INHOUD. Voorschriften 'Moederplan' Landelijk Gebied 2004, Voorhout 1e herziening VOORSCHRIFTEN III ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN 1

Transcriptie

1 Voorshriften 'Moederplan' Landelijk Geied 2004, Voorhout 1e herziening INHOUD VOORSCHRIFTEN 1 I N L E I D E N D E B E P A L I N G E N 1 ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN 1 ARTIKEL 2 WIJZE VAN METEN 6 ARTIKEL 3 KOPPELTEKEN 7 ARTIKEL 4 MEERDERE BESTEMMINGEN 7 2 B E S T E M M I N G S B E P A L I N G E N 8 ARTIKEL 4A BESCHRIJVING IN HOOFDLIJNEN OVER DUURZAAM WATERBEHEER 8 ARTIKEL 5 BOLLENGEBIED 8 ARTIKEL 6 OPEN WEIDEGEBIED 12 ARTIKEL 7 TUINDERIJ 16 ARTIKEL 8 GLASTUINBOUW 18 ARTIKEL 9 AGRARISCH BEDRIJVENTERREIN 19 ARTIKEL 10 NIET-AGRARISCH BEDRIJF 21 ARTIKEL 11 HORECA 24 ARTIKEL 12 MANEGE 25 ARTIKEL 13 BURGERWONING 26 ARTIKEL 14 BIJZONDERE VOORZIENING 27 ARTIKEL 15 NATUURGEBIED 27 ARTIKEL 16 WATER 28 ARTIKEL 17 VERKEER 29 3 D U B B E L B E S T E M M I N G E N 30 ARTIKEL 18 PRIMAIRE WATERKERING 30 ARTIKEL 19 ZONE BESCHERMING ARCHEOLOGISCHE WAARDEN 30 ARTIKEL 20 ZONE BESCHERMING HOOGSPANNINGSLEIDING 31 ARTIKEL 21 ZONE BESCHERMING ONDERGRONDSE LEIDING 32 ARTIKEL 22 ZONE GELUID SPOORWEG 33 ARTIKEL 23 ZONE VEILIGHEID (SPOOR)WEGEN 34 ARTIKEL 24 ZONE TER BESCHERMING VAN DE MOLENBIOTOOP 35 ARTIKEL 25 ZONE GELUID WEGEN 36 ARTIKEL 26 ZONE MILIEUHINDER 37 III 4 O N T W I K K E L I N G S B E P A L I N G E N 38 ARTIKEL 27 WIJZIGINGSBEVOEGDHEDEN 38 5 A L G E M E N E B E P A L I N G E N 43 ARTIKEL 28 ALGEMENE BOUWBEPALING 43 ARTIKEL 29 ALGEMENE GEBRUIKSBEPALING 43 ARTIKEL 30 ALGEMENE VRIJSTELLINGSBEPALING 43 ARTIKEL 31 NADERE EISEN 44 ARTIKEL 32 DUBBELTELBEPALING 44 6 S L O T B E P A L I N G E N 45 ARTIKEL 33 OVERGANGSBEPALING VOOR BOUWWERKEN 45 ARTIKEL 34 OVERGANGSBEPALING VOOR GEBRUIK 45

2 ARTIKEL 35 PROCEDUREBEPALING 46 ARTIKEL 36 STRAFBARE FEITEN 46 ARTIKEL 37 TITEL 46 IV BIJLAGEN 1. staat van edrijfsativiteiten 2. geluidontouren langs wegen PLANKAART plankaart met verklaring tekeningnummer: 10249e

3 1 INLEIDENDE BEPALINGEN artikel 1 BEGRIPSBEPALINGEN In deze voorshriften wordt verstaan onder: egrippen aan huis geonden eroep Een dienstverlenend eroep op maatshappelijk, juridish, administratief, medish, therapeutish, kunstzinnig, ontwerptehnish of daarmee gelijk te stellen geied, dat in een woning en/of de ijehorende ijgeouwen wordt uitgeoefend door de geruiker van de woning, waarij de woning in overwegende mate haar woonfuntie ehoudt, en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfuntie in overeenstemming is. aanlegvergunning Een vergunning als edoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. agrarish edrijf Een grondgeonden edrijf dat is geriht op het voortrengen van produten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren. In dit plan worden als agrarish edrijf aangemerkt: a ollenteelt: een agrarish edrijf dat hoofdzakelijk middels opengrondse tuinouwativiteiten geriht is op de teelt loemollen, olloemen en knolgewassen, alsmede de opengrondse teelt van snijloemen en laaglijvende niet-houtige vaste planten; veehouderij: een agrarish edrijf dat hoofdzakelijk geriht is op veeteelt. agrarish ouwpereel Een ouwvlak waarinnen nader in deze voorshriften epaalde ouwwerken ten dienste van het ter plaatse gevestigde agrarish edrijf zijn toegestaan. agrarish deskundige Een door urgemeester en wethouders aan te wijzen, maar van de gemeente onafhankelijke instelling of onafhankelijk persoon met een aantoonare speifieke deskundigheid op het geied van land- en tuinouw. ander-werk Een werk, geen ouwwerk zijnde of een werkzaamheid. edrijf Een inrihting estemd voor het edrijfsmatig voortrengen, vervaardigen, ewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het edrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis geonden eroepen daaronder niet egrepen. edrijfsgeouw Een geouw, niet zijnde een woning, dat dient voor de uitoefening van een edrijf.

4 2 edrijfswoning Een (gedeelte van) een geouw ij een ander geouw of op een terrein, dat dient voor de huisvesting van één huishouden, wier huisvesting daarin, gelet op de estemming van het geouw of het terrein, noodzakelijk is. estemmingsgrens Een als zodanig op de plankaart aangeduide lijn, welke de grens aangeeft van een estemmingsvlak. estemmingsvlak Een door estemmingsgrenzen omsloten vlak op de plankaart, waarmee gronden zijn aangegeven met een zelfde estemming. ijgeouw Een vrijstaand dan wel aangeouwd geouw, dat ehoort ij een innen hetzelfde estemmingsvlak gelegen (edrijfs)woning en dat door zijn ligging, onstrutie of afmetingen ondergeshikt is aan die (edrijfs)woning. oerderijkamers Een (gedeelte van een) agrarish edrijfsgeouw met inpandige appartementen, voorzien van een keuken, slaapkamer(s), sanitaire en overige voorzieningen, en dat dient voor het ieden van rereatief nahtverlijf. ouwen Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprihten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een ouwwerk. ouwgrens Een als zodanig op de plankaart aangeduide lijn, welke niet door ouwwerken mag worden overshreden, ehoudens de in deze voorshriften toegelaten overshrijdingen. ouwterrein Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze voorshriften een ouwwerk is toegestaan of meerdere ij elkaar ehorende ouwwerken zijn toegestaan. ouwvlak Een door ouwgrenzen omsloten vlak op de plankaart, waarmee gronden zijn aangegeven waarinnen nader in deze voorshriften epaalde ouwwerken zijn toegestaan. ouwwerk Elke onstrutie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij diret of indiret met de grond veronden is, hetzij diret of indiret steun vindt in of op de grond. dagrereatief lusthof Een als tuin ingeriht deel van het weidegeied waar de eleving van natuur en landshap entraal staat en waarij ook ondergeshikt geen horea-ativiteiten zijn toegestaan.

5 detailhandel Het edrijfsmatig te koop aanieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor geruik, verruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een eroeps- of edrijfsativiteit. extensief rereatief medegeruik Rereatief geruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen ativiteiten (met uitzondering van rust- en piknikplaatsen met ijehorend meuilair), dat geen speifiek eslag legt op de ruimte, ehoudens ruimteeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden. geouw Elk ouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. (gespeialiseerd) glastuinouwedrijf Een edrijf dat (nagenoeg) volledig is geriht op het telen van tuinouwgewassen, waarij de produtie (nagenoeg) volledig plaatsvindt in kassen. horea Het edrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor geruik ter plaatse, waarij het doen eluisteren van overwegend mehanishe muziek en het gelegenheid geven tot dansen een niet-wezenlijk onderdeel is, alsmede het edrijfsmatig verstrekken van logies. in geruik zijnde ollengrond De gemiddelde omvang van het areaal ollengrond waarover de komende vijf jaar door het ollenedrijf kan worden eshikt lijkens eigendomsewijzen, dan wel paht- of huurontraten etreffende gronden die innen de gemeente Teylingen zijn gelegen dan wel innen andere gemeenten die het Pat van Teylingen heen ondertekend. 3 inwoning Twee of meer huishoudens die één woning ewonen met gemeenshappelijk geruik van een of meerdere voorzieningen of (verlijfs)ruimten van die woning en waarij de woning één hoofdtoegang ehoudt en de voorzieningen.q. (verlijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn. kas Een edrijfsgeouw van glas of ander lihtdoorlatend materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 m ten ehoeve van de teelt of veredeling van gewassen, trek-, tunnel-, shaduw-, oog-, gaas- en rolkassen daaronder egrepen maar met uitzondering van shuurkassen dat door de zon verwarmd wordt en waarin al dan niet wordt gestookt. kweektunnel Een halfrond of nagenoeg halfrond verplaatsaar ouwwerk met een hoogte van maximaal 1,5 m overtrokken met lihtdoorlatend materiaal en estemd voor de kweek van gewassen en de esherming van gewassen tegen neerslag.

6 kleinshalig kampeerterrein Een kampeerterrein als edoeld in artikel 8 lid 2 su a van de Wet op de openluhtrereatie. 4 landshappelijke waarden De aan een geied eigen zijnde visueel-ruimtelijke, eologishe en/of ultuurhistorishe waarden. landshapsdeskundige Een door urgemeester en wethouders aan te wijzen, maar van de gemeente onafhankelijke instelling of onafhankelijk persoon met een aantoonare speifieke deskundigheid op het geied van natuur en landshap. manege Een edrijf dat op eigen terrein innen en/of uiten een geouw gelegenheid geeft tot het eoefenen van de paardensport. nadere eis Een nadere eis als edoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. natuurwaarden De aan een geied eigen zijnde eologishe waarden. normaal onderhoud, geruik en eheer Een geruik geriht op het in zodanige onditie houden of rengen van ojeten dat het voortestaan van deze ojeten op tenminste het estaande kwaliteitsniveau wordt ereikt. peil Het peil overeenkomstig de ouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de ouwverordening is vast te stellen, de estaande hoogte van het afgewerkte ouwterrein. permanente ewoning Een geruik van een (gedeelte van) een geouw door eenzelfde persoon of groep van personen als hoofdverlijf. plan Het estemmingsplan "Landelijk geied 2004" van de gemeente Voorhout, zoals vervat in de plankaart estaande uit 4 kaartladen met ijehorende verklaring, alle met tekeningnummer 10249e en deze voorshriften met ijehorende ijlage(n). prostitutieedrijf Een inrihting of instelling geriht op het tegen etaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met (een) prostitué(es) op een naar uiten toe kenare wijze, zoals een ordeel of esortservie. regenkap Een ouwwerk met een hoogte van maximaal 4 m en estemd voor de esherming van gewassen tegen neerslag.

7 rolkas Een kas waarij kenmerkend is, dat deze over een zekere afstand over rails kan worden verplaatst. seks- en/of pornoedrijf Een inrihting of instelling geriht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotishe en/of pornografishe aard dan wel voor detailhandel in seksen/of pornoartikelen, zoals een seksiosoop, sekslu, seksautomaat of sekswinkel. shuurkas Een edrijfsgeouw met een hoogte van 3 m of meer waarvan alleen het dak estaat uit glas of een ander lihtdoorlatend materiaal. sloop Amoveren van ouwwerken. staat van edrijfsativiteiten Een als ijlage ij deze voorshriften ehorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van edrijven en instellingen. tuinderij Een edrijf dat hoofdzakelijk middels opengrondse tuinouwativiteiten geriht is op de teelt loemollen, olloemen en knolgewassen, alsmede de opengrondse teelt van snijloemen en hoogopgaande dan wel laaglijvende houtige vaste planten en omen. vrijstelling Een vrijstelling als edoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. winterperiode Tijdvak vanaf 1 novemer tot en met 28 feruari. 5 wijziging Een wijziging als edoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. woning Een (gedeelte van een) geouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden. woonoot Een (gedeelte van een) vaartuig of ander drijvend ojet dat (in hoofdzaak) wordt geruikt als woning. wetten en esluiten Algemene wet estuursreht Wet van 4 juni 1992 (St. 315), houdende algemene regels van estuursreht, zoals deze wet luidt op het moment van het van kraht worden van het plan. Inrihtingen- en vergunningenesluit milieueheer Besluit van 5 januari 1993 (St. 50), houdende uitvoering van de hoofdstukken 1 en 8 van de Wet milieueheer en hoofdstuk V van de Wet geluidhinder, zoals dit esluit luidt op het moment van het van kraht worden van het plan.

8 Onteigeningswet Wet van 28 augustus 1851 (St. 125), regelende de onteigening ten algemeene nutte, zoals deze wet luidt op het moment van het van kraht worden van het plan. 6 Wet geluidhinder Wet van 16 feruari 1979 (St. 99), houdende regels inzake het voorkomen of eperken van geluidhinder, zoals deze wet luidt op het moment van het van kraht worden van het plan. Wet op de eonomishe deliten Wet van 22 juni 1950 (St. K258), houdende vaststelling van regelen voor de opsporing, de vervolging en de erehting van eonomishe deliten, zoals deze wet luidt op het moment van het van kraht worden van het plan. Wet op de openluhtrereatie Wet van 25 maart 1994 (St. 300), houdende regels ten ehoeve van de openluhtrereatie, zoals deze wet luidt op het moment van het van kraht worden van het plan. Wet op de Ruimtelijke Ordening Wet van 5 juli 1962 (St. 286), houdende vaststelling van nieuwe voorshriften omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze wet luidt op het moment van het van kraht worden van het plan. Woningwet Wet van 29 augustus 1991 (St. 439), houdende nieuwe voorshriften omtrent het ouwen en de volkshuisvesting, zoals deze wet luidt op het moment van het van kraht worden van het plan. 1.2 In deze voorshriften wordt mede verstaan onder: estaand(e) Op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan aanwezig(e) of vergund(e). geruiken Het in geruik geven, doen geruiken en laten geruiken. uitvoeren Het in uitvoering geven, doen uitvoeren en laten uitvoeren. artikel 2 WIJZE VAN METEN 2.1 Bij de toepassing van deze voorshriften wordt als volgt gemeten: goothoogte Van het peil tot aan de ovenkant van de goot, het oeioord of de druiplijn van een geouw.

9 hoogte Van het peil tot aan het hoogste punt van een ouwwerk dan wel, ij (wind)molens, de as van de wieken. inhoud Tussen de uitenwerkse gevelvlakken, de harten van sheidsmuren, de dakvlakken en oven peil, met inegrip van erkers en dakkapellen. oppervlakte Tussen de uitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van sheidsmuren en oven de egane grondvloer. 2.2 Voor woningen wordt ij de toepassing van deze voorshriften niet meegerekend voor de: goothoogte Maximaal een derde van de gezamenlijke goot- en/of oeioordlengten. hoogte Ondergeshikte ouwdelen, zoals shoorstenen, masten, (liht)koepels, windvanen en daksierelementen. artikel 3 KOPPELTEKEN Daar waarop de plankaart twee of meer estemmingsvlakken of ouwvlakken door middel van een aanduiding "koppelteken aangevende een en hetzelfde estemmings- of ouwvlak" met elkaar zijn veronden, worden deze voor de toepassing van deze voorshriften als één estemmingsvlak respetievelijk ouwvlak aangemerkt. 7 artikel 4 MEERDERE BESTEMMINGEN Daar waarop de plankaart aan gronden meerdere estemmingen, zones daaronder egrepen, zijn toegekend, gelden de voorshriften ehorende ij die estemmingen naast elkaar, tenzij in de etreffende voorshriften anders is epaald.

10 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN artikel 4a BESCHRIJVING IN HOOFDLIJNEN OVER DUURZAAM WATERBEHEER algemeen Het estuur van de gemeente Voorhout heht aan het uitgangspunt van een duurzaam watereheer. Hiertoe is overleg gevoerd met het Hoogheemraadshap Rijnland en Watershap de Oude Rijnstromen. In verand hiermee is in dit artikel een eshrijving opgenomen van de wijze waarop de in dit plan aan de gronden toegekende doeleinden voor wat etreft het uitgangspunt van duurzaam watereheer worden nagestreefd. 4.2 algemene afstemmings- en uitvoeringsinstrutie Bij de realisatie van de in dit plan aan de gronden toegekende doeleinden en de inrihting van gronden en terreinen worden de prinipes van duurzaam watereheer zoveel mogelijk toegepast. Onder duurzaam watereheer wordt in dit verand verstaan het gesheiden houden van vuilafvalwater en hemelwater, het eperken van de verharde oppervlakte en het voorkomen van piekafvoeren door in eerste instantie het vasthouden van water (door ondermeer het infiltreren van hemelwater of het toevoegen van hemelwater aan het grondwater) en in tweede instantie door het ergen van hemelwater (door het reëren van extra oppervlaktewater). 4.3 toetsingsinstrutie Bij de toepassing van de evoegdheid tot het stellen van nadere eisen, vrijstellings- en/of wijzigingsevoegdheden en het verlenen van aanlegvergunningen dient tevens te worden getoetst aan de eisen van duurzaam watereheer. Dit houdt in dat voor wat etreft het gehele plangeied ij uitreiding van verhard oppervlak en/of eouwing de hemelwaterafvoer moet worden vastgehouden door toe te voegen aan het grondwater. Indien dit niet mogelijk is dient ter ompensatie open water te worden gerealiseerd ter grootte van 15% van de toegevoegde oppervlakte van die verharding en/of eouwing, tenzij: de (gezamenlijke) uitreiding van de oppervlakte aan eouwing minder edraagt dan 400 m 2, of na overleg met het Watershap of Hoogheemraadshap is geleken dat geen noodzaak tot ompensatie aanwezig is. artikel 5 BOLLENGEBIED 5.1 doeleinden De op de plankaart voor "ollengeied" aangewezen gronden zijn estemd voor: a ehoud en versterking van de landshappelijke waarden in de vorm van openheid en ollenvelden; de uitoefening van het agrarish edrijf in de vorm van ollenteelt, al dan niet aangevuld met de uitoefening van export- en handelsativiteiten, waarij:

11 1 voor kassen geldt, dat deze uitsluitend zijn toegestaan ter ondersteuning van de ollenteelt; 2 voor kweektunnels geldt, dat deze uiten het agrarish ouwpereel uitsluitend zijn toegestaan in de periode 1 januari tot en met 31 maart en tot een hoogte van maximaal 1,5 m; het estaande aantal edrijfswoningen, met uitzondering van het pereel met de aanduiding 1w, waar één (nieuwe) edrijfswoning is toegestaan; met ijehorende eouwing, voorzieningen en (on)eouwde gronden Tevens zijn de gronden estemd voor: a de uitoefening van nevenativiteiten uitsluitend innen de edrijfseouwing, met d e f inegrip van kassen tenzij hieronder anders is epaald, in de vorm van: 1 de verwerking en verkoop aan huis van hoofdzakelijk ter plaatse geprodueerde agrarishe produten; 2 stalling van aravans, kampeerauto's en daarmee gelijk te stellen vervoermiddelen voor rereatief geruik (niet in kassen); 3 opslag van goederen, waaronder egrepen de edrijfsmatige opslag van goederen ten ehoeve van een elders gevestigd niet-agrarish edrijf (niet in kassen); 4 kleinshalige dagrereatieve ativiteiten in de vorm van het inrihten en geruiken van ruimten voor doeleinden op het geied van dagrereatie, zoals voorlihtingsruimten, verkoopruimten, stalling van rereatieve attriuten; extensief rereatief medegeruik; volkstuintjes daar waar op de plankaart de aanduiding "volkstuin" is aangegeven; fiets- en wandelpaden; de infiltratie en erging van water in de ondergrond; een graszodenkwekerij daar waar op de plankaart de aanduiding Gr is aangegeven; met ijehorende eouwing, voorzieningen en (on)eouwde gronden. 5.2 ouwen Uitsluitend is toegestaan eouwing ten dienste van de in artikel 5.1 omshreven doeleinden De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a innen het agrarish ouwpereel dienen te worden geouwd: 1 geouwen; 2 regenkappen; 3 kweektunnels, met dien verstande, dat deze uiten het agrarish ouwpereel ook zijn toegestaan uitsluitend in de periode 1 januari tot en met 31 maart en tot een hoogte van maximaal 1,5 m; 4 ouwwerken, geen geouw zijnde, met een hoogte van maximaal: windshermen 1,5 m; overige ouwwerken, geen geouw zijnde 4 m; de gezamenlijke oppervlakte van edrijfsgeouwen, kassen daaronder niet egrepen, mag maximaal 300 m 2 edragen, met dien verstande dat: 1 indien de estaande gezamenlijke oppervlakte meer edraagt dan 300 m 2 deze estaande grotere oppervlakte is toegestaan vermeerderd met 10%; 2 indien de estaande gezamenlijke oppervlakte minder edraagt dan 300 m 2 en op grond van het epaalde in de aanhef een uitreiding van die estaande oppervlakte mogelijk is van minder dan 10%, in afwijking daarvan een uitreiding van maximaal 10% mogelijk is; 9

12 10 d e f g h i j k l de gezamenlijke oppervlakte van kassen mag maximaal 300 m 2 per edrijf edragen, dan wel de estaande grotere gezamenlijke oppervlakte en ter plekke van het pereel Torenlaan 6 maximaal 5000 m 2 kassen; de hoogte van edrijfsgeouwen, kassen daaronder niet egrepen, mag maximaal 10 m edragen, dan wel de estaande grotere hoogte; de goothoogte van edrijfsgeouwen, kassen daaronder niet egrepen, mag maximaal 8 m edragen, dan wel de estaande grotere goothoogte; de hoogte van kassen mag maximaal 7 m edragen, dan wel de estaande grotere hoogte; de inhoud van een edrijfswoning mag maximaal 700 m 3 edragen, dan wel de estaande grotere inhoud; de hoogte van een edrijfswoning mag maximaal 9 m edragen, dan wel de estaande grotere hoogte; de goothoogte van een edrijfswoning mag maximaal 6 m edragen, dan wel de estaande grotere goothoogte; de afstand van een edrijfswoning tot het meest naijgelegen edrijfsgeouw of kas mag maximaal 20 m edragen, dan wel de estaande grotere afstand; de gezamenlijke oppervlakte van ijgeouwen ij een edrijfswoning mag maximaal 50 m 2 edragen, dan wel de estaande grotere oppervlakte; de goothoogte van ijgeouwen ij een edrijfswoning mag maximaal 4 m edragen, dan wel de estaande grotere goothoogte; m uiten het agrarish ouwpereel zijn ouwwerken, geen geouw zijnde, toegestaan met een hoogte van maximaal: erf- en terreinafsheidingen en windshermen 1,5 m; overige ouwwerken, geen geouw zijnde 2 m. 5.3 vrijstelling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het epaalde in: a artikel onder a voor het overshrijden van de ouwgrenzen van het agrarish ouwpereel, met inahtneming van de volgende voorwaarden: 1 geouwen, rolkassen daaronder niet egrepen, mogen uitsluitend de op de plankaart aangegeven indiatieve ouwgrens overshrijden, waarij: a de gezamenlijke oppervlakte van de geouwen uiten het ouwpereel maximaal 50 m 2 mag edragen; het ouwpereel met maximaal 5 m mag worden overshreden; 2 rolkassen mogen de ouwgrenzen in alle rihtingen met maximaal 100 m overshrijden; 3 het denkeeldig agrarish ouwpereel dient een ompate vorm te verkrijgen waarij de vorm van het agrarish ouwpereel in grote lijnen wordt gevolgd; 4 de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geshaad; artikel onder voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van edrijfsgeouwen, kassen daaronder niet egrepen, tot maximaal 250 m 2 per hetare in geruik zijnde ollengrond, met inahtneming van de volgende voorwaarden: 1 de totale gezamenlijke oppervlakte van edrijfsgeouwen, kassen daaronder niet egrepen, mag maximaal m 2 per edrijf edragen; 2 de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geshaad; artikel onder voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van kassen tot maximaal m 2 per edrijf, met inahtneming van de volgende voorwaarde:

13 d de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geshaad; artikel onder g voor het vergroten van de inhoud van een edrijfswoning in verand met inwoning, met inahtneming van de volgende voorwaarden: 1 de vergroting is mogelijk tot een maximum van 750 m 3 en ter plekke van het pereel Oude Herenweg 19 maximaal 780 m 3 ; 2 het aantal edrijfswoningen per edrijf mag niet toenemen Vrijstelling als edoeld in artikel onder a tot en met d kan, onverminderd het epaalde in dat artikel, alleen worden verleend met inahtneming van de volgende aanvullende voorwaarde, dat er vooraf een advies dient te zijn uitgeraht door een agrarish deskundige ter eoordeling van de edrijfseonomishe noodzaak en de doelmatigheid van hetgeen artikel onder a tot en met e mogelijk maakt. De agrarish deskundige etrekt daarij, voor zover van elang: de omvang van de reeds aanwezige eouwing; de aard, inrihting, omvang en ontinuïteit van het edrijf; de noodzaak van overshrijding van de ouwgrens in verand met de edrijfsvoering; eventueel voorziene investeringen. 5.4 wijziging Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in verand met het veranderen van de vorm en/of het vergroten van de oppervlakte van het agrarish ouwpereel, met inahtneming van de volgende voorwaarden: a na vormverandering en/of vergroting van het agrarish ouwpereel ehoudt het ouwpereel, gelet op de daarop aanwezige of geprojeteerde eouwing, een ompate vorm; in de naijheid gelegen funties en waarden mogen niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geshaad; de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geshaad Wijziging als edoeld in artikel kan, onverminderd het epaalde in dat artikel, alleen plaatsvinden met inahtneming van de volgende aanvullende voorwaarden: a vooraf dient een advies te zijn uitgeraht door een agrarish deskundige ter eoordeling van de edrijfseonomishe noodzaak en de doelmatigheid van hetgeen artikel mogelijk maakt. De agrarish deskundige etrekt daarij, voor zover van elang: de omvang van de reeds aanwezige eouwing, de aard, inrihting, omvang en ontinuïteit van het edrijf, de noodzaak van overshrijding van de ouwgrens in verand met de edrijfsvoering, eventueel voorziene investeringen; vooraf dient een advies te zijn uitgeraht door een landshapsdeskundige ter eoordeling of hetgeen artikel mogelijk maakt niet leidt tot: een onevenredige aantasting van het ziht op de ollenvelden of het openweidegeied vanaf de openare weg; een onevenredige aantasting van de aanwezige open geieden en vergezihten in het ollen- of weidegeied aanlegvergunning

14 Het is op de in artikel 5.1 edoelde gronden ter esherming van de landshappelijke waarden veroden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende anderewerken uit te voeren: a het eplanten met omen, heesters en andere opgaande eplanting; het aanleggen en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen; het aanleggen van (geluids)wallen Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij diret, hetzij indiret te verwahten gevolgen lijvend onevenredige afreuk wordt gedaan aan de landshappelijke waarden van het geied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen Een aanlegvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat een advies door een landshapsdeskundige is uitgeraht Een aanlegvergunning is niet vereist voor: andere-werken welke worden uitgevoerd innen het agrarish ouwpereel; andere-werken ehorende ij het normale onderhoud, geruik en eheer; andere-werken welke in overeenstemming met een vergunning krahtens de Algemene Plaatselijke Verordening worden of kunnen worden uitgevoerd; andere-werken welke op het moment van het van kraht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krahtens een vóór dat moment geldende dan wel aangevraagde vergunning Onverminderd het epaalde in artikel en kan een aanlegvergunning in afwijking van het advies van de landshapsdeskundige niet eerder worden verleend, dan nadat van Gedeputeerde staten een verklaring is ontvangen dat er geen ezwaar estaat tegen het verlenen van de aanlegvergunning. 5.6 Ontheffing kleinshalig kamperen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de geruiksregeling voor het toestaan van kleinshalig kamperen als nevenfuntie van edrijven met de estemming Bollengeied, met inahtneming van het volgende: a per edrijf zijn maximaal 15 kampeermiddelen toegestaan; kamperen is alleen toegestaan in het kampeerseizoen (15 maart t/m 31 oktoer); het kleinshalige kampeerterrein maakt deel uit van het agrarishe ouwvlak of is d e f gelegen innen een afstand van 100 m gemeten vanuit het ouwvlak; maximaal 40% van het terrein waarvoor ontheffing kan worden verleend voor het kleinshalig kamperen (het ouwvlak en de gronden gelegen innen een straal van 100 m rond dit ouwvlak) mag worden enut voor het kleinshalig kamperen; de afstand van het kleinshalige kampeerterrein tot woningen van derden of de huiskavel van een ander agrarish edrijf edraagt ten minste 50 m; er dient te worden voorzien in een 5 m rede eplantingsstrook met geiedseigen assortiment met daarin groenlijvende eplanting; g de afstand tussen kampeermiddelen is ten minste 3 m; h geouwde (sanitaire) voorzieningen voor het kleinshalig kamperen worden ij voorkeur in of in aansluiting op estaande geouwen gerealiseerd. artikel 6 OPEN WEIDEGEBIED 6.1 doeleinden De op de plankaart voor "open weidegeied" aangewezen gronden zijn estemd voor:

15 a ehoud en versterking van de landshappelijke waarden in de vorm van openheid, ijzondere kavelstrutuur en waardevol grasland; de uitoefening van het agrarish edrijf in de vorm van veehouderij; het estaande aantal edrijfswoningen, d e met ijehorende eouwing, voorzieningen en (on)eouwde gronden Tevens zijn de gronden estemd voor: a de uitoefening van ondergeshikte nevenativiteiten uitsluitend innen de edrijfseouwing in de vorm van: 1 de verwerking en verkoop aan huis van hoofdzakelijk ter plaatse geprodueerde agrarishe produten; 2 stalling van aravans, kampeerauto's en daarmee gelijk te stellen vervoermiddelen voor rereatief geruik (niet in kassen); 3 opslag van goederen, waaronder egrepen de edrijfsmatige opslag van goederen ten ehoeve van een elders gevestigd niet-agrarish edrijf (niet in kassen); 4 kleinshalige dagrereatieve ativiteiten in de vorm van het inrihten en geruiken van ruimten voor doeleinden op het geied van dagrereatie, zoals voorlihtingsruimten, verkoopruimten, stalling van rereatieve attriuten; 5 verlijfsrereatie uitsluitend in de vorm van oerderijkamers met een maximum van 50 m 2 per oerderijkamer en een maximum van 3 oerderijkamers per agrarish edrijf; met dien verstande, dat ten ehoeve van de onder 1 tot en met 5 genoemde ativiteiten geen nieuwouw van geouwen mag plaatsvinden; extensief rereatief medegeruik; een dagrereatief lusthof daar waar op de plankaart de aanduiding "lusthof" is aangegeven; fiets- en wandelpaden; de infiltratie en erging van hemelwater in de ondergrond; met ijehorende eouwing, voorzieningen en (on)eouwde gronden Kassen zijn niet toegestaan ouwen Uitsluitend is toegestaan eouwing ten dienste van de in artikel 6.1 omshreven doeleinden De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a innen het agrarish ouwpereel dienen te worden geouwd: d e f 1 geouwen; 2 ouwwerken, geen geouw zijnde, met een hoogte van maximaal: voedersilo s 12 m; sleufsilo's 1,5 m; overige ouwwerken, geen geouw zijnde 4 m; de hoogte van edrijfsgeouwen mag maximaal 10 m edragen, dan wel de estaande grotere hoogte; de goothoogte van edrijfsgeouwen mag maximaal 8 m edragen, dan wel de estaande grotere goothoogte; de inhoud van een edrijfswoning mag maximaal 650 m 3 edragen, dan wel de estaande grotere inhoud; de hoogte van een edrijfswoning mag maximaal 9 m edragen, dan wel de estaande grotere hoogte; de goothoogte van een edrijfswoning mag maximaal 6 m edragen, dan wel de estaande grotere goothoogte;

16 14 g h i j k 6.3 vrijstelling de afstand van een edrijfswoning tot het meest naijgelegen edrijfsgeouw mag maximaal 20 m edragen, dan wel de estaande grotere afstand; de gezamenlijke oppervlakte van ijgeouwen ij een edrijfswoning mag maximaal 50 m 2 edragen, dan wel de estaande grotere oppervlakte; de goothoogte van ijgeouwen ij een edrijfswoning mag maximaal 4 m edragen, dan wel de estaande grotere goothoogte; uiten het agrarish ouwpereel zijn toegestaan ouwwerken, geen geouw zijnde, met een hoogte van maximaal: erf- en terreinafsheidingen 1,5 m; overige ouwwerken, geen geouw zijnde 2 m; sleufsilo's zijn niet toegestaan uiten het agrarish ouwpereel. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het epaalde in: a artikel onder a voor het toestaan van voedersilo's met een hoogte van maximaal 25 m, met inahtneming van de volgende voorwaarden: 1 in de naijheid gelegen funties en waarden mogen niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geshaad; 2 de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geshaad. artikel onder d voor het vergroten van de inhoud van een edrijfswoning voor inwoning, met inahtneming van de volgende voorwaarden: 1 de vergroting is alleen mogelijk tot een maximum van 750 m 3 ; 2 het aantal edrijfswoningen per edrijf mag niet toenemen. vooraf dient een advies te zijn uitgeraht door een landshapsdeskundige ter eoordeling of hetgeen artikel 6.3 onder a mogelijk maakt niet leidt tot: een onevenredige aantasting van het ziht op de ollenvelden of het openweidegeied vanaf de openare weg; een onevenredige aantasting van de aanwezige open geieden en vergezihten in het ollen- of weidegeied. 6.4 wijziging Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in verand met het veranderen van de vorm en/of het vergroten van de oppervlakte van het agrarish ouwpereel, met inahtneming van de volgende voorwaarden: a na vormverandering en/of vergroting van het agrarish ouwpereel ehoudt het ouwpereel, gelet op de daarop aanwezige of geprojeteerde eouwing, een ompate vorm; in de naijheid gelegen funties en waarden mogen niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geshaad; de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geshaad Wijziging als edoeld in artikel kan, onverminderd het epaalde in dat artikel, alleen plaatsvinden met inahtneming van de volgende aanvullende voorwaarden: a vooraf dient een advies te zijn uitgeraht door een agrarish deskundige ter eoordeling van de edrijfseonomishe noodzaak en de doelmatigheid van hetgeen artikel mogelijk maakt. De agrarish deskundige etrekt daarij, voor zover van elang: de omvang van de reeds aanwezige eouwing;

17 de aard, inrihting, omvang en ontinuïteit van het edrijf; eventueel voorziene investeringen; vooraf dient een advies te zijn uitgeraht door een landshapsdeskundige ter eoordeling of hetgeen artikel mogelijk maakt niet leidt tot: een onevenredige aantasting van het ziht vanaf de openare weg op de ollenvelden of het openweidegeied; een onevenredige aantasting van de aanwezige open geieden en vergezihten in het ollen- of weidegeied; een onevenredige aantasting van waardevolle graslanden. 6.5 aanlegvergunning Het is op de in artikel 6.1 edoelde gronden ter esherming van de landshappelijke waarden veroden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende anderewerken uit te voeren: a het eplanten met omen, heesters en andere opgaande eplanting; het aanleggen van (geluids)wallen; het ophogen van gronden; d het sheuren en omploegen van grasland; e het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden; f het aanleggen en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en andere g oppervlakteverhardingen; het dempen en aanleggen van waterlopen en het vergraven en verruimen van estaande waterlopen en vijvers Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij diret, hetzij indiret te verwahten gevolgen lijvend onevenredige afreuk wordt gedaan aan de landshappelijke waarden van het geied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen Een aanlegvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat een landshapsdeskundige een advies heeft uitgeraht Een aanlegvergunning is niet vereist voor: andere-werken welke worden uitgevoerd innen het agrarish ouwpereel; andere-werken ehorende ij het normale onderhoud, geruik en eheer; andere-werken welke in overeenstemming met een vergunning krahtens de Algemene Plaatselijke Verordening worden of kunnen worden uitgevoerd; andere-werken welke op het moment van het van kraht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krahtens een vóór dat moment geldende dan wel aangevraagde vergunning Onverminderd het epaalde in artikel en kan een aanlegvergunning in afwijking van het advies van de landshapsdeskundige niet eerder worden verleend, dan nadat van Gedeputeerde staten een verklaring is ontvangen dat er geen ezwaar estaat tegen het verlenen van de aanlegvergunning. 15

18 Ontheffing kleinshalig kamperen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de geruiksregeling voor het toestaan van kleinshalig kamperen als nevenfuntie van edrijven met de estemming Open Weidegeied, met inahtneming van het volgende: a per edrijf zijn maximaal 15 kampeermiddelen toegestaan; kamperen is alleen toegestaan in het kampeerseizoen (15 maart t/m 31 oktoer); het kleinshalige kampeerterrein maakt deel uit van het agrarishe ouwvlak of is d e f gelegen innen een afstand van 100 m gemeten vanuit het ouwvlak; maximaal 40% van het terrein waarvoor ontheffing kan worden verleend voor het kleinshalig kamperen (het ouwvlak en de gronden gelegen innen een straal van 100 m rond dit ouwvlak) mag worden enut voor het kleinshalig kamperen; de afstand van het kleinshalige kampeerterrein tot woningen van derden of de huiskavel van een ander agrarish edrijf edraagt ten minste 50 m; er dient te worden voorzien in een 5 m rede eplantingsstrook met geiedseigen artikel 7 TUINDERIJ assortiment met daarin groenlijvende eplanting; g de afstand tussen kampeermiddelen is ten minste 3 m; h geouwde (sanitaire) voorzieningen voor het kleinshalig kamperen worden ij voorkeur in of in aansluiting op estaande geouwen gerealiseerd. 7.1 doeleinden De op de plankaart voor "tuinderij" aangewezen gronden zijn estemd voor: a een tuinderij; het estaande aantal edrijfswoningen, met ijehorende eouwing, voorzieningen en (on)eouwde gronden Tevens zijn de gronden estemd voor: a de uitoefening van nevenativiteiten uitsluitend innen de edrijfseouwing, met inegrip van kassen tenzij hieronder anders is epaald, in de vorm van: 1 de verwerking en verkoop aan huis van hoofdzakelijk ter plaatse geprodueerde agrarishe produten; 2 stalling van aravans, kampeerauto's en daarmee gelijk te stellen vervoermiddelen voor rereatief geruik (niet in kassen); 3 opslag van goederen, waaronder egrepen de edrijfsmatige opslag van goederen ten ehoeve van een elders gevestigd niet-agrarish edrijf (niet in kassen); 4 kleinshalige dagrereatieve ativiteiten in de vorm van het inrihten en geruiken van ruimten voor doeleinden op het geied van dagrereatie, zoals voorlihtingsruimten, verkoopruimten, stalling van rereatieve attriuten; de infiltratie en erging van hemelwater in de ondergrond; met ijehorende eouwing, voorzieningen en (on)eouwde gronden. 7.2 ouwen Uitsluitend is toegestaan eouwing ten dienste van de in artikel 7.1 omshreven doeleinden De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a innen het agrarish ouwpereel dienen te worden geouwd: 1 geouwen; 2 ouwwerken, geen geouw zijnde, met een hoogte van maximaal 8 m; de gezamenlijke oppervlakte van edrijfsgeouwen, met inegrip van kassen, mag maximaal edragen de estaande gezamenlijke oppervlakte;

19 d e f g h i j k l de hoogte van edrijfsgeouwen, kassen daaronder niet egrepen, mag maximaal 10 m edragen, dan wel de estaande grotere hoogte; de goothoogte van edrijfsgeouwen, kassen daaronder niet egrepen, mag maximaal 8 m edragen, dan wel de estaande grotere goothoogte; de hoogte van kassen mag maximaal 6 m edragen, dan wel de estaande grotere hoogte; de inhoud van een edrijfswoning mag maximaal 650 m 3 edragen, dan wel de estaande grotere inhoud; de hoogte van een edrijfswoning mag maximaal 9 m edragen, dan wel de estaande grotere hoogte; de goothoogte van een edrijfswoning mag maximaal 6 m edragen, dan wel de estaande grotere goothoogte; de afstand van een edrijfswoning tot het meest naijgelegen edrijfsgeouw of kas mag maximaal 20 m edragen, dan wel de estaande grotere afstand; de gezamenlijke oppervlakte van ijgeouwen ij een edrijfswoning mag maximaal 50 m 2 edragen, dan wel de estaande grotere oppervlakte; de goothoogte van ijgeouwen ij een edrijfswoning mag maximaal 4 m edragen, dan wel de estaande grotere goothoogte; uiten het agrarish ouwpereel zijn toegestaan ouwwerken, geen geouw zijnde, met een hoogte van maximaal: edrijfsinstallaties 6 m; overige ouwwerken, geen geouw zijnde 3 m. 7.3 vrijstelling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het epaalde in: a artikel onder a voor het overshrijden van de ouwgrenzen van het agrarish ouwpereel, met inahtneming van de volgende voorwaarden: 1 geouwen, rolkassen daaronder niet egrepen, mogen uitsluitend de op de plankaart aangegeven indiatieve ouwgrens overshrijden, waarij: a de gezamenlijke oppervlakte van de geouwen uiten het ouwpereel maximaal 50 m 2 mag edragen; het ouwpereel met maximaal 5 m mag worden overshreden; 2 rolkassen mogen de ouwgrenzen in alle rihtingen met maximaal 100 m overshrijden; 3 het denkeeldig agrarish ouwpereel dient een ompate vorm te verkrijgen waarij de vorm van het agrarish ouwpereel in grote lijnen wordt gevolgd; 4 in de naijheid gelegen funties en waarden mogen niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geshaad; 5 de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geshaad; artikel onder voor het vergroten van de maximaal toegestane gezamenlijke oppervlakte van edrijfsgeouwen, met inegrip van kassen, met inahtneming van de volgende voorwaarden: 1 de vergroting mag maximaal 10% van de estaande gezamenlijke oppervlakte edragen; 2 de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geshaad. 17

20 Vrijstelling als edoeld in artikel kan, onverminderd het epaalde in dat artikel, alleen worden verleend met inahtneming van de volgende aanvullende voorwaarde, dat vooraf een advies dient te zijn uitgeraht door een agrarish deskundige ter eoordeling van de edrijfseonomishe noodzaak en de doelmatigheid van hetgeen artikel mogelijk maakt. De agrarish deskundige etrekt daarij, voor zover van elang: de omvang van de reeds aanwezige eouwing; de aard, inrihting, omvang en ontinuïteit van het edrijf; de noodzaak van overshrijding van de ouwgrens in verand met de edrijfsvoering; artikel 8 GLASTUINBOUW eventueel voorziene investeringen. 8.1 doeleinden De op de plankaart voor "glastuinouw" aangewezen gronden zijn estemd voor: a glastuinouw; het estaande aantal edrijfswoningen, met ijehorende eouwing, voorzieningen en (on)eouwde gronden Tevens zijn de gronden estemd voor: a de uitoefening van nevenativiteiten uitsluitend innen de edrijfseouwing, met inegrip van kassen tenzij hieronder anders is epaald, in de vorm van: 1 de verwerking en verkoop aan huis van hoofdzakelijk ter plaatse geprodueerde agrarishe produten; 2 stalling van aravans, kampeerauto's en daarmee gelijk te stellen vervoermiddelen voor rereatief geruik (niet in kassen); 3 opslag van goederen, waaronder egrepen de edrijfsmatige opslag van goederen ten ehoeve van een elders gevestigd niet-agrarish edrijf (niet in kassen); de infiltratie en erging van hemelwater in de ondergrond; met ijehorende eouwing, voorzieningen en (on)eouwde gronden. 8.2 ouwen Uitsluitend is toegestaan eouwing ten dienste van de in artikel 8.1 omshreven doeleinden De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a de gezamenlijke oppervlakte van edrijfsgeouwen, met inegrip van kassen, mag d e f g maximaal de estaande gezamenlijke oppervlakte edragen; de hoogte van edrijfsgeouwen, kassen daaronder niet egrepen, mag maximaal 10 m edragen, dan wel de estaande grotere hoogte; de goothoogte van edrijfsgeouwen, kassen daaronder niet egrepen, mag maximaal 8 m edragen, dan wel de estaande grotere goothoogte; de hoogte van kassen mag maximaal 7 m edragen, dan wel de estaande grotere hoogte; de inhoud van een edrijfswoning mag maximaal 650 m 3 edragen, dan wel de estaande grotere inhoud; de hoogte van een edrijfswoning mag maximaal 9 m edragen, dan wel de estaande grotere hoogte; de goothoogte van een edrijfswoning mag maximaal 6 m edragen, dan wel de estaande grotere goothoogte;

21 h i j k de afstand van een edrijfswoning tot het meest naijgelegen edrijfsgeouw of kas mag maximaal 20 m edragen, dan wel de estaande grotere afstand; de gezamenlijke oppervlakte van ijgeouwen ij een edrijfswoning mag maximaal 50 m 2 edragen, dan wel de estaande grotere oppervlakte; de goothoogte van ijgeouwen ij een edrijfswoning mag maximaal 4 m edragen, dan wel de estaande grotere goothoogte; de hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, mag maximaal edragen: tanks voor warm wateropslag 10 m; warmteassins en warmteuffertanks 4 m; overige ouwwerken, geen geouw zijnde 3 m. 8.3 vrijstelling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het epaalde in artikel onder a het vergroten van de maximaal toegestane gezamenlijke oppervlakte van edrijfsgeouwen, met inegrip van kassen, met inahtneming van de volgende voorwaarden: a de vergroting van de oppervlakte edrijfseouwing, niet zijnde kassen, mag maximaal 10% van de estaande gezamenlijke oppervlakte edragen; het oppervlak aan kassen mag worden vergroot tot maximaal m 2 ; de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen d gronden mogen niet onevenredig worden geshaad; de aanwezige landshapswaarden mogen niet onevenredig worden geshaad Vrijstelling als edoeld in artikel kan, onverminderd het epaalde in dat artikel, alleen worden verleend met inahtneming van de volgende aanvullende voorwaarde, dat vooraf een advies dient te zijn uitgeraht door een agrarish deskundige ter eoordeling van de edrijfseonomishe noodzaak en de doelmatigheid van hetgeen artikel mogelijk maakt. De agrarish deskundige etrekt daarij, voor zover van elang: de omvang van de reeds aanwezige eouwing; de aard, inrihting, omvang en ontinuïteit van het edrijf; de noodzaak van overshrijding van de ouwgrens in verand met de edrijfsvoering; eventueel voorziene investeringen. 19 artikel 9 AGRARISCH BEDRIJVENTERREIN 9.1 doeleinden De op de plankaart voor "agrarish edrijventerrein" aangewezen gronden zijn estemd voor: a de uitoefening van het agrarish edrijf; ehoud van afshermend groen, met ijehorende eouwing, voorzieningen en (on)eouwde gronden Tevens zijn de gronden estemd voor: a de uitoefening van nevenativiteiten uitsluitend innen de edrijfseouwing in de vorm van: 1 de verwerking en verkoop aan huis van hoofdzakelijk ter plaatse geprodueerde agrarishe produten; 2 stalling van aravans, kampeerauto's en daarmee gelijk te stellen vervoermiddelen voor rereatief geruik;

22 20 3 opslag van goederen, waaronder egrepen de edrijfsmatige opslag van goederen ten ehoeve van een elders gevestigd niet-agrarish edrijf; de infiltratie en erging van hemelwater in de ondergrond; met ijehorende eouwing, voorzieningen en (on)eouwde gronden Bedrijfswoningen en kassen zijn niet toegestaan. 9.2 ouwen Uitsluitend is toegestaan eouwing ten dienste van de in artikel 9.1 omshreven doeleinden De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a innen het agrarish ouwpereel dienen te worden geouwd: d 1 geouwen; 2 ouwwerken, geen geouw zijnde, met een hoogte van maximaal: voedersilo s 12 m; sleufsilo's 1,5 m; overige ouwwerken, geen geouw zijnde 4 m; de hoogte van edrijfsgeouwen mag maximaal 7 m edragen, dan wel de estaande grotere hoogte; uiten het agrarish ouwpereel zijn toegestaan ouwwerken, geen geouw zijnde, met een hoogte van maximaal: erf- en terreinafsheidingen 3 m; overige ouwwerken, geen geouw zijnde 2 m; sleufsilo's zijn niet toegestaan uiten het agrarish ouwpereel. 9.3 vrijstelling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het epaalde in: a artikel voor het toestaan van overige edrijven, zoals een hampignonkwekerij, een veilingdepot, een loondorserij, een KI-station, een opslagplaats voor landouw-, tuinouw- en loemkwekerijproduten of een dierenpension, met inahtneming van de volgende voorwaarden: 1 in de naijheid gelegen funties en waarden mogen niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geshaad; 2 de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geshaad; artikel onder a voor het toestaan van voedersilo's met een hoogte van maximaal 25 m, met inahtneming van de volgende voorwaarden: 1 in de naijheid gelegen funties en waarden mogen niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geshaad; 2 de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geshaad Vrijstelling als edoeld in artikel kan, onverminderd het epaalde in dat artikel, alleen worden verleend met inahtneming van de volgende voorwaarden: a voor zover het etreft de evoegdheid als edoeld in artikel onder a, dient vooraf een advies te zijn uitgeraht door een agrarish deskundige ter eoordeling van de relatie of verwantshap van het te vestigen edrijf met de agrarishe edrijvigheid; voor zover het etreft de evoegdheid als edoeld in artikel onder, dient vooraf een advies te zijn uitgeraht door een landshapsdeskundige ter eoordeling of hetgeen artikel onder mogelijk maakt niet leidt tot:

23 een onevenredige aantasting van het ziht vanaf de openare weg op de ollenvelden of het openweidegeied; een onevenredige aantasting van de aanwezige open geieden en vergezihten in het ollen- of weidegeied; een onevenredige aantasting van waardevolle graslanden aanlegvergunning Het is op de in artikel 9.1 edoelde gronden veroden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning houtgewas en eplanting te (doen) verwijderen of rooien Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij diret, hetzij indiret te verwahten gevolgen lijvend onevenredige afreuk wordt gedaan aan de afshermende funtie van het groen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen Een aanlegvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat een landshapsdeskundige een advies heeft uitgeraht Een aanlegvergunning is niet vereist voor: andere-werken welke worden uitgevoerd innen het agrarish ouwpereel; andere-werken ehorende ij het normale onderhoud, geruik en eheer; andere-werken welke in overeenstemming met een vergunning krahtens de Algemene Plaatselijke Verordening worden of kunnen worden uitgevoerd; andere-werken welke op het moment van het van kraht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krahtens een vóór dat moment geldende dan wel aangevraagde vergunning Onverminderd het epaalde in artikel en kan een aanlegvergunning in afwijking van het advies van de landshapsdeskundige niet eerder worden verleend, dan nadat van Gedeputeerde staten een verklaring is ontvangen dat er geen ezwaar estaat tegen het verlenen van de aanlegvergunning. artikel 10 NIET-AGRARISCH BEDRIJF 10.1 doeleinden De op de plankaart voor "niet-agrarish edrijf" aangewezen gronden zijn estemd voor: a de uitoefening van een niet-agrarish edrijf per estemmingsvlak, overeenkomstig de volgende op de plankaart aangegeven suestemmingen: Aa ADnok Au Av B Da D Dp Dw El Ex Ex/Gh/Op/Ka G/Hv aannemersedrijf of ouwedrijf, agentshap en detailhandel in natuursteen, openhaarden en kinderkleding, autohandel, autohandel en verkooppunt motorrandstoffen, loemollenroeierij, detailhandel in antiek, distriutieentrum, dierenpension, detailhandel in woninginrihting, elektrotehnish edrijf, export- en handelsedrijf in agrarishe produten, export- en handelsedrijf in agrarishe produten, groothandel, opslag en kantoor groenomposterings- en hoveniersedrijf