Het NOA Competentiemodel
|
|
- Merel Meijer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Het NOA Competentiemodel 1 Inleiding NOA krijgt regelmatig vragen als: - Wat verstaan jullie onder competenties? - Wat is de relatie van competenties met persoonlijkheidsfactoren en intelligentie? - In welke mate zijn bepaalde kenmerken erfelijk bepaald? - Wat meet je nu precies met verschillende beoordelingsinstrumenten? - In hoeverre kunnen je competenties of persoonlijke kenmerken ontwikkelen? - Wat is leerbaar? - Wat is de invloed van culturele verschillen op competentieontwikkeling? - In hoeverre beïnvloeden culturele verschillen beoordelingsinstrumenten? Voor de beantwoording van deze vragen heeft NOA een integraal theoretisch model ontwikkeld. Bij de ontwikkeling van dit model is onder meer gebruik gemaakt van het persoonlijkheid model van Hettema (2002), het competentiemodel van Roe (2002) en diverse artikelen van NOA medewerkers. Het model tracht verschillende theoretische invalshoeken en onderzoeksresultaten op het gebied van persoonlijkheid en competenties te integreren in een samenhangend model. Doel van het model is om met name gebruikers van diagnostische (psychologische) instrumenten te ondersteunen bij het interpreteren en verbinden van de resultaten van de verschillende instrumenten. Maar ook onderzoekers kunnen op basis van het model mogelijk nieuwe hypotheses formuleren en ontwikkelaars van instrumenten kunnen ideeën voor nieuwe instrumenten opdoen. Op de volgende pagina wordt het model allereerst schematisch weergegeven. In de daarop volgende pagina s wordt het model uitgebreid toegelicht. N.B. Hoewel er naar gestreefd is de beschrijving van het theoretische model voor iedereen begrijpelijk te houden, is enige kennis van psychologische theorieën gewenst. Inhoud 1 Inleiding Beschrijving NOA competentiemodel Genetisch & biologisch niveau Persoonlijkheidsniveau Gedragsniveau Kennis, vaardigheden en attitude niveau Competentieniveau Invloed van omgeving en zelfsturing op de persoonlijke ontwikkeling Wat betekent het model voor het ontwikkelen en voorspellen van gedrag? Welke relatie kan er gelegd worden tussen het model en culturele diversiteit? Beoordelingen op gedragsniveau Beoordelingen op Persoonlijkheidsniveau... 9 NOA, 1
2 NOA competentiemodel (schematisch) Gedrag - Prestaties Competenties Reflectie Gedrags niveau Kennis Vaardigheden Attitude Zelfbeeld Waarden Omgevings beeld Omgeving cultuur - onderwijs Cognitieve capaciteiten Persoonlijkheids trekken Persoonlijkheids niveau Genetische & biologische factoren Genetisch & biologisch niveau NOA, 2
3 2 Beschrijving NOA competentiemodel In het NOA compententiemodel wordt een drietal niveaus onderscheiden waarmee personen en hun gedrag kunnen worden beschreven en gekarakteriseerd. Dit zijn de volgende niveaus: A. Genetisch & biologisch niveau B. Leer & cognitie niveau C. Gedragsniveau Voorts wordt in het model aan de rechterkant de invloed van de omgeving op de verschillende niveaus aangegeven. De pijlen geven de relatieve invloed van de omgeving op de verschillende niveaus weer. Hoe groter de pijl hoe groter de invloed. Ook wordt middels een pijl van het gedragsniveau richting de omgeving aangegeven dat het individu ook via zijn gedrag invloed uitoefent op de omgeving. Tenslotte wordt aan de linkerzijde van het model aangegeven dat het individu leert middels reflectie op zijn gedrag en op basis daarvan zijn zelfbeeld en omgevingsbeeld aanpast. In mindere mate kan deze reflectie ook effect hebben op zijn waarden, cognitieve capaciteiten en persoonlijkheidstrekken. Hieronder worden de drie verschillende niveaus toegelicht. 2.1 Genetisch & biologisch niveau Aan de basis van het model staan genetische en biologische factoren. Uit onderzoek is gebleken dat genetische factoren en biologische factoren een belangrijke invloed uitoefenen op verschillende persoonlijke kenmerken van mensen. Door middel van onderzoek naar één- & twee-eiige tweelingen is bijvoorbeeld vast komen te staan dat intelligentie (zoals gemeten met intelligentietests) voor in ieder geval meer dan de helft en vermoedelijk voor driekwart wordt bepaald door genetische factoren. Voorts zijn er steeds sterker wordende aanwijzingen dat ook persoonlijkheidskenmerken voor een belangrijk gedeelte mede door genetische en biologische variabelen worden bepaald. Voor extraverte personen worden bijvoorbeeld relaties gevonden met lage activatie van het gedragsremmende neurologische systeem (BIS) en hoge activatie van het gedragsnaderingssysteem (BAS). Voorts blijkt het niveau van bepaalde hormonen en hersenenzymen invloed te hebben op gedrag. Van monoamine oxydase is bijvoorbeeld vastgesteld dat een laag niveau gerelateerd is aan de neiging tot sensatiezoeken. Terwijl lage niveaus van serotonine ten grondslag liggen aan impulsiviteit en agressiviteit. Ook op het niveau van informatieverwerking worden hoge erfelijkheidscoëfficiënten gevonden. Mensen verschillen in de wijze waarop men reageert op bepaalde stimuli. Voor de informatieverwerkingsdimensies: arousal (vertrouwd raken met een stimulus), activatie (gereed maken voor een bepaalde actie) en effort (superviserend systeem tussen arousal en activatie) worden erfelijkheidscoëfficiënten gevonden van ongeveer.80. Hoewel er dus een duidelijke invloed is van genetische en biologische factoren - er kan gesproken worden van bepaalde genetische en biologische voorkeuren van reageren - betekent dit zeker niet dat de omgeving geen invloed heeft en evenmin dat de persoon in kwestie bepaalde reacties niet kan veranderen. Wel zal het (veel) moeilijker zijn en meer energie kosten om bepaalde niet voorkeur reacties aan te leren of te ontwikkelen. 2.2 Persoonlijkheidsniveau Op basis van deze genetische en biologische factoren ontwikkelt een mens zich in een bepaalde (sociale) omgeving. Op basis van conditionering en sociale leerprocessen ontwikkelt men manieren om bepaalde behoeften te bevredigen (bv. prettig voelen) en NOA, 3
4 de omgeving (en zichzelf) in de hand te houden. De ene persoon probeert dit door nabijheid van anderen te zoeken, terwijl de andere persoon vooral kennis probeert te vergaren. Waarschijnlijk sluiten bepaalde (behoefte)controlemechanismen beter aan bij (de genetische en biologische basis van) de ene persoon dan bij de andere persoon. Voorts zijn de geleerde reacties afhankelijk van de omgeving (cultuur) waarin een persoon is opgegroeid. Terwijl in de ene cultuur de nadruk vooral ligt op (intellectuele) kennis vergaren om succesvol te worden en de omgeving te beheersen, ligt in de andere cultuur de nadruk vooral op het creëren en in standhouden van hechte sociale netwerken. In het model worden cognitieve capaciteiten, persoonlijkheidstrekken, waarden, interesses, motieven en verwachtingen gesitueerd op dit persoonlijkheidsniveau. De variabelen op dit niveau kunnen veelal niet direct worden gemeten. Alleen indirect via observaties van concreet gedrag of zelfbeschrijvingen kunnen uitspraken gedaan worden over deze persoonlijkheids aspecten. Aan de basis van dit niveau bevinden zich Cognitieve capaciteiten en Persoonlijkheidstrekken. Deze worden opgevat als de resultante van genetische- en biologische factoren, sociale leerprocessen en cognitieve processen. Met Persoonlijkheidstrekken wordt verwezen naar stabiele voorkeursgedragingen, die over verschillende situaties consistent blijven. De extraverte persoon zal onafhankelijk van de situatie gemiddeld vaker zijn gevoelens uiten dan de introverte persoon. De Big Five persoonlijkheidsfactoren kunnen gezien worden als voorbeelden van dergelijke persoonlijkheidstrekken. Cognitieve capaciteiten omvatten een grote range aan informatieverwerkingsaspecten als intelligentie, leervermogen, informatieverwerkingssnelheid, logisch redeneervermogen, korte termijn en lange termijn geheugen etc. Hoewel cognitieve capaciteiten voor een belangrijk gedeelte door genetische en biologische factoren verklaard worden, is de invloed van de omgeving niet te onderschatten. De invloed van de wil, zelfsturing, motivatie en ook emotionele factoren op informatieverwerkingsprocessen wordt steeds duidelijker. Discipline en het selectief kunnen richten van de aandacht zijn bijvoorbeeld van belang bij de ontwikkeling van intelligentie. Daarnaast spelen zowel sociale leerprocessen, bv. de nadruk op kennisverwerving, als verschillen in de effecten van reinforcers een rol bij individuele verschillen in intelligentie. Goede schoolresultaten zullen voor kinderen die vooral gericht zijn op kennisverwerving (als controlemechanisme) goede reinforcers vormen, maar voor kinderen die vooral gericht zijn op het krijgen van vriendjes veel minder. Box 1: Verschillen in schoolprestaties autochtonen en allochtonen Een van de verklaringen voor de verschillen in schoolresultaten die worden gevonden tussen autochtone en allochtone leerlingen kan ook in deze richting gezocht worden. In de eerste plaats wordt er in collectivistische culturen minder nadruk gelegd op individuele cognitieve ontwikkeling en is het hebben van de juiste vrienden voor de toekomstige carrière vaak belangrijker. In de tweede plaats bevindt de allochtone leerling zich in een zichtbare minderheidspositie. Dit kan er makkelijk toe leiden al dan niet bevorderd door stereotyperingen en discriminatie door de meerderheidsgroep - dat de leerling zich meer richt op de eigen culturele groep en op de doelen en reinforcers van die groep. In dat soort gevallen kan het voorkomen dat de minderheidsgroep zich gaat afzetten tegen de doelen die door de meerderheidsgroep worden gewaardeerd (goede schoolresultaten) en kiest voor eigen doelen (groepseer, status). Al met al kan dit er toe leiden dat schoolresultaten achterblijven en ook lagere scores op intelligentietests worden gevonden. Met betrekking tot het verschil tussen fluid intelligence en crystallized intelligence is het van belang te realiseren dat datgene wat gemeten wordt met intelligentietests nooit zuiver potentieel betreft. Altijd wordt een resultante gemeten van genetische, biologische en leerprocessen. Wel worden sommige tests (de fluid tests) minder beïnvloed door NOA, 4
5 (sociaal en cultureel bepaalde) leerprocessen dan andere. In veel gevallen zullen de crystallized tests echter een hogere voorspellende waarde hebben dan de fluid tests, aangezien sociale en culturele bepaalde kennis van groot belang is voor goed functioneren in een bepaalde sociaal-culturele omgeving. Naast cognitieve capaciteiten en persoonlijkheidstrekken ontwikkelen mensen op basis van (sociale) leerprocessen waarden: voorkeuren of afkeren die mensen hebben t.o.v. bepaalde situaties. Deze waarden maken dat mensen bepaalde situaties als positief of negatief beschouwen. Waarden zijn veelal gekoppeld aan gevoel en (elementaire) emoties. Het gaat hierbij om wat mensen belangrijk vinden in hun leven en welke (eind) doelen zij waardevol vinden. Voorbeelden: mensen helpen, jezelf kunnen ontplooien, veilig voelen, eerlijk zijn, rechtvaardig zijn, vrij zijn, gelukkig zijn, spiritueel en religieus leven. Waarden zijn ook gekoppeld aan motivatie; hoe beter bepaalde doelen aansluiten bij waarden hoe eerder men bereid is energie te investeren om deze doelen te bereiken. Tenslotte ontwikkelen mensen op cognitief niveau een beeld van zichzelf en een beeld van hun omgeving. Wie ben ik, wat kan en wat wil ik? en Hoe ziet mijn omgeving er uit? Het beeld van de omgeving moet in dit kader breed worden opgevat. Het gaat hierbij zowel om het beeld dat iemand heeft van partner, vrienden of ouders, maar ook om beelden van de maatschappij en van de wereld en om beelden over wat mensen drijft. Deze beelden zijn gerelateerd aan verwachtingen over de vermoedelijke ontwikkeling van situaties en de gevolgen van bepaald gedrag in die situaties. Op basis van deze waarden, beelden en verwachtingen ontwikkelt men interesses, plannen en (lange termijn) doelen die het gedrag - al dan niet bewust - sturen. Al deze cognitieve structuren worden voor een belangrijk deel bepaald door de culturele omgeving. Box 2: secundaire controle Als waarden en beelden niet goed aansluiten bij de controle die een persoon kan uitoefenen ontstaan er problemen. Er is sprake van controleverlies; de Marokkaanse vader die gewend was vanuit een sterk hiërarchische positie zijn kinderen aan te sturen merkt dat deze vorm van controle in de Nederlandse samenleving niet meer voldoende werkt. Hoe mensen met controleverlies omgaan wordt mede bepaald door het gebruik maken van secundaire controle. Hierbij gaat het om het geven van betekenis aan de oncontroleerbare gebeurtenis (attributietheorie). Men kan bijvoorbeeld de oorzaak voor het falen (van de controle) koppelen aan externe oorzaken, geluk of illusies etc. De meer effectieve vormen van secundaire controle hebben als voornaamste functie het vaststellen van de eigen grenzen en het bijstellen van verwachtingen, plannen en eventueel waarden. Minder effectieve vormen van secundaire controle zoals bijgeloof, irrationele overtuigingen en illusies kunnen tot geestelijke problemen leiden. Mensen verschillen in het uitoefenen van primaire controle, maar ook in de mate waarin ze bij controleverlies overgaan tot het uitoefenen van secundaire controle. 2.3 Gedragsniveau De voorgaande niveaus vormen de basis voor het gedrag dat mensen zullen vertonen in verschillende situaties. Genetische en biologische factoren in combinatie met leer- en reflectie- en zelfsturingprocessen bepalen de ontwikkeling van cognitieve capaciteiten, persoonlijkheidstrekken, waarden, beelden, verwachtingen en plannen van mensen. En deze factoren bepalen weer hoe iemand zich zal gedragen in een bepaalde situatie. Op dit niveau worden twee subniveaus onderscheiden: het niveau van kennis, vaardigheden en attituden en het competentieniveau. NOA, 5
6 2.3.1 Kennis, vaardigheden en attitude niveau Deze drie aspecten kunnen gezien worden als de observeerbare componenten van het niet direct observeerbare onderliggende (persoonlijkheids) niveau. Hoewel alle genoemde aspecten van het onderliggende niveau (cognitieve capaciteiten, persoonlijkheidstrekken, waarden, beelden, verwachtingen en plannen) invloed hebben op zowel kennis, vaardigheden en attituden zijn er wel verschillen in de mate van invloed. Cognitieve capaciteiten zijn bijvoorbeeld voorwaardelijk voor het verwerven van kennis. Attituden worden daarentegen veel meer beïnvloed door waarden, gevoelens, verwachtingen en plannen. En vaardigheden worden vooral bepaald door cognitieve vaardigheden, persoonlijkheidstrekken en fysieke capaciteiten (het biologische niveau). Hoewel er verschillen in mate van observeerbaarheid zijn, zijn de drie categorieën kennis, vaardigheden en attitude afzonderlijk te observeren, te meten en te ontwikkelen. De drie categorieën komen overeen met het veel gehanteerde onderscheid in denken, doen en voelen. In het onderwijs ligt met name nadruk op het verwerven van kennis en het aanleren van vaardigheden. Attitude komt veelal slechts indirect aan de orde. In het traditionele onderwijs worden kennis en vaardigheden meestal in relatief gedecontextualiseerde situaties aangeleerd. Langzaam is dit echter aan het veranderen en worden bijvoorbeeld ook in het basisonderwijs steeds meer realistische leermethodes gebruikt waarin de dagelijkse praktijk een zeer belangrijke rol speelt. Parallel aan deze ontwikkeling is ook in arbeidsorganisaties steeds meer aandacht gekomen voor hoe mensen in concrete situaties tot prestaties komen. Deze beide ontwikkelingen hebben geleid tot de introductie van het begrip competentie Competentieniveau Op het competentieniveau is de concrete situatie waarin bepaald gedrag vertoond wordt en het doel van het gedrag van groot belang. Kennis (van bijvoorbeeld cultuurverschillen) is op zichzelf weinig zinvol wanneer men deze kennis niet weet toe te passen in een bepaalde situatie (op het moment dat men geconfronteerd wordt met iemand met een andere taal en andere normen en waarden en er gezamenlijk een probleem dient te worden opgelost). Naast vaardigheden (bv. het kunnen voeren van een gesprek in een andere taal) is dan ook de attitude of houding (hoe sta ik tegenover of wat verwacht ik van mensen met andere culturele achtergronden) van belang om tot een goede prestaties te komen. NOA definieert competentie daarom als volgt: een verworven vermogen dat kennis-, vaardigheids- en attitudeaspecten omvat om in concrete taaksituaties doelen te bereiken. Hierbij telt niet alleen het aanwezig zijn van de afzonderlijk kennis-, vaardigheids- en attitudeaspecten, maar gaat het ook om een functioneren dat afgestemd is op de specifieke situatie. Het competentiebegrip benadrukt dat de verschillende noodzakelijke elementen op zodanige wijze op elkaar en de context zijn afgestemd dat de doelen van het werk bereikt worden. Voorbeeld competentieomschrijving: De verkoopmedewerker heeft het vermogen om in een mondeling verkoopgesprek (situatie) producten te verkopen (doel). Mensen kunnen verschillen in de wijze waarop men kennis, vaardigheden en houding gebruikt om een doel in een bepaalde situatie te bereiken. De ene persoon kan het doel (de verkoop van het product) bereiken door grote kennis van het onderwerp, terwijl de ander hetzelfde doel bereikt door sterke communicatieve vaardigheden. Meerdere wegen leiden tot Rome. NOA, 6
7 Dit betekent echter ook dat de ontwikkeling van competenties per individu zal verschillen en dat er dus ook geen koninklijke weg is om een succesvol verkoper te worden. In de tweede plaats is het betrouwbaar meten van competenties moeilijk omdat afhankelijk van de situatie en de persoon een andere combinatie van kennis, vaardigheden en attitude tot betere resultaten zal leiden. Om dus te kunnen concluderen dat een verkoper het vermogen heeft om in een mondeling verkoopgesprek producten te verkopen dient dit vermogen in een groot aantal situaties van producten en klanten te worden gemeten. Dit heeft weer tot gevolg dat alleen competenties die heel situatiespecifiek zijn gedefinieerd in de praktijk betrouwbaar te meten zijn. Voorbeeld meer situatiespecifieke competentieomschrijving: De verkoopmedewerker heeft het vermogen om in een mondeling verkoopgesprek in een winkel een televisie te verkopen aan een klant die twijfelt over de aankoop. Het komt erop neer dat hoe situatiespecifieker een competentie is geformuleerd hoe betrouwbaarder meting ervan mogelijk is. In de praktijk is een dergelijke specificiteit echter veelal onhaalbaar en wordt er gebruik gemaakt van meer generieke omschrijvingen van competenties of van deel-/gedragscompetenties. Het onderscheid tussen competenties en deel-/gedragscompetenties ligt in het feit of er al dan niet een zelfstandig doel gekoppeld kan worden aan de competentie. Het vermogen om een selectieprocedure op te zetten en uit te voeren is bijvoorbeeld een competentie (doel is concreet en duidelijk), terwijl het vermogen om te kunnen organiseren en plannen een deel- of gedragscompetentie is (zonder duidelijk doel) en één van de bouwstenen voor de eerder genoemde competentie vormt. De deelcompetentie plannen en organiseren doet op haar beurt een beroep op kennis (bv. van projectorganisaties), vaardigheden (bv. probleemoplossen, schrijfvaardigheid) en attitude (bv. discipline, zorgvuldigheid). In de praktijk is het onderscheid tussen een deel-/gedragscompetentie en een vaardigheid nog wel eens onduidelijk. Het gaat hier in zekere zin ook om een relatief verschil. Wij hanteren het uitgangspunt dat het bij een vaardigheid gaat om een elementair niveau waarbij de context weinig invloed heeft, terwijl bij een deelcompetentie al sprake is van integratie van kennis-, attitude- en vaardigheidsaspecten waarbij de context wel van belang is. 3 Invloed van omgeving en zelfsturing op de persoonlijke ontwikkeling In het model is ook de invloed van de omgeving en zelfsturing op de verschillende persoonlijkheids niveaus weergegeven. De invloed van de omgeving start al na het moment van conceptie en heeft dus al snel (een beperkte) invloed op de ontwikkeling van de biologische en fysieke kenmerken van mensen. De invloed van de omgeving op de ontwikkeling wordt groter hoe hoger het niveau in het model. Cognitieve capaciteiten en persoonlijkheidstrekken worden al meer beïnvloed door de omgeving en de invloed van de omgeving bereikt het hoogste punt op het niveau van competenties. De invloed van zelfsturing, wil en reflectie is nog niet aanwezig op genetisch niveau en slechts beperkt op biologisch niveau. De invloed start met name bij de ontwikkeling van cognitieve capaciteiten en persoonlijkheidstrekken en neemt vervolgens toe tot het niveau van competenties. Het reflectieproces wordt weergegeven aan de linkerkant van het model. Het individu reflecteert (al dan niet bewust) op zijn gedrag en dit reflectieproces leidt tot aanpassing van beelden, waarden, capaciteiten en persoonlijkheidstrekken. De breedte van de pijlen geeft de relatieve invloed van het reflectieproces weer; beelden en waarden kunnen NOA, 7
8 makkelijker worden beïnvloed door reflectie en zelfsturing dan capaciteiten en persoonlijkheidstrekken. Tenslotte beïnvloedt de persoon de situatie (en de invloed van de situatie op hem/haar) door zijn gedrag. Dit wordt in het model aangegeven met behulp van de pijl vanuit het gedragsniveau richting de omgeving. Het individu kiest voor situaties en probeert ervoor te zorgen dat de omgeving op een bepaalde manier op hem/haar reageert. 4 Wat betekent het model voor het ontwikkelen en voorspellen van gedrag? Het model heeft als uitgangspunt dat alle niveaus van belang zijn bij de ontwikkeling van mensen en bij voorspelling van toekomstig gedrag van mensen. Idealiter zouden dus metingen op al deze persoonlijkheid niveaus dienen plaats te vinden. In de praktijk is dit op het genetische en biologisch niveau vaak (nog) niet mogelijk. Op het niveau van cognitieve capaciteiten, persoonlijkheidstrekken, beelden en waarden zijn wel verschillende instrumenten beschikbaar, zoals tests, vragenlijsten en interviews. Op het niveau van kennis, vaardigheden en attitudes zijn eveneens instrumenten voor handen, zoals kennistoetsen en vaardighedentoetsen (arbeidsproeven). Op het niveau van competenties zijn tenslotte assessments het meest aangewezen instrument. Een combinatie van instrumenten die aspecten op deze verschillende niveaus meten heeft in de meeste gevallen de voorkeur. Doel van de inzet van diagnostische instrumenten is veelal het verbeteren van (zelf)beelden, verwachtingen en doelen waardoor mensen (individuen en organisaties) beter in staat zijn om keuzes te maken en waardoor de ontwikkeling van mensen (en organisaties) beter verloopt. 5 Welke relatie kan er gelegd worden tussen het model en culturele diversiteit? Het model biedt een aantal aanknopingspunten voor de NOA visie op diversiteit. In de eerste plaats gaat het model er vanuit dat er een aantal persoonlijkheidsfactoren zijn die niet direct worden beïnvloed door de culturele omgeving waarin mensen opgroeien. Dit zijn vooral de genetische factoren. Voor de biologische factoren is wel een geringe invloed van de culturele omgeving te verwachten, bijvoorbeeld doordat bepaalde voedingsstoffen in bepaalde culturele omgevingen juist meer of minder aanwezig zijn. Daarbij bestaan er op genetisch niveau en biologisch niveau verschillen tussen bepaalde etnische groepen, maar het model gaat er vanuit dat de (culturele) omgeving pas echt concrete invloed krijgt op het niveau van cognitieve capaciteiten en persoonlijkheidstrekken. Een grotere invloed is te verwachten op het niveau van waarden en beelden en de grootste invloed van de culturele achtergrond wordt gevonden op het niveau van kennis, vaardigheden, attitude en verworven competenties. Wanneer het gaat om ontwikkeling van mensen is het van belang dat de instrumenten die gebruikt worden om bepaalde persoonlijkheidsaspecten te meten rekening houden met de invloed die een culturele omgeving uitoefent op een bepaald niveau. 5.1 Beoordelingen op gedragsniveau Op het niveau van competenties is er sprake van een specifieke (culturele) omgeving waarin het gedrag vertoond dient te worden. Het verkopen van een televisie in een Nederlandse winkel vergt andere competenties dan het verkopen van een televisie in een Nepalese winkel. De benodigde kennis, vaardigheden en attitude zijn afhankelijk van de (culturele) situatie. NOA, 8
9 Wanneer het echter gaat om het beoordelen van deze competentie in de Nederlandse situatie dan gaat het ook alleen om deze culturele omgeving. Of bijvoorbeeld iemand een televisie zou kunnen verkopen in Turkije is in deze niet relevant. Bij het beoordelen van situatiespecifieke competenties in de praktijk is het daarom ook niet nodig om rekening te houden met de culturele achtergrond van een persoon. Bij assessments (praktijkopdrachten) is de afstand tot de werkelijkheid al iets groter. Er wordt gekozen voor één situatie, er is sprake van rollenspelen en instructies etc. Hierbij kunnen culturele verschillen de meting gaan beïnvloeden (bepaalde culturele groepen hebben bijvoorbeeld minder geleerd om zich in een fictieve rol in te leven). Bij kennis is de situatie anders. Kennis wordt sterk beïnvloed door de culturele omgeving. Neem alleen al de taalkennis. En hetzelfde geldt voor kennis van breedbeeldtelevisies: deze is voor een verkoper in veel ontwikkelingslanden weinig relevant. Kennis wordt echter wel vaak op een indirecte en cultuurspecifieke wijze gemeten, bijvoorbeeld door middel van een schriftelijke toets met meerkeuze vragen. Wanneer iemand in een cultuur is opgegroeid waar kennistoetsing plaatsvond middels een individueel gesprek dan zal de kennis van deze persoon zeer waarschijnlijk anders worden beoordeeld wanneer deze kennis wordt getoetst met een multiple-choice toets. De meting zelf wordt beïnvloed door culturele factoren zonder dat dit de bedoeling is. Wanneer kennis directer wordt gemeten in een realistische situatie, bijvoorbeeld: weet iemand een berekening te maken van de hoeveelheid tapijt die nodig is voor een bepaalde kamer, dan wordt de meting zelf niet beïnvloed door culturele factoren. Hier geldt: hoe meer kennis in realistische situaties wordt getoetst hoe minder kans dat de meting wordt beïnvloed door culturele verschillen. Vaardigheden worden veelal wel in semi-realistische situaties gemeten. Maar ook hier kan de meting beïnvloed worden door onbedoelde culturele verschillen. Dit speelt vooral wanneer taal een rol speelt bij de meting. Denk aan een Afghaanse vluchteling die een schriftelijke Nederlandse instructie krijgt voor het uitvoeren van een technische opdracht. De technische vaardigheid kan in dit geval worden overschaduwd door de kennis van de Nederlandse taal. De meting van attitude of houding is in het algemeen lastig en vindt daarom ook relatief weinig plaats. Maar ook hier geldt: hoe concreter de situatie hoe minder kans dat de meting wordt beïnvloed door culturele verschillen. 5.2 Beoordelingen op Persoonlijkheidsniveau Bij het gebruik van instrumenten (psychologische tests, zelfbeschrijvingen) om aspecten op persoonlijkheidsniveau te meten en te verhelderen is de interpretatie die nodig is om de resultaten van observaties en metingen te koppelen aan het daadwerkelijke gedrag groter dan bij metingen op gedragsniveau. Hoewel een Nederlandse kandidaat en een Egyptische kandidaat beiden sterk extravert kunnen zijn zullen zij dit, beïnvloed door de cultuur waarin zij zijn opgegroeid, op een andere manier tonen. Daarnaast zal ook hier de vorm van de meting beïnvloed kunnen worden door culturele verschillen. In veel culturen is het geven van een schriftelijke zelfbeoordeling bijzonder ongewoon en is het in het algemeen niet beleefd om over de eigen eigenschappen te spreken. Dit maakt bijvoorbeeld dat een persoonlijkheidsvragenlijst extra weerstand kan oproepen. Ook bij het meten van cognitieve capaciteiten kunnen culturele verschillen een rol spelen, met name als het gaat om de vorm waarin de vragen worden aangeboden. Ook hier kan het begrijpen van de Nederlandse instructie een rol spelen, maar ook ervaring met het soort opgaven, meerkeuzevragen en werken onder tijdsdruk is belangrijk. In het algemeen betekent het bovenstaande dat op het persoonlijkheidsniveau meer rekening gehouden moet worden met de mogelijke invloed van culturele verschillen op de meting en op de interpretatie van de resultaten van de meting. Het gebruik van allochtone normgroepen kan in sommige gevallen nuttig zijn om de invloed van deze culturele verschillen te verhelderen. Dit wil echter niet zeggen dat allochtone normen zo maar gebruikt kunnen worden om gedrag in de Nederlandse NOA, 9
10 situatie te voorspellen, aangezien dan voorbij wordt gegaan aan de cultuurspecifieke situatie waarin het gedrag vertoond dient te worden. Veelal is het aan te raden een recente representatieve normgroep te hanteren, waarbij de cultuurspecifieke normgroep gebruikt wordt om mogelijke verschillen te verhelderen en de voorspelling te nuanceren. NOA, 10
Persoonlijkheid en competenties: wat kun je ontwikkelen?
Persoonlijkheid en competenties: wat kun je ontwikkelen? NOA: Drs. Daniël Elzas (afdeling Onderzoek en Ontwikkeling) Rabobank: Drs. Karel van der Burgt (Directoraat Personeel, Rabobank Nederland) Donderdag
Nadere informatie03.03.2010 Conferentie Studiesucces
03.03.2010 Conferentie Studiesucces Anita de Vries A.devries@noa-vu.nl A.de.vries@psy.vu.nl 1/40 03.03.2010 Conferentie Studiesucces Persoonlijkheid als voorspeller van Studieprestatie & Contraproductief
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale
Nadere informatieAntreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant
RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen
Nadere informatieTMA 360º feedback Flexibel en online. TMA 360º feedback werkboek. Dank u voor het gebruiken van de TMA 360º feedback competentie-analyse
Haal het maximale uit de TMA 360º fb competentieanalyse Dank u voor het gebruiken van de TMA 360º feedback competentie-analyse 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt
Nadere informatieRapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email:
Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 16.06.2015 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 16.06.2015 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieRapport SQ-Sales. Lydia Beelders 07 juli 2011 V1.1
Rapport SQ-Sales Lydia Beelders 07 juli 2011 V1.1 Rapportage SQ-test voor commerciële competenties. Gebruikersnaam: proef Naam: Lydia Beelders Geslacht: Vrouw Geboortejaar: 1988 Opleiding: HBO Testdatum:
Nadere informatieTaal en Connector Ability
Taal en Connector Ability Nico Smid Taal en Intelligentie Het begrip intelligentie gedefinieerd als G ( de zogenaamde general factor) verwijst naar het algemene vermogen om nieuwe problemen in nieuwe situaties
Nadere informatieInvalshoeken bij beoordelen
Invalshoeken bij beoordelen Invalshoeken bij Beoordelen Persoonlijkheidseigenschappen Met persoonlijkheidskenmerken wordt bedoeld: intelligentie, flexibiliteit, aanpassingsvermogen, leiderschap, integriteit,
Nadere informatieWelke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement?
Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement? Definitie outplacement Outplacement is een geheel van begeleidende diensten en adviezen die in opdracht van
Nadere informatiefeedback Flexibel en online Robuust 360º Werkboek Robuus Hartelijk dank voor het gebruiken van Robuust 360º Haal het maximale uit 360º
Robuus Robuust 360º Werkboek e Haal het maximale uit Hartelijk dank voor het gebruiken van Robuust 360º 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt te worden. Lees
Nadere informatieZap-Q persoonlijkheidsvragenlijst
Zap-Q persoonlijkheidsvragenlijst Zap-Q persoonlijkheidsvragenlijst Hoe goed sluit de persoonlijkheid van een (toekomstige) medewerker aan bij de functie? Dat bepaalt voor een groot deel hoe succesvol
Nadere informatieToetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie
Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch
Nadere informatieDe VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)
De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld
Nadere informatieHet sociaal regelsysteem: externe sturing door discipline. Het systeem van communicatieve zelfsturing: zelfsturing in communicatie
De logica van lef, discipline en communicatie Theoretisch kader voor organisatieontwikkeling Tonnie van der Zouwen, maart 2007 De gelaagdheid in onze werkelijkheid Theorieën zijn conceptuele verhalen met
Nadere informatieTHEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo
Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare
Nadere informatieMoral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz
Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.
Nadere informatieHET ASSESSMENT INFORMATIE
HET ASSESSMENT INFORMATIE HET ASSESSMENT U bent uitgenodigd voor een assessment. In de praktijk blijkt dat bij veel kandidaten vragen leven met betrekking tot dit soort onderzoek. In het hiernavolgende
Nadere informatieOPQ Profiel OPQ. E.I. rapport. Naam Dhr. Sample Candidate. Datum 23 oktober 2013. www.ceb.shl.com
OPQ Profiel OPQ E.I. rapport Naam Dhr. Sample Candidate Datum 23 oktober 2013 www.ceb.shl.com Inleiding Kennis van de eigen emoties, het onderkennen van andermans emoties en het omgaan met relaties kunnen
Nadere informatieDatum: 5 september 2014
Naam: Ruben Smit NewHR.nl heeft de ambitie je te faciliteren zodat je je optimaal kan ontwikkelen en duurzaam inzetbaar blijft, welke functie je dan ook hebt. Dit rapport is de eerste stap naar persoonlijke
Nadere informatieCapaciteitentest MBO. 1. Inleiding
Naam: Ruben Smit NewHR.nl heeft de ambitie je te faciliteren zodat je je optimaal kan ontwikkelen en duurzaam inzetbaar blijft, welke functie je dan ook hebt. Dit rapport is de eerste stap naar persoonlijke
Nadere informatieInterculturele Competentie:
Interculturele Competentie: Een vak apart W. Shadid, Leiden, mei 2010 Inleiding In deze korte uiteenzetting wordt aandacht besteed aan het onderwerp interculturele competenties waarop de laatste tijd en
Nadere informatieInformatie over de deelnemers
Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals
Nadere informatieMaak de juiste keuze. Coaching. Selectie/Promotie. Management Ontwikkeling. Loopbaanbegeleiding. Copyright 2005 Alert Management Consultants
Maak de juiste keuze - Selectie/Promotie Coaching Management Ontwikkeling Loopbaanbegeleiding Waarschijnlijk vindt u het net als de meeste mensen in uw vakgebied wel eens moeilijk om iemands persoonlijkheid
Nadere informatieAchtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:
Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan
Nadere informatieCRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport
CRE-W Instrument over creatief denken in organisaties HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Basisrapport INLEIDING CRE-W 2/7 Inleiding De CRE-W is een vragenlijst die de mate van creatief denken van
Nadere informatieCOMPETENTIE MATCH. Gedrevenheid tot gedrag
COMPETENTIE MATCH Gedrevenheid tot gedrag Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2. Over de rapportage... 3. De... 4. Tot slot... 3 4 5 6 Pagina 2 van 6 1 Inleiding Onlangs heb je de persoonlijkheidsvragenlijst
Nadere informatieMinor Toegepaste Psychologie
Minor Toegepaste Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?
Nadere informatieIST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1
IST Standaard Intelligentie Structuur Test ID 4589-1031 Datum 25.03.2015 IST Inleiding 2 / 12 INLEIDING De Intelligentie Structuur Test (IST) is een veelzijdig inzetbare intelligentietest voor jongeren
Nadere informatienederlandse samenvatting Dutch summary
Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke
Nadere informatieSamenvatting. Hieronder zullen de belangrijkste resultaten en conclusies per thema besproken worden. Zelfbeeld
Samenvatting Dit onderzoek is opgesteld om inzicht te krijgen in de gedachten en gevoelens van de jongeren ten opzichte van hun eigen identiteit, de toekomst, school, hun vrienden, hun rolmodel en risico
Nadere informatieMotieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen?
Motieven en persoonlijkheid Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatie psychologen vragen: Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatiepsychologen zoeken naar de motieven, de drijfveren
Nadere informatiewww.tma-methode.nl Talentenanalyse annemieke de Kuijper 21 april 2009
annemieke de Kuijper 21 april 2009 Talentenanalyse ceylonpoort 5-25 2037 AA Haarlem T 023-5463747 I www. E webdiscussie@ Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3 2. Betekenis van de scores 3 3. Consistentie 3 4.
Nadere informatieTH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant
Best Peter Assistant TH-PI Performance Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 11-11-2015 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 10-03-2015. OVER DE PERFORMANCE INDICATOR
Nadere informatieKijkwijzer techniek. Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject Talenten breed evalueren, dag 1 Pagina 1
Kijkwijzer techniek Deze kijkwijzer is een instrument om na te gaan in welke mate leerlingen een aantal competenties bezitten. Door middel van deze kijkwijzer willen we verschillende doelen bereiken: Handvatten
Nadere informatieOnze Online Assessment experts hebben de antwoorden op de meest gestelde vragen over Online Assessment.
Alles wat de HR professional wil weten over Online Assessments Wilt u een kandidaat uitnodigen om deel te nemen aan een Online Assessment? Wilt u weten hoe een Online Assessment is samengesteld of welke
Nadere informatieInterculturele Competenties:
Interculturele Competenties: Een vak apart W. Shadid Leiden, mei 2010 Interculturele Competenties 2 Inleiding Vooral in multiculturele samenlevingen wordt de laatste tijd veel nadruk gelegd op interculturele
Nadere informatieTraining met persolog profielen
Training met persolog profielen Verkrijg de beste resultaten op het werk en in uw dagelijks leven Ontdek een praktische manier om uw persoonlijkheid te ontwikkelen: U leert verschillende gedragstendensen
Nadere informatiePerformance Improvement Plan
Performance Improvement Plan Persoonlijke rapportage van B. Smit P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55
Nadere informatieAutisme als contextblindheid
Leerlingen met autisme in het secundair onderwijs Autisme Limburg 18 oktober 2011 KobeVanroy Autisme Centraal, Gent Autisme als contextblindheid P. Vermeulen, 2009 Autisme: prevalentie 2010 Autisme Centraal
Nadere informatieSlim omgaan met intelligentie. Beatrijs Brand orthopedagoog
Slim omgaan met intelligentie Beatrijs Brand orthopedagoog Wat verstaat u onder intelligentie? Intelligentie Wat je al kunt Hoe snel je kunt leren Hoe snel je kunt analyseren en oplossen Hoe goed je doelgericht
Nadere informatieRapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens. D. Emo. Naam.
Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Persoonlijkheidstest (MPT-BS) Status Voltooid Voltooid Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek Emailadres
Nadere informatieKUIL -methodiek & Gehanteerde Theoretische Modellen
KUIL -methodiek & Gehanteerde Theoretische Modellen Inleiding Bureau Lolkema houdt zich bezig met veranderingsprocessen bij mensen in/en organisaties. Daarbij richten wij ons primair op de ontwikkeling
Nadere informatieProcesadvisering Bijeenkomst 4
Procesadvisering Bijeenkomst 4 Inhoud Terugblik bijeenkomst 3 Hoofdstuk 4: De beleving van adviseur en geadviseerde Rolopvatting adviseur Cyclus van veranderingen Appriciative inquiry Weerstand bij veranderingen
Nadere informatieStress & Burn Out. ubeon Academy
Stress & Burn Out ubeon Academy Programma Stress & Burn Out, twee thema s die tot voor kort taboe waren in vele werkomgevingen, vragen vandaag de dag extra aandacht. Naast opleidingen gericht op individuele
Nadere informatieQ1000 Richtlijnen voor verantwoord testgebruik
Q1000 Richtlijnen voor verantwoord testgebruik Inleiding Tests vormen een belangrijk hulpmiddel bij het adviseren aan en het selecteren van personen. Voor de geteste personen kunnen de resultaten verstrekkende
Nadere informatieCapaciteiten scan. Mw A. Demo. Naam. Datum assessment
Capaciteiten scan Naam Datum assessment Mw A. Demo 4-4 - 2014 Gegevens kandidaat Naam E-mail Mw A. Demo ademo@abc.nl Geboortedatum 23-2 - 1986 Organisatie ABC BV Datum assessment 4-4 - 2014 Doel en reikwijdte
Nadere informatieTMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Demo Kandidaat 29 augustus 2011
TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting Demo Kandidaat 29 augustus 2011 Waddenring 24 2993 VE Barendrecht T 0180 848044 I www.priman.nl E info@priman.nl Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3 2. Betekenis
Nadere informatieStudiekeuzecheck Rapportage
Studiekeuzecheck Rapportage Vertrouwelijk School Naam E-mail Demo School Demo NOA Demo@NOA.nl Geboortedatum 1-3 - 1989 Datum assessment 1-9 - 2016 Inleiding Sterke punten Je hebt meegedaan aan de studiekeuzecheck
Nadere informatieLeerplanschema Minor Psychologie
Minor Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?
Nadere informatieVorm en inhoud geven aan burgerschap. MaatschapJIJ, passie voor vorming CNV Onderwijs, 30 januari 2013
Vorm en inhoud geven aan burgerschap MaatschapJIJ, passie voor vorming CNV Onderwijs, 30 januari 2013 Inhoud Inleiding Bespiegelingen burgerschap Praktische middelen: - Kijk in mijn wijk - Geen grapjes
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieSTIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding
STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende
Nadere informatieSimon Voorbeeld VERTROUWELIJK. 360 Feedback Competentietest
Simon Voorbeeld 360 Feedback Competentietest 2015 Testcentrum Groei De Algemene Voorwaarden van Testcentrum Groei B.V., die zijn na te lezen op www.testcentrumgroei.nl zijn van toepassing op het gebruik
Nadere informatieConnector Big Five Personality
Connector Big Five Personality Frequently Asked Questions P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90
Nadere informatiePVA Jaar 2. Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b
PVA Jaar 2 Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b Inhoudsopgave blz. Voorblad - Inhoudsopgave 2 Plan van aanpak tweede jaar 3-4 Bijlage 1: Algemene domeincompetenties 5-6 (wat heb ik geleerd) Bijlage 2: Belangrijkste
Nadere informatieKlinisch Pedagogische praxis: onderdeel Vakgroep Orthopedagogiek. Onderwerp: intelligentie problemen oplossen competentie
Klinisch Pedagogische praxis: onderdeel Vakgroep Orthopedagogiek Onderwerp: intelligentie problemen oplossen competentie Basisgegevens op internet : website Vakgroep Orthopedagogiek, persoonlijke website
Nadere informatie1 Het sociale ontwikkelingstraject
1 Het sociale ontwikkelingstraject Tijdens de schoolleeftijd valt de nadruk sterk op de cognitieve ontwikkeling. De sociale ontwikkeling is in die periode echter minstens zo belangrijk. Goed leren lezen,
Nadere informatieAttitudevorming & verandering. dinsdag 6 maart 2012
Attitudevorming & verandering H9 Wat vertellen attitudes over consumenten? Wat vertellen attitudes over consumenten? Mensen die van sushi houden zullen het waarschijnlijk eten Wat vertellen attitudes over
Nadere informatieFiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie?
Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? In deze fiche vind je instrumenten om de interculturele competenties van personeelsleden op te bouwen en te vergroten zodat het diversiteitsbeleid
Nadere informatieRapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest
Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking
Nadere informatieZorgvuldiger selecteren, gerichter ontwikkelen en objectiever beoordelen
Zorgvuldiger selecteren, gerichter ontwikkelen en objectiever beoordelen Personeel zorgvuldiger selecteren, gerichter ontwikkelen en objectiever beoordelen. Dat kan nu bij HR Coach die hiervoor HR Organizer
Nadere informatieStandaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Naam: Wouter van Straten Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014
Naam: Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op alle afgeronde onderdelen. 2 Algemeen werk- en denkniveau Ver beneden - gemidde ld Ver bovengemidde ld Algemene
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen
(Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen
Nadere informatieAntreum RAPPORT TALENTENSPECTRUM. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 02 Sep 2011. de heer Consultant
RAPPORT TALENTENSPECTRUM Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 02 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Dit rapport is bedoeld om u te helpen analyseren op welk vlak uw talenten
Nadere informatiehet minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd
Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend
Nadere informatieHuiswerk, het huis uit!
Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting
Nadere informatieTMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Sara Berger 15 april 2013
TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting Sara Berger 15 april 2013 Minervum 7444 4817 ZG Breda T 0162 51 59 02 I www.mectraining.nl E info@mectraining.nl Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Betekenis
Nadere informatieSpaarne Coaching 360º 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt te worden.
Haal het maximale uit Spaarne Coaching 360º Hartelijk dank voor het gebruiken van Spaarne Coaching 360º 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt te worden. Lees
Nadere informatie1. Effectiviteittest lesmateriaal. Effectiviteittest lesmateriaal onder 84 kinderen
Effectiviteittest lesmateriaal onder 84 kinderen Kwalitatief onderzoek onder ouders en leerkrachten door IPM Kidwise Bronnenonderzoek Kinderen, media en commercie in Europa en USA 2005 Ontwikkeling Nationale
Nadere informatieKiezen voor coaching als managementstijl
Kiezen voor coaching als managementstijl Druk, druk druk! Bijna iedere manager kent wel dit gevoel. Beter leren delegeren dus! Om te kunnen delegeren heb je echter verantwoordelijke en zelfsturende medewerkers
Nadere informatieVerstandelijke beperkingen
11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking
Nadere informatieHuman Performance Contextscan Persoonlijke rapportage
Human Performance Contextscan Persoonlijke rapportage Bedrijf FlowQ Coach Max Wildschut Cliëntcode 2167 Wachtwoord u295gr Datum 26 oktober 2008 2008 FlowQ www.flowq.nl V-HPC0801 Rapportage 2167 Pagina
Nadere informatiest r e s smanagement Inzicht in het omgaan met spanningen. Maximaal aantal deelnemers 12 Leren oplossingsgericht te handelen.
st r e s smanagement De cursus 'stressmanagement' is bedoeld voor iedereen die in zijn/haar werksituatie te maken krijgt met stress als gevolg van problemen en spanningsvolle situaties. De eigen ervaringen
Nadere informatieSamenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders
Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne
Nadere informatieBeroepsmatige instelling Bij beroepsmatige instelling wordt gekeken naar wat u motiveert en welke doelstellingen u op werkgebied heeft.
Pagina 1 van 21 BIP-werkgerelateerde persoonlijkheidsvragenlijst Dit rapport geeft een overzicht van uw positie op de vier persoonlijkheidsdimensies die relevant zijn voor het functioneren in een werkomgeving:
Nadere informatieMOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY OVERZICHT
MOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY OVERZICHT INTRODUCTIE De Motives, Values, Preferences Inventory () is een persoonlijkheidstest die de kernwaarden, doelen en interesses van een persoon in kaart brengt.
Nadere informatieVoor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding
Nadere informatieNederlandse Samenvatting. (Dutch Summary)
Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Het aantal oudere mensen in onze maatschappij groeit en de komende jaren zal dit alleen nog maar meer toenemen. De verwachting is dat het aantal mensen dat 65 jaar
Nadere informatieBEWIJS VOOR HET GEBREK AAN SKILLS VAN JONGEREN MET EEN MIGRATIE ACHTERGROND IS TE MAGER OM DAAR STERK OP IN TE ZETTEN
Werkt het verbeteren van werknemerscompetenties tegen jeugdwerkloosheid? DECEMBER 2016 BEWIJS VOOR HET GEBREK AAN SKILLS VAN JONGEREN MET EEN MIGRATIE ACHTERGROND IS TE MAGER OM DAAR STERK OP IN TE ZETTEN
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieOmgaan met faalangst en weerstanden! Trainer: Gijs Visser
Omgaan met faalangst en weerstanden! Trainer: Gijs Visser Hoe ga jij om met gevoelens van falen of een verlieservaring?? Iedereen krijgt er vroeg of laat mee te maken Er rust een taboe op dit onderwerp
Nadere informatieStevensbeek Beloning- en ontspanningsmomenten binnen het speciaal onderwijs
Stevensbeek Beloning- en ontspanningsmomenten binnen het speciaal onderwijs VSO De Korenaer Stevensbeek Inhoud: pagina nummer 1) Speciaal Onderwijs 3 a) Visie b) Hoe werkt dit in de praktijk? 2) Beloning-
Nadere informatie3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen
Inhoud Inleiding 7 1 Diversiteit in jouw leven 13 1.1 Identiteit 13 1.2 Sociale identiteit 15 1.3 Sociale deelidentiteiten 17 1.4 Multiculturele persoonlijkheden 20 1.5 Aspecten van persoonlijkheden 24
Nadere informatieDr. Linda Zijlmans. Trainer/Science Practitioner
Dr. Linda Zijlmans Trainer/Science Practitioner Begeleiders in Beeld bij triple diagnose: je belangrijkste instrument ben je zelf. Even voorstellen Begeleiders in Beeld Inleiding Emotionele intelligentie
Nadere informatieDe VrijBaan Vragenlijst (Algemeen)
De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld als gevolg van een gezondheidsprobleem,
Nadere informatieRapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:
Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 24.03.2016 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 24.03.2016 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25829 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nunspeet, Félice van Title: Neural correlates of the motivation to be moral Issue
Nadere informatieOEKT. Leiding geven aan verandering in jouw school. Berend Redder & Johan Spitteler
OEKT Leiding geven aan verandering in jouw school Berend Redder & Johan Spitteler Stichting De Brink 2011 Uitgangspunten bij succesvolle onderwijskundige veranderingen: 1. Ga er niet van uit dat jouw beeld
Nadere informatieOmgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten
Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten Jolien Geerlings PhD Onderzoeker J.Geerlings@uu.nl Overzicht 1) Inleiding 2) Wat hebben we precies onderzocht? 3) Hoe gaan we om met verschillen
Nadere informatieAanbod Persoonlijke Vaardigheden
Aanbod Persoonlijke Vaardigheden Naast de huidige in-house trainingen is er ook op individuele basis een aanbod van trainingen waaraan oio-medewerkers kunnen deelnemen. Deze trainingen zijn gericht op
Nadere informatieVoorspellen van Studiesucces. Welkom! Vergeet niet na het seminar je mobiel aan te zetten!! www.noa-vu.nl
Voorspellen van Studiesucces Welkom! Vergeet niet na het seminar je mobiel aan te zetten!! Programma Welkomstwoord dr. Remko van den Berg Presentatie drs. Anita de Vries: Voorspellers van studiesucces
Nadere informatieogen en oren open! Luister je wel?
ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak
Nadere informatieMinor Creatieve Intelligentie
Minor Creatieve Intelligentie Het creëren van flow in je organisatie Faculteit Economie en Management Minor Creatieve Intelligentie Ontwikkel jezelf in relatie tot je vakgebied Verbredende minor toegankelijk
Nadere informatie