Werkgeheugentraining als cognitief vaccin tegen depressie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Werkgeheugentraining als cognitief vaccin tegen depressie"

Transcriptie

1 Academiejaar e examenperiode Werkgeheugentraining als cognitief vaccin tegen depressie Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master in de psychologie, afstudeerrichting klinische psychologie door Charlotte Dugardyn Promotor: Prof. Dr. Ernst Koster Begeleiding: Thomas Onraedt

2 Ondergetekende, Charlotte Dugardyn, geeft toelating tot het raadplegen van de scriptie door derden. Handtekening

3 Voorwoord Het schrijven van een masterproef is een gebeuren waar veel tijd, geduld en vooral heel wat hard werk mee gepaard gaat. Het is een proces waar je blijft aan sleutelen in de hoop trots een mooi eindresultaat te kunnen afgeven. Gelukkig kon ik gedurende dit proces steunen op heel wat mensen die elk op hun eigen manier hebben bijgedragen tot mijn masterproef. Als eerste bedank ik graag mijn promotor Prof. Ernst Koster die mij de mogelijkheid gaf een masterproef te schrijven die nauw aansluit bij mijn interesseveld. Depressie was voor mij om diverse redenen steeds een van de boeiendste lesonderwerpen gedurende mijn opleiding. Een masterproef kunnen schrijven over dit onderwerp was voor mij dus een bijzondere aangelegenheid waar ik zeer dankbaar voor ben. Vervolgens bedank ik zeker ook mijn begeleider Thomas Onraedt voor de uitstekende begeleiding. Telkens als ik vragen had of even in de knoop zat, kon ik onmiddellijk terecht voor een afspraak. De vele tips, positieve woorden en constructieve feedback zorgden er voor dat ik steeds gemotiveerd bleef en hebben zeker bijgedragen tot het maken van deze masterproef. Alle participanten die deelnamen aan de studie verdienen zeker ook een plaatsje in dit voorwoord. Zonder hun medewerking was het schrijven van deze masterproef immers een onmogelijke opgave. Graag bedank ik ook mijn vrienden die meer dan eens luisterden naar mijn thesisverhalen en me bleven motiveren om een mooi eindresultaat af te geven. Mijn zus, Manon, om klaar te staan met taaladvies en mij steeds te steunen. Als laatste maar belangrijkste persoon bedank ik graag mijn mama om mij de kans te geven om psychologie te studeren. Geen moeite was te veel om er voor te zorgen dat ik een zorgeloos studentenleven kon leiden. Bedankt om de afgelopen vijf jaar steeds in mij te geloven.

4 ABSTRACT Depressie is een ziektebeeld die we in onze hedendaagse maatschappij steeds vaker zien opduiken bij kinderen, jongeren en volwassenen. Een centrale component binnen de cognitieve symptomen van depressie betreft rumineren. Voorgaand onderzoek stelde reeds vast dat we rumineren kunnen zien als een verstoring van de informatieverwerkingsprocessen. Bovendien tonen verschillende studies aan dat ruminatie een belangrijke rol speelt bij de start en herval van depressie. Als belangrijk onderliggend proces van deze informatieverwerking kunnen we het werkgeheugen onderscheiden. Het verband tussen een verstoorde werking van het werkgeheugen en depressie werd reeds meermaals cross-sectioneel onderzocht, maar amper werd een mogelijke causale link bestudeerd. In deze masterproef wensen we een mogelijk causaal verband na te gaan door middel van experimentele manipulatie. De experimentele manipulatie bestond uit het ondergaan van een intensieve werkgeheugentraining onder de vorm van de dual n-back task versus het ondergaan van controlcondities. In totaal namen 72 personen deel aan het experiment. We wensten na te gaan of één week werkgeheugentraining valide transfereffecten zou voortbrengen. Resultaten toonden aan dat proefpersonen significant verbeterden in de adaptieve dual n-back task en dus effecten ondervonden van de werkgeheugentraining. We vonden echter tegen onze verwachtingen in geen effecten van deze verbeterde werkgeheugencapaciteit op prestaties op de Running Span, Internal Shift Task, Beck Depression Inventory-II en Ruminative Respons Scale. De experimentele manipulatie leidde dus niet tot de gehoopte cognitieve effecten en daling in symptomen. Mogelijke verklaringen voor het uitblijven van de verwachte effecten worden besproken.

5 Inhoudsopgave Depressie... 1 Wat is depressie?... 1 Prevalentie van depressie Ernst van depressie Kosten van een depressieve episode Behandeling Conclusie Rumineren... 5 Wat is rumineren?... 5 Ruminatieve responsstijl en depressie Conclusie Cognitieve Deficits bij Depressie en Rumineren... 7 Cognitieve kwetsbaarheid Geheugenbias Aandachtbias en inhibitieproblemen Conclusie Het Werkgeheugen Definitie werkgeheugen Link werkgeheugen en depressieve symptomen Werkgeheugentraining Argumenten contra werkgeheugentraining Argumenten pro werkgeheugentraining Conclusie Doelstelling Masterproef Methode 17 Deelnemers Vragenlijsten Ruminative Response Scale Beck Depression Inventory Computertaken Running memory span Internal Shift Task Dual n-back task Controlecondities Procedure... 22

6 Resultaten 23 Basisassumpties Statistische Analyse Dual n-back Training Running Span Internal Shift Task Globale shiftcost Shiftcost voor de emotionele conditie Shiftcost niet-emotionele conditie Beck Depression Inventory II Ruminative Response Scale RRS Totaal RRS Brooding RRS Reflection Discussie 31 Referentielijst 36

7 Depressie Wat is depressie? Depressie wordt in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (American Psychological Association (APA), 2000) ingedeeld onder de categorie van de stemmingsstoornissen. Verschillende aandoeningen vallen onder deze noemer zoals de dysthyme stoornis, bipolaire stoornis, majeure depressieve stoornis, chronische depressie en dergelijke. Depressie wordt gekenmerkt door affectieve, lichamelijke en cognitieve symptomen. Vaak associeert men depressie vooral met affectieve symptomen. Onder deze affectieve symptomen zien we een depressieve stemming, verlies van interesse en plezier en gevoelens van waardeloosheid naar voor treden. Lichamelijke klachten uiten zich vaak onder de vorm van verlies aan energie, gewichtsverlies, slaapproblemen en andere symptomen zoals buikpijn en/of hoofdpijn. Een vaak vergeten aspect van depressie zijn de cognitieve symptomen die optreden. Concentratieproblemen, moeilijkheden om de aandacht vast te houden en besluiteloosheid zijn vaak gehoorde klachten bij personen die leiden aan depressie. Deze klachten oefenen net zoals de affectieve en lichamelijke klachten een grote invloed uit op de patiënt zijn of haar levenswijze. Depressie heeft vaak grote gevolgen voor zowel het individu als voor zijn of haar omgeving. Vaak voelen personen zich sterk gehinderd door bovengenoemde symptomen in hun sociaal en beroepsleven. We stellen vast dat ze activiteiten dikwijls zullen vermijden of uitstellen om zo niet in aanraking te komen met hun symptomen. Het vermijden van deze activiteiten zorgt er echter voor dat patiënten geïsoleerd blijven vastzitten in hun depressie en een gebrek aan sociale contacten en positieve bekrachtiging ervaren. Prevalentie van depressie. Als we de prevalentie gegevens bekijken in België zien we dat de lifetime prevalentie van depressie ongeveer te schatten valt op 15% van de algemene bevolking (Bruffaerts, Bonnewyn, Demarest et al., 2004). Wanneer we de algemene bevolking van geïndustrialiseerde landen bekijken binnen een tijdspanne van een jaar zal 4 tot 10% voldoen aan de criteria van depressie (Demyttenaere, Bruffaerts, & Posada-Villa, 2004). Deze cijfers tonen aan dat de kans 1

8 dat je ooit zelf of in je bredere omgeving geconfronteerd wordt met depressie erg groot is. Depressie is bovendien niet enkel een vaak voorkomend ziekte beeld in België, maar ook in Europa. De European Outcome of Depression International Network (ODIN) (Ayuso-Mateos et al., 2001) studie toonde een prevalentie van 8.56% aan. Depressies kennen geen bepaalde leeftijdsperiode waarin ze ontwikkeld worden, maar kennen een brede tijdspanne (Bruffaerts, Bonnewyn, & Demyttenaere, 2008). Er is dus niet zozeer een kwetsbare leeftijdsperiode om een depressie te ontwikkelen, maar we kunnen wel bepaalde risicogroepen onderscheiden. Onderzoek toont namelijk aan dat depressie tweemaal zo vaak voorkomt bij vrouwen, bij jongere en gescheiden personen en personen van wie de partner overleden is (Bruffaerts, Bonnewyn, Van Oyen et al., 2004). Ernst van depressie. We stellen vast dat wanneer een depressie zich ontwikkelt dit vaak niet bij een enkele episode blijft. Herval en het optreden van nieuwe depressieve episodes zijn zeker geen uitzondering. Onderzoek vermeldt dat een derde van de personen die lijden aan depressie chronisch last blijven hebben van nieuwe depressieve episodes (Bruffaerts, Bonnewyn, Dumarest et al., 2004). Solomon et al. (2000) stelden vast dat na het ervaren van een depressieve episode 60% van de patiënten een tweede depressieve episode meemaakt. We concluderen dat naarmate een persoon meer depressieve episodes ondergaat de kans op een volgende depressie steeds weer groter wordt. Onderzoek toont aan dat per bijkomende depressieve periode de kans op herval met 16% toeneemt (Solomon et al., 2000). Het aantal depressieve episodes is dus een belangrijke voorspeller voor de kans op herval. We vinden eveneens een link terug tussen depressie en suïcidaliteit. We stellen vast dat 27% van de Belgen met een ernstige depressie minstens één suïcide poging heeft ondernomen (Demyttenaere, Bonnewyn, & Bruffaerts, 2005). Wanneer depressie dus niet correct behandeld en opgevolgd wordt kan dit grote gevolgen hebben op het verdere leven van de patiënt. Zowel een eenmalige depressieve episode als een terugkerende episode vragen een correcte behandeling om herval te vermijden. Kosten van een depressieve episode. Depressie is niet enkel voor het individu zelf, maar ook voor de omgeving en de maatschappij een hoge kost. Onderzoek wees uit dat personen die lijden aan depressie 2.17 keer meer ziektedagen opnemen dan andere werknemers (Adler et al., 2006; Greener & Guest, 2007). 2

9 Volgens onderzoek verliezen ze 5.6 productieve werkuren per week gedurende hun depressieve episode terwijl dit bij standaardwerknemers slechts 1.5 uur per week is (Stewart, Ricci, Chee, Hahn, & Morganstein, 2003). Bovendien kunnen we veronderstellen dat de cognitieve symptomen die gepaard gaan met depressie ook heel wat invloed uitoefenen op de werkvloer. Zo kan een verminderd concentratievermogen, minder aandacht en grotere besluitloosheid mogelijks leiden tot een verminderde productiviteit. Een studie van Smith & Smith (2010) wees uit dat volwassenen lijdend aan depressie een lager inkomen, minder werkdagen hebben per jaar en een lager onderwijs niveau hebben. Greenberg et al., (2003) schatte de economische kost van depressie in de VS op 83 biljoen dollar. Deze kost splitste hij op in een medische kost (26.1 biljoen dollar), een productiviteitskost (51.5 biljoen dollar) en zelfmoord gerelateerde mortaliteitskosten (5.4 biljoen dollar). Depressie kent dus niet enkel een individuele last, maar ook een economische. Rekening houdend met de hoge prevalentiecijfers en hoge kansen op herval is het dus zeker een meerwaarde om zowel de etiologie als preventie-en behandelmethoden uitgebreid te onderzoeken. Behandeling. Binnen de zoektocht naar een behandeling voor depressie worden verschillende visies gehanteerd wat betreft de etiologie van depressie. Biologische modellen gaan vaak uit van een biologische kwetsbaarheid of genetische afwijking. Zo stellen sommige onderzoekers een verband vast tussen hyperactiviteit van de HPA-as en depressie (Hoogendijk & Swaab, 1991). Andere onderzoeken wijzen op de relatie tussen het hormoon serotonine en depressie (Barton et al., 2008). Deze biologische benadering impliceert vaak een biologische behandeling, bijvoorbeeld onder de vorm van een antidepressivum. Binnen de psychologische benadering zijn verschillende therapiescholen aanwezig die opnieuw elk een eigen visie hebben op de etiologie van depressie. Enkele belangrijke therapeutische stromingen zijn onder meer: systeemtherapie, gedragstherapie, cognitieve therapie, cognitieve-gedragstherapie en psychoanalytische therapie. Zoals eerder vermeld, geldt ook hier dat een verschillende visie gepaard gaat met een verschillende behandeling. Binnen deze masterproef richten we ons op de cognitieve visie. De behandeling die volgt op deze visie is cognitieve gedragstherapie met de onderliggende assumptie dat het veranderen van de negatieve en sombere gedachten zal leiden tot verbetering in de symptomen zoals verminderd negatief affect (Joormann & D Avanzato, 2010). Beck (1967) ging reeds eerder uit van deze assumptie en wees er op dat het niet zozeer de gebeurtenissen zijn die een persoon 3

10 meemaakt die zijn of haar gedragspatroon verklaren, maar de manier waarop deze gebeurtenissen geïnterpreteerd worden. Kortom de bril waardoor mensen kijken naar de wereld om zich heen oefent een sterke invloed uit op het gedrag. Zo stelde Beck vast dat personen met depressie vaak denkfouten maken die aanleiding kunnen geven tot een depressieve stemming. Enkele van deze denkfouten zijn bijvoorbeeld rampdenken ( Als dit examen niet lukt zal ik nooit mijn diploma halen ) en overgeneralisatie ( Ik ben niet goed in sport, ik kan helemaal niets ). De cognitieve benadering wordt sterk toegepast binnen het domein van depressie en kan steunen op sterk evidence based onderzoek. Zo toonden Butler, Chapman, Forman en Beck (2006) aan dat cognitieve gedragstherapie effectief is voor unipolaire depressieve episodes, zowel bij adolescenten als volwassen. Aanvullende therapieën worden eveneens vaak gebruikt, zoals bijvoorbeeld relaxatietherapie die vooral inwerkt op de lichamelijke symptomen. Soms wordt ook gebruik gemaakt van sociale vaardigheidstraining om de patiënt uit het isolement te halen en opnieuw te leren omgaan met sociale situaties. Men beoogt hiermee de eerder vermelde vicieuze cirkel te doorbreken. We stellen echter vast dat niet alle behandelingen bij iedereen even succesvol zijn. Zelfs het ondergaan van een succesvolle behandeling biedt geen garantie op een symptoomvrij leven. Zoals reeds vermeld zien we immers vaak herval optreden ook al leek de behandeling initieel geslaagd. We concluderen dat een succesvolle behandeling niet voor iedereen weggelegd is en dat zelfs een succesvolle behandeling geen herval uitsluit. Ondanks een ruime waaier aan behandelingen is er dus nog steeds een zoektocht gaande naar een betere behandeling tegen depressie. Er is bijgevolg zeker een vraag aanwezig naar aanvullende evidence based behandelingen ter preventie van (nieuwe) depressieve episodes. Conclusie. De Wereldgezondheidsorganisatie vermeldde enkele jaren geleden in een rapport dat de unipolaire depressie één van de belangrijkste aandoeningen zal zijn die onze samenleving kent (Murray & Lopez, 1996). Deze voorspelling lijkt uit te komen als we de hoge prevalentiecijfers bekijken in België en Europa. Depressie is een ernstige aandoening die vele mensen treft en vaak erg grote gevolgen heeft. Bovendien zien we dat depressie vaak ook chronisch een impact blijft hebben op een groot deel van de patiënten. Het reduceren van de hoge prevalentie (Kessler et al., 2003) en hoge herval cijfers (Solomon et al., 2000) vormen dus belangrijke uitdagingen naar de toekomst toe (De Lissnyder, Koster, & De Raedt, 2012). 4

11 Rumineren Wat is rumineren? Iedereen piekert wel eens over iets dat hem of haar overkomen is. Rumineren kunnen we zien als een manier om emoties te reguleren waarbij nagedacht wordt over de mogelijke oorzaken, gevolgen en betekenissen van eventuele negatieve gevoelens en depressieve symptomen die personen op dat moment ervaren (De Lissnyder et al., 2011). Onderzoek heeft onlangs uitgewezen dat we rumineren niet steeds als een negatieve strategie dienen te zien. Rumineren werd immers niet meer als een unidimensioneel, maar als een multidimensioneel construct bestudeerd (De Lissnyder et al., 2011). Exploratorische factor analyse onderscheidde twee belangrijke factoren wat rumineren betreft (Treynor, Gonzalez, & Nolen-Hoeksema, 2003) namelijk: reflective pondering en depressive brooding. De eerste vorm reflective pondering kunnen we zien als een manier om te reflecteren over zaken die ons overkomen zijn. Op die manier proberen we onze stemming te verbeteren en eventueel het probleem op te lossen (De Lissnyder et al., 2011). Zo kan Jan bijvoorbeeld een ruzie gehad hebben op het werk waar hij thuis nog over nadenkt over hoe hij dit zou oplossen. Hij vertelt zijn vrouw het verhaal en denkt na over mogelijke oplossingen. Hij besluit morgen het voorval met zijn collega te bespreken in de hoop er samen uit te raken. Eenmaal de kinderen thuiskomen, is Jan het hele voorval echter al vergeten en geniet samen met zijn gezin van een leuke film op tv. Jan zijn manier van rumineren is helemaal geen slechte manier van denken, maar een adaptieve manier gericht op probleemoplossing (Treynor et al., 2003) en een beter gevoel bij het individu. Een andere vorm van rumineren betreft het type brooding. Stel dat Tom dezelfde ruzie gehad heeft op het werk en hier thuis ook verder over nadenkt. In tegenstelling tot Jan blijft Tom echter heel de avond hier over nadenken. Zelfs wanneer de kinderen thuiskomen kan hij het voorval maar niet loslaten. Hij kan helemaal niet genieten van de film die ze samen bekijken en blijft het voorval analyseren. Bovendien ligt hij s nachts wakker van de hele situatie en kan maar niet de slaap vatten. We zien dat Tom zich op een passieve manier opstelt tegenover het probleem. Hij blijft herhaaldelijk nadenken over de oorzaken zonder er actief iets aan te veranderen. In tegenstelling tot de eerste vorm is deze vorm van rumineren dus maladaptief en zal deze geen oplossingen bieden voor mogelijke problemen. 5

12 Ruminatieve responsstijl en depressie. Sommige onderzoekers zien rumineren als een stabiele persoonlijkheidstrek (Nolen- Hoeksema, 1991). Vanuit dit standpunt kunnen we bij bepaalde personen een ruminatieve responsstijl terugvinden. Deze personen zullen steeds herhaaldelijk en passief nadenken over de negatieve zaken die hen overkomen zijn en zich focussen op hun symptomen en de mogelijke oorzaken (Lyubomirsky, Caldwell, & Nolen-Hoeksema, 1998). Deze stijl is vergelijkbaar met het type brooding dat we reeds onderscheidden. Sommige onderzoekers zien deze ruminatieve responsstijl echter niet als eenmalig, maar als een stabiele trek die de denkwijze van het individu volledig bepaalt. Onderzoek wees uit dat het hanteren van dergelijke ruminatieve responsstijl duidelijke gevolgen heeft voor het individu. Rumineren blijkt immers een centrale component te zijn bij depressie. Onderzoek toonde reeds een link aan tussen hoge brooding scores en depressieve symptomen (Treynor et al., 2003). Depressieve patiënten ervaren vaak oncontroleerbare negatieve gedachten over zichzelf, de wereld en de toekomst (Joormann et al., 2008). Ze staan stil bij de mogelijke oorzaken en gevolgen van hun depressieve gevoelens. Rumineren zorgt eveneens vaak voor een gevoel van hopeloosheid bij de patiënt over de toekomst (Abramson, Metalsky, & Alloy, 1989; Beck, 1967). Uit de theorieën van Beck kwam reeds naar voor dat deze gevoelens van hopeloosheid een belangrijke plaats hebben binnen de etiologie van depressie. Rumineren is echter meer dan zomaar een symptoom van depressie. Onderzoek heeft reeds een associatie gevonden tussen rumineren en de start en herval van de depressieve episode en het in stand houden van het negatief affect (Nolen-Hoeksema, 2000). Meer specifiek werd een prospectieve studie uitgevoerd bij personen die een geliefde verloren hadden aan een terminale ziekte. Hier zag men duidelijk dat personen die in de periode na het verlies een ruminatieve responsstijl hanteerden, betrekkelijk meer depressieve symptomen vertoonden 18 maanden na het voorval dan personen die deze stijl minder of niet hanteerden (Nolen- Hoeksema & Larson, 1999; Nolen-Hoeksema & Davis, 1999). We kunnen rumineren dus zien als een instandhoudende factor van het negatieve affect. Zo stellen we vast dat personen die zich depressief voelen en hierover rumineren over het algemeen meer negatieve herinneringen ophalen, pessimistischer zijn over hun huidige situatie en hun toekomst negatiever inzien (Lyubomirsky & Nolen-Hoeksema, 1995; 6

13 Lyubomirsky, Caldwell, & Nolen-Hoeksema, 1998; Pyszczynski, Holt, & Greenberg, 1987). Hierdoor blijven ze hun depressie onderhouden en blijven ze zich ongelukkig voelen. Bovendien hopen ze met het piekeren over de mogelijke oorzaken van de depressie een oplossing te vinden op hun problemen. Uit onderzoek blijkt echter dat de probleemoplossingsvaardigheden van personen die rumineren slechter is dan van personen die niet rumineren (Lyubomirsky & Nolen-Hoeksema, 1995). Conclusie. We kunnen binnen rumineren een onderscheid maken tussen twee types nl. reflective pondering en brooding (Treynor et al., 2003). We besteden vooral aandacht aan het maladaptieve type brooding omwille van zijn negatieve gevolgen. Dit type sluit ook aan bij de ruminatieve responsstijl die vaak erg grote effecten heeft op het individu. Rumineren kan immers verantwoordelijk zijn voor de start en het in stand houden van een depressie en kan leiden tot herval. We kunnen rumineren niet enkel zien als een kwetsbaarheidsfactor, maar ook als een instandhoudende factor. De eerder vermelde oncontroleerbare, negatieve gedachten over zichzelf, de wereld en de toekomst (Joormann & Gotlib, 2008) worden vaak in stand gehouden door de ruminatieve responsstijl en komen herhaaldelijk voor. Rumineren heeft bovendien ook duidelijke cognitieve effecten zoals het sneller ophalen van negatieve herinneringen en het falen van probleemoplossingsvaardigheden. Meer onderzoek naar de instandhoudende cognitieve factoren van rumineren is dus noodzakelijk om depressie en herval beter te begrijpen en eventueel zelfs tegen te gaan. Cognitieve Deficits bij Depressie en Rumineren Cognitieve kwetsbaarheid. Zoals reeds eerder vermeld kunnen we binnen het ziektebeeld van depressie zowel affectieve, lichamelijke als cognitieve symptomen onderscheiden. Aan deze cognitieve symptomen wordt vaak minder aandacht besteed ondanks hun grote impact. De eerder besproken cognitieve visie stelt deze cognitieve processen centraal en probeert via de cognitieve inhouden en/of processen de depressie aan te pakken. Mogelijks is er bij depressieve patiënten sprake van een cognitieve kwetsbaarheid die een negatief denkpatroon in stand houdt. Eén van de basisassumpties van de cognitieve theorie van Beck betreft de cognitieve negatieve triade. Dit houdt negatieve verwachtingen, interpretaties en percepties in over zichzelf, de wereld en de toekomst. Verder zorgen volgens Beck zogenaamde schema s, gebaseerd op eerdere ervaringen, voor de selectie, interpretatie en herinnering van informatie. Personen die 7

14 lijden aan depressie hebben vaak negatieve zelf schema s die ervoor zullen zorgen dat een denkpatroon ontstaat met erg negatieve opvattingen over zichzelf. Een laatste belangrijk sleutelelement in de theorie van Beck, vooral van toepassing op deze masterproef, betreft een verstoorde informatieverwerking die ervoor zorgt dat het negatieve persistenter aanwezig is dan het positieve. Er wordt dus uitgegaan van zowel een verstoring van de cognitieve inhouden als van de cognitieve processen. Prospectieve studies toonden reeds aan dat gebrekkige cognitieve controle depressieve symptomen kan voorspellen in zowel risicogroepen (Zetschke & Joormann, 2011) als groepen van depressieve patiënten in remissie (Demeyer, Koster, Lissnyder, & Raedt, 2012). Het is net op deze gebrekkige cognitieve processen dat we ons in deze masterproef zullen richten. Geheugenbias. Onderzoek wees uit dat het ervaren van een negatieve stemming geassocieerd is met het oproepen van stemmingscongruente representaties uit het werkgeheugen (Ilsen, 1984; Siemer, 2005). Zo zullen personen die zich niet goed in hun vel voelen steeds voorstellingen ophalen die dit gevoel bevestigen. Op deze manier wordt een vicieuze cirkel gecreëerd waar moeilijk uit te ontsnappen valt. Onderzoekers stelden vast dat depressieve patiënten naast meer negatieve gedachten, ook selectieve aandacht voor negatieve stimuli en grotere toegang tot negatieve herinneringen hadden (Blaney, 1986; Matthews & MacLeod, 2005; Rusting, 1998). Een bekend fenomeen is dan ook dat depressieve personen vaak erg negatief zullen terugkijken naar het verleden. Het is voor hen zeer moeilijk positieve zaken boven te halen en ze blijven vaak vast zitten bij de negatieve herinneringen. We zien dat het voor depressieve patiënten erg moeilijk is om (negatieve) informatie die niet langer relevant is te verwijderen (Hasher & Zacks, 1988). Aandachtbias en inhibitieproblemen. Onderzoek heeft reeds meermaals aangetoond dat depressie en rumineren geassocieerd zijn met tekortkomingen in het executief functioneren, meer bepaald in de inhibitorische reacties (Hertel, 1997; Joormann, 2005; Linville, 1996). Rumineren en depressie kunnen gekenmerkt worden door zowel moeilijkheden bij het tegenhouden van negatieve irrelevante informatie die het werkgeheugen wil binnen dringen (Goeleven, De Raedt, Baert, & Koster, 2006; Joormann, 2004) als door moeilijkheden bij het verwijderen van voorheen relevant negatief materiaal dat nu niet meer bruikbaar is (Joormann et al., 2008). 8

15 Joormann & Gotlib (2008) voerden een onderzoek uit met de Sternberg task. De proefpersonen bestonden uit een controle groep, een groep depressieve patiënten en een groep bij wie een droevige stemming geïnduceerd werd. De Sternberg task bestaat uit drie fasen. In de eerste fase krijgen de proefpersonen twee lijsten met woorden met een emotionele valentie die ze dienen te onthouden. In de tweede fase wordt op een display gemeld welke de relevante lijst is voor de volgende fase. In de derde fase komt een woord uit een van de twee lijsten tevoorschijn en dienen proefpersonen te zeggen of dit woord al dan niet in de relevante lijst stond. Deze taak laat toe om na te gaan hoe snel de proefpersonen irrelevante informatie kunnen uitschakelen. Vooral met betrekking tot depressieve personen is het erg boeiend om te zien hoe zij met deze negatieve irrelevante informatie omgaan. Joormann & Gotlib (2008) stelden vast dat depressieve personen een groter intrusie effect hebben voor negatief materiaal. Wanneer in een derde fase een negatief woord werd aangeboden, was hun beslissingstijd langer dan bij de controlegroep en de groep waar een negatieve stemming geïnduceerd werd. Dit toont aan dat bij depressieve patiënten negatieve irrelevante informatie meer geactiveerd wordt dan bij de andere groepen. We stellen vast dat dit effect enkel plaats vindt bij de depressieve groep en we deze resultaten dus niet zuiver kunnen verklaren aan een droevige stemming. Mogelijks spelen de verstoorde informatieverwerkingsprocessen die samenhangen met depressie een belangrijke rol in de problemen met inhibitie van negatief irrelevant materiaal. In een studie van Levens & Gotlib (2010) werden vergelijkbare resultaten terug gevonden. Hier dienden depressieve patiënten en een controle groep een emotion 2 back task uit te voeren. In deze taak werden neutrale, positieve en negatieve emoties gepresenteerd. Proefpersonen dienden aan te geven of de valentie van de stimuli die ze zagen overeenkwam met de stimuli die twee posities geleden aan bod kwam. Uit deze studie bleek dat depressieve patiënten moeilijker negatieve stimuli kunnen verwijderen en sneller positieve stimuli loslaten in vergelijking met de controle groep. We stellen een aandachtvoorkeur vast voor negatieve stimuli en een verminderde aandacht voor positieve stimuli. Conclusie. We kunnen dus besluiten dat een bepaalde cognitieve inflexibiliteit aan de basis kan liggen van het vastzitten in een (negatief) denkpatroon (Davis & Nolen-Hoeksema, 2000). Deze verstoorde informatieverwerkingsprocessen zorgen vervolgens voor een vicieuze cirkel die erg nauw aansluit bij het concept ruminatie, meer specifiek het type brooding, waar zoals eerder 9

16 vermeld erg moeilijk kan uitgestapt worden. Wanneer men zich reeds in een depressieve stemming bevindt, zorgen informatieverwerkingsprocessen er voor dat het negatieve gevoel in stand gehouden wordt. Onderliggend aan al deze verstoringen in de informatieverwerkingsprocessen is een belangrijk centraal cognitief systeem, namelijk het werkgeheugen. Het Werkgeheugen Definitie werkgeheugen. Het werkgeheugen kan gezien worden als een belangrijke factor binnen ons denkproces. Het is verantwoordelijk voor zowel het tijdelijk opslaan van informatie als voor de verwerking van en controle over deze informatie (Baddeley, 1997; Morrison & Chein, 2011). Een van de belangrijkste processen van het werkgeheugen is dan ook het opslaan van (relevante) binnenkomende informatie, inhiberen van irrelevante informatie en het verwijderen van voorheen relevante informatie om vervolgens te vervangen door nieuwe informatie. Het werkgeheugen kan dan ook gezien worden als een mentaal systeem met een bepaalde limiet die tijdelijk toegang biedt tot een beperkte set van representaties (Cowan, 1999; Miyake & Shah, 1999). Net omwille van deze beperkte capaciteit is het van groot belang dat het werkgeheugen erg flexibel is. Dit betekent dat er op een goede manier geüpdatet dient te worden wanneer nieuwe informatie aangeboden wordt en wanneer irrelevante informatie verwijderd dient te worden (Joormann et al., 2008). Vele onderzoekers tonen een link aan tussen de werking van het werkgeheugen en andere cognitieve vaardigheden. Zo werd reeds een link gelegd met taalverwerving (Baddeley, 2003), non verbale probleemoplossingsvaardigheden (Logie, Gilhooly, & Wynn, 1994) en leesbegrip (Daneman & Carpenter, 1980). Engle et al. (2010) toonden eveneens aan dat werkgeheugencapaciteit gelinkt is aan individuele verschillen in executief functioneren en fluid intelligence (vaardigheid om te redeneren in nieuwe situaties). Link werkgeheugen en depressieve symptomen. Zoals reeds eerder vermeld kunnen we dus een verband vaststellen tussen de informatieverwerkingsprocessen van het werkgeheugen en depressieve symptomen (meer bepaald rumineren). Dit verband werd vooral aangetoond door cross-sectionele studies waardoor we dit verband nog steeds op drie verschillende manieren kunnen interpreteren. We kunnen veronderstellen dat een depressie invloed uitoefent op de werkgeheugenprocessen en 10

17 zo zorgt voor het ontstaan van een negatief cognitief patroon. Mogelijks kan ook een derde factor verantwoordelijk zijn voor het verband tussen de verstoorde informatieverwerkingsprocessen van het werkgeheugen en depressie. Tenslotte bestaat ook de mogelijkheid dat een verstoring van de werkgeheugenprocessen aanleiding geeft tot het ontstaan van rumineren en overige depressieve symptomen. We merken dan ook een nood aan experimentele studies waarin de veronderstelde causale factor gemanipuleerd wordt. Zo kan op een valide manier nagegaan worden of er sprake is van een causaal verband. Indien we dus een mogelijks causaal verband tussen werkgeheugen en depressie wensen na te gaan, dienen we werkgeheugen te manipuleren. Een mogelijke manier om het werkgeheugen te beïnvloeden, is het opstarten van werkgeheugentraining. Als vervolgens een causaal verband vastgesteld kan worden, kan werkgeheugentraining een belangrijk sleutelelement zijn in de behandeling van depressie. Indien we de werkgeheugenprocessen kunnen optimaliseren, kan zo mogelijks ook een effect worden uitgeoefend op de depressieve symptomen. Figuur 1. Mogelijkse verbanden werkgeheugen - depressieve symptomen Werkgeheugentraining. We kunnen verschillende soorten trainingen terug vinden in de literatuur wat het werkgeheugen betreft. Algemeen stellen we twee grote groepen vast: strategic training en core training. Strategic training concentreert zich vooral op het trainen van domein specifieke factoren terwijl core training zich focust op algemene domein factoren namelijk, de bredere processen binnen het werkgeheugen (Morrison & Chein, 2011). Het is vooral op deze core training dat we ons concentreren wanneer we het over werkgeheugentraining hebben. Het doel is immers niet zozeer om beter te presteren op bepaalde taken. We wensen wel een 11

18 effect te bereiken op de werkgeheugenprocessen en zo een invloed uit te oefenen op bredere cognitieve vaardigheden. We kunnen dit benoemen als far-transfer, waarbij we transfer willen bereiken die verder reikt dan de geoefende taak of een gelijkaardige taak. Om het werkgeheugen te trainen wordt meestal gebruik gemaakt van de dual n-back task (Jaeggi et al., 2003). Deze taak werkt erg belastend op het werkgeheugen omdat deze taak sterk beroep doet op de executieve processen zoals onder andere het inhiberen van irrelevante informatie, uitvoeren van simultane taken en updaten van representaties in het werkgeheugen (Jaeggi et al., 2008). Het is eveneens een adaptieve taak die ervoor zorgt dat de taak steeds uitdagend blijft en continu een maximale belasting van het werkgeheugen inhoudt. Wanneer de taak te makkelijk blijkt wordt het niveau opgedreven, blijkt de taak te moeilijk dan daalt het niveau (Jaeggi et al., 2008). Doordat de taak zich continu aanpast aan het niveau van de uitvoerder is het ook bijna onmogelijk om taak specifieke strategieën te ontwikkelen. Zo krijgen we dus geen training in de taak zelf, maar een ruime training van het werkgeheugen. Argumenten contra werkgeheugentraining. Niet alle onderzoekers zijn het met de visie van Jaeggi eens. We kunnen dan ook heel wat discussie vaststellen in het onderzoeksveld wat betreft het al dan niet bestaan van valide werkgeheugeneffecten (Shipstead, Redick, & Engle, 2010). Een studie van Owen et al. (2010) liet kijkers van het wetenschappelijke BBC programma Bang goes the theory deelnemen aan een zes weken durende online cognitieve training. Er werden pretest en posttest metingen gedaan wat betreft redeneervermogen, verbaal korte termijn geheugen, spatiaal werkgeheugen en gepaard associatieleren. Tussen de pretest en posttest meting was een trainingsperiode voorzien van zes weken waar proefpersonen driemaal in de week minstens 10 minuten per dag een training dienden uit te voeren. Gemiddeld namen proefpersonen in totaal deel aan 25 trainingssessies. De trainingscondities bestonden uit een groep die getraind werd op redeneren, plannen en problem solving (experimentele groep 1), korte termijn geheugen, visuospatiaal geheugen, aandacht en wiskundige bewerkingen (experimentele groep 2) en een no training groep die vragen moest beantwoorden door online antwoorden te zoeken. Owen et al. kwamen tot de conclusie dat alle proefpersonen significante verbetering toonden wat de getrainde taken betreft (ES = ). Alle condities verbeterden eveneens met een kleine effectsize (ES= ) op de posttest meting in vergelijking tot de premeting. Gezien zowel de experimentele condities als de no training groep verbetering toonden is er mogelijks eerder sprake van een hertestingseffect dan van een cognitieve 12

19 verbetering. Bovendien werd geen transfer vastgesteld naar gelijkaardige cognitieve taken. Er werden dus vooral specifieke en hertestingseffecten vastgesteld, maar geen gegeneraliseerde trainingseffecten. Owen et al. (2010) stelden dus vast dat de effecten van de training verwaarloosbaar waren. Ze illustreren dit met de bevinding dat een intensieve geheugentraining resulteert in het extra onthouden van een 300 ste van een cijfer. Dit betekent dat indien er een lineaire relatie was tussen de tijd gespendeerd aan training en de cognitieve verbetering er maar liefst 4 jaar training zou nodig zijn om een extra getal te kunnen onthouden. Er zou dus heel wat inspanning nodig zijn om slechts een miniem effect te bekomen. Onderzoekers stelden eveneens vaak methodologische fouten vast bij taken die initieel wel effecten van werkgeheugentraining aantoonden (Shipstead et al., 2010). Zo zou de studie die het effect van werkgeheugentraining op beroertes (Westerberg et al., 2007) aantoont onderhevig geweest zijn aan het Hawthorne effect (McCarney et al., 2007) omwille van ongelijke behandeling van de experimentele conditie in vergelijking met de no-training conditie. Dit verschil tussen beide groepen kan mogelijks een verschil in resultaten teweegbrengen en tot onterechte effecten leiden. Er is dus heel wat discussie omtrent de al dan niet aanwezige cognitieve effecten van werkgeheugentraining. Het lijkt duidelijk dat personen na werkgeheugentraining beter presteren op de getrainde of gelijkwaardige taken (near-transfer), maar over het bestaan van valide far-transfereffecten is heel wat onenigheid terug te vinden in de literatuur (Shipstead et al., 2010). Argumenten pro werkgeheugentraining. Dat de effecten van werkgeheugentraining zich echter ook kunnen generaliseren is reeds gebleken uit eerder onderzoek. Men vond onder andere reeds positieve effecten van werkgeheugentraining op ADHD symptomen (Klingberg et al., 2005). Het ondergaan van cognitieve training leek bovendien in heel wat studies ook een invloed te hebben op de psychologische mechanismen en symptomen samengaande met depressie (Siegle, Ghinassi, & Thase, 2007). Een studie van Owens, Koster, & Derakshan (2012) toonde reeds een verband aan bij dysfore studenten tussen een lage werkgeheugencapaciteit en problematische filtering van irrelevante visuele distractors. Deze problematische filtering zorgt ervoor dat meer irrelevante informatie 13

20 opgeslagen wordt en het werkgeheugen dus aan capaciteit dient in te leveren. Deze hypothese wordt bevestigd door de vaststelling dat personen met een hoge werkgeheugencapaciteit een betere filtering met betrekking tot irrelevantie informatie hebben. In een volgend onderzoek (Owens, Koster, & Derakshan, 2013) werd nagegaan of werkgeheugentraining mogelijks een invloed kan uitoefenen op deze problematische filtering en de beperkte werkgeheugencapaciteit. Participanten in de trainingsconditie voerden gedurende 8 dagen een dual n-back training uit. De resultaten toonden aan dat personen die zich in de trainingsconditie bevonden significant beter presteerden op de dual n-back taak op het einde van deze 8 dagen. Bovendien breidde deze effecten zich ook uit naar een betere werkgeheugencapaciteit en grotere filtering efficiëntie. Bij personen in de controlegroep die een niet-adaptieve dual n-back task ondergingen bleven deze effecten zoals verwacht uit. Werkgeheugentraining had dus duidelijke transfereffecten op de werkgeheugencapaciteit en neurale filtering van dysfore patiënten. Gelijkaardige transfereffecten werden teruggevonden in een studie van Schweizer, Hampshire, & Dalgleish (2011). In hun onderzoek werd gebruik gemaakt van drie verschillende taken, een dual n-back task met neutrale stimuli, emotionele stimuli en een weinig belastende controletaak. Opnieuw werd vastgesteld dat personen na hun dual n-back training verbeterde prestaties hadden. Personen die de dual n-back training ondergingen, hadden na de training eveneens een verbeterde werkgeheugencapaciteit en kortetermijngeheugen. Een transfer naar het affectieve domein werd echter enkel teruggevonden bij proefpersonen die de dual n- back task met emotionele stimuli hadden uitgevoerd. Enkel deze proefpersonen toonden dankzij de werkgeheugentraining ook een verbeterde executieve controle met betrekking tot affectief materiaal. Ondanks heel wat controverse in het onderzoeksveld kunnen we toch ook enkele veelbelovende resultaten vaststellen met als bekendste voorbeeld de studie van Jaeggi et al. (2008). Hier werd duidelijk aangetoond dat training van het werkgeheugen gepaard gaat met transfer naar bredere cognitieve capaciteiten. In deze studie ging werkgeheugentraining immers gepaard met een verbeterde score in fluid intelligence. Hoewel er een groot verschil aanwezig was tussen de werkgeheugentaak en intelligentietest zien we toch dat de effecten dit verschil duidelijk overstijgen. 14

21 Het is dus mogelijk dat werkgeheugentraining ook effecten heeft op de cognitieve symptomen van rumineren en depressie. Gezien de eerder vastgestelde positieve resultaten van werkgeheugentraining loont het dus zeker de moeite om dit verband verder te onderzoeken. Conclusie. Uit voorgaand onderzoek kunnen we reeds vaststellen dat verstoorde informatieverwerkingsprocessen een belangrijke rol spelen bij rumineren en depressie. Onderliggend aan deze verstoorde informatieverwerkingsprocessen ligt het werkgeheugen. Het functioneren van het werkgeheugen heeft dus een grote impact op rumineren en depressie. Wat depressie betreft zagen we reeds dat heel wat behandelingen zich focussen op de affectieve symptomen zoals het neerslachtig gevoel en het verlies aan interesse. Uit onderzoek blijkt echter dat het ook een meerwaarde kan bieden om ons te focussen op behandelingen die inwerken op de cognitieve processen (Siegle et al., 2007). De meest aangeraden behandeling op dit moment voor depressie is dan ook cognitieve gedragstherapie met de onderliggende assumptie dat het veranderen van de gedachten zal leiden tot verbetering in symptomen zoals een verminderd negatief affect (Joormann et al., 2010). Men focust zich hier eveneens op het cognitieve aspect, maar beperkt zich op de cognitieve inhouden ( wat denken mensen ) en niet zozeer op de cognitieve processen ( hoe denken mensen ). Mogelijks kunnen we door in te werken op het werkgeheugen de informatieverwerking optimaliseren. Op die manier kan ook een invloed uit geoefend worden op de cognitieve processen die vaak verantwoordelijk zijn voor het ontstaan en/of instandhouden van depressie. Doelstelling Masterproef Gezien de relatie die onderzoek reeds aantoonde tussen het werkgeheugen, rumineren en depressie, wenst deze masterproef te onderzoeken of training van het werkgeheugen en het optimaliseren van de werking van het werkgeheugen ook effecten heeft op depressieve symptomen, in het bijzonder op ruminatie. Een belangrijke assumptie, de assumptie van causaliteit, wordt immers door vele cognitieve theorieën wat depressie betreft niet nagegaan. Kunnen we veronderstellen dat er een causale link aanwezig is tussen deze cognitieve deficieten en de symptomen van depressie? Er is algemene consensus dat depressie leidt tot allerlei cognitieve problemen, maar bestaat de 15

22 mogelijkheid dat een gebrekkig werkgeheugen en dus cognitieve inflexibiliteit depressie veroorzaakt of instandhoudt? Is het mogelijk dat we door in te werken op het werkgeheugen ook de cognitieve processen en symptomen van depressie kunnen beïnvloeden en zo verbetering van depressie kunnen nastreven? (Joormann et al., 2010). Aan de hand van een experimentele studie wensen we deze assumptie van causaliteit na te gaan. Mogelijks is het zo dat werkgeheugen deficieten rumineren en vervolgens ook depressie veroorzaken. We hopen met behulp van werkgeheugentraining rumineren tegen te gaan en zo ook ruimere effecten te hebben op depressieve symptomen. Rumineren speelt zoals reeds eerder vermeld namelijk een belangrijke factor bij depressie. We zullen voor het onderzoeken van onze hypothesen gebruik maken van de Running Memory Span (Pollack, Johnson, & Knaff, 1959) en de Internal Shift Task (IST)(Chambers, Lo, & Allen, 2008). De Running Memory Span (Pollack et al., 1959) is een klassieke werkgeheugentaak die de werkgeheugencapaciteit en het updaten nagaat aan de hand van niet-emotionele stimuli. We kunnen deze taak zien als een goed meetinstrument voor werkgeheugencapaciteit (Conway et al., 2005). De IST (Chambers et al., 2008) gaat vooral het shiften en updaten tussen verschillende items in het werkgeheugen na. In deze taak wordt zowel gebruik gemaakt van niet emotionele als emotionele stimuli. Er werd als emotionele stimuli gekozen voor gezichten in plaats van woorden omdat depressie gekarakteriseerd wordt door dysfuncties binnen het interpersoonlijke domein (Gotlib & Hammen, 2002). Gezichten kunnen dan ook gezien worden als ecologisch valide interpersoonlijke stimuli (Joormann, 2006). Als werkgeheugentraining zal gebruik gemaakt worden van de reeds besproken dual n-back task omdat deze het meest gebruikt werd in voorgaand onderzoek en de sterkste resultaten opleverde. We verwachten dat de experimentele conditie (dual-n-back task) een gunstig effect zal hebben op de afhankelijke variabelen. De sound 1-back task en position 1-back task zijn niet-adaptieve taken dus hier verwachten we geen of een beperkter effect. De no training conditie werd opgezet om hertestingseffecten na te gaan. Concreet verwachten we dat proefpersonen die de dual-n-back task uitvoeren beter zullen presteren op de running span task en IST en een lagere score zullen hebben op de BDI en RRS brooding. Indien werkgeheugentraining een positief effect zou hebben op rumineren en/of depressie zou dit zowel op de theorievorming van depressie als klinisch heel wat implicaties hebben. We weten reeds dat er een associatie aanwezig is tussen ruminatie en depressie en kunnen 16

23 mogelijks zo ook depressie beïnvloeden. Ruminatie hangt echter ook samen met nog veel andere problemen zoals bijvoorbeeld slaapproblemen. Effecten op rumineren zullen zich dus misschien ook uitbreiden naar effecten op andere probleemgebieden. In deze masterproef concentreren we ons enerzijds op de cognitieve effecten en anderzijds op de effecten op rumineren en depressie. Methode Deelnemers Alle participanten waren studenten psychologie aan de Universiteit Gent. De participanten werden gecontacteerd via een voorafgaande screening. De studenten konden deelnemen aan het experiment bij een score hoger dan 46 op de Ruminative Response Scale (RRS; (Nolen- Hoeksema & Morrow, 1991)), die peilt naar rumineren. In totaal namen 72 proefpersonen deel aan het experiment waarvan 9 mannen en 63 vrouwen. De gemiddelde leeftijd van de studenten was jaar (SD= 2.533) en het bereik liep van 17 tot 31 jaar. Studenten werden vergoed voor hun deelname aan het experiment afhankelijk van de conditie waaraan ze deelnamen. Proefpersonen die zich in een conditie bevonden waar een huiswerktaak aan verbonden was kregen een vergoeding van 25 euro. Proefpersonen in de conditie zonder verdere taken thuis hadden recht op een vergoeding van 20 euro. De vergoeding werd pas verkregen wanneer participanten aanwezig waren op beide testmomenten en hun eventuele opdracht op een correcte manier werd uitgevoerd. Voor de start van het experiment tekenden alle proefpersonen een informed consent waarin ze hun vrijwillige toestemming gaven voor de deelname. Het volledige experiment werd ook goedgekeurd door de ethische commissie van de faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen aan de Universiteit Gent. Tabel 1. Groepskarakteristieken N Mannen Vrouwen Gemiddelde leeftijd (SD) Dual n back task (2.064) Sound 1-back task (2.060) Position 1-back task (4.064) No training Totaal (2.034) (2.533) 17

24 Vragenlijsten Ruminative Response Scale. De RRS (Nolen-Hoeksema et al., 1991) is een vragenlijst peilend naar de ruminatieve responsstijl. Er werd gebruikt gemaakt van de RRS-NL-EXT (Raes & Hermans, 2007), een versie vertaald naar het Nederlands bestaande uit 22 items. De vragenlijst bestaat uit twee subschalen: brooding en reflective pondering (Treynor et al., 2003). Elke categorie bestaat uit 5 items. Personen werden gevraagd op een vier-punten schaal (bijna nooit, soms, vaak, altijd ) aan te duiden in welke mate een uitspraak past bij hun gedrag of gedachten wanneer ze zich droevig voelen. Voorbeeld items zijn onder andere: Ik denk waarom kan ik deze gebeurtenissen niet aan (subschaal brooding) en Ik analyseer recente gebeurtenissen om te proberen te begrijpen waarom ik neerslachtig of depressief ben (subschaal reflection). Onderzoek wees reeds uit dat de betrouwbaarheid, convergente en divergente validiteit van beide subschalen geschikt zijn. (Schoofs, Hermans, & Raes, 2010) Beck Depression Inventory. De BDI-II- NL (Van der Does, 2002) is een Nederlandse vertaling van de oorspronkelijke BDI (Beck, Ward, Mendelson, Mock, & Erbaugh, 1961). De vragenlijst bestaat uit 21 items die mogelijke depressieve symptomen nagaat. Het is echter geen diagnostisch instrument en gaat enkel de mogelijke aanwezigheid van depressieve symptomen na. Personen worden gevraagd om de uitspraak aan te duiden die het best past bij hoe ze zich de afgelopen twee weken voelden. Items worden gescoord op een vier-punten schaal (score 0-3). De BDI-II-NL gaat de verschillende symptomen van depressie na op zowel affectief, cognitief als somatisch vlak. Een totaalscore wordt bekomen door het optellen van de scores op de 21 items. Indien participanten een score hoger dan 14 hadden werden deze als dysfoor geclassifceerd. De Commissie Testaangelegenheden (COTAN) heeft in 2004 de betrouwbaarheid van de BDI-II als goed beoordeeld. Computertaken Running memory span. De running memory span (Pollack et al., 1959) is een taak bestaande uit een onvoorspelbare reeks van opeenvolgende letters waar proefpersonen steeds een n-aantal van de laatste letters dienen te onthouden. De letters (F, H, J, K, L, N, P, Q, R, S, T of Y) worden steeds één voor één 300ms gepresenteerd met een interstimulusinterval van 200ms. Vooraleer de serie letters van start gaat, wordt aan de proefpersonen gemeld hoeveel letters onthouden dienen 18

25 te worden (variërend van 3 tot 8). Iedere serie letters kent echter een variabele lengte waardoor het einde voor de proefpersonen onvoorspelbaar blijft. Het is belangrijk dat zowel de correcte letters als de volgorde onthouden worden door de proefpersonen. In totaal worden 36 series letters gepresenteerd bestaande uit zes gerandomiseerde blokken met telkens zes series letters per te onthouden letterlengte (variërend van 3 tot 8). Achteraf dienen de proefpersonen binnen een veld waarin alle letters te zien zijn de correcte letters en hun correcte volgorde aan te klikken. Wanneer zowel de letter als de volgorde correct is, wordt een punt toegekend. Dit is een taak die erg inwerkt op het werkgeheugen doordat de inhoud continu dient te worden bijgewerkt. Internal Shift Task. In de Internal Shift Task (IST) (Chambers et al. 2008) dient men gezichten te categoriseren binnen verschillende categorieën. Men wenst met behulp van de IST na te gaan of personen die veel piekeren moeilijkheden ervaren bij het wisselen van de aandacht tussen intern emotionele en niet-emotionele representaties in het werkgeheugen (De Lissnyder et al., 2012). Voor de gezichten werd gebruik gemaakt van de Karolinska Directed Emotional Faces (KDEF) (Lundqvist, Flykt, & Öhman, 1998). Deze gezichten dienen proefpersonen te categoriseren binnen zowel een emotionele (neutrale of boze gezichten) als een niet-emotionele conditie (mannen of vrouwen). Iedere conditie bestaat dus uit dezelfde stimuli en kende 12 trails bestaande uit telkens een reeks van 10 tot 14 gezichten. Er werden voorafgaand aan iedere conditie steeds drie testtrials aangeboden. Iedere participant diende de aangeboden gezichten, afhankelijk van de conditie, te categoriseren op basis van emotie of op basis van geslacht. Er werd proefpersonen gevraagd een mentale score bij te houden binnen iedere conditie. Binnen iedere conditie bestond deze mentale score steeds uit twee cijfers. Binnen de emotionele conditie bestond het eerste cijfer van de score uit het aantal neutrale gezichten en de tweede score uit het aantal boze gezichten. Binnen de niet-emotionele conditie kwam de score van het aantal mannen op de eerste plaats, die van het aantal vrouwen vervolgens op de tweede plaats. Na het lezen van de instructies werden de gezichten gepresenteerd in het midden van een computer scherm. De gezichten werden één voor één aangeboden en participanten mochten zelf beslissen wanneer overgegaan werd naar het volgende gezicht. Wanneer de participant het gezicht mentaal had gecategoriseerd, diende hij/zij de spatiebalk in te drukken en 200ms 19

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Trainen van het werkgeheugen: een cognitieve remedie voor depressief rumineren?

Trainen van het werkgeheugen: een cognitieve remedie voor depressief rumineren? Academiejaar 2013-2014 Tweedesemesterexamenperiode Trainen van het werkgeheugen: een cognitieve remedie voor depressief rumineren? Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

INTERNE COGNITIEVE CONTROLE BIJ ADOLESCENTEN MET DEPRESSIEVE SYMPTOMEN

INTERNE COGNITIEVE CONTROLE BIJ ADOLESCENTEN MET DEPRESSIEVE SYMPTOMEN INTERNE COGNITIEVE CONTROLE BIJ ADOLESCENTEN MET DEPRESSIEVE SYMPTOMEN LAURA WANTE, CAROLINE BRAET INEKE DEMEYER, RUDI DE RAEDT, SVEN MUELLER Department of Developmental, Personality and Social Psychology,

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

Cognitief functioneren en de bipolaire stoornis

Cognitief functioneren en de bipolaire stoornis Cognitief functioneren en de bipolaire stoornis Dr. Nienke Jabben Amsterdam 5 november 2011 Academische werkplaats Bipolaire Stoornissen GGZ ingeest n.jabben@ggzingeest.nl Overzicht Wat is cognitief functioneren?

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hegeman, Annette Title: Appearance of depression in later life Issue Date: 2016-05-18

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage FEEL-E Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen HTS Report ID 4589-2 Datum 11.11.2015 Zelfrapportage FEEL-E Inleiding 2 / 14 INLEIDING De FEEL-E brengt de strategieën in kaart die volwassenen gebruiken

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae chapter 7 Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 140 chapter 7 SAMENVATTING De bipolaire stoornis (of manisch-depressieve stoornis) is een stemmingsstoornis waarin episodes van (hypo)manie

Nadere informatie

Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de

Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de Samenvatting Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de zes mensen in Amerika krijgt op enig punt

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary

Samenvatting. Dutch Summary Samenvatting Dutch Summary 159 Samenvatting PIJN Pijn is meestal een waarschuwingssignaal dat er ergens in het lichaam een daadwerkelijke of potentiële beschadiging optreedt. Pijn is daarom moeilijk te

Nadere informatie

Preventie van depressie bij adolescenten: wat is de beste weg? Dr. Daan Creemers Gz-psycholoog i.o./onderzoekscoordinator K&J GGZ Oost Brabant

Preventie van depressie bij adolescenten: wat is de beste weg? Dr. Daan Creemers Gz-psycholoog i.o./onderzoekscoordinator K&J GGZ Oost Brabant Preventie van depressie bij adolescenten: wat is de beste weg? Dr. Daan Creemers Gz-psycholoog i.o./onderzoekscoordinator K&J GGZ Oost Brabant Film: fragmenten Iedereen depressief (VPRO) - Depressie groot

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Hij heeft 7(angst, depressie, sociale fobie, agorafobie, somatische klachten, vijandigheid, cognitieve klachten)+2 (vitaliteit en werk) subschalen

Hij heeft 7(angst, depressie, sociale fobie, agorafobie, somatische klachten, vijandigheid, cognitieve klachten)+2 (vitaliteit en werk) subschalen SQ-48: 48 Symptom Questionnaire Meetpretentie De SQ-48 bestaat uit 48 items en is in 2011 ontworpen door de afdeling psychiatrie van het LUMC om algemene psychopathologie (angst, depressie, somatische

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

Vragenlijst Depressie

Vragenlijst Depressie Vragenlijst Depressie Deze vragenlijst bestaat uit een aantal uitspraken die in groepen bij elkaar staan (A t/m U). Lees iedere groep aandachtig door. Kies dan bij elke groep die uitspraak die het best

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Een depressie. P unt P. kan u helpen. volwassenen

Een depressie. P unt P. kan u helpen. volwassenen Een depressie P unt P kan u helpen volwassenen Iedereen is wel eens moe, somber en lusteloos. Het is een normale reactie op tegenvallers, een verlies en andere vervelende gebeurtenissen. Wanneer dit soort

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

MINDFULNESS EN AANVAARDING HELPEN BIJ CHRONISCHE PIJN

MINDFULNESS EN AANVAARDING HELPEN BIJ CHRONISCHE PIJN MINDFULNESS EN AANVAARDING HELPEN BIJ CHRONISCHE PIJN Karlein Schreurs 16 mei 2014 Het gaat redelijk goed. Ik doe weer wat in de tuin en ik help mijn zoon op de boerderij. Maar die pijn, die pijn is niet

Nadere informatie

Dutch summary/ Samenvatting

Dutch summary/ Samenvatting Dutch summary/ Samenvatting Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de zes mensen in Amerika krijgt

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de

Nadere informatie

Deze vragenlijst is ontwikkeld om de ernst en de aard van de symptomen van

Deze vragenlijst is ontwikkeld om de ernst en de aard van de symptomen van 1 Bedwing je dwang Children s Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale (CY-BOCS) Algemene instructies Deze vragenlijst is ontwikkeld om de ernst en de aard van de symptomen van patiënten met een obsessieve-compulsieve

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

WERKGEHEUGENTRAINING ALS COGNITIEF VACCIN VOOR DEPRESSIE?

WERKGEHEUGENTRAINING ALS COGNITIEF VACCIN VOOR DEPRESSIE? Academiejaar 2013-2014 Tweedesemesterexamenperiode WERKGEHEUGENTRAINING ALS COGNITIEF VACCIN VOOR DEPRESSIE? Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie,

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Informatie voor patiënten

Informatie voor patiënten Informatie voor patiënten gegeneraliseerde angststoornis: wat is dat precies? Bij u is na de intakeprocedure de diagnose gegeneraliseerde angststoornis gesteld. Om deze diagnose te kunnen krijgen moet

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

PSYCHIATRIE & PSYCHOLOGIE. Zelfbeeldmodule BEHANDELING

PSYCHIATRIE & PSYCHOLOGIE. Zelfbeeldmodule BEHANDELING PSYCHIATRIE & PSYCHOLOGIE Zelfbeeldmodule BEHANDELING Zelfbeeldmodule introductie We werken in deze zelfbeeldmodule van 20 weken onder andere met dit boek, dat u eventueel zelf kunt aanschaffen, om het

Nadere informatie

Therapeutische waarde van specifieke persoonlijke herinneringen. Prof. dr. Filip Raes KU Leuven

Therapeutische waarde van specifieke persoonlijke herinneringen. Prof. dr. Filip Raes KU Leuven Therapeutische waarde van specifieke persoonlijke herinneringen Prof. dr. Filip Raes KU Leuven Antwerpen Het verhaal, met en zonder woorden 17.03.2017 waarover zal ik het hebben? belang van specifieke

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Angst is een menselijke emotie die iedereen van tijd tot tijd wel eens ervaart. Veel mensen voelen zich angstig of nerveus wanneer ze bijvoorbeeld

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Verborgen littekens in recidiverende depressie?

Verborgen littekens in recidiverende depressie? 1 Verborgen littekens in recidiverende depressie? Hermien Elgersma, Onderzoeker, klinisch psycholoog BIG/ supervisor VGCT Contact: h.j.elgersma@rug.nl Gebaseerd op: Elgersma, H.J., Glashouwer, K.A., Bockting,

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Preventie van depressie bij adolescenten: wat is de beste weg? Dr. Daan Creemers Gz-psycholoog/onderzoekscoordinator K&J GGZ Oost Brabant

Preventie van depressie bij adolescenten: wat is de beste weg? Dr. Daan Creemers Gz-psycholoog/onderzoekscoordinator K&J GGZ Oost Brabant Preventie van depressie bij adolescenten: wat is de beste weg? Dr. Daan Creemers Gz-psycholoog/onderzoekscoordinator K&J GGZ Oost Brabant Film: fragmenten Iedereen depressief (VPRO) Wat is een depressie?

Nadere informatie

Kleur je Leven Algemene voorstelling

Kleur je Leven Algemene voorstelling Algemene voorstelling van Kleur je Leven Kleur je Leven Algemene voorstelling Leven met plezier, de toekomst positief zien en met zelfvertrouwen zaken aanpakken Soms valt dat niet mee. Zeker niet voor

Nadere informatie

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Doelgroep VoZs. Vlaamse Ouderen Zorg Studie. Screening. 8 regio s. Cijfers niet veralgemenen naar alle ouderen! Studiedag SWVG Leuven, 2 december 2010

Doelgroep VoZs. Vlaamse Ouderen Zorg Studie. Screening. 8 regio s. Cijfers niet veralgemenen naar alle ouderen! Studiedag SWVG Leuven, 2 december 2010 Doelgroep VoZs VoZs bevraagt kwetsbare ouderen die thuiszorg gebruiken Vlaamse Ouderen Zorg Studie Bram Vermeulen Bert Emmers Prof. dr. Anja Declercq Studiedag SWVG Leuven, 2 december 21 Selectiecriteria:

Nadere informatie

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Van DSM IV naar DSM 5 DSM IV - somatisatie stoornis, - somatoforme

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38787 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Koenders, Manja Title: Tangled up in mood : predicting the disease course of bipolar

Nadere informatie

Psychologische ondersteuning en behandeling bij interstitiële longaandoeningen

Psychologische ondersteuning en behandeling bij interstitiële longaandoeningen Psychologische ondersteuning en behandeling bij interstitiële longaandoeningen 1 oktober 2014 Marielle van den Heuvel, Gezondheidszorgpsycholoog Afdeling Medische Psychologie Orbis Medisch Centrum Inhoud

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria

4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria 4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria Stappen 1 t/m 4 betreffen Depressie, stappen 5 en 6 betreffen Apathiesyndroom STAP 1. Bepaal of de volgende hoofdsymptomen voorkomen.

Nadere informatie

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Executieve functies en emotieregulatie Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Inhoud 1. Executieve functies en emotieregulatie 2. Rol van opvoeding

Nadere informatie

Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten. Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG

Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten. Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG Introductie Disbalans Pro-inflammatoire staat Destabilisatie Gevoeligheid voor stress Monocyt

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Symptom Questionnaire SQ-48. V. Kovács! M. de Wit! M. Lucas! LUMC Psychiatrie

Symptom Questionnaire SQ-48. V. Kovács! M. de Wit! M. Lucas! LUMC Psychiatrie Symptom Questionnaire SQ-48 V. Kovács! M. de Wit! M. Lucas! LUMC Psychiatrie SQ-48 Naam patiënt: Datum: Nummer: Geboortedatum: HOEVEEL LAST HAD U VAN: Nooit Zelden Soms Vaak Zeer Vaak 18. Ik had zin om

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Verminderen van suïcidale intrusies met oogbewegingen Jaël van Bentum, MSc

Verminderen van suïcidale intrusies met oogbewegingen Jaël van Bentum, MSc Verminderen van suïcidale intrusies met oogbewegingen Jaël van Bentum, MSc Vrije Universiteit Amsterdam, Klinische Psychologie 1 Suïcidale intrusies Repetitieve, oncontroleerbare, en indringende suïcidale

Nadere informatie

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) ACHTERGROND Depressie is een ernstige psychiatrische stoornis waar ongeveer één op de vijf à zes mensen gedurende de levensloop mee te maken krijgt. In Westerse

Nadere informatie

Sociale angst. Faalangst. Project Pasta. Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten. Risicofactoren. Interventies. Sociale Angst bij Jongeren

Sociale angst. Faalangst. Project Pasta. Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten. Risicofactoren. Interventies. Sociale Angst bij Jongeren Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten Sociale angst Risicofactoren Interventies Angst voor het oordeel van anderen Voor gek staan Uitgelachen te worden In verlegenheid gebracht te worden In de belangstelling

Nadere informatie

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Psychologische behandeling van bipolaire patiënten Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Omgaan met stessoren (1) Stressgevoeligheid Stress Generation theory The

Nadere informatie

Colin van der Heiden

Colin van der Heiden Workshop: Metacognitieve therapie voor de Gegeneraliseerde Angst Stoornis Colin van der Heiden PG-Dag van de Inhoud Complexiteit vraagt maatwerk Rotterdam, 5 oktober 2017 PROGRAMMA inleiding metacognitieve

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Het delen van gevoelens (emoties of stemmingen) met anderen is bijna onvermijdelijk in ons dagelijks leven.

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

Een depressieve blik verruimen: de effecten van aandachtsbreedte training op ruminatie

Een depressieve blik verruimen: de effecten van aandachtsbreedte training op ruminatie Academiejaar 2015-2016 Tweedesemesterexamenperiode Een depressieve blik verruimen: de effecten van aandachtsbreedte training op ruminatie Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master

Nadere informatie

Psychisch functioneren bij het syndroom van Noonan

Psychisch functioneren bij het syndroom van Noonan Psychisch functioneren bij het syndroom van Noonan drs. Ellen Wingbermühle GZ psycholoog / neuropsycholoog GGZ Noord- en Midden-Limburg Contactdag 29 september 2007 Stichting Noonan Syndroom 1 Inhoud Introductie

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

1. Welkom Stel de cursisten op hun gemak en heet ze welkom. Besteedt even aandacht aan mensen die eventueel niet aanwezig zijn.

1. Welkom Stel de cursisten op hun gemak en heet ze welkom. Besteedt even aandacht aan mensen die eventueel niet aanwezig zijn. Terugkombijeenkomst Materialen: Iets te drinken cursusmateriaal 16 e bijeenkomst Agenda: 1. Welkom 05 min. 2. Invullen van vragenlijsten 15 min. 3. Bijpraten 20 min. 4. Rol van de cursus in het huidige

Nadere informatie

DIPJE OF DEPRESSIE ONZEKER OF ANGSTSTOORNIS. Maaike Nauta Leonieke Vet. Klinische Psychologie RuG. Accare UC Groningen

DIPJE OF DEPRESSIE ONZEKER OF ANGSTSTOORNIS. Maaike Nauta Leonieke Vet. Klinische Psychologie RuG. Accare UC Groningen DIPJE OF DEPRESSIE ONZEKER OF ANGSTSTOORNIS Maaike Nauta Leonieke Vet Klinische Psychologie RuG Accare UC Groningen Dit lukt me nooit Anderen vinden het niks Ik zie er niet uit Ze vinden me saai Maar wanneer

Nadere informatie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief

Nadere informatie

Depressief syndroom Persoonlijke Psychiatrie,

Depressief syndroom Persoonlijke Psychiatrie, Depressief syndroom Persoonlijke Psychiatrie, 21-6-2017 Jan Spijker, psychiater, hoogleraar Chronische Depressie, Radboud Universiteit Nijmegen hoofd programma depressie Pro Persona, Nijmegen Indeling

Nadere informatie

Het effect van de verschillende vormen van zelffocus op depressieve stemming en het vermogen om sociale problemen op te lossen

Het effect van de verschillende vormen van zelffocus op depressieve stemming en het vermogen om sociale problemen op te lossen Het effect van de verschillende vormen van zelffocus op depressieve stemming en het vermogen om sociale problemen op te lossen Naam: Aukje den Blanken Studentnummer: 5870259 Vak: Bachelorthese Product:

Nadere informatie

Masterproef oktober 2009

Masterproef oktober 2009 Masterproef 1 29 oktober 2009 Wat is een masterproef? Beslaat +/- 50 blz (15000 woorden) Volgt de structuur van een wetenschappelijk artikel (onderzoek of literatuurstudie) Volgt de APA richtlijnen Deontologie

Nadere informatie

The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer

The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer Wat is een psychische stoornis? Als we de populaire media en sommige stromingen in de gedragswetenschappen

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Motivatie: presteren? Of toch maar leren?

Motivatie: presteren? Of toch maar leren? Arjan van Dam Motivatie: presteren? Of toch maar leren? Een van de lastigste opgaven van managers is werken met medewerkers die niet gemotiveerd zijn. Op zoek naar de oorzaken van het gebrek aan motivatie,

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting In deze studie is de relatie tussen gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen onderzocht. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar het ontstaan van probleem-gedrag van kinderen in de

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Het effect van een Positivity Training op gedragstendenties bij depressieve patiënten

Het effect van een Positivity Training op gedragstendenties bij depressieve patiënten Het effect van een Positivity Training op gedragstendenties bij depressieve patiënten VGCT najaarscongres 2016 Amras van Opdorp MSc. Pro Persona Mental Health Care, Depression Expertise Center, Nijmegen,

Nadere informatie

Optimaliseer je prestaties

Optimaliseer je prestaties Winst en Groei - Internetmarketing en Verkooptraining Optimaliseer je prestaties 10 Technieken om je prestaties te verbeteren Christo Cornelissen & Mieke Bouquet Alles waar je jezelf op weet te focussen

Nadere informatie