INHOUD 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 7 3 ZONEBEPALINGEN 18 4 ALGEMENE BEPALINGEN 20 VOORSCHRIFTEN DE PLANKAART III

Transcriptie

1 INHOUD VOORSCHRIFTEN 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN 1 ARTIKEL 2 WIJZE VAN METEN 4 ARTIKEL 3 OVERSCHRIJDING VAN BOUWGRENZEN 5 ARTIKEL 4 TOEGESTANE BEBOUWING 5 ARTIKEL 5 BESTAANDE AFSTANDEN EN MATEN 5 ARTIKEL 6 ONDERGRONDS BOUWEN 5 ARTIKEL 7 DUBBELTELBEPALING 6 ARTIKEL 8 KRUISING VAN BESTEMMINGEN 6 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 7 ARTIKEL 9 WOONDOELEINDEN W 7 ARTIKEL 10 MAATSCHAPPELIJKE DOELEINDEN M 9 ARTIKEL 11 KANTOREN K 10 ARTIKEL 12 BEDRIJFSDOELEINDEN B 10 ARTIKEL 13 SPORTDOELEINDEN S 11 ARTIKEL 14 BEGRAAFPLAATS BG 12 ARTIKEL 15 TUIN T 13 ARTIKEL 16 AGRARISCH GEBIED A 13 ARTIKEL 17 NUTSVOORZIENINGEN NV 15 ARTIKEL 18 AUTOBOXEN AB 15 ARTIKEL 19 GROEN G 15 ARTIKEL 20 WATER WA 16 ARTIKEL 21 VERKEERSDOELEINDEN V 16 ARTIKEL 22 VERBLIJFSDOELEINDEN VV 16 ARTIKEL 23 VERKEERSDOELEINDEN RAILVERKEER VR 17 III SAB AMSTERDAM BEST E MMIN G SPL AN DE ZAN DE RIJ HILLEG OM 3 ZONEBEPALINGEN 18 ARTIKEL 24 ZONE PRIMAIR WATERKERING 18 ARTIKEL 25 ZONE BESCHERMING AFVALWATERTRANSPORTLEIDING 18 ARTIKEL 26 ZONE TER BESCHERMING VAN ARCHEOLOGISCHE WAARDEN 19 4 ALGEMENE BEPALINGEN 20 ARTIKEL 27 KARAKTERISTIEKE BOUWWERKEN 20 ARTIKEL 28 ALGEMENE GEBRUIKSBEPALINGEN 21 ARTIKEL 29 ALGEMENE VRIJSTELLINGEN 21 ARTIKEL 30 WIJZIGINGEN 22 ARTIKEL 31 PROCEDUREVOORSCHRIFTEN 25 ARTIKEL 32 OVERGANGSBEPALINGEN 26 ARTIKEL 33 TITEL 26 DE PLANKAART plankaart met verklaring tekeningnummer:

2

3 1 INLEIDENDE BEPALINGEN artikel 1 BEGRIPSBEPALINGEN In deze voorshriften wordt verstaan onder: het plan het estemmingsplan "De Zanderij" van de gemeente Hillegom, vervat in de plankaart met ijehorende verklaring en tekeningnummer en deze voorshriften; aan huis veronden eroep het eroepsmatig verlenen van diensten op administratief, ontwerptehnish, kunstzinnig, juridish, medish, paramedish of daarmee naar de aard gelijk te stellen geied, dat ondergeshikt aan de woonfuntie thuis kan plaatsvinden; aanouw een geouw dat als afzonderlijke ruimte is geouwd aan een hoofdgeouw waarmee het in direte verinding staat, dat door zijn vorm ondersheiden kan worden van het hoofdgeouw en in arhitetonish opziht ondergeshikt is aan het hoofdgeouw; 1 aanlegvergunning een aanlegvergunning als edoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; edrijfsgeouw een geouw dat dient voor de uitoefening van edrijfsativiteiten; estemmingsgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een estemmingsvlak; estemmingsvlak een op de plankaart door estemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met een zelfde estemming; eouwing één of meer geouwen en/of ouwwerken geen geouw zijnde; eouwingsperentage de gezamenlijke oppervlakte van geouwen innen een ouwvlak, in proenten van de oppervlakte van dat ouwvlak; edrijfswoning een woning in of ij een geouw of op een terrein, die kennelijk slehts is edoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de estemming van de grond en/of het terrein, noodzakelijk moet worden geaht;

4 2 ijgeouw een op zihzelf staand, al dan niet vrijstaand geouw, dat door zijn vorm en funtie ondersheiden kan worden van het hoofdgeouw en in arhitetonish opziht ondergeshikt is aan het hoofdgeouw; ouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprihten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een ouwwerk; ouwgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die niet door eouwing mag worden overshreden, ehoudens krahtens deze voorshriften toegelaten overshrijdingen; ouwterrein een aaneengesloten stuk grond waarop krahtens deze voorshriften eouwing met één ouwwerk of ij elkaar ehorende ouwwerken is toegestaan; ouwvlak een op de plankaart door ouwgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven waarop krahten deze voorshriften epaalde eouwing is toegestaan; ouwwerk elke onstrutie van enige omvang, welke hetzij diret of indiret, met de grond veronden is, hetzij diret of indiret steun vindt in of op de grond; ategoriesheidingslijn een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt tussen gronden, gelegen innen een zelfde estemmingsvlak, welke krahtens deze voorshriften tot vershillende ategorieën ehoren; detailhande l het edrijfsmatig te koop aanieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor geruik, verruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een eroeps- of edrijfsativiteit; erfeouwing de gezamenlijke aanouwen, uitouwen en ijgeouwen op een ouwterrein; geouw elk ouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; hoofdgeouw een geouw dat, gelet op de estemming, als elangrijkste ouwwerk op een ouwterrein kan worden aangemerkt; horea het edrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor geruik ter plaatse, waarij het doen eluisteren van overwegend mehanishe muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel kunnen vormen;

5 kwetsaar ojet een kwetsaar ojet of een eperkt kwetsaar ojet als edoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrihtingen, zoals dit esluit luidt op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan; nadere eis een nadere eis als edoeld in artikel 15, eerste lid onder van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; ondergronds eneden het peil; prostitutieedrijf een inrihting of instelling geriht op het tegen etaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar uiten toe kenare wijze, zoals een ordeel of esortservie dan wel een inrihting voor raamprostitutie; seks- en/of pornoedrijf een inrihting of instelling geriht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotishe en/of pornografishe aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksiosoop, sekslu, seksautomaat of sekswinkel; 3 Staat van edrijfsativiteiten een als ijlage ij deze voorshriften ehorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van edrijven en instellingen; uitouw een geouw dat als vergroting van een estaande ruimte is geouwd aan een hoofdgeouw, dat door zijn vorm ondersheiden kan worden van het hoofdgeouw en in arhitetonish opziht ondergeshikt is aan het hoofdgeouw; voorgevelouwgrens de als zodanig op de plankaart aangegeven voorgevelouwgrens; vrijstelling een vrijstelling als edoeld in artikel 15 lid 1 su a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; Wet op de Ruimtelijke Ordening wet van 5 juli 1962 (St. 286), houdende de vaststelling van nieuwe voorshriften omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze wet luidt op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan; wijziging een wijziging als edoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; woning een (gedeelte van een) geouw dat dient voor de huisvesting van een huishouden;

6 zakelijke en maatshappelijke dienstverlening het op al dan niet edrijfsmatige wijze verlenen van diensten op finanieel, juridish, administratief, (ontwerp)tehnish, kunstzinnig, religieus en/of soiaal-ultureel geied. 4 artikel 2 WIJZE VAN METEN Bij de toepassing van deze voorshriften wordt als volgt gemeten: afstand van een geouw tot de zijdelingse ouwterreingrens tussen de zijdelingse grens van het ouwterrein en een epaald punt van het geouw, waar die afstand, gemeten op het peil, het kortst is; diepte van een geouw van het peil tot aan het de ovenzijde van de vloer van het ondergronds gelegen (deel van het) geouw; goothoogte van een geouw van het peil tot aan de horizontale snijlijn van het dakvlak met het daaronder gelegen uitenwerkse gevelvlak; hoogte van een ouwwerk van het peil tot aan het hoogste punt van het ouwwerk, met dien verstande dat voor wat etreft geouwen daarij niet worden meegerekend antennes, shoorstenen, alkonhekken, lift- en trappenhuizen en andere ondergeshikte ouwdelen; inhoud van een ouwwerk tussen de onderzijde van de egane grondvloer, de uitenzijde van de gevels (en/of het hart van de sheidsmuren) en de uitenzijde van daken en dakkapellen; oppervlakte van een geouw tussen de uitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenshappelijke sheidsmuren en oven het peil; peil a voor een ouwwerk, waarvan de hoofdtoegang diret aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; voor andere ouwwerken de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse.

7 artikel 3 OVERSCHRIJDING VAN BOUWGRENZEN De ouwgrenzen mogen, in afwijking van het epaalde in hoofdstuk 2 van deze voorshriften, uitsluitend worden overshreden door: a tot geouwen ehorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellinganen, funderingen, alkons, erkers, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits: 1 de overshrijding niet meer edraagt dan 1,5 m; 2 ten aanzien van erkers, entreeportalen en veranda s voldaan wordt aan de voorwaarden dat: de goothoogte maximaal de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw edraagt; de afstand tot een estemming verlijfsdoeleinden en verkeersdoeleinden minimaal 2,5 m edraagt; de oppervlakte maximaal 5 m 2 edraagt; de reedte maximaal 50% van de reedte van de voorgevel van het hoofdgeouw edraagt; andere ondergeshikte onderdelen van geouwen, mits de overshrijding niet meer edraagt dan 1 m. 5 artikel 4 TOEGESTANE BEBOUWING Op de in het plan egrepen gronden is uitsluitend die eouwing toegestaan, welke ehoort ij de doeleinden zoals omshreven in de voorshriften ij de aan de grond gegeven estemming, met inahtneming van de daarij gestelde eperkingen en van de zonevoorshriften zoals vervat in de artikelen 25 en 26. artikel 5 BESTAANDE AFSTANDEN EN MATEN 5.1 In die gevallen dat de (goot)hoogte, oppervlakte, inhoud en/of de afstand tot enige grens of lijn van in overeenstemming met het epaalde in de Woningwet gerealiseerde eouwing op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan minder dan wel meer edraagt dan in hoofdstuk II van deze voorshriften is voorgeshreven respetievelijk toegestaan, geldt deze estaande (goot)hoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respetievelijk maximaal toegestaan. 5.2 Indien en voor zover in deze voorshriften evoegdheden zijn opgenomen tot het verlenen van vrijstelling van voorgeshreven afstanden en maten, zijn die evoegdheden op overeenkomstige wijze van toepassing op de estaande afstanden en maten als edoeld in lid 5.1. artikel 6 ONDERGRONDS BOUWEN Op het ouwen van ondergrondse ouwwerken zijn de aanduidingen op de plankaart en de ouwvoorshriften van het plan op overeenkomstige wijze van toepassing, met dien verstande dat de diepte van ondergrondse ouwwerken maximaal 3 m mag edragen.

8 artikel 7 DUBBELTELBEPALING 6 Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen ij het verlenen van een ouwvergunning, waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, lijft ij de eoordeling van latere aanvragen om ouwvergunning uiten eshouwing. artikel 8 KRUISING VAN BESTEMMINGEN Daar waar op de plankaart een aanduiding "kruising van estemmingen" is aangegeven, gelden de voorshriften van de elkaar ter plaatse kruisende estemmingen naast elkaar.

9 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN artikel 9 WOONDOELEINDEN W 9.1 doeleinden De op de plankaart als woondoeleinden aangewezen gronden zijn estemd voor; a woningen in de ategorieën: d e W Wl Wg Wv woningen; woningen, laagouw; woningen, gestapeld; woning, villa s; waar dat als zodanig op de plankaart is aangegeven, met dien verstande dat het aantal woningen in een estemmingsvlak niet meer mag edragen dan: het op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan ter plaatse estaande aantal; dan wel het op de plankaart met een aanduiding aantal woningen aangegeven aantal, uitsluitend ingeval van nieuwouw op het ter plaatse van die aanduiding gelegen ouwterrein; aan huis veronden eroepen; medegeruik ten ehoeve van paramedish handelen indien op de plankaart nader aangeduid met ; medegeruik ten ehoeve van praktijk en en kantoorruimte ten dienste van zakelijke, maatshappelijke en/of medishe dienstverlening tot een maximum van 185 m 2 indien op de plankaart nader aangeduid met pk ; de esherming van als zodanig op de plankaart aangegeven karakteristieke ouwwerken, overeenkomstig het epaalde in artikel 27; 7 een en ander met de daarij ehorende ouwwerken en (on)eouwde terreinen, waaronder parkeerterreinen. 9.2 ouwvoorshriften Hoofdgeouwen dienen te voldoen aan de volgende voorshriften: a hoofdgeouwen mogen uitsluitend innen een ouwvlak worden geouwd; de voorgevel van hoofdgeouwen wordt in de voorgevelouwgrens geouwd; de ahtergevel van hoofdgeouwen mag: d e in de ategorieën W en Wl maximaal 10 m ahter de voorgevelouwgrens worden geouwd; in de ategorie Wv maximaal 15 m ahter de voorgevelouwgrens worden geouwd; de afstand van vrijstaande hoofdgeouwen tot de zijdelingse ouwterreingrens edraagt minimaal 2,5 m; de goothoogte en hoogte van hoofdgeouwen edragen maximaal in de ategorie: W 6 m respetievelijk 9 m; Wl 3,5 m respetievelijk 6 m; Wg de op de plankaart aangeduide goothoogte respetievelijk hoogte; Wv 8 m respetievelijk 12 m;

10 8 f dan wel in afwijking van het ovenstaande de goothoogte en hoogte zoals op de plankaart aangegeven; waar op de plankaart de aanduiding ondergrondse parkeren voorkomt mag onder peil een parkeergarage worden gerealiseerd tot maximaal 3,5 m eneden peil. d e f g h i Erfeouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a erfeouwing mag uitsluitend innen een ouwvlak worden geouwd; de gezamenlijke oppervlakte van erfeouwing op een ouwterrein edraagt maximaal 40% van het gedeelte van het ouwterrein, dat is gelegen op 2,5 m ahter de voorgevelouwgrens en dat niet kan worden eouwd met het hoofdgeouw, zulks met een maximum van 60 m 2 voor ouwterreinen waarop een vrijstaand of halfvrijstaand hoofdgeouw staat en 40 m 2 voor overige ouwterreinen; erfeouwing wordt minimaal 2,5 m ahter de voorgevel van het hoofdgeouw dan wel het verlengde daarvan geouwd; aan het hoofdgeouw aangeouwde erfeouwing wordt: in de ategorie W en Wl tot een afstand van maximaal 12,5 m ahter de voorgevelouwgrens geouwd; in de Wv tot een afstand van maximaal 17,5 m ahter de voorgevelouwgrens geouwd; in afwijking van het epaalde onder d kan aan het hoofdgeouw aangeouwde erfeouwing, voor de woningen aan de Stationsweg 18 t/m 86, tot een afstand van maximaal 18 m ahter de voorgevelouwgrens worden geouwd; hoofdgeouwen worden aan maximaal één zijgevel voorzien van aangeouwde erfeouwing; de goothoogte edraagt maximaal 3 m dan wel de hoogte van de 1 e ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; de hoogte van erfeouwing edraagt: voor vrijstaande ijgeouwen maximaal 3 m; voor aan de ahtergevel van het hoofdgeouw aangeouwde erfeouwing maximaal de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw; voor aan de zijgevel van het hoofdgeouw aangeouwde erfeouwing maximaal de hoogte van het hoofdgeouw, met dien verstande dat de dakhelling van de erfeouwing gelijk dient te zijn aan de dakhelling van het hoofdgeouw; de reedte van aan de zijgevel van het hoofdgeouw aangeouwde erfeouwing edraagt maximaal 3 m De reedte van de gezamenlijke dakkapellen op het dakvlak van de voorgevel van een geouw edraagt maximaal 50% van de reedte van het dakvlak De hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt: a op de gronden gelegen innen het ouwvlak maximaal 2 m; op de gronden gelegen uiten het ouwvlak maximaal 1 m; met dien verstande dat pergola s zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 2,5 m. 9.3 nadere eisen Burgemeester en wethouders zijn evoegd nadere eisen te stellen aan de situering van erfeouwing op een ouwterrein, met dien verstande dat geëist kan worden dat de afstand van erfeouwing tot een aan het ouwterrein grenzende watergang minimaal 5 m en tot andere aan het ouwterrein grenzende gronden minimaal 1 m edraagt, een en ander ter voorkoming van onevenredige aantasting van stedenouwkundige elangen

11 en/of geruiks- en eouwingsmogelijkheden van aangrenzende gronden en zih daarop evindende eouwing. 9.4 vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn evoegd, voor zover stedenouwkundige elangen zih d daartegen niet verzetten, vrijstelling te verlenen van het epaalde in: a artikel su, voor het vergroten van gezamenlijke oppervlakte van erfeouwing: ten ehoeve van een aan de woning aangeouwde kantoor- of praktijkruimte voor de uitoefening van een aan huis veronden eroep; in verand met het voor minder valide ewoners enodigde eouwde oppervlakte op de egane grond; een en ander met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van erfeouwing en kantoor- of praktijkruimte maximaal 80 m 2 mag edragen; artikel su, voor het ouwen van erfeouwing op minimaal 1,5 m ahter de voorgevel en het verlengde daarvan; artikel su d, voor het ouwen van een aan het hoofdgeouw aangeouwde erfeouwing met dien verstande dat: voorzover de aangeouwde erfeouwing geouwd wordt tot 12,5 m ahter de voorgevelouwgrens dit mag over de volle reedte van de ahtergevel; voorzover de aangeouwde erfeouwing geouwd wordt vanaf 12,5 m tot 15 m ahter de voorgevelouwgrens de reedte in dat geval niet meer mag edragen dan 50% van de reedte van die ahtergevel; stedenouwkundige elangen zih daartegen niet verzetten; artikel su g, voor het vergroten van de hoogte van vrijstaande ijgeouwen tot maximaal 4,5 m, mits de goothoogte niet meer gaat edragen dan 3 m. 9 artikel 10 MAATSCHAPPELIJKE DOELEINDEN M 10.1 doeleinden De op de plankaart als maatshappelijke doeleinden aangewezen gronden zijn estemd voor: a medishe, soiaal-ulturele, religieuze, sport- en eduatieve instellingen alsmede d instellingen voor openare dienstverlening en/of openaar estuur; in de ategorie M(k), uitsluitend een kinderdagverlijf, waar dat als zodanig op de plankaart is aangegeven; ondergeshikte horea ten dienste van de su a edoelde doeleinden; een dienstwoning ehorende ij een ter plaatse gevestigde instelling als edoeld onder a, uitsluitend indien op de plankaart een aanduiding d in het ouwvlak is aangegeven en met dien verstande dat per aanduiding d maximaal één dienstwoning is toegestaan; een en ander met ijehorende eouwing en (on)eouwde terreinen, waaronder parkeerterreinen, en groenvoorzieningen ouwvoorshriften De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften:

12 10 a geouwen mogen uitsluitend innen een ouwvlak worden geouwd; de goothoogte en hoogte van geouwen edragen maximaal de als zodanig op de plankaart aangeduide goothoogte respetievelijk hoogte; de inhoud van een dienstwoning edraagt maximaal 600 m 3 ; d de hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt: artikel 11 KANTOREN K 11.1 doeleinden voor terreinafsheidingen maximaal 2 m; voor overige ouwwerken, geen geouw zijnde, maximaal 3 m. De op de plankaart als kantoren aangewezen gronden zijn estemd voor: a kantoren ten dienste van zakelijke en maatshappelijke dienstverlening met dien verstande dat de edrijfsvloeroppervlakte per kantoorvestiging maximaal 500 m 2 mag edragen; woningen op de verdieping(en), uitsluitend indien op de plankaart een aanduiding w in het ouwvlak is aangegeven en met dien verstande dat het aantal woningen innen dat ouwvlak niet meer mag edragen dan één dan wel het op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan ter plaatse estaande grotere aantal; de esherming van als zodanig op de plankaart aangegeven karakteristieke ouwwerken, overeenkomstig het epaalde in artikel 27; een en ander met ijehorende eouwing en (on)eouwde terreinen ouwvoorshriften De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a geouwen mogen uitsluitend innen een ouwvlak worden geouwd; de goothoogte en hoogte van geouwen edragen maximaal de op de plankaart aangeduide goothoogte respetievelijk hoogte; de hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt: voor terreinafsheidingen maximaal 2 m; voor overige ouwwerken, geen geouw zijnde, maximaal 3 m. artikel 12 BEDRIJFSDOELEINDEN B 12.1 doeleinden De op de plankaart als edrijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn estemd voor: a edrijven: zoals vermeld in de ategorieën 1 en 2 van de Staat van edrijfsativiteiten, dan wel; in de ategorieën: B(t) transportedrijf; B(s) shuimrueredrijf; B(ta) tankstation; B(ti) timmerwerkplaats; waar dat als zodanig op de plankaart is aangegeven;

13 d een dienstwoning ehorende ij een ter plaatse gevestigd edrijf als edoeld onder a, uitsluitend indien op de plankaart een aanduiding d in het ouwvlak is aangegeven en met dien verstande dat per aanduiding d maximaal één dienstwoning is toegestaan; de esherming van als zodanig op de plankaart aangegeven karakteristieke ouwwerken, overeenkomstig het epaalde in artikel 27; detailhandel is niet toegestaan; een en ander met ijehorende eouwing en (on)eouwde terreinen, waaronder parkeerterreinen en met dien verstande dat het aantal edrijven in een estemmingsvlak niet meer mag edragen dan één dan wel het op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan ter plaatse estaande grotere aantal ouwvoorshriften De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a geouwen mogen uitsluitend innen een ouwvlak worden geouwd; het eouwingsperentage edraagt maximaal: het op de plankaart aangeduide eouwingsperentage; 100, indien geen eouwingsperentage op de plankaart is aangeduid; de goothoogte en hoogte van geouwen edragen maximaal de op de plankaart aangeduide goothoogte respetievelijk hoogte; d de inhoud van een dienstwoning edraagt maximaal 600 m 3 ; e de hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt: voor terreinafsheidingen maximaal 2 m; voor edrijfsinstallaties, liht- en vlaggenmasten (maximaal 3 per estemmingsvlak) maximaal 8 m; voor overige ouwwerken, geen geouw zijnde, maximaal 4 m vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel 12.1a, ten aanzien van de toegestane edrijven, voor een edrijf of edrijfsativiteit die niet in de Staat van edrijfsativiteiten is vermeld, mits: a het edrijf of de edrijfsativiteit voor wat etreft hinder, aard en invloed gelijk gesteld kan worden aan een edrijf of edrijfsativiteit ehorende tot ategorie 1 of 2 van de Staat van edrijfsativiteiten; het edrijf of de edrijfsativiteit geen onevenredige afreuk doet aan het heersende woon- en leefklimaat; het edrijf of de edrijfsativiteit milieuhygiënish en edrijfseonomish voldoende estaansmogelijkheden heeft Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel 12.2, ten einde een goothoogte en hoogte van maximaal 8 m toe te staan, mits: a Stedenouwkundige elangen zih hiertegen niet verzetten. artikel 13 SPORTDOELEINDEN S 13.1 doeleinden De op de plankaart als sportdoeleinden aangewezen gronden zijn estemd voor: De op de plankaart voor "sportterrein" aangewezen gronden zijn estemd voor: a innen- en uitensporteoefening; parkeervoorzieningen;

14 groenvoorzieningen; d fiets- en wandelpaden; een en ander met ijehorende eouwing en (on)eouwde terreinen ouwvoorshriften 13.3 vrijstelling De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a geouwen mogen uitsluitend innen een ouwvlak worden geouwd, met uitzondering van kleine geouwtjes ten ehoeve van de sportuitoefening, zoals materialenhokjes, dug-outs e.d., met een inhoud van maximaal 12 m 3 ; de goothoogte en hoogte van geouwen edragen maximaal de op de plankaart aangeduide goothoogte respetievelijk hoogte; de hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt: voor terreinafsheidingen maximaal 2 m; voor allenvangers, liht- en vlaggenmasten maximaal 8 m; voor overige ouwwerken, geen geouw zijnde, maximaal 4 m. Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel 13.2 voor het toestaan van lihtmasten tot maximaal 18 m, met dien verstande dat omliggende woningen geen onevenredige lihthinder ondervinden. artikel 14 BEGRAAFPLAATS BG 14.1 doeleinden De op de plankaart voor "egraafplaats" aangewezen gronden zijn estemd voor: a de teraardeestelling en voor de instandhouding van graven; de esherming van als zodanig op de plankaart aangegeven karakteristieke ouwwerken, overeenkomstig het epaalde in artikel 27; een en ander met ijehorende eouwing en (on)eouwde terreinen ouwvoorshriften De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a geouwen mogen uitsluitend innen een ouwvlak worden geouwd; de goothoogte en hoogte van geouwen edragen maximaal de op de plankaart aangeduide goothoogte respetievelijk hoogte; de hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt maximaal 3 m.

15 artikel 15 TUIN T 15.1 doeleinden 13 De op de plankaart voor "tuin" aangewezen gronden zijn estemd voor tuinen, met ijehorende eouwing en (on)eouwde terreinen ouwvoorshriften De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a geouwen zijn niet toegestaan; de hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt maximaal 2 m. artikel 16 AGRARISCH GEBIED A 16.1 doeleinden De op de plankaart voor "agrarish geied" aangewezen gronden zijn estemd voor: a de uitoefening van grondgeonden agrarish edrijven met dien verstande dat, d e uitsluitend daar waar dit op de plankaart als zodanig is aangegeven, de volgende suestemming is toegestaan: AB agrarish geied ollenteelt, met dien verstande dat ollenteelt door middel van kweektunnels uitsluitend is toegestaan innen de ouwvlakken; een dienstwoning ehorende ij een ter plaatse gevestigd edrijf als edoeld onder a, uitsluitend indien op de plankaart een aanduiding d in het ouwvlak is aangegeven en met dien verstande dat per aanduiding d maximaal één dienstwoning is toegestaan; volkstuinen, uitsluitend daar waar dit op de plankaart als zodanig is aangegeven; watergangen ten ehoeve van de waterhuishouding; de esherming van als zodanig op de plankaart aangegeven karakteristieke ouwwerken, overeenkomstig het epaalde in artikel 27; een en ander met ijehorende eouwing en oneouwde terreinen ouwen De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften:

16 14 a geouwen mogen uitsluitend innen een ouwvlak worden geouwd, met uitzondering van geouwen met een oppervlakte van maximaal 6 m 2 per ouwterrein en een hoogte van maximaal 2,5 m ten dienste van de volkstuinen als edoeld in artikel 16.1; ij elk ollenteeltedrijf mag per hetare eshikare ollenteeltgrond een oppervlakte van maximaal 250 m 2 aan edrijfsgeouwen, geen kassen zijnde, en overkappingen ten ehoeve van de agrarishe edrijfsvoering worden geouwd, met een maximale totale oppervlakte van m 2 per edrijf; de gezamenlijke oppervlakte aan kassen mag per ollenteeltedrijf maximaal m 2 edragen; d dienstwoningen mogen uitsluitend worden geouwd ter plaatse van de aanduiding d op de plankaart, met dien verstande dat per aanduiding d maximaal één dienstwoning is toegestaan; e de inhoud van een dienstwoning mag maximaal 750 m 3 edragen (inlusief kantooren praktijkruimte); f de gezamenlijke oppervlakte van ij een dienstwoning ehorende erfeouwing mag maximaal 50 m 2 edragen; g de afstand van geouwen tot een waterloop of tot de zij- of ahtererfsheiding dient minimaal 3 m te edragen; h indien de geouwen niet aaneen worden geouwd dient de onderlinge afstand minimaal 3 m te edragen; i de goothoogte en hoogte van geouwen en ouwwerken, geen geouwen zijnde, mag ten hoogste edragen: goothoogte hoogte van edrijfsgeouwen zie plankaart 1,5 x goothoogte; van edrijfswoningen 6.00 m 1,5 x goothoogte; van ijgeouwen ij de edrijfswoning 3.00 m 4.50 m; van windmolens voor de watereheersing m; van terreinafsheidingen m; van waterassins m; van andere ouwwerken, geen geouwen of windturines zijnde m;

17 artikel 17 NUTSVOORZIENINGEN NV 17.1 doeleinden 15 De op de plankaart als "nutsvoorzieningen" aangewezen gronden zijn estemd voor openare nutsvoorzieningen, met ijehorende eouwing en (on)eouwde gronden ouwvoorshriften De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a geouwen mogen uitsluitend innen een ouwvlak worden geouwd; de hoogte van geouwen edraagt maximaal 4 m; de hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt maximaal 2 m. artikel 18 AUTOBOXEN AB 18.1 doeleinden De op de plankaart als autooxen aangewezen gronden zijn estemd voor stallingsruimten voor auto s, met ijehorende eouwing en (on)eouwde gronden ouwvoorshriften De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a de hoogte van geouwen edraagt maximaal 3 m; de hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt maximaal 2 m. artikel 19 GROEN G 19.1 doeleinden De op de plankaart als groen aangewezen gronden zijn estemd voor plantsoenen, groenstroken, water, (fiets)paden, uitritten, ermen met eplanting alsmede speelvoorzieningen ouwvoorshriften De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a geouwen zijn niet toegestaan; de hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt: voor speelvoorzieningen maximaal 3 m; voor lihtmasten maximaal 6 m; voor overige ouwwerken, geen geouw zijnde, maximaal 2 m.

18 artikel 20 WATER WA doeleinden De op de plankaart als "water" estemde gronden zijn estemd voor: a de waterhuishouding en de watererging; waterouwkundige kunstwerken en voorzieningen; een en ander met ijehorende ouwwerken, geen geouw zijnde, en (on)eouwde terreinen ouwvoorshriften De hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt: a voor waterouwkundige kunstwerken maximaal 4 m; voor overige ouwwerken, geen geouw zijnde, maximaal 2 m. artikel 21 VERKEERSDOELEINDEN V 21.1 doeleinden De op de plankaart als verkeersdoeleinden aangewezen gronden zijn estemd voor: a wegen ten ehoeve van het doorgaande verkeer; voet en fietspaden; parkeervoorzieningen; d groenvoorzieningen en ermen; met ijehorende ouwwerken, geen geouw zijnde, en (on)eouwde terreinen ouwvoorshriften De hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt: a voor lihtmasten maximaal 6 m; voor overige ouwwerken, geen geouw zijnde maximaal 2 m. artikel 22 VERBLIJFSDOELEINDEN VV 22.1 doeleinden De op de plankaart als verlijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn estemd voor: a wegen, pleinen en andere openare ruimten met zowel een funtie voor verlijf als voor verkeer geriht op de aangrenzende en naurige estemmingen; parkeervoorzieningen; speel- en groenvoorzieningen, alsmede ermen; een en ander met ijehorende ouwwerken, geen geouw zijnde, en (on)eouwde terreinen ouwvoorshriften De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a geouwen zijn niet toegestaan; de hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt: voor lihtmasten maximaal 6 m; voor speelvoorzieningen maximaal 3 m; voor overige ouwwerken, geen geouw zijnde, maximaal 2 m.

19 artikel 23 VERKEERSDOELEINDEN RAILVERKEER VR 23.1 doeleinden De op de plankaart als verkeersdoeleinden railverkeer aangewezen gronden zijn estemd voor: 17 a spoorwegen ten ehoeve van het treinverkeer; een spoorwegstation; parkeervoorzieningen en voorzieningen voor fietsenstalling; d groenvoorzieningen en taluds; een en ander met ijehorende eouwing en oneouwde terreinen ouwvoorshriften De eouwing dient te voldoen aan de volgende voorshriften: a geouwen mogen uitsluitend innen een ouwvlak worden geouwd; de goothoogte en hoogte van geouwen edragen maximaal de op de plankaart aangeduide goothoogte respetievelijk hoogte; de hoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, edraagt: voor overige ouwwerken, geen geouw zijnde, maximaal 3 m.

20 3 ZONEBEPALINGEN 18 artikel 24 ZONE PRIMAIR WATERKERING 24.1 doeleinden De gronden gelegen innen de op de plankaart aangegeven zone primair waterkering zijn primair estemd voor de instandhouding van de waterkering, met ijehorende ouwwerken, geen geouw zijnde, zoals duikers, keerwanden en eshoeiingen ouwvoorshriften Op de in artikel 24.1 edoelde gronden mogen, in afwijking van het epaalde in de voorafgaande artikelen, geen nieuwe ouwwerken worden geouwd vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel 24.2, voor wat etreft het oprihten van eouwing overeenkomstig de ter plaatse geldende estemming, in verand waarmee gehoord wordt de eheerder van de waterkering. artikel 25 ZONE BESCHERMING AFVALWATERTRANSPORTLEIDING 25.1 doeleinden De op de plankaart voor zone esherming afvalwatertransportleiding aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen estemmingen, ook estemd voor de esherming en het eheer van de leiding ouwvoorshriften In afwijking van het epaalde ij de andere estemmingen mag alleen ten ehoeve van deze estemming worden geouwd Geouwen mogen niet worden geouwd Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, is maximaal 3 m vrijstelling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het epaalde in artikel 25.2 voor het ouwen overeenkomstig de andere estemmingen Vrijstelling wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingeheerder aanlegvergunning Het is veroden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van urgemeester en wethouders de volgende werken, geen ouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a het vergraven, afgraven, ontgronden, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen, draineren en ophogen van gronden; het aanplanten van omen en/of houtgewas en het aanrengen van diepwortelende eplantingen;

21 d e het aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen van overige oppervlakteverhardingen; het aanleggen, verdiepen, verreden en dempen van sloten, watergangen, waterpartijen; het aanleggen van ondergrondse of ovengrondse transport-, energie- en/of ommuniatieleidingen en daarmee verand houdende onstruties, installaties en apparatuur Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk of de werkzaamheid dan wel door de daarvan diret of indiret te verwahten gevolgen lijvend onevenredige afreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat eheer of de veiligheid van de watergang en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de eheerder van de watergang Geen aanlegvergunning is nodig voor: a werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en eheer etreffen; werken en werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kraht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning. 19 artikel 26 ZONE TER BESCHERMING VAN ARCHEOLOGISCHE WAARDEN 26.1 doeleinden De gronden gelegen innen de op de plankaart aangegeven grenzen van het estemmingsplan zijn tevens estemd voor de esherming van in de grond aanwezige arheologishe waarden aanlegvergunning Het is veroden op de in artikel 26.1 edoelde gronden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning graafwerkzaamheden en andere grondewerkingen uit te voeren tot een diepte van 0,5 m of meer onder het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse Een aanlegvergunning als edoeld in artikel mag alleen en moet worden geweigerd indien door de graafwerkzaamheden of grondewerkingen, dan wel door de daarvan hetzij diret, hetzij indiret te verwahten gevolgen lijvend onevenredig afreuk wordt gedaan aan de in de grond aanwezige arheologishe waarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen Alvorens te esluiten over de aanvraag van een aanlegvergunning winnen urgemeester en wethouders advies in van de arheologish deskundige Een aanlegvergunning als edoeld in artikel is niet vereist voor: a graafwerkzaamheden en odemewerkingen, ehorende ij het normale onderhoud, geruik en eheer; graafwerkzaamheden en odemewerkingen, welke op het tijdstip van het van kraht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krahtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning; graafwerkzaamheden en odemewerkingen, welke uitgevoerd worden in het kader van een vergunningsplihtigouwwerk, waarvoor ouwvergunning is verleend, en/of een vergunningsvrij ouwwerk Overtreding van het verod gesteld in artikel is een strafaar feit als edoeld in artikel 1a van de Wet op de eonomishe deliten.

22 4 ALGEMENE BEPALINGEN 20 artikel 27 KARAKTERISTIEKE BOUWWERKEN 27.1 ouwvoorshriften In afwijking van de voorshriften ehorende ij de ter plaatse geldende estemming, mogen ouwwerken, welke op de plankaart zijn voorzien van een aanduiding "karakteristiek ouwwerk", slehts gedeeltelijk worden vernieuwd en/of veranderd, mits: a het uitwendig karakter van het ouwwerk niet wordt veranderd voor wat etreft de hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen, de dakvorm, de nokrihting en de dakhelling alsmede de gevelindeling door ramen, deuropeningen en erkers; overigens voldaan wordt aan het epaalde in de ouwvoorshriften ehorende ij de ter plaatse geldende estemming Het epaalde in artikel onder a en is niet van toepassing indien een vernieuwing en/of verandering plaatsvindt in overeenstemming met een krahtens de Monumentenwet 1988 verleende ouwvergunning vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel aanhef en onder a, mits: a de karakteristieke waarden van het ouwwerk niet in onevenredige mate worden aangetast; vooraf een advies is gevraagd aan de gemeentelijke monumentenommissie nadere eisen Burgemeester en wethouders zijn evoegd nadere eisen te stellen aan de situering en maatvoering van ouwwerken indien en voor zover dat noodzakelijk is om de karakteristieke waarden van een op hetzelfde ouwterrein gesitueerd en op de plankaart van een aanduiding "karakteristiek ouwwerk" voorzien ouwwerk te eshermen aanlegvergunning Het is veroden een op de plankaart van een aanduiding "karakteristiek ouwwerk" voorzien ouwwerk zonder of in afwijking van een aanlegvergunning geheel of gedeeltelijk te slopen Een aanlegvergunning als edoeld in artikel mag alleen en moet worden geweigerd indien door de uitvoering van de sloopwerkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij diret, hetzij indiret te verwahten gevolgen lijvend onevenredig afreuk wordt gedaan aan de karakteristieke waarden van het ouwwerk en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen Alvorens te esluiten over de aanvraag van een aanlegvergunning winnen urgemeester en wethouders advies in van de gemeentelijke monumentenommissie Een aanlegvergunning als edoeld in artikel is niet vereist voor: a sloopwerkzaamheden, ehorende ij het normale onderhoud, geruik en eheer; sloopwerkzaamheden, welke worden uitgevoerd in overeenstemming met een vergunning krahtens de Monumentenwet 1988; sloopwerkzaamheden welke onderdeel uitmaakt van een ouwvergunning

23 d sloopwerkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kraht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krahtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning. artikel 28 ALGEMENE GEBRUIKSBEPALINGEN 28.1 Het is veroden de gronden en de op de grond voorkomende eouwing te geruiken dan wel te laten geruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven estemming Onder veroden geruik als edoeld in artikel 28.1 wordt in elk geval verstaan: a een geruik van gronden en eouwing voor: een seks- en/of pornoedrijf; een prostitutieedrijf; raamprostitutie; een esortedrijf; een geruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- en/of opslagplaats voor normaal geruik en onderhoud; een geruik van gronden en eouwing met de estemming edrijfsdoeleinden voor inrihtingen als edoeld in artikel 2.4 van het Inrihtingen- en vergunningenesluit milieueheer Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in lid 29.1 voor de vestiging van een seks- en/of pornoedrijf, een prostitutieedrijf of een d esortedrijf, mits: a de vestiging van een seks- en/of pornoedrijf, een prostitutieedrijf of een esortedrijf niet plaatsvindt in eouwing met een estemming, woondoeleinden, winkels of horea ; de afstand van een edrijf als edoeld onder a tot de meest naijgelegen woning ten minste 100 meter edraagt; de edrijfsvloeroppervlakte ten ehoeve van een edrijf als edoeld onder maximaal 500 m 2 edraagt; voorzien wordt in voldoende parkeervoorzieningen op eigen erf Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het in artikel 28.1 vermelde verod, indien strikte toepassing hiervan zou leiden tot een eperking van het meest doelmatige geruik die niet door dringende redenen wordt gerehtvaardigd Overtreding van het verod gesteld in artikel 28.1 is een strafaar feit als edoeld in artikel 1a van de Wet op de eonomishe deliten. artikel 29 ALGEMENE VRIJSTELLINGEN Burgemeester en Wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het plan ten ehoeve van: a het afwijken van de voorgeshreven goothoogte, hoogte, oppervlakte, reedte en inhoud van eouwing, alsmede van voorgeshreven afstanden tot de zijdelingse pereelsgrens, eventueel met overshrijding van de ouwgrenzen, mits deze afwij-

24 22 d kingen niet meer ijdragen dan 15% van de in deze voorshriften voorgeshreven maatvoering; artikel 30 WIJZIGINGEN het afwijken van estemmingsgrenzen, ouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak op de plankaart, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is in verand met de uitmeting van het terrein en er geen dringende reden zijn die zih tegen de afwijking verzetten, mits de afwijking ten opzihte van hetgeen op de plankaart is aangegeven niet meer dan 10 m edraagt; het afwijken van ouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak op de plankaart, niet zijnde estemmingsgrenzen, indien en voor zover afwijking wenselijk is uit een oogpunt van doelmatig geruik van de grond, mits de afwijking ten opzihte van hetgeen op de plankaart is aangegeven niet meer dan 10 m edraagt; het ouwen van antennes, al dan niet met een mast, ten ehoeve van waarshuwingssystemen met een grotere hoogte dan ten aanzien van ouwwerken, geen geouw zijnde, is toegestaan, mits de hoogte niet meer edraagt dan noodzakelijk is in verand met het eoogde geruik en de antenne (met mast) met het oog op het ruimtelijk eeld aanvaardaar is; Burgemeester en wethouders zijn evoegd het plan te wijzigen ter plaatse van de op de plankaart aangewezen wijzigingsgeieden, met in ahtneming van het epaalde in de volgende leden In wijzigingsgeied I (hoek Stationsweg/Sixlaan) kan de estemming woondoeleinden geheel of gedeeltelijk gewijzigd worden in de estemming woondoeleinden, water en d e f g h i verlijfsdoeleinden, ten ehoeve van de realisatie van drie woningen, mits: a stedenouwkundige elangen zih niet tegen het inrihtings- en/of ouwplan verzetten; het estaande openare pad langs het water in het wijzigingsplan wordt doorgetrokken; uitsluitend woningen kunnen worden toegelaten, die ehoren tot ategorie Wv (woning, villa s), als edoeld in artikel 9; het te realiseren aantal woningen past innen de proviniale en gemeentelijke woningouwprogrammering; het innen het wijzigingsgeied te realiseren aantal parkeerplaatsen niet minder edraagt dan een gemiddelde van 1,5 parkeerplaatsen per te realiseren woning; de voorkeursgrenswaarde als edoeld in de Wet geluidhinder, dan wel de door Gedeputeerde Staten vóór de vaststelling van het plan vastgestelde hogere grenswaarde, niet wordt overshreden; een oppervlak van ten minste 15% van het nieuw te realiseren oppervlak aan verharding in of naij het wijzigingsgeied voor waterergingsdoeleinden worden gereserveerd; alvorens geruik te maken van deze wijzigingsevoegdheid winnen urgemeester en wethouders advies in van de watereheerder; de uitvoeraarheid van het wijzigingsplan is gewaarorgd, in verand waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat: odemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden; geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde arheologishe waarden zal plaatsvinden dan wel geen ingrepen in de odem zullen worden verriht;

25 j voldaan wordt aan het epaalde in de Flora- en faunawet; het wijzigingsplan finanieel uitvoeraar is; overigens, voor zover de etreffende estemmingen voorkomen in het wijzigingsplan, het epaalde in artikel 9 en artikel 22 in aht wordt genomen In wijzigingsgeied II (volkstuinen Wilhelminalaan) kan de estemming Agrarish geied geheel of gedeeltelijk gewijzigd worden in de estemming egraafplaats, ten ehoeve van een uitreiding van de egraafplaats, mits: a aan de noordzijde van de uitreiding van de egraafplaats een groene zone, waaronder egrepen water, van 40 meter gerealiseerd wordt als uffer tussen de uitreiding van de egraafplaats en de woningen van de Wilhelminalaan. In deze zone wordt ook de ontsluiting van de uitreiding van de egraafplaats gerealiseerd; de uitvoeraarheid van het wijzigingsplan is gewaarorgd, in verand waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat: odemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden; geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde arheologishe waarden zal plaatsvinden dan wel geen ingrepen in de odem zullen worden verriht; voldaan wordt aan het epaalde in de Flora- en faunawet; de zone primaire waterkering gehandhaafd het wijzigingsplan finanieel uitvoeraar is; overigens het epaalde in artikel 14 in aht wordt genomen In wijzigingsgeied III (Wilhelminalaan 1) kunnen de estemmingen kantoren en nutsvoorzieningen geheel of gedeeltelijk gewijzigd worden in de estemmingen woondoeleinden en verlijfsdoeleinden, al dan niet in ominatie met de estemmingen kantoren, groen, water en/of nutsvoorzieningen, ten ehoeve van de realisatie van woningen, al dan niet ehoud van (een deel van) de estaande kantoorfuntie, mits: a stedenouwkundige elangen zih niet tegen het inrihtings- en/of ouwplan verzetten; woningen in de ategorie Wg (gestapelde woningen), als edoeld in artikel 9, d e f g h uitsluitend kunnen worden toegelaten ter plaatse van het ouwvlak van de te wijzigen estemming kantoren en tot een hoogte van maximaal de hoogte van de estaande geouwen; het te realiseren aantal woningen past innen de proviniale en gemeentelijke woningouwprogrammering; het innen het wijzigingsgeied te realiseren aantal parkeerplaatsen niet minder edraagt dan een gemiddelde van 1,5 parkeerplaatsen per te realiseren woning; de voorkeursgrenswaarde al edoeld in de Wet geluidhinder, dan wel de door Gedeputeerde Staten vóór de vaststelling van het plan vastgestelde hogere grenswaarde, niet wordt overshreden; een oppervlak van ten minste 15% van het nieuw te realiseren oppervlak aan verharding in of naij het wijzigingsgeied voor waterergingsdoeleinden worden gereserveerd; alvorens geruik te maken van deze wijzigingsevoegdheid winnen urgemeester en wethouders advies in van de watereheerder; de uitvoeraarheid van het wijzigingsplan is gewaarorgd, in verand waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:

26 24 i odemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden; geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde arheologishe waarden zal plaatsvinden dan wel geen ingrepen in de odem zullen worden verriht; voldaan wordt aan het epaalde in de Flora- en faunawet; het wijzigingsplan finanieel uitvoeraar is; overigens, voor zover de etreffende estemmingen voorkomen in het wijzigingsplan, epaalde in artikel 9, 11, 17, 19, 20 en 22 in aht wordt genomen wijzigingsgeied IV - vervallen wijzigingsgeied V - vervallen In wijzigingsgeied VI (Stationsweg tussen 82 en 84) kunnen de estemmingen edrijfsdoeleinden en kantoren geheel gewijzigd worden in de estemmingen woondoeleinden en verlijfsdoeleinden, al dan niet in ominatie met de estemmingen d e f g h i groen en/of water, ten ehoeve van de realisatie van maximaal 6 woningen, mits: a stedenouwkundige elangen zih niet tegen het inrihtings- en/of ouwplan verzetten; uitsluitend woningen kunnen worden toegelaten, die ehoren tot ategorie Wv (woningen, villa s) of Wl (woningen laagouw), als edoeld in artikel 9; er sprake is van algehele edrijfseëindiging; het te realiseren aantal woningen past innen de proviniale en gemeentelijke woningouwprogrammering; het innen het wijzigingsgeied te realiseren aantal parkeerplaatsen niet minder edraagt dan een gemiddelde van 1,5 parkeerplaatsen per te realiseren woning; de voorkeursgrenswaarde al edoeld in de Wet geluidhinder, dan wel de door Gedeputeerde Staten vóór de vaststelling van het plan vastgestelde hogere grenswaarde, niet wordt overshreden; een oppervlak van ten minste 15% van het nieuw te realiseren oppervlak aan verharding in of naij het wijzigingsgeied voor waterergingsdoeleinden worden gereserveerd; alvorens geruik te maken van deze wijzigingsevoegdheid winnen urgemeester en wethouders advies in van de watereheerder; de uitvoeraarheid van het wijzigingsplan is gewaarorgd, in verand waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat: odemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden; geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde arheologishe waarden zal plaatsvinden dan wel geen ingrepen in de odem zullen worden verriht; voldaan wordt aan het epaalde in de Flora- en faunawet; het wijzigingsplan finanieel uitvoeraar is;

27 j overigens, voor zover de etreffende estemmingen voorkomen in het wijzigingsplan, het epaalde in artikel 9, 19, 20 en 22 in aht wordt genomen In wijzigingsgeied VII (Parallelweg 101) kan de estemming edrijfsdoeleinden geheel worden in de estemmingen woondoeleinden en verlijfsdoeleinden, al dan niet in ominatie met de estemmingen groen en/of water, ten ehoeve van de realisatie van woningen, mits: a stedenouwkundige elangen zih niet tegen het inrihtings- en/of ouwplan verzetten; uitsluitend woningen kunnen worden toegelaten, die ehoren tot ategorie W (woningen) of Wl (woningen laagouw), als edoeld in artikel 9; er sprake is van algehele edrijfseëindiging; d het te realiseren aantal woningen past innen de proviniale en gemeentelijke woningouwprogrammering; e het innen het wijzigingsgeied te realiseren aantal parkeerplaatsen niet minder edraagt dan een gemiddelde van 1,5 parkeerplaatsen per te realiseren woning; f de voorkeursgrenswaarde al edoeld in de Wet geluidhinder, dan wel de door Gedeputeerde Staten vóór de vaststelling van het plan vastgestelde hogere grenswaarde, niet wordt overshreden; g een oppervlak van ten minste 15% van het nieuw te realiseren oppervlak aan verharding in of naij het wijzigingsgeied voor waterergingsdoeleinden worden gereserveerd; h alvorens geruik te maken van deze wijzigingsevoegdheid winnen urgemeester en wethouders advies in van de watereheerder; i alvorens geruik te maken van deze wijzigingsevoegdheid wordt akoestish onderzoek verriht naar het spoorweglawaai en winnen urgemeester en wethouders advies in van de spooreheerder; j de uitvoeraarheid van het wijzigingsplan is gewaarorgd, in verand waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat: odemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden; geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde arheologishe waarden zal plaatsvinden dan wel geen ingrepen in de odem zullen worden verriht; voldaan wordt aan het epaalde in de Flora- en faunawet; het wijzigingsplan finanieel uitvoeraar is; k overigens, voor zover de etreffende estemmingen voorkomen in het wijzigingsplan, het epaalde in artikel 9, 19, 20 en 22 in aht wordt genomen. 25 artikel 31 PROCEDUREVOORSCHRIFTEN Bij het nemen van een esluit tot wijziging van het plan is afdeling 3.4 (openare voorereidingsproedure) van de Algemene wet estuursreht van toepassing.