LITERATUUR EN MEDIA QUEST 2013

Transcriptie

1 LITERATUUR EN MEDIA QUEST 2013 Woensdag 13 maart 2013 Joyce Veldman

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Bladzijde 1 Vraag 1 Bladzijde 2 Vraag 2 Bladzijde 3 Vraag 3 Bladzijde 5 Vraag 4 Bladzijde 6 Vraag 6 Bladzijde 7 Vraag 8 Bladzijde 8 Joyce Veldman Page 1

3 Vraag 1 Artikel: Online vaardigheid digital natives wordt overschat a. Kenmerken van de nieuwe generaties: (Dummer, 2010) (Jongeren en interactieve meerwaarde, 2009) 1. Zij zijn opgegroeid met de computer en de digitale wereld. 2. De nieuwe generatie houdt niet van wachten. Zij verwachtten snelle antwoorden. Ze chatten liever dan dat ze gebruiken maken van of een telefoon. 3. Deze generatie kan omgaan met een grote hoeveelheid aan informatie. Dat is ook wel heel belangrijk, want wanneer zij dat niet kunnen is er een grote kans dat zij overladen worden met informatie. 4. Deze generatie is in staat om te multitasken. Zij kunnen met verschillende informatiestromen tegelijkertijd omgaan. b. Waarom moeten wij deze generatie niet overschatten? (Express.be, het zakenportaal voor België, 2010) Wij moeten de digital natives niet onderschatten. De studenten doen namelijk wel heel veel op internet, maar zij hebben geen doorzicht in het internet. Bij het zoeken in een zoekmachine klikken zij vaak het eerste resultaat aan. Ze houden geen rekening met de betrouwbaarheid van de bron. Ook denken studenten dat bepaalde websites heel betrouwbaar zijn, terwijl iedereen een eigen website kan registreren. Joyce Veldman Page 2

4 Vraag 2 a. Wat wordt bedoeld met 21 st Century Skills? (Creemers, 2011) De competenties die onze huidige leerlingen nodig hebben in de 21 ste eeuw. De wereld verandert en wij als mens moeten hierin meegaan. Het succes van de 21 st Century Skills begint bij de leerkracht. Het is de taak van de leerkracht om deze competenties te verwerken in hun lespraktijk. De 21st Century Skills gaan niet alleen maar over ICT vaardigheden en mediawijsheid. Het gaat ook over een nieuwe manier. Daar bedoel ik mee: een nieuwe manier van leven, leren en werken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan sociale vaardigheden. Vroeger werd er veel met elkaar gebeld of schreven de mensen brieven aan elkaar. Tegenwoordig gaat dit allemaal via Whatsapp, Ping, Facebook, etc. b. Welke overeenkomsten? Zowel Joke Voogt als Sir Ken Robinson hebben het over het veranderen van de economie. Voorheen was er een industriële economie. Nu hebben wij te maken met een kenniseconomie. Ook hebben beiden het over het lesgeven op school. Sir Ken Robinson verwoordt dit als boring stuff on school. Joke Voogt geeft dit aan door in te gaan op de belangrijke punten in het onderwijs. Zij vindt dat leerkrachten en scholen teveel gericht zijn op rekenen en taal, terwijl ICT nu ook heel belangrijk wordt in het onderwijs. Ook gaat zowel Joke Voogt als Sir Ken Robinson in op de verschillende mensen in de samenleving. Joke vindt dat iedereen inspraak moet hebben. Niet alleen de politici moet hierover nadenken, maar ook het bedrijfsleven, het onderwijs, ouders en studenten. Sir Ken Robinson gaat hier ook een beetje op in. Er zijn heel veel antwoorden op een vraag. Politici zullen er anders over denken als een student. Het is dus belangrijk dat zij met zijn allen in discussie gaan. Hij verwoordt dit als divergent thinking. c. Welke wijze? Zoals hierboven al besproken is verandert niet alleen de economie, maar daarmee ook het onderwijs. Voor ons als leerkrachten is het belangrijk om hierin mee te gaan, zodat leerlingen zich later het beste kunnen mengen in de voortdurend veranderende economie. Ik zou op de volgende wijze tegemoet komen aan de vaardigheden van de nieuwe generaties in het onderwijs: Ik zou gebruik maken van zowel beeld, geluid als tekst. Er zijn namelijk verschillende types in de klas en het is belangrijk om deze verschillende vaardigheden te benutten. Het ene type is goed met geluid en het andere type is goed met beeld. Ik vind het belangrijk dat deze verschillende types van elkaar kunnen leren. Waarom nog werken in schriftjes tijdens een project? Er zijn zoveel mogelijkheden om dit tegenwoordig online te publiceren. Denk bijvoorbeeld aan het bouwen van een eigen website voor de klas. Joyce Veldman Page 3

5 Tegenwoordig zijn kinderen niet meer in staat om de hele dag op een stoel te zitten en te luisteren. Ze willen iets doen. Kijk maar naar de spelletjes die de kinderen thuis spelen. Kinderen spelen liever met de WII dan met de Gameboy. In de klas zou ik hieraan tegemoet kunnen komen door na 1 of 2 lessen even een energizer te doen met de kinderen. Met het digibord is dit tegenwoordig heel gemakkelijk. Het is belangrijk dat niet alleen de leerkracht, maar ook de leerlingen wat kunnen doen tijdens de les. Ik zou tegemoet komen aan de vaardigheden van de nieuwe generatie door de lessen interactief te maken. Geen lange, maar korte verwerkingen. Dit hoeft niet te betekenen dat de kinderen niets doen, want je zou er ook een circuit van kunnen maken. De kinderen schrijven dan niet een lang verhaal in Word, maar maken bijvoorbeeld: gedichtjes, filmpjes, spelletjes, etc. Waarom zou ik tegemoet komen aan de vaardigheden van de nieuwe generatie? Tegenwoordig is het heel belangrijk om mee te kunnen draaien in de samenleving/economie. De wereld is nou eenmaal heel hard. Ik denk dat het heel belangrijk is om de kinderen voor te bereiden en het onderwijs is daar de geschikte plaats voor. Door aanpassingen te verrichten in het onderwijs is dit op een makkelijke manier te realiseren. Joyce Veldman Page 4

6 Vraag 3: T-Pack Mijn stageschool loopt achter met het gebruik van technologie uit het TPACK-model van Mishra en Koehler (2006). Ten eerste weten de leerkrachten op mijn stageschool niet hoe zij ICT/het digitale schoolbord in moeten zetten bij de verschillende vakken. Zij houden zich veelal vast aan de standaard lessen. Er zijn vrijwel alleen nog maar oude methodes aanwezig op school en daarin wordt weinig gebruik gemaakt van ICT. Wanneer je ICT inzet versterkt en verrijkt het de didactiek van een bepaald vak. Doordat de leerkrachten zelf niet weten hoe zij ICT in moeten zetten bij de verschillende vakken, lopen zij achter met het gebruik van het TPACK-model. De techniek heeft namelijk invloed op de didactiek en daarmee op de manier waarop je de inhoud overbrengt. (Van Digibeet naar Digibord, 2010) Ten tweede zijn de leerkrachten totaal niet ICT vaardig. Veel van de leerkrachten zijn nog van de oude garde. Zij hebben vroeger op de PABO geen lessen gehad die in deze tijd passen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de 21 st Century Skills. Niet alleen de samenleving, maar ook het onderwijs is verandert. Toen deze leerkrachten op school zaten, hadden we te maken met een industriële economie. Tegenwoordig hebben wij te maken met een kenniseconomie. Dit werkt door in het onderwijs. (Meerwaarde van het digitale schoolbord, 2010) Ten derde zijn er op mijn stageschool geen materialen aanwezig die ervoor zorgen dat de leerkrachten hun lessen kunnen uitbreiden aan de hand van ICT. Er zijn wel digiborden aageschaft, maar accessoires zoals stemkastjes, teach 32, draadloos tablet, etc. zijn helaas niet aanwezig. Het is voor de leerkracht dus heel belangrijk om hier verder in te gaan. (Leraar 24, 2009) De leerkrachten op mijn stageschool kunnen hier zelf vrij weinig aan doen. Het is de taak van de school om ervoor te zorgen dat er materialen en methodes aangeschaft worden om de leerkracht te ondersteunen tijdens het inzetten van technologie in het onderwijs. Mijn conclusie is dat de leerkrachten dit aanmoeten geven bij de directie. Zij moeten dit verder oppakken en zorgen dat hun school meegaat in de tijd, de tijd van de 21st Century Skills. Joyce Veldman Page 5

7 Vraag 4: Digibord & Geschiedenis Groep: 6 Onderwerp: Veelkleurig Nederland Lesdoelen: - Na deze les moeten de kinderen in staat zijn om te werken met Google Maps. - Na deze les moeten de kinderen verschillen kunnen ontdekken via Google Maps tussen verschillende steden en dorpen met betrekking tot de multiculturele samenleving. Opdrachten: 1. Kijk even goed naar de plaatjes en luister naar de informatie van juf! 2. Bekijk de plaat. Wat valt je op? Bespreek het met je klasgenoten. 3. Zoek de verschillen tussen Rotterdam en Texel. Denk hierbij aan de multiculturele samenleving. Wat zijn de kenmerken van een stad als Rotterdam en wat zijn de kenmerken van een eiland als Texel? (Typ in: Rotterdam en druk op de verschillende ballonnetjes, zo heb je het beste zicht over en in de stad. Doe hetzelfde voor Texel). Maak hier een mooie powerpointpresentatie van met plaatjes en tekst. Stappenplan Introductie Kern Evaluatie Stap 1: Ik zorg ervoor dat de kinderen in de kring zitten. Stap 2: Ik zorg ervoor dat de kinderen stil zijn. Stap 3: Ik vertel de kinderen wat we vandaag gaan doen. Stap 4: Ik vraag de kinderen of ze weten wat een multiculturele samenleving is. Stap 5: Ik hou hier met de kinderen een kringgesprek over. Stap 1: Ik ga samen met de kinderen aan de slag met het digibord. Stap 2: Ik laat de kinderen mijn notebook presentatie zien. Stap 3: De kinderen kunnen aan de hand van de presentatie zelf aan de slag met Google Maps. Stap 4: De kinderen gaan aan de slag met de opdrachten. Stap 5: Ik loop rond om de kinderen te ondersteunen. Stap 1: Ik zorg ervoor dat de kinderen weer in de kring zitten. Stap 2: Ik zorg ervoor dat de kinderen stil zijn. Stap 3: Ik bespreek de antwoorden met de kinderen. Stap 4: Ik evalueer de les met de kinderen. Zie les in Smart Notebook 11 Joyce Veldman Page 6

8 Vraag 6: Games als leermiddel a. Mogelijkheden voor games in het onderwijs (Leraar 24, 2009) Zoals hierboven al besproken is, hebben we op dit moment te maken met een nieuwe generatie leerlingen. Deze leerlingen zijn visueel ingesteld, houden niet van stil zitten en lezen en zijn geïnteresseerd in computers. Games bieden mogelijkheden omdat zij goed bij deze kenmerken van de nieuwe generatie aansluiten. Games moeten natuurlijk niet los worden ingezet in het onderwijs. Er moet wel een lesdoel aan verbonden zijn. Je zou games dus wel kunnen inzetten om bepaalde lesmethoden te ondersteunen en/of uit te breiden. Je bereikt hiermee, betrokkenheid, motivatie en de leerprestaties van leerlingen worden verbeterd. Ook worden de cognitieve functies positief beïnvloedt. Natuurlijk passen niet alle games bij alle leerlingen. Ook is het niet verstandig om bepaalde spellen in te zetten in het onderwijs. Voor het inzetten van games in het onderwijs is het wel belangrijk voor het leereffect dat leerlingen ook de vertaalslag maken van de opgedane kennis in de game naar de echte wereld. Het is als leerkracht belangrijk om de leerlingen te steunen. De school kan een game op maat laten maken of er zelf een bouwen. b. Waarom gebruikt mijn stageschool nauwelijks games als leermiddel? De reden waarom mijn stageschool nauwelijks gebruikt maakt van games als leermiddel is dat zij zich te veel vast houden aan de methode. In sommige methodes zitten natuurlijk ook educatieve spelletjes en zij vinden dat dit genoeg is. Mijn mening is namelijk dat ze bang zijn om van het pad af te wijken. Wanneer ik aankom met iets vernieuwends staan zij hier voor open, maar ze willen eerst zien voordat ze er zelf mee aan de slag gaan. Joyce Veldman Page 7

9 Vraag 8: Educatieve software & mobile learning Wat doe ik? Voordat ik de les aan de kinderen kan aanbieden moet er natuurlijk heel wat gebeuren. De les moet nog helemaal worden ontworpen! De les die ik ga geven aan de kinderen is aan de hand van een plattegrond. Maar niet zomaar een plattegrond, eentje met veel geheime codes die de kinderen zullen moeten ontcijferen aan de hand van vragen. Deze vragen zijn gebaseerd op vele vakken, denk aan: aardrijskunde, geschiedenis, rekenen, taal en natuur. Wanneer de kinderen een vraag goed hebben beantwoord, krijgen zij de code waarmee zij toegang krijgen tot een bepaald deel van de plattegrond. Waarom zou ik dit inzetten? (Waag Society, 2013) Mobiel leren is in één woord geweldig voor kinderen! Ze hoeven niet stil te zitten, kunnen hun creativiteit uiten, maar zijn toch bezig met leren. Het enige nadeel is dat er veel tijd gaat zitten in het ontwerpen van de lessen. Maar als je slim bent, en dat zijn leerkrachten, bewaar je de lessen voor het volgende schooljaar en hoef je deze dan dus niet meer te ontwerpen. Het is eerst even een investering qua tijd, maar dan heb je ook wat. Wat doen de kinderen? De kinderen gaan tijdens deze les aan de slag met het programma 7scenes. Dit programma biedt vele mogelijkheden, waaronder het onderdeel: route. Aan de hand van dit onderdeel gaan de kinderen aan de slag in de school. Zij kennen de school natuurlijk op hun duimpje, maar ik heb de plattegrond aangepast en enkele codes ingevoegd. Hierdoor wordt het voor de kinderen heel uitdagend. Ook heb ik differentiatie aangebracht in de verschillende plattegronden en de groepjes hierop aangepast. De wat slimmere kinderen krijgen van mij een plattegrond met wat meer uitdaging. De zwakkere kinderen krijgen van mij geen makkelijkere plattegrond, maar een plattegrond met meer uitleg. Wat zijn de doelen? - Na deze les moeten de kinderen kunnen werken met een plattegrond. - Na deze les moeten de kinderen in staat zijn om in groepsverband de codes op te lossen door eerder opgedane kennis. Welke vakken? Aardrijskunde, geschiedenis, rekenen, taal en natuur. Leeftijd: 10 t/m 13 jaar. Differentiatie: Voor enige differentiatie zou je de slimme kinderen kunnen laten helpen bij het bedenken van de aangepaste plattegrond en de codes die hierbij horen. Ook zou je natuurlijk voor gradaties in de plattegronden kunnen kiezen. Niveau: Groep 6,7,8. Joyce Veldman Page 8

10 Stappenplan Start Evaluatie Kern Stap 1: Ik zorg ervoor dat de kinderen in de kring zitten. Stap 2: Ik zorg ervoor dat de kinderen stil zijn. Stap 3: Ik vertel de kinderen wat we vandaag gaan doen. Stap 4: Ik vraag de kinderen of ze wel eens met een plattegrond gewerkt hebben. Stap 5: Ik ga in op hun eigen ervaringen en noteer dit op het bord als geheugensteuntje voor de kinderen. Stap 1: Ik verdeel de kinderen in groepjes. Stap 2: Elk groepje krijgt zijn eigen apparaat mee. Stap 3: Ik ondersteun de groepjes waar nodig. Stap 1: Ik zorg ervoor dat de kinderen in de kring zitten. Stap 2: Ik zorg ervoor dat de kinderen stil zijn. Stap 3: Ik neem de apparaten in. Stap 4: Ik bespreek de antwoorden met de kinderen. Stap 5: Ik evalueer de les met de kinderen. Joyce Veldman Page 9

11 Geciteerde werken (2010). Opgeroepen op Maart 13, 2013, van Van Digibeet naar Digibord: erkracht&source=web&cd=4&ved=0ce8qfjad&url=http%3a%2f%2fwww.onderwijsinontwi kkeling.nl%2fnl%2fdocumenten%2fpublicaties%2faps-publicaties%2fjong-leren-en- Technologie%2FVan-d Creemers, M. (2011, Juli 26). Opgeroepen op Maart 13, 2013, van Onderwijs maak je samen: Dummer, G. (2010). ICT voor de klas. Utrecht: Noordhoff Uitgevers. Express.be, het zakenportaal voor België. (2010, Augustus 2). Opgeroepen op Maart 13, 2013, van Express.be, het zakenportaal voor België: Jongeren en interactieve meerwaarde. (2009, Oktober). Opgeroepen op Maart 13, 2013, van Jongeren en interactieve meerwaarde: hments/ /jongereneninteractievemedia_def_opweb.pdf+%e2%80%a2+artikel+%e2 %80%98Jongeren+en+interactieve+media+%E2%80%93+onderzoek+%E2%80%93+kennisnet. &hl=nl&gl=nl&pid Leraar 24. (2009, Januari 14). Opgeroepen op Maart 13, 2013, van Leraar 24: Leraar 24. (2009, December 17). Opgeroepen op Maart 13, 2013, van Leraar 24: Leraar 24. (2009, Januari 14). Opgeroepen op Maart 13, 2013, van Leraar 24: Meerwaarde van het digitale schoolbord. (2010, April). Opgeroepen op Maart , van Meerwaarde van het digitale schoolbord: chments/ /nr._24_meerwaarde_van_het_digitale_schoolbord.pdf+cursussen+digibo rd+belangrijk+voor+leerkracht&hl=nl&gl=nl&pid=bl&srcid=adgeesghhthbxlopdxwztqnb5fvsg9-ycj Waag Society. (2013, Maart 13). Opgeroepen op Maart 13, 2013, van Joyce Veldman Page 10

12 Joyce Veldman Page 11