Arbeidsomstandigheden in de Ambulancezorg
|
|
- Emmanuel ten Wolde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Arbeidsomstandigheden in de Ambulancezorg Nulmeting Arboconvenant Eindrapport Een onderzoek in opdracht van de Branchebegeleidingscommissie Arboconvenant Ambulancezorg Marieke Vonk Mirjam Engelen B2941 Leiden, 1 februari 2005
2 2
3 Voorwoord Op 8 april 2004 hebben werkgevers- en werknemersorganisaties en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het arboconvenant ambulancezorg ondertekend. Dit is het vijftigste arboconvenant en tevens het laatste convenant van de eerste fase. In het convenant is afgesproken de blootstelling aan arbeidsrisico s te verminderen en het kort- en langdurig ziekteverzuim te verlagen. Research voor Beleid heeft de nulmeting, behorende bij het arboconvenant Ambulancezorg, uitgevoerd waarmee de uitgangspositie van de sector is bepaald. Voor deze nulmeting is gebruik gemaakt van de Monitor Arboconvenanten, een vragenlijst die onder werknemers is uitgezet. SOVAM heeft haar adressenbestand beschikbaar gesteld zodat wij in staat waren alle werknemers in de sector te benaderen. Wij willen van de gelegenheid gebruik maken om hen hiervoor te bedanken. Het onderzoek is uitgevoerd door Marieke Vonk en begeleid door ondergetekende. Mirjam Engelen Projectleider Arbeidsomstandighedenonderzoek 3
4 4
5 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusie 7 1 Inleiding Arboconvenant Ambulancezorg Doel- en vraagstelling Leeswijzer rapport 12 2 Onderzoeksopzet Monitor Arboconvenanten Schriftelijke en internet enquête Responsverantwoording 16 3 Ziekteverzuim Ziekteverzuimgegevens Oorzaken ziekteverzuim Conclusie 22 4 Werkdruk en werkstress Schaalscores werkdruk en werkstress Werktempo en hoeveelheid Emotionele belasting Herstelbehoefte Relatie werkdruk, emotionele belasting en werkstress Conclusie 35 5 Fysieke belasting Tillen, duwen/trekken en dragen Fysieke belasting en ziekteverzuim Houding en beweging Conclusie 42 6 Bewegingsapparaat, armen, nek en schouders Klachten bewegingsapparaat Risicogroep RSI-klachten Conclusie 47 7 Agressie en geweld Agressie Bedreiging Lastig gedrag en pesten Blootstelling agressie en geweld Traumatische ervaringen Beperking traumatische ervaringen Conclusie 55 5
6 Bijlage 1 Rechte tellingen 59 Bijlage 2 Kruistabellen naar functie 73 Bijlage 3 Kruistabellen naar leeftijd 99 Bijlage 4 Schaalscores naar persoonskenmerk 129 Bijlage 5 Blootstelling fysieke belasting en agressie en geweld naar persoonskenmerk 139 Bijlage 6 Vragenlijst 147 6
7 Samenvatting en conclusie Teneinde in de ambulancezorg betere arbeidsomstandigheden te creëren, hebben werkgeversen werknemersorganisaties en de overheid een arboconvenant afgesloten. In dit arboconvenant is afgesproken: het ziekteverzuim terug te brengen het aantal verzuimgevallen van meer dan 13 weken terug te brengen blootstelling aan fysieke belasting te verminderen blootstelling aan psychische belasting te verminderen. Monitor Arboconvenanten Research voor Beleid heeft een nulmeting uitgevoerd in de beginfase van de uitvoering van het convenant. In de nulmeting is gebruik gemaakt van de Monitor Arboconvenanten (MA). Deze MA bestaat uit een set vragenlijst modules waarmee arbeidsomstandighedenrisico s en gezondheidsklachten op werknemersniveau in kaart te brengen zijn. Voor de nulmeting van het arboconvenant ambulancezorg zijn de volgende modules gebruikt: werkdruk en werkstress fysieke belasting bewegingsapparaat armen, nek en schouders agressie en geweld ziekteverzuim. De modules representeren de arbeidsrisico s en het ziekteverzuim. Voor de onderdelen werkdruk en werkstress en RSI-klachten (bewegingsapparaat en armen, nek en schouders) zijn risicogroepen gedefinieerd. Dat gebeurt met kengetallen; het percentage werknemers dat een bepaalde grenswaarde overschrijdt en daarmee een grotere kans loopt op beperkingen in het functioneren of om uit te vallen. Voor fysieke belasting en agressie en geweld is gewerkt met risicogroepen. Deze geven aan welk percentage van de werknemers is blootgesteld aan fysieke belasting, verzwarende omstandigheden of agressie en geweld. Bij agressie en geweld is daarnaast het percentage werknemers, dat wordt beperkt in het functioneren en stressklachten heeft als gevolg van blootstelling aan dit arbeidsrisico, berekend. Naast de standaardvragen, is bij deze nulmeting een aantal vragen toegevoegd over traumatische ervaringen van werknemers. Onderzoeksopzet De MA-vragenlijst is via een schriftelijke en internet enquête afgenomen onder alle werknemers in de ambulancezorg. Hiervoor is gebruik gemaakt van het adressenbestand van SOVAM. De enquête heeft gelopen van 29 oktober tot en met 29 november Er zijn werknemers in de ambulancezorg. Van de geretourneerde of via internet ingevulde vragenlijsten bleven bruikbare vragenlijsten over. Dat is een netto respons van 73%, wat zeer hoog is te noemen voor dit type onderzoek. 7
8 Ziekteverzuim De nulmeting laat zien dat het gemiddelde ziekteverzuimpercentage, op basis van antwoorden van werknemers, in de ambulancezorg 6% is. De drie meest genoemde oorzaken van ziekteverzuim zijn griep, rugklachten en klachten aan nek, schouders, armen, polsen en handen. Het zijn met name de ambulanceverpleegkundigen en chauffeurs die verzuimen vanwege rugklachten evenals de werknemers met een leeftijd van 45 of ouder. De oorzaken voor deze klachten zijn voornamelijk het lichamelijk zware werk. Centralisten op de meldkamer en werknemers in overige functies geven aan dat het langdurig verrichten van dezelfde handelingen het ziekteverzuim veroorzaakt. Van de 51% werknemers in de ambulancezorg die de afgelopen 12 maanden hebben verzuimd, heeft 7% in totaal meer dan 13 weken verzuimd. Van alle werknemers in de ambulancezorg heeft 3,5% in totaal meer dan 13 weken verzuimd. Belangrijke groepen bij verzuim n en werknemers in de leeftijd van 45 tot en met 54 hebben een hoger dan gemiddeld verzuimpercentage en zijn vaker dan gemiddeld van mening dat hun klachten worden veroorzaakt door het werk. Blootstelling fysieke belasting Nagenoeg alle ambulanceverpleegkundigen en chauffeurs zijn blootgesteld aan fysieke belasting en aan zeer zware fysieke belasting. Tabel S.1 Blootstelling fysieke belasting n Ambulancechauffeurs Centralist meldkamer e functies Blootstelling fysieke belasting 98% 98% 21% 52% Blootstelling zeer zware fysieke belasting 97% 96% 20% 51% Verzwarende omstandigheden 93% 88% 5% 35% Fysieke belasting die wordt veroorzaakt door tillen, duwen of trekken en dragen is een aanzienlijk arbeidsrisico voor werknemers in de ambulancezorg en dan in het bijzonder de ambulanceverpleegkundigen en -chauffeurs. De fysieke belasting lijkt groter in particuliere bedrijven en voor mannelijke werknemers in de ambulancezorg. Werknemers van 45 tot en met 54 oud zijn relatief minder vaak blootgesteld aan fysieke belasting maar ervaren het tillen van patiënten wel als zwaarder dan hun collega s. Het blijkt dat werknemers die blootstaan aan fysieke belasting en aan zeer zware fysieke belasting een hoger ziekteverzuimpercentage hebben dan werknemers die niet zijn blootgesteld aan dit arbeidsrisico. Het verschil is echter niet significant en kan dus op toeval berusten. Werknemers die onder verzwarende omstandigheden werken hebben tevens een hoger ziekteverzuimpercentage. Bij hen is het verschil significant wat betekent dat werknemers die werken onder verzwarende omstandigheden daadwerkelijk meer verzuimen dan werknemers die niet werken onder verzwarende omstandigheden. 8
9 Houding en beweging Werknemers in de ambulancezorg werken over het algemeen in een houding waarin zij bovenlichaam, hoofd/nek of polsen/handen moeten buigen of draaien en zij werken lang achtereen in dezelfde (ongemakkelijke) houding. Centralisten in de meldkamer maken relatief vaak repeterende bewegingen. Klachten bewegingsapparaat De meest voorkomende klacht aan het bewegingsapparaat is pijn in de onderrug; 41% van de werknemers heeft hier langdurig of regelmatig last van. Een kwart van de werknemers heeft langdurig of regelmatig last van de nek of schouders. RSI-klachten Van de werknemers in de ambulancezorg heeft gemiddeld 28% een verhoogd risico om uit te vallen met RSI-klachten. De centralisten op de meldkamer hebben de meeste werknemers die een verhoogd risico lopen uit te vallen als gevolg van RSI-klachten (32%). Naarmate de leeftijd van de werknemers toeneemt, neemt het percentage dat in deze risicogroep valt toe. De meest voorkomende RSI-klachten zijn pijn op een duidelijk aanwijsbare plek, een ongemakkelijk gevoel en een stijf gevoel. Van de werknemers is 57% van mening dat de RSI-klachten geheel of gedeeltelijk met maken hebben met het werk. Als directe aanleiding van de RSI-klachten noemt 55% dat ze te zwaar hebben getild. Verminderen blootstelling fysieke belasting Om de blootstelling aan fysieke belasting te verminderen, is het noodzakelijk iets te doen aan het tillen, duwen of trekken en dragen van (heel) zware lasten door ambulanceverpleegkundigen en - chauffeurs. Daarnaast zou een verandering van werkhouding ook behulpzaam kunnen zijn. Voor de centralisten op de meldkamer zijn repeterende bewegingen het risico waarvoor maatregelen gewenst zijn. Blootstelling psychische belasting Werkdruk en werkstress Werknemers in de ambulancezorg hebben over het algemeen een grote emotionele belasting, de werkdruk en werkstress wordt als een minder groot probleem gezien. De centralisten op de meldkamer vormen bij het arbeidsrisico werkdruk en werkstress een risicogroep. Een groot deel van hen ervaart het werk als emotioneel belastend en heeft vaak of altijd een herstelbehoefte na het werk. Dit betekent dat zij een grotere kans hebben om bloot te staan aan factoren die psychische vermoeidheid veroorzaken en als gevolg van deze psychische vermoeidheid ziek te worden. Agressie en geweld Van de werknemers in de ambulancezorg heeft in totaal 43% de afgelopen 12 maanden te maken gehad met lichamelijke agressie en 43% heeft te maken gehad met serieuze bedreigingen. n en chauffeurs hebben vaker te maken met lichamelijke agressie dan hun collega s. De daders zijn vaak patiënten of psychiatrische patiënten, verslaafden of zwervers. 9
10 Het afgelopen is 60% van de werknemers in de ambulancezorg blootgesteld geweest aan agressie en geweld. Dit betekent dat zij te maken hebben gehad met lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging. Van de werknemers heeft 7% stressklachten en 12% beperkingen in het functioneren als gevolg van agressie en geweld. Het blijkt dat een hoge blootstelling niet onlosmakelijk verbonden is met veel posttraumatische stress en beperkingen in het werk. Dit hangt blijkbaar af van de manier waarop mensen omgaan met de verwerking van agressie- en geweldsincidenten. Traumatische ervaringen Wanneer werknemers een aantal gevoelens wordt voorgelegd die zijn veroorzaakt door traumatische ervaringen dan komen een cynisch gevoel en gevoelens van machteloosheid het meest voor. Van de werknemers in de ambulancezorg heeft 18% minder goed gewerkt en/of verzuimd als gevolg van traumatische ervaringen. Dit zijn met name de ambulanceverpleegkundigen en chauffeurs. De werknemers van 45 tot en met 54 hebben beduidend meer beperkingen door traumatische ervaringen. Het verdient dan ook aanbeveling om maatregelen op deze groepen werknemers te richten. Vermindering blootstelling psychische belasting Onder psychische belasting vallen de thema s werkdruk en werkstress, agressie en geweld en traumatische ervaringen. De centralisten op de meldkamer vormen de grootste risicogroep voor werkdruk en werkstress. De meest in het oog springende groepen bij blootstelling aan agressie en geweld zijn ambulanceverpleegkundigen en chauffeurs. Zij zijn in hoge mate blootgesteld aan agressie en geweld maar ondervinden er relatief weinig gevolgen van. Dit kan erop duiden dat de nazorg na blootstelling aan agressie en geweld goed is geregeld. De groep werknemers in de ambulancezorg die beperkingen ondervindt van traumatische ervaringen is aanmerkelijk groter. Omdat niet dezelfde vragen zijn gesteld over de blootstelling aan traumatische klachten als bij agressie en geweld, is niet bekend hoeveel werknemers zijn blootgesteld aan traumatische ervaringen. Een conclusie over nazorg is daarom bij traumatische ervaringen niet te trekken. Het is duidelijk dat maatregelen om blootstelling aan psychische belasting en de gevolgen ervan te verminderen, kunnen worden gericht op specifieke functiegroepen per thema. Conclusies De belangrijkste conclusies op basis van deze nulmeting luiden als volgt: Van de arbeidsrisico s die zijn bekeken, is fysieke belasting veroorzaakt door tillen, duwen/trekken en dragen verreweg de grootste. Nagenoeg alle ambulanceverpleegkundigen en chauffeurs zijn blootgesteld aan zeer zware fysieke belasting. Bij ziekteverzuim blijken rugklachten de belangrijkste reden na griep en verkoudheid. De groep die beperkingen ondervindt als gevolg van traumatische ervaringen is groter dan de groep die beperkingen ondervindt als gevolg van agressie en geweld. Binnen de functiegroep ambulanceverpleegkundigen en chauffeurs lopen de werknemers in de leeftijd van 45 tot en met 54 een extra groot risico. Zij vormen een belangrijke groep bij het ziekteverzuim en bij de arbeidsrisico s. Ook wanneer hun blootstelling aan een arbeidsrisico (fysieke belasting) minder groot dan gemiddeld is, ervaren zij dit toch als een zwaardere belasting dan andere werknemers.. 10
11 1 Inleiding 1.1 Arboconvenant Ambulancezorg De ambulancezorg is een sector die te maken heeft met aanzienlijke arbeidsrisico s. Dit komt onder andere door de aard van het werk, de omgeving waarin en de omstandigheden waaronder het werk moet worden uitgevoerd. Uit onderzoek 1 is gebleken dat de belangrijkste arbeidsrisico s in de ambulancezorg fysieke belasting (o.a. tillen, duwen en trekken onder vaak moeilijke omstandigheden) en psychische belasting (o.a. werkdruk, agressie, onveiligheid en traumatische ervaringen) zijn. Om in de ambulancezorg betere arbeidsomstandigheden te creëren en een daling van het ziekteverzuim te realiseren hebben de werkgevers-, de werknemersorganisaties en de overheid eind 2002 een intentieverklaring ondertekend. Deze intentieverklaring is uitgewerkt tot het Arboconvenant Ambulancezorg dat op 8 april 2004 door de betrokken partijen is ondertekend. Dit convenant is het vijftigste en tevens laatste eerstefaseconvenant dat is afgesloten. In het Arboconvenant Ambulancezorg is afgesproken dat de betrokken partijen zowel op sectorniveau als op het niveau van de afzonderlijke ambulancediensten doelstellingen vastleggen en afspraken maken over de te nemen maatregelen om de doelstellingen te verwezenlijken. Het arboconvenant kent een viertal doelstellingen: a. het ziekteverzuim van werknemers in de ambulancezorg terugbrengen van 7,1% naar 6,1% in 2006; b. het aantal verzuimgevallen langer dan 13 weken verminderen met 15% in 2006; c. blootstelling van werknemers aan fysieke belasting die verband houden met tillen, duwen en trekken en RSI verminderen met een bepaald percentage 2 ; d. blootstelling van werknemers aan psychische belasting die verband houden met werkdruk, agressie, onveiligheid en traumatische ervaringen verminderen met een bepaald percentage 3. In het Plan van Aanpak 4 is een pakket maatregelen afgesproken om bovenstaande doelstellingen te bereiken. Voorbeelden van maatregelen die de fysieke belasting moeten verminderen zijn het werken aan een cultuurverandering, een gezonde roostering, het gebruik maken van hulpmiddelen en de inrichting van de ambulance. Op het gebied van psychische belasting moeten de ambulancediensten met deze nulmeting eerst meer inzicht krijgen in de aard en omvang van de problemen. Op basis van de gegevens uit dit rapport volgt een Plan van Aanpak. Van alle betrokken werknemers in de Ambulancezorg wordt verwacht dat ze een bijdrage leveren aan de uitvoering van de gemaakte afspraken. Het convenant heeft een looptijd tot en met 30 juni Stand der techniek in de ambulancezorg, KPMG en LOCOmotion, Het precieze percentage wordt vastgesteld aan de hand van de uitkomsten van deze nulmeting. 3 Het precieze percentage wordt vastgesteld aan de hand van de uitkomsten van deze nulmeting. 4 Plan van Aanpak Arboconvenant Ambulancezorg inzake psychische en fysieke belasting en terugdringing van ziekteverzuim, Den Haag,
12 Monitoring Om meer inzicht te krijgen in de mate waarin de doelstellingen van het arboconvenant worden bereikt en de voortgang van de uitvoering van het convenant zijn afspraken gemaakt over monitoring. Er vinden metingen plaats ten tijde van de inwerkingtreding van het convenant (nulmeting), gedurende de uitvoering van het convenant (tussen- of vervolgmetingen) en na afronding van het convenant (eind- of slotmeting). Research voor Beleid heeft de nulmeting uitgevoerd en doet in dit rapport verslag van de resultaten. 1.2 Doel- en vraagstelling Voor deze nulmeting geldt de volgende doelstelling: Het doel van de nulmeting is informatie verschaffen over de mate waarin werknemers in de Ambulancezorg fysieke belasting, psychische belasting en agressie en geweld ervaren. Onderzoeksvragen Op basis van bovenstaande doelstelling zijn de onderzoeksvragen voor de nulmeting van het Arboconvenant Ambulancezorg als volgt geformuleerd: 1. Wat is de mate van blootstelling van werknemers in de Ambulancezorg aan de arbeidsrisico s werkdruk, agressie en geweld, fysieke belasting en RSI? Hoe groot is de omvang van de risicopopulatie die is blootgesteld aan werkdruk, agressie en geweld, fysieke belasting en RSI? In welke mate wordt deze risicopopulatie blootgesteld aan bovengenoemde risico s? 2. Bestaat er een relatie tussen ziekteverzuim en arbeidsrisico s? 3. Wat zijn de oorzaken van het ziekteverzuim? 1.3 Leeswijzer rapport Dit rapport bevat de beschrijving van de resultaten van de nulmeting. Voorafgaand aan de beschrijving van deze resultaten is eerst gekeken naar de wijze waarop deze zijn verzameld. Een beschrijving van de onderzoeksopzet en een verantwoording hiervan is te vinden in hoofdstuk 2. De daarop volgende hoofdstukken beschrijven de resultaten van de nulmeting. Hoofdstuk 3 heeft als onderwerp het ziekteverzuim. In het hoofdstuk wordt ingegaan op oorzaken van het ziekteverzuim, het verzuimpercentage en de verzuimduur. Hoofdstuk 4 gaat in op het arbeidsrisico werkdruk en werkstress. De verschillende thema s die hieronder vallen worden belicht en de eventuele risicogroepen gedefinieerd. Tevens geeft het hoofdstuk vergelijkingen van de grootte van risicogroepen met vergelijkbare sectoren. In hoofdstuk 5 komt de fysieke belasting aan bod. Eerst wordt ingegaan op de blootstelling van werknemers in de ambulancezorg, vervolgens op de houding en beweging van de werknemers. Hoofdstuk 6 geeft weer welk deel van de werknemers klachten heeft aan het bewegingsapparaat. Tevens wordt de risicogroep RSI-klachten gedefinieerd. In hoofdstuk 7 komen agressie en geweld en traumatische ervaringen aan bod. Er wordt ingegaan op de blootstelling aan agressie en geweld en eventuele gevolgen hiervan. Vervolgens is gekeken naar traumatische ervaringen van de werknemers in de ambulancezorg en of zij hiervan gevolgen ondervinden in hun werk. 12
13 Presentatie tabellen Om de leesbaarheid van het rapport te vergroten, is ervoor gekozen de tabellen zoveel mogelijk in de bijlage te plaatsen. Achtergrondgegevens respondenten De onderzoeksresultaten van alle respondenten worden uitgesplitst naar achtergrondkenmerk van de werknemers in de ambulancezorg. Op deze wijze is zichtbaar welke groep(en) werknemers te maken hebben met arbeidsrisico s en ziekteverzuim. De betreffende achtergrondgegevens zijn: Leeftijd: jonger dan 24, 25 t/m 34, 35 t/m 44, 45 t/m 54, 55 en ouder Geslacht Opleidingsniveau: basisonderwijs, VMBO, HAVO/VWO, MBO, HBO, Universiteit Soort contract: vaste aanstelling, tijdelijke aanstelling, anders Omvang dienstverband: 37 t/m 40 uur, 33 t/m 36 uur, 25 t/m 32 uur, 13 t/m 24 uur, 1 t/m 12 uur Werkgever particulier of overheidsdienst Functie: ambulanceverpleegkundige, ambulancechauffeur, centralist op de meldkamer, overige functies Organisatieomvang: 1 t/m 4 werknemers, 5 t/m 9 werknemers, 10 t/m 19 werknemers, 20 t/m 49 werknemers, 50 t/m 99 werknemers, 100 werknemers en meer. Wanneer in het rapport een van de achtergrondgegevens wordt beschreven, bijvoorbeeld de werknemers tussen de 45 en 54 oud, betekent het dat deze groep werknemers in vergelijking met de andere categorieën (jonger en ouder) opvallende onderzoeksresultaten laten zien. Als bijlage 1 zijn de rechte tellingen opgenomen. Hierin is te zien hoeveel respondenten tot de respectievelijke achtergrondgegevens horen. 13
14 14
15 2 Onderzoeksopzet 2.1 Monitor Arboconvenanten In de nulmeting behorende bij het Arboconvenant Ambulancezorg is gebruik gemaakt van de landelijke Monitor Arboconvenanten (MA). Deze MA bestaat uit een set van vragenlijstmodules waarmee arbeidsomstandighedenrisico s en gezondheidsklachten op werknemersniveau in kaart worden gebracht. De monitor is opgesteld door SKB, TNO Arbeid, AStri en IVP en wordt uitgegeven door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De volledige Monitor bestaat uit de volgende zeven modules: werkdruk en werkstress fysieke belasting beeldschermwerk bewegingsapparaat agressie en geweld verzuim reïntegratie. Veel BBC s maken gebruik van de MA om de voortgang van het plan van aanpak behorende bij het arboconvenant te meten. Het grote voordeel hiervan is dat de voortgang van arboconvenanten en arboplusconvenanten voor verschillende sectoren op dezelfde wijze wordt gemeten. De BBC kiest uit de zeven modules van de MA de modules die van toepassing zijn op het betreffende arboconvenant. Welke modules van de MA worden gebruikt, is afhankelijk van de doelstellingen die men nastreeft met het arboconvenant. De modules die zijn gebruikt tijdens de nulmeting voor het Arboconvenant Ambulancezorg zijn: werkdruk en werkstress fysieke belasting bewegingsapparaat armen, nek en schouders 1 agressie en geweld verzuim. De modules zijn onlangs herzien. Het grootste verschil met de vroegere versie is het splitsen van de module bewegingsapparaat in bewegingsapparaat en armen, nek en schouders. Voor deze nulmeting zijn de herziene modules gebruikt. 2.2 Schriftelijke en internet enquête Research voor Beleid heeft via een schriftelijke en internet enquête de MA-vragenlijst afgenomen onder alle werknemers in de Ambulancezorg. De werknemers in de ambulancezorg ontvingen de vragenlijst schriftelijk en hadden de keuze om de vragen schriftelijk of via internet te beantwoorden. Om te voorkomen dat werknemers de vragenlijst twee keer invullen (via internet en schriftelijk) zijn identieke respondentnummers op de schriftelijke en internet vragenlijst gebruikt. Dubbelingen zijn er later uitgehaald. 1 De module arm, nek en schouders was een onderdeel van de module bewegingsapparaat, maar is losgekoppeld omdat dit duidelijker is voor de respondent. 15
16 De werknemers in de ambulancezorg die zijn benaderd deel te nemen aan het onderzoek, staan allemaal in het adressenbestand van SOVAM. Oorspronkelijk is uitgegaan van medewerkers. Het bestand van SOVAM bestond uit adressen. Er is besloten het gehele adressenbestand aan te schrijven. De uitnodiging om deel te nemen aan het onderzoek en de vragenlijst zijn in twee tranches verstuurd. Dit was noodzakelijk omdat de extra adressen in te een laat stadium werden ontdekt om het drukproces van de vragenlijsten uit te breiden naar Uit de vele reacties is gebleken dat het bestand behoorlijk vervuild was. Op basis van het opgeschoonde bestand geeft SOVAM aan dat er feitelijk werknemers zijn in de ambulancezorg. De schriftelijke en internet enquêtes hebben gelopen van vrijdag 29 oktober tot en met maandag 29 november Responsverantwoording Er zijn werknemers in de ambulancezorg. Van de vragenlijsten die zijn verstuurd naar het adressenbestand van SOVAM zijn er vragenlijsten binnen gekomen en 550 vragenlijsten ingevuld via internet. Dat maakt de bruto respons (geretourneerde vragenlijsten als percentage van de populatie) 76%. Na het verwijderen van dubbel ingeleverde en niet bruikbare vragenlijsten, blijven er over, de zogeheten netto respons. De netto respons bedraagt 73%. Deze respons is voor dit type onderzoek hoog te noemen. Tabel 2.1 Respons schriftelijke en internet enquête MA nulmeting Ambulancezorg Werknemers Ambulancezorg werknemers 100% Bruto respons vragenlijsten geretourneerd 76% Netto respons vragenlijsten bruikbaar 73% Van de mensen die niet hebben gereageerd, heeft een aantal een reden opgegeven. Van deze mensen is 3% niet meer werkzaam in de ambulancezorg omdat zij bijvoorbeeld van baan zijn veranderd of met FLO, VUT of pensioen zijn. Achtergrondgegevens In bijlage 1 staan de achtergrondgegevens van de respondenten weergegeven. Zo is te zien dat 81% van de respondenten man is en 95% van de respondenten een vaste aanstelling heeft. Van de respondenten is 41% in dienst bij een particulier bedrijf en 59% in overheidsdienst. De functie van de respondent is bij 48% ambulanceverpleegkundige, bij 40% ambulancechauffeur, bij 8% centralist meldkamer en 4% heeft een andere functie binnen de ambulancezorg. De gegevens van de respondenten zijn vergeleken met de achtergrondgegevens leeftijd en functie van de werknemers in de ambulancezorg zoals die zijn beschreven in de Arbeidsmarktverkenning Ambulancezorg Omdat de kenmerken van respondenten grote overeenkomsten vertoonden met de kenmerken van de werknemers in de ambulancezorg, was het niet nodig de onderzoeksgegevens te wegen. 1 Bron : Arbeidsmarktverkenning Ambulancepersoneel, Nivel, Utrecht
17 3 Ziekteverzuim Het arboconvenant ambulancezorg heeft als beoogd effect voor het ziekteverzuim: het verminderen van het ziekteverzuimpercentage van 1%-punt ultimo 2006 ten opzichte van het in 2003 vastgestelde verzuimpercentage over 2002; het verminderen van het aantal verzuimgevallen langer dan 13 weken met 15% ultimo 2006 ten opzichte van de nulmeting. 1 Om maatregelen te kunnen treffen om het ziekteverzuimpercentage van 7,1% 2 te verlagen naar 6,1% is het noodzakelijk inzicht te krijgen in de oorzaken van het ziekteverzuim. In dit hoofdstuk wordt op deze oorzaken ingegaan. Tevens geeft dit hoofdstuk inzicht in het aantal verzuimgevallen en het verzuimpercentage. In dit hoofdstuk wordt naar de resultaten van de werknemers in de ambulancezorg in het algemeen gekeken en naar verschillende groepen werknemers. Bij de vergelijking van werknemers in de ambulancezorg moet de volgende opmerking worden gemaakt. Van deze werknemers is 48% werkzaam als ambulancechauffeur en 40% als ambulanceverpleegkundige. Voor een uitsplitsing naar andere achtergrondgegevens (zoals leeftijd, geslacht) van de werknemers betekent dit dat er ook steeds invloed is op de verbanden door de functie die men uitoefent. Waarschijnlijk is de functie de belangrijkste verklaring voor verschillen tussen werknemers. 3.1 Ziekteverzuimgegevens Verzuimduur De helft (51%) van de werknemers in de ambulancezorg heeft de afgelopen 12 maanden wel eens verzuimd. Van de verzuimers heeft 95% maximaal vijf keer verzuimd de afgelopen 12 maanden. De werknemers in de ambulancezorg is gevraagd hoe lang zij in totaal hebben verzuimd. Hierbij gelden gedeeltelijk verzuim en therapeutisch werken ook als verzuim. Tabel 3.1 Duur van het ziekteverzuim werknemers ambulancezorg afgelopen 12 maanden % Aantal 1 t/m 7 dagen 46% t/m 14 dagen 19% t/m 48 dagen 20% t/m 91 dagen 8% dagen of meer 7% % In tabel 3.1 is te zien dat 7% van de werknemers in de ambulancezorg die zich één keer of vaker hebben ziek gemeld in totaal meer dan 13 weken (92 dagen of meer) heeft verzuimd de afgelopen 12 maanden. Dit is 3,5% van alle werknemers in de ambulancezorg. Wanneer naar de achtergrondgegevens van de werknemers in de ambulancezorg die hebben verzuimd wordt gekeken, dan is er een groep werknemers die opvalt: 10% van de werknemers 1 Bron: Arboconvenant Ambulancezorg, 8 april Bron: Ziekteverzuim ambulancezorginstellingen 2002, op basis van een schriftelijke enquête onder instellingen, Astri, Leiden
18 van 45 tot en met 54 die zich hebben ziek gemeld, hebben in totaal meer dan 13 weken verzuimd de afgelopen 12 maanden. Zij verzuimen vaker dan gemiddeld en vaker dan werknemers die jonger of ouder zijn. Van de werknemers in de ambulancezorg die de afgelopen maanden hebben verzuimd, is 90% weer volledig aan het werk en 6% is volledig ziek gemeld. Tabel 3.2 Werknemers die hebben verzuimd en nog ziek zijn ten tijde van nulmeting % Aantal Nee, ik ben gewoon aan het werk 90% Ja, ik ben gedeeltelijk ziek, gedeeltelijk aan het werk 2% 28 Ja, ik werk therapeutisch 2% 21 Ja, ik ben op dit moment volledig ziek gemeld 6% % Berekening ziekteverzuimpercentage Monitor Arboconvenanten Het ziekteverzuimpercentage is het gemiddelde percentage werknemers dat ziek is per. Op basis van de antwoorden die werknemers in de ambulancezorg hebben gegeven, is het mogelijk een ziekteverzuimpercentage te berekenen. Het berekenen van een ziekteverzuimpercentage op basis van een inschatting van werknemers over hun verzuimduur, brengt altijd een onnauwkeurigheid met zich mee. Dit ziekteverzuimpercentage kan dan ook niet gebruikt worden om te bepalen of de doelstelling van het arboconvenant behaald is, hiertoe dient onderzoek te worden gedaan onder instellingen. Het in dit rapport genoemde ziekteverzuimpercentage dient als vergelijkingsmateriaal voor de tussen- en eindmeting. Op basis van de antwoorden die de werknemers in de ambulancezorg hebben gegeven over hun verzuim kan op twee verschillende manieren het ziekteverzuimpercentage worden berekend. In de MA staat een berekeningswijze die als basis het verzuim over twee maanden neemt. Het grote nadeel van deze berekeningswijze is dat de langdurig zieke werknemers het verzuimpercentage onevenredig sterk beïnvloeden met als gevolg een te hoog verzuimpercentage. Research voor Beleid berekent het verzuimpercentage met als basis 12 maanden en dit blijkt een beter beeld te geven. De werknemers in de ambulancezorg is gevraagd naar het aantal weekdagen dat ze naar schatting hebben verzuimd de afgelopen 12 maanden. Na analyse van de antwoorden werd duidelijk dat tweederde van de werknemers hun ziekteverzuim in werkdagen in plaats van weekdagen had aangeduid. De antwoorden ik ben vijf of tien dagen ziek geweest kwamen twee keer zo vaak voor als de antwoorden ik ben zeven of veertien dagen ziek geweest. Daarom is besloten om de berekening van het ziekteverzuimpercentage op basis van werkdagen te berekenen en niet op basis van weekdagen. 18
19 Nulmeting ziekteverzuimpercentage MA werknemers ambulancezorg Het gemiddelde verzuimpercentage van de ambulancezorg over de afgelopen 12 maanden is 6%. De volgende groepen werknemers hebben een hoger verzuimpercentage over de afgelopen 12 maanden dan gemiddeld in de ambulancezorg. n hebben een verzuimpercentage over de afgelopen 12 maanden van 7%. Het verzuimpercentage van werknemers in de leeftijd van 45 tot en met 54 is 8%. Het verzuimpercentage van werknemers van 55 en ouder is 7%. Het verzuimpercentage van vrouwen over de afgelopen 12 maanden is 8%. Werknemers in een bedrijf met 50 tot en met 99 werknemers hebben een verzuimpercentage over de afgelopen 12 maanden van 7%. 3.2 Oorzaken ziekteverzuim Klachten verzuim Aan de werknemers in de ambulancezorg is gevraagd met welke klachten zij de laatste keer hebben verzuimd. Zij konden hierbij meer antwoorden geven 1. De griep of een verkoudheid is de meest voorkomende reden waarom werknemers in de ambulancezorg zich hebben ziek gemeld. Opvallend is dat bijna een kwart van de werknemers in de ambulancezorg aangeeft zich te hebben ziek gemeld met rugklachten. De derde belangrijke klachtensoort waarom werknemers in de ambulancezorg hebben verzuimd, zijn klachten aan nek, schouders, armen en polsen. Tabel 3.3 Klachten waarmee werknemers zich hebben ziek gemeld afgelopen Griep, verkoudheid 37% Rugklachten 23% Klachten nek, schouders, armen, polsen, handen 13% Klachten heup, benen,knieën, voeten 8% Psychische klachten, overspannen, burn-out 8% Klachten maag of darmen 8% Klachten luchtwegen 4% Klachten hart- en vaatstelsel 3% Conflict op het werk 2% Huidklachten, allergie 1% Klachten oren, ogen 1% e klachten 16% N 100% Meer antwoorden mogelijk % Er zijn enkele opvallende verschillen wanneer naar de persoonlijke kenmerken van de werknemers in de ambulancezorg wordt gekeken. 1 In de vragenlijst was dit oorspronkelijk geen vraag waarop meer antwoorden mogelijk zijn. Omdat een groot aantal respondenten de vraag zo heeft geïnterpreteerd, is deze vraag veranderd. Was dit niet gedaan, dan waren veel antwoorden verloren gegaan omdat die dan niet waren meegerekend. 19
20 Ongeveer een kwart van de ambulancechauffeurs en verplegers en werknemers in overige functies in de ambulancezorg heeft verzuimd vanwege rugklachten. Ambulancechauffeurs en verplegers verzuimen vaker met klachten aan heup, benen, knieën en voeten dan centralisten meldkamer en werknemers in overige functies. Werknemers in de overige functies verzuimen vaker dan hun collega s vanwege klachten aan nek, schouders, armen en handen. Bij de leeftijd van de werknemers in de ambulancezorg valt op dat het aantal werknemers dat zich met rugklachten ziek meldt meer dan verdubbelt naarmate de werknemers ouder worden. Oudere werknemers in de ambulancezorg melden zich tevens vaker ziek met klachten aan nek, schouders, armen, polsen en handen en klachten aan heup, benen en knieën dan hun jongere collega s. Mannen geven vaker aan dan vrouwen te hebben verzuimd vanwege rugklachten en klachten aan nek, schouders, armen, polsen en handen. Werkgerelateerde klachten Een kwart van de werknemers in de ambulancezorg die de afgelopen 12 maanden hebben verzuimd, geeft aan dat hun klachten hoofdzakelijk het gevolg waren van het werk dat ze deden. Volgens 20% van de werknemers in de ambulancezorg zijn hun klachten gedeeltelijk het gevolg van het werk dat ze deden. Tabel 3.4 Zijn klachten van ziekmelding werkgerelateerd % Aantal Ja, hoofdzakelijk gevolg van mijn werk 26% 312 Ja, voor een deel gevolg van mijn werk 20% 240 Nee, geen gevolg van mijn werk 50% 612 Weet niet 4% % Er zijn verschillen tussen de werknemers zichtbaar: Ambulancechauffeurs (25%) en verplegers (29%) geven ongeveer twee keer zo vaak aan dat hun klachten hoofdzakelijk werkgerelateerd zijn dan centralisten en werknemers in overige functies. Hoe meer uren de werknemers in de ambulancezorg werken per week, des te vaker zijn zij van mening dat hun klachten hoofdzakelijk werkgerelateerd zijn. Werknemers die 55 of ouder zijn of van 45 tot en met 54 geven met respectievelijk 41% en 34% vaker aan dan jongere werknemers in de ambulancezorg dat hun klachten hoofdzakelijk werkgerelateerd zijn. Werknemers in overheidsdienst denken vaker dan werknemers bij een particulier bedrijf dat hun klachten hoofdzakelijk werkgerelateerd zijn. Het aandeel van werkgerelateerde klachten is hoger bij lager opgeleiden dan bij overige opleidingsniveaus. Mannen geven vaker aan dan vrouwen dat hun klachten hoofdzakelijk werkgerelateerd zijn. Aan de werknemers in de ambulancezorg, die de afgelopen 12 maanden hebben verzuimd en de klachten die dit verzuim veroorzaken hoofdzakelijk of voor een deel als gevolg zien van hun werk, is gevraagd welke omstandigheden de klachten hebben veroorzaakt. Zij konden op deze vraag meer antwoorden geven. De meest voorkomende veroorzaker van klachten die ten grondslag liggen aan verzuim is het lichamelijk te zware werk. Werkdruk en werkstress zijn ook een belangrij- 20
21 ke veroorzaker van klachten, gevolgd door de emotionele belasting en problemen met de leiding of werkgever. Tabel 3.5 Welke werkomstandigheden zijn oorzaak klachten werknemers ambulancezorg Lichamelijk te zwaar (patiënten tillen, lang staan, sjouwen, gebruik zware of trillende apparatuur, etc.) 65% Werkdruk, werkstress 24% Emotioneel te zwaar (door omgaan met traumatische ervaring.) 14% Problemen met leiding, werkgever 12% Langdurig dezelfde handelingen verrichten, langdurig achter de computer werken 8% Problemen met geluid, temperatuur, luchtvochtigheid, chloor 7% Bedrijfsongeval 5% Problemen met collega's of ondergeschikten 4% Problemen met cliënten/patiënten 2% Geweld, seksuele intimidatie 2% Geweld, seksuele intimidatie 1% Anders 19% N 100% 562 Meer antwoorden mogelijk % De omstandigheden die de klachten veroorzaken, verschillen naar achtergrondkenmerken van de respondenten. Ambulancechauffeurs en verplegers geven met respectievelijk 71% en 68% vaker aan dat hun klachten worden veroorzaakt doordat het werk lichamelijk te zwaar is dan centralisten op de meldkamer (6%) en werknemers in overige functies (47%). Een grote veroorzaker van klachten bij medewerkers op de centrale en in overige functies is het langdurig verrichten van dezelfde handelingen en het langdurig achter de computer werken, respectievelijk 31% en 40%. Werknemers in de ambulancezorg die van 13 tot en met 24 uur in de week werken, geven vaker aan dat werkdruk en werkstress de veroorzaker is van hun klachten, dan werknemers die meer dan 24 uur werken per week. Zij zien het langdurig hetzelfde werk doen en achter de computer zitten ook vaker als de oorzaak van hun klachten. Een relatief groot deel (20%) van de centralisten op de meldkamer werkt van 13 tot en met 24 uur per week. Met het toenemen van de leeftijd, vinden medewerkers in de ambulancezorg het lichamelijk zware werk vaker een oorzaak voor hun klachten dan hun jongere collega s. Mannen vinden vaker dan vrouwen het lichamelijk zware werk de oorzaak van hun klachten. Dit valt te verklaren doordat een groter deel van de mannen werkzaam is als ambulanceverpleegkundige of chauffeur dan bij de vrouwelijke werknemers in de ambulancezorg. 21
22 3.3 Conclusie Verzuim in totaal langer dan 13 weken Van de werknemers in de ambulancezorg die de afgelopen 12 maanden hebben verzuimd, heeft 7% in totaal meer dan 13 weken verzuimd. Dit is 3,5% van alle werknemers in de ambulancezorg. Werknemers in de leeftijd van 45 tot en met 54 verzuimen meer dan gemiddeld langer dan in totaal 13 weken. Verzuimpercentage Het gemiddelde verzuimpercentage is 6%. Een aantal groepen werknemers heeft een hoger dan gemiddeld verzuimpercentage: ambulanceverpleegkundigen, werknemers van 45 en ouder, vrouwelijke werknemers, werknemers die tussen de 13 en 32 uur werken en werknemers die werken in een bedrijf met 50 tot en met 99 werknemers. n en werknemers vanaf 45 zijn vaker dan gemiddeld van mening dat de klachten die dit verzuim hebben veroorzaakt, hoofdzakelijk het gevolg zijn van hun werk. Oorzaken verzuim Over het algemeen zijn de drie meest genoemde oorzaken van ziekteverzuim: griep, rugklachten en klachten aan nek, schouders, armen, polsen en handen. Het zijn met name de ambulanceverpleegkundigen en chauffeurs die verzuimen vanwege rugklachten evenals de werknemers met een leeftijd van 45 of ouder. De oorzaak voor deze klachten is voornamelijk het lichamelijk zware werk. De andere vaak genoemde oorzaak van klachten die ziekteverzuim veroorzaken is de werkdruk en werkstress. Belangrijke groepen bij verzuim n hebben een hoger dan gemiddeld verzuimpercentage en zijn daarnaast vaker dan gemiddeld van mening dat hun klachten hoofdzakelijk het gevolg zijn van het werk dat ze doen. Zij verzuimen relatief veel met rugklachten veroorzaakt door het lichamelijk te zware werk, net zoals de ambulancechauffeurs. Werknemers in de leeftijd van 45 tot en met 54 hebben niet alleen een hoger dan gemiddeld verzuimpercentage maar verzuimen daarnaast vaker dan gemiddeld 13 weken en zijn van mening dat hun klachten hoofdzakelijk worden veroorzaakt door hun werk. Zij verzuimen relatief veel met rugklachten, veroorzaakt door het lichamelijk zware werk. De helft van deze werknemers is ambulanceverpleegkundige, 35% is ambulancechauffeur. Van de ambulanceverpleegkundigen is 37% van 45 tot en met 54 oud. Van de ambulancechauffeurs is 31% van 45 tot en met 54 oud. Het zijn met name de ambulanceverpleegkundigen en chauffeurs van 45 tot en met 54 oud die risico lopen te verzuimen en langdurig uit te vallen. Om het ziekteverzuim en langdurig verzuim te verlagen, is het dus aan te raden specifieke maatregelen op de werkplek te nemen voor deze groep werknemers. 22
23 4 Werkdruk en werkstress Van alle werknemers die de afgelopen 12 maanden hebben verzuimd en hebben aangegeven dat hun klachten zijn veroorzaakt door het werk, heeft ongeveer een kwart verzuimd vanwege klachten die zijn veroorzaakt door werkdruk en werkstress. Een van de doelstellingen in het arboconvenant ambulancezorg is het terugbrengen van de blootstelling van werknemers in de ambulancezorg aan psychische belasting. Werkdruk en werkstress zijn een onderdeel van psychische belasting. In de MA zijn werkdruk en werkstress verdeeld in een aantal thema s. De thema s voor werkdruk zijn: Werktempo en hoeveelheid Emotionele belasting Afwisseling in het werk Zelfstandigheid in het werk Relatie met de direct leidinggevende. De thema s voor werkstress zijn: Plezier in het werk Herstelbehoefte. In dit hoofdstuk komen de risicopopulaties van een aantal thema s binnen het arbeidsrisico werkdruk en werkstress aan de orde. Dit wordt gedaan met kengetallen; het percentage werknemers dat kans loopt op beperkingen in het functioneren, of uitval ten gevolge van blootstelling aan een bepaald arbeidsrisico. De kengetallen zijn overschrijdingen van grenswaarden. Deze grenswaarden zijn bepaald door de opstellers van de MA en gelden voor elke sector en branche. Of een grenswaarde wordt overschreden, is te zien aan zogeheten schaalscores. Bij elk thema zijn voor de werknemers in de ambulancezorg in het algemeen en gespecificeerd naar persoonlijke kenmerken schaalscores berekend. Wanneer een schaalscore hoger is dan de grenswaarde, behoort iemand tot de risicogroep. Omdat alleen voor werktempo en hoeveelheid, emotionele belasting, en herstelbehoefte grenswaarden bekend zijn, kunnen we voor die arbeidsrisico s risicogroepen berekenen. Bij de overige thema s zijn wel de schaalscores berekend, die zijn te gebruiken als een referentiekader voor volgende metingen. ens zijn de schaalscores van verschillende thema s niet met elkaar te vergelijken. Een hoge score staat niet zondermeer gelijk aan een hoog risico. Hoofdstuk 4 behandelt eerst de schaalscores op de verschillende thema s. Vervolgens worden de risicogroepen blootstelling werkdruk (werktempo en hoeveelheid), blootstelling emotionele belasting en klachten werkstress (herstelbehoefte) behandeld. 23
24 4.1 Schaalscores werkdruk en werkstress In tabel 4.1 staan de gemiddelde schaalscores op het arbeidsrisico werkdruk en werkstress van de werknemers in de ambulancezorg weergegeven. De gemiddelde schaalscores gespecificeerd naar persoonlijke kenmerken staan in bijlage 4. Tabel 4.1 Gemiddelde schaalscores werkdruk en werkstress Thema Gemiddelde score Grenswaarde N Werkdruk Werktempo en hoeveelheid Emotionele belasting Afwisseling Zelfstandigheid Relatie direct leidinggevende Werkstress Plezier in het werk Herstelbehoefte 38,3 41, , ,57 38,20 6,7 24,4 54, Van de drie schaalscores die kunnen worden vergeleken met een grenswaarde is alleen het gemiddelde van de emotionele belasting boven de grenswaarde. Dit betekent dat werknemers in de ambulancezorg een hoge emotionele belasting hebben. De overige gemiddelden liggen onder de grenswaarden. Dit wil overigens niet zeggen dat er geen risicogroepen zijn voor die arbeidsrisico s. De risicogroepen voor werktempo en hoeveelheid (werkdruk) en herstelbehoefte (werkstress) zijn alleen kleiner dan die van emotionele belasting. De risicogroepen staan beschreven in paragraaf 4.2 tot en met 4.5. Significante verschillen tussen werknemers Met uitzondering van de schaalscores die kunnen worden vergeleken met een grenswaarde, hebben de schaalscores genoemd in tabel 4.1 geen referentiekader. Er kan dus niet worden gezegd of de scores hoog zijn of juist laag. Voor elk thema kan wel naar verschillen tussen de groepen werknemers worden gekeken. De significante verschillen tussen werknemers staan hieronder per thema weergegeven. Een significant verschil wil zeggen dat het verschil tussen werknemers niet op toeval berust en dus veroorzaakt wordt door daadwerkelijke verschillen tussen de groepen. Wanneer werknemers significant hoger scoren op een thema dan hun collega s mag worden aangenomen dat dit thema voor hen een groter risico op psychische vermoeidheid (zoals een burn-out) betekent. Werktempo- en hoeveelheid Werknemers in de ambulancezorg die significant hoger scoren op de schaal werktempo en hoeveelheid ervaren hun werkdruk als significant zwaarder. Een hogere score betekent een groter risico op psychische vermoeidheid. De gemiddelde score van de werknemers in de ambulancezorg op werktempo- en hoeveelheid is 38,3. De centralisten in de meldkamer en werknemers in overige functies scoren significant hoger op werktempo en hoeveelheid dan ambulanceverpleegkundigen en -chauffeurs. Centralisten in de meldkamer en werknemers in overige functies ervaren hun werkdruk als significant zwaarder. Werknemers van 45 en ouder scoren significant hoger op werktempo en hoeveelheid dan hun jongere collega s. Zij ervaren hun werkdruk als significant zwaarder. 24
25 Mannelijke werknemers in de ambulancezorg scoren significant hoger op werktempo en hoeveelheid dan vrouwen. Zij ervaren hun werkdruk als significant zwaarder. Werknemers in overheidsdienst scoren significant hoger dan werknemers in dienst van een particulier bedrijf. Zij ervaren hun werkdruk als significant zwaarder. Werknemers in de ambulancezorg die 37 tot en met 40 uur werken scoren significant hoger dan werknemers die 24 uur of minder werken. Zij ervaren hun werkdruk als significant zwaarder. Werknemers met een vaste aanstelling scoren significant hoger dan werknemers met een tijdelijk aanstelling. Zij ervaren hun werkdruk als significant zwaarder. Werknemers in een bedrijf met 20 werknemers of meer scoren significant hoger op werktempo en hoeveelheid dan werknemers in kleinere bedrijven (met uitzondering van bedrijven met minder dan 5 werknemers). Zij ervaren hun werkdruk als significant zwaarder. Emotionele belasting Werknemers in de ambulancezorg die significant hoger scoren op de schaal emotionele belasting ervaren de emotionele belasting van hun werkzaamheden significant zwaarder dan hun collega s. Een hogere score betekent een groter risico op psychische vermoeidheid en in dit geval dus het zwaarder ervaren van emotionele belasting van de werkzaamheden. De ambulanceverpleegkundigen en de centralisten meldkamer scoren significant hoger op emotionele belasting dan ambulancechauffeurs en medewerkers in overige functies. Dit houdt in dat de ambulanceverpleegkundigen en de centralisten op de meldkamer een hogere emotionele belasting ervaren. Werknemers in de ambulancezorg van 45 tot en met 54 oud scoren significant hoger op emotionele belasting dan hun jongere collega s. Dit houdt in dat de werknemers van 45 tot en met 54 oud een hogere emotionele belasting ervaren. Mannelijke werknemers in de ambulancezorg scoren significant hoger op emotionele belasting dan vrouwen. Dit houdt in dat mannelijke werknemers een hogere emotionele belasting ervaren. Mannelijke werknemers zijn over het algemeen langer werkzaam in de gezondheidszorg en langer in dienst bij de instelling waar ze nu werkzaam zijn. Dit kan een verklaring zijn voor de hogere emotionele belasting van de mannelijke werknemers. Werknemers in overheidsdienst scoren significant hoger dan werknemers in dienst van een particulier bedrijf. Dit houdt in dat werknemers in overheidsdienst een hogere emotionele belasting ervaren. Werknemers in de ambulancezorg die 13 tot en met 24 uur werken per week scoren significant lager op emotionele belasting dan hun collega s. Dit houdt in dat de werknemers die 13 tot en met 24 uur werken een hogere emotionele belasting ervaren. Werknemers met een vaste aanstelling scoren significant hoger dan werknemers met een tijdelijk aanstelling. Dit houdt in dat werknemers met een vaste aanstelling een hogere emotionele belasting ervaren. Werknemers in de ambulancezorg met een hogere beroepsopleiding scoren significant hoger dan hun collega s met een VMBO-opleiding. Dit houdt in dat werknemers met een hogere beroepsopleiding een hogere emotionele belasting ervaren. Werknemers werkzaam in een bedrijf met tussen de 50 en 100 werknemers scoren significant hoger op emotionele belasting dan werknemers werkzaam in een bedrijf met minder dan 20 werknemers. Werknemers werkzaam in een bedrijf met 100 medewerkers of meer scoren hoger op emotionele belasting dan werknemers in een bedrijf met minder dan vijf werknemers en een bedrijf met 10 tot 20 werknemers. De werknemers die significant hoger scoren op emotionele belasting ervaren een hogere emotionele belasting. 25
26 Afwisseling Werknemers in de ambulancezorg die significant hoger scoren op de schaal afwisseling ervaren minder afwisseling in hun werkzaamheden. Een hogere score betekent een groter risico op psychische vermoeidheid. Hoe minder afwisseling men ervaart in het werk, hoe groter het risico op psychische vermoeidheid. Werknemers die werkzaam zijn als centralist op de meldkamer scoren op afwisseling significant hoger dan hun collega s. Dit houdt in dat centralisten op de meldkamer minder afwisseling in het werk ervaren. Werknemers van 55 en ouder scoren significant hoger op afwisseling dan werknemers van 25 tot en met 34. Dit houdt dus in dat zij minder afwisseling in het werk ervaren. Werknemers in dienst bij een particulier bedrijf scoren significant hoger op afwisseling dan werknemers in overheidsdienst. Medewerkers van een particulier bedrijf ervaren dus minder afwisseling in het werk. Zelfstandigheid Werknemers in de ambulancezorg die significant hoger scoren op schaal zelfstandigheid ervaren significant minder zelfstandigheid in de werkzaamheden die ze uitvoeren dan hun collega s. Een hogere score betekent een groter risico op psychische vermoeidheid. Wanneer werknemers minder zelfstandigheid ervaren in hun werk hebben zij een groter risico op psychische vermoeidheid. De verschillen tussen de functiegroepen binnen de ambulancezorg zijn allen significant. De ambulancechauffeur heeft de hoogste schaalscore. Dat betekent dat de ambulancechauffeur significant minder zelfstandigheid dan zijn collega s ervaart in zijn werk. Werknemers met een leeftijd van 45 tot en met 54 scoren significant hoger dan werknemers met een leeftijd tussen van 25 tot en met 34 en ervaren significant minder zelfstandigheid. Mannelijke werknemers in de ambulancezorg scoren significant hoger op zelfstandigheid dan vrouwen en ervaren dus ook significant minder zelfstandigheid. Werknemers met een opleiding op MBO-niveau of op VMBO-niveau scoren significant hoger dan werknemers met een opleiding op HAVO-, HBO- of WO-niveau. Zij ervaren significant minder zelfstandigheid in het werk. Werknemers met alleen basisonderwijs ervaren significant minder zelfstandigheid in het werk dan werknemers met een universitaire opleiding. Werknemers die in organisaties werken met vijf medewerkers of meer scoren significant hoger op zelfstandigheid en ervaren dus significant minder zelfstandigheid dan werknemers in een bedrijf met minder dan vijf werknemers. Relatie met leidinggevende Werknemers in de ambulancezorg die significant hoger scoren op de schaal relatie met hun leidinggevenden, denken significant negatiever over die relatie met hun leidinggevende. Een hogere score betekent een groter risico op psychische vermoeidheid en een slechte relatie met de leidinggevende draagt bij aan psychische vermoeidheid. De centralist op de meldkamer scoort significant hoger op relatie met leidinggevende dan de ambulancechauffeur en de ambulanceverpleegkundige. De ambulanceverpleegkundige scoort significant hoger dan de ambulancechauffeur. De werknemers die hoger scoren, hebben een slechtere relatie met hun leidinggevende. Werknemers met een leeftijd van 45 tot en met 54 oud scoren significant hoger dan werknemers van 35 tot en met 44 oud en hebben dus een slechtere relatie met hun leidinggevende. 26
Arbeidsomstandigheden in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen
Arbeidsomstandigheden in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen Nulmeting arboplusconvenant Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Sociaal Fonds Verblijfsrecreatie Lilian van der Linden Mirjam
Nadere informatieZiekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden
Ziekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden Martine Mol en Jannes de Vries Een hoge werkdruk onder werknemers komt vooral voor
Nadere informatie6 Meervoudige problematiek bij werknemers
6 Meervoudige problematiek bij werknemers Maroesjka Versantvoort (SCP) en Lando Koppes (TNO) 6.1 Inleiding Werknemers met meervoudige problematiek staan centraal in dit hoofdstuk. Uitgangspunt is de definitie
Nadere informatieGEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018
arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo PAPER ZIEKTEVERZUIM HBO 2019 GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018 ZIEKTEVERZUIM HBO 2019 GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018 Jaarlijks brengt Zestor, op
Nadere informatieEFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN
EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN 22 maart 2013 Rapport voor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN Rapport voor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nadere informatieEnquête SJBN 15.10.2013
Enquête SJBN 15.10.2013 1 Inhoudsopgave Steekproef Resultaten enquête Algehele tevredenheid Arbeidsomstandigheden Urennorm Ondernemersaspecten Kijk op de toekomst Conclusies 2 Steekproef: achtergrond kenmerken
Nadere informatieVerzuim als gevolg van arbeidsrisico s en zelf opgegeven verzuimredenen
Verzuim als gevolg van arbeidsrisico s en zelf opgegeven verzuimredenen Deelresultaten Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003 Nederlandse Organisatie voor toegepastnatuurwetenschappelijk onderzoek
Nadere informatieNek/schouder en armklachten bij groepsbegeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking
Aanleiding onderzoek Nek/schouder en armklachten bij groepsbegeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Lydi de Lange bedrijfsfysiotherapeut paramedisch team Advisium Ermelo december
Nadere informatieJonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten
Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale
Nadere informatieWerkbelevingsonderzoek 2013
Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:
Nadere informatieHoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen
Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen 11 Meeste werknemers tevreden met het werk Acht op de tien werknemers (zeer) tevreden met hun werk Vrouwen vaker tevreden dan mannen Werknemers
Nadere informatieInventarisatie behoeften van
Inventarisatie behoeften van werkenden met een chronisch ziekte overzicht behoeften In dit deel van het onderzoek brengen we de behoefte aan praktische ondersteuning in kaart van werkenden met een chronische
Nadere informatiekoopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER
koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie
Nadere informatie2 Arbeidsomstandigheden in Nederland
2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2.1 Inleiding Op basis van recente onderzoeksliteratuur geeft dit hoofdstuk een globale schets van de stand van zaken van de arbeidsomstandigheden in Nederland (paragraaf
Nadere informatieResultaten Monitor agressie en geweld 2007 versus 2004 DJI
Resultaten Monitor agressie en geweld 2007 versus 2004 DJI Werkdocument BBC DJI Orbis BV Bussum, 15 juni 2007 dr. Natacha Borgers mr. drs. Hanneke van Lindert dr. Ivo Kuijpers Bronvermelding verplicht
Nadere informatieWerkdruk in het onderwijs
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:
Nadere informatieBIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten
BIJLAGEN Wel of niet aan het werk Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten Patricia van Echtelt Stella Hof Bijlage A Multivariate analyses... 2
Nadere informatieDrs. M. Jansen Dr. M. Gemmeke. Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal RD Amsterdam Tel.: +31 (0) Fax : +31 (0)
Werkdruk en agressie in het mbo - eindrapport - Drs. M. Jansen Dr. M. Gemmeke Amsterdam, 18 juni 2007 Regioplan publicatienr. 1560 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam
Nadere informatieRSI. Informatie voor werknemers en werkgevers
RSI Informatie voor werknemers en werkgevers RSI RSI (Repetitive Strain Injury) is de veelgebruikte verzamelnaam voor klachten aan nek, bovenrug, schouders, armen, polsen en handen. Deze klachten komen
Nadere informatieEen effectiviteitsanalyse van de
Verzuimende werknemers Een effectiviteitsanalyse van de verzuimbegeleiding door Top-Care Onderzoek naar de effectiviteit van de verzuimspecifieke aanpak van Top-Care Esther Hilbers 1 In deze rapportage
Nadere informatieAnalyse Ziekteverzuim
Analyse Ziekteverzuim Jaaroverzicht 2013 In het Agrarisch en Groen Bedrijf pagina 1 SAZAS HELPT U VERDER! SAZAS HELPT U VERDER! pagina 2 1. INLEIDING Voor u ligt de analyse ziekteverzuim over het kalenderjaar
Nadere informatieWachtdagen en ziekteverzuim
Wachtdagen en ziekteverzuim 1 Inhoud presentatie Onderzoeksvraag Uitvoering onderzoek Betrouwbaarheid van de gegevens Uitkomsten Hoofdvraag Neveneffect (verlof) Controlevariabelen Stijgers/dalers Conclusie
Nadere informatieGezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers Glastuinbouw 2013
Gezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers 2013 Leiden, september 2014 Dit is een uitgave van Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sectoren (Stigas) Postbus 32 2300 AA Leiden Telefoon (071) 568 90
Nadere informatieAgressie en geweld Onderzoeksresultaten poll
Agressie en geweld Onderzoeksresultaten poll in opdracht van FNV ADV Market Research Willem Arntszlaan 115 C 3734 EE Den Dolder www.adv-mr.com Den Dolder, maart 2010 Wim Woning MSc Index Index... 2 1.
Nadere informatieWelkom. Presentatie 100 Present Verzuimmanagement. #meetingeptp
Welkom Presentatie 100 Present Verzuimmanagement Even voorstellen! Start 1 januari 2016 Eigenrisicodragerschap (ERD) Ziektewet voor alle verzuimmeldingen van de flexibele medewerkers op de loonlijst van
Nadere informatieBelangrijkste resultaten van de. Nationale Enquête
Belangrijkste resultaten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2013, uitgesplitst voor het voortgezet onderwijs. De volgende onderwerpen komen in deze uitgave aan bod: Arbeidsomstandigheden
Nadere informatieREPETITIVE STRAIN INJURIES REVIEWED
Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie REPETITIVE STRAIN INJURIES REVIEWED Rapportage naar het vóórkomen van RSI-gerelateerde klachten als gevolg van het verrichten
Nadere informatieBedrijfsGezondheidsIndex 2006
BedrijfsGezondheidsIndex 2006 Op het werk zijn mannen vitaler dan vrouwen Mannen zijn vitaler en beter inzetbaar dan vrouwen. Dit komt mede doordat mannen beter omgaan met stress. Dit blijkt uit de jaarlijkse
Nadere informatieOntwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003
Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Vervangingsfonds Frank Schoenmakers Rob Hoffius B3060 Leiden, 21 juni 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Verantwoording:
Nadere informatieBve sector: Eindmeting arboconvenant werkdruk & Nulmeting arboplusconvenant werkdruk, agressie en geweld
TNO Kwaliteit van Leven Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research TNO-rapport Arbeid 1 Polarisavenue 151 Postbus
Nadere informatieFYSIEKE EN PSYCHISCHE BELASTING IN DE MOBILITEITSBRANCHES. Nulmeting en Stand der techniek
FYSIEKE EN PSYCHISCHE BELASTING IN DE MOBILITEITSBRANCHES Nulmeting en Stand der techniek januari 2003 Drs K.J. Peereboom Eur. Erg., vhp ergonomie Mw. Drs W.M. Heijdel, Bureau AStri Dr B.C.H. de Zwart,
Nadere informatieAnalyse WMO thuiszorg
2017 Analyse WMO thuiszorg DAT 6-3-2018 Pagina 1 van 8 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Uitkomsten van de PMO... 4 3. Conclusies... 9 Bijlage(n)... 10 Pagina 2 van 8 1. Inleiding Één keer in de twee jaar zijn
Nadere informatieBijlage 6 Voorbeeldstellingen teampeiling
Bijlage 6 Voorbeeldstellingen teampeiling Fysieke arbeidsbelasting Iedere zorgmedewerker heeft te maken met lichamelijke inspanning. Denk hierbij bijvoorbeeld aan specifieke lichaamshoudingen, (herhaalde)
Nadere informatieZiekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008
Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008 Versie 23 april 2009 1 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt verder tot 5,3 procent in 2008 Het ziekteverzuimpercentage 2 van gemeenten is in 2008 afgenomen tot 5,3
Nadere informatieInvesteren in Sterk naar Werk. Ziek en mondig in de 1 e lijn
Investeren in Sterk naar Werk. Ziek en mondig in de 1 e lijn Kerst Zwart, projectleider SnW en directeur Welder 14 april 2010, Zorgverzekeraars Nederland 1 Doel Sterk naar Werk Vergroten (arbeids)participatie
Nadere informatieMEDEWERKERSONDERZOEK 2018
MEDEWERKERSONDERZOEK NIEUW WOELWIJCK RAPPORTAGE Beste lezer, Voor u ligt de rapportage van het Medewerkersonderzoek binnen Nieuw Woelwijck, als aanvulling op de online dashboard rapportage. NIEUW WOELWIJCK
Nadere informatieChronische longziekten en werk
Chronische longziekten en werk Mensen met een longziekte hebben meer moeite om aan het werk te blijven of een betaalde baan te vinden dan de rest van de bevolking. Slechts 42% van de mensen met COPD heeft
Nadere informatieGezondheid en Inzetbaarheid: trends en cijfers Hoveniers en groenvoorziening 2013
Gezondheid en Inzetbaarheid: trends en cijfers Hoveniers en groenvoorziening 2013 Leiden, september 2014 Dit is een uitgave van Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sectoren (Stigas) Postbus 32 2300 AA
Nadere informatieWerkdruk in het hoger beroepsonderwijs. Hernieuwde rapportage 2000 en 2005
Monitor @Work Werkdruk in het hoger beroepsonderwijs Hernieuwde rapportage 2000 en 2005 Mw. dr. A. Ridderbos Senior adviseur Arbeid & Organisatie SKB Postbus 12354 1100 AJ Amsterdam T 020 4627890 F 020
Nadere informatie1 Algemene Gezondheid
1 Algemene Gezondheid Gezondheid in Friesland In de uitwerking van het thema algemene wordt inzicht gegeven in de manier waarop de Friese bevolking van 19 jaar en ouder haar beoordeelt. Ook wordt kwaliteit
Nadere informatieTEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.
ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1
Nadere informatieeen onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland
een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland 1 februari 2009 Ausems en Kerkvliet, arbeidsmedisch adviseurs Hof van Twente www.aenk.nl Onderzoeksrapport JobMeter 2009 Inleiding Ausems en Kerkvliet,
Nadere informatiedrs. O. Verheij dr. M. Gemmeke Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal RD Amsterdam Tel.: Fax :
WERKDRUK IN HET HOGER BEROEPSONDERWIJS Werkdrukmeting en werkdrukbeleid - eindrapport - drs. O. Verheij dr. M. Gemmeke Amsterdam, december 2005 Regioplan publicatienr. 1336 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds
Nadere informatieUITKOMSTEN MARKTONDERZOEK OMGANG MET PSYCHISCHE PROBLEMEN OP HET WERK
UITKOMSTEN MARKTONDERZOEK OMGANG MET PSYCHISCHE PROBLEMEN OP HET WERK Bron: TNS NIPO Drs. R. Hoffius Drs. I.N. Hento november 2004 Bureau AStri Stationsweg 26 2312 AV Leiden Tel.: 071 512 49 03 Fax: 071
Nadere informatieLangdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari
Nadere informatieMeting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]
Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [12-3-2018 ] 1. Inleiding Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid Straus een motie ingediend om een indicator voor de tevredenheid van werkgevers
Nadere informatieArboconvenant ambulancezorg inzake psychische en fysieke belasting en terugdringing van ziekteverzuim
SZW Arboconvenant ambulancezorg inzake psychische en fysieke belasting en terugdringing van ziekteverzuim Ondergetekenden, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer drs. M. Rutte,
Nadere informatieGezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers Mechanisch Loonwerk 2013
Gezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers Mechanisch Loonwerk 2013 Leiden, september 2014 Dit is een uitgave van Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sectoren (Stigas) Postbus 32 2300 AA Leiden Telefoon
Nadere informatieMemorandum. Schipholweg ZL Leiden Postbus DA Leiden. Onderwerp Analyses verzuim Rijksambtenaren. T
Memorandum Onderwerp Analyses verzuim Rijksambtenaren Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden www.tno.nl Het ziekteverzuim bij het Rijk is hoog en is in recente jaren (2014-2016) bovendien
Nadere informatieVragenlijst: Omgaan met agressie en geweld in het werk
Vragenlijst: mgaan met agressie en geweld in het werk Als. willen wij graag meer inzicht krijgen in de mate waarin onze medewerkers met agressie en geweld in aanraking komen en de manier waarop hiermee
Nadere informatieVerzuimanalyse MBO-sector
Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2011 t/m 2 e kwartaal 2012 MBO Raad Woerden, November 2012 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieMEDEWERKERSONDERZOEK 2017
MEDEWERKERSONDERZOEK 2017 STICHTING IKPOB RAPPORTAGE Beste lezer, Voor u ligt de rapportage van het medewerkersonderzoek binnen het openbaar bestuur. De resultaten in deze rapportage zijn gebaseerd op
Nadere informatieSamenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers
Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten Tweede meting werkgevers en werknemers 2 Inleiding In deze brochure vindt u de belangrijkste resultaten van de benchmark Opleiden en Ontwikkelen. De benchmark
Nadere informatieTinnitus en arbeid. Een onderzoek naar de invloed van stressoren op tinnitus en de mogelijkheid tot werken
Rijksuniversiteit Groningen Wetenschapswinkel Geneeskunde en Volksgezondheid Universitair Medisch Centrum Groningen Tinnitus en arbeid Een onderzoek naar de invloed van stressoren op tinnitus en de mogelijkheid
Nadere informatieTechnische nota. Brussel, december 2011
Technische nota Werkbaar werk en de inschatting van zelfstandige ondernemers om hun huidige job al dan niet tot hun pensioen verder te kunnen zetten. Resultaten uit de werkbaarheidsmetingen 2007 en 2010
Nadere informatieMEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL
1 Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E. Medewerkers zijn een belangrijke bron van informatie over veiligheid en gezondheid op het werk. Zij hebben belang bij veilige en gezonde werkomstandigheden.
Nadere informatieEFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober 2012- Oktober 2014
EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING NBPO Oktober 2012- Oktober 2014 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl www.research2evolve.nl
Nadere informatieZorgbarometer 7: Flexwerkers
Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research
Nadere informatieFiguur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ).
Het verzuimpercentage onder het in het primair onderwijs is tussen en afgenomen, van 6,8% in naar 6,4% in. In het voortgezet onderwijs is het verzuimpercentage onder het relatief stabiel: in komt het verzuimpercentage
Nadere informatieArbeidsomstandigheden
t b r o n s e k Arbeidsomstandigheden T Inleiding Wettelijke regels Veiligheid, gezondheid en welzijn Rechten en plichten Uitvoering arbobeleid Inleiding Johan ter Veer, administratief medewerker bij blikfabriek
Nadere informatieZiekteverzuimanalyse van O2A5
Ziekteverzuimanalyse van O2A5 1 Ziekteverzuimanalyse van O2A5 Kalenderjaar 2007: het gehele jaar Kalenderjaar 2008: van januari 2008 tot half augustus 2008 Om een volledig beeld te kunnen vormen van de
Nadere informatiePeriodieke Brancherapportage 2014
Periodieke Brancherapportage 2014 Peildatum: 1 januari 2015 Brancheorganisatie: Datum: Februari 2015 Sectormanager: Jaap Tinga Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage
Nadere informatieVerzorgende beroepen psychisch en fysiek zwaar belastend
Verzorgende beroepen psychisch en fysiek zwaar belastend Lian Kösters In 27 gaf ruim een derde van de werkzame beroepsbevolking aan regelmatig te maken te hebben met een psychisch hoge werkdruk. Iets minder
Nadere informatieAfwijkende werktijden
Afwijkende werktijden Deelresultaten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden en de TNO Arbeidssituatie Survey M.L.M. van Hooff S.N.J. van den Bossche Afwijkende werktijden Deelresultaten van de
Nadere informatieManagement Summary 5e Landelijke Monitoring Fysieke Belasting Kraamzorg onderzoek in opdracht van A+O VVT
Management Summary 5 e Landelijke Monitoring Fysieke Belasting Kraamzorg 1 onderzoek in opdracht van A+O VVT Stichting Arbeidsmarkt- en Opleidingsbeleid Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg (A+O VVT)
Nadere informatieRapport Onderzoek Lerarentekort
Rapport Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: PO-Raad Utrecht, juli 2019 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl
Nadere informatieWat is er aan de hand?
Wat is er aan de hand? Hieronder staan allerlei praktijksituaties die op jou van toepassing kunnen zijn. Herken je hier iets van? Als je op de items klikt, krijg je als advies welke oplossingen uit de
Nadere informatieTabel A: Wat is uw geslacht?
Opmerking vooraf: het tabellenboek begint met een aantal alfabetisch genummerde tabellen die betrekking hebben op achtergrondvariabelen. Hierna volgen met cijfers genummerde tabellen. De nummering van
Nadere informatieWERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID
WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording
Nadere informatieLANG LEVE DE WERKDRUK!
ONDERZOEKSRAPPORT LANG LEVE DE WERKDRUK! 2017 Zaltbommel 2 november 2017 1 LANG LEVE DE WERKDRUK! INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding Onderzoeksrapport 3 2 Demografie 4 3 Resultaten 5 3.1 Werkdruk, werkstress, burn-out
Nadere informatieWerken aan morgen We gaan langer doorwerken, maar willen en kunnen we dat wel?
Werken aan morgen We gaan langer doorwerken, maar willen en kunnen we dat wel? De pensioengerechtigde leeftijd wordt geleidelijk aan verhoogd. We gaan dus langer doorwerken. Hoe denken werkgevers en werknemers
Nadere informatieArbocatalogus Tuincentra
Arbocatalogus Tuincentra Arbocatalogus Tuincentra Voorwoord Voor u ligt de Arbocatalogus Tuincentra, het oplossingenboek voor arborisico s in tuincentra. In de tuincentra denken we bij veiligheid automatisch
Nadere informatieNulmeting Arboplusconvenant Kinderopvang
Nulmeting Arboplusconvenant Kinderopvang Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken Eline Nievers Felicie van Vree B3044 Leiden, 29 september 2005 Voorwoord
Nadere informatieMedewerkersonderszoek 2012/2013. Hoofdrapportage MBO branche
Medewerkersonderszoek 2012/2013 Hoofdrapportage MBO branche Inleiding Voor u ligt het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) in het bekostigd middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Dit eerste MTO is sectorbreed
Nadere informatieSAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender
SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in
Nadere informatieProject Analyse Rapport
Project Analyse Rapport Versie 15-01-2008 Opgemaakt door Dr. R. Lousberg & drs. O. van der Zanden Inhoud Inleiding Kenmerken onderzoeksgroep Discussie Conclusies Aanbevelingen Kernpunten e-syntax BV 2008
Nadere informatieTaak 1.1.8 Arbo >> Discussietaak Burcu Arslan 3T1A. Ergonomie. Arbozorg in de grafimedia
Taak 1.1.8 Arbo >> Discussietaak Burcu Arslan 3T1A Ergonomie Arbozorg in de grafimedia In de grafische sector zijn de laatste jaren behoorlijke inspanningen gedaan om een gezondere bedrijfstak te worden
Nadere informatieDe kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht
De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieOnderzoek Alumni Bètatechniek
Onderzoek Alumni Bètatechniek 0 meting - Achtergrond Eén van de knelpunten op de Nederlandse arbeidsmarkt is een tekort aan technisch geschoolden. De Twentse situatie is hierin niet afwijkend. In de analyse
Nadere informatieServicecentrum Particuliere Beveiliging
2014 Achtergrondinformatie Beveiligingsbranche Circa 300 bedrijven vallen onder de cao Particuliere Beveiliging. In de branche zijn naar schatting 30.000 beveiligers actief, 80% daarvan is werkzaam bij
Nadere informatieNIEUWSBULLETIN GEZOND UITGEVEN! Verzuim & Re-integratie
NIEUWSBULLETIN GEZOND UITGEVEN! Verzuim & Re-integratie Nummer 11, september 2006 NIEUWSBULLETIN GEZOND UITGEVEN! NIEUWS OVER GEZOND UITGEVEN! INHOUD NIEUWS OVER GEZOND UITGEVEN! Dit nieuwsbulletin is
Nadere informatieGemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatiePeriodieke Brancherapportage 2013-2014
Periodieke Brancherapportage 2013-2014 Peildatum: 1 juli 2014 Brancheorganisatie: Datum: oktober 2014 Sectormanager: Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage
Nadere informatieHiv op de werkvloer 2011
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Hiv op de werkvloer 20 Natascha
Nadere informatieLoopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel
Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort
Nadere informatieVerzuimanalyse MBO-sector
Verzuimanalyse MBO-sector 1 e kwartaal 2015 t/m 4 e kwartaal 2015 MBO Raad Woerden, April 2016 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 3 3. Van registratie naar informatie...
Nadere informatieSAMENVATTING RESULTATEN EINDEVALUATIEONDERZOEK
SAMENVATTING RESULTATEN EINDEVALUATIEONDERZOEK ARBO CONVENANT 2003-2006 TNO-RAPPORT Inleiding De resultaten zijn bekend In het voorjaar van 2003 hebben werkgevers, werknemers en het Ministerie van Sociale
Nadere informatieFeiten en cijfers 2010 Branche WMD
Feiten en cijfers 2010 Branche WMD Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen ook in
Nadere informatieTevredenheid over MEE. Brancherapport 2011. Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913
Tevredenheid over MEE Brancherapport 2011 Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913 Zoetermeer, 21 december 2011 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust
Nadere informatieAbvakabo FNV. DJI Agressie & geweld en werkdruk. Uitgevoerd door ADV Market Research. Den Dolder, maart 2011 Dion Langeveld MSc Wim Woning MSc
Abvakabo FNV DJI Agressie & geweld en werkdruk Uitgevoerd door ADV Market Research Den Dolder, maart 2011 Dion Langeveld MSc Wim Woning MSc Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research
Nadere informatieGezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding
Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Het is de vraag of het in alle gevallen reëel is om van werkgevers en de desbetreffende werknemers te verwachten dat zij (in het
Nadere informatieKinderen in West gezond en wel?
GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar
Nadere informatieCLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVAL 2014. December 2014 Marij Tillmanns 36683 GfK 2014 CTO Oval December 2014
CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVAL December Marij Tillmanns 36683 1 Inhoud 1. Management Summary 2. Resultaten Algemeen Overall tevredenheid Bedrijfsarts Casemanager Achtergrondkenmerken 3. Onderzoeksopzet
Nadere informatieARBOBALANS 2018 Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland
Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland Samenvatting Aan de hand van recente monitors en onderzoeken schetst de Arbobalans een actueel beeld van de arbeidsomstandigheden en werkgerelateerde
Nadere informatieWat is eigenlijk PSA?
2 april 2014 Uitgave 1 Wat is eigenlijk PSA? Onder psychosociale arbeidsbelasting of kortweg PSA wordt verstaan de stress in de werksituatie die wordt veroorzaakt door werkdruk, maar ook door zaken als
Nadere informatieRapportage Medewerkersonderzoek 2013 de DCW medewerkers gedetacheerd
Rapportage Medewerkersonderzoek 2013 de DCW medewerkers gedetacheerd 0 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Samenvatting 3 Resultaten 6 Respons Over de respondenten Rapportcijfer Werkbeleving 10 Leidinggeven(den)
Nadere informatiePeriodieke Brancherapportage 2013-2014
Periodieke Brancherapportage 2013-2014 Peildatum: 1 juli 2014 Brancheorganisatie: Datum: september 2014 Sectormanager: Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage
Nadere informatieHieronder staat aangegeven wie er aan het onderzoek hebben meegedaan. Faculteit:95 Sophia:28 Overig (DDHK,Nieuw Hoboken, Woudestein): 41
Beste (oud)deelnemer van het RSI-onderzoek, In deze rapportage willen we u op de hoogte brengen van de resultaten van het RSI-onderzoek. Hieronder vindt u informatie over de gegevens die wij verzameld
Nadere informatiePeiling Flexibel werken in de techniek 2015
Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,
Nadere informatie