Bedrijventerrein Venekoten - Geluidreductieplan. Bedrijventerrein Venekoten, Oosterwolde Geluidreductieplan

Transcriptie

1 Bedrijventerrein Venekoten, Oosterwolde Geluidreductieplan Status voorlopig Versie 003 Rapport M R001 Datum 25 april 2016

2 m:\doc\m\2015\067401\m r001v3.docx Bedrijventerrein Venekoten - Geluidreductieplan Colofon Opdrachtgever Contactpersoon Gemeente Ooststellingwerf Postbus AA OOSTERWOLDE de heer P. Plantenga p.plantenga@ooststellingwerf.nl , Project Gem. Ooststellingwerf - IT Venekoten, Oosterwolde Betreft Geluidreductieplan Uw kenmerk -- Rapport M R001 Datum 25 april 2016 Versie 003 Status voorlopig Uitgevoerd door Informatie Auteur Verantwoordelijk Verwerkt door DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. Lavendelheide PD Drachten Postbus AR Drachten ing. A.G. (Gerard) van Kempen gke@dgmr.nl ing. H.J.M. (Helga) Veul hve@dgmr.nl ing. A.G. (Gerard) van Kempen gke@dgmr.nl GKE TMA BR TVO 2

3 Inhoud 1. Inleiding Algemeen Problematiek Oplossing 4 2. Situatie bedrijventerrein Venekoten Huidige situatie Toekomstige ontwikkelingen 6 3. Schets van de problematiek 8 4. Het geluidreductieplan Wat is een geluidreductieplan? Relatie geluidreductieplan met zonebeheerplan Maatregelen geluidreductieplan Acties/maatregelen die de zoneoverschrijding moeten opheffen Acties/maatregelen die nieuwe zoneoverschrijding voorkomen Acties/maatregelen wanneer doelstelling niet binnen vijf jaar is gehaald Planning geluidreductieplan 21 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Wettelijk kader Beoordelingssystematiek Meldingsformulier akoestische gegevens Stappenplan m:\doc\m\2015\067401\m r001v3.docx

4 m:\doc\m\2015\067401\m r001v3.docx Bedrijventerrein Venekoten - Geluidreductieplan 1. Inleiding 1.1 Algemeen In opdracht van de gemeente Ooststellingwerf heeft DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. een geluidreductieplan opgesteld. Dit plan geeft aan op welke wijze: 1 de geluidsbelasting afkomstig van het gezoneerde bedrijventerrein Venekoten te Oosterwolde in relatie tot de geldende grenswaarden zo goed mogelijk kan worden beheerst en beheerd. 2 tegelijkertijd de economische ontwikkelingen op dat industrieterrein kunnen voortgaan. Voor een goed begrip van de problematiek, eerst wat algemene informatie rondom het thema geluid en geluidszonering bij zoneplichtige industrieterreinen. De geluidszone is vastgesteld op basis van de 50 db(a)-rekencontour, die is omgezet in een beleidscontour. De geluidszone betreft het gebied tussen de grens van het industrieterrein en de zogenoemde beleidscontour. Deze contour wordt de zonegrens genoemd waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein de waarde van 50 db(a) niet te boven mag gaan (art. 40 Wgh). Met een geluidszone rondom een industrieterrein wordt enerzijds beoogd om bedrijven gevestigd op het industrieterrein een passende geluidsruimte te bieden zodat zij hun vergunde activiteiten kunnen uitvoeren, terwijl anderzijds aan de woonbebouwing in de directe nabijheid van het terrein voldoende bescherming wordt geboden voor een goed woon- en leefklimaat. 1.2 Problematiek Een akoestisch vol industrieterrein betekent dat de gecumuleerde geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de zonegrens of bij woningen in de zone gelijk of hoger is dan de geldende grenswaarde, waardoor in de praktijk geen omgevingsvergunning meer kan worden verleend. Vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State geeft aan: hoe gering de overschrijding van de zonegrens ook is, een aanvraag om een omgevingsvergunning moet worden geweigerd. Anders gezegd: het industrieterrein zit in zo n geval op slot. Omgevingsvergunningen kunnen niet meer verleend worden. Een ander probleem is dat meldingen in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer (Abm) bij acceptatie niet getoetst worden aan de geluidszone. Dit leidt tot extra, niet controleerbaar en bestuurbaar geluidruimtebeslag. Wel moet bij vergunningverlening het geluidsruimtebeslag van de meldingen gerespecteerd worden. Ook dit aspect maakt dat het industrieterrein verder op slot komt te zitten en belemmert de vergunningverlening van bedrijven. 1.3 Oplossing Om dit probleem op te lossen, is met de inwerkingtreding van de Crisis- en herstelwet op 31 maart 2010 de Wet geluidhinder (Wgh) gewijzigd en is als instrument het geluidreductieplan geïntroduceerd (art. 67 Wgh). Bij overschrijding van de geluidszone stellen burgemeester en wethouders een geluidreductieplan vast. Dit plan geeft een kwantitatieve akoestische onderbouwing voor de wijze waarop binnen vijf jaar na vaststelling van dit plan aan de grenswaarden kan worden voldaan. In dit plan worden maatregelen aangegeven waarmee de geluidsbelasting van bedrijventerrein Venekoten wordt beperkt en verminderd tot beneden de geldende grenswaarden. 4

5 Nadat het geluidreductieplan de wettelijke voorbereidingsprocedure ( art. 67, lid 3 en 4 Wgh) heeft doorlopen, stellen burgemeester en wethouders het geluidreductieplan vast. Vergunningverlening op het industrieterrein wordt dan weer tijdelijk mogelijk. Daarbij moet het gestelde in het geluidreductieplan in acht worden genomen. Met andere woorden: het industrieterrein is dan weer van het slot.

6 m:\doc\m\2015\067401\m r001v3.docx Bedrijventerrein Venekoten - Geluidreductieplan 2. Situatie bedrijventerrein Venekoten 2.1 Huidige situatie Bedrijventerrein Venekoten in Oosterwolde is een gezoneerd terrein, dat wil zeggen een industrieterrein in de zin van de Wgh. Bedrijventerrein Venekoten is circa 85 ha. groot. Hier bevinden zich momenteel ongeveer 65 bedrijven uit met name de sectoren logistiek, industrie, bouwnijverheid, handel en commerciële dienstverlening. De ligging van dit gezoneerde industrieterrein alsmede van de bijbehorende geluidszone, zijn ter verduidelijking weergegeven op figuur 1 op de volgende pagina. Het Ecomunitypark, gelegen ten zuiden van het industrieterrein, maakt geen onderdeel uit van het gezoneerde industrieterrein. Voor 42 binnen de zone gelegen woningen is een maximaal toelaatbare geluidsbelasting (MTG) of hogere waarde (HW) vanwege het industrieterrein van 55 db(a) op de gevel vastgesteld. Hiervan zijn 3 woningen nog niet gerealiseerd (woningen aan de noordzijde van de Venekoterweg, tussen de Lage Haer en het Kuunderhof). De gemeente Ooststellingwerf draagt zorg voor de vergunningverlening en het ruimtelijk beleid op en rond bedrijventerrein Venekoten. De gemeente Súdwest-Fryslân voert het beheer van de geluidszone uit. 2.2 Toekomstige ontwikkelingen De gronden op het bedrijventerrein Venekoten zijn op dit moment vrijwel volledig in gebruik. Uitzondering hierop zijn de uitbreiding aan de zuidzijde van het industrieterrein (Venekoten-nieuw) en enkele panden verspreid over het industrieterrein. Oenema verhuist naar verwachting van Venekoten- Noord naar Venekoten-nieuw. Daarnaast speelt mogelijke uitbreiding van bestaande bedrijven, onder meer Plusfood, Smildefood, vml. Mesken, Van Tol en Eisenga. Op grond van het Masterplan Oosterwolde-centrum/ Venekoten-Noord streeft de gemeente Ooststellingwerf voor het deelgebied Venekoten-Noord/ Kop van Venekoten naar een grotendeels nieuwe invulling met bedrijven met een lagere milieucategorie (ten hoogste milieucategorie 3.2). Deze bestaat uit herverkaveling van de terreinen van Oenema, invulling van de terreinen van Jonge Poerink met bedrijfsactiviteiten met een beperkte milieuzone, transformeren van de bestaande bebouwingsrand aan de 13-aprilstraat naar een wand met bedrijven met een zeer beperkte milieucirkel, vervangen van de huidige bedrijven Arriva en Dengo door een hoogwaardige woonfunctie. 6

7 Bedrijventerrein Venekoten figuur 1: ligging gezoneerd industrieterrein (blauw) en vastgestelde geluidszone (groen)

8 m:\doc\m\2015\067401\m r001v3.docx Bedrijventerrein Venekoten - Geluidreductieplan 3. Schets van de problematiek In onderstaande figuur is een print gegeven van het geluidszonemodel. Hierop zijn de knelpunten in de huidige situatie weergegeven met de buitenste grens van de geluidszone (gele) en de 50 db(a)-contour van alle bedrijven tezamen (oranje). figuur 2: knelpunten huidige situatie 8

9 De knelpunten hebben betrekking op het volgende: 1 Overschrijding geluidszone. Aan de oostzijde ligt de 50 db(a)-contour buiten de buitenste grens van de geluidszone. Hier is sprake van een overschrijding van de geluidszone van 2 tot 3 db. Voor deze overschrijdingslocatie zijn 3 bedrijven maatgevend: Plusfood, Mesken en Schildersgilde. Aan de noord- en westzijde ligt de 50 db(a) contour tegen de buitenste grens van de geluidszone aan, waardoor op dit moment voldaan wordt aan de grenswaarden, maar waar overschrijding van de geluidszone op korte termijn te verwachten is. Aan de overige zuidzijde ligt de 50 db(a)-contour ruim binnen de buitenste grens van de geluidszone. 2 Overschrijding hogere waarde bij woning Venekoten 14 (W28 op figuur 2, oostzijde). De geluidsbelasting op de woning aan de Venekoten 14 bedraagt 56 db(a) etmaalwaarde op grond van het vigerende geluidszonemodel, terwijl hier 55 db(a) is toegestaan. De hogere waarde wordt hier met 1 db overschreden. 3 Grens industrieterrein dichtbij zonegrens. Aan de noord- en oostzijde van het industrieterrein ligt de grens van het industrieterrein nagenoeg tegen de buitenste grens van de geluidszone aan. Ook aan de westzijde, ter hoogte van de knik in de Venekoterweg, is hier sprake van. Enerzijds is de kans dat een overschrijding van de geluidszone ontstaat groot wanneer een bedrijf geluidrelevante activiteiten vraagt nabij de grens van het industrieterrein. Anderzijds is het lastig om hier een vergunningsplichtig bedrijf te vestigen wat aan de geluidseisen kan voldoen. Meldingsplichtige bedrijven kunnen zich hier op basis van het geldende bestemmingsplan zondermeer vestigen, maar voor deze bedrijven ontbreekt het aan sturingsmogelijkheden ten aanzien van geluid. Met als gevolg dat (nieuwe) overschrijdingen kunnen plaatsvinden. 4 Veel bedrijven onder regime Abm. Op het gehele industrieterrein bevinden zich bedrijven die vallen onder het Abm. Meldingen in het kader van het Abm worden bij acceptatie niet getoetst aan de geluidszone. Dit leidt tot niet controleerbaar en bestuurbaar geluidsruimtebeslag. Wel moet bij vergunningverlening het geluidsruimtebeslag van de meldingen gerespecteerd worden. 5 Bedrijfsverzamelgebouwen onder regime Abm (lichtblauwe cirkels op figuur 2). Bedrijfsverzamelgebouwen huisvesten doorgaans bedrijven die een kantoorruimte, opslag of een kleine werkplaats nodig hebben. Bij bedrijfsverzamelgebouwen is sprake van een grote dichtheid van bedrijven in relatie tot het oppervlak van het industrieterrein. Ditzelfde effect doet zich voor bij concentratie van meerdere kleine bedrijven. Omdat voor al deze bedrijven de standaardvoorschriften uit het Abm gelden, ontstaat er veel geluidruimtebeslag op deze oppervlakte. De geluidsruimte die de bedrijven krijgen komt niet overeen met de werkelijke geluidsuitstraling (deze is veel kleiner). Dit gaat ten koste van de vergunningsplichtige bedrijven, omdat er voor deze bedrijven in verhouding minder geluidsruimte over blijft, terwijl de geluidsruimte op het industrieterrein juist voor de vergunningsplichtige bedrijven bedoeld is. 6 Maatwerkvoorschriften niet opgelegd. In het geluidszonemodel zijn maatwerkvoorschriften verwerkt voor diverse bedrijven die onder het Abm vallen. Het gaat om akoestische maatwerkvoorschriften voor werkzaamheden in de avond- en nachtperiode. Deze maatwerkvoorschriften zijn niet geconcretiseerd / opgelegd aan de bedrijven. In het zonemodel mag daarom geen rekening gehouden worden met de maatwerkvoorschriften. Wanneer deze maatwerkvoorschriften buiten beschouwing gelaten worden, schuift de 50 db(a)-contour verder van de grens van het industrieterrein vandaan. Met als gevolg dat de overschrijding groter is. 7 Oostzijde: bedrijven milieucategorie 4.1 toegestaan. Het bestemmingsplan staat vestiging van deze bedrijven toe aan de oostzijde van het industrieterrein, maar akoestisch gezien is dit veelal niet mogelijk door de situering direct tegen de grens van het industrieterrein en nabij de geluidszone.

10 m:\doc\m\2015\067401\m r001v3.docx Bedrijventerrein Venekoten - Geluidreductieplan De al eerder genoemde toekomstige ontwikkelingen leiden tot een lichte toename op de al bestaande overschrijdingslocaties, maar zorgen naar verwachting niet voor extra overschrijdingslocaties. De toename heeft voornamelijk betrekking op het gebied ten zuiden van de lijn tussen de zonepunten Z04 en Z22. Uit het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat bedrijventerrein Venekoten op slot zit. Dit heeft consequenties voor de behandeling van aanvragen om omgevingsvergunning voor bedrijven op dit industrieterrein. Volgens art. 2.14, lid 1 sub c onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 1 (Wabo) moet het bevoegd gezag (provincie of gemeente) bij het nemen van een beslissing op een dergelijke vergunningaanvraag de geldende grenswaarden in acht nemen. Een aanvraag om omgevingsvergunning kan alleen worden gehonoreerd als het betreffende bedrijf de geluidsbelasting dusdanig verlaagt, dat de overschrijding van de zone in één keer wordt weggenomen. In de praktijk is dit in de meeste gevallen niet mogelijk omdat de overschrijding meestal door meerdere bedrijven gezamenlijk wordt veroorzaakt. Het verlenen van een omgevingsvergunning die een kleine bijdrage levert aan het oplossen van de aanwezige overschrijding is niet mogelijk. Dit levert een heel onwenselijke situatie op waarin het oplossen van de problematiek niet haalbaar is. De Crisis- en herstelwet biedt echter sedert de inwerkingtreding in 2010 een oplossing in de vorm van het vaststellen van een geluidreductieplan als bedoeld in art. 67 Wgh 2. 1 Voor meer informatie over het wettelijk kader, zie bijlage 1 2 Voor meer informatie over het wettelijk kader, zie bijlage 1 10

11 4. Het geluidreductieplan 4.1 Wat is een geluidreductieplan? Een geluidreductieplan is bedoeld om industrieterreinen die akoestisch op slot zitten, van slot te halen. Burgemeester en wethouders stellen het geluidreductieplan vast nadat de procedure zoals beschreven in art. 67, leden 3 en 4 Wgh is doorlopen. Met een vastgesteld geluidreductieplan kunnen omgevingsvergunningen worden verleend als deze geen extra bijdrage leveren aan de al bestaande overschrijding. Omgevingsvergunningen die wél een extra bijdrage leveren, kunnen wel worden verleend zolang deze passen binnen de doelstelling van het geluidreductieplan. Als er een geluidreductieplan van kracht is, treedt bij de behandeling van aanvragen om omgevingsvergunning dat plan als toetsingskader in de plaats van de wettelijke grenswaarden (art. 2.14, lid 1 sub c onder 3 Wabo). Een geluidreductieplan bevat tenminste een beschrijving van het te voeren beleid om de geluidsbelasting binnen en buiten de bestaande geluidszone te beperken en van de voorgenomen maatregelen om de geluidsbelasting van het hele industrieterrein te verminderen tot beneden de grenswaarden en tevens kan het plan tot doel hebben om zoveel mogelijk geluidsruimte te creëren. Een realistisch plan maakt het verlenen van omgevingsvergunningen op een akoestisch vol industrieterrein weer mogelijk. Het geluidreductieplan geeft een kwantitatieve akoestische onderbouwing voor de wijze waarop binnen vijf jaar na vaststelling van het plan aan de grenswaarden kan worden voldaan. In het geluidreductieplan kan worden bepaald dat fysieke maatregelen nodig zijn, zoals vervanging van lawaaiige apparaten door geluidsarme(re) uitvoeringen of toepassing van geluiddempers en geluidafschermende voorzieningen. Verder is het ook mogelijk dat in bestaande vergunningen de niet gebruikte geluidsruimte wordt weggehaald of dat via maatwerkvoorschriften de uit het Abm voortvloeiende forfaitaire geluidsbelasting wordt afgeroomd. Daarnaast dient in het plan aan de orde te komen het te voeren beleid om de geluidsbelasting te beperken alsook welke stappen moeten worden ondernomen als de geluidsbelasting binnen vijf jaar na vaststelling van het plan niet is verminderd tot beneden de grenswaarden. Het geluidreductieplan streeft naar het oplossen van de zoneoverschrijding en het terugbrengen van een gezonde akoestische situatie op het industrieterrein binnen een periode van vijf jaar. Om een dergelijke gezonde akoestische situatie daarna zoveel mogelijk vast te houden, zal in aanvulling op het geluidreductieplan een zonebeheerplan als bedoeld in art. 164 Wgh 3 (juncto art. 163 Wgh) moeten worden opgesteld. 4.2 Relatie geluidreductieplan met zonebeheerplan Zo n zonebeheerplan geeft aan hoe met het beheer van de geluidsruimte op het industrieterrein wordt omgegaan. Een zonebeheerplan is bedoeld om afspraken vast te leggen over zaken als: De wijze van zonebewaking: door het stellen en handhaven van goede geluidsvoorschriften in vergunningen en waar mogelijk via de gronduitgifte. De wijze van zonebeheer: door het zorgen voor een permanent actueel overzicht van de totale geluidsbelasting en de beschikbare geluidsruimte. De wijze van geluidruimteverdeling: via een akoestisch inrichtingsplan met eisen voor de geluidsemissie per kavel (verkavelingkaart), het aanhouden van een algemene geluidsreserve 3 Voor meer informatie over het wettelijk kader, zie bijlage 1

12 m:\doc\m\2015\067401\m r001v3.docx Bedrijventerrein Venekoten - Geluidreductieplan enzovoorts. Daarbij moet nadrukkelijk worden gekeken naar de samenhang tussen dit geluidreductieplan en een toekomstig zonebeheerplan. De situatie die wordt bereikt na het uitvoeren van de maatregelen die in het geluidreductieplan worden opgenomen, moet worden bewaakt via een zonebeheerplan. Dat is ook het moment waarop de werking van het geluidreductieplan ophoudt (de overschrijding van de zone is opgelost) en er ruimte komt voor het inzetten van het zonebeheerplan. 12

13 5. Maatregelen geluidreductieplan In hoofdstuk 3 is de problematiek van de overschrijding van de zonegrens beschreven. In dit hoofdstuk gaan we in op maatregelen om deze zoneoverschrijding teniet te doen en gaan we in op maatregelen die ervoor moeten zorgen dat op termijn geen nieuwe overschrijding gaat ontstaan. De basis voor het geluidreductieplan is het zonemodel. Het is belangrijk dat het zonemodel in overeenstemming is met de werkelijke (vergunde) situatie. Een goede basis is essentieel om goede keuzes te maken. Wanneer het zonemodel niet geheel actueel is, kunnen de ontwerpkeuzes in het geluidreductieplan gebaseerd worden op onjuiste gegevens. Hierdoor bestaat de kans dat onjuiste ontwerpkeuzes gemaakt worden, waardoor binnen afzienbare tijd opnieuw overschrijdingen van de zone ontstaan, mogelijk extra maatregelen nodig zijn of onnodige kosten gemaakt worden. Geadviseerd wordt om als actie/maatregel 0 het model te updaten/optimaliseren. Denk hierbij aan: Periodieke controleren of er zich op het bedrijventerrein relevante wijzigingen voordoen Verwijderen niet relevante bedrijven Verwijderen van geamoveerde bedrijfsgebouwen of andere afschermende of reflecterende objecten Aanbrengen hoogtelijnen Controleren bodemgebieden Hanteren geluidsreservering op braakliggend kavel of kavels van verplaatste of beëindigde bedrijven Overwegen maatwerkvoorschriften, wanneer bedrijf in de avond- of nachtperiode niet actief is. In aansluiting hierop kiest de gemeente Ooststellingwerf voor de volgende acties/maatregelen: 1 Updaten en handhaven zonemodel 2 Maatwerkvoorschriften 3 Gedeeltelijk dezoneren 4 Geheel dezonering 5 Aanvullende voorschriften vergunningsplichtige bedrijven 6 Uitbreiding bedrijventerrein en geluidszone. De te nemen acties/maatregelen kunnen worden verdeeld in drie categorieën: 1 Acties/maatregelen die de zoneoverschrijding moeten opheffen. 2 Acties/maatregelen die moeten voorkomen dat een nieuwe zoneoverschrijding ontstaat. 3 Acties/maatregelen die in beeld komen wanneer de geluidsbelasting niet binnen vijf jaar na vaststelling van het geluidreductieplan is verminderd tot beneden de grenswaarde. 5.1 Acties/maatregelen die de zoneoverschrijding moeten opheffen. De zoneoverschrijding moet teniet worden gedaan met inzet van de volgende acties c.q. maatregelen: a Controleren maatgevende bedrijven in model op basis van werkelijk (vergunde) situatie. b Onderzoek naar mogelijke aanpassing van geluidsvoorschriften bij maatgevende bedrijven. c Onderzoek naar mogelijk te treffen geluidwerende voorzieningen bij maatgevende bedrijven. d (Deels) dezoneren van het industrieterrein. e Zoneverruiming. a. Controleren maatgevende bedrijven Het zonebeheermodel is een samenvoeging van alle akoestische (vergunning)modellen. Als één van de maatgevende (vergunning)modellen niet meer actueel is of niet het juiste (vergunning)model in het zonebeheermodel is overgenomen, bestaat de kans dat de geconstateerde overschrijding niet juist is.

14 m:\doc\m\2015\067401\m r001v3.docx Bedrijventerrein Venekoten - Geluidreductieplan Per 1 januari 2016 betreffen de vergunningsplichtige bedrijven op bedrijventerrein Venekoten: Oenema, AGC, NWM wegmarkeringen en Schaafsma. Het bestemmingsplan biedt ruimte voor meer vergunningsplichtige bedrijven. Gezien de toegestane milieucategorieën gaat om het gehele industrieterrein, uitgezonderd de noordoostzijde en het gebied langs de Venekoterweg. Oenema verhuist. Voor Oenema is in april 2016 akoestisch onderzoek uitgevoerd voor de nieuwe locatie. Voor de Schaafsma is in februari 2016 akoestisch onderzoek uitgevoerd. De zonebeheerder/ het bevoegd gezag kan aanvullende geluidsvoorschriften overwegen. Voor AGC en NWM wegmarkeringen is er geen aanleiding om aanvullende voorschriften op te leggen. De overige bedrijven vallen onder de werkingssfeer van het Abm. Voor deze bedrijven kunnen maatwerkvoorschriften voor geluid overwogen worden. In de zuidoosthoek is sprake van een overschrijding van de geluidszone. De bedrijven Plusfood, vml. Mesken en Schildersgilde zijn bepalend voor deze overschrijding. Controle van deze bedrijven kan als volgt plaatsvinden. Bedrijf Aanpassing c.q. maatregelen Indicatie van verwachte effect Plusfood Actuele geluidsituatie machinekamer in beeld brengen Nader te bepalen. Mogelijk extra reductie van 1 à 2 db(a). Zie vervolg over maatwerkvoorschriften. Vml. Mesken Actuele geluidsituatie in beeld brengen Zie vervolg over maatwerkvoorschriften. Schildersgilde Actuele geluidsituatie in beeld brengen Zie vervolg over maatwerkvoorschriften. b. Mogelijke aanpassingen geluidsvoorschriften Het is mogelijk dat het vergunningmodel en de daarbij behorende vergunning gedateerd is en de mogelijk geclaimde geluidsruimte niet (meer) in gebruik is. Zoals bovenstaand vermeld, kan dit in de huidige situatie alleen van toepassing zijn op AGC en NWM wegmarkeringen. Bij deze situatie kan bijvoorbeeld door middel van handhaving de niet gebruikte geluidsruimte teruggevorderd worden. Deze terugvordering zal in overleg met het bedrijf worden doorgevoerd door middel van aanpassing van de geluidsvoorschriften uit de vergunning. De effecten van deze actie zijn moeilijk in te schatten en zullen bij de verdere analyse buiten beschouwing worden gelaten. Om de lasten voor de bedrijven en voor de gemeente zo gering mogelijk te maken, wordt de uitvoering van de maatregelen zoveel mogelijk gekoppeld aan de reguliere wijziging van vergunningen. Tegelijkertijd kunnen acties genomen worden om de procedures van wijziging van vergunningen tijdig op te starten. De gemeente, ofwel de OWO (samenwerkingsverband gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland) namens de gemeente, zal de betreffende bedrijven daartoe benaderen. In het geval van provinciale vergunningen is, al dan niet via de OWO, overleg noodzakelijk tussen de gemeente en de provincie. 14

15 c. Mogelijke geluidwerende voorzieningen Uit het geluidzonemodel volgen de akoestisch maatgevende bronnen. In overleg met de betreffende bedrijven kan onderzoek verricht worden naar mogelijke geluidwerende voorzieningen. In de zuidoosthoek is sprake van een overschrijding van de geluidszone. De bedrijven Plusfood, vml. Mesken en Schildersgilde zijn bepalend voor deze overschrijding. Nader onderzoek naar de actuele geluidssituatie kan uitwijzen of hier maatwerkvoorschriften mogelijk zijn ten aanzien van geluid, waarmee de overschrijding van de zone opgelost kan worden.

16 m:\doc\m\2015\067401\m r001v3.docx Bedrijventerrein Venekoten - Geluidreductieplan Bedrijf Aanpassing c.q. maatregelen Indicatie van verwachte effect Plusfood Plaatsen van een akoestische voorziening voor het rooster van de schroefcompressor, de condensors en de koeltorens van de machinekamer (bronnen 336 en 343). Reduceren van het binnenniveau in de machinekamer of aanbrengen van geluidsisolerend materiaal, waardoor de gevelafstraling van de machinekamer afneemt (bronnen 337 en 340). Sluiten van de deur van de machinekamer (bron 337). Nader te bepalen. Vooralsnog wordt uitgegaan van een bronreductie van circa 10 db(a). Als de overschrijding van de zone in de zuidoosthoek opgelost wordt, is aan deze zijde geen verruiming van de zone nodig en ook geen nieuwe hogere waarden. Uit de indicatieve berekeningen blijkt dat het uitvoeren van maatregelen de overschrijding op de zone lijkt op te lossen. De geluidsbelasting na de maatregelen is op de maatgevende punten aan de oostzijde circa 50 db(a). Verder blijkt dat de maatregelen niet zullen zorgen voor extra geluidsruimte om toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken. Deze geluidsruimte kan mogelijk komen uit de acties zoals onder punt a genoemd. Echter deze effecten zijn op dit moment niet inzichtelijk te maken. d. (Deels) dezoneren van het industrieterrein Naast bovenstaande maatregelen denkt de gemeente Ooststellingwerf aan het (deels) dezoneren van het industrieterrein. Een geluidgezoneerd industrieterrein is bedoeld voor vestiging van bedrijven die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken. Deze grote lawaaimakers betreffen bedrijven zoals genoemd in onderdeel D van bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Op dit moment zijn geen grote lawaaimakers gevestigd op bedrijventerrein Venekoten. Dit betekent dat bedrijventerrein Venekoten in de huidige situatie eigenlijk geen gezoneerd industrieterrein hoeft te zijn. Het bestemmingsplan staat echter wel grote lawaaimakers toe. Uit overleg met de gemeente volgt dat de kans dat een nieuwe grote lawaaimaker zich vestigt op bedrijventerrein Venekoten gering is. De onderstaande bestaande bedrijven kunnen doorgroeien tot een grote lawaaimaker : AGC zou kunnen uitgroeien tot glas- en glasproductenfabriek, p.c. > t/j en > kg/uur, milieucategorie 4.2. Op de huidige AGC-locatie is milieucategorie 4.1 toegestaan. Aanpassing van de toegestane milieucategorie tot 4.2 of verhuizing naar het deel waar milieucategorie 4.2 is toegestaan, biedt AGC de kans om uit te groeien tot grote lawaaimaker. Het is echter de vraag of AGC deze ambitie heeft en of deze productiecapaciteit reëel is in de markt (de gemeente gaat dit na in overleg met AGC). Aandachtspunt bij dezonering is het beoordelingsregime. Dit wijzigt. Voor bedrijfswoningen van derden op een gezoneerd industrieterrein bestaat nu geen wettelijk toetsingskader. Na (gedeeltelijke) dezonering genieten bedrijfswoningen buiten het (resterende) industrieterrein een zekere bescherming. De gemeente Ooststellingwerf hanteert hier geen aanvullende eisen. Woningen van derden buiten een gezoneerd industrieterrein moeten meegenomen worden in de beoordeling bij vergunningverlening en meldingen. Bij vergunningverlening wordt doorgaans de systematiek uit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (HIL98) gevolgd. Bij meldingen in het kader van het Abm worden de in dit besluit aangegeven eisen gehanteerd. 16

17 In enkele situaties zijn maatwerkvoorschriften nodig voor de maximale geluidsniveaus, met name wanneer (vrachtwagen)transport plaatsvindt nabij de gevel van een bedrijfswoning van derden. Voor OPI zijn de berekende waarden voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus te hoog voor het opleggen van maatwerkvoorschriften. Voor Venekoten-Noord worden geen knelpunten verwacht. Gezien de gemeentelijke plannen (Masterplan Oosterwolde-centrum/ Venekoten-Noord) ligt dezonering van Venekoten-Noord voor de hand. Volledige dezonering van het industrieterrein is niet mogelijk vanwege OPI. Door handhaving van de zone bij AGC behoudt AGC de mogelijkheid om uit te groeien tot grote lawaaimaker. De gemeente kiest voor dezonering van Venekoten-Noord en handhaving van het overige deel van het gezoneerde industrieterrein met de mogelijkheid voor nieuwvestiging van een grote lawaaimaker of doorgroei van een bestaande inrichting. Deels dezoneren is pas mogelijk zodra de overschrijdingen op de zone- en MTG/HW-punten zijn opgelost. Naar verwachting brengt dit onderzoek naar en het opleggen van maatwerkvoorschriften met zich mee (zie ook paragraaf 5.2, punt c). Tevens brengt dit een zorgvuldige onderbouwing met zich mee in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Na deels dezoneren kan de geluidszone heroverwogen worden op basis van de berekende geluidscontour en kunnen hogere waarden worden herzien. e. Zoneverruiming Eventuele verruiming van de zone heeft betrekking op 3 delen van bedrijventerrein Venekoten: 1 De oostzijde, waar de grens van het industrieterrein nabij de buitenste grens van de geluidszone ligt. 2 De zuidzijde, hier kan de geluidszone van bedrijventerrein Venekoten uitgebreid worden met het aangrenzende Ecomunitypark. 3 De noordwestzijde (noordzijde Venekoterweg, tussen de Lage Haer en het Kuunderhof), waar de grens van het industrieterrein nabij de buitenste grens van de geluidszone ligt. Aandachtspunten bij zoneverruiming zijn de hogere waarden. Bestaande hogere waarden (of MTGwaarden) mogen ten hoogste 5 db verhoogd worden (art. 55 Wgh) en mogen de 60 db(a) niet te boven gaan. Voor nieuwe hogere waarden geldt 55 db(a). Uit paragraaf 5.1 punt a en c volgt wanneer de bestaande overschrijdingen van de geluidszone oplosbaar zijn, zoneverruiming aan de oost- en noordwestzijde overbodig is. Uitbreiding zijde Ecomunitypark: de activiteiten van de bedrijven in dit gebied passen binnen de kaders van het Abm. Op basis van de standaard geluidsvoorschriften uit dit besluit is voor het gehele gebied uitgegaan van 50 db(a) op 50 meter vanaf de grens van de inrichting. Bij de dichtstbijgelegen woningen aan de Boekhorst treden geluidsniveaus op tot ten hoogste 49 db(a). De bestaande geluidszone schuift bij het Ecomonitypark circa 100 meter op in zuidwestelijke richting. Hieruit volgt dat er geen nieuwe hogere waarden nodig zijn en dat de procedure enkel bestaat uit de verruiming van de zone. De onderzochte verruiming van de zone past binnen de kaders van de Wet geluidhinder. Voor uitbreiding van de geluidszone is een ruimtelijke onderbouwing nodig.

18 m:\doc\m\2015\067401\m r001v3.docx Bedrijventerrein Venekoten - Geluidreductieplan 5.2 Acties/maatregelen die nieuwe zoneoverschrijding voorkomen Omdat ook een duurzame oplossing voor de zoneproblematiek gewenst is, zullen acties moeten worden ondernomen waarmee dat bereikt wordt en waar nieuwe ontwikkelingen aan getoetst zullen worden. Met andere woorden: een afdoende monitoring is noodzakelijk. De gemeente Ooststellingwerf zal als bevoegd gezag voor het zonebeheer de uitgifte van geluidsruimte nauwlettend moeten beheren om nieuwe overschrijdingen van de grenswaarde te voorkomen en zodoende geluidsruimte beschikbaar houden voor verdere economische ontwikkelingen. Hierbij zijn onderstaande acties van belang: a Het actueel houden van het zonemodel b Toepassen Beste Beschikbare Technieken (BBT) c Toepassen maatwerkvoorschriften d Toezicht en handhaving e Zonebeheer. a. Het actueel houden van het zonemodel Tijdens periodieke controles wordt nagegaan of zich op het industrieterrein relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de bedrijfsvoering van bedrijven of wijzigingen van de omgevingskenmerken. Als een bedrijf in de avond- en/of nachtperiode niet meer actief is, dan zal dat ook vertaald moeten worden in (gewijzigde) vergunningvoorschriften/ maatwerkvoorschriften voor dat bedrijf en in het zonemodel als zodanig moeten worden opgenomen. Dit uiteraard alleen als dit relevant is voor de geluidsbelasting op de zone of op de MTG-woningen. Doelmatigheid speelt hierbij een belangrijke rol. Een andere wijziging kan zijn het slopen van bedrijfsgebouwen of andere afschermende of reflecterende objecten. Ook dit soort wijzigingen dienen in het model te worden opgenomen. Verplaatste of beëindigde bedrijven moeten in het model worden vermeld met handhaving van de geluidsbronnen op het vrijkomende kavel. Hiervoor kan een standaard geluidsvermogen (db(a)/m 2 ) op de betreffende kavel worden gelegd, gerelateerd aan de toegestane milieucategorie uit het bestemmingsplan. Hierdoor blijft geluidsruimte gereserveerd voor een nieuw bedrijf op dezelfde locatie. b. Toepassen Beste Beschikbare Technieken (BBT) Toepassing van de beste beschikbare technieken is het beginsel dat ervan uitgaat dat een inrichting zoveel als economisch en technisch mogelijk is nadelige gevolgen voor het milieu beperkt. Bij het opleggen van vergunning- of maatwerkvoorschriften zal erop worden gelet dat in het bedrijf ten minste de voor het bedrijf in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Dit beginsel is vastgelegd in art lid 1 sub c onder 1 Wabo 4. c. Toepassen maatwerkvoorschriften Veel bedrijven vallen sinds 2008 onder de werkingssfeer van het Abm. Voor deze meldingsplichtige bedrijven zijn algemeen geldende (geluids)voorschriften van toepassing. Zo zijn er ook op Venekoten meldingsplichtige bedrijven opgenomen met het standaard voorschrift van 50 db(a) etmaalwaarde op 50 m vanaf de terreingrens. Echter, uit ervaring is bekend dat het regelmatig voorkomt dat dergelijke bedrijven deze geluidsruimte niet nodig hebben, zeker niet in de avond- en/of nachtperiode. Een gemeente kan voor meldingsplichtige bedrijven maatwerkvoorschriften vaststellen. Hiervoor kan aansluiting worden gezocht bij de VNG-publicatie bedrijven en milieuzonering. In die publicatie staan 4 Voor meer informatie over het wettelijk kader, zie bijlage 1 18

19 per bedrijvencategorie richtwaarden opgenomen waar rekening mee kan worden gehouden bij nieuwe ontwikkelingen. Aangenomen wordt dat deze richtwaarden meestal ook toepasbaar zijn bij bestaande bedrijfsactiviteiten uit de betreffende categorieën. Ook bij de toets van meldingsplichtige bedrijven in bedrijfsverzamelgebouwen dient extra aandacht te worden besteed aan de locaties die kritisch zijn voor een mogelijke zoneoverschrijding of significante bijdrage op de zone, waardoor de effecten van het geluidreductieplan teniet worden gedaan. Voor bedrijfsverzamelgebouwen zal aangetoond moeten worden dat de bedrijfsunits cumulatief kunnen voldoen. In het algemeen komt dit neer op maatwerkvoorschriften van een geluidsbelasting van 45 db(a) op 50 of 30 meter van de kavel. Het vaststellen van maatwerkvoorschriften kan, gezien de ligging van de meeste meldingsplichtige bedrijven, aan alle zijden van het industrieterrein mogelijk extra geluidsruimte creëren. Maatwerkvoorschriften zijn niet overdraagbaar. Voor een nieuw bedrijf gelden de standaard geluidsvoorschriften uit het Abm. Wanneer een bedrijf hieraan voldoet, bestaat er geen weigeringsgrond (zie vervolg over maatwerkvoorschriften in paragraaf 5.2) op grond van de geluidszonering. d. Toezicht en handhaving Het bevoegd gezag (afhankelijk van de aard van het bedrijf de provincie of de gemeente) zal nauwgezet en consequent moeten controleren en handhavend optreden bij overschrijding van de geluidsvoorschriften. e. Zonebeheer Burgemeester en wethouders zorgen ervoor dat er voldoende informatie beschikbaar is over de geluidsruimte binnen de zone (art. 163 Wgh). Zonebeheer is het bewaren van het overzicht over de beschikbare en te beheren geluidsruimte, het toedelen van de nog beschikbare geluidsruimte en het bewaken van de vastgestelde zonegrenswaarden. Zonebeheer is een instrument voor de beoordeling van de actuele situatie en voor de beoordeling van de toekomstige ontwikkelingen op en rond een industrieterrein. In samenhang met en als vervolgstap op dit geluidreductieplan kan voor Venekoten een zonebeheerplan als bedoeld in art. 164 Wgh worden opgesteld. In bijlage 2 wordt de wijze van verdelen van de geluidsruimte zoals deze voor het geluidreductieplan zal gelden, nader beschreven en toegelicht. 5.3 Acties/maatregelen wanneer doelstelling niet binnen vijf jaar is gehaald Het geluidreductieplan is erop gericht dat de geluidsbelasting binnen de planperiode van vijf jaar na de vaststelling van het plan is verminderd tot ten hoogste de grenswaarden. De Wgh houdt ook rekening met de situatie dat de doelstelling van vermindering van de geluidsbelasting tot de grenswaarden niet binnen vijf jaar wordt bereikt. Art. 67 lid 2 onder c Wgh 6 schrijft daarom voor dat een geluidreductieplan ook een beschrijving moet bevatten van de wijze waarop de vermindering van de geluidsbelasting van het betreffende industrieterrein zal worden gerealiseerd, indien dit doel in de eerste periode niet wordt gehaald.

20 m:\doc\m\2015\067401\m r001v3.docx Bedrijventerrein Venekoten - Geluidreductieplan Maatregelen die dan in beeld kunnen komen, zijn: a Indien wijziging of aanpassing van vergunningen van maatgevende bedrijven later dan binnen de planperiode van vijf jaar plaatsvindt, kan de doelstelling van dit geluidreductieplan niet worden gehaald. In zo n geval wordt de uitvoering van die maatregel in de volgende periode van vijf jaar doorgezet. Gezien het feit dat omgevingsvergunningen van bedrijven periodiek geactualiseerd worden, mag verwacht worden dat binnen de volgende periode van vijf jaar (aansluitend aan de uitvoeringsperiode van het geluidreductieplan) een afdoende geluidsreductie kan worden bewerkstelligd. b Het waar nodig treffen van fysieke geluidafschermende voorzieningen. c Nauwgezet en consequent toezicht houden en handhavend optreden bij overschrijding van de zoneof MTG/HW-waarden. 20

21 6. Planning geluidreductieplan In de Wgh is een periode van vijf jaar opgenomen voor het uitvoeren van acties en maatregelen die onderdeel vormen van een geluidreductieplan. De voorgestelde maatregelen moeten realistisch zijn. Bij de planning van de uitvoering van de maatregelen en acties moet rekening worden gehouden met de genoemde periode van vijf jaar. In de onderstaande tabel worden de uitvoering van maatregelen en acties alsmede de planning hiervan verder toegelicht. Maatregel/actie planning CONTROLE OMGEVINGSVERGUNNINGEN Controle vergunningen 2016 Overleg met bedrijven met ongebruikte geluidsruimte 2016 Aanpassing vergunningen van bedrijven met ongebruikte geluidsruimte gemeentelijke bedrijven provinciale bedrijven (indien van toepassing) afhankelijk van planning provincie, maar voor 2019 WERKWIJZE T.A.V. MAATGEVENDE BEDRIJVEN Startoverleg 2016 Onderzoeken mogelijkheden Aanpassing vergunningen van bedrijven waar maatregelen te treffen zijn gemeentelijke bedrijven provinciale bedrijven (indien van toepassing) afhankelijk van planning provincie, maar voor 2019 (DEELS) DEZONEREN VAN HET INDUSTRIETERREIN Oplossen overschrijdingen op zone en MTG/HW-punten 2016 Controle gewijzigd beoordelingsregime 2016 Onderzoek naar en opleggen van maatwerkvoorschriften 2016 Zorgvuldige onderbouwing in het kader van een goede ruimtelijke ordening 2017 Aanpassing geluidszone en eventueel hogere waarden 2017 ZONEVERRUIMING Controle hogere waarden mogelijk 2016 Zorgvuldige onderbouwing in het kader van een goede ruimtelijke ordening 2016 Aanpassing geluidszone en eventueel hogere waarden 2017 ACTIES/MAATREGELEN DIE NIEUWE ZONEOVERSCHRIJDING VOORKOMEN Actueel houden van het zonemodel Toepassen van Beste Beschikbare Technieken (BBT) Toepassen maatwerkvoorschriften Toezicht en handhaving Zonebeheer Tijdens in werking zijn van het geluidreductieplan OPSTELLEN ZONEBEHEERPLAN Opstellen zonebeheerplan 2016 Bijlage 4 geeft een stappenplan, waarin hoofdstuk 5 en 6 uit dit rapport zijn samengevat. ing. A.G. (Gerard) van Kempen DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V.

22 Bijlage 1 Titel Wettelijk kader

23 Wettelijk kader Met de inwerkingtreding van de Crisis- en herstelwet op 31 maart 2010 hebben een aantal wijzigingen plaatsgevonden in de wetgeving. Aan de Wgh is art. 67 toegevoegd en art van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is gewijzigd. Deze art.en luiden als volgt: Art. 67 Wet geluidhinder (Wgh) 1 Indien de geluidbelasting buiten een bestaande zone vanwege een industrieterrein de waarde van 50 db(a) overschrijdt of op een of meer plaatsen binnen de zone of op de zonegrens de geluidsbelasting hoger is dan de ten hoogste toegestane geluidsbelasting, stellen burgemeester en wethouders voor het betreffende industrieterrein een geluidreductieplan vast. 2 Een geluidreductieplan bevat ten minste een beschrijving van: a Het te voeren beleid om de geluidbelasting binnen en buiten de bestaande zone te beperken; b De voorgenomen in de eerstvolgende vijf jaren te treffen maatregelen om de geluidbelasting binnen die periode voor het hele industrieterrein te verminderen tot beneden de bedoelde grenswaarden. c De wijze waarop de vermindering van de geluidsbelasting van het betreffende industrieterrein zal worden gerealiseerd indien de geluidsbelasting binnen de onder b genoemde periode niet is verminderd tot beneden de grenswaarden. 3 Een geluidreductieplan wordt voorbereid met overeenkomstige toepassing van de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure, met dien verstande dat in afwijking van art. 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht, een ieder zienswijzen naar voren kan brengen. 4 Burgemeester en wethouders stellen een geluidreductieplan niet vast dan nadat de gemeenteraad een ontwerp van het geluidreductieplan is toegezonden en deze in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en zienswijze ter kennis van burgemeester en wethouders te brengen. Art. 163 Wet geluidhinder (Wgh) 1 Burgemeester en wethouders van de gemeente waarin een industrieterrein geheel of in hoofdzaak is gelegen zorgen ervoor dat er voldoende informatie beschikbaar is over de geluidruimte binnen de zone. 2 Het eerste lid is niet van toepassing op industrieterreinen van regionaal belang die zijn aangewezen bij provinciale verordening krachtens de Wet milieubeheer of de Wet ruimtelijke ordening. In dat geval dragen gedeputeerde staten voor de in het eerste lid genoemde taken zorg. 3 Het eerste lid is niet van toepassing wanneer burgemeester en wethouders in overeenstemming met gedeputeerde staten besluiten dat gedeputeerde staten voor de in het eerste lid genoemde taken zorgdragen. 4 Het eerste tot en met derde lid is niet van toepassing op industrieterreinen waarop zich inrichtingen bevinden als bedoeld in art. 170, eerste lid. Voor die industrieterreinen draagt Onze Minister voor de in het eerste lid genoemde taken zorg. Art. 164 Wet geluidhinder (Wgh) Ter vervulling van de in art. 163 bedoelde taak kan een zonebeheerplan worden opgesteld. Art Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, eerste lid sub c onder 1, 2 en 3 (Wabo) Bij de beslissing op de aanvraag neemt het bevoegd gezag in ieder geval in acht: 1 dat in de inrichting of het mijnbouwwerk ten minste de voor de inrichting of het mijnbouwwerk in aanmerking komende best beschikbare technieken moeten worden toegepast; 2 de voor de onderdelen van het milieu, waarvoor de inrichting of het mijnbouwwerk gevolgen kan hebben, geldende grenswaarden, voor zover de verplichting tot het in acht nemen daarvan is

24 vastgelegd krachtens of overeenkomstig art. 5.2 van de Wet milieubeheer, is vastgelegd in of krachtens art van die wet, dan wel voor zover het inrichtingen betreft voortvloeit uit de artikelen 40, 44 tot en met 47, 50, 51, 53 tot en met 56, 59 tot en met 61, 63, tweede lid, 64, 65 of 66 van de Wgh; 3 in afwijking van onderdeel 2 o, neemt het bevoegd gezag, voor zover het geldende grenswaarden betreft, die voortvloeien uit de in dat onderdeel genoemde artikelen uit de Wgh, bij de beslissing op de aanvraag om een vergunning voor een inrichting, gelegen op een industrieterrein waarvoor een geluidreductieplan als bedoeld in art. 67 van de Wgh is vastgesteld, het geldende geluidreductieplan in acht. De invoeging van 3 o in art Wabo, lid 1 sub c beoogt een oplossing te bieden bij akoestisch volle industrieterreinen. Het wordt mogelijk om een omgevingsvergunning te verlenen of de bestaande vergunning te wijzigen, wanneer de gemeente voor een dergelijk akoestisch vol industrieterrein een geluidreductieplan (art. 67 Wgh) maakt om de overschrijding van de grenswaarden binnen een bepaalde periode (5 jaren) teniet te doen. Burgemeester en wethouders stellen het geluidreductieplan vast. Een geluidreductieplan wordt voorbereid overeenkomstig de in art. 67 leden 3 en 4 van de Wgh voorgeschreven procedure. Voornoemde wetswijzigingen maken het dus mogelijk dat er een nieuwe omgevingsvergunning kan worden verleend als het geluidreductieplan in acht wordt genomen, ook al is er op dat moment nog sprake van een overschrijding van de grenswaarden binnen of op de zonegrens. Verder moet, los van de bepalingen voortvloeiend uit de Crisis- en herstelwet, bij bedrijven en industrieterreinen nog rekening worden gehouden met de volgende wettelijke regelgeving. Wet ruimtelijke ordening (Wro) Op grond van art. 3.1 Wro stelt de gemeenteraad voor het gehele grondgebied van de gemeente een bestemmingsplan/bestemmingsplannen vast. De Wro bepaalt dat de ruimtelijke inrichting moet voldoen aan de eis van een goede ruimtelijke ordening. Verschillende functies mogen elkaar niet onaanvaardbaar negatief beïnvloeden en moeten op elkaar worden afgestemd. Door onder andere milieuzonering worden milieubelastende en milieugevoelige functies zoveel mogelijk gescheiden. In bestemmingsplannen wordt veelal aan de hand van een bedrijvenlijst vastgelegd welk type bedrijven zich mogen vestigen op een industrieterrein. Tevens is in het plan de ligging van de geluidszone opgenomen. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) regelt de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. De voorschriften worden hierdoor beter op elkaar afgestemd. De Wabo regelt procedurele aspecten van vergunningverlening. Van toepassing zijnde milieunormen worden geregeld in sectorale wetgeving. Veel bedrijven vallen onder de regels van de Wabo. Dit betekent dat er geluidsnormen op de bedrijven van toepassing zijn om de woonomgeving te beschermen tegen geluidhinder. Vergunningplichtige bedrijven hebben te maken met op maat gesneden geluidvoorschriften en de geluidnormen (grenswaarden) die gebaseerd zijn op de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (1998) van VROM.

25 Een groot aantal bedrijven valt sinds 1 januari 2008 onder de werkingssfeer van het Abm. Voor deze bedrijven zijn algemeen geldende (geluid-)voorschriften van toepassing 5. De gemeente heeft de bevoegdheid om bij overtredingen van de geluidsvoorschriften handhavend op te treden. Bij het uitvoeren van de wettelijke taken moeten overheden van bedrijven verlangen dat de beste beschikbare technieken (BBT) worden toegepast. In bijlage 1, onderdelen B en C van het Besluit Omgevingsrecht (BOR) staat welke inrichtingen een omgevingsvergunning voor het oprichten of veranderen van een milieuinrichting nodig hebben of onder algemene milieuregels vallen. 5 Op grond van art lid 2 van het Abm geldt de standaardgrenswaarde voor bedrijven op een gezoneerd industrieterrein op een afstand van 50 meter van de inrichtingsgrens.

26 Bijlage 2 Titel Beoordelingssystematiek

27 Toets meldingplichtige en vergunningplichtige bedrijven In onderstaande tabel staat de uitwerking opgenomen voor de toets van melding- en vergunningplichtige bedrijven tijdens de planperiode. Fase 1 Afweging vestiging nieuwe Bedrijven Fase 2 Formele aanvraag nieuwe en bestaande bedrijven Fase 3 Zonetoets Nieuw bedrijf Vergunning / Melding Op basis van het bestemmingsplan (milieucategorie), beschikbare geluidruimte (reeds vergund of gereserveerd) op de kavel volgens het zonemodel en de geluidruimte benodigd voor de activiteiten van het bedrijf, wordt indicatief getoetst of het nieuw te vestigen bedrijf inpasbaar is op de gekozen kavel. Vergunning Indien een vergunningplichtig bedrijf een vergunning aanvraagt, dient hierbij altijd een akoestisch onderzoekrapport aangeleverd te worden. Dit geldt zowel voor nieuwe bedrijven als voor wijzigingen/uitbreidingen van bestaande bedrijven. Hierdoor wordt de geluiduitstraling van het bedrijf bepaald op basis van een representatieve geluidsituatie. Aan het akoestisch onderzoek worden specifieke eisen gesteld: berekening van de geluidniveaus op de zonebewakingspunten (reguliere eis); De gemeente kan afhankelijk van het bedrijf aanvullende eisen stellen aan het akoestisch onderzoek. Melding Bij de melding van een nieuw of bestaand bedrijf dient een meldingsformulier akoestische gegevens (zie bijlage 3) ingevuld te worden. Voor meldingplichtige bedrijven kan naast het invullen van het meldingsformulier een akoestisch onderzoek verplicht worden gesteld. (Activiteitenbesluit milieubeheer art. 1.11) Aan het akoestisch onderzoek worden specifieke eisen gesteld: berekening van de geluidniveaus op de zonebewakingspunten (reguliere eis); berekening van de geluidsniveaus op 50 meter vanaf de grens van de inrichting (reguliere eis); De gemeente kan afhankelijk van het bedrijf aanvullende eisen stellen aan het akoestisch onderzoek of afzien van de verplichting een akoestisch uit te voeren. Vergunning / Melding De zonebeheerder en vergunningverlener controleren (op basis van het zonemodel) of de geluidproductie van het bedrijf die volgt uit het akoestisch onderzoek of meldingsformulier past binnen het zonemodel en of geen onnodige geluidruimte wordt geclaimd. Indien het bedrijf niet past, wordt geprobeerd met maatregelen het bedrijf passend te krijgen. Hierbij worden, afhankelijk van de situatie, de onderstaande stappen doorlopen. Op basis van een akoestisch onderzoek worden: door de vergunningverlener de in de vergunningaanvraag voorgestelde activiteiten en bronnen gecontroleerd en afgewogen of deze representatief zijn voor het betreffende bedrijf. Hierbij wordt tevens gecontroleerd of het gebruik van BBT in acht is genomen; door de zonebeheerder de geluiduitstraling van het bedrijf getoetst aan het zonemodel. Indien er sprake is van een bedrijf dat op basis van bovenstaande toets niet inpasbaar is op de gekozen kavel, dan worden de volgende mogelijkheden afgewogen: Er wordt een alternatieve locatie voor het bedrijf voorgesteld. Er worden aanvullende en/of andere geluidreducerende maatregelen voorgesteld en met het bedrijf overlegd.

28 Bestaand bedrijf Indien het bedrijf akoestisch gezien alsnog niet inpasbaar is op de gekozen kavel, wordt een negatief geluidadvies gegeven. Voor een bestaand bedrijf gelden dezelfde stappen als voor een nieuw bedrijf met daarop de volgende aanvullingen/afwijkingen: Ten aanzien van de geluidreducerende maatregelen wordt vooral ingegaan op de inpasbaarheid van de maatregelen in de huidige bedrijfsactiviteiten en bedrijfsopzet. Er wordt nagegaan of er sprake is van gebruik van BBT voor nieuwe en (indien mogelijk) voor bestaande activiteiten. Fase 4 Vergunning verlening Fase 5 Invoer zonemodel Indien uiteindelijk blijkt dat de wijziging of uitbreiding van het bestaande bedrijf akoestisch gezien niet inpasbaar is binnen de geluidszone, kan het bevoegd gezag op basis van belangenafweging de keuze maken of het bedrijf de wijziging/uitbreiding toch tijdelijk mag uitvoeren, ondanks het negatief geluidadvies en de mogelijke consequenties voor de geluidzonering. Wel dient dan te worden aangetoond dat het bedrijf maatregelen zal nemen om op termijn wel te kunnen voldoen. Daarnaast mag de uitbreiding/wijziging niet strijdig zijn met de acties die in het geluidreductieplan bij bedrijven benoemd zijn om het totale geluidsniveau van het industrieterrein terug te dringen. Vergunning Als het bedrijf inpasbaar is, worden de resultaten uit het akoestisch onderzoek geformaliseerd in geluidvoorschriften. Vergunning / Melding Melding Als het bedrijf inpasbaar is, worden de resultaten uit het akoestisch onderzoek geformaliseerd in maatwerkvoorschriften. De (representatieve) bedrijfssituatie wordt door de zonebeheerder in het zonemodel opgenomen. Dit gebeurt op basis van het rekenmodel uit het akoestisch onderzoek of op basis van de vastgestelde maatwerkvoorschriften. Indien nodig (bijvoorbeeld bij niet volledig gebruik van een kavel of geluidsafname bij revisievergunning van bedrijf) wordt de resterende geluidsruimte als geluidreservering op de kavel toegevoegd. Als het bedrijf in een of meer beoordelingsperioden (bijvoorbeeld de avond en/of nacht) niet (meer) in bedrijf is (geen bedrijfsactiviteiten plaatsvinden en geen installaties in werking zijn), worden geen waarden opgenomen voor het geluidniveau op de zonebewakingspunten voor de desbetreffende periode(n).

29 Bijlage 3 Titel Meldingsformulier akoestische gegevens

30 Meldingsformulier akoestische gegevens Gemeente Ooststellingwerf Gegevens melder naam eigenaar adres postcode en plaats telefoon Gegevens te onderzoeken bedrijf / inrichting naam bedrijf / inrichting adres postcode en plaats telefoon contactpersoon Aanleiding melding (aankruisen wat van toepassing is) O melding bestaande inrichting (nog niet eerder gemeld) O wijziging of uitbreiding bestaande inrichting O vestiging nieuwe inrichting O anders: Aard van de inrichting (omschrijving van het type bedrijf vermelden, bijvoorbeeld fabriek, (groot)handel, installatiebedrijf etc.) Activiteiten van de inrichting (omschrijving van de activiteiten die in en om het bedrijf plaatsvinden. Wanneer het een uitbreiding of wijziging betreft, een toelichting geven op wat er gaat veranderen)

31 Bedrijfstijden (gedurende welke periode(n) is de inrichting in bedrijf, aankruisen wat van toepassing is) dagperiode (07:00-19:00 uur) avondperiode (19:00-23:00 uur) nachtperiode (23:00-07:00 uur) Maandag O O O Dinsdag O O O Woensdag O O O Donderdag O O O Vrijdag O O O Zaterdag O O O Zondag O O O Specifieke bedrijfsactiviteiten in werkplaatsen/hallen (Welke akoestisch relevante activiteiten vinden in werkplaatsen en/of bedrijfshallen plaats, en hoelang en wanneer?) duur van de activiteit per periode in uren omschrijving van de activiteit frequentie 07:00-19:00 uur 19:00-23:00 uur 23:00-07:00 uur Voorbeelden van akoestisch relevante binnenactiviteiten: gebruik heftruck binnen een gebouw, werkzaamheden zoals lassen, slijpen, zagen, boren e.d. Opmerking: ingeval van gebruik van heftrucks ook de aandrijving vermelden: LPG, diesel of elektrisch Voorbeeld frequentie: dagelijks, 2x/week, maandelijks e.d. Specifieke bedrijfsactiviteiten op het buitenterrein (Welke akoestisch relevante activiteiten vinden buiten, op het terrein van de inrichting, plaats en hoelang en wanneer? NB.: géén verkeersbewegingen van verkeer dat het bedrijfsterrein op- en afrijdt. duur van de activiteit per periode in uren omschrijving van de activiteit frequentie 07:00-19:00 uur 19:00-23:00 uur 23:00-07:00 uur Voorbeelden van akoestisch relevante buitenactiviteiten: gebruik heftruck of shovel buiten, laden/lossen containers, gebruik hogedrukreiniger, tanken van voertuigen e.d. Opmerking: ingeval van gebruik van heftrucks ook de aandrijving vermelden: LPG, diesel of elektrisch Voorbeeld frequentie: dagelijks, 2x/week, maandelijks e.d.

32 Stationaire bronnen (Welke akoestisch relevante stationaire bronnen zijn op en rondom het bedrijf opgesteld, en hoelang en wanneer zijn deze bronnen in bedrijf?) duur van de activiteit per periode in uren omschrijving van de activiteit frequentie 07:00-19:00 uur 19:00-23:00 uur 23:00-07:00 uur Voorbeelden van akoestisch relevante stationaire geluidsbronnen: luchtbehandelingunit, afzuiginstallatie, koelinstallatie, compressor, ventilatie e.d. Voorbeeld frequentie: dagelijks, 2x/week, maandelijks e.d. Verkeer binnen de inrichting (hoeveel voertuigen rijden per etmaal, en per periode, het terrein van de inrichting op en af?) dagperiode avondperiode (07:00-19:00 uur) (19:00-23:00 uur) Personenauto s (ook bezoekers) nachtperiode (23:00-07:00 uur) Bestelauto s / lichte vrachtwagens Zware vrachtwagens Komen er voertuigen voorzien van een koelinstallatie op het bedrijfsterrein? Ja/Nee Aanvullende opmerkingen (hier kunt u eventuele opmerkingen maken die u van belang acht voor de geluiduitstraling van de inrichting) De volgende bescheiden dienen bij de melding te worden bijgevoegd Plattegrond van de inrichting en de directe omgeving met daarop aangegeven: De ligging van de gebouwen De locatie van de akoestisch relevante geluidbronnen en bedrijfsactiviteiten De route van de voertuigen op het terrein van de inrichting Ondertekening Datum: Plaats:

33 Handtekening melder: Op basis van de door de melder verstrekte gegevens in dit meldingsformulier, wordt een eerste toets uitgevoerd ten aanzien van de geluiduitstraling van de inrichting. Een verzoek tot het aanleveren van nadere gegevens, of het maken van een volledig akoestisch onderzoek blijft ook nadien mogelijk.

34 Bijlage 4 Titel Stappenplan