INHOUD 1 I N L E I D E N D E R E G E L S 1 2 B E S T E M M I N G S R E G E L S 6 3 A L G E M E N E R E G E L S 22

Transcriptie

1 INHOUD R E G E L S 1 I N L E I D E N D E R E G E L S 1 ARTIKEL 1 BEGRIPSREGELS 1 ARTIKEL 2 WIJZE VAN METEN 5 III 2 B E S T E M M I N G S R E G E L S 6 ARTIKEL 3 BEDRIJF 6 ARTIKEL 4 GROEN 6 ARTIKEL 5 MAATSCHAPPELIJK 7 ARTIKEL 6 SPORT 8 ARTIKEL 7 TUIN 9 ARTIKEL 8 VERKEER - VERBLIJFSGEBIED 10 ARTIKEL 9 WONEN 10 ARTIKEL 10 WONEN BIJZONDERE WOONVORM 12 ARTIKEL 11 WONEN WOONWAGENS 13 ARTIKEL 12 WOONGEBIED 13 ARTIKEL 13 WOONGEBIED WONEN EN WERKEN 15 ARTIKEL 14 LEIDING GAS 17 ARTIKEL 15 LEIDING WATER 18 ARTIKEL 16 WATERSTAAT WATERGANG 19 ARTIKEL 17 WAARDE ARCHEOLOGISCH VERWACHTINGS GEBIED 20 3 A L G E M E N E R E G E L S 22 ARTIKEL 18 ANTIDUBBELTELREGEL 22 ARTIKEL 19 UITSLUITING AANVULLENDE WERKING BOUWVERORDENING 22 ARTIKEL 20 ALGEMENE GEBRUIKSREGELS 22 ARTIKEL 21 ALGEMENE ONTHEFFINGSREGELS 23 ARTIKEL 22 ALGEMENE WIJZIGINGSREGELS 23 ARTIKEL 23 ALGEMENE PROCEDUREREGELS 24 4 O V E R G A N G S - E N S L O T R E G E L S 25 ARTIKEL 24 OVERGANGSRECHT 25 ARTIKEL 25 SLOTREGEL 26 B I J L A G E Staat van Bedrijfsactiviteiten D E PLANKAAR T plankaart met verklaring tekeningnummer: 11882i

2

3 1 I N L E I DENDE R E GELS artikel 1 BEGRIPSREGELS In deze regels wordt verstaan onder: 1 het plan het estemmingsplan De Wijtenhorst en Douweler Leide van de gemeente Deventer; de plankaart de plankaart van het estemmingsplan De Wijtenhorst en Douweler Leide estaande uit de kaart 11882i, vervat in twee kaartladen; aanouw een geouw dat als afzonderlijke ruimte is geouwd aan een hoofdgeouw waarmee het in directe verinding staat, welk geouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgeouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgeouw; aanduiding een op de plankaart door middel van een aanduidingsvlak egrensd geied, waar nader in de regels epaalde ouw- en/of geruiksregels van toepassing zijn; aanduidingsgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een aanduidingsvlak; aanduidingsvlak een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding, egrensd door een aanduidingsgrens; aan huis veronden eroep of edrijf: een dienstverlenend eroep of edrijf, waarvan de activiteiten niet specifiek puliekgericht zijn, dat in of ij een woning wordt uitgeoefend, waarij de woning in overwegende mate de woonfunctie ehoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is; aanlegvergunning een vergunning als edoeld in artikel 3.3. onder a van de Wet ruimtelijke ordening; agrarisch edrijf een edrijf dat is gericht op het voortrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; ander-werk een werk, geen ouwwerk zijnde, of een werkzaamheid; eouwing één of meer geouwen en/of ouwwerken, geen geouwen zijnde;

4 eouwingspercentage een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het ouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden eouwd, tenzij in de regels anders is epaald; 2 edrijfsgeouw een geouw dat dient voor de uitoefening van een edrijf; edrijfswoning een woning in of ij een geouw of op een terrein, kennelijk slechts edoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de estemming van het geouw of het terrein noodzakelijk is; estaand a ij ouwwerken: een ouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan estaat of wordt geouwd, dan wel nadien kan worden geouwd krachtens een ouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is epaald; ij geruik: het geruik dat op het moment van het van kracht worden van het plan estaat, tenzij in de regels anders is epaald; estemmingsgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een estemmingsvlak; estemmingsvlak een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde estemming; ijgeouw een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand geouw (dat niet rechtstreeks toegankelijk is vanuit het hoofdgeouw), dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgeouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgeouw; ouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een ouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats; ouwlaag een doorlopend gedeelte van een geouw dat door op gelijke of ij enadering gelijke hoogte liggende vloeren of alklagen is egrensd, zulks met inegrip van de egane grond en met uitsluiting van onderouw en zolder; ouwgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een ouwvlak; ouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, ij elkaar ehorende eouwing is toegelaten; ouwperceelgrens een grens van een ouwperceel;

5 eouwde ouwperceelsgrens grens van een ouwperceel waarop of waartegen geheel of gedeeltelijk eouwing van enige omvang is gesitueerd; ouwvlak een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop geouwen zijn toegelaten; 3 ouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond veronden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; detailhandel het edrijfsmatig te koop aanieden, waaronder egrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor geruik, verruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een eroeps- of edrijfsactiviteit; dienstwoning een woning in of ij een geouw of op een terrein, kennelijk slechts edoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de estemming van het geouw of het terrein noodzakelijk is; eerste ouwlaag de ouwlaag op de egane grond; erotisch getinte vermaaksfunctie een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder egrepen een seksioscoop, een seksclu en een seksautomatenhal; extensieve (dag)recreatie recreatief medegeruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen; geouw elk ouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; geruiken geruiken, het doen geruiken, laten geruiken en in geruik geven; hoofdgeouw een geouw dat, gelet op de estemming, als het elangrijkste ouwwerk op een ouwperceel kan worden aangemerkt; onderouw een gedeelte van een geouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de ovenkant minder dan 1,20 m oven het peil is gelegen;

6 overkapping een ouwwerk, geen geouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand; 4 peil a voor een ouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; voor een ouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang ij voltooiing van de ouw; prostitutie het zich eschikaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; seksinrichting een voor het puliek toegankelijke esloten ruimte waarin edrijfsmatig, of in de omvang alsof zij edrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutieedrijf, een erotische massagesalon, een seksioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclu, al dan niet in cominatie met elkaar; Staat van Bedrijfsactiviteiten een als ijlage ij deze regels ehorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van edrijven en instellingen; standplaats een kavel, estemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openare nutsedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten; uitouw een geouw dat als vergroting van een estaande ruimte is geouwd aan een hoofdgeouw, welk geouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgeouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgeouw; uitvoeren uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven; voorgevelrooilijn de op de plankaart als zodanig aangegeven ouwgrens; ontheffing een ontheffing als edoeld in artikel 3.6. onder c van de Wet ruimtelijke ordening; woongeouw een geouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk oven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid eschouwd kan worden; woonwagen een voor ewoning estemd geouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden gesplitst;

7 woning een complex van ruimten, uitsluitend edoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden; wijziging een wijziging als edoeld in artikel 3.6. van de Wet ruimtelijke ordening. 5 artikel 2 WIJZE VAN METEN 2.1 Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: de afstand tot de zijdelingse ouwperceelgrens tussen de zijdelingse grens van het ouwperceel en een epaald punt van het ouwwerk, waar die afstand het kortst is; de ouwhoogte van een ouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een geouw of van een ouwwerk, geen geouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte ouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen ouwonderdelen; de dakhelling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; de goothoogte van een ouwwerk vanaf het peil tot aan de ovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het oeiord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; de horizontale diepte van een geouw de diepte van een geouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt geouwd; de inhoud van een ouwwerk tussen de onderzijde van de egane grondvloer, de uitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de uitenzijde van daken en dakkapellen; de oppervlakte van een ouwwerk tussen de uitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte ouwterrein ter plaatse van het ouwwerk; de oppervlakte van een overkapping tussen de uitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte ouwterrein ter plaatse van de overkapping. 2.2 Bij toepassing van het epaalde ten aanzien van het ouwen worden ondergeschikte ouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, alkons en overstekende daken uiten eschouwing gelaten, mits de overschrijding van ouwgrenzen niet meer dan 1 m edraagt. 2.3 Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de analoge kaart en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.

8 2 B E S T E M M I NGSRE GELS 6 artikel 3 BEDRIJF 3.1 estemmingsomschrijving De op de plankaart voor Bedrijf aangewezen gronden zijn estemd voor het estaande groen- en osouwedrijf met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan. 3.2 ouwregels Bedrijfsgeouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; goothoogte maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; c ouwhoogte maximaal de op de plankaart aangegeven ouwhoogte Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a edrijfsinstallaties en lichtmasten 3 m; overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 2 m. 3.3 ontheffing van de geruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het epaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een ander edrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits het edrijf is opgenomen in de categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel het een edrijf etreft dat voor wat etreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een edrijf genoemd in de categorie Ontheffing als edoeld in artikel kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a het straat- en eouwingseeld; de woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de milieusituatie; f de geruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; g de parkeersituatie Bij het verlenen van ontheffing nemen urgemeester en wethouders de regels in acht zoals opgenomen in artikel artikel 4 GROEN 4.1 estemmingsomschrijving De op de plankaart voor Groen aangewezen gronden zijn estemd voor: a groenvoorzieningen, ermen en eplanting; paden, speel-, water-, en ontsluitingsvoorzieningen en voorzieningen voor de waterhuishouding;

9 c geluideperkende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding geluideperkende voorziening; d nutsvoorzieningen; e een waterretentieekken met een minimale capaciteit van m³; met ijehorende ouwwerken, geen geouwen zijnde, paden, verhardingen en parkeervoorzieningen ouwregels Uitsluitend geouwen ten ehoeve van warmtenet voorzieningen mogen worden geouwd, mits: a de oppervlakte maximaal 100 m² edraagt; de ouwhoogte maximaal 4 m edraagt Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a lichtmasten 6 m; geluideperkende voorziening 5 m; c overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 3 m. 4.3 ontheffing van de ouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het epaalde in artikel en toestaan dat een ondergeschikt geouw wordt geouwd ten ehoeve van een nutsvoorziening, mits: a de oppervlakte niet meer dan 15 m 2 edraagt; de ouwhoogte niet meer dan 4 m edraagt Ontheffing als edoeld in artikel kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a het straat- en eouwingseeld; de woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de milieusituatie; f de geruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; g de parkeersituatie Bij het verlenen van ontheffing nemen urgemeester en wethouders de regels in acht zoals opgenomen in artikel artikel 5 MAATSCHAPPELIJK 5.1 estemmingsomschrijving De op de plankaart voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn estemd voor educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levenseschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten ehoeve van openare dienstverlening en voorzieningen ten ehoeve van kinderopvang, met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven Dienstwoningen zijn niet toegestaan. 5.2 ouwregels Geouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak;

10 8 goothoogte maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; c ouwhoogte maximaal de op de plankaart aangegeven ouwhoogte; Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a erf- en terreinafscheidingen uiten het ouwvlak 1 m; erf- en terreinafscheidingen innen het ouwvlak 2 m; c overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 2 m. artikel 6 SPORT 6.1 estemmingsomschrijving De op de plankaart voor Sport aangewezen gronden zijn estemd voor sportactiviteiten, met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, wegen en paden, kantine, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, ermen, eplanting, water en voorzieningen voor de waterhuishouding Dienstwoningen zijn niet toegestaan. 6.2 ouwregels Geouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak, met dien verstande, dat uiten het ouwvlak geouwen ten ehoeve van opslag, stalling en onderhoud zijn toegestaan met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 150 m 2 en een ouwhoogte van maximaal 3 m; goothoogte maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; c ouwhoogte maximaal de op de plankaart aangegeven ouwhoogte; Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a speelinstallaties, lichtmasten en allenvangers 8 m; overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 4 m. 6.3 ontheffing van de ouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het epaalde in artikel onder a voor het ouwen van geouwen ten ehoeve van sportactiviteiten uiten het ouwvlak, mits: a het eouwingspercentage maximaal 2% van het estemmingsvlak zal edragen; de ouwhoogte maximaal 9 m zal edragen Ontheffing als edoeld in artikel kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a het straat- en eouwingseeld; de woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de milieusituatie; f de geruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; g de parkeersituatie Bij het verlenen van ontheffing nemen urgemeester en wethouders de regels in acht zoals opgenomen in artikel 23.1.

11 artikel 7 TUIN 7.1 estemmingsomschrijving De op de plankaart voor Tuin aangewezen gronden zijn estemd voor: a tuinen; activiteiten ehorende ij de op de aangrenzende en ijehorende gronden gelegen estemming Wonen Bijzondere woonvorm, waaronder het in eperkte mate telen van gewassen; c paden, ontsluitingsvoorzieningen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding. met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde ouwregels Uitsluitend uitouwen in de vorm van erkers ij de hoofdgeouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen mogen worden geouwd, mits: a de horizontale diepte maximaal 1,5 m edraagt; de diepte van de overlijvende, niet met geouwen eouwde gronden minimaal c d 2,5 m edraagt; voor zover de erker wordt geouwd tegen een gevel van het hoofdgeouw de reedte maximaal 2 / 3 van de reedte van die gevel edraagt; de ouwhoogte maximaal 3 m edraagt dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw 1 m; erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw 2 m; c overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 2 m. 7.3 ontheffing van de ouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het epaalde in artikel voor het ouwen van aan- of uitouwen, ijgeouwen en/of overkappingen ehorend ij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgeouwen, mits: a het epaalde in artikel onder g met etrekking tot de oppervlakte van c toepassing is; de goothoogte maximaal 3 m edraagt dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; de ouwhoogte maximaal de ouwhoogte van het hoofdgeouw - 2 m edraagt, waarij geldt dat de ouwhoogte in ieder geval 3 m mag edragen en maximaal 6 m Ontheffing als edoeld in artikel kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a het straat- en eouwingseeld; de woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de milieusituatie; f de geruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; g de parkeersituatie Bij het verlenen van ontheffing nemen urgemeester en wethouders de regels in acht zoals opgenomen in artikel 23.1.

12 artikel 8 VERKEER - VERBLIJFSGEBIED estemmingsomschrijving De op de plankaart voor Verkeer - Verlijfsgeied aangewezen gronden zijn estemd voor: a wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie gericht op zowel verlijf c d als de afwikkeling van het verkeer; parkeer-, groen- en speelvoorzieningen; waterhuishoudkundige doeleinden, watererging en waterlopen; nutsvoorzieningen; met ijehorende ouwwerken, geen geouwen zijnde. 8.2 ouwregels Geouwen mogen niet worden geouwd De ouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, ten ehoeve van de geleiding, eveiliging en regeling van het verkeer en wegverlichting mag niet meer dan 6 m edragen; Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, eveiliging en regeling van het verkeer maximaal 2 m. 8.3 ontheffing van de ouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het epaalde in artikel en toestaan dat een ondergeschikt geouw wordt geouwd ten ehoeve van een nutsvoorziening, mits: a de oppervlakte niet meer dan 15 m 2 edraagt; de ouwhoogte niet meer dan 4 m edraagt Ontheffing als edoeld in artikel kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a het straat- en eouwingseeld; de woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de milieusituatie; f de geruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; g de parkeersituatie Bij het verlenen van ontheffing nemen urgemeester en wethouders de regels in acht zoals opgenomen in artikel artikel 9 WONEN 9.1 estemmingsomschrijving De op de plankaart voor Wonen aangewezen gronden zijn estemd voor: a vrijstaande woningen, duele woningen en rijwoningen; aan huis veronden eroepen of edrijven, voor zover dit geruik ondergeschikt lijft aan de woonfunctie en: 1 het geruik qua aard, milieuelasting en uitstraling past in een woonomgeving; 2 het geruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en er geen sprake is van een nadelige toename van de parkeerehoefte; 3 maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning, tot ten hoogste 50 m 2 wordt geruikt voor het aan huis veronden eroep of edrijf;

13 c d 4 er geen detailhandel, groothandel of horeca plaatsvindt; 5 het eroep of edrijf door de ewoner wordt uitgeoefend; nutsvoorzieningen; verkeersvoorzieningen in de vorm van voet- en/of fietspaden, inritten, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen; e met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, tuinen en erven Het aantal woningen edraagt maximaal het estaande aantal woningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding nieuwe woning één nieuwe woning is toegestaan ouwregels Beouwing is slechts toegestaan indien deze ten dienste staat aan deze estemming Woningen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; voorgevel geouwd in de voorgevelrooilijn; c ouwhoogte maximaal de op de plankaart aangegeven ouwhoogte; d goothoogte maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; e indien een maximale goothoogte is aangegeven dient het hoofdgeouw te worden afgedekt met ten minste 2 hellende dakvlakken waarvan de dakhelling minimaal 10 0 en maximaal 60 0 edraagt Aan- en uitouwen, ijgeouwen en overkappingen ij woningen mogen innen en uiten het ouwvlak worden geouwd en voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw, met dien verstande dat overkappingen op 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw mogen worden geouwd; goothoogte van aan- en uitouwen en aangeouwde ijgeouwen maximaal 3,5 m, dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; c ouwhoogte van aan- en uitouwen en aangeouwde ijgeouwen maximaal 6,5 m, met dien verstande dat deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de ouwhoogte van het hoofdgeouw; d goothoogte van vrijstaande ijgeouwen maximaal 3 m; e ouwhoogte van vrijstaande ijgeouwen maximaal 5 m; f ouwhoogte overkappingen maximaal 3 m; g gezamenlijke oppervlakte per hoofdgeouw maximaal: 1 75 m² voor ouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m 2 ; m² voor ouwpercelen met een oppervlakte tussen 500 m 2 en m 2 ; m² voor ouwpercelen met een oppervlakte groter dan m 2 ; met dien verstande dat het eouwingspercentage van het ouwperceel maximaal 60% mag edragen; h horizontale diepte van aan- en uitouw geouwd aan achtergevel maximaal 3 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal 2m. 9.3 ontheffing van de ouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het epaalde in artikel onder e voor het verkleinen van de dakhelling tot 0 o ; Ontheffing als edoeld in artikel kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a het straat- en eouwingseeld; de woonsituatie;

14 12 c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de milieusituatie; f de geruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; g de parkeersituatie Bij het verlenen van ontheffing nemen urgemeester en wethouders de regels in acht zoals opgenomen in artikel artikel 10 WONEN BIJZONDERE WOONVORM 10.1 estemmingsomschrijving De op de plankaart voor Wonen Bijzondere woonvorm aangewezen gronden zijn estemd voor: a woningen en woongeouwen ten ehoeve van ijzondere woonvormen; voorzieningen ten ehoeve van zorg, verpleging, gemeenschappelijke ruimten en c d e kantoren; in relatie tot de onder su a en su genoemde voorzieningen ondergeschikte activiteiten in de vorm van het telen van gewassen en de daarijehorende verkoop; groenvoorzieningen in de vorm van gemeenschappelijke tuinen, plantsoenen, groenstroken, water en speelvoorzieningen; verkeersvoorzieningen in de vorm van voet- en/of fietspaden, inritten, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen; met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven Het aantal woningen edraagt maximaal het op de plankaart aangeduide aantal woningen ouwregels Woningen en woongeouwen ten ehoeve van ijzondere woonvormen alsmede geouwen ten ehoeve van de kwekerij voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; goothoogte maximaal 4 m dan wel de op de plankaart aangegeven goothoogte; c ouwhoogte maximaal 9 m dan wel de op de plankaart aangegeven ouwhoogte Aan- en uitouwen, ijgeouwen en overkappingen ij woningen mogen innen en uiten het ouwvlak worden geouwd en voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw, met dien verstande dat overkappingen op 1 m achter (het verlengde van) van de voorgevel van het hoofdgeouw mogen worden geouwd; goothoogte van aan- en uitouwen en aangeouwde ijgeouwen maximaal 3,5 m, dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; c ouwhoogte van aan- en uitouwen en aangeouwde ijgeouwen maximaal 6,5 m, met dien verstande dat deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de ouwhoogte van het hoofdgeouw; d goothoogte van vrijstaande ijgeouwen maximaal 3 m; e ouwhoogte van vrijstaande ijgeouwen maximaal 5 m; f ouwhoogte overkappingen maximaal 3 m; g gezamenlijke oppervlakte per hoofdgeouw maximaal:

15 1 75 m² voor ouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m 2 ; m² voor ouwpercelen met een oppervlakte tussen 500 m 2 en m 2 ; m² voor ouwpercelen met een oppervlakte groter dan m 2 ; met dien verstande dat het eouwingspercentage van het ouwperceel maximaal 60% mag edragen; h horizontale diepte van aan- en uitouw geouwd aan achtergevel maximaal 3 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal 2m. 13 artikel 11 WONEN WOONWAGENS 11.1 estemmingsomschrijving De op de plankaart voor Wonen Woonwagens aangewezen gronden zijn estemd voor: a woonwagenstandplaatsen; groenvoorzieningen; c nutsvoorzieningen; met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, tuinen en erven Het aantal woonwagenstandplaatsen edraagt maximaal het op de plankaart aangeduide aantal woonwagenstandplaatsen ouwregels Woonwagens voldoen aan de volgende kenmerken: a per woonwagenstandplaats is maximaal één woonwagen toegestaan; ouwhoogte maximaal 4,5 m; c oppervlakte maximaal 100 m Aan- en uitouwen, ijgeouwen en overkappingen ij woonwagens voldoen aan de volgende kenmerken: a ouwhoogte maximaal 3 m; oppervlakte maximaal 20 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van de woonwagen 1 m; erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van de woonwagen 2 m; c overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 2 m. artikel 12 WOONGEBIED 12.1 estemmingsomschrijving De op de plankaart voor Woongeied aangewezen gronden zijn estemd voor: a vrijstaande woningen, duele woningen en rijwoningen; aan huis veronden eroepen of edrijven, voor zover dit geruik ondergeschikt lijft aan de woonfunctie en: 1 het geruik qua aard, milieuelasting en uitstraling past in een woonomgeving; 2 het geruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en er geen sprake is van een nadelige toename van de parkeerehoefte; 3 maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning, tot ten hoogste 50 m 2 wordt geruikt voor het aan huis veronden eroep of edrijf; 4 er geen detailhandel, groothandel of horeca plaatsvindt; 5 het eroep of edrijf door de ewoner wordt uitgeoefend;

16 14 c d e f g garageoxen; wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie gericht op verlijf; parkeer-, ontsluitings-, groen-, speel- en nutsvoorzieningen; waterhuishoudkundige doeleinden, watererging en waterlopen; nutsvoorzieningen; met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, tuinen en erven Het aantal woningen edraagt maximaal het op de plankaart aangeduide aantal woningen ouwregels Woningen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens edraagt: 1 ij vrijstaande woningen ten minste 3 m; 2 ij duele- en/of rijwoningen, voor zover het de niet aaneengeouwde zijde etreft, ten minste 3 m; c goothoogte maximaal 6 m; d ouwhoogte maximaal 11 m; e dakhelling minimaal Aan- en uitouwen, ijgeouwen en overkappingen ij woningen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw, met dien verstande: 1 dat overkappingen op 1 m achter (het verlengde van) van de voorgevel van het hoofdgeouw mogen worden geouwd; 2 dat uitouwen in de vorm van erkers tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw mogen worden geouwd, mits: a c d de horizontale diepte maximaal 1,5 m edraagt; de diepte van de overlijvende, niet met geouwen eouwde gronden minimaal 2,5 m edraagt; voor zover de erker wordt geouwd tegen de voorgevel van het hoofdgeouw de reedte maximaal 2 / 3 van de reedte van die gevel edraagt; de ouwhoogte maximaal 3,5 m edraagt dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; goothoogte van aan- en uitouwen en aangeouwde ijgeouwen maximaal 3,5 m, dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; c ouwhoogte van aan- en uitouwen en aangeouwde ijgeouwen maximaal 6,5 m, met dien verstande dat de deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de ouwhoogte van het hoofdgeouw; d goothoogte van vrijstaande ijgeouwen maximaal 3 m; e ouwhoogte van vrijstaande ijgeouwen maximaal 5 m; f ouwhoogte overkappingen maximaal 3 m; g gezamenlijke oppervlakte per hoofdgeouw maximaal: 1 75 m² voor ouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m 2 ; m² voor ouwpercelen met een oppervlakte tussen 500 m 2 en m 2 ; m² voor ouwpercelen met een oppervlakte groter dan m 2 ; met dien verstande dat het eouwingspercentage van het ouwperceel maximaal 60% mag edragen; h horizontale diepte van aan- en uitouw geouwd aan achtergevel maximaal 3 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal 2m.

17 12.3 ontheffing van de ouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het epaalde: a artikel onder e voor het verkleinen van de dakhelling tot 0 o ; artikel onder a voor het verkleinen van de afstand van een aan- of uitouw, ijgeouw of overkapping tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw dan wel voor het ouwen van een aan- of uitouw, ijgeouw of overkapping vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw; Ontheffing als edoeld in artikel kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a het straat- en eouwingseeld; de woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de milieusituatie; f de geruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; g de parkeersituatie Bij het verlenen van ontheffing nemen urgemeester en wethouders de regels in acht zoals opgenomen in artikel artikel 13 WOONGEBIED WONEN EN WERKEN 13.1 estemmingsomschrijving De op de plankaart voor Woongeied Wonen en werken aangewezen gronden zijn estemd voor: a vrijstaande woningen; edrijven die in cominatie met een woning een woon-werkunit vormen, mits: c d e 1 het geruik qua aard, milieuelasting en uitstraling past in een woonomgeving; 2 het geruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en er geen sprake is van een nadelige toename van de parkeerehoefte; 3 minimaal 100 m 2 van de vloeroppervlakte van de geouwen wordt geruikt als edrijfsgeouw; 4 er geen detailhandel, groothandel of horeca plaatsvindt; wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie gericht op zowel verlijf als op de afwikkeling van het doorgaande verkeer; parkeer-, groen-, speel- en nutsvoorzieningen; waterhuishoudkundige doeleinden, watererging en waterlopen; met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, tuinen en erven Het aantal woningen edraagt maximaal het op de plankaart aangeduide aantal woningen Woningen mogen pas worden opgericht tegelijk met of na de oprichting van het edrijfsgeouw ouwregels Hoofdgeouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens edraagt ten minste 3 m; c goothoogte maximaal 6 m; d ouwhoogte maximaal 11 m; e dakhelling minimaal 10 0.

18 Aan- en uitouwen, ijgeouwen en overkappingen ij hoofdgeouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw, met dien verstande: 1 dat overkappingen op 1 m achter (het verlengde van) van de voorgevel van het hoofdgeouw mogen worden geouwd; 2 dat uitouwen in de vorm van erkers tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw mogen worden geouwd, mits: a c d de horizontale diepte maximaal 1,5 m edraagt; de diepte van de overlijvende, niet met geouwen eouwde gronden minimaal 2,5 m edraagt; voor zover de erker wordt geouwd tegen de voorgevel van het hoofdgeouw de reedte maximaal 2 / 3 van de reedte van die gevel edraagt; de ouwhoogte maximaal 3,5 m edraagt dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; goothoogte van aan- en uitouwen en aangeouwde ijgeouwen maximaal 3,5 m, dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; c ouwhoogte van aan- en uitouwen en aangeouwde ijgeouwen maximaal 6,5 m, met dien verstande dat de deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de ouwhoogte van het hoofdgeouw; d goothoogte van vrijstaande ijgeouwen maximaal 3 m; e ouwhoogte van vrijstaande ijgeouwen maximaal 5 m; f ouwhoogte overkappingen maximaal 3 m; g gezamenlijke oppervlakte per hoofdgeouw maximaal: 1 75 m² voor ouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m 2 ; m² voor ouwpercelen met een oppervlakte tussen 500 m 2 en m 2 ; m² voor ouwpercelen met een oppervlakte groter dan m 2 ; met dien verstande dat het eouwingspercentage van het ouwperceel maximaal 60% mag edragen; h horizontale diepte van aan- en uitouw geouwd aan achtergevel maximaal 3 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal 2m ontheffing van de ouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het epaalde in: a artikel onder e voor het verkleinen van de dakhelling tot 0 o ; artikel onder a voor het verkleinen van de afstand van een aan- of uitouw, ijgeouw of overkapping tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw dan wel voor het ouwen van een aan- of uitouw, ijgeouw of overkapping vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw; Ontheffing als edoeld in artikel kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a het straat- en eouwingseeld; de woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de milieusituatie; f de geruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; g de parkeersituatie Bij het verlenen van ontheffing nemen urgemeester en wethouders de regels in acht zoals opgenomen in artikel 23.1.

19 artikel 14 LEIDING GAS 14.1 estemmingsomschrijving De op de plankaart voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen estemmingen, ook estemd voor: a een ondergrondse gasleiding ter plaatse van de aanduiding gasleiding; het eheer en onderhoud van de leiding; c de escherming van het woon- en leefklimaat in verand met de leiding; met ijehorende ouwwerken, geen geouwen zijnde ouwregels In afwijking van het epaalde ij de andere estemmingen (artikelen 3 tot en met 13) mag op de in het vorige lid edoelde gronden alleen ten ehoeve van deze estemming worden geouwd Op de tot Leiding Gas aangewezen estemde gronden mogen uitsluitend worden geouwd ouwwerken, geen geouwen zijnde, die ten dienste staan van deze estemming De ouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, edraagt maximaal 3 m ontheffing van de ouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het epaalde in artikel voor het toestaan van het ouwen van ouwwerken ten ehoeve van de andere estemmingen, mits: a ter plaatse een aanvaardaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd; advies is verkregen van de leidingeheerder Bij het verlenen van ontheffing nemen urgemeester en wethouders de regels in acht zoals opgenomen in artikel Aanlegvergunning Het is veroden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van urgemeester en wethouders op de in artikel 14.1 edoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren: a het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen c d en ophogen van gronden; het aanleggen, verreden en verharden van wegen, paden, anen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen; het aanleggen, verdiepen, verreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen; het aanrengen of verwijderen van diepwortelende eplantingen, het eossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van os of andere houtgewassen Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen lijvend onevenredige afreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat eheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingeheerder Geen aanlegvergunning is nodig voor: a andere-werken die het normale onderhoud en eheer etreffen;

20 andere-werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning. 18 artikel 15 LEIDING WATER 15.1 Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor Leiding Water aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen estemmingen, tevens estemd voor een waterleiding, met de daarij ehorende voorzieningen ouwregels In afwijking van het epaalde ij de andere estemmingen (artikelen 3 tot en met 13) mag op de in het vorige lid edoelde gronden alleen ten ehoeve van deze estemming worden geouwd Op de tot Leiding Water estemde gronden mogen uitsluitend worden geouwd ouwwerken, geen geouwen zijnde, die ten dienste staan van deze estemming De ouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, edraagt maximaal 3 m ontheffing van de ouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het epaalde in artikel 15.2 voor het ouwen overeenkomstig de andere estemmingen, mits advies is verkregen van de leidingeheerder Bij het verlenen van ontheffing nemen urgemeester en wethouders de regels in acht zoals opgenomen in artikel Aanlegvergunning Het is veroden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van urgemeester en wethouders op de in artikel edoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren: a het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen c d en ophogen van gronden; het aanleggen, verreden en verharden van wegen, paden, anen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen; het aanleggen, verdiepen, verreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen; het aanrengen of verwijderen van diepwortelende eplantingen, het eossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van os of andere houtgewassen Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen lijvend onevenredige afreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat eheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingeheerder Geen aanlegvergunning is nodig voor: a andere-werken die het normale onderhoud en eheer etreffen;

21 andere-werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning. artikel 16 WATERSTAAT WATERGANG estemmingsomschrijving De op de plankaart voor Waterstaat - Watergang aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen estemmingen, ook estemd voor de escherming en het eheer van de watergang, met ijehorende ouwwerken, geen geouwen zijnde, en met inachtneming van de keur van het waterschap ouwregels In afwijking van het epaalde ij de andere estemmingen (artikelen 3 tot en met 13) mag op de in het vorige lid edoelde gronden alleen ten ehoeve van deze estemming worden geouwd Op de tot Waterstaat Watergang estemde gronden mogen uitsluitend worden geouwd ouwwerken, geen geouwen zijnde, die ten dienste staan van deze estemming De ouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, edraagt maximaal 3 m ontheffing van de ouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het epaalde in artikel 16.2 voor het ouwen overeenkomstig de andere estemmingen, mits advies is verkregen van de eheerder van de watergang Bij het verlenen van ontheffing nemen urgemeester en wethouders de regels in acht zoals opgenomen in artikel aanlegvergunning Het is veroden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van urgemeester en wethouders op de in artikel 16.1 edoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren: a het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen c d en ophogen van gronden; het aanleggen, verreden en verharden van wegen, paden, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen; het aanleggen, verdiepen, verreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanrengen van drainage; het aanleggen van ondergrondse of ovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verand houdende constructies, installaties en apparatuur Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen lijvend onevenredige afreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat eheer of de veiligheid van de watergang en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de eheerder van de watergang Geen aanlegvergunning is nodig voor: a andere-werken die het normale onderhoud en eheer etreffen;

22 andere-werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning. 20 artikel 17 WAARDE ARCHEOLOGISCH VERWACHTINGS GEBIED 17.1 estemmingsomschrijving De op de plankaart voor 'Waarde - Archeologisch verwachtingsgeied ' aangewezen gronden zijn, naast de voor de andere voor die gronden aangewezen estemmingen, ook estemd voor: a. de escherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden ouwregels Archeologisch rapport Burgemeester en wethouders kunnen in geval van een aanvraag om een reguliere ouwvergunning als edoeld in artikel 44, lid 1 van de Woningwet, voor een ouwwerk of ouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m2 waarij enodigde graafwerkzaamheden dieper zijn dan 0,5 m onder maaiveld die worden geouwd op en/of in de gronden als edoeld in artikel 17.1 verlangen dat alvorens de ouwvergunning wordt verleend, door de aanvrager een rapport wordt overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die lijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van urgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld Koppelen voorwaarden Indien uit het in het vorige lid genoemde rapport lijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de ouwvergunning zullen worden verstoord, kunnen urgemeester en wethouders een of meerdere van de volgende voorwaarden verinden aan de ouwvergunning: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de odem kunnen worden ehouden; 2. de verplichting om voorafgaand aan de werken of werkzaamheden die leiden tot de odemverstoring, archeologisch onderzoek te laten uitvoeren door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door urgemeester en wethouders ij de vergunning te stellen kwalificaties Aanlegvergunning Het is veroden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van urgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en in de gronden als edoeld in artikel 17.1 de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden;. het odem verlagen of afgraven van gronden; c. het uitvoeren van graafwerkzaamheden en grondewerkingen dieper dan 0,5 m onder maaiveld; d. het aanrengen van diepwortelende eplantingen; e. het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden, anen of parkeergelegenheden en het aanrengen van andere oppervlakteverhardingen, die een odemingreep dieper dan 0,5 m tot gevolg heen;

23 f. het aanrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verand houdende constructies Geen aanlegvergunning is nodig voor werken en werkzaamheden: a. in het kader van het normale eheer en onderhoud;. in het kader van archeologisch onderzoek en/ of het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige; c. indien op asis van door een deskundige uitgevoerd ureauonderzoek of inventariserend veldonderzoek is aangetoond dat op de etrokken locatie geen ehoudenswaardige archeologische relicten aanwezig zijn; d. die noodzakelijk zijn met het oog op het realiseren van een ouwwerk, waarvoor een ouwaanvraag is verleend; e. waarmee is of mag worden egonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van dit plan; f. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning of ontgrondingsvergunning Toelaataarheid werken en werkzaamheden De in artikel genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in dit artikel edoelde gronden: a. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind Wijzigingsevoegdheid Bevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn evoegd, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, gronden met de estemming "Waarde - Archeologisch verwachtingsgeied" te wijzigen in die zin dat deze estemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, indien als gevolg van een nader archeologisch onderzoek is geleken dat de archeologische waarden van de gronden al dan niet ehoudenswaardig zijn of al dan niet langer aanwezig zijn Procedure Bij de voorereiding van een esluit tot wijziging is de in artikel 23.2 geregelde procedure van toepassing.

24 3 A LGE M E NE R E GELS 22 artikel 18 ANTIDUBBELTELREGEL Grond die eenmaal in aanmerking is genomen ij het toestaan van een ouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, lijft ij de eoordeling van latere ouwplannen uiten eschouwing. artikel 19 UITSLUITING AANVULLENDE WERKING BOUWVERORDENING De regels van de ouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenouwkundige aard lijven overeenkomstig het epaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet uiten toepassing, ehoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenouwkundige c d e f regels; de ereikaarheid van geouwen voor wegverkeer; de ereikaarheid van geouwen voor gehandicapten; het ouwen ij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; de ruimte tussen ouwwerken. artikel 20 ALGEMENE GEBRUIKSREGELS 20.1 Onder een geruik strijdig met de estemming als edoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan: a een geruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met c uitzondering van een zodanig geruik voor het normale op de estemming gerichte geruik en onderhoud; een geruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het geruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig geruik voor het normale op de estemming gerichte geruik en onderhoud; een geruik van gronden en ouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten ehoeve van prostitutie Onder een geruik strijdig met de estemming als edoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt met etrekking tot de estemming Sport mede verstaan: een geruik van gronden en ouwwerken ten ehoeve van sporten die veel omgevingslawaai tot gevolg heen, zoals (model)vliegsport en motorcross.