken van de e eeuwse, nieuwe gedaante van het rivierenlandschap in het projectgebied. Hoewel de cultuurhistorische betekenis negatief scoort door o.a. het verloren gaan van delen van de huidige dijk, haar overgang naar het laaggelegen gebied erachter, en een reeks van idyllische dijkwoningen als drager van het oude landschap, ontstaat er in het ontwerp letterlijk en figuurlijk meer ruimte voor de rivier en haar nieuwe identiteit. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

295 Waar mogelijk is gebruik gemaakt van de cultuurhistorische context, door de nieuwe dijk als klassieke dijk uit te voeren, de kade als stedelijke Waalkade te ontwikkelen, Fort Knodsenburg als duidelijk element te ontwikkelen op het Stadseiland, en tal van kleinschalige elementen te respecteren zoals de bunkers en het Wiel. Ten opzichte van de referentie scoort daarom de VKV zeer positief, er van uit gaande dat juist zonder de dijkteruglegging de ruimte voor de landelijke identiteit in de flessenhals van de rivier nog sterker onder druk zou komen te staan. Negatief punt in de VKV voor de identiteit is het voornemen om een gedeelte van het Stadseiland op te hogen tot een terp, omdat de kans bestaat dat dit tot een identiteitsloze lap grond verwordt, met weinig relatie met de rivier en met verlies van het karakter van de dijk en de ondergrond van fort Knodsenburg. Ook is het verlies aan het dorpse karakter en de sociale cohesie van Lent een negatief punt... G - Mate van robuustheid/toekomstvastheid van het ontwerp Dit criterium behandelt de eventuele verschillen in de mate van robuustheid en duurzaamheid van het ontwerp. De VKV heeft een relatief grote mate van flexibiliteit toegepast vanwege de beoogde toekomstvastheid. Ten opzichte van de referentie is de VKV robuuster en toekomstvaster, aangezien de flessenhals bij Lent anders sterker onder spanning zou worden gezet door de intensivering áchter de dijk. De mogelijkheden om aanpassingen in het winterbed te verrichten zijn bij de autonome ontwikkeling veel beperkter. Qua toekomstvastheid is de reservering voor mogelijke bebouwing op het stadseiland een pluspunt omdat het een courante en aantrekkelijke woonlocatie zal zijn, zeker als gebruik wordt gemaakt van de genius of the place, de ligging midden in de rivier en dicht bij de twee stadshelften. Anderzijds beperkt de ophoging en de eventuele intensiteit van de bebouwing mogelijk ruimte om op langere termijn extra ruimte voor de rivier te creëren. Vanuit de veiligheidsdoelstelling van de PKB zal de keuze voor reservering t.a.v. het bebouwingsprogramma op het Stadseiland daarom leiden tot een licht positieve score op de toekomstvastheid. Helemaal positief zou de keuze zijn om hier géén woonbebouwing toe te passen, maar meer uit te gaan van publieke en recreatieve functies... G - Veranderingen in bereikbaarheid/verplaatsingen De nieuwe nevengeul doorsnijdt de huidige Waalbandijk op twee plaatsen, waardoor er veel verandert in de bereikbaarheid van het gebied. In de VKV worden deze veranderingen op tal van manieren opgevangen. Zo komen er altijd twee bruggen over de nevengeul die het Waalspronggebied verbindt met het westelijke (landelijke) en oostelijke (stedelijke) deel van het nieuwe eiland. Ook de drempel is berijdbaar en vanaf de tweede stadsbrug, de snelbinder en de Waalbrug komen er in de VKV voorzieningen voor voetgangers en fietsers om het eiland te bereiken, dit is echter in de huidige situatie ook al zo en betekent per saldo geen verbetering. Bij de beoordeling van de VKV is onderscheid gemaakt tussen bewoners en bezoekers en is de wijze van vervoer in beschouwing genomen. Zowel bezoekers als bewoners per auto moeten in de VKV verder rijden om het eiland te bereiken, tenzij de groene dijk berijdbaar wordt voor auto s, maar ook dan scoort deze licht negatief. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

296 Voor bezoekers op de fiets neemt het aantal mogelijkheden echter sterk toe, door de rondweg op het stadseiland, het fietspad naar de westkant van het eiland en de nieuwe op- en afritten op de bruggen. Wandelaars profiteren het meest door de vrije toegang in het gehele buitengebied. De VKV scoort op dit punt in totaliteit neutraal. Tabel..: Het criterium G: veranderingen in de bereikbaarheid verplaatsingen in relatie tot veranderingen van de infrastructuur, voor de drie varianten en rechts voor de VKV Beoordelingcriteria Referentie Varianten Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV Bewoners fiets - Bewoners auto Bezoekers fiets Bezoekers auto Bezoekers wandelen Totaal G +.. G Recreatie op het land De voorkeursvariant heeft een zeer positief effect (score +++) op het recreatieve gebruik op het land, omdat de mogelijkheden sterk toenemen: er is in het VKV voorzien in een verdere functieverandering van privaat naar openbaar natuurgebied, met een bijpassende recreatieve ontsluiting, met vrije toegankelijkheid en met wandel- en fietsroutes, en een zoekgebied voor bij het gebied passende evenementen. Voor bestaande bewoners en voor het dorp Lent nemen de mogelijkheden eveneens toe, al kan voor bestaande bewoners de toename van recreanten ook als inbreuk op de huidige privacy worden ervaren. Het flaneren op de kaai, de voor een deel autovrije dijk, de beleving vanaf de bruggen en het maken van een ommetje op het Stadseiland draagt bij aan het recreatieve gebruik op het land... G Recreatie op het water De voorkeursvariant scoort evenals bij recreatie op het land zeer positief (score +++) op de recreatieve mogelijkheden in het verbrede winterbed, met name in en rond de nieuwe rivierloop. Dit relatief grootschalige, ten opzichte van de rivier rustige en veilige water biedt nieuwe kansen voor de lokale watersportverenigingen, voor de hengelsport en voor zwemmers op de strandjes. Ook tijdens hogere rivierstanden kunnen interessante nieuw recreatiemogelijkheden ontstaan voor de beleving van het stromende water, langs de stedelijke gebiedsdelen zoals op de kaai, als in de uiterwaard. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

297 .. Samenvatting De beoordeling van de VKV is samengevat in tabel.. Tabel..: Samenvatting effectbeoordeling Ruimtelijke beleving en gebruik t.o.v. referentie Beoordelingscriteria Referentie Variant Rivier en veiligheid Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV G Aantasting dan wel versterking stedelijke verbinding Nijmegen en Waalsprong G Versterking van de beleefbaarheid van het gebied G Mate waarin de dynamische kwaliteiten van de rivier in het projectgebied beleefbaar zijn G Stedelijke ontwikkeling functieaantasting/versterking ruimtelijke kwaliteit G Mate van combinaties van functies (multifunctionaliteit) G Mate van versterking identiteit van het projectgebied G Mate van robuustheid/ toekomstvastheid van het ontwerp G Veranderingen bereikbaarheid/ + verplaatsingen in relatie tot veranderingen van de infrastructuur G Recreatie op het land G Recreatie op het water = sterk neg.; - - = neg.; - = licht neg.; = (vrijwel) neutraal; = sterk pos.; + + = pos. en + = licht pos. effect. Kosten en baten De effecten van de VKV op de beoordelingscriteria voor MKBA worden in deze paragraaf beschreven. Voor een beschrijving van de huidige situatie en de methodiek van effectvoorspelling, zie hoofdstuk. Voor een gedetailleerde beschrijving van de effecten wordt verwezen naar het achtergrondrapport MKBA. De VKV ligt met een investering van miljoen tussen de investering van de overige varianten in. De uiteindelijke score hangt sterk af van de soort en het moment van het te ontwikkelen vastgoed (de baten). Het vastgoed valt buiten de scope van dit project en daarom zijn de baten niet in de beoordeling betrokken. Tabel..: Samenvatting MKBA (excl. baten) Beoordelingscriteria Ref. Variant Maatschappelijke kosten en baten analyse in miljoen (excl. BTW) Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV K Project uitvoeringskosten Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

298 . Overzicht effectbeoordeling VKV In de onderstaande tabel treft u het totaaloverzicht aan van de effectbeoordeling van de VKV. In de tabel zijn de criteria waarbij sprake is van verschillende effecten tussen de varianten met een kleur aangegeven. Thema s waar geen onderscheid is tussen de effectbeoordeling, zijn in het wit aangegeven. Tabel..: Totaaloverzicht effectscores VKV Beoordelingscriteria Rivier en veiligheid Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV R Waterstandsdaling R Opstuwing benedenstrooms: R Morfologie + -- R Robuustheid Natuur N Verandering areaal natuur per ecotooptype Robuustheid natuur/dynamische processen +/- +/- +/- +/- N Instandhoudingsdoelstellingen N Behoud en versterking beschermde en zeldzame soorten N Verstoring natuurwaarden /-- N Ontwikkeling waardevolle gradiënten + +/ Bodem B Verandering bodemkwaliteit bij grondverzet B Verandering blootstelling verontreinigde grond B Grondbalans Waterbeheer en kwaliteit W Grondwater W Oppervlaktewater Landschap L Effecten op grote schaal: landschapstypes - en ruimten L Effecten op grote schaal: relaties en herkenningspunten L Effecten op de kleine schaal: landschapselementen L Effecten op identiteit en leesbaarheid van het landschap Cultuurhistorie C Waterstaat; strijd tegen het water C Verdediging en oorlog C Verbindingen; patronen van nederzettingen C Economie; leven van het land Archeologie A Aantasting archeologische waarden W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

299 Beoordelingscriteria Verkeer en vervoer V Leefbaarheid en veiligheid verkeer V Bereikbaarheid voor gemotoriseerd verkeer V Bereikbaarheid voor fiets, OV en minder validen Scheepvaart en externe veiligheid Ref. Variant Klassiek Mozaïek Dynamiek VKV S Scheepvaart S Externe veiligheid transportassen Hinder H Geluidbelasting geluidgevoelige bestemmingen (aanlegfase) Ha Geluidbelaste woningen, wegverkeer -- Hb Geluidbelaste woningen, railverkeer Hc Geluidbelaste woningen, scheepvaart H Geluidbelaste natuurgebieden H Trillingen H Luchtkwaliteit Gebruik en beleving G Aantasting dan wel versterking stedelijke verbinding Nijmegen en Waalsprong G Versterking van de beleefbaarheid van het gebied G Mate waarin de dynamische kwaliteiten van de rivier in het projectgebied beleefbaar zijn G Stedelijke ontwikkeling functieaantasting/ versterking ruimtelijke kwaliteit G Mate van combinaties van functies (multifunctionaliteit) G Mate van versterking identiteit van het projectgebied G Mate van robuustheid/ toekomstvastheid van het ontwerp G Veranderingen bereikbaarheid/ + verplaatsingen in relatie tot veranderingen van de infrastructuur G Recreatie op het land G Recreatie op het water Kosten K Project uitvoeringskosten (mlj. euro) Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

300 . Mitigerende maatregelen Hoewel in de VKV een groot aantal milieueffecten zijn geoptimaliseerd, kunnen er onverhoopt toch ongewenste effecten gaan optreden. Derhalve zijn in deze paragraaf de mitigerende maatregelen beschreven die genomen kunnen worden ter preventie van ongewenste effecten. Toepassing geluidschermen Uit het MER blijkt dat voor een deel van het eiland de voorkeursgrenswaarde van db wordt overschreden als gevolg van het verkeer op de Prins Mauritssingel. Het toepassen van geluidschermen kan het gebied waar de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden verkleinen. Voor de voorkeursvariant zijn een aantal schermvarianten doorgerekend waarbij de effectiviteit inzichtelijk wordt gemaakt. De resultaten bieden een afwegingskader voor de keuze van het toepassen van schermen langs de Prins Mauritssingel. Andere (nieuw aan te leggen) akoestisch relevante wegen worden onderzocht in het kader van het bestemmingsplan. In overleg met de gemeente zijn voor de Prins Mauritssingel de volgende maatregelvarianten berekend: schermen met een hoogte van, meter; schermen met een hoogte van meter; schermen met een hoogte van meter. Tot slot is nog een variant doorgerekend met afschermende bebouwing op het eiland die meter boven het wegdek uitsteekt om inzicht te geven in het effect van deze maatregel. Tabel..: Effecten toepassen geluidscherm Geen scherm Wel scherm m,m m m Effecten* Groen % % % % Oranje % % % % Rood % % % % * groen = onder de voorkeursgrenswaarde (-) oranje = overschrijding van de voorkeursgrenswaarde maar onder de maximale grenswaarde (-) rood = overschrijding van de maximale grenswaarde (>) Uit de resultaten van tabel.. kan worden afgeleid dat de "winst" die het scherm heeft het meest effectief is bij de realisatie van, meter hoogte nl. %. Bij de ophoging naar een meter hoog scherm bedraagt de "winst" %. Een verdere ophoging naar een scherm met een hoogte van meter levert nog eens een "winst" op van %. Bij toepassing van een gebouw met meter hoogte ten opzichte van de bovenkant van de brug, die als eerstelijnsbebouwing als afscherming dient, zal voor het achterliggende gebied vergelijkbare resultaten worden behaald als met de schermvariant met meter hoogte. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

301 Maatregelen bij eventuele lek van het waterkerend scherm. Bovengrondse drainage Bij eventuele lekkage van het waterkerend scherm ontstaat voor een areaal van ca., ha potentiële grondwateroverlast. Het bovengronds drainagesysteem wordt voorgesteld in de zone direct achter de dijk ten westen van het spoor. Het bovengronds drainagesysteem bestaat uit een watergang direct achter de dijk en een watergang door het gebied die de afvoer verzorgt naar de Singel. De watergang wordt peilgestuurd zodanig dat de eventuele extra toestromende hoeveelheid water als gevolg van lekkage afgevoerd wordt om te zorgen dat de ontwateringsdiepte niet minder wordt dan, m. Gelet op het maaiveldniveau in het gebied (gemiddeld ca. NAP +, m) en het streefpeil in het gebied (NAP +, m) is het mogelijk dat het water onder vrij verval naar de Singel afgevoerd kan worden. Bij een hoger percentage lek neemt het areaal met potentiële grondwateroverlast nauwelijks toe en zijn er geen aanvullende maatregelen vereist. Bij de aanleg van een drainagesysteem dienen de gevolgen voor archeologische waarden in beeld gebracht te worden.. Ondergrondse drainage Het ondergrondse drainagesysteem wordt voorgesteld binnen de bestaande bebouwde kern van Lent. Hiervoor wordt het ontwerp van een samengesteld drainagesysteem ingezet waarbij het systeem ter plaatse van het openbare profiel wordt toegepast in het zandcunet. Het stelsel wordt aangelegd in alle wegen binnen het aangewezen gebied. Het samengestelde systeem betekent dat alle buizen worden aangesloten op de hoofddrain, welke in verbinding staat met open water. Dit kan een werkende drain zijn, maar kan ook het HWA-riool zijn. De drains worden gekoppeld op een put, zodat controle en doorspuiten mogelijk is. Het areaal omvat, ha bij % lekkage en neemt geleidelijk toe tot, ha bij % lekkage. Door in het openbare gebied een drainage systeem aan te leggen wat peilgestuurd is kan de grondwaterstand worden beheerst. Door het drainagesysteem te dimensioneren op een lekkage van % ontstaat er een robuust systeem wat voldoende capaciteit en levensduur heeft.. Ophogen maaiveld Om potentiële grondwateroverlast tegen te gaan ten tijde van een hoogwatergolf ligt voor de nog te ontwikkelen gebieden het aanvullend ophogen van het maaiveldniveau voor de hand. Het areaal omvat, ha bij % lekkage en neemt geleidelijk toe tot, ha bij % lekkage. Voor de aanvullende ophoging is, uitgaande van een maximale ontwateringdiepte van, m ten tijde van een hoogwatergolf een ophoging van, m vereist. Maatregelen voor scheepvaart Voor de scheepvaartveiligheid zijn mogelijk aanvullende maatregelen om te voorkomen dat een schip, bij hoogwater, over de drempel aan de bovenstroomse zijde van de hoogwatergeul dreigt te varen en zodoende de nevengeul invaart waar gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. De mogelijkheden tot een fysieke barrière te creëren voor de scheepvaart tijdens hoogwater zijn onderzocht. Er is een onderscheid gemaakt in een fysieke barrière en een fysieke barrière die ook daadwerkelijk een schip tot stilstand kan brengen. Daarbij is onderscheid gemaakt door middel van criteria zoals invloed op milieu (ecologie, ruimtelijke inpassing) en de beïnvloeding op het stroomprofiel. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

302 In overleg met Rijkswaterstaat (scheepvaartbeheerder) zijn de maatregelen nader beschouwd en zijn de volgende maatregelen als kansrijk bepaald: als minimale maatregel wordt extra betonning (bakens en boeien) toegepast; hierop aanvullend kunnen waarschuwingskabels worden geplaatst. Deze houden een schip niet fysiek tegen, maar leveren wel een bepaalde weerstand, waardoor de schipper wordt gewaarschuwd; als vergaande maatregel kan een waarschuwing- en opvangsysteem dat het schip fysiek tegenhoud door middel van vangkabel/vangnet worden geplaatst. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

303 MEEST MILIEUVRIENDELIJKE VARIANT De Meest Milieuvriendelijke Variant (MMV) is de variant, waarbij de nadelige gevolgen voor het milieu worden voorkomen, dan wel, voor zover dat niet mogelijk is, deze met gebruikmaking van de beste bestaande mogelijkheden ter bescherming van het milieu zoveel mogelijk worden beperkt. In de richtlijnen voor het MER (augustus ) wordt gevraagd om bij het opstellen van de MMV uit te gaan van een invulling gericht op het ontwikkelen van de potenties van het gebied voor natuur, bijvoorbeeld door ontwikkeling van natuurvriendelijke oevers en dijken en, mede daardoor, versterking van natuurlijke rivierprocessen. Besteed daarbij ook aandacht aan de mogelijkheden om de cultuurhistorische en landschappelijke waarden te versterken. Door de keuze voor de variant Dynamiek als basis en de verdere optimalisaties binnen de VKV, is reeds een belangrijke invulling gegeven aan de vereisten voor de MMV. De VKV is gericht op het ontwikkelen van de potenties van het gebied voor natuur door te kiezen voor een dynamisch ontwerp dat optimaal ruimte biedt aan karakteristieke riviernatuur. Effecten op huidige landschappelijke en historische waarden, die onontkoombaar zijn doordat woningen zullen verdwijnen en een geul aangelegd wordt, zijn gemitigeerd binnen de VKV. Derhalve kunnen de hoofdlijnen van de VKV gelijk worden gesteld aan de MMV. Op kleinere schaal zijn er echter wel nog optimalisatiemogelijkheden. In de onderstaande paragraaf zijn deze mogelijkheden, die zich conform de richtlijnen op de disciplines rivierkunde, natuur, landschap en cultuurhistorie, beschreven. Verplaatsing instroomopening Lentse Waard (rivierkunde) In de MVV gezocht naar mogelijkheden om meer waterstandsdaling te creëren. Door verplaatsing van de instroomopening naar het noorden en deze meer in richting van stroming van de Waal te plaatsen, is er minder weerstand bij hoogwater en wordt er een groter rivierkundige winst behaald. Figuur.: Uitsnede van de instroomopening bij het VKV (links) en het MMV (rechts) Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

304 Deze aanpassing is berekend conform de methodiek zoals beschreven in par... en realiseert een waterstandverlaging van, cm binnen het projectgebied bij een maatgevend hoogwater. Benedenstrooms van de maatregelen stroomt het water geleidelijk vanuit de geul terug het zomerbed in. Dit leidt altijd tot een locale waterstandverhoging. Deze verhoging is ook in figuur. te zien en is maximaal, cm bij rivierkilometer, cm. De stroomsnelheden in de geul variëren van, tot, m/s. De stroomsnelheden langs de oevers blijven relatief laag, kleiner dan, m/s. Nabij de spoorbrug is de stroomsnelheid het hoogst, vanwege de versmalling in de geul ter plaatse van het landhoofd. Figuur.: Effect op de waterstand (cm) t.g.v. de MMV (blauwe lijn) bij. m /s Aangepaste hoogte westelijk eiland (natuur, landschap, gebruik en beleving) Het westelijke deel van het eiland, het Waalveld genoemd, wordt opgehoogd tot een hoogte van, m +NAP (, lager dan in de VKV). De bodem van het terrein bestaat uit bestaande ondergrond ter plaatse, zodat zich er een natuurlijke vegetatie kan ontwikkelen. Het eiland overstroomt eens in de tot jaar en het beheer is hetzelfde als de omliggende uiterwaard. De omstandigheden zijn verbeterd voor de ontwikkeling van stroomdalvegetaties. Herstel en inpassing van historische elementen haventje (cultuurhistorie, gebruik en beleving) Op de noordelijke Waaloever wordt de stenen oever in het centrale kribvak verwijderd, zodat zich hier ook een zandstrandje kan ontwikkelen. Hiermee komt ook de weg vrij naar de oude havenkom van het veertje dat hier vroeger heeft gevaren (zie figuur.). Deze kom kan uitgegraven worden en weer dienst gaan doen als aanlegplaats voor een nieuwe veerverbinding. Wel zal de haven zodanig moeten worden hersteld dat het groene karakter van de uiterwaard op deze plaats niet teveel wordt onderbroken. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

305 Café de Zon, ooit verbonden met de levendigheid rondom de veerstoep, blijft tevens behouden en wordt ingepast in het opgehoogde eiland. Dat geldt ook voor het naastgelegen pand. De ophoging van het eiland wordt zoveel mogelijk beperkt gehouden om de Oosterhoutse dijk duidelijk zichtbaar te houden en bouwvormen die inspelen op de nabijheid van de rivier mogelijk te maken. Beide aspecten zijn weliswaar verbeteringen ten opzichte van de VKV, maar leiden niet tot een afwijkende overall-score voor de onderdelen cultuurhistorie en gebruik en beleving. Figuur.: Impressie van de Waaloever met kleine haven Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

306 W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

307 LEEMTE IN KENNIS, MITIGATIE EN EVALUATIEPROGRAMMA Elke m.e.r. procedure kent als laatste stap een verplichte evaluatie van de milieueffecten. Deze is bedoeld om na te gaan of de in het MER voorspelde effecten overeenkomen met de daadwerkelijke effecten op het milieu. Op die manier kunnen maatregelen worden genomen als de effecten afwijken. Een andere belangrijke functie van de evaluatie is het opvullen van leemten in kennis en het leren van het werkelijk uitvoeren van het project. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de belangrijkste leemten in kennis en informatie die bij de deelaspecten zijn geconstateerd. De leemtes in kennis die in dit MER zijn geconstateerd, zijn algemeen van aard en niet van invloed op de afweging tussen de varianten en de keuze voor de VKV. Ook in de verder planontwikkeling en uitvoering zullen duurzaamheid en innovatie een belangrijke rol spelen. In het informatief bijlagenrapport Innovatie, duurzaamheid en klimaat wordt beschreven welke mogelijkheden overwogen zijn en wat de belangrijkste mogelijkheden voor de verdere planontwikkeling en uitvoering zijn. Vervolgens is een aanzet gegeven voor de onderwerpen waarop het evaluatieprogramma zich zal moeten richten. Voor het (laten) opzetten, uitvoeren en begeleiden van het evaluatieprogramma is het bevoegd gezag verantwoordelijk. Uit deze MER blijkt dat de leemten in kennis en monitoring zich met name dienen te richten op de volgende aspecten: erosie/sedimentatie geul; vegetatieontwikkeling; effecten van recreatie op natuur; kwaliteit van de behouden archeologische vindplaatsen; kwantificering waterstandsdaling in MKBA. Erosie/sedimentatie geul Gezien de onzekerheid in de morfologische voorspelling van de erosie en sedimentatie in de geul moeten deze aspecten goed worden bekeken er derhalve in een monitoringsplan worden opgenomen. Naast aanzanding vormt successie en accumulatie van dood organisch materiaal een bedreiging voor de afvoercapaciteit van de geulen. Het verwijderen van aanzanding en vegetatieresten kan wat dat betreft worden opgenomen in het grootschalige beheer en onderhoudsplan. De geul zal, na grootte orde, eens in de - jaar weer op de ontwerpdiepte moeten worden gebracht om zo de afvoercapaciteit te waarborgen. Vegetatieontwikkeling De vegetatie in het plangebied zal zich nooit exact ontwikkelen in de gewenste richting of volgens de verwachte successiesnelheid. Het is daarom belangrijk de inrichtingskaarten niet als blauwdruk of star doel te beschouwen, maar eerder als een richtinggevende leidraad. In de bestaande methoden is het mogelijk om de ligging van de ecotopen niet exact ruimtelijk vast te leggen, maar door combinatie-ecotopen globaal aan te geven hoe de toekomstige situatie eruit zal zien. Monitoring moet inzicht geven in de daadwerkelijke ontwikkeling. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm - - juli

308 De ontwikkeling van de vegetatie moet regelmatig worden beschreven en rivierkundig getoetst. Over het algemeen is monitoring van de vegetatie om de vijf jaar voldoende voor handhaving van de Waterwet. Voor uiterwaarden die net vergraven zijn en waar veel pioniersituaties ontstaan is het verstandig om tijdelijk een hogere monitoringfrequentie te nemen ( jaar). Het is mogelijk om in de vergunning afspraken over monitoring vast te leggen. Effecten van recreatie op natuur Het effect van recreatie is niet goed in te schatten omdat hier nog geen dosis-effectrelaties per type recreatie van bekend zijn, het niet bekend is welke natuurwaarden zich gaan ontwikkelen en niet bekend is welke bezoekersaantallen gaan optreden. Monitoring kan dit uitwijzen en op basis hiervan kunnen eventueel betredingsbeperkingen worden opgelegd. Doorlatendheid van het waterkerend scherm Bij de uitwerking van de hydrologische berekeningen voor alle varianten is er van uitgegaan dat het waterkerend scherm % ondoorlatend is en dat het scherm een diepte heeft van ca. meter (tot op de leemlaag). Het scherm kan echter als gevolg van de aanleg en in combinatie met de opbouw van de ondergrond enigszins doorlatend zijn. Om meer inzicht in deze leemte te geven, zijn enkele gevoeligheidsberekeningen met een verschillende doorlatendheid uitgevoerd en opgenomen in het achtergrondrapport Geohydrologie. Mitigerende maatregelen zijn opgenomen in paragraaf.. Kwaliteit van de behouden archeologische vindplaatsen Archeologische vindplaatsen die (deels) behouden blijven na herinrichting van het gebied, bijvoorbeeld vindplaats /, dienen actief gemonitord te worden om de kwaliteit te waarborgen, ook bij veranderende hydrologische condities. Kwantificering waterstandsdaling in MKBA In een eerder stadium is voor alle ruimte voor de rivier projecten reeds een nut/noodzaak analyse uitgevoerd. In deze MKBA zal deze analyse niet worden herhaald. Eventuele optredende verschillen in waterstanddaling met bijbehorende baten (verhoogde veiligheid) tussen de varianten en de PKB-uitgangssituatie zijn om deze reden niet meegenomen. W./R//VVDM/Nijm juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

309 A COMPANY OF Bijlage Verklarende woordenlijst met begrippen, definities en afkortingen Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm juli

310

311 A COMPANY OF Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport W./R//VVDM/Nijm juli

312

313 In het onderstaande stuk zijn begrippen en afkortingen opgenomen die extra duidelijkheid kunnen geven tijdens het lezen van het MER. Begrip Omschrijving A Alternatief Samenhangend pakket aan maatregelen om aan de doelstelling van het project te voldoen Autonome ontwikkeling De ontwikkeling van het milieu en andere factoren als de voorgenomen activiteit niet wordt uitgevoerd; het betreft alleen die ontwikkelingen die kunnen worden afgeleid uit vastgesteld beleid B Bevoegd gezag (BG) De overheidsinstantie die bevoegd is het m.e.r.-plichtige besluit te nemen en die de m.e.r.-procedure organiseert Buitendijks gebied Aan de rivierkant van de dijk liggend gebied C Commissie voor de m.e.r. (Cie-m.e.r.) Onafhankelijke commissie die het bevoegd gezag adviseert over richtlijnen voor de inhoud van het MER en de beoordeling van de kwaliteit van het MER Compenserende maatregelen Maatregelen die gericht zijn op het vervangen van (natuur)waarden die verloren gaan F Fauna Dieren Flora Planten G GIS Geografisch Informatie Systeem I Initiatiefnemer (IN) Rechtspersoon die de m.e.r.-plichtige activiteit wil ondernemen; wordt afgekort met IN K Krib Van de oever uitgaande dam van zand, afgedekt met zinkstukken en bestorting van steen, waarvan de kop op de normaallijn ligt (ook wel dwarskrib genoemd) Kwel Het aan de oppervlakte treden van water ter plaatse van het binnendijks talud van de dijk of in het achterland dat direct aan de dijk grenst M Maatgevende afvoer De afvoer van rivierwater in m per seconde die als maat wordt aangehouden bij de technische inrichting van het watersysteem Meest Milieuvriendelijk Hierin staan de best beschikbare mogelijkheden beschreven om milieuaantasting te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken Alternatief (MMA) Milieueffectrapport (MER) Het document waarin milieu- en andere aspecten integraal worden behandeld Milieueffectrapportage De procedure (m.e.r.) Maatgevende Waterstand die bepalend is voor de hoogte van de dijken hoogwaterstand (MHW) Mitigerende maatregelen Verzachtende, effectbeperkende maatregelen N NAP Normaal Amsterdams Peil Natura Natura is de benaming voor een Europees netwerk van natuurgebieden waarin belangrijke flora en fauna voorkomen, gezien vanuit een Europees perspectief. Nadere Uitwerking Rivierengebied (NURG) Als uitwerking van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra is in voor het rivierengebied de Nadere Uitwerking voor het Rivieren Gebied (NURG) vastgesteld. Sindsdien staat NURG symbool voor het realiseren van nieuwe natuur in de uiterwaarden van grote rivieren. Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport Bijlage W./R//VVDM/Nijm - - juli

314 Begrip Omschrijving P Passende Beoordeling Natuurtoets die wordt uitgevoerd in het kader van de Natuurbeschermingswet Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier Het programma Ruimte voor de Rivier bestaat uit maatregelen die het Nederlandse stroomgebied van de Rijn en een gedeelte van de Maas beter zullen beschermen tegen overstromingen. Tegelijkertijd bieden de maatregelen kansen om de omgeving van de rivieren mooier en aantrekkelijker te maken. Het rivierengebied moet er in economisch, ecologisch en landschappelijk opzicht beter van worden. De maatregelen zijn vastgelegd in de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier. Platvorm Waalsprong De gemeente Nijmegen overlegt structureel met het Platform Waalsprong over ingrijpende plannen die op stapel staan. Het Platform Waalsprong is een overlegorgaan waarin diverse belangengroeperingen meepraten. Doelstelling van het Platform is om initiatieven te nemen en te ondersteunen om het sociaal en economisch functioneren van de Waalsprong te stimuleren. Programma Directie Ruimte voor de rivier (PDR) De programmadirectie Ruimte voor de Rivier is als centrale regisseur verantwoordelijk voor het programma Ruimte voor de Rivier in de planstudie - en uitvoeringsfase. S Startnotitie (SN) Eerste stap in de m.e.r.-procedure, waarmee de voorgenomen activiteit wordt bekendgemaakt Stroomafwaarts Gericht naar de riviermonding (naar de zee) Stroomopwaarts Tegenovergesteld gericht aan stroomafwaarts (naar de bron) V Variant Een variant wijkt op een beperkt aantal onderdelen af van het totaal aan maatregelen van een alternatief W./R//VVDM/Nijm Bijlage juli - - Ruimte voor de Waal MER Definitief rapport

315 A COMPANY OF Bijlage Bronnenlijst Ruimte voor de Waal MER W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport juli

316

317 Bronnenlijst Dit MER bestaat uit een hoofdrapport (deze rapportage) en aantal ontwerprapporten en achtergrondrapporten per onderwerp. De verschillende rapportages zijn in de onderstaande tabel opgenomen. Onderwerp Document Rapportnaam/nummer Ontwerp Bouwstenen MER Rapport Bouwstenen MER V./R Ontwerp Varianten MER Rapport Varianten MER V./R Ontwerp Voorkeursvariant Rapport VKV V./R Hydraulica Verificatie RP V./R Hydraulica Toetsing varianten V./R Hydraulica Toetsing VKV V./R Morfologie Verificatie RP V./R Morfologie Toetsing varianten V./R Morfologie Toetsing VKV V./R Geohydrologie / Kwel Achtergrondrapport geohydrologie V./R Bodem Milieuhygiënisch achtergrondrapport MER V./R Luchtkwaliteit Achtergrondrapport MER V./R Geluid en Trillingen Achtergrondrapport MER V./R Archeologie Achtergrondrapport MER V./R Cultuurhistorie CHER/Achtergrondrapport MER V./R Landschap Achtergrondrapport MER V./R Landschap bijlage kaart V./R Natuur Achtergrondrapport MER V./R Natuur Passende Beoordeling V./R MKBA Achtergrondrapport MER V./R Ruimtelijke Beleving Achtergrondrapport MER V./R Scheepvaart Achtergrondrapport MER V./R Externe Veiligheid Achtergrondrapport MER V./R Verkeer Achtergrondrapport MER V./R Innovatie Definitief rapport 'lessons learned' V./R Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

318 Bijlage : Enkele uitgangspunten m.b.t. het waterkerend scherm en het aspect grondwater Ruimte voor de Waal MER W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport juli

319 Een belangrijk aspect in het plan Ruimte voor de Waal Nijmegen is de grondwaterhuishouding. De bescherming van bestaande belangen achter de dijk staan hierbij centraal. Het plan voorziet daarom in aanleg van een waterkerend scherm om ongewenste grondwatereffecten te voorkómen. Enkele belangrijke uitgangspunten op dit vlak worden in deze bijlage behandeld.. Bestuursovereenkomst Als gevolg van het project zouden ongewenste grondwatereffecten op kunnen treden. Het uitgangspunt om deze problemen op te lossen, is vastgelegd in de brief behorend bij de overeenkomst tussen PDR en de Gemeente Nijmegen inzake de planstudie (--). Hierin is door de Staatssecretaris gesteld: De kwelproblematiek in de Waalsprong als gevolg van rivierverruimende maatregelen dient te worden opgelost. Voor beantwoording van deze opgave was in de afgelopen jaren al het nodige onderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek een waterkerend scherm in de bodem, langs een groot deel van de geplande nevengeul, de meest effectieve oplossing. Dit scherm is als uitgangspunt vastgesteld in het Ontwerp op Hoofdlijnen () en vervolgens in het Ruimtelijk Plan. De materialisering van het waterkerend scherm is in de Planstudie nader uitgewerkt. In dit MER is de effectiviteit van het waterkerend scherm getoetst. In het kader van de Planstudie is de bovengenoemde bestuurlijke doelstelling vertaald naar praktische technische criteria, waaraan de effecten van de dijkteruglegging konden worden getoetst. Deze criteria zijn in de bestuurlijke begeleidingsgroep vastgesteld, waardoor draagvlak voor deze vertaling bij zowel Gemeente, Provincie, Waterschap als het Rijk geborgd is. De criteria zijn als volgt:. potentiële grondwateroverlast voor bebouwing;. verandering afvoer in het binnendijks oppervlaktewater tijdens hoogwater;. verandering wegzijging uit het binnendijks oppervlaktewater tijdens laagwater;. verandering grondwaterstand in bebouwd gebied tijdens laagwater. Criterium is het belangrijkste van de vier bovengenoemde (gezien de bestuurlijk meegegeven randvoorwaarde aan het project), en blijkt in de praktijk ook bepalend te zijn voor de eisen aan het waterkerend scherm. Dit punt wordt hieronder kort toegelicht. Voor een uitgebreider toelichting wordt verwezen naar het Achtergrondrapport Geohydrologie. Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

320 . Nadere uitwerking criterium : Toetsing effecten grondwateroverlast Voor het toetsen van de effecten van het project aan het criterium grondwateroverlast was een nadere definitie nodig. Immers: de grondwaterstand fluctueert onder invloed van neerslag en (in dit geval met name belangrijk) de Waalwaterstanden, dus welke situatie moet als maatgevend worden aangehouden bij de toetsing? Verder hebben woningen verschillende bouwpeilen, en is er onderscheid te maken in bestaande woningen en geplande woningen die nog niet zijn gebouwd en waarbij nog aanpassingen mogelijk zijn; hoe diep moet de grondwaterstand in het algemeen onder maaiveld liggen? Ten behoeve van de Planstudie zijn daarover met de Gemeente Nijmegen en het Waterschap Rivierenland afspraken gemaakt, die hieronder worden toegelicht.. Ontwateringsdiepte Voor de bepaling van de ontwateringsdiepte is de volgende lijn gekozen. Als eerste diende een keuze gemaakt te worden hoe de hoogtes van de grondwaterstand in de referentiesituatie (na realisatie van de Waalsprong) en in de situatie na dijkteruglegging met elkaar moesten worden vergeleken. Gekozen is om in het kader van het MER deze grondwaterstanden te toetsen aan een ontwateringsdiepte van cm bij een gekozen hoge grondwaterstand. Dat wil zeggen: voor beide situaties wordt in het MER nagegaan of de grondwaterstand al dan niet hoger komt dan cm. onder maaiveld. Dit geldt zowel voor het huidige bebouwde areaal als voor de geplande (nog niet gerealiseerde) woonwijken. Daarmee geldt de gekozen ontwateringsdiepte van cm dus als een vergelijkingsbasis in het kader van het MER, en niet als een technische ontwerpnorm. Vervolgens is bepaald onder welke omstandigheden deze ontwateringsdiepte zou moeten worden gehaald; zie daarvoor de volgende paragraaf.. Maatgevende situatie De onderdelen van het watersysteem in Nederland worden getoetst aan verschillende omstandigheden, afhankelijk van o.a. het achterliggende belang. De dijken langs de Waal bijvoorbeeld moeten een extreem hoogwater kunnen keren dat slechts x per jaar voorkomt. Voor stedelijk oppervlaktewater worden andere situaties gehanteerd; daar wordt bijvoorbeeld getoetst op de drooglegging (= niveau van het oppervlaktewaterpeil onder maaiveld) bij een hydrologische situatie die x per jaar voorkomt. Hoe extremer de maatgevende situatie, hoe robuuster het watersysteem moet worden gedimensioneerd. Wat als maatgevend wordt genomen, is dus altijd een belangrijke afspraak. In de situatie van Lent, waar de Waal sterk bepalend is voor de hoogte van de grondwaterstand, is er, in samenspraak met de Gemeente en het Waterschap, een extreme situatie als maatgevend afgesproken, namelijk een hoogwatersituatie die x per jaar voorkomt, vergelijkbaar met het hoogwater van. Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

321 De grondwaterstanden bij een dergelijk hoogwater liggen significant hoger dan in een situatie met gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG, zie onderstaand figuur) die veelal wordt gebruikt bij de beoordeling van de ontwateringsdiepte. Uit de figuur blijkt ondermeer dat in het bebouwde gebied van Lent het toetsniveau voor de grondwaterstanden die keer per jaar voorkomen,, m, m hoger ligt dan wanneer de gemiddelde hoogste grondwaterstand GHG zou zijn gehanteerd. Pr. Mauritssingel Legenda hoogte gws. / jr. boven de GHG:,, m.,, m.,, m. nevengeul Figuur : Verschil tussen de hoogste grondwaterstand bij x/ jaar hoogwater en de GHG (periode - - zoals gebruikt in het MER), voor de situatie na dijkteruglegging Daarnaast zijn ook minder extreme situaties beschouwd, die niet maatgevend waren. Hiervoor wordt verwezen naar het achtergrondrapport Geohydrologie.. Presentatie effecten De effecten van het project Ruimte voor de Waal Nijmegen op het criterium grondwateroverlast zijn uiteindelijk in beeld gebracht op twee manieren: het areaal bebouwd oppervlak met potentiële grondwateroverlast is berekend (in hectares, gesplitst naar huidige en nieuw te bouwen woningen), en daarnaast zijn de effecten afgebeeld op een kaart waarop ook de bestaande bebouwing te zien is. De effecten zijn getoetst aan de doelstelling op basis van het totale oppervlak bebouwing met potentiële grondwateroverlast. Daarnaast zijn de grondwatereffecten in dit MER op enkele kritische locaties beoordeeld. Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

322 . Dimensies van het waterkerend scherm Het tracé waarover het waterkerend scherm wordt aangebracht, is sinds het Ontwerp op Hoofdlijnen (basis voor de Bestuursovereenkomst in ) ongewijzigd gebleven en als uitgangspunt gehanteerd in de huidige Planstudie. Uit de grondwateronderzoeken blijkt dat het scherm voldoende effectief is; het areaal potentiële grondwateroverlast in bebouwd gebied neemt bij uitvoering van het project niet toe. Er is dus vanuit de bestuurlijke randvoorwaarde geen noodzaak om het tracé waarover het waterkerend scherm wordt aangebracht te wijzigen. De diepte en de waterdichtheid van het waterkerend scherm zijn cruciaal voor een afdoende functioneren van dit scherm. Het scherm moet tot in de scheidende laag onder het eerste watervoerend pakket worden aangebracht. Voor het materiaal van het scherm is gekozen voor een cement-bentonietscherm met daarin opgenomen een damwandscherm. Dit is de oplossing die de meeste zekerheid biedt. Voor meer informatie over het waterkerend scherm wordt naast het Hoofdrapport en Achtergrondrapport Geohydrologie van het MER - verwezen naar de volgende documenten: Het Plan een publieksvriendelijke toelichting op het integrale ontwerp; Projectplan Dijkontwerp hierin zijn de technische tekeningen en berekeningen voor de nieuwe waterkering opgenomen (een korte samenvatting van het dijkontwerp vindt u in bijlage bij dit Hoofdrapport); Inrichtingsplan / Technisch Ontwerp een technische en functionele beschrijving van alle onderdelen van het ontwerp (inclusief eisen). Zie hoofdrapport MER, par.., en het Achtergrondrapport Geohydrologie Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

323 . Oppervlaktewatersysteem Waalsprong In het kader van de Waalsprong wordt een nieuw oppervlaktewatersysteem gerealiseerd. Deze ontwikkeling is relevant voor de effecten van het project Ruimte voor de Waal Nijmegen, o.a. vanwege de invloed op de (grond)waterhuishouding. Figuur : Lay out oppervlaktewater Waalsprong waarvan in de Planstudie is uitgegaan. De lay out van het watersysteem van de Waalsprong is in bovenstaand figuur weergegeven. Vermeldenswaard is dat een deel van het oppervlaktewater is voorzien van een leemlaag op de bodem, die het wegzijgen van water beperkt (ligging leemlaag waarvan op basis van informatie van het Waterschap Rivierenland - is uitgegaan: zie figuur hieronder). Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

324 De leemlaag is op een beperkt aantal tracés aangebracht omdat de laag in praktijk vaak niet stabiel blijkt te zijn. Het nog aan te leggen deel van de watersingel zal daarom niet beleemd worden. Figuur: Tracés oppervlaktewater waar in het effectenonderzoek uitgegaan is van beleming van de bodem Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

325 . Verandering huidige situatie Waalsprong - Dijkteruglegging De grondwaterstanden in het plangebied worden door verschillende ingrepen in de nabije toekomst beïnvloed. Vanaf de huidige situatie wordt eerst de afwateringssysteem van de Waalsprong aangelegd, en vervolgens wordt de dijkteruglegging (met het waterkerend scherm en daarna de nevengeul) gerealiseerd. Ter illustratie van de effecten is op vier punten, verspreid over de huidige bebouwing van Lent, de berekende maximale grondwaterstand tijdens een hoogwater vergeleken. De ligging van deze punten is afgebeeld in onderstaand figuur. Figuur : Ligging punten waar voor in figuur grondwaterstand is vergeleken Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

326 Berekende grondwaterstanden op enkele punten in Lent tijdens een hoogwater met herhalingstijd x/ jaar (vgl. ),,,,,,. Door aanleg van de Waalsprong gaat de grondwaterstand omlaag. Zou de nevengeul aangelegd worden ZONDER waterkerend scherm, dan zou de grondwaterstand weer omhoog gaan Maaiveld GWS Huidige situatie (vgl ) GWS Autonome situatie GWS VKV met scherm GWS VKV zonder scherm, NAP m,,,,,,,,. Maar dankzij het waterkerend scherm blijft de grondwaterstand laag. punt nr. Figuur : Verandering grondwaterstand bij / jaar hoogwater Wat er op die vier punten in Lent gaat gebeuren met de grondwaterstand tijdens hoogwater is hierboven afgebeeld:. Door aanleg van de Singel en andere drainagemiddelen van de Waalsprong gaat de hoge grondwaterstand omlaag;. Zou de nevengeul aangelegd worden ZONDER waterkerend scherm, dan zou de grondwaterstand weer omhoog gaan (de geul vergemakkelijkt namelijk de toestroom van grondwater);. Maar dankzij het waterkerend scherm blijft de grondwaterstand laag. Meer figuren en uitleg over de grondwatereffecten zijn opgenomen in het Achtergrondrapport Geohydrologie bij het MER. Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

327 Bijlage Beschrijving waterkering Ruimte voor de Waal MER W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport juli

328

329 Inleiding Een van de cruciale objecten van het plan is de waterkering. De nieuw aan te leggen waterkeringen zijn ontworpen conform de voorgeschreven ontwerpmethodiek volgens de Leidraad Rivieren. Voor het ontwerp van de waterkering hebben zowel Rijkswaterstaat als Waterschap Rivierenland randvoorwaarden en uitgangspunten aangeleverd. Op basis van deze informatie is de vorm van de waterkering die in het MER als voorkeursvariant is gekozen, verder technisch uitgewerkt. Gedetailleerde technische informatie over het ontwerp van de waterkering is terug te vinden in het Projectplan Dijkontwerp. Deze bijlage beschrijft vanuit een technisch oogpunt op hoofdlijnen het ontwerp van de waterkering en de belangrijkste uitgangspunten die daarvoor zijn gehanteerd en is daarmee een samenvatting van het Projectplan Dijkontwerp. Waterkering De nieuwe waterkering komt tussen de spoorbrug en het fort Boven Lent (het Wijnfort) en bestaat uit twee gedeelten: een stenen kade tussen de Waalbrug en de spoorbrug en de Groene dijk ten oosten van de Waalbrug. Ten oosten van De Stelt sluit de nieuwe waterkering weer aan op de huidige Bemmelse dijk. De Oosterhoutse dijk ten westen van de spoorbrug blijft gehandhaafd. Ook een groot gedeelte van de huidige rivierdijk in Veur-Lent blijft bestaan. Deze verliest echter wel zijn functie als hoofdwaterkering. Figuur : Toekomstige waterkering: kade (rode lijn) en dijken (groene lijn) Belangrijkste uitgangspunten Voor het ontwerp van de waterkering zijn de volgende algemene uitgangspunten gebruikt: Voor de groene dijk en grondlichamen geldt een ontwerpperiode van jaar. Voor de kade tussen de Waalbrug en de spoorbrug wordt uitgegaan van een ontwerpperiode van jaar omdat het hier een constructie betreft. Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

330 Het overslagdebiet is, l/s/m, dit is conform ontwerprichtlijnen van het Waterschap Rivierenland. De ontwerpwaterstand bij maatgevend hoogwater (kans van voorkomen van / jaar) is bepaald bij de maatgevende afvoer van. m /s te Lobith. De waterstanden op verschillende locaties in weergegeven in onderstaande tabel. Situatie voorkeursvariant Locatie Waterstand in as van Waterstand aan de oever de rivier Km, (instroom nevengeul) NAP+. NAP+. Km, (Waalbrug) NAP+. NAP+. Km, (Spoorbrug) NAP+. NAP+. Km NAP+. NAP+. De maatgevende waterstand heeft een overschrijdingsfrequentie van / per jaar. De kruinhoogtes zijn op representatieve locaties langs de waterkering bepaald. De onderstaande tabel toont de bepaalde kruinhoogtes. Locatie Km, (instroom nevengeul) Km, (Waalbrug) Km, (Spoorbrug) Km Benodigde kruinhoogte NAP +, m NAP +, m NAP +, m NAP +, m De waterkering is berekend en ontworpen op alle relevante faalmechanismen. Om de toename van kweloverlast te voorkomen wordt, naast een binnendijks gelegen watersingel, een waterkerend scherm aangelegd in de nieuwe waterkering alsmede in een deel van de bestaande dijk bij de Citadel. Dit scherm moet de kwel vanuit de rivier tegengaan en wordt geplaatst tot op à meter diepte (ca. NAP - m). Dit waterkerend scherm wordt waterdicht uitgevoerd en zal aansluiten op de slecht doorlatende kleilaag die daar aanwezig is. Dit is van groot belang voor de effectiviteit van het scherm. Om de waterdichtheid te waarborgen wordt het scherm samengesteld uit een cement- bentonietscherm waarin een damwandconstructie wordt opgenomen; dit geeft de grootst mogelijke zekerheid. Zowel uit oogpunt van goede realiseerbaarheid, waterdichtheid en overlast voor de omwonenden heeft deze oplossing de voorkeur. Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

331 Figuur : Ligging waterkerend scherm (gele lijn) De kade De definitieve ontwerphoogte van de kade is NAP +, m voor de waterkering tussen de verlengde Waalbrug en de Spoorbrug (de bebouwbare kade). De kade bestaat uit een hoge kade (NAP +, m) en een lage kade (verlopend van NAP +, m naar NAP +, - NAP +, m) met daartussen trappen en lange hellingen met groene taluds. De lage kade, trappen, hellingen, stenentalud tussen lage kade en de kademuur, stortsteentalud, blokkenmattentalud zijn dusdanig ontworpen dat ze erosiebestendig en stabiel blijven tijdens ontwerpomstandigheden. De gekozen variant voor de kadeconstructie, een betonnen L-wand, is gedimensioneerd conform de vigerende normen en leidraden. Het waterkerend scherm bevindt zich onder de L-wand. De aansluiting tussen L-wand en waterkerend scherm wordt waterdicht uitgevoerd. In onderstaande dwarsprofielen is de opbouw van de kade weergegeven in relatie tot de ligging van de nevengeul. De feitelijke waterkering wordt gevormd door het gestippelde profiel (invloedslijnen). Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

332 Figuur : Doorsnede van de kade Figuur : Doorsnede ter plaatse van de spoorbrug De promenade op NAP +, m sluit aan op zowel de kruin van de Groene dijk in het oosten als van de Oosterhoutsedijk in het westen. Ook de lager gelegen kade op NAP +, m sluit op de beide dijken aan. De kademuur gaat geleidelijk over in de taluds van de dijken. Met deze zorgvuldig vormgegeven overgangen sluit de nieuwe waterkering op natuurlijke wijze aan op de dijken en uiterwaarden. De nieuwe Groene dijk Tussen de bestaande dijk bij het Wijnfort en de Waalbrug, is een volledig nieuwe dijk nodig. We kiezen voor een voortzetting van het bestaande, klassieke profiel van de dijk, met een kruinhoogte van NAP +, m en een binnen- en buitentalud van :. Ter plaatse van de nevengeul is het buitentalud van de dijk met steen versterkt om de hoge stroomsnelheden en golfslag het hoofd te bieden. Op een hoogte van NAP + m aan de binnenzijde en NAP +, m aan de buitenzijde bevindt zich een m breed onderhoudspad. In het buitendijkse gedeelte waar de Groene dijk grenst aan de nevengeul, loopt het onderste deel van de dijk onder hetzelfde talud van : door tot onder de waterlijn. De oeverzone wordt hier beschermd met steen. Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

333 Figuur : Groene dijk ter plaatse van nevengeul (met waterkerend scherm) Om te voldoen aan de ontwerpnormen voor wat betreft het faalmechanisme piping is het noodzakelijk extra maatregelen te nemen in het ontwerp. Daarom wordt in de groene dijk op de locaties waar het waterkerend scherm niet aanwezig is een pipingscherm aangebracht. De diepte van dit pipingscherm is rond NAP. De locatie in het dwarsprofiel is de binnenteen. Het pipingscherm loopt vanaf het Wijnfort tot enkele tientallen meters ten westen van het kwelscherm. Aan de voorzijde van de dijk wordt eveneens een voorlandverbetering aangebracht met een kleipakketdikte van, m (na verdichting minimaal m). De dijk is alleen toegankelijk voor fietsers en wandelaars en voor calamiteitenverkeer. De asfaltweg op de dijk krijgt een breedte van, meter met aan weerszijden een berm van meter breed. Het onderhoudspad aan de buitenzijde van de dijk is toegankelijk voor wandelaars. De hoogte sluit aan op de hoogte van het bovenste deel van de kade en de drempel, zodat hier een wandelverbinding ontstaat. De bestaande Oosterhoutse dijk De Oosterhoutse dijk het dijktracé westelijk van de spoorbrug blijft liggen op de huidige locatie en houdt zijn bestaande, meter brede kruin. De enige aanpassing betreft het aanbrengen van het waterkerend scherm in een gedeelte van de dijk. Ook de toegankelijkheid voor langzaam verkeer en aanwonenden blijft onveranderd. Ruimte voor de Waal MER Bijlage W./R//VVDM/Nijm Definitief rapport - - juli

334 Structuurvisie Nijmegen, partiële herziening Ruimte voor de Waal Nijmegen De structuurvisie wordt op het onderdeel dijkteruglegging herzien. De volgende passages uit de Stuctuurvisie Nijmegen worden vervangen en of toegevoegd. Toevoeging van passage op blz, onder.: Partiele herziening De Structuurvisie Nijmegen is in juni door de gemeenteraad vastgesteld. De structuurvisie is in op het onderdeel dijkteruglegging herzien. Vandaar dat er gesproken wordt over partiële herziening van de structuurvisie. De inhoud van de structuurvisie is hetzelfde gebleven, alleen op het onderdeel dijkteruglegging is nu een koppeling gemaakt met de Plan MER Ruimte voor de Waal-Nijmegen. De MER is als onderlegger gebruikt voor de structuurvisie. Zie blz.. Verwijdering van passage op blz, onder. Wat betreft de Dijkteruglegging is de gehele Structuurvisie Nijmegen incl. kaartmateriaal indicatief: Uit de vastgestelde PKB Ruimte voor de Rivier volgt dat het Rijk ervoor gekozen heeft om het rivierkundig probleem bij Nijmegen middels een dijkverlegging op te lossen. Op dit moment wordt in opdracht van het Rijk een planstudie naar de inrichting van het gebied uitgevoerd. Waar in deze Structuurvisie in tekst over ontwikkelingen in dit gebied gesproken wordt of waar in kaarten wordt ingegaan op dit gebied, gaat het om indicatieve teksten en ontwikkelingen zonder juridische hardheid. Besluitvorming en planvorming in het kader van de uitvoering van dit Rijksproject zijn leidend. Toevoeging van passage op blz onder., Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier Gelet op het bepaalde in artikel.a, van de Wet Milieubeheer kan een (Plan-) Mer plicht voor deze Structuurvisie Nijmegen aan de orde zijn. Deze plicht kan ook voortvloeien vanwege kaderstelling. De structuurvisie kan namelijk een kader vormen voor de vaststelling van het bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal. De kaderstelling komt voort uit artikel., lid Wet Milieubeheer in relatie tot het Besluit m.e.r.. Om deze redenen is de (Plan-) MER Ruimte voor de Waal-Nijmegen opgesteld, o.a. ten behoeve van deze Structuurvisie. Daarin zijn drie varianten onderzocht en getoetst op milieueffecten. Tevens is de meest milieuvriendelijke variant en de voorkeursvariant bepaald. Uit wet- en regelgeving, de doelstellingen van het project en de Startnotitie en Richtlijnen m.e.r. is een -tal criteria afgeleid waarop de voorgenomen activiteit en de varianten zijn getoetst.de criteria zijn ingedeeld in thema s / criteriumgroepen: rivierkunde, natuur, bodem,waterbeheer en -kwaliteit, landschap, cultuurhistorie, archeologie, verkeer en vervoer, scheepvaart en externe veiligheid, hinder, gebruik en beleving en kosten en baten. Uit de effectenbeoordeling blijkt dat de variant Dynamiek relatief het best scoort op de effecten voor natuur,waterbeheer en kwaliteit (KRW-doelen), landschap en gebruik en

335 beleving. Daarmee behaalt de variant Dynamiek ook de beste score voor de realisatie van een oplossing met een goede ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast voldoet deze variant ruim aan de rivierkundige taakstelling voor de korte termijn en biedt de variant goede kansen om het streefdoel voor de lange termijn te behalen.omdat de variant dynamiek ook minder sterke elementen kent, zijn de basisuitgangspunten uit Dynamiek aangevuld met sterke elementen uit de andere varianten tot een Voorkeursvariant. De ingreep kan ook leiden tot negatieve effecten op het gebied van cultuurhistorie, archeologie, scheepvaart en hinder. Om deze negatieve effecten te verkleinen zijn aanvullende maatregelen beschreven in de meest milieuvriendelijke variant en in de vorm van mitigerende maatregelen. Voor een uitgebreidere beschrijving van de varianten en de conclusies van de MER, verwijzen wij het hoofdrapport MER Ruimte voor de Waal Nijmegen.

336 Ruimte voor de Waal. Nijmegen Beeldkwaliteitsplan Gemeente Nijmegen feb. defi nitief rapport

337

338 Ruimte voor de Waal. Nijmegen Beeldkwaliteitsplan Gemeente Nijmegen feb. defi nitief rapport

339 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen

340 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Inhoudsopgave Beeldkwaliteitsplan. De context en ambitie van het BKP Inleiding Een levende rivier Een levendig rivierpark voor iedereen Ruimte geven aan een zich ontwikkelende stad Dragers van het plan. Waterkering Waterkering: dijk en kade De hoge kade Kademuur, trappen en hellingen De lage kade De nieuwe groene dijk. Nevengeul en uiterwaarden Lentse Strang en Lentse waard De nevengeul tussen de Waalbrug en de spoorbrug De nevengeul in de Lentse Lotwaard. Het Schiereiland De oostpunt van Veur-Lent Historisch Veur-Lent Westelijke landtong. De bruggen Algemeen Hoofdcriteria voor de bruggen Verlengde Waalbrug o Landhoofd Veur-Lent o Landhoofd verlengde Waalbrug-hoge kade o Viaduct Parmasingel Promenadebrug Citadelbrug Snelbinder/spoorbrug Drempel

341

342 De context en ambitie van het BKP

343 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen

344 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... De context en ambitie van het BKP Inleiding Doel Voor U ligt het beeldkwaliteitplan Ruimte voor de Waal. Het doel van dit beeldkwaliteitplan is het borgen van een passend kwaliteitsniveau bij de uitvoering van het project. Het vormt de beeldende onderbouwing van de in woord beschreven bestemmingsplanregels in het Bestemmingsplan voor Ruimte voor de Waal Nijmegen. Zoals het bestemmingsplan functies en grenzen van de ruimtelijke mogelijkheden weergeeft, geeft het beeldkwaliteitplan in woord en beeld de uiteindelijk gewenste uitstraling en sfeer weer. Het beeldkwaliteitplan (BKP) bestaat uit een samenhangend pakket van aanbevelingen, beeldkwaliteitseisen voor het creëren, verbeteren en veiligstellen van de beeldkwaliteit. Het beeldkwaliteitplan is een instrument dat gebruikt wordt als toetsingskader voor de Commissie Beeldkwaliteit. Een levende rivier De context en ambitie van het BKP De basis voor zowel het bestemmingsplan als de het beeldkwaliteitplan is het Plan Ruimte voor de Waal d.d. febr.. Hierin is de structuur op hoofdlijnen vastgelegd en wordt aangetoond dat de voorgenomen ambities realistisch en haalbaar zijn. Het plan Ruimte voor de Waal laat zien hoe nieuwe ontwikkelingen in relatie staan tot elkaar en op welke wijze deze zijn verankerd in de bestaande situatie. Het beeldkwaliteitplan gaat nader in op een aantal cruciale beeldbepalende elementen die zijn beschreven in het Plan Ruimte voor de Waal. Voorbeelden zijn de nieuwe kade bij Lent en de seizoensgebonden voorzieningen op de westelijke landtong. Bij de totstandkoming van de het plan Ruimte voor de Waal bij Nijmegen hebben een aantal thema s een leidende rol gespeeld. De rivier als drijvende kracht Met het plan Ruimte voor de Waal willen we de natuurlijke processen van de rivier de Waal tot haar recht laten komen. Door in de uiterwaarden opnieuw ruimte geven aan natuurlijke processen, keert een landschap terug met nevengeulen en zandige stroomruggen, waarin de natuur weer een kans krijgt. De vruchtbaarheid van het gebied en de voortdurende aanvoer van zaden en organismen door de rivier zorgen voor een razendsnelle opleving van de natuur. Dicht bij huis volop genieten van wildernisnatuur, die tegen een stootje kan en waar dus ook buiten de paden van genoten mag worden. Rivieren zijn levende systemen die smelt- en regenwater vervoeren, maar ook zand, grind en klei. Soms zijn de waterhoeveelheden gering en gedraagt de rivier zich kalm, op andere momenten maken grote hoegrofmazige stroomsnelheden in de Waal en in de geul

345 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen kaart reliëf in het plan zonering

346 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... veelheden water ongekende krachten los. Een grote verscheidenheid van planten en dieren is aangepast aan deze dynamiek. In het plan Ruimte voor de Waal,wordt door gebruik te maken van de vormende kracht van de rivier een rijke schakering aan biotopen gecreëerd; nevengeulen, rivierduinen, steile oevers, graslanden. Daardoor kent het rivierenlandschap een rijke planten en dierenwereld. De natuurlijke processen van de rivier worden gekenmerkt door: Een hoge mate van variatie in de stroomsnelheid van het water. Dit zorgt voor veel variatie in het landschap. De aanwezigheid van verschillende waterstanden, die samen met het aanwezige reliëf zorgen voor verschillende condities voor natuurontwikkeling, maar ook voor verschillende landschapsbeelden. Beleefbare rivier Een belangrijk uitgangspunt in het project Ruimte voor de Waal bij Nijmegen is dat de rivier en de daarmee samenhangende processen niet alleen leidt tot een interessant natuurbeeld, maar ook beleefbaar wordt voor de mensen. Zo wordt bijvoorbeeld een hoge mate van variatie in de oevers van de nevengeul aangebracht. Op de plekken waar de stroming hard is, zijn stijlranden geprojecteerd en op plekken waar de stroming relatief laag is, worden slikkige oevers voorgesteld. De werking van de inlaat in de nevengeul, wordt geaccentueerd met een inlaat werk, waar het water bij verschillende waterstanden doorheen stroomt. Hierdoor krijgt men veel beter een idee van de verschillende waterstanden van de Waal. Behoud van het bestaande reliëf en bodemopbouw in de buitendijkse delen die ongeroerd blijven. Gebruik maken van de verschillende waterstanden in het ontwerp, in die zin dat er verschillende condities worden geschapen voor natuur ontwikkeling en wisselende landschapsbeelden. Het afl eesbaar maken van de verschillende stroomsnelheden van de rivier. Het aanbrengen van verschillende oevers. Het beleefbaar maken van de natuurlijke processen zoals aanslibbing, afkalving, verstuiving, begrazing en successie van het riviersysteem. Een levendig rivierpark voor iedereen De context en ambitie van het BKP Uitgangspunten beeldkwaliteit

347 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen festival Habana aan de Waal Het stedelijk rivierpark in het hart van de stad

348 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Ruimte voor levendigheid Wie naar het gebied kijkt, ziet overal verandering en beweging: een rivier met steeds weer wisselende gezichten en waterstanden, drukke oeververbindingen, scheepvaart en continu veranderende wensen van de stadsbewoner om te recreëren en de rivier te beleven. Vele bewoners van Nijmegen hebben het projectgebied reeds ontdekt als plek om individueel te recreëren of juist festivals te organiseren. Hierbij hoort ook de dynamiek die kenmerkend is voor een oversteekplaats over de rivier. Al van de Romeinen is bekend dat ze hier de Waal overstaken. In de eeuwen daarna is het niet anders geweest en ook in de toekomst zal het zo zijn. Nu al is de Waal een aantrekkelijke plek om naar toe te gaan. Met name de Waaloever is favoriet om te zwerven over de strandjes, te genieten van de natuur en te turen naar de boten. Enkele malen per jaar zijn hier nu ook evenementen, zoals Havanna aan de Waal tijdens de Zomerfeesten. Met de ontwikkeling van een rivierpark, wordt die aantrekkingskracht nog groter. Er ontstaat een fascinerend recreatie- en natuurgebied op loopafstand van het centrum van Nijmegen. Wandelen, fi etsen, kanoën, zonnebaden, zwemmen en struinen het zijn activiteiten die gewoonlijk buiten het centrum van de stad plaatsvinden, maar straks mogelijk zijn op een steenworp afstand van de binnenstad. Een rivierpark met weidse vergezichten, evenementen, elementen van een bewogen geschiedenis en robuuste riviernatuur, die zich goed laat combineren met recreatie. Bij de vormgeving ervan, zal in nagenoeg alles rekening worden gehouden met de kwaliteiten van de rivier en wensen van de huidige samenleving. Dus ook met het uitgangspunt dat het rivierpark de noodzakelijke bijdrage levert aan het vergroten van de veiligheid en ruimte biedt voor stedelijke ontwikkeling. Aanbrengen van verbindingen tussen de bestaande stad en de Waalsprong; Ontwikkelen van toegankelijkheid in het gehele gebied voor wandelaars, fi etsers en gemotoriseerd verkeer naar Veur Lent; Condities scheppen voor recreatief gebruik van het gebied in het bijzonder voor natuurrecreatie, waterrecreatie en stedelijke recreatie; Mogelijkheden creëren voor stedelijke ontwikkelingen zowel in de tijdelijke situatie als in de defi nitieve situatie. Ruimte geven aan een zich ontwikkelende stad De context en ambitie van het BKP Uitgangspunten beeldkwaliteit

349 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen een levendig rivierpark voor iedereen

350 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... De context en ambitie van het BKP mogelijke activiteiten in het stedelijk rivierpark

351 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen ontwikkelingsscenario; bestaande situatie uitvoering dragers Ruimte voor de Waal toekomstige stedellijke ontwikkeling Kolk van Van Wijk Kazemat nabij kolk van Van Wijk Cafe de Zon in Veur Lent

352 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Vele generaties hebben hun eigen betekenis aan het gebied gegeven en hun sporen nagelaten en ook toekomstige generaties zullen dat weer doen. Het toekomstige gebruik ligt in het verlengde van het turbulente bestaan van het gebied. Het is van belang om ruimte te laten aan iedereen om het gebied gaandeweg te ontdekken en in te vullen. Ook op een kortere tijdschaal speelt dit: in de winter wordt het gebied anders benut dan in de zomer. Een ontwerp dat inspeelt op de dynamische kwaliteiten van het gebied, sluit goed aan bij de ambitie om hier een eigentijds stedelijk rivierpark te ontwikkelen. Een park met ruggengraat. Ruimte voor verandering betekent dat we nog niet alles vastleggen, maar ruimte overlaten voor toekomstige generaties om invulling te geven aan het gebied. Wel is het belangrijk om de ruimtelijke dragers van het gebied nu al goed in te vullen. Als deze ruimtelijke dragers voldoende kracht en kwaliteit hebben, is de ruimtelijke kwaliteit van het gebied al goeddeels gerealiseerd en geborgd en richt de verdere invulling zich daar als vanzelf naar. Onder de ruimtelijke dragers van het gebied verstaan we de nevengeul en uiterwaarden, de nieuwe waterkering, het schiereiland en de bruggen. Het zijn ook juist deze openbare werken die het eerst worden gerealiseerd een tweede reden waarom we daaraan in het ontwerp veel aandacht geven. hoofdstructuur wordt eerst aangelegd: de waterkering, de nevengeul en de infrastructuur. Deze hoofdstructuur faciliteert de verdere stedelijke ontwikkeling; Ruimte geven aan tijdelijke voorzieningen (bijv. op de westelijke landtong); De reeds bestaande publieksaantrekkende functies proberen we te behouden en te versterken; Visualiseren van cultuurhistorische/archeologische relicten, waardoor de occupatiegeschiedenis, het leven met de rivier en de militaire geschiedenis van het gebied gaat spreken. Dragers van het plan De context en ambitie van het BKP Uitgangspunten beeldkwaliteit Uitgangspunt is een ontwikkelingsscenario voor het gebied. De voorbeeld van een tijdelijke voorziening: een strokasteel

353 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen De maatregel bij Lent schematisch weergegeven op de luchtfoto, de dijk en kade, ruimte voor de geul, bruggen over de geul en het ontstaan van het schiereiland

354 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Het stedelijk rivierpark geeft impulsen voor de verdere ontwikkeling van Nijmegen. Het biedt ook mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe natuur en de combinatie van deze natuur met recreatie. Het plan spreekt zich nu voornamelijk uit over de ruimtelijke dragers die nodig zijn om het terugleggen van de dijk en daarmee het rivierpark mogelijk te maken. De ruggengraat van het park bestaat uit de nieuwe waterkering, de nevengeul en uiterwaarden, het schiereiland en de bruggen. Het is aan de inwoners om het gebied daarna te ontdekken, verder in te vullen en te gebruiken. De context en ambitie van het BKP

355

356 Waterkering

357 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen ontwerp voor de kade aanzicht van de kade

358 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Waterkering: dijk en kade De nieuwe waterkering komt tussen de spoorbrug en het fort Boven Lent (het Wijnfort) en bestaat uit twee gedeelten: een stenen kade tussen de Waalbrug en de spoorbrug en de Groene dijk ten oosten van de Waalbrug. Ten oosten van De Stelt sluit de nieuwe waterkering weer aan op de huidige Bemmelse dijk. De Oosterhoutse dijk ten westen van de spoorbrug blijft gehandhaafd. Ook een groot gedeelte van de huidige rivierdijk in Veur-Lent blijft bestaan. Deze verliest echter wel zijn functie als hoofdwaterkering. Kade: algemeen Een van de meest in het oog springende onderdelen van het plan is de kade. Hier vormt de Waalsprong daadwerkelijk het gezicht naar de Waal en wordt tegenover de huidige Waalkade een nieuw stedelijk front gemaakt. De kade vormt het zwaartepunt van de stedelijke activiteiten op en om de nevengeul. De kade is direct gekoppeld aan de twee belangrijkste bruggen van Nijmegen, waar inwoners gebruik van zullen maken om deze plek op te zoeken. De kade bestaat uit verschillende niveaus die door trappen met elkaar verbonden worden. Op de kade is autoverkeer ten behoeve van bevoorrading en nood/hulpdiensten mogelijk, maar er is geen doorgaand autoverkeer. Dit is het domein voor voetgangers en fi etsers. Het centrale deel van de kade is het breedst en biedt ruimte voor openluchtconcerten of festivals. De kade is vormgegeven als een bestraat hellend vlak dat langzaam in het water verdwijnt. Hiermee zijn de wisselende waterstanden optimaal beleefbaar en ontstaat tevens een podium dat bij iedere waterstand een raakvlak heeft met de waterlijn. Een langgerekte plek die, net als een strand, ook zonder intensief gebruikt door ligging en vormgeving een eigen karakter heeft. Het hoogst gelegen gedeelte van de lage kade ligt op circa. + NAP en is alleen tijdens hoogwater (circa dagen per jaar) niet bereikbaar. Aan de landzijde van de kade bevindt zich een kademuur. Deze kademuur wordt onderbroken door trappen en lange hellingen met grastaluds, die leiden naar de hoge kade, het hoogste deel van de kade (op.+). De hoofdentrees voor het langzame verkeer naar de kade, liggen bij de Snelbinder, de Promenadebrug en de verlengde Waalbrug. Vanaf de bruggen kunnen fi etsers langs trappen en luie hellingen op de kade komen. De Snelbinder is met een trap aangesloten op de hoge kade. Voetgangers kunnen straks op eenvoudige wijze, met een fi ets aan de hand, het hoogteverschil overbruggen. De hoge kade op. m + NAP, sluit aan op zowel de kruin van de Groene dijk als van de Oosterhoutse dijk. Ook de lager gelegen kade op. m + NAP, sluit op de beide dijken aan. Aan de onderzijde van de dijken liggen informele voetpaden die logisch overgaan in de lage kade. De kademuur gaat geleidelijk over in de taluds van de dijken. Met deze zorgvuldig vormgegeven overgangen sluit de nieuwe waterkering op natuurlijke wijze aan op de dijken en uiterwaarden. Beeldkwaliteitsaspecten De kade bestaat uit een hoge kade (.+) een lage kade ( ) met daartussen trappen en lange hellingen met groene taluds; De kade is vormgegeven als schakel in een reeks van dijken; De overgang tussen dijk en kade verloopt zowel in het oosten als het westen geleidelijk; Ten westen van de spoorbrug loopt de kademuur geleidelijk over in het talud van de Oosterhoutse dijk; De kade heeft over de gehele lengte een gebogen vorm. Hierdoor krijgt de nevengeul tussen de bruggen intimiteit; De hooggelegen hoge kade en de lager gelegen kade vormen een eenheid. Dit komt tot uitdrukking in de materialisatie; De kade heeft een sterk eigen identiteit welke afwijkt van de vormgeving en gebruik van de Waalkade. De Lentse kade wordt gekenmerkt door een meer informeel karakter; Materialisering; natuursteen voor de lage kade; stortsteen aan de waterranden; natuursteen voor de kademuur; op de hoge kade gebakken materialen; boothellingen tussen de lage kade en water zijn gemaakt van beton/zetsteen. De nieuwe waterkering

359 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen A doorsnede ter hoogte van de spoorbrug B doorsnede ter hoogte van de promenadebrug C doorsnede ter hoogte van de centrale trap

360 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... principe doorsnede hellende kade D De nieuwe waterkering doorsnede ter hoogte van de Verlengde Waalbrug E A B C D E overzicht doorsneden hellende kade bij Orléans in Frankrijk

361 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen schets hoge kade hoge en lage kade in Parijs principe indeling van de hoge kade

362 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... De hoge kade De hoge kade vormt een hooggelegen verblijfsgebied voor voetgangers en fi etsroute (c.a. zes meer boven de omgeving) waarvan de breedte varieert tussen - meter. Het is een verblijfsplek voor de recreant met uitzichten op het stadsilhouet. De hoge kade is voorzien van laanbeplanting. De hoge kade kent een zuid-orientatie op de zon. Het autoverkeer is hier te gast en ondergeschikt aan het langzaamverkeer. Beeldkwaliteitsaspecten De vormgeving en inrichting zijn geënt op de ruimtelijke wisselwerkingen tussen de hoge kade en de lage kade; Markeringen ontbreken in de openbare ruimte met het oog op ruimtelijke eenheid op de hoge kade; De hoge kade is voorzien van laanbeplanting, de bomen zijn van e / e grootte; De bomen staan zodanig op de hoge kade, dat ze nu en in de toe komst geen afbreuk doen aan de waterkerende functie (bomen in ondergrondse bakken); De bomen groeien (op termijn) uit tot forse bomen met afmetingen die voor evenwicht zorgen in de uitstraling tussen steen en groen ; De hoge kade bezit een duidelijke afbakening middels een opstaande rand met daarop een zorgvuldig vormgegeven leuning; Het straatmeubilair en de verlichting zijn een integraal onderdeel van het kade ontwerp De hoge kade wordt in het westen beëindigd door de spoorbrug/snelbinder; Hoewel de bebouwing buiten het projectgebied valt, vormt ze een integraal onderdeel van de beeldkwaliteit van de hoge kade. Materialisering; de hoge kade is bestraat met gebakken klinkers; De nieuwe waterkering

363 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen Een rand onder aan het talud om op te zitten Vogelvlucht van promenade helling, talud en trap Bomen op de kade in bakken Trappen met een leuning Tegenover de trap ligt in de overgang van het Kaai en water een extra helling voor kleine bootjes. De afmetingen van het centrale deel zijn ruim x m bij de meest voorkomende waterhoogte referentie hellende kademuur Lyon

364 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Kademuur, trappen en hellingen De kademuur vormt de nieuwe waterkering. Beeldkwaliteitsaspecten Over de gehele lengte van de kademuur zijn vier hellingen met taluds en diverse trappen aangebracht. Binnen de gehele compositie toont de kademuur over beperkte lengte zijn werkelijke hoogte; De groene taluds liggen als bankets voor de kademuur; De trappen, hellingen en taluds zijn zorgvuldig vormgegeven en kennen een hoge mate van verblijfskwaliteit Alle hellingbanen liggen op grondlichamen met groene taluds naar de waterkant; Alle trappen sluiten aan op de groene taluds en kennen de zelfde hellingshoek als de taluds; Elk groen talud is aan de onderzijde op de verharde lage kade voorzien van een rand waarop gezeten kan worden; De kademuur loopt ten westen van de spoorbrug geleidelijk over in het talud van de dijk en begeleidt het verloop van de routes in westelijke richting; De kademuur is aangebracht onder een hoek en helt dientengevolge iets naar achteren; Ter hoogte van het plein op de hoge kade en bij de verlengde Waalbrug wordt de kademuur onderbroken door een verblijfstrappen die relaties legt tussen boven en beneden; Banken zijn tegen de kademuur aangebracht waar deze zijn volle hoogtemaat bezit; De kademuur vertoont in materialisering verwantschap met landhoofd van de verlengde Waalbrug op het eiland Veur-Lent; Qua materialisering zijn de kademuur en de groene taluds robuust vanwege de waterdynamiek; De kademuur is voorzien van natuursteen; De lage kade is eveneens voorzien van natuursteen; Het natuursteen van de kademuur en de natuursteen bestrating van de lage kade vertonen eenheid; De bestrating van de hellingen en van trappen zijn identiek of verwant aan het materiaal op de hoge kade. principe doorsnede kademuur De nieuwe waterkering

365 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen schets lage kade schets lage kade referentie hoge en lage kade als integraal ontwerp refentie bestrating lage kade

366 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... De lage Kade Het ontwerp van de lage kade biedt plek aan uiteenlopende activiteiten op het plein en aan het water. Er zijn twee plekken waar bootjes te water gelaten kunnen worden. De lage kade biedt tevens plaats aan passanten die kunnen aanmeren. Op de lage kade is eveneens ruimte om te wandelen en uit te waaien. Incidenteel is er plaats voor een evenement zoals bv muziek, theaterproductie, live-acts. De kracht van de inrichting en vormgeving is het gelijktijdig naast elkaar laten plaatsvinden van verschillende (ongeorganiseerde) activiteiten waartoe de inrichting van het plein aanleiding geeft. De lage kade bezit over de gehele lengte een voor iedereen toegankelijk en vrijwel altijd bruikbaar pad op de hoogte van. +NAP. In de nabijheid van de spoorbrug versmalt de lage kade zonder dat het doorgaande karakter daardoor gehinderd wordt. De lage kade loopt onder de verlengde Waalbrug en de spoorbrug door om vervolgens aan te sluiten op de routes over de dijken. Het oostelijk deel van de lage kade is bereikbaar vanaf de weg ter hoogte van de aansluiting met de Groene Dijk ten westen van de verlengde Waalbrug Deze toegang is incidenteel te gebruiken voor auto s met trailers of voor bevoorradingsverkeer. De aansluiting van de groene taluds op de lage kade bestaat uit een rand van natuursteen waarop gezeten kan worden. Stortsteen in de overgang naar diep liggend water; zetsteen op de plaats waar boten te water gelaten kunnen worden; Pad op. m+ (breedte c.a. m.) ligt vlak en is goed toegankelijk, maar heeft dezelfde materialisering als de rest van de lage kade. De nieuwe waterkering Beeldkwaliteitsaspecten De lage kade wordt ingericht en vormgegeven op multifunctionele wijze en biedt ruimte aan uiteenlopende activiteiten; De lage kade bestaat uit een deels naar het water afl opend glooiend vlak (zie dwarsprofi el) en een glooiend vlak dat overloopt in de Groene Dijk; In de nabijheid van de spoorbrug versmalt de lage kade zonder dat het doorgaande karakter daardoor gehinderd wordt; Aan weerszijden van de Promenadebrug lopen trappen en hellingen zorgvuldig over in het plaveisel van de Lage kade; Onder de Promenadebrug is sprake van een verhard talud; De overgang van lage kade naar Groene Dijk verloopt zeer geleidelijk (vervlechting van groen en verharding); De helling voor kleine boten maakt onderdeel uit van de lage kade; Het plaveisel van de lage kade bestaat uit natuursteen;

367 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen Overgang dijk wordt verhoogd door ligging kabels en leidingen Ligging van de Groene dijk Principe doorsneden Groene dijk referntie voor de nieuwe dijk; de bestaande Bemmelse dijk met verstevigt ondertalud

368 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... De nieuwe groene Dijk Tussen de bestaande dijk bij het Wijnfort en de Waalbrug, is een volledig nieuwe dijk nodig. We kiezen voor een voortzetting van het bestaande, klassieke profi el van de dijk, met een kruinhoogte van. m + NAP en een binnen- en buitentalud van :. Hiermee wordt de continuïteit van de winterdijk in het oostelijke deel van het rivierengebied doorgezet. Naast de nevengeul is het buitentalud van de dijk met steen versterkt om de hoge stroomsnelheden en golfslag het hoofd te bieden. Op een hoogte van meter NAP aan de binnenzijde en. meter NAP aan de buitenzijde bevindt zich een meter breed onderhoudspad. De inrichting van de nieuwe dijk houdt de mogelijkheid open dat bij de aanleg van de aangrenzende nieuwbouwwijk De Stelt, binnendijks een deel van het bestaande maaiveld met pipingbermen, ten behoeve van de stabiliteit van de dijk, wordt opgehoogd. In het buitendijkse gedeelte waar de Groene dijk grenst aan de nevengeul, loopt het onderste deel van de dijk onder hetzelfde talud van : door tot onder de waterlijn. De oeverzone wordt hier beschermd met steen. De dijk is alleen toegankelijk voor fi etsers en wandelaars en voor calamiteitenverkeer. De asfaltweg op de dijk krijgt een breedte van. meter met aan weerszijden een berm van meter breed. Ook het onderhoudspad aan de buitenzijde van de dijk is toegankelijk voor wandelaars. De hoogte sluit aan op de hoogte van het bovenste deel van de kade en de drempel, zodat hier een wandelverbinding ontstaat. noemenswaardige breuk zichtbaar; Het waterkerend scherm in de teen van de dijk, is niet zichtbaar aan de oppervlakte. De hellingen van de dijk hebben een hellingshoek van :; Waar de stroomsterkte dat vereist is de helling bekleed met verharding; Deze verharding bestaat uit zeshoekig basaltsteen. Waar de dijkvoet tot in de nevengeul reikt, is deze bekleed met een kraag van breuk- of stortsteen vanaf het niveau tussen NAP+. m en NAP +. m; Het onderhoudspad is voorzien van grasbetonsteen. De grazige dijkhelling van de Groene Dijk verloopt geleidelijk naar de lage kade; Bij de toepassing van materialen staat de natuurlijkheid / huidige ma terialen van de uiterwaard centraal. Materialisering; conform huidige bekleding van de dijk bij Veur-Lent ten oosten van de Waalbrug; Op de overgang van de nieuwe dijk naar de bestaande Bemmelsedijk bevindt zich een verhoogd deel van de dijk. Op deze locatie stond in de tweede wereldoorlog een zoeklicht. Dit gegeven kan wor den gebruikt bij de vormgeving van deze plek. De nieuwe waterkering Beeldkwaliteitsaspecten De nieuwe Dijk functioneert als waterkering; De nieuwe Dijk wordt als belangrijke langzaam verkeerverbinding ingericht met op de kruin van de dijk een doorgaande fi etsroute; Er ligt een onderhoudspad aan de voet van op de nieuwe Dijk langs de nevengeul; Indien de dijkhellingen niet zijn bekleed met verharding, kennen ze een begroeiing van gras; De fi ets- en wandelverbindingen op de dijk lopen geleidelijk over in de routes op de kade; In de aansluiting van de oude dijk op de nieuwe dijk is fysiek geen onderhoudspad van gras onderaan de dijk

369

370 Nevengeul

371 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen de Lentse strang vanuit Bemmel gezien Lentse waard in de lente zicht op de Lentse strang vanaf de Waalbrug

372 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... nevengeul en uiterwaarden De nieuw te graven geul wordt aangesloten op de bestaande strang in de Lentse Waard en op de langgerekte zandplas in de Oosterhoutse Waard. Hiermee accentueren we doorgaande structuur van de nevengeul. In de Lentse Waard blijft de geul smal om vergraving van het natuurgebied zoveel mogelijk te beperken. De nevengeul eindigt met een uitgang naar de Waal ter hoogte van de Oosterhoutse plassen. Recreatievaart kan hier in en uitvaren. Dat geldt niet voor de Lentse strang. Dit gedeelte is meer op de natuur gericht en is niet toegankelijk voor recreatievaart. Lentse Strang en Lentse Waard De Lentse Waard is een bestaand natuurgebied, waarin de natuur centraal staat. Het karakter van het gebied wordt versterkt doordat ook aan de overzijde van de Waal een natuurgebied ligt, de Stadswaard, met daarachter de stuwwal. De ingrepen in de Lentse waard zijn er primair op gericht de natuurwaarde te vergroten. In het plan is de bestaande strang aan de boven- en onderzijde verbonden met de Waal, zodat een stromende nevengeul ontstaat. Aan de noordzijde, ligt eveneens een instroomopening op circa meter + NAP. Via deze opening stroomt water de Lentse strang in. De strang wordt daarmee een geschikt leefgebied voor typische riviersoorten en stroomminnende vissoorten. De oevers van de strang zijn glooiend, maar bezitten ook steilranden. Er is geen oeverbescherming, zodat de rivier er vat op heeft. De zuidelijke opening zorgt er ook voor dat de Waal en daarmee de relatie met de rivier goed zichtbaar en beleefbaar is vanaf de drempel. Het hele gebied is toegankelijk voor voetgangers die zich vrij door het gebied kunnen begeven. Over de instroom aan de noordkant van het gebied komt een eenvoudige kleine brug, die ook voor onderhoudsverkeer bruikbaar is. Het beheer in de Lentse Waard zal naar verwachting vergelijkbaar zijn met dat van de andere uiterwaarden in het rivierpark. De runderen en paarden die er mogelijk komen te grazen kunnen overal in het gebied komen, behalve op het dijktalud. De dieren zullen de drempel gebruiken en bij laag water de drooggevallen strang oversteken. Beeldkwaliteitsaspecten De zuidelijke instroom is zo vormgegeven dat de Waal en daarmee de relatie met de rivier goed zichtbaar en beleefbaar is vanaf de drempel; De brede instroomopening aan de zuidzijde van de Lentse strang is minimaal meter breed en bezit verstevigde oevers; Voor de kleine brug over de noordelijke inlaat geldt; less is more; Het wijnfort blijft het meest markante accent in het gebied; Het is wenselijk om de beeldbepalende boomgroep in de uiterwaarden direct ten oosten van de Waalbrug te handhaven. In de Lentse Waard blijft de geul smal om vergraving van het natuurgebied zoveel mogelijk te beperken. Het bestaande microreliëf en de bodemopbouw blijven gehandhaafd; In die delen van het gebied waar weinig veranderd, liggen fl auw oplopende slikkige oevers; Het materiaal voor de oeververdediging langs de instroom, is sterk verwant aan dat wat gebruikt is voor de kribben; Het inlaatwerk van de stromende nevengeul bestaat bij voorkeur uit het materiaal dat ter plekke beschikbaar komt bij het doorgraven van de oeververdediging (stortsteen); De overige oevers zijn natuurlijk ingericht; De routes in het gebied bestaan voornamelijk uit ongebaande paden en uitgemaaide graspaden; De benodigde invaarbeveiliging, om te voorkomen dat schepen bij hoogwater de nevengeul invaren, past bij het karakter van het rivieren landschap. Nevengeul en uiterwaarden

373 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen schets nevengeul tussen de Waalbrug en Spoorbrug met kade

374 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... De nevengeul tussen de Waalbrug en de spoorbrug Tussen de Waalbrug en de spoorbrug is de nevengeul veel breder (circa meter). De hellingen van beide oevers lopen fl auw op om de beweging van het water goed zichtbaar te maken en meer gebruiksmogelijkheden te bieden. De noordelijke oever is stenig, de zuidelijke natuurlijk, met grasvelden en enkele bomen. Beeldkwaliteitsaspecten De nevengeul tussen de Waalbrug en de spoorbrug, zowel het water als de oevers, moeten door hun vormgeving en inrichting maximaal benut kunnen worden als stedelijke verblijfsplek; De zuidelijke en noordelijke oevers zijn publiek toegankelijk om als stedelijke verblijfsplek te kunnen functioneren; Vanwege de gewenste variatie en verscheidenheid, onderscheiden de noord en de zuidoever zich van elkaar in functie, vorm en inrichting; Tegenover de stedelijke kade aan Lentse zijde, ligt aan de overkant de noordelijke oever van Veur- Lent met een eigen karakter; De noordoever (Lent) wordt bol en de zuidoever (Veur-Lent) hol uitgevoerd; De noordoever is, uitgevoerd in overwegend steenachtige materialen, de ideale verblijfsplek liggend op de zon (zie onder Kade); De zuidoever kent groene oevers met voetpaden. Nevengeul en uiterwaarden referenties activiteiten aan de nevengeul; boven: Orléans, midden: Maastricht, onder: artist impressie

375 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen doorsnede nevengeul ter hoogte van het zandeiland zandeiland in de nevengeul van Gaanderen doorsnede nevengeul ter hoogte van de Citadelbrug voorbeeld van een steilrand

376 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... De nevengeul in de Lentse Lotwaard De Lotwaard was vroeger het gebied van de dorpsweiden. De geul werkt samen met de Lentse Lotwaard als ecologisch verbinding naar de Oosterhoutse waard. Het terrein is uitloopgebied voor de stadswijk Citadel. De nevengeul biedt hier ruimte aan; roeiers, kano s, zeilbootjes, surfers en kleine motorbootjes. De inrichting en vormgeving zijn primair geënt op het toelaten en beleefbaar maken van de rivierdynamiek. De geul bezit hier forse dimensies, in breedte variërend tussen en meter, met stranden en een zandeiland, die onder invloed van de rivier van jaar tot jaar enigszins van vorm zullen veranderen. De buitenbochten van de geul zijn steil met lokaal tot. meter hoge steilranden, de binnenbochten lopen fl auw op met zandbanken die bij laag water droogvallen. De stranden langs de geul worden enigszins slikkig. Ze blijven hard en goed begaanbaar maar hebben een ander karakter dan de zandstrandjes langs de Waal. Oeverbescherming wordt alleen toegepast op plaatsen waar het echt nodig is, zoals onder de bruggen. De bodem van de nevengeul ligt in het midden op m + NAP, diep genoeg om de geul permanent bereikbaar te laten zijn voor schepen met een diepgang tot. a meter. Langs de oevers is de geul ondieper, met in de zomer een gemiddelde waterstand van meter die geschikt is voor de ontwikkeling van waterplanten. De relatief geringe waterdiepte van de oevers maakt de geul ook interessant voor de recreant. Beeldkwaliteitsaspecten Het gebied blijft als herkenbare eenheid behouden; De uiterwaard tussen de dijk en de geul, de voormalige Lotwaard, blijft grotendeels onvergraven; In de geul ligt een zandeiland, dat wordt vastgezet en onder invloed van de eroderende en sedimenterende kracht van het water enigszins van vorm verandert; Een wat hoger deel in de Lotwaard, waar ooit een buitendijkse hoeve heeft gestaan, wordt gemarkeerd door hem als vertrekpunt te kiezen voor de brug naar de westelijke landtong van het eiland; De breedte van de geul wisselt van tot meter; In dit deel van de nevengeul heerst op het water vooral rust; Door gebruik te maken van het microreliëf worden de wisselende waterstanden geaccentueerd; De oevers zijn natuurlijk en variëren in vormgeving van steil en fl auw oplopend; Vanaf het water wordt het gebied beleefd als een natuurlijk en ruig geheel met natuurlijke, schaars begroeide oevers, lagunes; Het Fort beneden Lent is een markant punt onderaan de dijk; De oevers zijn zo uitgevoerd dat ze op natuurlijke wijze uit stranden gaan bestaan, die door de schurende kracht van het water van vorm kunnen veranderen; Langs de oevers zijn er enkele lagunes die ondieper worden ge graven met in de zomer een gemiddelde waterstand van circa meter; In de uiterwaard zijn condities geschapen voor bloemrijke, ruige graslanden, waar grazende runderen en paarden vrijelijk kunnen rondlopen. Nevengeul en uiterwaarden

377

378 Schiereiland

379 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen impressie van het schiereiland buitendijkse bebouwing plattegrond van het schiereiland

380 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Het Schiereiland Algemeen Door het graven van de nevengeul ontstaat een nieuw (schier)eiland in de rivier. Het schiereiland bestaat uit Veur-Lent en de westelijke landtong. Veur-Lent ligt tussen de Waalbrug en de Snelbinder en de westelijke landtong is het gedeelte ten westen van de spoorbrug. Beide gebieden hebben een ander karakter. Het eiland Veur-Lent is zoals elk eiland een zelfstandig element met een geheel eigen karakter. Het is een unieke plek in Nijmegen, maar ook in Nederland. Een eiland in de rivier zo centraal in de stad vraagt om een speciale invulling. Onderdeel van het eiland vormt een nieuw te ontwikkelen hoogwatervrij stedelijk gebied. Het is de bedoeling om van deze plek een uniek deel van Nijmegen te maken. Het stedenbouwkundigontwerp voor dit gebied, wordt in een later stadium gemaakt. Op het eiland ligt het voormalig Fort Knodsenburg. Dit kan een markant punt worden op het eiland, dat recht doet aan de historische betekenis van het fort. Het eiland is per auto bereikbaar via de nieuwe Promenadebrug. Fietsers en voetgangers kunnen het eiland bereiken via de drempel, via de uitwisselpunten vanaf de Waalbrug, de Snelbinder en via de Promenadebrug. Voorgesteld wordt om de oude Veerstoep te herstellen. Op het eiland ligt een netwerk van formele en informele voetgangersroutes die de aanwezige cultuurhistorische elementen als de Kolk, het haventje, Knodsenburg, de kazemat en het oude veer onderling verbinden. Een deel ter grootte van ha. van het eiland is in de toekomst bestemd voor bebouwing. Hier volgt tezijnertijd een bestemmingsplan procedure voor. Beeldkwaliteitsaspecten De Oosterhoutse dijk vormt in Veur-Lent de ontsluitingsweg voor het verkeer; Een nieuwe route tussen de Promenadebrug en de westelijke punt van het schiereiland is primair voor voetgangers en fi etsers bedoeld; Incidenteel wordt deze route gebruikt door autoverkeer (onderhoud + calamiteiten + leveranciers festivals); Wandelend op een nieuw pad over het eiland wordt van oost naar west het verloop voelbaar en zichtbaar van intensief naar extensief; De noordelijke oevers zijn over de gehele lengte groen: Voor de zuidelijke oevers langs de Waal zorgen kribben en zand strandjes voor eenheid; Voorgesteld wordt de historische haven van Veur- Lent in ere te herstellen; Het oude veerhaventje vormt samen met de oude bebouwing een ensemble binnen Veur-Lent; Het dijkprofi el van de Oosterhoutse dijk is uitgangspunt voor de ontwerpopgave voor nieuwbouw; Markering van de twee plaatsen waar de Oosterhoutse dijk wordt doorgesneden is een ontwerpopgave (bij de drempel en promenade brug); Beeldbepalend groen waaronder vitale grote bomen, blijft indien mogelijk gehandhaafd aan de Oosterhoutsedijk; Als aanbeveling wordt bij de ontwikkeling van het eiland meegegeven dat Knodsenburg een verbijzondering vormt, die rappelleert aan het verleden; Het eiland biedt plek aan toegepaste tijdelijke kunst, die aansluit bij de sfeer, identiteit en het karakter van het eiland; Materialisering: het eiland bestaat overwegend uit informele voetpaden in halfverharding (leem); straatmeubilair op eiland bezit een eigentijdse, robuuste vormgeving. Het Schiereiland

381 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen Waalbrug en de kolk van Van Wijk

382 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Oostpunt van Veur-Lent Ten oosten van de Kolk van Van Wijk wordt een hoogwatervrije verblijfsplek gerealiseerd, met spectaculaire zichten over de kolk, de nevengeul, de rivier, de uiterwaarden en de Stadswaard op de andere oever. Zeker in tijden van hoog water, wanneer deze plek slechts via de navelstreng van de promenadebrug met het vasteland verbonden is, zal er een grote aantrekkingskracht vanuit gaan. De taluds naar de Waal en naar de nevengeul zijn robuust, versterkt en relatief steil (:). Het talud aan de Waalzijde wordt gevormd door de huidige winterdijk. Op termijn zal deze plek versterkt worden met een accent in de vorm van een gebouw. Dit wordt, net als de overige stedenbouwkundige invulling van Veur-Lent, in een latere fase ontworpen. Hier bevindt zich de overgang van eiland naar Drempel, een plek waar twee informele voetgangersroutes en de Oosterhoutse dijk bijeen komen. Principe doorsneden van de Kolk van Van Wijk Beeldkwaliteitsaspecten De inrichting van het gebied rondom de kolk is zodanig dat bestaan de bomen zoveel mogelijk gehandhaafd kunnen blijven; De context waarbinnen de stedenbouwkundige invulling van de nieuwbouw tot stand komt wordt primair ingegeven door het doel om het oostpunt van het eiland te markeren; De route over de Oosterhoutse dijk verloopt bij het verlaten van het eiland naar de lager gelegen drempel; De oude kazemat blijft gehandhaafd; Er dient een zorgvuldige overgang te worden gemaakt van het eiland naar de drempel. De route sluit aan in de vorm van een fl auwe helling (c.a. %) op de Oosterhoutse dijk op het pad over de drempel. Hier toe wordt de dijk gedeeltelijk afgegraven; Over het traject van de helling moet zichtbaar blijven dat ooit sprake was van een dijk door de contouren van de dijk te markeren; Bij de overgang van de Oosterhoutse dijk naar de drempel wordt het feit dat de de dijk wordt afgegraven zichtbaar gemaakt. Impressie aansluiting van de drempel op het oostpunt van het eiland Het Schiereiland

383 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen De Lentse Veerstoep en haven Villa Adjectum Zicht op Veur Lent

384 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Historisch Veur-Lent Veur-Lent: een nieuw stadseiland Met de aanleg van de nevengeul komt Veur-Lent en het resterende deel van de winterdijk op een eiland te liggen in de rivier. Dit eiland Veur-Lent krijgt een bijzondere en prominente positie in het nieuwe landschap. Het ligt centraal in de stad, aan de Waal, en verbindt met zijn stedelijke karakter het centrum van de oude stad in het zuiden met de Waalsprong in het noorden. De binnendijkse woningen op Veur-Lent en de woningen nabij de Kolk van Van Wijk worden afgebroken. Een uitzondering wordt gemaakt voor twee panden met een bijzondere historische en sociale waarde, waaronder café de Zon. De buitendijkse zuidelijke bebouwingsrand van het dorp Lent blijft grotendeels intact en vormt de zuidrand van het eiland. Ten westen van de bestaande Villa Adjectum twee nieuwe woningen gebouwd. Beeldkwaliteitsaspecten De route langs de Kolk, het haventje, Knodsenburg, en het oude veer is drager van het cultuurhistorisch verhaal; Beeldbepalend groen waaronder vitale grote bomen, blijft indien mogelijk gehandhaafd aan de Oosterhoutsedijk; Aan de zuidzijde van de Oosterhoutse dijk blijft het beeld gehandhaafd; Het dijkprofi el blijft aan beide zijden van de Oosterhoutse dijk zoveel mogelijk zichtbaar; Het meest zuidelijk gelegen wandelpad volgt de hogere delen van het landschap en krijgt daardoor een wat slingerende vorm. Beeldkwaliteitseisen ten behoeve van de twee nieuwe woningen Uitgangspunt is een totaalconcept in vorm van een stads landgoed. Hierbij beschouwen wij het terrein rondom de bestaande Villa Adjec tum en de nieuwbouw als één landschapsarchitectonisch geheel; Inrichting van het landgoed die recht doet aan de verschillende oriëntaties van de hoofdvilla; de noordgevel richt zich op de dijk, de zuidgevel op de rivier, de westgevel op de tuin en de oostgevel op de rivier en toegangsweg; Bij voorkeur één centrale ontsluiting op de Oosterhoutse dijk voor de twee nieuwe woningen; Handhaving van het monument. De Villa blijft in zijn hoofdvorm ongewijzigd; Er dient een inventarisatie van de waardevolle beplanting worden gemaakt. Deze inventarisatie is input voor het ontwerp van het land goed; Een inventarisatie van de hoogteligging van het terrein. Voorstel voor de hoogteligging van het terrein, waarbij recht wordt gedaan aan de huidige landschappelijke setting en de eisen van het waterschap; Oosterhoutse dijk handhaven en herkenbaar houden; Beeldkwaliteit/uitstraling van de te realiseren nieuwbouw dient in relatie te staan tot bestaande Villa Adjectum; Meerzijdige oriëntatie van de nieuwbouw; Nieuwbouw in volume en hoogte als onderschikt te beschouwen aan de Villa; Aandacht voor erfbegrenzingen en overgangen privé-openbaar; Anticipeert op de toekomstige situatie, waarin de plek de beëindiging van het eiland vormt. referentie nieuwbouw bij Villa Adjectum Het Schiereiland

385 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen activiteiten op het Waalstrand voorbeeld van tijdelijke beeldende kunst doorsnede Waalveld referenties van seizoensgebonden bebouwing

386 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Westelijke landtong In dit gedeelte laten we de inrichting inspelen op kansen voor de karakteristieke riviernatuur. Het levert natuur op die robuust en prima te combineren is met recreatie. Het organiseren van grotere festivals hoeft geen probleem te zijn. De combinatie van cultuur en natuurbeleving kan ervoor zorgen dat de mensen het gebied zullen gaan koesteren. De uiterwaarden buiten de nevengeul worden niet vergraven en er wordt veel ruimte geboden aan de natuurlijke processen van de rivier. Het resultaat is een afwisselend landschap waarbij het bestaande reliëf behouden blijft en de rivier zelf de toekomstige inrichting zal gaan bepalen. De westelijke landtong wordt middels een trap verbonden met de brug De Oversteek erboven. Er is geen gemotoriseerd verkeer toegestaan op de westelijke landtong, met uitzondering van beheerders, leveranciers horeca en calamiteiten voertuigen. Het centrale deel van de landtong, het Waalveld genoemd, wordt circa tot. meter opgehoogd tot een hoogte van. m + NAP. De bodem van het terrein bestaat uit rivierzand en er wordt gebiedseigen grond op aangebracht, zodat zich er een natuurlijke vegetatie kan ontwikkelen. Het Waalveld overstroomt eens in de tot jaar en het beheer is hetzelfde als de omliggende uiterwaard. De omstandigheden zijn daardoor goed voor de ontwikkeling van stroomdalvegetaties. Het Waalveld is de plek voor speciale, seizoensgebonden evenementen. Bij voorkeur gaat het daarbij om evenementen met een relatie met de rivier. Deze evenementen staan de natuurlijke ontwikkeling van het eiland niet in de weg, aangezien de meeste evenementen zullen plaatsvinden in het zomerhalfjaar. De infrastructuur op het Waalveld is sober, er loopt alleen een half verhard pad naar de Citadelbrug en Veur-Lent en een onverhard wandel/ fi etspad naar het aanlandingspunt van de nieuwe stadsbrug. Bevoorrading vindt plaats via de Citadelbrug. Op of nabij het Waalveld is ruimte voor maximaal drie bijzondere voorzieningen die aangepast zijn aan de hoge waterstanden. Op het Waalveld, bij de aanlanding van de Citadelbrug en op het deel ten westen van de nieuwe stadsbrug is sprake van deze seizoensgebonden voorzieningen. Mogelijke functies zijn horeca en/of recreatie en natuureducatie. Tot een waterstand van. meter zijn de uitspanningen te voet en per fi ets bereikbaar. Bij hoogwater (eens in de tot jaar) is dit niet meer het geval. Vanaf het Waalveld ligt een uitgemaaid graspad naar de uiterste westpunt van het eiland. Maar men kan ook struinend over de strandjes of de oeverwal het uiterste westpunt bereiken. Beeldkwaliteitsaspecten Seizoensgebonden bebouwing is harmonisch opgenomen in het natuurlandschap; De bebouwing gaat een interactie aan met de omgeving; Seizoensgebonden bebouwing is aangepast op eventuele hoge waterstanden en heeft een alzijdige oriëntatie; De bebouwing kent een experimenteel karakter; Het padennetwerk ten westen van de stadsbrug bestaat uit uitgemaaide paden; Het Waalveld is als evenemententerrein niet herkenbaar en vormt als verhoogd veld een harmonische eenheid met de natuur op het eiland; Het Waalveld wordt met rivierzand opgehoogd zodat zich een natuur lijke vegetatie kan ontwikkelen. impressie westelijke landtong Het Schiereiland

387

388 Bruggen

389 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen Nijmegen omarmt de Waal

390 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... bruggen Algemeen Ten behoeve van de aanbestedingsprocedure voor de bruggen zal er bij de gemeente nog een nadere verdiepingsslag plaatsvinden. Ten behoeve van het Snip- traject zijn technische referentieontwerpen gemaak om het PvE en de kosten te kunnen bepalen. Voor het opstellen van deze ontwerpen zijn tevens een aantal aspecten ruimtelijk onderzocht, die zijn vertaald in ruimtelijke ambities, ontwerpoplossingen en criteria voor de bruggen in het Ambitiedocument bruggen. Hoofdcriteria voor de bruggen Voor de bruggen gelden een viertal hoofdcriteria: Hoofdcriterium De bruggen en oeververbindingen zijn toegesneden op de context waarin ze uiteindelijk komen te liggen. Deze context is beschreven in het Plan Ruimte voor de Waal Nijmegen en betreft; kade, uiterwaarden, bestaande Waalbruggen, Citadel ontwikkeling, gebruiksfuncties onderliggend water, ontwikkeling eiland Veur-Lent. De context van de bruggen is weergegeven in schematische tekeningen per brug. Hoofdcriterium De bruggen lenen zich bij uitstek om de noordoever een eigen karakter te geven. Het zijn de iconen van het Stedelijk Rivierpark en de nieuwe Noordoever. De rivier de Waal en het rivierenlandschap met bijbehorende, de waterstaatswerken, de dynamiek van de stad rondom de Waal, de historie van het gebied, gebruik van het gebied als stedelijk park. Hoofdcriterium De bruggen en oeververbindingen zijn kunstwerken van hedendaagse techniek en vormgeving en vormen samen met de uitwisselpunten en aanlandingspunten één architectonisch gebaar. De bestaande bruggen over de Waal zijn beide voorbeelden van de ingenieurskunst van hun tijd. De nieuwe bruggen over de nevengeul zijn toonbeelden van bruggen van deze tijd. Belangrijk daarbij is dat alle onderdelen van de bruggen, zoals uitwisselpunten en aanlandingspunten, geïntegreerd worden. De ontwerpen hebben een eigen interne samenhang en vorm die voortvloeit uit de constructieve noodzaak en zijn duurzaam en toekomstgericht. Hoofdcriterium De bruggen zijn verblijfsbruggen zowel bovendeks als op maaiveldniveau als vanaf het water en hebben een aangename verblijfskwaliteit. Op maaiveldniveau en aan de onderzijde, hebben de bruggen door hun vormgeving een positieve uitstraling en ze dragen bij aan de verblijfskwaliteit. Het is er dan ook prettig verblijven en passeren. De bruggen overzichtstekening met bestaande en nieuwe bruggen rondom de Waal

391 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen bestaande Waalbrug maquettefoto Waalbrug en verlengde Waalbrug

392 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Verlengde Waalbrug ( inclusief landhoofd Veur Lent) De verlengde Waalbrug Lengte meter overspanningen (referentie ontwerp overspanningen van m) Breedte meter Lengte aanbrug nieuwe aanbrug (land hoofd) op eiland meter Aanlanding zuid. + NAP Aanlanding noord. NAP Hoofdcriterium De Waalbrug is een icoon voor Nijmegen, met als meest kenmerkende elementen de stalen bogen van de hoofdoverspanning en de onderoverspanning van de aanbruggen. Hierbij is een duidelijke hoofdrol weggelegd voor de boog van de hoofdoverspanning. Deze boog bevindt zich boven het rijdek. Bij het ontwerp van de verlengde Waalbrug, is ervoor gekozen het beeld van de huidige Waalbrug door te zetten over het eiland Veur-Lent en de nevengeul. Hierbij is ook bij de nieuwe totale overbrugging de hoofdrol weggelegd voor de hoofdoverspanning van de huidige Waalbrug. De verlengde Waalbrug is een doorzetting van de Waalbrug, maar is eigentijds vormgegeven en mag zich onderscheiden. Beeldkwaliteitscriteria De verlengde Waalbrug is ondergeschikt aan de Waalbrug en nauw verwant in vormgeving, detaillering en materialisering; Het aantal pijlers van de brug blijft beperkt tot maximaal met het oog op transparantie op de nevengeul; De verlengde Waalbrug mag zich onderscheiden van de Waalbrug, maar beide bruggen ontmoeten elkaar op een begrijpelijke logische manier bij het landhoofd Veur-Lent; De kenmerken van de bestaande Waalbrug (ritmiek, mate van detaillering, slank dek, elegantie) komen op een eigentijdse wijze terug in de verlengde Waalbrug; De verlengde Waalbrug heeft een vorm die logisch voortvloeit uit de technische noodzaak; De verlengde Waalbrug is duidelijk een brug van deze tijd qua vorm geving en techniek; De verlengde Waalbrug is elegant (licht van constructie), transparant en slank; doorzicht en doorvaart worden positief beïnvloed door de brug; Het zicht vanaf de Verlengde Waalbrug is optimaal binnen de technische mogelijkheden. Het recreatieve gebruik van de nevengeul wordt door de vorm van de brug gestimuleerd; De verlengde Waalbrug heeft een dun dek (vergelijkbaar met Waal brug); de transparantie is daardoor optimaal; Daal- en stijgpunten vormen in beeldtaal de overgang van brug naar maaiveld en zijn zo ontworpen dat ze zowel bij het maaiveld als de brug aansluiting vinden in beeldtaal; Het landhoofd Veur-Lent gaat een logische ruimtelijke relatie aan met het oude dijk lichaam, de brug en de nieuwe brug; Het landhoofd op de noordoever voegt zich naadloos in de hoge kade en gaat er een logische ruimtelijke relatie mee aan ook wat betreft de materialisering en detaillering; Aan de noordzijde landt de brug aan op de kade, alwaar de nieuwe waterkering wordt gesitueerd; Het bruggenhoofd aan de noordzijde wordt binnen de randvoorwaar den van het Waterschap Rivierenland gerealiseerd; Materiaal: staal, baksteen en beton. Geluidschermen zijn geïntegreerd met het brugontwerp vormgegeven. Het geluidsscherm vormt een logische begrenzing tussen het auto verkeer en het langzaamverkeer; Het geluidscherm is bij de taluds van de PrinsMauritssingel en op de brug integraal onderdeel van de road-barrier; Het geluidsscherm werkt bij weggebruikers niet als visuele barrière naar het omliggende landschap en het silhouet van de stad; Materialisering van geluidsschermen is zo dat graffi ti niet makkelijk aan te brengen is danwel dat deze makkelijk te verwijderen is. Het wegdek is verbreed ten opzichte van de bestaande Waalbrug en integraal vormgegeven inclusief bebording en straatmeubilair; Alle onderdelen van de brug zijn zichtbaar met elkaar verwant en De bruggen

393 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen De op- en afritten van de verlengde Waalbrug op Veur-Lent huidig landhoofd Waalbrug op Veur Lent

394 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... overgangen verlopen geleidelijk; Alle onderdelen vragen gelijke ontwerpaandacht en hebben daarom een gelijkwaardig afwerkingniveau wat betreft de detaillering en materialisering; Het Landhoofd op het eiland dient aan de westzijde te worden voorzien van een afrit die geschikt is voor calamiteitenverkeer; Verlichting is functioneel en terughoudend en geïntegreerd vormgegeven met het brug ontwerp. Het verlichtingsontwerp sluit aan op het verlichtingsbeeld van de bestaande brug en de Prins Mauritssingel; De brug hangt minimaal. meter boven het hoogste punt van de Lage kade; Op de Lage kade mag men niet of nauwelijks hinder ervaren van de afwatering van de brug. Als sprake is van een specifi eke functie in het Landhoofd aan de zijde van Veur Lent dan is deze wel in vormgeving te herkennen; Op de plek van de aansluiting met de uitwisselpunten bezit de brug een royaal verblijfsgebied, die uitgevoerd als bordes, meerwaarde biedt als uitzichtpunt; Landhoofd Veur-Lent Tussen de bestaande Waalbrug en de Verlengde Waalbrug ontstaat een nieuw landhoofd. Dit landhoofd is een bijzondere ontwerpopgave. Hier wordt het nieuwe eiland verankerd aan de Waalbrug. Het Landhoofd op het eiland vormt tevens een overgang van de historische Waalbrug en de eigentijdse Verlengde Waalbrug Het Landhoofd op het eiland Veur-Lent vormt een stadsbalkon. Dit stadsbalkon geeft toegang tot de brug en heeft bovendeks een ruime verblijfskwaliteit. Hier heeft men een panoramisch graden uitzicht over de stad en de rivier en de nevengeul. Dit landhoofd biedt mogelijkheden voor de functionele invulling op het eiland. Beeldkwaliteitscriteria Op het eiland komt aan weerszijden van de brug een uitwisselpunt in de vorm van een helling met trap, voor voetgangers en fi etsers; Beide hellingen, waarvan er één als calamiteitenafrit wordt uitgevoerd worden zorgvuldig op de brug aangesloten; De luie helling met trap, voor voetgangers en fi etsers aan weerszijden van de brug op het eiland, zijn in vormgeving een eenheid met de brug; Beide hellingen, ook die welke als calamiteitenafrit gebruikt, bezitten een hoogwaardige uitstraling met een kwaliteitsniveau dat inspeelt op de wens vanuit de voetganger en fi etser; plattegrond met Landhoofd Lent en Landhoofd Veur-Lent De bruggen

395 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen schets landhoofd Lent Waalbrug, identiteitsdrager van Nijmegen referentie landhoofd Lent

396 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Landhoofd Verlengde Waalbrug hoge kade De verlengde Waalbrug komt aan de noordzijde aan op de nieuwe kade. De samenkomst van de brug en de kade is vormgegeven als één stedelijke ruimte met verschillende niveaus. Direct bij de aanlanding van de brug bevindt zich een aansluiting voor autoverkeer naar de Parmasingel/Turennesingel. In de stedelijke ruimte komen verschillende verkeersstromen samen: doorgaand autoverkeer, openbaar vervoer met haltes aan weerszijden van de weg, fi etsers en voetgangers. Aan de weerszijden van de verlengde Waalbrug ligt een plein dat in hoogte aansluit op de weg de hooggelegen kade (NAP +. m). De relaties tussen dit plein en de lage kade (NAP +. m) verloopt langs trappen en hellingen. De hellingen zijn geschikt voor fi etsers en minder validen. Aan beide zijden van de brug wordt uitgegaan van een trap. Wandelaars vanuit het oosten kunnen via een helling of trap op de brug komen. Aan de noordkant passeert de Prins Mauritssingel de Parmasingel/Turennesingel en watersingel middels een viaduct, waarmee de weg en de watersingel worden overbrugd. Beeldkwaliteitscriteria De noordzijde van het plein worden begrensd door een groen talud aan de Lentse zijde en de zuidzijde door de stenige kademuur met twee trappen; De toekomstige bebouwing aan de westzijde van het plein vormt een beëindiging van het bebouwingslint langs de hoge kade en draagt bij aan de ruimtewerking op het plein; De bestaande kazemat dient integraal onderdeel te zijn van het plein; De kwaliteit van het plein zit vooral in uitzichten naar het zuiden; Aan weerszijden van de Prins Mauritssingel, leidt een trap naar de onderliggende Parmasingel. Een plein dat aan de noordzijde en aan de zuidzijde begrensd wordt door een lager gelegen gebied waarbij groene taluds en trappen het hoogteverschil markeren De bruggen

397 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen viaduct Parmasingel referentie viaduct Parmasingel voorbeeld van trappen in het talud

398 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Viaduct Parmasingel Ten noorden van de kade gaat de Parmasingel onder de Prins Mauritssingel door. Dit gebeurt middels een viaduct. Beeldkwaliteitscriteria Wegprofi el en vormgeving van het wegprofi el over het viaduct (Prins Mauritssingel dient gelijkvormig te zijn met het wegprofi el over de Verlengde Waalbrug; Er moeten logische relaties gelegd kunnen worden tussen de haltes voor het openbare vervoer op de Prins Mauritssingel en de routes op maaiveld; Het viaduct sluit logisch aan op het bestaande talud van de Prins Mauritssingel; De vormgeving en materialisering van het viaduct dient aan te sluiten op het ontwerp van de Verlengde Waalbrug en de inrichting van de Prins Mauritssingel; Geen opdeling van ruimtes onder het viaduct; Transparante kolomstructuur over de breedte van het viaduct, zodat deze geen scheiding vormt; De watersingel dient in principe onder het viaduct herkenbaar aanwezig te zijn; Indien sprake is van geluidschermen op het viaduct, dan is de vormgeving continue met de Verlengde Waalbrug. Het viaduct wordt aan weerszijden voorzien van taluds; Om alle voetgangersstromen goed te geleiden dienen royale trottoirs onder het viaduct aanwezig te zijn. Het viaduct sluit logisch aan op het bestaande talud van de Prins Mauritssingel; Het viaduct is sociaal veilig; Materialisering; grasbedekte taluds; schoon betonnen trappen; strak en goed te onderhouden ontwerp voor het viaduct (optimaal qua sociale veiligheid); wanden, brugdek, kolommen en trappartijen aan weerszijden van het viaduct vormen één architectonisch geheel. De bruggen

399 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen referenties voor de promenadebrug principe plattegrond promenadebrug

400 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Promenadebrug De brug naar Veur-Lent: promenadebrug Lengte meter Overspanningen (referentie ontwerp overspanningen) Breedte meter Aanlanding zuid. + NAP Aanlanding noord. + NAP Doorvaarthoogte. + NAP Hoofdcriterium De promenadebrug verbindt de wijk De Hoge Bongerd met het eiland Veur-Lent. Aan de zijde van het eiland landt de brug op de bestaande dijk aan. Aan de zijde van De Hoge Bongerd landt de brug aan op de bovenzijde van de kade. De brug verbindt dus twee stadsdelen aan elkaar. De brug is een voortzetting van de stad over het water. Het is een straat over het water, een hoge kade met mooie vergezichten. De auto is te gast. De voetganger kan op de brug fl aneren, recreëren en genieten van het uitzicht. De doorgaande weg over de brug loopt hier in het verlengde van de brug door in de wijk de Hoge Bongerd. Rijbanen voor voertuigen en fi etsers worden niet gescheiden door belijning of kleurverschil in de rijbanen. Rijbanen en voetgangers gebied bevinden zich op een zorgvuldig aaneengesloten bestraat vlak. De verblijfskwaliteit is hoog en draagt bij aan de sfeer van een straat op het water, een voortzetting van de stad. Materialisering, straatmeubilair en verlichting dragen daar aan bij. Van de drie bruggen over de Waal is dit de meest opvallende brug in zijn vormgeving. Het is een trekpleister binnen het gebied; Dit uit zich niet alleen in het creëren van verblijfsplekken op de brug maar ook in de materialisering en detaillering van alle brug onderdelen en het straatmeubilair; De brug landt aan op het dijklichaam en benut dit moment in de vormgeving door uitdrukking te geven aan deze belangrijke cultuurhistorische plek; De brug mag een bepaalde stevigheid hebben, is robuust vormgegeven, maar maakt het recreëren in de nevengeul niet onmogelijk; Alle onderdelen van de brug zijn zichtbaar met elkaar verwant en overgangen verlopen geleidelijk. Alle onderdelen vragen dezelfde ontwerpaandacht en hebben daarom een gelijkwaardig afwerkingniveau wat betreft de detaillering en materialisering; Verlichting doet denken aan straatverlichting in een binnenstad, warm en vriendelijk en zich duidelijk onderscheidend van de verlichting van een doorgaande weg. Hier gelden dezelfde beeldkwaliteitscriteria ten aanzien van de geluidschermen als beschreven bij de verlengde Waalbrug. Beeldkwaliteitscriteria De promenadebrug toont zich als een straat over het water met een prioriteit voor langzaamverkeer, de automobilist is te gast op de brug; Gaat een logische ruimtelijke relatie aan met de nieuwe kade. De brug is als het ware een verlengstuk van de kade en landt aan de eilandzijde logisch aan op de oude dijk; De brug toont zich duidelijk als een living bridge, een verblijfsbrug, over de geul. De verblijfskwaliteit op en onder de brug is daarom van het grootste belang; De bruggen

401 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen principe plattegrond Citadel Citadelbrug bij verschillende waterstanden referentie Citadelbrug

402 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Citadelbrug Lengte meter Overspanningen (referentieontwerp over spanningen) Breedte -, meter Aanlanding zuid. + NAP Aanlanding noord.+ NAP Doorvaarhoogte.+ NAP Hoofdcriterium Het westelijk deel van het eiland maakt onderdeel uit van het stedelijk rivierpark; een gebied waar af en toe festivals worden georganiseerd, maar vooral een gebied met een natuurlijk karakter. De Citadelbrug legt de verbinding tussen het westelijk deel van het eiland en de toekomstige stadswijk de Citadel. De brug sluit aan bij het natuurlijke karakter van de nevengeul en de uiterwaarden en bevindt zich ten opzichte van de andere bruggen vrij laag in het landschap. Hierdoor is de brug bij elke waterstand steeds anders zichtbaar in het landschap. Slechts op een paar momenten per jaar wordt de brug gebruikt voor grotere activiteiten. De rest van het jaar heeft de brug een functie voor wandelaars en fi etsers. Beeldkwaliteitscriteria De brug is primair bedoeld voor langzaam verkeer van en naar de westelijke landtong waaronder het Waalveld; De brug moet incidenteel door (vracht) auto s gebruikt kunnen worden (calamiteitenverkeer); De brug vormt zo min mogelijk een obstakel voor de doorstroming; De brug dient bij gemiddelde waterstand voldoende doorvaarthoogte te hebben voor de recreatievaart op de nevengeul; Een brug van uiterwaard naar uiterwaard; met een natuurlijk karakter dat is uitgedrukt in de algehele vormgeving, maar zeker ook in de materialisering en detaillering; Toegestane materialen: hout, staal, steen en eventueel op onderdelen beton of combinatie van materialen; Het recreatieve gebruik van het gebied wordt door de vorm van de brug gestimuleerd; Alle onderdelen van de brug zijn zichtbaar met elkaar verwant en overgangen verlopen geleidelijk. Alle onderdelen vragen gelijke ontwerpaandacht en hebben daarom een gelijkwaardig afwerkingniveau wat betreft de detaillering en materialisering; De brug gedraagt zich onopvallend en de vormgeving vloeit voort uit de functie; De brug dient bij gemiddelde waterstand voldoende doorvaarthoogte te hebben voor de recreatievaart op de nevengeul. De bruggen

403 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen referentie uitwisselpunt hoge kade uitwisselpunt hoge kade situatietekening uitwisselpunten Snelbinder uitwisselpunt Veur Lent op schiereiland

404 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Snelbinder / spoorbrug Hoofdcriterium De spoorbrug bestaat uit een duidelijke hoofdconstructie en een aanbrug die over de huidige uitwaarden gaat. Voor het graven van de nevengeul is het noodzakelijk dat de huidige pijlers van de aanbrug die in de nevengeul komen te staan, worden aangepast. De pijlers dienen op voldoende diepte worden gebracht. De spoorbrug / Snelbinder die op stevige pijlers boven het eiland hangt moet zo min mogelijk een ruimtelijke barrière zijn in de oostwest-relaties op het eiland. De Snelbinder biedt een hoofdroute voor voetgangers en fi etsers; Het uitwisselpunt vormt voor voetgangers en fi etsers de verbinding naar het circa twaalf meter lager gelegen eiland. Vanaf de Snelbinder komt een trap naar het pad op het eiland. Aan de noordzijde van de spoorbrug bevindt zich het noordelijk landhoofd van de spoorbrug. Het noordelijk landhoofd ligt op een markante plek in het stadslandschap. Ook uit cultuurhistorisch oogpunt is deze plek interessant. Na restauratie van het zuidelijk landhoofd vraagt ook het noordelijke landhoofd om een markante invulling. Het is een aantrekkelijke gedachte om in de nieuwe stad (de Waalsprong), de geschiedenis nieuwe leven in te blazen door deze plek te voorzien van een icoon. De huidige steile trap van de Snelbinder naar de Oosterhoutse dijk vervangen we door ene nieuwe trap. Deze trap dient als verbinding voor fi etsers en voetgangers van de Snelbinder naar de kade. De trap dient een comfortabele loop te hebben en goed te belopen zijn met de fi ets aan de hand. Het ontwerp van de trap moet samenhangen met het ontwerp van de Snelbinder. Beeldkwaliteitscriteria: Boven aan de trappen ligt een verblijfsplek geschikt voor een aangename stop en met een fraai uitzicht; Het grote hoogteverschil dat de trappen overwinnen vraagt om een ontwerp dat uitnodigend is voor gebruik; De trappen sluiten aan in materiaal en vorm op het ontwerp van de Snelbinder; De trappen zijn onderling verwant; Het karakter van de trappen is robuust en passend bij de landschappelijke setting op het eiland; De verblijfsplek boven aan de trappen op de snelbinder maakt een aangename stop mogelijk met een fraai uitzicht. Beeldkwaliteitscriteria pijlers: De pijlers die verlengd worden in verband met de nevengeul dienen aan te sluiten op de vorm van de huidige pijlers. De pijlers dienen letterlijk in vorm, maatvoering en materialisering verlengt te worden. Mogelijk kunnen de pijlers onderaan versmald worden. Uitwisselpunt met de Snelbinder Zowel voor de hoge kade als het eiland Veur-Lent! Aan de noordzijde van de spoorbrug bevindt zich het noordelijke landhoofd. Dit ligt op een markante plek in het stadslandschap. Ook uit cultuurhistorisch oogpunt is deze plek interessant. Na restauratie van het zuidelijke landhoofd vraagt ook het noordelijke landhoofd om een markante invulling. Ter hoogte van de huidige trap van de Snelbinder naar de Oosterhoutse dijk komt een nieuwe trap. Deze krijgt een comfortabele loop met de fi ets aan de hand. Het ontwerp van de trap zal samenhangen met het ontwerp van de Snelbinder. Beeldkwaliteitscriteria Het maaiveld speelt in op de aansluitingen met een duidelijk onderscheid tussen de hoge kade en de iets lager gelegen route over de Oosterhoutse dijk; Het ontwerp gaat ervan uit dat het gebied tussen de hoge kade en de Oosterhoutse dijk groen blijft en gekoppeld is aan de kazemat; De trap van de Snelbinder landt aan op de hoge kade. De bruggen

405 ... Ruimte voor de Waal - Nijmegen principe schets drempel met doorlaat referentiebeeld materiaalgebruik; zetsteen principe schets drempel met doorlaat principe doorsnede drempel

406 Ruimte voor de Waal - Nijmegen... Drempel Lengte Breedte Aanlanding zuid, +NAP Aanlanding noord, +NAP Hoofdcriterium De drempel ligt op het tracé van de nu nog bestaande dijk. Ten behoeve van de dijkteruglegging wordt de dijk hier afgegraven en ontstaat er een overstroombare drempel. Op deze plek wordt dus de ingreep van de dijkteruglegging concreet zichtbaar. Beeldkwaliteitscriteria: De drempel is in eerste instantie een waterstaatkundig werk en dient een overeenkomstige uitstraling te krijgen; De vormgeving van de drempel dient gezien te worden in de traditie van de ingenieurskunst van de kleine waterstaatkundige werken met liefde voor detail; De drempel biedt plaats aan een voet-/fi etspad; De drempel dient een verblijfskarakter te krijgen; De drempel is voorzien van een doorstroomopening, met een maximale capaciteit van m/s. Deze perforatie in de drempel, markeert de overgang van land naar eiland en toont de relatie van het water aan weerszijden; Deze doorstroomopening heeft naast haar technische functie een recreatieve functie. Hierbij dient de veiligheid van spelende kinderen gewaarborgd te zijn; De drempel gaat aan de noordzijde van de geul vloeiend over in een fi etspad door de uiterwaarden om vervolgens weer op de dijk uit te komen; Aan de zuidzijde sluit de drempel aan op het nieuwe eiland Veur-Lent op de oude dijk; De ontwerpopgave is hier om enerzijds de oude dijk te respecteren en anderzijds de ingreep van de dijkteruglegging zichtbaar te maken; De verdediging van de oevers van de drempel dienen zichtbaar overeen te komen met de verdedigende oevers van de rest van de nevengeul; De drempel volgt het tracé van de oude Oosterhoutse dijk die zodanig wordt afgegraven dat de hoogte van de nieuwe kruin op, + komt te liggen; Het ontwerp houdt er rekening mee dat de drempel gemiddeld circa dagen per jaar overstroomt; De helling aan de stroomafwaartse zijde is :. Aan de stroom opwaartse zijde is de helling van de drempel :. Door het verhang in de rivier, is er aan weerszijden van de drempel een verschil in de waterstand. Het peilverschil van ongeveer centimeter wordt gebruikt om stromend water te creëren; De perforatie in de drempel heeft een aantal doorstroom openingen, elk met een andere hoogteligging; De perforatie in de drempel, markeert de overgang van land naar eiland en toont de relatie van het water aan weerszijden; De verdediging van de oevers van de drempel dient zichtbaar overeen te komen met de verdedigende oevers van de rest van de nevengeul; Materialisering; wegdek asfalt; taluds, deels gras; zetsteen en stortsteen; beton; aandacht voor de valbeveiliging. De bruggen

407

408 Commissie voor de milieueffectrapportage Gemeenteraad van de gemeente Nijmegen Postbus HG Nijmegen uw kenmerk G/. uw brief september ons kenmerk -/Sm/lb behandeld door ir. C.T. Smit doorkiesnummer () Datum: november Onderwerp: Toetsingsadvies over het MER Ruimte voor de Waal Nijmegen (Dijkteruglegging Lent) Geachte raad, U heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) verzocht een toetsingsadvies uit te brengen over het milieueffectrapport (MER) Ruimte voor de Waal Nijmegen (Dijkteruglegging Lent). Hierbij bied ik u het advies van de Commissie aan. De Commissie hoopt met haar advies een constructieve bijdrage te leveren aan de besluitvorming. Zij verneemt graag hoe u gebruik maakt van haar aanbevelingen. Dit houdt in dat de Commissie graag het (ontwerp)besluit en de evaluatiedocumenten krijgt toegestuurd. Hoogachtend, drs. L.H.J. Verheijen Voorzitter van de werkgroep m.e.r. Ruimte voor de Waal Nijmegen (Dijkteruglegging Lent) bezoekadres Arthur van Schendelstraat ml Utrecht postadres Postbus gh Utrecht t - f o - e mer@eia.nl w

409 Ruimte voor de Waal Nijmegen (Dijkteruglegging Lent) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport november / rapportnummer

410 . Oordeel over het MER De Gemeente Nijmegen en het Waterschap Rivierenland hebben in opdracht van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu de dijkteruglegging langs de Waal bij Lent verder uitgewerkt. Om deze dijkverlegging te kunnen realiseren wordt een dijkverleggingsplan opgesteld, een ontgrondingsvergunning aangevraagd en zowel structuurvisie als bestemmingsplan gewijzigd. De ontgrondingsvergunning wordt verleend door Gedeputeerde Staten van Gelderland en het bestemmingsplan moet worden vastgesteld door de Gemeenteraad van Nijmegen. De ruimtelijk relevante onderdelen van het dijkverleggingsplan worden opgenomen in het bestemmingsplan. Ter ondersteuning van de besluitvorming wordt een gecombineerde project- en plan-m.e.r. procedure doorlopen. De Commissie m.e.r. (verder de Commissie) is van oordeel dat het MER voldoende informatie bevat om het milieubelang volwaardig mee te kunnen laten wegen bij de besluitvorming. Het MER geeft een goed beeld van de problematiek en te maken keuzes. De keuze om in het MER drie varianten Dynamiek, Klassiek en Mozaïek te vergelijken, is duidelijk onderbouwd. Vanuit deze drie scenario s zijn zowel een VKV (voorkeursvariant) als een MMV (meest milieuvriendelijke variant) ontwikkeld. Bij de milieueffecten scoort de variant Dynamiek overall het beste, behalve op het aspect Cultuurhistorie. De variant Dynamiek is als basis voor de VKV genomen. Door de VKV neemt de veiligheid toe. Negatieve effecten zijn te verwachten voor cultuurhistorie (inclusief archeologie) en (kleinschalige) landschapselementen. In de aanlegfase zal er tijdelijk overlast zijn door geluid en trillingen. In het vervolg van het advies gaat de Commissie op een aantal aspecten nader in. Ontwerp waterkering De waterkerende kwaliteit van de waterkering is een belangrijk veiligheidsaspect. De Commissie constateert dat over het ontwerp van de waterkering kort en bondig informatie in het MER is opgenomen. De kwaliteit, belastingen, randvoorwaarden en uitgangspunten voor het ontwerp zijn weliswaar summier in het MER in beeld gebracht, maar het mede ter inzage gelegde projectplan dijkontwerp geeft een duidelijk beeld van het ontwerp en de waterkerende stabiliteit. De Commissie adviseert in de verdere uitwerking rekening te houden met de ruimte die nodig is om de pipingberm langs de Bemmelsedijk te kunnen realiseren (het waterschap wijst in haar zienswijze erop dat nog niet duidelijk is of de ruimtelijke reservering voldoet). Voor de samenstelling van de werkgroep van de Commissie m.e.r., haar werkwijze en verdere projectgegevens, zie bijlage bij dit advies. Projectgegevens en bijbehorende stukken, voor zover digitaal beschikbaar, zijn ook te vinden via commissiemer.nl onder Advisering of door in het zoekvak het projectnummer in te geven. Een overzicht van de door bevoegd gezag toegezonden adviezen en zienswijzen is opgenomen in bijlage. De gemeente heeft mondeling aangegeven in overleg met het waterschap te bezien welke oplossing ten aanzien van het voorkomen van piping gekozen zal worden, dit kan ook in de vorm een pipingscherm. --

411 Effectberekening grondwater In het achtergrondrapport geohydrologie lijken de modeluitkomsten en de verklarende tekst niet geheel overeen te komen op het punt van de berekende grondwaterstandverhoging in de referentiesituatie. De Commissie verwacht op basis van de kenmerken van het gebied waar op dit moment nog geen woningen aanwezig zijn, vooralsnog geen negatieve gevolgen. De Commissie adviseert in het definitieve besluit de mogelijke discrepantie toe te lichten in het licht van het maatregelenpakket dat voldoende waarborgen moet bieden. Effecten op natuur De Commissie is van oordeel dat de effecten op natuur juist en afdoende in beeld zijn gebracht. De Passende beoordeling maakt aannemelijk dat bij de VKV aantasting van natuurlijke kenmerken is uit te sluiten. Ook blijkt dat de VKV de kernkwaliteiten van de Natura gebieden versterkt. In de Passende beoordeling is een aantal mitigerende maatregelen opgenomen die aan de Natuurbeschermingswetvergunning zijn gekoppeld als voorschriften. Effecten op landschap en cultuurhistorie (waaronder archeologie) Bij de beoordeling van de effecten op landschap is met name gekeken naar de mate van herkenbaarheid van het historisch gegroeide cultuurlandschap. De aanleg van de nevengeul heeft invloed op de herkenbaarheid van landschap en cultuurhistorie. Kleinschalige landschapselementen zullen verdwijnen, cultuurhistorische structuren worden doorsneden en er worden nieuwe elementen toegevoegd aan het rivier- en stadslandschap. De uiteindelijke invulling van het stadseiland en de functie van het stadspark zijn van invloed op de effecten, deze zijn daardoor nog niet met zekerheid aan te geven. Het achtergrondrapport landschap geeft goede informatie en een eerste aanzet tot mitigerende maatregelen om negatieve effecten te verminderen, deze kunnen bij de nadere uitwerking van het voorkeursalternatief verder uitgewerkt worden. --

412 BIJLAGE : Projectgegevens toetsing MER Initiatiefnemer: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen (coördinerend), gedeputeerde staten van de provincie Gelderland en Waterschap Rivierenland Bevoegd gezag: gemeenteraad van de gemeente Nijmegen (coördinerend), Waterschap Rivierenland Besluit: vaststellen dijkverleggingsplan, een ontgrondingenvergunning en herziening bestemmingsplan Categorie Gewijzigd Besluit m.e.r. : C., C., C., C., D., D. Activiteit: Het verplaatsen van de dijk bij Lent en het graven van een nevengeul om daarmee de Waal meer ruimte te geven. Procedurele gegevens: aankondiging start procedure in De Gelderlander van april advies aanvraag: april ter inzage legging: april t/m juni richtlijnenadvies: juli inhoudseisen vastgesteld: september aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.: september toetsingsadvies uitgebracht: november Samenstelling van de werkgroep: Per project stelt de Commissie een werkgroep samen bestaande uit enkele deskundigen, een voorzitter en een werkgroepsecretaris. De werkgroepsamenstelling bij het onderhavige project is als volgt: dhr. ir. C. van der Giessen mw. drs. Y.J. van Manen dhr. dr. J. Renes mw. ir. C.T. Smit (secretaris) dhr. drs. L.H.J. Verheijen (voorzitter) dhr. drs. F. Wijnants dhr. ir. Th. G.J. Witjes Werkwijze Commissie bij toetsing: Tijdens de toetsing gaat de Commissie na of het MER voldoende juiste informatie bevat om het milieubelang volwaardig mee te kunnen wegen in de besluitvorming. De Commissie gaat bij het toetsen uit van de wettelijke eisen voor de inhoud van een MER, zoals aangegeven in artikel. dan wel. van de Wet milieubeheer en de eventuele documenten over de reikwijdte en het detailniveau van het MER. Indien informatie ontbreekt, onvolledig of onjuist is, beoordeelt de Commissie of zij dit een essentiële tekortkoming vindt. Daarvan is sprake, als aanvullende informatie in de ogen van de Commissie kan leiden tot andere afwegingen.

413 In die gevallen adviseert de Commissie de ontbrekende informatie alsnog beschikbaar te stellen, alvorens het besluit wordt genomen. Opmerkingen over niet-essentiële tekortkomingen in het MER worden in het toetsingsadvies opgenomen, voor zover ze kunnen worden verwerkt tot duidelijke aanbevelingen voor het bevoegde gezag. De Commissie richt zich in het advies dus op hoofdzaken die van belang zijn voor de besluitvorming en gaat niet in op onjuistheden of onvolkomenheden van ondergeschikt belang. Zie voor meer informatie over de werkwijze van de Commissie op de pagina Commissie m.e.r. Betrokken documenten: De Commissie heeft de volgende documenten betrokken bij haar advisering: - Overzicht aanpassingen in het hoofdrapport - Notitie toelichting recente wijzigingen in de passende beoordeling - Rapport MER / -- - Bestemmingsplan - Rapport Passende beoordeling Dijkteruglegging Lent, Toets aan Natuurbeschermingswet - t/m diverse vergunningen projectplan dijkontwerp De Commissie heeft kennis genomen van de zienswijzen en adviezen, die zij tot en met oktober van het bevoegd gezag heeft ontvangen. Dit advies verwijst naar een reactie als die nieuwe inzichten naar voren brengt over specifieke lokale milieuomstandigheden of te onderzoeken alternatieven. Een overzicht van de zienswijzen en adviezen is opgenomen in bijlage.

414 BIJLAGE : Lijst van zienswijzen en adviezen. R.C. Essers, Nijmegen. A.A.P.M. Derksen, Oosterhout. J. Benneker en L.G.M. Gosselink, Lent. Radboud Universiteit Nijmegen, Nijmegen. J.H.M. Evers en G.A.L. Westerlaken, Lent. Brunet advocaten, namens E.W.A. van Wijck en C.A.M. van Wijck-van Hal en C.M. Remers en N.G.H. Nabbe, Lent. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Amersfoort. Nico Weel, Nijmegen. GEM Waalsprong Beheer BV, Nijmegen. Bewoners Laauwikstraat en Lentse Lus, Lent. Waterschap Rivierenland, Tiel. Stichting WaterSport Nijmegen, Nijmegen. Gelderse Milieu Federatie, Arnhem. Nijmeegse studenten roeivereniging Phocas, Nijmegen. Roeivereniging De Waal. Lijst Ramon Barends/Onafhankelijke Nijmeegse Partij, Nijmegen x

415 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Ruimte voor de Waal Nijmegen (Dijkteruglegging Lent) De Gemeente Nijmegen en het Waterschap Rivierenland werken in opdracht van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat de dijkteruglegging langs de Waal bij Lent verder uit. Ter ondersteuning van de besluitvorming is een MER opgesteld. Het MER geeft een goed beeld van de problematiek en te maken keuzes. ISBN: ----

416 Notitie Aan : Gemeente Nijmegen: Willem v/d Heeden, Wierdy de Haan, Maarten van Ginkel. Waterschap Rivierenland: Henriette Nonnekens-van der Pluym Van : David Heikens en Andries Krikken Datum : december Kopie : Archief Onze referentie : W./N//VVDM/Nijm HASKONING NEDERLAND B.V. WATER Betreft : beantwoording laatste commentaarpunt Commissie voor de m.e.r. Inleiding Op november j.l. heeft de Commissie voor de m.e.r. haar toetsingsadvies uitgebracht over het MER Ruimte voor de Waal Nijmegen (rapportnummer ). Belangrijkste conclusie hieruit is: De Commissie m.e.r. is van oordeel dat het MER voldoende informatie bevat om het milieubelang volwaardig mee te kunnen laten wegen bij de besluitvorming. Ten behoeve van de beoordeling heeft de Commissie vooraf bij de Gemeente Nijmegen een toelichting gevraagd en gekregen - op enkele inhoudelijke punten uit het MER. In het uiteindelijke toetsingsadvies heeft de Commissie één (niet-essentieel) commentaarpunt laten staan. Men laat dergelijke punten aan de initiatiefnemer om toe te lichten ten behoeve van de verdere besluitvorming over de voorgenomen activiteit. Het commentaarpunt luidt: Effectberekening grondwater. In het achtergrondrapport geohydrologie lijken de modeluitkomsten en de verklarende tekst niet geheel overeen te komen op het punt van de berekende grondwaterstandverhoging in de referentiesituatie. De Commissie verwacht op basis van de kenmerken van het gebied waar op dit moment nog geen woningen aanwezig zijn, vooralsnog geen negatieve gevolgen. De Commissie adviseert in het definitieve besluit de mogelijke discrepantie toe te lichten in het licht van het maatregelenpakket dat voldoende waarborgen moet bieden. De Gemeente Nijmegen heeft de opsteller van het MER, Haskoning, gevraagd om een reactie te geven op bovenstaand commentaar. Deze reactie is hieronder gegeven.. Nadere toelichting en analyse commentaar De Commissie heeft haar commentaar mondeling toegelicht aan de betrokken vertegenwoordigers van de Gemeente Nijmegen. Het gaat om het verschil tussen de berekende grondwaterstanden in de huidige situatie en de zgn. autonome situatie, dat is de situatie na realisatie van de Waalsprong, en nog zonder realisatie van het project Ruimte voor de Waal Nijmegen. NB: De aanleg van de Singel is in het MER gerekend als zijnde een onderdeel van de autonome situatie. In bijlage van het Achtergrondrapport Geohydrologie wordt beschreven welke uitgangspunten er voor het MER zijn gehanteerd voor het oppervlaktewatersysteem in de huidige en autonome situatie. De Commissie wijst op de gegevens van de streefpeilen voor de huidige situatie (bijlage blz. ), de streefpeilen voor de autonome situatie (bijlage blz. ), en constateert dat deze in droge perioden maar beperkt van elkaar verschillen. Vervolgens vraagt de Commissie zich af waarom in droge periodes de grondwaterstanden in de autonome situatie A company of Royal Haskoning december W./N//VVDM/Nijm /

417 toch significant af kan wijken van de huidige situatie (zie figuur. en. van het Achtergrondrapport).. Beantwoording De realisatie van de Singel maakt in de autonome ontwikkeling zowel bij natte en droge omstandigheden steeds een flink verschil t.o.v. de huidige situatie. Dit wordt niet zozeer door het streefpeil veroorzaakt, maar door enkele andere factoren, die hieronder worden toegelicht. In de huidige situatie kan het waterpeil in de watergangen wegzakken bij gebrek aan wateraanvoer. In het Achtergrondrapport Geohydrologie (bijlage blz. ) staat vermeld dat gerekend wordt met een zomerpeil rekenen dat cm. lager ligt dan het streefpeil. Dit is een algemene regel, die vervolgens gebiedsspecifiek wordt gemaakt. Niet alle watergangen in de huidige situatie kunnen dit zomerpeil namelijk handhaven. Secundaire watergangen in de huidige situatie kunnen dit niet (zie figuur B. in bijlage waarop de primaire en secundaire watergangen staan aangegeven). In de zone vanaf het spoor tot een paar honderd meter ten westen van de Pr Mauritssingel kunnen de grondwaterstanden in de huidige dus al vrijelijk wegzakken, en hier maakt de Singel, waar het waterpeil wél gegarandeerd wordt, dus een flink verschil (dat is in de zomer van (zie figuur. Achtergrondrapport) nog sterker dan in de GLGsituatie (figuur. Achtergrondrapport). Daarnaast zijn er ook watergangen, met name dicht bij de dijk, dus daar waar de invloed van de Waal het grootst is, die zodanig hoog liggen, dat in droge periodes het water (met weggezakt streefpeil) er niet eens komt. Ook dat is in de autonome situatie anders; daar wordt het waterpeil wél gehandhaafd en wordt het grondwater vanuit de Singel gevoed en daarmee op peil gehouden. Tenslotte is er de invloed van de breedte van de watergangen. De Singel (in de autonome situatie) is aanzienlijk breder dan de watergangen in de huidige situatie, waardoor er in de autonome situatie aanzienlijk meer infiltratie- en drainagecapaciteit aanwezig is, en er dus veel meer capaciteit is om - uitgaande van het streefpeil - de grondwaterstanden "onder controle" te houden. Kortom: het oppervlaktewatersysteem in de huidige situatie is ontoereikend om de grondwaterstanden in het plangebied op peil te houden in droge periodes met een lage Waalwaterstand en beperkt neerslagoverschot. Watergangen vallen droog en de grondwaterstand kan vrijelijk wegzakken. In de autonome situatie, na realisatie van de Waalsprong met de Singel, wordt het oppervlaktewaterpeil middels wateraanvoer wél gehandhaafd, en kan het grondwater daarmee ruimschoots worden aangevuld. Dit maakt een flink verschil, dat te zien is in figuur. en. van het Achtergrondrapport.. Conclusie De hydrologische effecten zoals beschreven in het Achtergrondrapport Geohydrologie van het MER zijn verklaarbaar en stemmen goed overeen met de uitgangspunten van de berekening. Er is daarom geen reden om andere conclusies te trekken over de effecten op grondwater dan in het MER reeds is gedaan. Nijmegen, december D.L.J. (David) Heikens december W./N//VVDM/Nijm /

418

419 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie Inhoud blz. Inleiding... Uitgangspunten.... Activiteiten.... Situatie.... Situering van de inrichting, Natura gebieden en biotoop Kwartelkoning... Effecten evenementen met versterkt geluid.... Selectie relevante instandhoudingsdoelen voor toets evenement met versterkt geluid.... Toetsing mogelijkheden evenement met versterkt geluid.... Gemeentelijk beleid... Opzet van het onderzoek.... Evenemententerrein.... Bronvermogen.... Gecumuleerde geluidbelasting... Resultaten en conclusies.... Evenemententerrein.... Gecumuleerde geluidbelasting.... Conclusies akoestisch onderzoek.... Conclusies gemeentelijke beleid.... Conclusies toets instandhoudingsdoel... Literatuur... FIGUREN. Evenemententerrein (blauw) in relatie tot de Natura gebieden (groen). Evenemententerrein (blauw) in relatie tot het biotoop van de Kwartelkoning (groen). Geluidcontouren ten gevolge van het evenemententerrein. Evenemententerrein met handhavingspunt Ingenieursbureau Oranjewoud B.V.. Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden niets uit dit document worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale reproductie of anderszins of worden toegepast op situaties waarvoor dit rapport oorspronkelijk niet bedoeld was. Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voorvloeiend uit onderzoek waarbij gebruik is gemaakt van rekenprogramma's waarvan het gebruik van overheidswege verplicht is gesteld. Ook voor verschillen in uitkomsten met eerdere en/of toekomstige versies van deze rekenprogramma's kan Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. niet verantwoordelijk worden gehouden. blad van

420 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie Inleiding In opdracht van de gemeente Nijmegen is een akoestisch prognoseonderzoek uitgevoerd voor het geplande evenemententerrein op het eiland Lent. Het evenmententerrein ligt in het Natura gebied 'Uiterwaarden Waal. Met name voor het instandhoudingsdoelen voor de Kwartelkoning vormt het gebruik van het evenemententerrein een risico indien evenementen met een groter bronvermogen worden georganiseerd. Het voorliggend onderzoek dient uit te wijzen wat de akoestische gevolgen van het evenemententerrein op de omgeving zijn. Hiertoe is de geluidbelasting in de representatieve bedrijfssituatie bepaald in de vorm van geluidcontouren. De rapportage is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk beschrijft de activiteiten en de situering van het evenemententerrein en de genomen uitgangspunten; Hoofdstuk beschrijft de effecten van versterkt geluid; De onderzoekopzet komt aan de orde in hoofdstuk ; In hoofdstuk staan de resultaten en een conclusie van het onderzoek. Hoofdstuk omvat tenslotte een ecologische vertaling van de bevindingen van het akoestisch onderzoek. blad van

421 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie Uitgangspunten. Activiteiten Voor de aanleg en het gebruik van het evenemententerrein zijn in de Passende beoordeling 'Ruimte voor de Waal Dijkteruglegging Lent' de volgende randvoorwaarden geformuleerd: Er worden maximaal evenementen per jaar georganiseerd; Evenementen worden in het voorjaar/zomer georganiseerd (mei september); Het maximaal aantal bezoekers voor een evenement bedraagt. personen per dag; De bezoekers van het evenemententerrein kunnen niet buitendijks parkeren; Toekomstige evenementen worden afgestemd op de natuurlijke ondergrond. Dit is in het ontwerp bestemmingsplan concreet vertaald in een eis dat evenementen, inclusief op en afbouw, een maximaal aantal dagen mogen duren; Na elk evenement is er een periode waarin geen evenement plaatsvindt. Deze 'rustperiode' duurt minstens even lang als de duur van het evenement. Het evenemententerrein wordt opgehoogd (niet hoger dan, m NAP) en zal bestaan uit natuurlijk grasland. Het terrein wordt niet ingezaaid; Onder evenement wordt verstaan: een activiteit, concerten, culturele voorstellingen, openlucht filmvertoningen, sporttoernooien, kindervakantiekampen/ bouwdorpen en dergelijke; Evenementen worden bij voorkeur overdag uitgevoerd zodat geen verlichting nodig is. Deze uitgangspunten zijn opgenomen / vertaald in het ontwerp bestemmingsplan en de ontwerp Natuurbeschermingswetvergunning van de provincie Gelderland (Nbw vergunning). Inmiddels zijn de volgende bijstellingen gedaan ten aanzien van evenementen die als zodanig zijn/worden vastgelegd in het definitieve bestemmingsplan en Nbw vergunning: Er worden maximaal geluidrelevante evenementen per (kalender)jaar toegelaten (dit is inclusief het evenement "De Vierdaagsefeesten" ); Het maximaal aantal bezoekers voor een evenement bedraagt. personen per (evenementen)dag, met dien verstande dat er op enig moment gedurende die dag niet meer dan. bezoekers aanwezig mogen zijn; Het maximaal aantal evenementendagen per (kalender)jaar is (dit is inclusief de evenementendagen van het evenement 'De Vierdaagsefeesten'), exclusief opbouw en afbouwdagen. Individuele evenementen mogen, inclusief opbouw en afbouwdagen, maximaal dagen duren; De Vierdaagsefeesten ( evenementendagen) mogen, inclusief opbouw en afbouwdagen, maximaal dagen duren; Podium en PA systemen dienen zodanig te worden opgesteld dat de lijn haaks op de publiekzijde van het podium en PA systemen tussen zuid en zuidoost is gericht. Ten aanzien van het gebruik van het evenemententerrein wordt uitgegaan van versterkte muziek tijdens evenementen. Dit soort geluidgerelateerde evenementen vallen onder de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), alsmede onder de Beleidsregels geluid bij evenementen in de open lucht van de gemeente Nijmegen. De daarin opgenomen (geluid)beperkingen gelden onverkort voor het gebruik van dit evenemententerrein.. Situatie Het evenemententerrein ligt ter hoogte van de Tweede stadsbrug op het geplande eiland Lent. In afbeelding is de ruimtelijke situatie van het terrein weergegeven. blad van

422 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie afbeelding Globale ligging evenemententerrein Globale ligging evenemententerrein afbeelding Globale D impressie ligging evenemententerrein. Situering van de inrichting, Natura gebieden en biotoop Kwartelkoning Het evenemententerrein ligt in het Natura gebied 'Uiterwaarden Waal. In het mogelijke invloedsgebied van het evenemententerrein is potentieel broedgebied van de Kwartelkoning aanwezig. Verstoring van dat gebied kan een invloed hebben op het instandhoudingsdoel (verbeterdoelstelling) voor deze soort. In afbeelding is de ruimtelijke situatie ten opzichte van deze gebieden weergeven. blad van

423 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie afbeelding Globale ligging evenemententerrein, Natura gebied en biotoop Kwartelkoning Biotoop Kwartelkoning Natura gebied Ligging evenemententerrein en positie podium Natura gebied blad van

424 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie Effecten evenementen met versterkt geluid. Selectie relevante instandhoudingsdoelen voor toets evenement met versterkt geluid De focus van de toetsing ligt op de mogelijke effecten voor broedvogels in de (ruimere) omgeving van het evenemententerrein omdat de evenementen ook in het broedseizoen zullen plaatsvinden. Het gebied van het evenemententerrein zelf en de directe omgeving ervan is ongeschikt voor broedvogels door de aanwezige verstoring (verkeer, intensieve recreatie in de vorm van wandelen en fietsen op de westelijke landtong). Dit effect is reeds beoordeeld in de Passende beoordeling. De focus voor het toetsen van het gebruik van versterkte evenementen ligt op de broedvogels in de ruimere omgeving. Het gebruik van versterkt geluid op het evenemententerrein vindt plaats in een gevoelige periode (broedseizoen) zodat negatieve effecten op voor geluid gevoelige soorten (broedvogels) niet op voorhand zijn uit te sluiten. Het gebied tussen de grote plassen (Waaiensteinkolk en de Verburgtskolk) is geschikt broedgebied voor de kwartelkoning. Dat is de enige broedvogel waarvoor een instandhoudingsdoel is geformuleerd voor het Natura gebied Uiterwaarden Waal én waarvan het potentiële broedgebied ook in het invloedsgebied voorkomt. Effecten op de instandhoudingsdoelen voor niet broedvogels, habitattypen en soorten voor het Natura gebied Uiterwaarden Waal zijn uitgesloten: Het gebruik is in de tijd gezoneerd door de meest kwetsbare tijd voor de niet broedvogels te mijden, namelijk de periode eind september april. In deze maanden zijn de doortrekkers en wintergasten aanwezig. Dit gegeven blijft gehandhaafd zodat niet broedvogels buiten beschouwing worden gelaten; Ter plekke van het evenemententerrein komt geen beschermd habitattype tot ontwikkeling en habitattypen zijn niet gevoelig voor verstoring door geluid. De aanleg en het gebruik van het evenemententerrein hebben geen effect op leefgebied van de complementaire habitatsoorten (zeeprik, rivierprik, elft, zalm, grote modderkruiper en kamsalamander).. Toetsing mogelijkheden evenement met versterkt geluid Geluidverstoring is afhankelijk van veel factoren, zoals de intensiteit, de frequentie en de continuïteit van het geluid. Tevens is de mate van verstoring afhankelijk van het soort omgeving waarin het geluid zich verplaatst (door de open uiterwaarden kan het geluid zich verder verplaatsen dan bijvoorbeeld door bos) en van de heersende windrichting. Dat laatste biedt mogelijkheden voor versterkte evenementen omdat het broedgebied ten noordwesten van het evenemententerrein ligt en gezien het feit dat het broedgebied door de overheersende westenwind minder hinder ondervindt van het geluid. Voor het bepalen van de effecten van geluidverstoring van vogels wordt over het algemeen gebruik gemaakt van de door Reijnen et al., en, gevonden drempelwaarden van db(a) voor broedvogels van open terrein. Deze geluidgrenzen zijn bepaald voor broedvogels met een autoweg als In de Passende beoordeling is reeds aangegeven dat in het invloedsgebied van de ruimte voor de riviermaatregelen geen geschikt leefgebied voor de Porseleinhoen en de zwarte stern aanwezig is, noch tot stand zal komen na realisatie van de maatregel. De Porseleinhoen is nog nooit in of nabij het plangebied waargenomen. Het broedbiotoop van de Porseleinhoen bestaat uit vochtige graslanden, die ook later in het seizoen vochtig blijven. Deze zijn niet in het plangebied en omgeving aanwezig. De nattere graslanden ten westen van de Oosterhoutse plas drogen later in het seizoen op. Dit is geconstateerd tijdens eerder onderzoek naar broedvogels. De zwarte stern is een vogel van uitgestrekte velden van krabbescheer, waterviolier en fonteinkruiden en een welige, soortenrijke oeverzone (verlandingsmoeras). Deze zijn momenteel niet aanwezig in het plangebied en zullen door de dynamiek in de geul ook niet tot ontwikkeling komen. blad van

425 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie geluidbron en op basis van etmaalgemiddelden. Voor de bepaling van het effect van de geluidsverstoring wordt gesteld dat in open gebieden: een totale geluidbelasting van > db(a) tot db(a) minimaal % afname van de biotoopgeschiktheid tot gevolg heeft; een totale geluidbelasting van meer dan db(a) een afname van minimaal % van de biotoopgeschiktheid tot gevolg heeft (Hoogerwerf & Heijkers, ). Een indicatie van het maximaal toegestane bronvermogen van een evenement met versterkt geluid wordt verkregen door het volgende na te gaan: a) de achtergrondwaarden in de situatie met de Tweede stadsbrug; b) de drempelwaarden waarbij een 'niet vergunbaar' evenement zou ontstaan; c) de afstand tussen de geluidbron en het (potentiële) broedgebied. Ad a) Het optreden van verstoring is afhankelijk van het achtergrondniveau. In de situatie met tweede stadsbrug is er sprake van een hoge achtergrondwaarde voor geluid ter plaatse van het evenemententerrein. Binnen het invloedsgebied zijn er twee zones te onderscheiden, namelijk > db(a) (grotere mate van verstoring) en db(a) (enige mate van verstoring) (zie afbeelding ). Het waardevolle broedgebied ligt in een zone met een geluidbelasting lager dan db(a) en daar is dus sprake van een hoge achtergrondwaarde. afbeelding Geluidbelasting in autonome situatie in N gebieden [juni ] (beoordelingshoogte, m.) Continue geluidbelasting van wegen is lastig te vergelijken met impulsgeluiden, zoals van een evenement. In een toetsingsadvies over een grootschalig evenemententerrein acht de Commissie m.e.r. vergelijking met de verstoringsmaat voor wegverkeerlawaai acceptabel, omdat dit de enige wat meer onderbouwde verstoringsmaat is voor vogels. Ook in andere studies is aangegeven dat de geluidbelasting door bedrijvigheid, inzichtelijk gemaakt via geluidcontouren van db(a), alleen zinvol is in situaties met een hoge geluidbelasting, zoals muziekfestivals [Altenburg en Wymenga, ]. Op deze kaart is het invloedsgebied van de tweede stadsbrug niet volledig opgenomen, maar het beïnvloede gebied aan de westkant van de brug is vergelijkbaar qua oppervlakte en zonering met het beïnvloede gebied aan de oostkant van de brug (waarvan wel een groot gedeelte op de afbeelding is aangegeven). blad van

426 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie Ad b) Bestaande onderzoeken geven aan dat bij een geluidbelasting boven db(a) niet uitgesloten kan worden dat broedsels verloren gaan door een evenement. Naar verwachting zal buiten deze grenzen de verstoring die op kan treden door geluidbelasting niet meer zodanig ernstig zijn dat grote nestverliezen op kunnen treden (Bureau Waardenburg, ). Echter, nestverliezen door verstoring in een gebied met een lagere geluidbelasting dan db(a) zijn ook ongewenst (kans op significante verstoring ) aangezien de kwartelkoning een matig ongunstige landelijke staat van instandhouding heeft en een uitbreidingsdoelstelling kent. Ad c) Gezien het voorgaande (zie ad b) kan de kans op significante verstoring van het waardevolle broedgebied alleen worden uitgesloten door te zorgen dat het geluidniveau in het gebied de drempelwaarde bereikt waarbij er geen effecten op broedvogels meer worden geconstateerd ( db(a) of lager). In onderliggend onderzoek wordt derhalve bepaald waar de geluidcontouren komen te liggen ten opzichte van het broedgebied bij een bepaald bronvermogen op het evenemententerrein.. Gemeentelijk beleid In paragraaf.. uit het geluidbeleid APV zijn de 'Beleidsregels geluid bij evenementen in de openlucht (APV) benoemd:... Beleidsregels geluid bij evenementen in de openlucht (APV) In de Beleidsregels geluid bij evenementen in de openlucht () zijn de voorwaarden vastgesteld waaronder een evenement mag afwijken van het algemene Verbod Geluidhinder zoals is opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Deze beleidsregel bestaat sinds en is voor het laatst geactualiseerd en vastgesteld op december. De beleidsregel geldt voor het gehele grondgebied van de gemeente Nijmegen waar het openbare (buiten)ruimte betreft. De beleidsregel kent algemene voorschriften en locatie specificieke voorschriften. Omdat de beleidsregel het laatst is vastgesteld in zijn voor de locatie Waalpark nog geen locatie specifieke voorschriften opgenomen. De algemene en locatiespecifieke voorschriften worden opgenomen in de ontheffing (vergunning) van een evenement. De algemene voorschriften uit het beleid zijn wel direct van toepassing op evenementen in het Waalpark. Een ontheffing van het verbod geluidhinder is alleen mogelijk indien: de eindtijd is beperkt tot : uur. de eindtijd is beperkt tot : uur indien de volgende dag een weekenddag of officieel erkende feestdag is. de begintijd na : uur is. tussen de begintijd en de eindtijd maximaal uur zit. De algemene voorschriften stellen ook de handhaafbare grenzen aan de geluidemissie van het evenement. Hierbij is de publiekscapaciteit en omvang van het publiekdeel leidend. Binnen het publieksdeel moet het evenement normaal te beleven zijn. De capaciteit van het Waalpark is begrensd tot gelijktijdige bezoekers. In de ontheffing (van het verbod geluidhinder) wordt, per evenement, de maximaal toelaatbare geluidimmissie aan het einde van het publieksdeel vastgelegd in een voorschrift en een figuur met beoordelingslijnen. Ten aanzien van verstoring geldt een vergunningplicht indien significante effecten als gevolg van de verstoring niet zijn uit te sluiten. Een vergunning kan alleen worden verleend indien significante effecten kunnen worden voorkomen, bijvoorbeeld door het nemen van mitigerende maatregelen. blad van

427 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie Opzet van het onderzoek. Evenemententerrein Ter bepaling van de geluidbelasting op de omgeving vanwege het evenement is de volgende onderzoeksopzet gehanteerd. De berekeningen zijn uitgevoerd volgens de 'Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai', Ministerie van VROM,. De overdrachtsberekeningen zijn uitgevoerd met behulp van het computerprogramma, Geomilieu., gebaseerd op het overdrachtsmodel methode II. van de handleiding. Voor de berekeningen de volgende gegevens ingevoerd: de brongegevens per afzonderlijke bron (de bedrijfsduur, de immissierelevante bronsterkte, de locatie, de hoogte en eventuele richtingsafhankelijkheid); de afschermende of reflecterende objecten (locatie en hoogte); de bodemgesteldheid (harde of zachte bodem); de locatie van de berekeningspunten. Als basis voor het rekenmodel hebben wij het rekenmodel behorend bij rapport 'Ruimte voor de Waal Nijmegen, geluidonderzoek t.b.v. het bestemmingsplan', rapportnummer V., d.d. augustus gehanteerd. Voor het onderzoeksgebied is uitgegaan van een bodem die akoestisch zacht is (B f =,). De wegen en waterpartijen zijn als aparte harde bodemgebieden ingevoerd (B f =,). De geluidcontouren zijn bepaald op een beoordelingshoogte van, meter boven het maaiveld. Er is gekozen voor deze hoogte vanwege de hoogte van de Kwartelkoning. In onderliggend onderzoek is het geluideffect ten gevolge van het verkeer van en naar het evenemententerrein niet nader beschouwd, omdat het terrein niet toegankelijk is voor personenauto's (bezoekers). Vrachtverkeer ten behoeve van het laden en lossen van materieel en goederen ten aanzien van de evenementen zijn wel toegestaan. Het aantal vervoersbewegingen is echter beperkt en akoestisch gezien niet relevant.. Bronvermogen Conform de systematiek van de akoestische beschouwing van het Nijmeegs evenement 'Music Meeting' in Nijmegen is een geluidbron toegepast op meter hoogte ten opzichte van het maaiveld. De geluidbron representeert de geluidinstallatie van het muziekpodium. Overeenkomstig de eis van de gemeente Nijmegen is het podium op tenminste meter ten oosten van de Tweede Stadsbrug gelegd. De geluidbron is verdeeld in een voorkant en een achterkant van het podium. Verondersteld wordt dat de muziek richting het zuiden ( o kompasrichting) uitstraalt. De achterkant van het podium straalt derhalve in noordelijke ( o kompasrichting) richting uit. De geluidstraling aan de achterzijde van het podium zal tot db(a) lager zijn dan de uitstraling aan de voorzijde. Vanwege een worst case benadering is gekozen voor een geluidreductie van db(a) aan de achterzijde van het podium. Verondersteld is dat de uitstralingshoek van de bron o is. Dit is een sterk overdreven situatie (worst case), omdat muziekversterkingsinstallaties tegenwoordig nauwkeurig op het publiek richtend ingesteld kunnen worden. Uitgangspunt voor het bronvermogen is dat het bronvermogen voor de voorkant van het podium db(a) is en aan de achterzijde van het podium derhalve db(a). De geluidbelasting op, meter blad van

428 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie hoogte op de rand van het evenemententerrein is dan circa db(a). Op dit bronvermogen is het Standaard gemiddeld popmuziekspectrum ( Hz Hz) toegepast. De situatie is doorgerekend door in het rekenmodel rekening te houden met alle windrichtingen. Bij de overheersende (zuid)westenwinden is de geluidbelasting op het leefgebied van de Kwartelkoning lager. Op het bronvermogen van het evenemententerrein is geen bedrijfsduurcorrectie toegepast. Dat wil zeggen dat er vanuit gegaan wordt dat het muziekevenement continu actief is en zodoende de geluidbelasting niet gecorrigeerd wordt voor de bedrijfsduur (hoe korter de actief des te groter de correctie). Met behulp van het rekenmodel is de geluidbelasting vanwege het evenemententerrein in de vorm van geluidcontouren bepaald. Op verzoek van de gemeente zijn de db(a), db(a), db(a) en de db(a) geluidcontouren op een hoogte van, meter boven het maaiveld inzichtelijk gemaakt. Uitgangspunt is dat een evenement niet meer geluid mag veroorzaken in het waardevolle broedgebied dan db(a) (de grens die gesteld wordt aan een niet verstoord gebied is < db(a)). De contouren die inzichtelijk worden gemaakt zijn de momentane geluidcontouren, hetgeen dus inhoud dat de gepresenteerde contouren de geluidbelastingen zijn die op elk moment van de dag gemeten kunnen worden.. Gecumuleerde geluidbelasting Aangezien het biotoop van de Kwartelkoning ook onder invloed staat van wegverkeerslawaai (o.a. de Tweede stadsbrug), scheepvaartlawaai (Waal) en industrielawaai (Nijmegen) zal het gecumuleerde effect (inclusief het evenemententerrein) kwalitatief beschouwd worden. In de bijlagen bij het Reken en meetvoorschrift geluidhinder (bijlage, hoofdstuk ) is een rekenmethode opgenomen voor de berekening van de cumulatieve geluidbelasting (L cum ). De cumulatieve geluidbelasting is op kwalitatieve wijze bepaald aan de hand van deze bijlage. De geluidbelastingen als gevolg van wegverkeers, scheepvaart en industrielawaai zijn aan de hand van de in het rapport 'Passende beoordeling vergunning Natuurbeschermingswet Stadsbrug Nijmegen', projectnummer, d.d. mei van Tauw bv, gepresenteerde geluidcontouren nader beschouwd. Zie ook de afbeeldingen op de volgende bladzijde. blad van

429 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie afbeelding Geluidbelastingcontouren respectievelijk wegverkeers, scheepvaart en industrielawaai blad van

430 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie Resultaten en conclusies. Evenemententerrein Met behulp van het berekeningsmodel is de geluidbelasting vanwege het evenemententerrein in de vorm van geluidcontouren bepaald. Op verzoek van de gemeente zijn de db(a), db(a), db(a) en de db(a) geluidcontouren op een hoogte van, meter boven het maaiveld inzichtelijk gemaakt. De geluidcontouren zijn weergegeven in figuur (bijlage).. Gecumuleerde geluidbelasting De geluidbelastingen als gevolg van wegverkeers, scheepvaart en industrielawaai zijn aan de hand van de in het rapport 'Passende beoordeling vergunning Natuurbeschermingswet Stadsbrug Nijmegen', projectnummer, d.d. mei van Tauw bv, gepresenteerde geluidcontouren nader beschouwd (zie ook afbeelding ). De contouren zijn op meter hoogte bepaald. Uit de afbeelding is af te leiden dat geluidbelasting ter hoogte van het biotoop van de Kwartelkoning ten hoogste: db(a) als gevolg van wegverkeerslawaai, db(a) als gevolg van scheepvaartlawaai, en db(a) als gevolg van industrielawaai bedraagt. In de bijlagen bij het Reken en meetvoorschrift geluidhinder (bijlage, hoofdstuk ) is een rekenmethode opgenomen voor de berekening van de cumulatieve geluidbelasting (L cum ). De cumulatieve geluidbelasting is bepaald aan de hand van deze bijlage. Voor scheepvaartlawaai is geen rekenregel gesteld. In dit onderzoek is derhalve de rekenregel voor industrielawaai gehanteerd. Gecumuleerd naar industrielawaai is de geluidbelasting ten gevolge van de drie bovengenoemde geluidsoorten db(a).. Conclusies akoestisch onderzoek Met in achtneming van de in onderliggend onderzoek genoemde uitgangspunten, kan geconcludeerd worden dat: Het bronvermogen van het evenemententerrein gesteld is op db(a). De geluidbelasting op de publieksgrens van het evenement (zoals het in de uitgangspunten beschouwd is) ten hoogste db(a) op, meter hoogte bedraagt (zie de contour van db(a) in figuur ). De geluidbelasting ter plaatste van het Natura gebied ten zuiden van de Waal (Grindgat) ten hoogste db(a) bedraagt (contour < db) op, meter hoogte. De geluidbelasting ter plaatste van het biotoop van de Kwartelkoning bedraagt ten hoogste db(a) op, meter hoogte. Het bronvermogen van het evenemententerrein ten hoogste db(a) mag zijn om de geluidbelasting van ten hoogste db(a) in het biotoop van de Kwartelkoning te garanderen. Een bronvermogen van db(a) is niet ongebruikelijk voor een klein popconcert. Verondersteld is dat de uitstralingshoek van de bron o is. Dit is een sterk overdreven situatie (worst case), daar muziekversterkinstallaties tegenwoordig nauwkeurig op het publiek richtend ingesteld kunnen worden. De L cum ter plaatse van het biotoop van de Kwartelkoning op, meter hoogte db(a) bedraagt gecorrigeerd naar industrielawaai. Dit is als gevolg van wegverkeers, scheepvaart en industrielawaai zonder het evenemententerrein, maar met de Tweede stadsbrug. Scheepvaartlawaai is in deze situatie als industrielawaai beoordeeld. De geluidbelasting ter plaatse van het biotoop als gevolg van het evenemententerrein bedraagt (bij een bronvermogen van db(a)) db(a) op cm hoogte. Wanneer het muziekgeluid als industrielawaai wordt beoordeeld, ligt het niveau circa db(a) lager dan het gecumuleerde niveau. De beoordeling in L cum is echter tamelijk arbitrair, omdat: blad van

431 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie er geen wegingsfactoren voor muzieklawaai en scheepvaartlawaai zijn; de L cum op, meter hoogte is beoordeeld en het muzieklawaai op, meter hoogte is beoordeeld; de activiteiten van de verschillende bronnen variabel zijn voor wat betreft bedrijfsduur. Het zal zelden tot nooit voorkomen dat alle bronnen tegelijkertijd maximaal actief zijn.. Conclusies gemeentelijke beleid Dit plan voldoet aan alle algemene voorschriften van de Beleidsregel. Daar waar het locatie specifieke voorschriften betreft, zal de beleidregel nog worden aangevuld. Het betreft hier de volgende voorschriften: Aanvullende voorschriften per locatie Locatie Waalpark: Maximaal evenementendagen per kalenderjaar. Maximaal evenementen per kalenderjaar. Podium en PA systemen dienen zodanig te worden opgesteld dat de lijn haaks op de publiekzijde van het podium en PA systemen tussen zuid en zuidoost is gericht. Het publieksdeel is toereikend voor maximaal gelijktijdige bezoekers. Tussen de afbouwdag en opbouwdag van twee evenementen zit een rustperiode die minimaal gelijk is aan het aantal evenementendagen plus op en afbouwdagen van het voorgaande evenement.. Conclusies toets instandhoudingsdoel Deze paragraaf omvat de ecologische vertaling van de bevindingen van het akoestisch onderzoek en gaat in op de onzekerheden en hoe hier mee omgegaan is. Een belangrijke maatregel om de kwartelkoning voldoende ruimte te geven om hun voedsel te zoeken en te broeden, is het feit dat er voor gezorgd is dat het evenemententerrein en het verstoorde gebied zich niet uitstrekken tot het waardevolle gebied voor deze soort. De beïnvloede zone ligt grotendeels in. het gebied waarvan de afname van de waarde voor vogels reeds gecompenseerd is in het kader van de tweede stadsbrug,. in gebiedsdelen die geen functie hebben voor de kwartelkoning (zoals de Oosterhoutse plas omdat het geluid zich boven water verder naar het westen verspreid dan boven land) en. in zones binnen het Natura gebied waarvan in het kader van de toets van de ruimte voor de rivier maatregel reeds vastgesteld is dat het geen waarde (meer) zal hebben voor broedvogels na de dijkteruglegging door de zonering van de recreatie waarbij de meest intensieve recreatie op het eiland ten oosten van de tweede stadsbrug plaats vindt. Uit het akoestisch onderzoek blijkt het achtergrondniveau hoger te zijn dan de norm die geldt voor een niet verstoord gebied. Dat betekent dat het gebied nu al geen optimaal leefgebied meer vormt, maar het is nog niet volledig ongeschikt. Dat blijkt in ieder geval ook uit de praktijk omdat er in het gebied broedgevallen zijn waargenomen in het verleden. Gezien het hogere achtergrondniveau in combinatie met de verbeterdoelstelling en de ongunstige staat van instandhouding zou elke toename van verstoring leiden tot een significante verstoring. Uitgangspunt is dan ook dat een evenement niet meer geluid mag veroorzaken in het waardevolle broedgebied dan db(a) (de grens die gesteld wordt aan een niet verstoord gebied is < db(a)). Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat bij een bronvermogen van het evenemententerrein van db(a) de geluidbelasting van ten hoogste db(a) in het biotoop van de Kwartelkoning te garanderen is. In dat geval betekent het geluid van het evenemententerrein geen extra geluidbelasting op het gebied dat in het kader van het instandhoudingsdoel voor de kwartelkoning belangrijk is. Daarbij dient welaan alle randvoorwaarden die ten grondslag liggen aan het akoestisch onderzoek voldaan te zijn (richting van het podium en locatie geluidsbron). Deze voorwaarden (zullen) worden vastgelegd om verstoring van broedvogels tijdens (versterkte muziek) evenementen te voorkomen. De gemeente regelt in het evenementenbeleid (APV) de blad van

432 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie voorwaarden die gelden voor de evenementen. De betreffende beleidsnotitie "Beleidsregels geluid bij evenementen in de openlucht" zal aangevuld moeten worden met regels voor het evenemententerrein op het Waalveld. Bovendien heeft het evenementenbeleid diverse regels opgenomen (reeds toegelicht in de tekst) die ervoor zorgen dat ook het effect op de broedvogel wordt beperkt, zoals een beperking van het tijdstip dat het evenement 's avonds stopt, de beperking ten aanzien van soundcheck en het aantal evenementendagen). Dit beleid sluit aan bij de mitigerende maatregelen die voor de kwartelkoning kunnen worden toegepast: Evenementen tijdig stoppen omdat de kwartelkoning vooral een nachtelijke roepactiviteit heeft en er dan ook nog een nachtelijke periode is nadat het evenement ten einde is. Maximaal evenementendagen per kalenderjaar (excl. op en afbouw). Echter, er blijven onzekerheden ten aanzien van het daadwerkelijk effect op de functie van het gebied als broedgebied van de kwartelkoning en op de kwartelkoning als deze tot broeden komt omdat er vooral ervaring is met de effecten van wegverkeer en in mindere mate ook luchtverkeer en (water)recreatie: het verstorend effect van industrielawaai en scheepvaartlawaai op broedvogels is niet zondermeer te cumuleren en te toetsen aan de db(a) norm omdat de voorspelbaarheid, duur en frequentie erg verschillen. Voorspelbare gebeurtenissen of gedrag leiden tot minder verstoring en kleinere verstoringsafstanden. Continue verstoring heeft ernstiger gevolgen dan infrequente verstoring. Bij verstoring zijn onverstoorde perioden waarin de vogels kunnen compenseren voor verloren tijd essentieel. De exacte waarde van het gebied (% afname ten opzichte van een niet verstoord gebied) als broedgebied voor de kwartelkoning is dus moeilijk te bepalen. het hogere achtergrondniveau heeft mogelijk minder invloed op de kwaliteit als broedgebied dan de norm suggereert. Dat zou betekenen dat bij een eventuele kleine toename de kans op een significante verstoring kleiner is. Zo leidt de monitoring van Champ car races in Assen [Alterra, ] tot de volgende bevindingen: o grotere vogels, vooral die van open terrein zijn vlugger verstoord dan kleinere vogels in terrein met meer dekking. De kwartelkoning is klein. o vogels in grote groepen reageren sneller dan vogels in kleine groepen. De kwartelkoning is niet in grote groepen aanwezig. o sommige vogels vertonen een opmerkelijke tolerantie voor racegeluid, ook voor niveaus die voor het menselijk oor tamelijk hard zijn. Dit kan mogelijk ook optreden bij evenementen, maar het is niet zeker of die tolerantie ook optreedt bij de kwartelkoning. Deze tolerantie sluit ook aan bij de bevindingen van een driejarige studie over zangvogels in Alaska waarbij het effect van het geluid van militaire vliegtuigactiviteiten op soortdiversiteit, nestdichtheid en productiviteit is onderzocht (Bartecchi Rozell in Waardenburg ). In het gebied met militaire vluchten was het geluidsniveau altijd hoger dan in het controlegebied, variërend van tot db(a) verschil. Deze verhoging van het geluidniveau had echter geen effect op de soortenrijkdom of diversiteit. De militaire straaljagervluchten hadden bij één van de onderzochte vogelsoorten een marginaal negatief effect op het broedsucces. Deze onzekerheden zijn vertaald in een aantal punten om de kans op significante verstoring uit te sluiten:. de grens van db(a) is aanhouden bij het akoestisch onderzoek van een evenement om de grens van het invloedsgebied bij een bepaald bronvermogen te onderzoeken.. het doorrekenen van een worst case situatie in het akoestisch onderzoek de situatie is standaard doorgerekend met een maximaal effect vanuit alle windrichtingen. Bij de overheersende (zuid)westenwinden is de geluidbelasting lager op het broedgebied van de kwartelkoning; blad van

433 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie het doorrekenen van een standaardinstallatie terwijl professionele installaties meer mogelijkheden hebben om het geluid specifiek op het publieksdeel te richten.. een aantal (mitigerende) maatregelen wordt genomen om een toename van verstoring door evenementen zo veel mogelijk te voorkomen: de beperkingen van de lengte (max h) en de eindtijd van evenementen( of h) én van de soundcheck, die ook aansluiten bij datgene dat in het evenementenbeleid is vastgelegd. Een eenmalige uitzondering tijdens de vierdaagsefeesten met een eindtijd van h ( dagen) en h ( dag) leidt niet tot een significante verstoring; tussen de evenementen is een rustperiode gepland; het terrein is niet toegankelijk is voor personenauto's (bezoekers) en het vrachtverkeer naar het evenemententerrein is beperkt (korte afstand en de snelheid van de voertuigen zal ook laag liggen); binnendijks parkeren, waarbij het aantal beschikbare plaatsen ook uitsluit dat er meerdere grootschalige evenementen tegelijkertijd zullen plaatsvinden op het Waalveld, op de Waalkade en op het terrein ten oosten van de spoorbrug; Geen dance gerelateerde evenementen (overmatig laagfrequent geluid). In een evenementenvergunning kan de maximale geluidbelasting vanuit het evenement als maatwerk voor dat specifieke evenement worden bepaald. Omdat in het bestemmingsplan en de Nbw vergunning een generieke ruimte voor evenementen gegeven wordt, kan de geluidsbelasting in het bestemmingsplan en Nbw vergunning niet met exact dezelfde methodiek worden weergegeven. Daarom is ten behoeve van het bestemmingsplan en Nbw vergunning de maximale geluidbelasting bepaald op een handhavingspunt (zie figuur ) op de grens van het evenemententerrein. Afhankelijk van de exacte locatie op het evenemententerrein kan het bronvermogen en eventueel de uitstralingsrichting worden aangepast. Met het opnemen van dit handhavingspunt in bestemmingsplan en Nbwvergunning wordt gewaarborgd dat de geluidbelasting vanuit het evenement op het te beschermen gebied de maximale waarde niet overstijgt. De geluidbelasting ter hoogte van het handhavingspunt bedraagt db(a). Conclusie is dat bij de gestelde randvoorwaarden geen sprake is van een significante verstoring van het gebied dat potentieel waardevol is voor de kwartelkoning als gevolg van een evenement op het evenemententerrein bij de Tweede stadsbrug. De onzekerheden bij de effectvoorspelling zijn omgezet in uitgangspunten en voorwaarden om significante verstoring te voorkomen. blad van

434 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie Literatuur Altenburg en Wymenga,. Effecten van uitbreiding en herinrichting camping Cnossen (Leekstermeer); update en aanvulling quickscan en voortoets N. A&W rapport. Alterra,. Verkenning van het effect van recreatie op broedvogels; literatuurstudie en koppeling modellen FORVISITS en LARCH Werkdocument /. Wageningen. Alterra,. Champ Car evenement TT circuit Assen; monitoring van de effecten van geluid op het aangrenzende Witterveld. Apeldoorn, R.C. van,. Natura en recreatie. Alterra rapport, Wageningen. Arcadis,. Plan MER evenemententerrein Flevoland. Bureau Waardenburg,. Effecten van evenementen in Stadspark Schothorst te Amersfoort op beschermde soorten; oriënterend onderzoek (quick scan) in het kader van de Flora en faunawet. Bureau Waardenburg,. Beoordeling effecten van evenementen op beschermde soorten Grote Maarsseveense Plas, Maarssen Commissie m.e.r.,. Toetsingsadvies plan MER Evenemententerrein Flevoland en de aanvulling daarop. Hoek, Leo,. Evenementen en geluid, in Ruimte, editie, jaargang. Hoogerwerf, G. & D. Heijkers (redactie),. Methodiek Natuurcompensatie Limburg. Bepaling mitigatie en compensatie bij aantasting beschermde natuurwaarden. Natuurbalans Limes Divergens BV, Nijmegen. Inspectie Milieuhygiëne Limburg,. Nota "Evenementen met een luidruchtig karakter". Ottburg, F.G.W.A., J.G. de Molenaar, D.A. Jonkers,. Vuurwerk en vogels; afwegingskader voor vergunningverlening ten aanzien van vuurwerkevenementen in en nabij Brabantse Vogelrichtlijngebieden. Oranjewoud, juni. Achtergrondrapport geluid bij Projectnota MER Dijkteruglegging Lent. Reijnen, M.J.S.M. & R.P.B. Foppen,. Effect van wegen met autoverkeer op de dichtheid van broedvogels. Hoofdrapport. Instituut voor Bos en Natuuronderzoek IBN DLO, Leersum. Steunpunt natura, april. Omgaan met evenementen. Tauw, juli. Passende beoordeling Tweede stadsbrug Nijmegen. Zwaenepoel A,, F. T Jollyn, V. Vandenbussche & M. Hoffmann, maart. Systematiek van natuurtypen voor Vlaanderen:. Graslanden, Graslanden op (matig) voedselrijke gronden in opdracht van AMINAL, afd. Natuur. blad van

435 Akoestisch onderzoek Prognose onderzoek evenemententerrein Lent Projectnr.. januari, revisie Figuren blad van

436

Presentatie aan gemeenteraad over bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal. 6 februari 2012

Presentatie aan gemeenteraad over bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal. 6 februari 2012 Januari 2012 Presentatie aan gemeenteraad over bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal 6 februari 2012 Programma Opening Jan van der Meer Het bestemmingsplan Etienne Waterval De zienswijzen Bertine

Nadere informatie

Zienswijzennota. Bestemmingsplan West I en II. Gemeente Hardinxveld-Giessendam Datum: 7 november 2014 GemHG\Intern\16962 Zaaknr: HG 19608

Zienswijzennota. Bestemmingsplan West I en II. Gemeente Hardinxveld-Giessendam Datum: 7 november 2014 GemHG\Intern\16962 Zaaknr: HG 19608 Zienswijzennota Bestemmingsplan West I en II Gemeente Hardinxveld-Giessendam Datum: 7 november 2014 GemHG\Intern\16962 Zaaknr: HG 19608 Inhoud 1. Inleiding 1.1 Status zienswijzennota 1.2 Procedure bestemmingsplan

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Gemeente Lisse Nota beantwoording zienswijzen Bij besluiten bestemmingsplan / omgevingsvergunning Kruishoorn, fase 1, 25 woningen

Gemeente Lisse Nota beantwoording zienswijzen Bij besluiten bestemmingsplan / omgevingsvergunning Kruishoorn, fase 1, 25 woningen Gemeente Lisse Nota beantwoording zienswijzen Bij besluiten bestemmingsplan / omgevingsvergunning Kruishoorn, fase 1, 25 woningen Februari 2019 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Terinzagelegging en ontvankelijkheid

Nadere informatie

*Z E79* Registratienummer: Z / 46235

*Z E79* Registratienummer: Z / 46235 *Z0502439E79* Registratienummer: Z -14-29221 / 46235 In de periode 2010 2014 zijn binnen de gemeente Goeree-Overflakkee vele bestemmingsplannen herzien. Bestemmingsplannen gaan vaak over grote grondgebieden

Nadere informatie

Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Diepenheim 2015, herziening Het Elferink 8. Gemeente Hof van Twente.

Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Diepenheim 2015, herziening Het Elferink 8. Gemeente Hof van Twente. Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Diepenheim 2015, herziening Het Elferink 8 Gemeente Hof van Twente. 20 februari 2018 Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Diepenheim 2015, herziening Het

Nadere informatie

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Zienswijzenrapport 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1. Inleiding 3 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 3. Overwegingen

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief Nr. :

Raadsinformatiebrief Nr. : Raadsinformatiebrief Nr. : Reg.nr. : 5241196 B&W verg. : 14 oktober 2015 Onderwerp: Ontwerpbestemmingsplan Molengat 1) Status Het voorliggende bestemmingsplan Molengat betreft een ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 3-9-2013 Nummer voorstel: 2013/65 Voor raadsvergadering d.d.: 17-09-2013 Agendapunt: 09 Onderwerp:

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam.

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Inleiding Het ontwerp wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam en het ontwerpbesluit tot vaststelling van hogere waarden geluid

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerpbestemmingsplan "Recreatieve Poort 2015" Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Goirle van 9 juni 2015 Mij bekend, De griffier Gemeente Goirle Afdeling Ontwikkeling

Nadere informatie

Reactienota zienswijzen Eemstraat 10A

Reactienota zienswijzen Eemstraat 10A Reactienota zienswijzen Eemstraat 10A gemeente Baarn Programma Fysiek Domein juni 2015 1 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding...5 1.1 Ter plaatse geldende bestemmingsplan...5 1.2 Procedure...5 2 De ingekomen zienswijzen...6

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. *17it.02805* Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon heeft van 5 oktober tot en met 15 november 2017 ter inzage gelegen. Gedurende

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING

BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING 5 MAART 2015 INHOUDSOPGAVE PAGINA HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel van het plan 4 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 4 1.3 Geldende

Nadere informatie

Zienswijzennota bestemmingsplan Feerwerd

Zienswijzennota bestemmingsplan Feerwerd Zienswijzennota bestemmingsplan Feerwerd Zienswijzennota bestemmingsplan Feerwerd Inhoud Rapport 2 juli 2013 Projectnummer 275.00.01.11.05 I n h o u d s o p g a v e 1 Z i e n s w i j z e n 5 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan 2e herziening Reeland

Toelichting bestemmingsplan 2e herziening Reeland Toelichting bestemmingsplan 2e herziening Reeland gemeente: Dordrecht fase: vastgesteld bestemmingsplan datum: september 2015 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel van het plan

Nadere informatie

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken. omgevingsvergunning realiseren van een zonnepark en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening realiseren van een zonnepark en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening Beschikking 261760

Nadere informatie

Nota zienswijzen 1 e herziening Kernen Roerdalen ( Veegplan )

Nota zienswijzen 1 e herziening Kernen Roerdalen ( Veegplan ) Nota zienswijzen 1 e herziening Kernen Roerdalen ( Veegplan ) Gemeente Roerdalen, Maart 2016 Pagina 1 Inhoud A. Overzicht van de ontvangen zienswijzen B. Beoordeling ontvankelijkheid C. Inhoudelijke beoordeling

Nadere informatie

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht Nota van Beantwoording Zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Ruimte voor de Grecht DSPDF_1CB_31313139393036373432.doc Afdeling Ruimtelijke ontwikkeling vakgroep Ruimtelijke ordening Mei 2013 Gemeente Woerden,

Nadere informatie

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Gemeente Olst-Wijhe bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Olst-Wijhe, 7 augustus 2009 Planidentificatienummer: NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301 Toelichting augustus 2009 NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen Bestemmingsplan Parapluherziening Geluidszone Hamburgerbroek

Nota van Zienswijzen Bestemmingsplan Parapluherziening Geluidszone Hamburgerbroek Nota van Zienswijzen Bestemmingsplan Parapluherziening Geluidszone Hamburgerbroek Definitieve nota: 9 december 2009 Inhoud plan Het ontwerpbestemmingsplan Parapluherziening Geluidszone Hamburgerbroek

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Gemeente Delft. Raadsvoorstel

Gemeente Delft. Raadsvoorstel Raadsvoorstel Gemeente Delft Aan de gemeenteraad c^cand archfef Van : college van B&W Datum : 19 april 2011 "' ^«1 2Ü1J Pfh. : Pieter Guldemond Steller : Friso Vossen tel.nr. : 2112 e-mail : fvossen@delft.nl

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bebouwing noordwand Kasteelweide EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE

Bestemmingsplan Bebouwing noordwand Kasteelweide EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE Bestemmingsplan Bebouwing noordwand Kasteelweide EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Loon op Zand op 22 november 2011 1. INLEIDING Burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST REACTIENOTA ZIENSWIJZE(N) ONTWERPBESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST 1. INLEIDING 2. SAMENVATTING ZIENSWIJZEN + REACTIE 3. VOORSTEL 4. AMBTSHALVE WIJZIGINGEN

Nadere informatie

Aan de commissie Grondgebiedzaken

Aan de commissie Grondgebiedzaken Made, 6 mei 2002 Commissievergadering d.d. 4 juni 2002 Aan de commissie Grondgebiedzaken Agendapunt: Onderwerp: Partiële herziening bestemmingsplan Kom Drimmelen, Dorpsstraat 1-3-5 te Drimmelen Toelichting:

Nadere informatie

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Het voorontwerp bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 heeft met de bijbehorende stukken met ingang van donderdag 3 oktober 2013 gedurende

Nadere informatie

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart'

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 9 maart 2015 Documentnummer : 2015.0.013.143 Zaaknummer: 2014-09-00312 Onderwerp: Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ontwerpbestemmingsplan Heliushaven

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ontwerpbestemmingsplan Heliushaven NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ontwerpbestemmingsplan Heliushaven INLEIDING In 2011 is het voorontwerp bestemmingsplan Heliushaven opgesteld en heeft het wettelijk vooroverleg plaatsgevonden, zoals

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Enkweg (kad. Voorst K 337) in Voorst

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Enkweg (kad. Voorst K 337) in Voorst Kennisgeving Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Enkweg (kad. Voorst K 337) in Voorst Met ingang van 18 augustus

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

Besluit Hogere Waarde Wet Geluidhinder bestemmingsplan Ruimte voor de Waal-Nijmegen

Besluit Hogere Waarde Wet Geluidhinder bestemmingsplan Ruimte voor de Waal-Nijmegen Besluit Hogere Waarde Wet Geluidhinder bestemmingsplan Ruimte voor de Waal-Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax 024 322 98 88 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus

Nadere informatie

De heer M.H.G.W. Loo Givelderweg PB Heijenrath. diversen. Geachte heer Loo,

De heer M.H.G.W. Loo Givelderweg PB Heijenrath. diversen. Geachte heer Loo, De heer M.H.G.W. Loo Givelderweg 2 6276 PB Heijenrath Datum: 20 mei 2015 Behandeld door: de heer M. v.d. Venne Uw brief van: Onderwerp: verleende omgevingsvergunning Uw kenmerk: Dossiernummer: 20150011

Nadere informatie

Nota van zienswijzen en wijzigingen

Nota van zienswijzen en wijzigingen Nota van zienswijzen en wijzigingen Bestemmingsplan 2 e Herziening Aansluiting A20 Moordrecht 1. I n l e i d i n g 1. 1 F o r m e l e v e r e i s t e n In het kader van de vaststellingsprocedure heeft

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ontwerp Omgevingsvergunning De heer J.B. Kamphuis Kloosterallee 3 8167 LT Oene Zaaknummer : 48503 Behandeld door : Team Ontwikkeling Vergunningverlening Telefoonnummer : 14 0578 Onderwerp : Ontwerp omgevingsvergunning uitgebreid

Nadere informatie

Nota van zienswijzen Aanvragen omgevingsvergunning 1 e fase voor de activiteit gebruik Nuenen-West bouwveld A (artikel 2.12, lid 1, onderdeel a, onder

Nota van zienswijzen Aanvragen omgevingsvergunning 1 e fase voor de activiteit gebruik Nuenen-West bouwveld A (artikel 2.12, lid 1, onderdeel a, onder Nota van zienswijzen Aanvragen omgevingsvergunning 1 e fase voor de activiteit gebruik Nuenen-West bouwveld A (artikel 2.12, lid 1, onderdeel a, onder 3 Wabo) Nuenen, 23 april 2014 corsanummer: 2014.07858

Nadere informatie

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Bestemmingsplan : Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Datum vaststelling raad :

Nadere informatie

Nota zienswijzen en staat van wijzigingen bestemmingsplan Parkzoom 2015

Nota zienswijzen en staat van wijzigingen bestemmingsplan Parkzoom 2015 Identificatiecode: NL.IMRO.1621.BP0155-ONTW 10 september 2015 Inhoudsopgave Blz. Hoofdstuk 1 Zienswijzen 2 1.1 Inleiding 2 1.2 Procedure 2 1.3 Eindconclusie zienswijzen 2 Hoofdstuk 2 Staat van wijzigingen

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied West, 1 e herziening Ontwerp 2 Toelichting 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Op 14 oktober 2015 heeft de gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk het bestemmingsplan Buitengebied West

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN WIJZIGING BESTEMMINGS-/BOUWVLAK PROF. DONDERSWEG 8, BEEK EN DONK GEMEENTE LAARBEEK. 10 december 2015 vastgesteld

BESTEMMINGSPLAN WIJZIGING BESTEMMINGS-/BOUWVLAK PROF. DONDERSWEG 8, BEEK EN DONK GEMEENTE LAARBEEK. 10 december 2015 vastgesteld BESTEMMINGSPLAN WIJZIGING BESTEMMINGS-/BOUWVLAK PROF. DONDERSWEG 8, BEEK EN DONK 10 december 2015 vastgesteld 51-014 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN UITBREIDING PARKEERTERREIN BOSRIJK EINDVERSLAG VOOROVERLEG EN INSPRAAK

BESTEMMINGSPLAN UITBREIDING PARKEERTERREIN BOSRIJK EINDVERSLAG VOOROVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN UITBREIDING PARKEERTERREIN BOSRIJK EINDVERSLAG VOOROVERLEG EN INSPRAAK Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Loon op Zand op 18 augustus 2015 1. INLEIDING Over het bestemmingsplan

Nadere informatie

Nota van zienswijzen ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan MFA Zuid

Nota van zienswijzen ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan MFA Zuid Nota van zienswijzen ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan MFA Zuid Januari 2012 1. Inleiding Conform het gestelde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient het bestemmingsplan gedurende

Nadere informatie

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN UITDAM - ZEEDIJK 1

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN UITDAM - ZEEDIJK 1 REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN UITDAM - ZEEDIJK 1 nota zienswijzen bestemmingsplan Uitdam - Zeedijk 1 Code 1112113 / 17-03-15 GEMEENTE WATERLAND 1112113 / 17-03-15 REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN

Nadere informatie

Toetsingskader. Ruimte voor ruimteregeling. Gemeente Heumen

Toetsingskader. Ruimte voor ruimteregeling. Gemeente Heumen Toetsingskader Ruimte voor ruimteregeling Gemeente Heumen Vastgesteld: 20 december 2011 Inleiding In de raadsvergadering van 21 april is toegezegd dat er vooruitlopend op de structuurvisie die de gehele

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015 OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015 Burgemeester en wethouders hebben op 16-1-2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het dempen en realiseren van water. De aanvraag gaat over

Nadere informatie

Bestemmingsplan Woningbouw de Steeg Leunen, wijziging Eindrapport zienswijzen

Bestemmingsplan Woningbouw de Steeg Leunen, wijziging Eindrapport zienswijzen 4 mei 2017 Bestemmingsplan Woningbouw de Steeg Leunen, wijziging Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray Samengesteld door team Ruimtelijke Ontwikkeling 1 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Zienswijzen 4 3 Ambtshalve

Nadere informatie

Nota van beantwoording zienswijzen ontwerp bestemmingsplan Snelfietsroute F15

Nota van beantwoording zienswijzen ontwerp bestemmingsplan Snelfietsroute F15 Nota van beantwoording zienswijzen ontwerp bestemmingsplan Snelfietsroute F15 Z/18/034730 201368521 Reg.nr.: 201368521 Inhoud 1. Aanleiding nota... 3 2. Doelstelling en opbouw nota... 3 3. Zienswijzen...

Nadere informatie

in 2007 het project Spek-Ende is opgestart en de eerste fase heeft geleid tot 'winkelen aan de straat' en 'wonen rond het pleintje';

in 2007 het project Spek-Ende is opgestart en de eerste fase heeft geleid tot 'winkelen aan de straat' en 'wonen rond het pleintje'; Sa gemeente Winterswijk raadsbesluit 2018, nr. Vlc-2 De raad van de gemeente Winterswijk; overwegende dat: in 2007 het project Spek-Ende is opgestart en de eerste fase heeft geleid tot 'winkelen aan de

Nadere informatie

Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan De Eng II Zuidzijde

Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan De Eng II Zuidzijde Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan De Eng II Zuidzijde Idn: NL.IMRO.0733.BPASPDEENGIIZZ-VS01 Versie: Definitief Asperen, 25 mei 2016 Definitief 25 mei 2016 1 Definitief 25 mei 2016 2 Inhoud 1. Inleiding...

Nadere informatie

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 28 september 2015 Documentnummer : 2015.0.072.749 Zaaknummer: 2015-03-01380 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Stadsblokken - Meinerswijk 2015'

Nadere informatie

Portefeuillehouder : G. Bruijniks Datum collegebesluit : 9 september 2014 Corr. nr.:

Portefeuillehouder : G. Bruijniks Datum collegebesluit : 9 september 2014 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : G. Bruijniks Datum collegebesluit : 9 september 2014 Corr. nr.: 2014.11886 Onderwerp : Programma : 11. Bouwen en wonen Agenda nr. : 13, 2014/53 Voorstel tot het (gewijzigd)

Nadere informatie

UDDELERWEG 69A: NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG. 1. Vooroverleg op grond van artikel Bro. 2. Inspraakreacties

UDDELERWEG 69A: NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG. 1. Vooroverleg op grond van artikel Bro. 2. Inspraakreacties UDDELERWEG 69A: NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG 1. Vooroverleg op grond van artikel 3.1.1 Bro Op het voorontwerp van het bestemmingsplan Uddelerweg 69a is in het kader van het vooroverleg een reactie ontvangen

Nadere informatie

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad GEMEENTE BERGEN OP ZOOM 10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad Bosstraat 22 en 25 / 25b Status: VASTGESTELD INHOUDSOPGAVE Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel wijzigingsplan

Nadere informatie

Beheersverordening Krommeniedijk

Beheersverordening Krommeniedijk Beheersverordening Krommeniedijk ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 2 Regels ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 3 Hoofdstuk 1 Overgangs- en slotregels Artikel

Nadere informatie

Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen

Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen A gemeente Eindhoven Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen behorende bij het bestemmingsplan V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Sector ORVM, afdeling Stedenbouw April 2014 Hoofdstuk

Nadere informatie

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel

Nadere informatie

Omgevingsvergunning UV/

Omgevingsvergunning UV/ Aanvraag Burgemeester en wethouders hebben op 1 september 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Gemeente Boxtel, p/a Postbus 10000 te Boxtel voor het gebruik van de voormalige paardenwei

Nadere informatie

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Gedeputeerde Staten Contact M. Molenwijk T 070-441 74 11 m.molenwijk@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van de

Nadere informatie

BESLUIT WET GELUIDHINDER

BESLUIT WET GELUIDHINDER BESLUIT WET GELUIDHINDER Vaststelling hogere waarden weg- en railverkeer voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen in de Indische Buurt te Almere, artikel 110a Wet geluidhinder Besluit Wet geluidhinder

Nadere informatie

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren Inhoud Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Toepassingsbereik 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Herziening bestemmingsplan Buitengebied Someren 5 Artikel 4 Herziening

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN Vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 5 juni 2014 1. INLEIDING Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied:

Nadere informatie

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam HOOFDSTUK 1 Inleiding De gemeente Werkendam heeft in december 2009 het ontwerpbestemmingsplan Zonering industrieterreinen in procedure

Nadere informatie

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20 Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20 Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 Planbeschrijving Hoofdstuk 3 Beleidskader Hoofdstuk 4 Landschappelijke inpasbaarheid Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten Hoofdstuk

Nadere informatie

ONDERWERP: Vaststellen bestemmingsplan "Motorcrossterrein Arnhem"

ONDERWERP: Vaststellen bestemmingsplan Motorcrossterrein Arnhem Aan de gemeenteraad Documentnummer 2015.0.101.295 Zaaknummer 2015-07-00870 ONDERWERP: Vaststellen bestemmingsplan "Motorcrossterrein Arnhem" Voorstel 1. Gewijzigd vast te stellen het bestemmingsplan "Motorcrossterrein

Nadere informatie

GEMEENTE HALDERBERGE Bestemmingsplan Kom Hoeven Herziening 1

GEMEENTE HALDERBERGE Bestemmingsplan Kom Hoeven Herziening 1 GEMEENTE HALDERBERGE Bestemmingsplan Kom Hoeven Herziening 1 Toelichting NL.IMRO.1655.BP2008-C001 / vastgesteld Projectnr. 015-030 / 4 februari 2016 INHOUD BLZ 1. INLEIDING... 3 1.1. Aanleiding... 3 1.2.

Nadere informatie

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven. Betreft : Bijlage 7: Toets aan het bestemmingsplan Locatie : Krite 23-25 te Boornbergum Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Februari 2016 Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan Buitengebied

Nadere informatie

Nota van Beantwoording Ontvangen zienswijzen en beantwoording zienswijzen op

Nota van Beantwoording Ontvangen zienswijzen en beantwoording zienswijzen op Nota van Beantwoording Ontvangen zienswijzen en beantwoording zienswijzen op Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Aalsmeer-Dorp 2005, Helling 49 (uitgebreide procedure) en een besluit

Nadere informatie

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0355.BPParkeernormenZst-VS01

Nadere informatie

Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142)

Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142) Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142) Geanonimiseerde versie Beleid & Regie 16 januari 2018 Inleiding Het ontwerp bestemmingsplan

Nadere informatie

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 10 12/858

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 10 12/858 Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2012 RA12.0093 A 10 12/858 Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Emmen, Emmerhout Portefeuillehouder: A.J. Sleeking Ruimtelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

*15.159324* 15.159324

*15.159324* 15.159324 omgevingsvergunning plaatsen van een luchtkanaal, overkapping en luchtwasser (Fase 2) plaatsen van een luchtkanaal, overkapping en luchtwasser (Fase 2) Beschikking 239368 *15.159324* 15.159324 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

Inspraaknota herontwikkeling Bovenkerkweg 35A-37

Inspraaknota herontwikkeling Bovenkerkweg 35A-37 Inspraaknota herontwikkeling Bovenkerkweg 35A-37 Van 10 december 2015 tot en met 20 januari 2015 zijn omwonenden van de locatie Bovenkerkweg 35A-37 geïnformeerd over de plannen voor herontwikkeling van

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk gemeente: Hendrik-Ido-Ambacht fase: vastgesteld bestemmingsplan datum: 11 mei 2015 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Bij het plan

Nadere informatie

1. Fort Advocaten N.V. De heer mr. Postbus KB Amsterdam

1. Fort Advocaten N.V. De heer mr. Postbus KB Amsterdam 1. Fort Advocaten N.V. De heer mr. Postbus 70091 1007 KB Amsterdam Per fax ingekomen d.d. 16-01-2014 Per brief geregistreerd onder nummer IN-14-09424 d.d. 17-01-2014 1.1. Cliënte is eigenaar van het perceel

Nadere informatie

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek De raad van de gemeente Apeldoorn in vergadering bijeen op 30 mei 2013, Gehoord de beraadslagingen over het ontwerpbestemmingsplan Klarenbeek, Overwegende dat In

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Aalten. Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9.

Aalten. Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9. 7. Raadsvoorstel Gemeente Aalten AGENDAPUNT NO. 9. Voorstel tot afgifte van een verklaring van geen bedenkingen voor de splitsing van de hoofdbouwmassa op het perceel Beunkdijk 13 te Aalten in twee zelfstandige

Nadere informatie

Reactienota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Klaver 6a

Reactienota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Klaver 6a Reactienota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Klaver 6a Gemeente Horst aan de Maas Datum: 26 januari 2015 ACHTERGROND Beoogde ontwikkeling Op het bedrijventerrein TradePortWest zijn verschillende bedrijven

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

Paraplubestemmingsplan Parkeren

Paraplubestemmingsplan Parkeren Paraplubestemmingsplan Parkeren status: ontwerp idn: NL.IMRO.0281.BP00040-on01 gemeente Tiel datum: juni 2018 Bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Parkeren Gemeente Tiel Toelichting INHOUD TOELICHTING

Nadere informatie

ONTWERPBESTEMMINGSPLAN "KERKDRIEL HERZIENING 2015, JULIANASTRAAT - KRUISSTRAAT" (BP1121)

ONTWERPBESTEMMINGSPLAN KERKDRIEL HERZIENING 2015, JULIANASTRAAT - KRUISSTRAAT (BP1121) Reactienota ONTWERPBESTEMMINGSPLAN "KERKDRIEL HERZIENING 2015, JULIANASTRAAT - KRUISSTRAAT" (BP1121) datum 8 oktober 2015 projectnummer 10714022A INLEIDING In het kader artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke

Nadere informatie

Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, wijziging Hagmolenweg 19 Bentelo. Gemeente Hof van Twente.

Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, wijziging Hagmolenweg 19 Bentelo. Gemeente Hof van Twente. 1 Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, wijziging Hagmolenweg 19 Bentelo. Gemeente Hof van Twente. 2 B&W besluit 16 april 2013 Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan

Nadere informatie

Gemeente Bunnik NOTA VAN ZIENSWIJZEN. behorend bij het. Bestemmingsplan Rhijnauwenselaan 5 Bunnik en Koningslaan 11 Bunnik

Gemeente Bunnik NOTA VAN ZIENSWIJZEN. behorend bij het. Bestemmingsplan Rhijnauwenselaan 5 Bunnik en Koningslaan 11 Bunnik Gemeente Bunnik NOTA VAN ZIENSWIJZEN behorend bij het Bestemmingsplan Rhijnauwenselaan 5 Bunnik en Koningslaan 11 Bunnik Oktober 2017 1. INLEIDING Het ontwerpbestemmingsplan Rhijnauwenselaan 5 Bunnik en

Nadere informatie

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG0001-0201 10 juni 2014 Toelichting correctieve

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG0001-0201 10 juni 2014 Toelichting correctieve Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG0001-0201 10 juni 2014 Raad op dd maand jjjj) 1 Raad op dd maand jjjj) 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING...

Nadere informatie

Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011

Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011 Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011 Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 3 juli 2013 tot en met 13 augustus 2013 voor een ieder ter inzage gelegen in het Compagnieshuis,

Nadere informatie

Nota van beantwoording zienswijzen

Nota van beantwoording zienswijzen Nota van beantwoording zienswijzen naar aanleiding van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan De Sluipers, Oud Reeuwijkseweg 3, Reeuwijk gemeente Bodegraven-Reeuwijk Gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Nadere informatie

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

V A L K E N S WA A R. D

V A L K E N S WA A R. D G E M E E N T E V A L K E N S WA A R. D Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 678 cev(o)valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 10raad00743 onderwerp Vaststellen

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN ABBENES KAAGWEG 20 TOELICHTING

BESTEMMINGSPLAN ABBENES KAAGWEG 20 TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN ABBENES KAAGWEG 20 TOELICHTING 2016 INHOUDSOPGAVE PAGINA HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel van het plan 3 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 3 1.3 Geldend plan 3 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUWPLANNING FASE 1 EN 2. Geanonimiseerde versie

Nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUWPLANNING FASE 1 EN 2. Geanonimiseerde versie Nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUWPLANNING FASE 1 EN 2 Geanonimiseerde versie Gendringen, 27 augustus 2019 1. Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Woningbouwplanning

Nadere informatie

Openbaar. Verkeersbesluit Oosterhoutsedijk - Waaldijk. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad.

Openbaar. Verkeersbesluit Oosterhoutsedijk - Waaldijk. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Verkeersbesluit Oosterhoutsedijk - Waaldijk Programma Mobiliteit BW-nummer Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting Op dit moment is vanwege de werkzaamheden aan de

Nadere informatie

gemeente eijsdervmargraten

gemeente eijsdervmargraten gemeente eijsdervmargraten Aan de gemeenteraad Raadsvoorstel Nummer: 11IN002555 1. Vermelding onderwerp en beslispunten Voorstel tot vaststelling 'Partiële herziening bestemmingsplan Kern Cadier en Keer

Nadere informatie

* *

* * *16.074696* 16.074696 OMGEVINGSVERGUNNING nr. 255661 Uitgebreide procedure Het College van burgemeester en wethouders van Uden heeft op 30 maart 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen

Nadere informatie

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal Stichting S&L Zorg T.a.v. D. van Randwijk Postbus 148 4700 AC Roosendaal NEDERLAND contactpersoon : Mevr. M. Bezemer (Aanw.op ma,di,do) Roosendaal : doorkiesnummer : (0165) 579875 (W20_vrl_OU) onderwerp

Nadere informatie

Nota van beantwoording zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan Correctieve herziening bestemmingsplan Wonen. Algemeen

Nota van beantwoording zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan Correctieve herziening bestemmingsplan Wonen. Algemeen 1 Ontwerpbestemmingsplan Correctieve herziening bestemmingsplan Wonen Algemeen Periode van terinzagelegging Het ontwerpbesluit heeft met ingang van 15 februari 2014 gedurende 6 weken (tot en met 28 maart)

Nadere informatie

TERNEUZEN. Bestemmingsplan Terneuzen Midden, 1 ste herziening. Antwoordnota zienswijzen en ambtshalve aanpassingen

TERNEUZEN. Bestemmingsplan Terneuzen Midden, 1 ste herziening. Antwoordnota zienswijzen en ambtshalve aanpassingen TERNEUZEN Bestemmingsplan Terneuzen Midden, 1 ste herziening Antwoordnota zienswijzen en ambtshalve aanpassingen Inhoud 1. Inleiding 1.1. Procedure 1.2. Leeswijzer 2. Zienswijzen 2.1. Overzicht ingebrachte

Nadere informatie